Schoolgids de Pionier Schooljaar

Schoolgids de Pionier

Schooljaar 2013 - 2014

Schoolgids De Pionier

1

INHOUD VOORWOORD DEEL 1

DE SCHOOL Algemeen Het gebouw Uitgangspunten onderwijs met zorg Organisatie en groepssamenstelling De schooldag Het leerlingvolgsysteem De toetsen Medewerkers en taakverdeling Overzicht methodes en methodieken Diversen

DEEL 2

HET SPECIALE VAN DE PI- SCHOLEN

DEEL 3

PRAKTISCHE INFORMATIE (kalender)

VOORWOORD Dit is de schoolgids van de Pionier. Deze schoolgids bevindt zich in zijn geheel op de website van de Pionier. De eerste twee delen worden daarnaast op papier aangeboden wanneer u zich aanmeldt en tijdens informatieavonden. Het derde deel, de praktische informatie wordt afgedrukt op de schoolkalender die alle ouders/verzorgers jaarlijks ontvangen.


2

DEEL 1 DE SCHOOL ALGEMEEN De Pionier is een school voor Speciaal Onderwijs. De school is verbonden verbonden aan een Pedologisch Instituut en wordt daardoor ook wel PI-school genoemd. Een PI-school is een school waar leerlingen onderzocht, geobserveerd en intensief begeleid kunnen worden. De school maakt deel uit van het Regionale Expertisecentrum (REC)Cluster 4 met de naam “ Boven Amstel”. Dit is het cluster voor leerlingen met gedragsstoornissen en/of psychiatrische problemen. De positie van de Pionierwordt bepaald door de verbondenheid met de stichting De Bascule. De Bascule is een centrum voor kinder-en jeugdpsychiatrie met verschillende vestigingen in Amsterdam en Duivendrecht. De leeftijd van de leerlingen op de Pionier is 4 tot en met 12 jaar. Elke klas bestaat uit 10 tot 12 kinderen Het bieden van onderwijs aan deze leerlingen kunnen wij op ons nemen, doordat wij werken met goed gekwalificeerd personeel dat in staat is om in samenwerking met de kinderpsychiatrische kliniek multidisciplinair te functioneren. We willen we in ons onderwijsaanbod zorg dragen voor het vergroten van autonomie(zelfstandigheid),het bevorderen van het zich competent voelen en het herstellen en/of versterken van voor de ontwikkeling van de leerling belangrijke relaties. Deze basale ontwikkelingsbehoeften; autonomie, competentie en relatie vormen het uitgangspunt bij ons orthopedagogisch handelen. Het leren van de schoolse vaardigheden is daarbij voor ons zowel doel als middel voor het verkrijgen van succeservaringen, die voor elke positieve ontwikkeling noodzakelijk zijn. De belangrijkste voorwaarde voor het bereiken van deze missie is het organiseren van een veilige onderwijsleeromgeving. Voor de ouders willen wij een betrouwbare partner zijn bij de opvoeding van hun kind. Gezamenlijk met ouders en opvoeders van de kliniek willen wij ons inspannen om kinderen nieuwe ontwikkelingskansen te bieden. In onze pedagogische aanpak zijn we enerzijds gericht op begrip en acceptatie van beperkingen van het kind. Anderzijds zijn we voortdurend op zoek naar het vergroten van de leer- en ontwikkelingsmogelijkheden van de kinderen. Bij de keus voor het vervolgonderwijs willen wij een gids zijn. HET GEBOUW Het onderwijs op de Pionier wordt in een eigen schoolgebouw bij de vestiging van De Bascule gegeven en maakt deel uit van het gebouwencomplex aan de Rijksstraatweg 145 in Duivendrecht. Deze vestiging ligt vlakbij station Duivendrecht en is goed bereikbaar met het openbaar vervoer. De meeste kinderen komen uit Amsterdam en omgeving. De school is gehuisvest in een gebouw met twee verdiepingen. Op de benedenverdieping liggen de lokalen rond een centrale kuil die dient als gemeenschappelijke ruimte. Beneden zijn ook de klassen met de jongste leerlingen. Op de bovenverdieping bevinden zich vijf klaslokalen. In een aantal kleinere ruimten krijgen leerlingen individueel of in kleine groepjes intensief onderwijs of logopedie. Behalve de klaslokalen en een aantal nevenruimten heeft de school de beschikking over een groot gymnastieklokaal en een handenarbeidlokaal De school heeft een eigen ingang voor de leerlingen aan “ De Biesbosch”. Bezoekers maken gebruik van de ingang aan de Rijksstraatweg 145, alwaar zij zich kunnen melden bij de receptie.


3

UITGANGSPUNTEN Doel Het doel van ons onderwijs is ieder kind dat op school komt zo snel mogelijk een verbeterd leef- en onderwijsperspectief bieden, zodat na enige tijd (minimaal zes weken, maximaal 1 jaar) het kind elders in het Speciaal Basisonderwijs, of wellicht in het Basisonderwijs, verder kan gaan. Werkwijze We proberen onze doelstelling te bereiken door ons niet alleen te richten op het kind, maar ook op zijn omgeving. Met de kennis en ervaring die we daarbij opdoen, kunnen we vervolgens een helder beeld geven van de wijze waarop het kind functioneert en hoe het zich zo goed mogelijk kan ontwikkelen. We werken met kleine groepen om ieder kind onderwijs en zorg op maat te geven. In de hele school gelden duidelijke regels en afspraken die de kinderen structuur en houvast bieden. Voorbeelden zijn:  Vaste dagindeling en routines.  Regels tijdens werkuren, zodat de groep rustig en zelfstandig kan werken en de leerkracht individuele kinderen kan helpen.  Veel aandacht voor de omgang met elkaar en met anderen. ONDERWIJS MET ZORG De school beschikt over deskundigheid op het gebied van speciaal onderwijs, De Bascule beschikt over deskundigheid op het gebied van zorg. School en Bascule werken samen bij de observatie en behandeling van kinderen die in hun ontwikkeling belemmerd en/of bedreigd worden. Door de samenwerking vormen onderwijs en hulpverlening één geheel. De Bascule kan in samenwerking met de school (en afhankelijk van de indicatie) verschillende vormen van hulp verlenen:    

Poliklinische begeleiding en therapieën aan kind en/of ouders. Speelleertraining voor “tussen de middag”. Leestraining aan kinderen met ernstige dyslexie in samenwerking met de poli dyslexie (Duivendrecht). Handelingsgerichte diagnostiek.

Naast het verzorgen van speciaal onderwijs levert de school een bijdrage aan onderzoeksprojecten van De Bascule, bijvoorbeeld bij het ontwikkelen van nieuwe methodieken. Ook bieden we ieder jaar mogelijkheden aan studenten van diverse opleidingen om stage te lopen. Het onderwijs- en zorgaanbod is ondergebracht in verschillende afdelingen. De aard van de hulpvraag bepaalt in welke afdeling ieder kind komt. We maken daarbij onderscheid in: 1. Sociaal- emotionele stoornissen (afdeling A), 2. Een combinatie van sociaal- emotionele stoornissen, contactstoornissen en/of gedragsstoornissen (afdeling B) 3. Contactstoornissen (afdeling C). 4. Zeer ernstige contactstoornissen, zo ernstig, dat het kind niet in cluster 4 kan functioneren (afdeling BP) De jongste leerlingen zitten bij elkaar in één klas, ongeacht hun problematiek.


4

Pedagogisch klimaat We streven naar een klimaat, waarin ieder kind zich veilig kan voelen en geaccepteerd wordt zoals het is. Dat betekent niet dat we ons neerleggen bij de feitelijke situatie. We proberen ieder kind zo goed mogelijk te helpen bij zijn of haar ontwikkeling met het doel betere toekomstmogelijkheden te bieden. De klassen zijn klein zodat wij ons kunnen concentreren op de verschillende behoeften van de kinderen, die allemaal hun eigen hulpvraag hebben. Hierdoor is het mogelijk om in de klassen een klimaat van veiligheid, rust en voorspelbaarheid te scheppen, waarin de kinderen zich zo goed mogelijk kunnen ontwikkelen. Regels spelen daarbij een belangrijke rol. Tijdens het werken, tijdens de vrijere leersituaties en tijdens pauzes zijn er een aantal vaste regels waaraan wij ons proberen te houden. Er wordt competentie gericht gewerkt, waarbij sterke mogelijkheden van kinderen worden gebruikt om de gebieden waarin een kind zich moeizamer ontwikkelt, steviger te maken. We proberen een vertrouwde omgeving creëren door:        

Gedrag bespreekbaar te maken. Duidelijk aangeven welk gewenst gedrag we willen zien. Het goede voorbeeld te geven. Samenwerken en delen met andere kinderen te stimuleren. Positieve verwachtingen uit te spreken. Heldere afspraken maken over beloning en straf. Ruimte te geven aan de eigen ontwikkeling van het kind. Verantwoordelijkheid te geven waar dat kan.

De schoolvakken De Pionier is een ‘echte’ school: we streven naar de kerndoelen die in het basisonderwijs gelden. Alle vakken van het basisonderwijs komen aan bod. We werken met methoden die de reguliere basisscholen ook gebruiken, maar dan aangepast aan de behoeften van onze kinderen. Vaak zijn onze leerlingen in het leerproces vastgelopen en hebben ze een flinke achterstand. Het doel van de aangepaste leerstof is, om de leerontwikkeling weer op gang te brengen en ervoor te zorgen dat de kinderen weer vooruitgang kunnen boeken en succes kunnen ervaren; niet alleen bij het leren maar ook op sociaal gebied. Daarom geven we binnen alle vakgebieden aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling. In samenwerking met de afdeling Research van De Bascule worden ook eigen programma’s en materialen ontwikkeld en uitgeprobeerd op de PI-scholen. Binnen de klassen bestaan vaak grote niveauverschillen voor rekenen, lezen en spelling. Daarnaast verschillen ook de instructie – en ondersteuningsbehoeften per leerling. Om die reden hebben we een uniform klassenmanagement en individuele leerstofpakketten. Zelfstandig werken Het leren zelfstandig werken vraagt voor alle leerlingen op school extra veel aandacht. Afhankelijk van de klas waar de leerlingen in geplaatst zijn wordt het zelfstandig werken beïnvloed door (faal)angst, afhankelijkheid van de volwassenen of aangeleerde hulpeloosheid . Bij gedragsstoornissen kan het gaan om het weigeren verantwoordelijkheid te dragen, eigengereid eigen gang willen gaan of om gemakzucht en verzet. De leerlingen met contactstoornissen hebben vaak geen idee hoe ze zelfstandig hun problemen moeten oplossen. Kortom er bestaat een ruime variatie aan problemen rondom het bevorderen van de zelfstandigheid van de leerlingen. Het leren eigen verantwoordelijkheid te dragen voor het werk krijgt op elk niveau en in elke klas veel aandacht. Het is een vast onderdeel van het competentiegericht werken en vraagt bij elke leerling in elke klas een eigen strategie, een eigen pedagogische aanpak. Omdat leeftijd, ontwikkeling en leerniveau allemaal een rol spelen bij de samenstelling van de klassen, hanteren wij niet dezelfde indeling van groep 1 tot en met 8, zoals in de basisschool. Bemiddeling bij escalatie van gedrag Onze pedagogische aanpak is er op gericht de kinderen zoveel mogelijk in de klas op te vangen. Het kan echter gebeuren dat een situatie escaleert en dat een kind in de klas een gevaar oplevert voor zichzelf of zijn omgeving. Op zo’n moment kan de leerkracht de hulp inroepen van een orthopedagoog. Deze kan het kind meenemen naar een plek buiten de klas, dat kan een bankje op de gang zijn, een kantoorruimte of een time-outruimte. Deze aanpak is er op gericht het kind zo spoedig mogelijk weer in staat te stellen het normale programma te volgen. Als dit niet lukt, kunnen we de hulp van de kliniek inroepen.


5

Het buitenspelen Na het maken van een sterkte / zwakte analyse van de wijze waarop tijdens de pauzes gespeeld werd door de leerlingen is een nieuw “buiten speel concept” ontwikkeld. Het speelplein is in overzichtelijke speeldomeinen visueel afgebakend. Ieder domein kent een vast spel met daarbij behorende regels die gevisualiseerd zijn op een bord bij het speeldomein. De leerlingen kiezen van tevoren in welk speeldomein zij willen spelen. Pas na toestemming van de leiding mag er van spel gewisseld worden.


6

ORGANISATIE EN GROEPSINDELING De onderbouw van de Pionier In de onderbouwklassen wennen de kinderen aan school, ter voorbereiding op het onderwijs dat ze later zullen krijgen; dit vervolgonderwijs kan een basisschool zijn, een school voor speciaal basisonderwijs of een school voor speciaal onderwijs. Soms is een verlengde observatieperiode noodzakelijk. De klas begint meestal met een kring. Hierin besteden we bijvoorbeeld aandacht aan taal en muziek en aan sociaal-emotionele vorming. De kinderen leren naar elkaar te luisteren en op hun eigen plaats te blijven zitten. In de onderbouw is veel aandacht voor creatieve vaardigheden, zoals tekenen, knippen, kleien, vouwen en knutselen. De kinderen leren zelfstandig te werken en samen te werken in een groep. Daarnaast maken we een begin met het onderwijs in de andere schoolvakken. We werken daarbij met het ontwikkelingsgericht volgmodel. Dat betekent dat we in de manier waarop we onderwerpen kiezen en behandelen, altijd uitgaan van de ontwikkeling van de kinderen en dat we daar geschikte aanknopingspunten bij zoeken. De klas is verdeeld in een aantal hoeken, zoals de huishoek, de bouwhoek, de leesluisterhoek en de creatieve hoek. Via experimenteren, spel en gerichte opdrachten werken we aan voorbereidend lezen, schrijven en rekenen; maar we besteden ook aandacht aan andere leergebieden, zoals:       

Sociale redzaamheid. Wereldverkenning. Ruimtelijke oriëntatie Motoriek Begripskennis Kleur- en vormkennis. Spelen

Andere activiteiten Twee keer in de week gaan de kinderen naar de gymzaal. Daar leren ze spelletjes, of krijgen ze gymles. Daarnaast spelen de kinderen buiten, met of zonder spelmateriaal. Projecten We organiseren verschillende activiteiten rond een bepaald onderwerp. De kinderen werken één of meerdere weken aan een project. Er wordt soms gebruik gemaakt van programma’s van de school tv. De midden- en bovenbouw Per afdeling zijn er drie klassen naar leeftijd ingedeeld. De school telt drie klassen middenbouw 1 voor de leerlingen van 7 tot en met 9 jaar, twee klassen middenbouw 2 voor de leerlingen van 8 tot en met 10 jaar en drie klassen bovenbouw voor de leerlingen van 10 tot en met 12 jaar. Doordat de leeftijden waarop leerlingen op school en in de kliniek geplaatst worden per jaar kunnen variëren, kan daarmee de gemiddelde leeftijd van de leerlingen per bouw ook verschuiven. De afdelingen De school heeft drie afdelingen. De klassen zijn gebaseerd op een indeling naar leeftijd.

In afdeling A komen leerlingen met sociaal-emotionele problemen. De problemen van deze kinderen kunnen inhouden dat ze:  van zichzelf denken dat ze zelden iets goed kunnen doen,  moeilijk aan een taak durven te beginnen omdat ze bang zijn dat ze het verkeerd doen,  teveel denken aan wat ze hebben meegemaakt, of waarvan ze denken dat het ze zal overkomen  met allerlei andere zaken bezig willen zijn, maar niet met dat wat op school gedaan moet worden. Deze leerlingen hebben een leeromgeving nodig waarin de leerkracht veel aandacht besteedt aan het verbeteren van het zelfvertrouwen van de kinderen. Hierbij kunnen we de gewone leerstof van de basisschool gebruiken, maar de manier waarop we die leerstof aanbieden zal anders zijn, meer aangepast aan de behoeften van de leerling. We Schoolgids De Pionier

7

schenken veel tijd en aandacht aan het met de leerling doorpraten van zijn of haar mogelijkheden. Deze leerlingen moeten leren hoe ze hun werk op school (weer) positief kunnen beleven.

Afdeling B is voor kinderen met gemengde problematiek waarbij vaak gedragsproblemen een rol spelen.

Deze leerlingen hebben een leeromgeving nodig waarin ze ervaren dat leren ook leuk kan zijn. Dat kan alleen als ze een goede persoonlijke band hebben met de leerkracht. De leersituatie moet voor elke leerling in afdeling B duidelijk, overzichtelijk en veilig zijn. De leerkracht moet in staat zijn regels duidelijk te hanteren en er tegelijkertijd voor zorgen dat de regels geaccepteerd worden. Omdat naast de gedragsproblematiek in de B afdeling de sociaal-emotionele problematiek of de contactstoornis een rol kan spelen, kan de aanpak per kind meer lijken op die in afdeling a of afdeling c. De leerlingen in afdeling C hebben allerlei problemen in hun contacten met leeftijdgenoten en volwassenen Het gedrag is vaak zeer gecompliceerd doordat er problemen zijn bij het opnemen,verwerken en reproduceren van informatie. Kenmerkend voor deze leerlingen is, dat zij zich heel moeilijk kunnen verplaatsen in een ander. Zij volgen vaak een eigen denkspoor waar ze moeilijk van kunnen afwijken. De leerkracht moet leerstof en onderwijsstijl aanpassen aan de mogelijkheden van deze leerlingen. Vaak moeten ouders en leerlingen accepteren dat bepaalde vaardigheden niet aangeleerd kunnen worden. De leerlingen in afdeling BP (beter pASSend) hebben grotere problemen in hun contacten met leeftijdgenoten en volwassenen. Behandeling is niet langer geïndiceerd, maar het naar school gaan lukt vooralsnog niet. Het gedrag is zo gecompliceerd dat ze niet meer naar school gaan, ze zijn zogenaamde thuiszitters geworden. Door middelen en mogelijkheden op een ander manier aan te wenden, zijn we er in geslaagd om juist voor deze kinderen op de Pionier wel een mogelijkheid te creëren om weer naar school te gaan.


8

DE SCHOOLDAG De school begint om 8:30 uur. De kinderen komen naar school met een busje, per taxi of onder leiding van de groepsleiders van de kliniek. Sommige kinderen komen zelfstandig naar school. Tussen 8.30 uur en 8.45 uur komen de kinderen binnen. Rond 8.45 uur starten we met het onderwijsprogramma. De lessen worden volgens een vast rooster gegeven. Doordat de lessen op een (plan)bord duidelijk aangegeven staan weten de kinderen wat ze die dag gaan doen. Op de Pionier wordt gewerkt met het 3 blokkenrooster. Het “drie blokken rooster” Om een nog betere behandeling voor de leerlingen te verzorgen, zullen de klassen van de Pionieren de kindgroepen van de Bascule werken in een “drie blokken rooster”, waarbij de lunch valt tussen het tweede en het derde blok. Er ontstaat meer flexibiliteit doordat de drie blokken uitwisselbaar zijn. Kinderen kunnen op de groep of op school zijn. In de nieuwe herverdeling tussen de zorg en onderwijs is rekening gehouden met de volgende opbouw. Voor dagklinische kinderen zal in het algemeen gelden dat zij in eerste instantie (week 1 - 4) één van de drie blokken naar school gaan. In tweede instantie (week 5 – 20) gaan de kinderen twee van de drie blokken naar school. In de laatste behandelperiode (week 21 – 24, maximaal 4 weken) gaan ze drie blokken naar school. Deze overgangen zullen in samenspraak tussen de Pionieren de Bascule gepland worden. Hierin neemt de behandelverantwoordelijke een beslissing tot vermindering van behandeltijd c.q. uitbreiding van schooltijd in directe samenwerking met de schoolpsycholoog. Voor klinische kinderen zal in het algemeen gelden dat zij in eerste instantie (week 1 - 4) één van de drie blokken naar school gaan. In tweede instantie (week 5 – tot de 1ste behandelplanevaluatie) twee van de drie blokken naar school. Naar aanleiding van de eerste behandelplanevaluatie zal worden bekeken of de verdeling gehandhaafd blijft of dat er uitgebreid kan worden naar drie blokken schooltijd. De behandelverantwoordelijke neemt een beslissing tot vermindering van behandeltijd c.q. uitbreiding van schooltijd in directe samenwerking met de schoolpsycholoog. Voor de kinderen van de observatiegroep van de Bascule geldt dat de behandelverantwoordelijke en de schoolpsycholoog continu in onderling overleg bekijken welke en hoeveel blokken het kind op de behandeling blijft of naar school gaat. Tussen 10.15 uur en 11.00 uur hebben de verschillende klassen pauze. Voor het houden van een goed overzicht en ter voorkoming van te veel drukte op het plein gaan de kinderen in de pauze per bouw naar buiten. De leerkrachten houden in de kleine pauze toezicht op hun eigen klas. Voor of na de pauze eten de kinderen in de klas het brood en fruit dat ze van thuis meekrijgen. De middagpauze begint om 12.00 uur. De kinderen in dagbehandeling of in dag-en nachtbehandeling gaan naar de leefgroepen en eten daar onder leiding van de groepsleiding. De externe kinderen (zonder behandeling) eten samen met de leerkracht in de klas en gaan daarna om 12.30 uur onder toezicht buiten spelen. Iedere klas heeft twee maal per week bewegingsonderwijs van een vakleerkracht. Soms worden kinderen uit de klas gehaald voor extra hulp bij een bepaald vak, voor logopedie of remedial teaching, of voor nader psychologisch onderzoek. In de klassen werken de leerlingen zo zelfstandig mogelijk en op hun eigen niveau. Voor iedere leerling is er een handelingsplan, waarin staat welke aanpak de leerling nodig heeft. In het handelingsplan houden we rekening met het leerniveau. Gezamenlijke activiteiten, zoals het samen eten, het groepsgesprek en het vrij spelen hebben een belangrijke functie binnen de sociale ontwikkeling van de leerlingen. Daarom besteden we veel aandacht aan deze activiteiten.


9

HET LEERLINGVOLGSYSTEEM Het Individueel ontwikkelingsplan (IOP) Tegelijkertijd met het in kaart brengen van de gedragsinformatie over de leerling wordt bij binnenkomst zo snel mogelijk het didactische profiel van de leerling vastgesteld met behulp van signaleren en diagnosticeren. Het didactische profiel bevat een analyse van het niveau van de leerling ten aanzien van de vakgebieden taal (spreken, luisteren, lezen en schrijven en taalbeschouwing) rekenen en de oriëntatie in de wereld. Op basis van dit didactische profiel wordt een IOP vastgesteld. In dit individueel ontwikkelingsplan staat vermeld welke doelen we willen bereiken met betrekking tot de verschillende vakgebieden. De doelen die we in school willen bereiken t.a.v. de gedragsverandering worden ook in het iop opgenomen. Het voorlopig perspectief van het vervolgonderwijs wordt eveneens vastgesteld. Ouders worden betrokken bij de iop’s waardoor zij op de hoogte zijn van de doelen die de school wil bereiken. Ongeveer 6 weken na plaatsing wordt het eerste IOP besproken en aan de ouders voorgelegd. Ouders geven door een handtekening aan dat zij achter de doelstellingen staan waar naar toe gewerkt gaat worden. Na 5 en 10 maanden wordt het IOP geëvalueerd en bijgesteld. Afwijkingen van het bij de wet te geven onderwijspakket komen regelmatig voor. Bij veel leerlingen is het niet direct mogelijk alle verplichte vakken aan te bieden. De redenwaarom afgeweken wordt van het “normale vakkenpakket” wordt aangegeven in het IOP. Oorzaken voor het afwijken zijn bijvoorbeeld:      

De leerling kan dat (nog) niet aan De leerling heeft grote achterstanden met bepaalde vakken waar eerst de meeste aandacht aan besteed moet worden. De leerling volgt minder onderwijs (1 of 2 blokken) De prioriteit ligt bij de gedragsverandering. Deze is noodzakelijk is wil er zo wie zo van enig leerrendement op welk vakgebied dan ook sprake zijn.

DE TOETSEN Het klassikaal onderzoek Door middel van een screeningsonderzoek/ klassikaal onderzoek wordt vastgesteld welk leerniveau is bereikt om zo eventuele achterstanden in de schoolse vaardigheden snel te kunnen signaleren. Het klassikaal/groepsgewijs onderzoek is een periodiek screeningsonderzoek. Er wordt twee keer per jaar een groepsgewijs onderzoek afgenomen op het gebied van technisch lezen, begrijpend lezen, spelling, cijferend rekenen en de toepassingsgebieden van het rekenen. De resultaten van het klassikaal/groepsgewijs onderzoek worden weergegeven op het overzichtsformulier leervorderingen. De resultaten die behaald zijn kunnen in één overzicht weergegeven worden waardoor goed zicht verkregen wordt op de leervorderingen. Het individueel onderzoek Afhankelijk van de vraagstelling bij de leerling en afhankelijk van de prestaties wordt een individueel diepteonderzoek gedaan. Bij het individueel onderzoek gaat het om een onderzoek naar het niveau van de didactische leeftijd en een onderzoek naar verschillen in niveau tussen de verschillende vaardigheden met andere woorden is er sprake van grote verschillen in het leerprofiel. Voortgezet onderwijs De kinderen die naar het voortgezet onderwijs gaan krijgen de Cito-toets. Bijna alle kinderen krijgen daarnaast nog een capaciteitenonderzoek. Bij afname van de toets wordt rekening gehouden met de mogelijkheden die elk kind heeft. De gegevens van de CITO-toets zijn nodig bij de verwijzing.


10

MEDEWERKERS EN TAAKVERDELING Algemene en Schooldirectie De algehele leiding van de PI-scholen is in handen van de algemene directeur. Samen met de schooldirectie van de professor Waterinkschool en de Pionier vormt hij een Bovenschools Managementteam. Directeur is eindverantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken op de pionier. Op de nevenlocaties van de Pionier is er tevens een locatieleider. Op de hoofdlocatie wordt de directeur ondersteund door een managementteam dat bestaat uit vertegenwoordigers van de diverse bouwen binnen de school. Groepsleerkrachten De groepsleerkrachten werken dagelijks met de kinderen en hebben de regie over alle activiteiten in de klas. Ouders worden door de leerkrachten geïnformeerd over de ontwikkelingen van hun kind. Ook zijn de leerkrachten aanspreekpunt voor ouders en verzorgers van de kinderen. Interne begeleiders De groepsleerkrachten worden bijgestaan door interne begeleiders. De interne begeleiders zijn de coördinatoren van het onderwijszorgsysteem van de school. Remedial teacher Leerlingen met ernstige leerproblemen op het gebied van lezen, spelling of rekenen worden geholpen door de remedial teacher. Onderwijsassistenten De onderwijsassistenten werken in de onder -en middenbouw en daar waar nodig ook in de bovenbouw. Zij assisteren de leerkracht zowel bij de voorbereiding als bij de uitvoering van een aantal lessen en zij helpen de kinderen die nog moeite hebben met zelfverzorging, zoals het aankleden na de gymles. Logopedistes Op de Pionier werken twee logopedistes. Ze behandelen, op indicatie, stoornissen die verband houden met de spraak en taalontwikkeling. De problemen zijn van verschillende aard:  Op het gebied van spraak.  Op het gebied van mondelinge taalbeheersing.  Op het gebied van luisteren. Wanneer uw kind geïndiceerd is voor logopedie, brengen we u daarvan op de hoogte. De kinderen die logopedie krijgen, werken individueel of in kleine groepjes, buiten of in de klas. Leerkracht lichamelijke opvoeding Alle kinderen krijgen twee keer per week bewegingsonderwijs met de hele groep. Sommige kinderen hebben extra aandacht nodig om de motoriek te verbeteren. Dit gebeurt individueel of in kleine groepen. Kinderen leren zich beter te bewegen en zich beter in de ruimte te oriënteren. Fysiotherapie Kinderen die dat nodig hebben krijgen tijdens schooltijd extra fysiotherapie. Dit is met name bedoeld als extra aanvulling op het bewegingsonderwijs. Schoolpsychologen De schoolpsycholoog houdt zich bezig met de test– en onderzoeksgegevens die van iedere leerling aanwezig zijn. De schoolpsycholoog krijgt door onderzoek en gesprekken een beeld van de problemen van het kind en van de omgeving waarin het kind opgroeit. Ze volgt de ontwikkeling van het kind en zorgt voor verslaglegging van de gegevens. Deze gegevens komen in het dossier van de leerling. Bij verwijzing naar andere scholen speelt het dossier met de gegevens over de ontwikkeling van de leerling op de Pionier een belangrijke rol. Samen met de interne begeleider en de leerkracht zorgt zij ook voor een zorgvuldig verwijzingsadvies. Ook coördineren ze de procedures bij de verwijzingen. Administratief medewerkers De administratief medewerkers verzorgen alle administratieve handelingen ten behoeve van leerlingen en personeel. Schoolgids De Pionier

11

OUDERS EN SCHOOL Ouders hebben mede- zeggenschap over het te geven onderwijs aan hun kind. Hoewel plaatsing van de leerlingen op de Pionier niet altijd direct voortkomt uit een vrije keus van ouders voor het PI-onderwijs is het van fundamenteel belang dat ouders achter de plaatsing kunnen staan en ook gemotiveerd zijn om betrokken te zijn bij de ontwikkeling van hun kind. Hoe complex de opvoedingssituatie soms ook is, de school heeft de plicht ouders de mogelijkheid te geven hun wensen en mening kenbaar te maken en daar dan ook rekening mee te houden. Openheid en vertrouwen zijn onmisbaar in het contact tussen ouders en school. Wij vragen van u begrip voor onze manier van werken en voor de eigen verantwoordelijkheid van de school. Tegelijkertijd proberen wij u zo volledig en zo helder mogelijk inzicht te geven in onze werkwijze en in de redenen waarom een bepaalde aanpak ons de juiste lijkt. Ouders die hierover vragen of suggesties hebben, of die bepaalde problemen hebben met de aanpak van de school, zijn altijd welkom voor een gesprek. Reguliere contacten De school organiseert ieder jaar een aantal contactmogelijkheden waarop u met de leerkrachten kunt praten over de situatie op school. Aan het begin van het schooljaar is er een algemene informatieavond voor alle ouders. We geven dan informatie over de manier waarop we het onderwijs hebben georganiseerd en u kunt dan kennis maken met de medewerkers van de school. Wanneer duidelijk is wat we in school met uw kind gaan doen, worden ouders uitgenodigd voor een gesprek. Tijdens dit gesprek wordt het handelingsplan besproken. In het handelingsplan staan de doelen omschreven die we met het kind willen bereiken. Ouders zijn in de gelegenheid het handelingsplan van commentaar te voorzien en geven met hun handtekening toestemming voor de uitvoering daarvan. Na een aantal maanden wordt het handelingsplan bijgesteld. Ook dit wordt opnieuw met de ouders besproken. De kinderen die niet op de kliniek verblijven, maar elke dag naar huis gaan, krijgen een contactschrift. In dit schrift kunnen ouders en leerkrachten elkaar van informatie voorzien. Meer en meer gaat de e-mail de functie van dit schrift overnemen. Wie vragen heeft of gewoon iets meer wil weten over hoe het gaat op school, kan altijd contact opnemen met de groepsleerkracht of met de directie. Schooladviesgesprekken

Vervolgonderwijs

Het onderwijszorgteam van de school probeert zo snel mogelijk zicht te krijgen op de onderwijsbehoeften van het kind. Wanneer dat duidelijk is wordt besproken welke vorm van onderwijs het beste past bij het kind nadat behandeling bij de Bascule is afgerond. Het advies van de school komt in het onderwijskundig rapport dat de school opstelt.

Voortgezet onderwijs

Voor de leerlingen die naar het voortgezet onderwijs gaan worden de ouders in december,januari uitgenodigd voor adviesgesprekken. In februari vindt onder andere de Cito-eindtoets plaats. Bij de verwijzing naar het voortgezet onderwijs spelen de toetsgegevens een belangrijke rol. De nieuwsbrief Een aantal keer per jaar krijgen ouders een nieuwsbrief. In de nieuwsbrief staat informatie voor de ouders van de leerlingen en van het team over voorbije- en aanstaande gebeurtenissen. Het jaarlijks project Eén keer per jaar organiseert de school een project. Een bepaald thema staat dan centraal. Het project wordt afgesloten met een uitvoering waarbij alle ouders, broertjes, zusjes en andere familieleden van harte welkom zijn. Klachtenregeling Wanneer u, zelfs na één of meer gesprekken met de leerkracht en/of de directeur, klachten hebt over medewerkers kunt u een beroep doen op de klachtenregeling waarover de Pionier beschikt. Klachten kunnen betrekking hebben op bijvoorbeeld de begeleiding van kinderen, het toepassen van straffen, seksuele intimidatie, agressie en pesten. U kunt zich hiervoor wenden tot de contactpersoon vertrouwenszaken op school. De klacht moet binnen 5 werkdagen zijn ingediend. Het voorgaande is uitgewerkt in een klachtenregeling die door het bestuur is vastgesteld en in de school Schoolgids De Pionier

12

ter inzage ligt. De Pionier is aangesloten bij: de Landelijke Klachtencommissie van de Besturenraad, postbus 907 2270 AX Voorburg; telefoon: 070 3481180. De medezeggenschapsraad De Pionierheeft een eigen medezeggenschapsraad (mr), met 4 leden: 2 ouders en 2 leerkrachten. De directie treedt op als adviseur en kan de vergaderingen bijwonen. De mr komt ongeveer één keer per maand of per zes weken bij elkaar. De vergaderingen zijn openbaar. Het gaat in de mr vooral om beleidszaken. De mr is echter ook een schakel tussen ouders en school. Dat geldt des te sterker vanwege het speciale karakter van het onderwijs op de Pionier. Veiligheidsbeleid Aan de veiligheid in en om het gebouw wordt in samenwerking met de facilitaire dienst van De Bascule aandacht besteed. Eén keer per jaar wordt een ontruimingsoefening gehouden waarbij de kinderen uit de klassen zo snel mogelijk de school moeten verlaten. Een aantal leerkrachten zijn betrokken bij de trainingen voor de bedrijfshulpverlening(BHV). Zij kunnen bij ongelukken snel hulp bieden. Alle zaken die te maken hebben met de veiligheid van het gebouw en de wijze waarop het team omgaat met de andere veiligheidsaspecten staan beschreven in een veiligheidsplan.


13

Overzicht van de gebruikte methoden en methodieken Op de Pionier streven wij ernaar een leerstofaanbod te realiseren dat zo veel mogelijk aansluit bij de methodes en methodieken van het reguliere basisonderwijs. Dit is echter niet altijd mogelijk gezien de leerproblematiek van veel leerlingen. De school heeft als opdracht ingangen te vinden voor het op gang brengen van het leerproces door het gebruik van een speciale toepassing van methoden of door speciale instructievormen. “Niet de methoden zijn bijzonder maar de wijze waarop zij gebruikt worden door de leerkrachten is bijzonder”. Tussendoelen Doordat de leerlingen relatief kort verblijven op de Pionier en de meeste leerlingen al een aantal jaren onderwijs achter de rug hebben voordat zij op de Pionier komen, richten wij ons in het onderwijsaanbod vaak op het behalen van tussendoelen. De opeenvolgende tussendoelen geven de leerlijn aan die in de methoden voor rekenen en taal aangegeven wordt. Steeds opnieuw moet per leerling vastgesteld worden welke tussendoelen we willen bereiken. In het handelingsplan wordt dit vastgelegd. Ontluikende geletterdheid in de onderbouw en middenbouw 1 Met de jongste kinderen wordt gewerkt uit de methode “kleuterplein”. Bij deze jongste kinderen worden de taalaspecten geïntegreerd aangeboden. We spreken van ontluikende geletterdheid. De leerlingen hebben, voordat zij geplaatst zijn op de Pionier al een hele ontwikkeling achter de rug, waarin zij geconfronteerd zijn met gesproken en geschreven taal. De hoeveelheid ervaring en kennis die is op gedaan met gesproken en geschreven taal en de wijze waarop dat is gebeurd, is zeer verschillend. Op school wordt daar rekening mee gehouden. In de aanbieding van de leerstof wordt het ontwikkelingsniveau van de leerling op het moment van binnenkomst als uitgangspunt genomen. De logopedistes bieden met name bij de luisteren spreekvaardigheid ondersteuning in de onderwijssituatie. Het voorbereidend en aanvankelijk lezen Het voorbereidend en aanvankelijk lezen is gericht op:  het wekken van de belangstelling voor geschreven taal  het verwerven van kennis en vaardigheden waarmee de leerlingen zich het lezen eigen kunnen maken  het verwerven van letterkennis (klank-tekenkoppeling) en van visuele en auditieve analyse en synthese Wij werken op de Pionier met de methode “Veilig Stap voor Stap”. Dit is de remediërende methode van “Veilig leren lezen”, die speciaal geschreven is voor het speciaal onderwijs. Leerlingen in het speciaal onderwijs werken vaak in een aangepast tempo. De spanningsboog van deze kinderen is meestal kleiner en er is behoefte aan extra instructie en meer tijd voor zelfstandig werken. De methode heeft verschillende materialen die het leren lezen uitdagend maken. Het technisch lezen Met technisch lezen willen wij dat de leerlingen voldoende leesvaardigheid verwerven om in een redelijk tempo teksten zowel hardop als stil te kunnen lezen. Wij werken daarom met de methode “Lekker Lezen”. In “de Kuil”, de gemeenschapsruimte van de school , staat de schoolbibliotheek. De boeken zijn naar AVI niveau ingedeeld en zijn in ons computer programma ingevoerd, zodat de leerlingen snel een boek kunnen vinden wat aansluit bij hun belevingsen leesniveau. Er zijn tijden vastgesteld waarop de boeken gehaald en teruggebracht mogen worden onder toezicht van een leerkracht. Van de “uitgeleende boeken” wordt een administratie bij gehouden. In school wordt niet in niveaugroepjes gelezen. Begrijpend en studerend lezen Bij begrijpend en studerend lezen leren wij de leerlingen vaardigheden die nodig zijn om expliciete en impliciete informatie uit teksten te halen. De methode “Tekstverwerken” en boeken van de serie Informatie Junior worden hiervoor gebruikt.


14

De Mondelinge taalvaardigheid Taal speelt in ons onderwijs een centrale rol, Door middel van taal brengen we orde en structuur aan in onze omgeving en structureren we ons denken. De mondelinge taalvaardigheid verdient blijvende aandacht. Uitbreiding van de woordenschat, aandacht voor taalfuncties, toepassen van luisterstrategieën, voorlezen en vertellen zijn activiteiten die de mondelinge taalvaardigheid verder ontwikkelen. Mondelinge taalvaardigheid gaat vooraf aan schriftelijke taalvaardigheid. De taalmethode waar wij mee werken is “Taal Actief ”. Schrijven Het ontwikkelen van een leesbaar en vlot handschrift is nodig om een functionele schriftelijke taalgebruiker te worden. Een goed ontwikkelde schrijfvaardigheid stelt de leerling in staat om tot schriftelijke communicatie te komen. Als methode gebruiken we “Pennenstreken” en “Schrijftaal”. Spelling De beheersing van de spelling is een basisvoorwaarde voor het schriftelijk taalgebruik. We gebruiken de methode “Taal Actief” en als remediërende methode “Spelling in de lift” en “Zelfstandig spellen”. Rekenen en wiskunde De introductie van reken en wiskundige begrippen gebeurt binnen situaties die zoveel mogelijk aansluiten bij de leef en belevingswereld van de kinderen. (realistisch rekenen). In de onderbouw gebruiken we de methode “Kleuterplein” vanaf middenbouw 1 de methode “Talrijk”. Oriëntatie op mens en wereld Kinderen doen in allerlei situaties kennis op van de wereld waarin zij leven. De school is er om deze kennis te structureren. Dit is kennis op het gebied van aardrijkskunde, geschiedenis en kennis van de natuur.De methoden die gebruikt worden zijn “Wijzer door de Wereld”, “Wijzer door de Tijd” en “Wijzer door de Natuur”. Aanvullend wordt gebruik gemaakt van schooltelevisielessen, videobanden en zelfgemaakt materiaal. Verkeer In de midden- en bovengroepen wordt gewerkt met de verkeerskranten van Veilig Verkeer Nederland. Wij doen helaas niet mee aan het verkeersexamen in groep 7. Bewegingsonderwijs en spel Kinderen bewegen veel en graag. Dat zien we bijvoorbeeld op het schoolplein tijdens het buitenspelen van de kleuters. Het behouden van die actieve leefstijl is een belangrijke doelstelling van dit leergebied. Om dat doel te bereiken nemen de kinderen deel aan een breed scala van bewegingsactiviteiten. Leerlingen leren de hoofdbeginselen van de belangrijkste beweging- en spelvormen ervaren in aansprekende bewegingssituaties. Tegelijkertijd leren ze samenspelen


15

Diversen Inschrijving van leerlingen Wanneer de kliniek een kind wil gaan opnemen, moet het kind ook op school worden aangemeld. Hiertoe moeten de ouders of verzorgers een afspraak met de school maken. Bij aanmelding hebben we in ieder geval een kopie van het paspoort van de ouder/verzorger nodig, en het BSN nummer van de leerling. (Dit laatste is te vinden op het pasje van de zorgverzekering) Ontheffingenbeleid Het ontheffingenbeleid vindt plaats volgens de door de inspectie vastgestelde richtlijnen. Het uitgangspunt is dat kinderen ontheffing krijgen van onderwijstijd voor de tijd waarin behandeling plaatsvindt. De behoefte aan behandeling is hierbij leidend. Ziekmeldingen Wanneer een kind ziek is moet hij voor aanvang van de school worden ziek gemeld. Van elke klas wordt het verzuim bijgehouden. Wanneer wij bij verzuim niet weten wat er aan de hand is wordt navraag gedaan bij ouders/verzorgers. Bij onbekend verzuim van meer dan twee dagen wordt de leerplichtambtenaar op de hoogte gesteld van dit verzuim. Schorsing en Verwijdering Kinderen kunnen in uitzonderlijke situaties van school worden gestuurd (bijvoorbeeld één of twee dagen schorsing) of worden verwijderd (voorgoed). Hiertoe kan besloten worden wanneer het kind door gebruik van geweld een gevaar is voor zichzelf, medeleerlingen en/of teamleden. In de procedure voor schorsing en verwijdering worden de volgende stappen ondernomen:  De directeur licht de ouders in over het voornemen over te gaan tot schorsing of verwijdering.  De directeur voert overleg met het bestuur van de school.  Wanneer tot schorsing of verwijdering is besloten wordt dit schriftelijk aan de ouders meegedeeld.  In de brief wordt duidelijk aangegeven wat de reden is. De ingangsdatum wordt genoemd en bij schorsing de duur.  Een afschrift van de brief gaat naar de rijksinspectie en de leerplichtambtenaar.  Na schorsing heeft de school de verplichting het kind van huiswerk te voorzien.  Bij verwijdering heeft de school de inspanningsverplichting om voor het kind een passende andere school te zoeken. Vervoer van de leerlingen Het schoolvervoer van de externe leerlingen wordt geregeld door de Burgemeester en Wethouders (B&W) van de woonplaats/deelraad van de kinderen. Voor de aanvraag van het vervoer krijgen ouders een speciaal formulier op het gemeentehuis. De school moet een eigen verklaring toevoegen. Formulier en verklaring moeten door ouders worden opgestuurd naar de gemeente of deelraad. Tijdens de rit met het busje en de taxi is de leerling verzekerd tegen ongevallen. Bij verzuim van school dienen ouders zelf het taxibedrijf op de hoogte te stellen. Bij problemen met het vervoer kunt u contact opnemen met het vervoersbedrijf. Ouders moeten met het taxibedrijf afspreken dat de kinderen niet voor 8.30 uur op school afgezet mogen worden. Het is natuurlijk ook mogelijk gebruik te maken van het openbaar vervoer. Toezicht De leerlingen worden op het schoolplein afgezet aan de ingang Biesbosch. Het is voor de veiligheid van de leerlingen gewenst dat zij niet voor 8.30 uur worden afgezet op het plein. De taxichauffeur is tot 8.30 uur verantwoordelijk voor de veiligheid van de leerling. Wanneer de school om 15.00 uur uitgaat en woensdag om 12.00 uur is er toezicht op het plein en bij de busjes totdat alle leerlingen vertrokken zijn. Excursies, schoolreisje en schoolkamp Wanneer zich een goede gelegenheid voordoet gaan klassen op excursie naar een museum, een tentoonstelling of naar Artis. Ouders worden daarover van te voren ingelicht. De leerlingen van onderbouw, middenbouw 1 en 2 gaan ieder jaar op schoolreisje. Per jaar wordt bekeken waar de schoolreis naar toe gaat. De bovenbouw gaat ieder jaar in mei of juni op een driedaags schoolkamp. Ouders betalen een bijdrage voor het kamp. Door brieven worden de ouders op tijd op de hoogte gebracht van alle wetenswaardigheden over het schoolkamp. Schoolgids De Pionier

16

Stagemogelijkheden De school biedt aan verschillende opleidingsinstituten stagemogelijkheden voor studenten. Gedurende het hele jaar zijn er studenten van de middelbare beroepsopleiding, sociaalpedagogisch werk (SPW 3+4) aanwezig. De Pionier biedt de studenten vele mogelijkheden om ervaring op te doen in het werken in een schoolorganisatie en het leren omgaan met leerlingen met complexe leer- en gedragsstoornissen. De studenten worden ingedeeld in de klassen. De klassenleerkracht is de mentor en begeleidt de studenten bij het maken van de stageopdrachten. Sponsoring Scholen kunnen zich laten sponsoren. Door de sponsoring kan de school financiële speelruimte creëren. De school staat niet afwijzend ten opzichte van sponsoring, maar maakt er geen gebruik van. Het ministerie van O&W, de landelijke onderwijsorganisaties en een aantal andere organisaties (o.a. de consumentenbond) hebben een convenant ondertekend aan welke voorwaarden sponsoring van scholen moet voldoen.


17

DEEL 2 HET SPECIALE VAN DE PI-SCHOLEN De Bascule is een centrum voor kinderen jeugdpsychiatrie en speciaal onderwijs. De Bascule heeft als taak hulp te geven aan het kind dat in ernstige problemen is of dreigt te raken. Het gaat om kinderen van wie de ontwikkeling (vaak al langere tijd) reden tot zorg geeft: het is niet duidelijk wat er precies met hen aan de hand is of er is niet direct een oplossing voor het probleem te vinden. De medewerkers van de kliniek onderzoeken wat de problemen zijn, wat daarvan de oorzaken zijn en hoe we daarmee het best kunnen omgaan. De Bascule is verbonden aan de Vrije Universiteit, de UVA en aan het AMC. In samenwerking met de universiteiten verricht men onderzoek om de hulpverlening aan kinderen en gezinnen te verbeteren. Daarnaast werkt men mee aan de opleiding van studenten kinderpsychiatrie, psychologie en orthopedagogiek. Scholen verbonden aan ‘De Bascule” De kinderkliniek van De Bascule en de Pionier richten zich op dezelfde groep kinderen. Hun werkzaamheden zijn op elkaar afgestemd. De school levert een eigen bijdrage aan de behandeling van kinderen en maakt daarbij gebruik van de mogelijkheden die het instituut biedt. Dit kan zijn een vorm van therapie voor het kind, begeleiding en ondersteuning van leerkrachten of begeleiding van de ouders bij de opvoeding van hun kind. Alle leerlingen die één van de scholen bezoeken hebben met medewerkers van de kliniek te maken Het 'speciale' van een PI- school is de taak om uit te zoeken:   

wat er met een kind aan de hand is, op welke manier het kind het best geholpen kan worden, welke aanpak of begeleiding het meest effect heeft.

De meeste kinderen worden tijdelijk geplaatst voor een periode van een paar weken tot een jaar, dit is afhankelijk van de duur van de observatie en/of behandeling. Aan de hand van de ervaringen op school wordt in nauw overleg met de ouders gezocht naar mogelijkheden om ook op langere termijn de aanpak te bieden die het best bij het kind past. Eén van de functies van de Pionier is deze behandeling over te dragen naar de volgende school. Meestal zal het dan gaan om een andere speciale school of een school voor speciaal basisonderwijs. Wanneer een leerling wordt geplaatst op een reguliere basisschool kijkt de Pionier of er een mogelijkheid is voor een rugzakje waarmee ambulante begeleiding kan worden geregeld. Dit gebeurt in samenspraak met de reguliere school en de ouders. Integrale kwaliteitszorg. Het team van de Pionier heeft zichzelf de opdracht gegeven om voortdurend bezig te zijn met het verbeteren van de wijze waarop we onderwijs willen geven. Met andere woorden: werken aan de verbetering van de kwaliteit van ons onderwijs. Doordat wij werken in een dynamische omgeving waarin voortdurend nieuwe ontwikkelingen plaatsvinden bevat de zorg voor kwaliteit niet alleen een integraal karakter, maar moet zij ook dynamisch zijn. De schoolorganisatie kan echter niet functioneren bij de waan van de dag. Dat gevaar is niet denkbeeldig gezien de plaats die wij innemen in de keten van organisaties die betrokken zijn bij de opvoeding en onderwijs van de leerlingen op onze school. Het team hanteert een eigen beleidscyclus waarbij ieder jaar opnieuw aan de hand van het beleidsplan op een algemene personeelsvergadering de verbeterdoelen worden vastgesteld en bijgesteld en er wordt geborgd wat bereikt is. Samenvattend zien wij de kwaliteitszorg als een proces waarin het management samen met het team op systematische wijze de kwaliteit van alle aspecten van de school volgens vastgesteld beleid wil verbeteren en borgen. Toelating De Pionier maakt deel uit van het Regionaal Expertise Centrum “ Boven Amstel”. De procedure voor toelating is vastgelegd in de 'Wet op de Expertisecentra' (WEC). Plaatsing op een school behorend tot het Regionaal Expertise Centrum(REC) “Boven Amstel” gebeurt alleen op indicatie. De indicatie voor toelating wordt afgegeven door de commissie voor indicatiestelling.(CVI) Deze commissie is gevestigd aan de Rijksstraatweg 145 te Duivendrecht.(voor volledig adres zie adressenlijst achter in de gids.) Hiernaast is het zo dat alle kinderen die een behandeling krijgen bij de Bascule een plaats kunnen krijgen op de pionier. Hiervoor moet het kind eerst toelaatbaar worden geacht bij de zorg, hetzij voor een dag en nacht opname, hetzij voor dagopname of ambulante behandeling. Na aanmelding bij de Bascule moet er dan een aparte aanmelding gedaan worden bij de Pionier. De school kan dan zelf beoordelen of de betreffende leerling gedurende zijn behandeling op de Pionier geplaatst kan worden.


18

Doorverwijzing De kinderen verblijven variërend van een paar weken tot een paar maanden bij ons op school. In de meeste gevallen is dat voldoende voor het verkrijgen van inzicht in de aard en ernst van de problematiek. Ook is er voldoende informatie over de wijze waarop het kind en de omgeving op goede wijze verder kunnen worden ondersteund. De leerlingen worden doorverwezen naar de vorm van onderwijs (en evt. behandeling) die voor hen geschikt is: 60% gaat naar de speciale basisschool, 30% naar het speciaal onderwijs en 10% naar het basisonderwijs (percentages bij benadering).We baseren ons verwijzingsadvies op de gegevens die we gedurende de plaatsing op school en in de behandeling hebben verzameld. Van alle kinderen die de school verlaten wordt een onderwijskundig rapport geschreven. (Meestal is het laatste IOP zo uitvoerig dat dit dienst doet als onderwijskundig rapport.) waarin de resultaten van onderwijs en behandeling worden geschetst. Dit rapport met het advies voor een vervolgschool wordt met de ouders doorgesproken. Wanneer leerlingen het advies krijgen voor een speciale basisschool moet daarvoor een beschikking aangevraagd worden bij een Permanente Commissie Leerlingenzorg(PCL). Met de toestemming van de ouders sturen wij het dossier op. De PCL bepaalt aan de hand van het dossier of de leerling toelaatbaar is tot de speciale basisschool. Ouders kunnen ook het advies krijgen hun kind te plaatsen in het speciaal onderwijs van een expertisecentrum. Voor de toelating tot het speciaal onderwijs moet een indicatie aangevraagd worden bij de Commissie voor Indicatiestelling (CvI). De ouders vragen deze indicatie aan. Met toestemming van ouders wordt door de Pionier het dossier opgestuurd op basis waarvan het CvI een uitspraak doet. Met een indicatie voor het speciaal onderwijs kunnen ouders in principe ook kiezen voor een “rugzakje”. Dit betekent dat ouders voor hun kind een (speciale) basisschool kunnen kiezen in de buurt. Deze school moet voldoende begeleiding en deskundigheid bieden en bereid zijn de leerling te plaatsen. De gekozen school maakt een handelingsplan en werkt samen met de ambulante begeleiding van het CVI. Op de website van het REC cluster 4 “Boven Amstel” staat de nodige informatie over het CvI en de Rugzak (zie adressenlijst achter in deze schoolgids) Ambulante begeleiding Ambulante begeleiding kan op drie verschillende wijzen plaatsvinden: - Ambulante begeleiding bij terugplaatsing.(TAB) Na doorverwijzing kunnen vanuit de PI-scholen het kind en de leerkracht van de nieuwe school voor maximaal 1 jaar begeleid worden met het doel de overgang zo soepel mogelijk te laten verlopen. De ambulante begeleider adviseert, geeft toelichting over de behandelingsaanpak en draagt de behandeling van de PI- school over aan de nieuwe school. De vorm van de hulp die de ambulante begeleider biedt hangt mede af van de ontvangende school. Afhankelijk van de vraagstelling van de school biedt de ambulante hulpverlener hulp op maat. - Ambulante hulpverlening bij “ de Rugzak “ (RAB) Wanneer er sprake is van een indicatie voor een school in cluster 4 kunnen ouders ook de keus maken voor de (speciale) basisschool dicht bij huis. Met andere woorden in plaats van een plaatsing op een cluster 4 school kiezen ouders voor een (speciale) basisschool. Wanneer de (speciale) basisschool instemt met de plaatsing krijgt de school extra geld voor het regelen van de extra zorg en ondersteuning bij het verzorgen van het onderwijs aan dat kind,( extra geld dat het kind in zijn “ Rugzakje “ zogenaamd meekrijgt). Die extra zorg en ondersteuning kan door de ambulante begeleiders geleverd worden. - Ambulante begeleiding ter voorkoming van een plaatsing op een school in cluster 4. (Preventieve Ambulante begeleiding, PAB) Bij leerlingen waar het dreigt mis te gaat op school kan de leerkracht ook de hulp inroepen van de ambulante begeleiders. Er moet dan sprake zijn van ernstige gedragsproblemen en of psychiatrische problematiek. Met de hulp van de ambulante begeleider kan voorkomen worden dat het steeds verder mis gaat. Extra zorg en begeleiding van de leerkracht en het kind kan ook ingezet worden ter overbrugging van een wachtperiode, omdat er op een cluster 4 school nog geen plaats is. In het ernstigste geval kan voorkomen worden dat het kind thuis komt te zitten, omdat het op school absoluut niet meer gaat. De wijze waarop de ambulante begeleiding wordt ingezet wordt geregeld door het REC “ Boven Amstel”.


19

DEEL 3 PRAKTISCHE INFORMATIE De Pionier, school voor speciaal onderwijs SO-PI postadres: Postbus 303 1115 ZG Duivendrecht bezoekadres: Rijksstraatweg 145 Duivendrecht 020 – 8901900 of rechtstreeks: 020 – 8901630 Website: www.depionier.info Onderzoek – en Adviescentrum voor het REC Boven Amstel (tevens Commissie voor Indicatiestelling CvI) Bezoekadres: Rijksstraatweg 145, Duivendrecht) Postadres: Postbus 75905, 1070 AX Amsterdam, 020-5702050 Informatie over het REC Boven Amstel kunt u ook vinden op de website: www.recbovenamstel.nl Inspectie van het onderwijs Toezicht Expertise Centra Inspecteur mevr. Drs. A.J.M. Vosse Postbus 2730 3500 GS Utrecht Directeur de pionier: R. Hendriks Vertrouwenspersoon: T van der Helm Contactpersoon bij klachten school A.van Zijl Bevoegd gezag : H.M.P. van Leeuwen Bovenschools manager: A. Sikkema


20

Onderwijs en Opvoeding De kinderen op de Pionier komen op school voor onderzoek en speciale hulp. Voor het onderzoek en voor de speciale hulp kan het noodzakelijk zijn dat de kinderen ook opgenomen worden in de kinderpsychiatrische kliniek. De kinderen kunnen opgenomen worden voor:  dagbehandeling, voor het eten, aan het eind van de middag gaan de kinderen weer naar huis.  dagen nachtbehandeling; de kinderen wonen dan in “de Bascule", waaronder ook de observatiegroep.  poliklinische behandeling; de kinderen krijgen onder schooltijd "speciale hulp" en gaan na schooltijd naar huis. Bij het onderzoeken van de kinderen en bij het verlenen van de speciale hulp bij opvoeding en onderwijs zijn veel verschillende mensen betrokken. Sinds kort volgen ook kinderen die niet door de Bascule behandeld worden onderwijs op de Pionier. Deze kinderen moeten wel een geldige indicatie hebben voor een Cluster4 school. Dit noemen wij externe leerlingen. Meestal worden zij in de zelfde klassen geplaatst als de leerlingen die wel door de Bascule behandeld worden. Externe leerlingen die lang geen onderwijs hebben gehad en waarbij een aan de autisme verwante stoornis is geconstateerd, kunnen op de Pionier in een van de drie Beter pASSend klassen geplaatst worden. In de BP klassen zitten kinderen die extra intensive begeleiding nodig hebben. Zij komen 4 dagen per week 1 dagdeel naar school. Voor meer informatie zie de site www.depionier.info.

Vakanties en vrije dagen van de Pionier

Voor de kinderen die in de behandelgroepen verblijven, geldt een andere regeling! Bij opname wordt in overleg de vakantieregeling voor deze kinderen besproken. Herfstvakantie: Kerstvakantie: Krokusvakantie: Paasweekend: Meivakantie: Hemelvaart Pinkstermaandag: Zomervakantie: Extra vrij i.v.m. de studiedagen: De onderwijskundige organisatie 1 Onderbouw klas 3 Beter pASSend klassen 1 Middenbouw B

19-10-2013 t/m 27-10-2013 21-12-2013 t/m 05-01-2014 22-02-2014 t/m 02-03-2014 18-04-2014 t/m 21-04-2014 26-04-2014 t/m 11-05-2014 29-05-2014 t/m 30-05-2014 09-06-2014 05-07-2014 t/m 17-08-2014 18-10-2013, 21-11-2013, 03-03-2014, 28-05-2014, 10-06-2014

 OB  BP 1 t/m BP4 1 klas  MBB

1 Middenbouw 1 klas EMO*

 MB1A

1 Middenbouw 1 klas ASS*

 MB1C

1 1 1 1 1

    

Middenbouw 2 klas EMO Middenbouw 2 klas ASS Bovenbouw Bklas Bovenbouwklas EMO Bovenbouw klas ASS

MB2A MB2C BBB BBA BBC

leerkrachten: Kim Nobe leerkrachten: Merel Verspuij, Afke van der Velden, Marina Djordjevic, Connie Vingerling leerkrachten: Manuela van der Jagt, Diana Nieuweboer leerkrachten: Cisca Lensink-van Wattingen, Erik Sauvé leerkrachten: Marianne Siegelschmidt, Yoka Lammers-Besuijen leerkrachten: Margot Berchem leerkrachten: BarrySmit, Ingrid van Oerle leerkrachten: Ankie de Jong Marco de Maijer leerkrachten: Gertjan Ris leerkrachten: Anke Hafkamp, Ingrid van Oerle

*EMO = klassen voor kinderen met emotionele problematiek *ASS = klassen voor kinderen met aan autisme verwante problematiek Verdere schoolmedewerkers zijn: Schoolgids De Pionier

21

 schooldirectie  interne begeleiders  schoolpsychologen         

leerkracht RT logopediste orthopedagoog bewegingsonderwijs coördinator leerlingen personeelszaken financiële administratie /ass. schoolpsychologen lerarenondersteuner onderwijsassistenten vervangers, oproep leerkrachten

 Schoolverwijzingen en PionierLoket (indicatiestelling)

René Hendriks Corry Hartog en Magda Léautaud Alexandra Benschop, Monique Buysman en Annet van Zijl Manuela van der Jagt en vacature Margot van Raay en Natalie Panoet Merel Schulte Tom Vermeulen Ania van Deventer Linda de Groot Aukje Hinfelaar Ingrid Hunsel- Getrouw Danielle Febis An de Graaf, Erik Sauvé, Ankie de Jong Sylke van Dalen, Dafne Broeders

Afwezigheid van kinderen Het is belangrijk dat we weten waar de kinderen zijn. Als de kinderen bij de Bascule slapen is het de gewoonte, dat de groepsleiding aan de leerkracht doorgeeft, dat een kind niet op school komt. Aan de ouders van alle kinderen wordt gevraagd, de afwezigheid van hun kind zo spoedig mogelijk aan de school en aan het vervoer door te geven. Ziekte en afwezigheid van uw kind kunt u, liefst nog voor 8:15, aan de receptie van de Bascule doorgeven tel 020– 8901900 of 020-8901630 Natuurlijk willen we ook graag weten waarom uw kind niet op school kan komen. Schooltijden maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag: woensdag:

8.30 - 15.00 uur 8.30 - 12.00 uur

Overzicht namen en adressen van leerlingen per klas. Soms vragen ouders of zij een lijst kunnen krijgen van de namen en adressen van de medeleerlingen uit de klas van hun kind. In verband met de privacy van leerlingen en hun ouders geven wij geen overzichten van de leerlingen. Vieringen  Kinderen die jarig zijn mogen trakteren. Zij mogen met de traktaties voor de leerkrachten langs de klassen gaan. We gaan ervan uit dat de ouders of verzorgers voor een traktatie zorgen.  Sinterklaas wordt ieder jaar in de school ontvangen. Daarna wordt er in de klassen en later in de groepen verder Sinterklaas gevierd.  Vlak voor Kerst wordt in de klassen veel aandacht geschonken aan kerstmis en de betekenis daarvan. Op de laatste vrijdag voor de kerstvakantie wordt het kerstfeest gevierd. De viering wordt afgesloten met een kerstbrunch.  Het paasfeest wordt gevierd met een paasbrunch.  Door het schooljaar heen komt het geregeld voor dat er kinderen afscheid nemen van school en groep. De leerkrachten schenken daar veel aandacht aan.  Verder wordt er een aantal activiteiten georganiseerd rondom het thema van de Kinderboekenweek, eenmaal per jaar komt de verhalenman in elke klas en in het voorjaar is er een gezamenlijk (dans)project. Schoolmelk Tussen 10.00 uur - 11.00 uur wordt er in de klassen melk gedronken. Deze melk is "gratis" d.w.z. de school betaalt de melk. Overblijven Kinderen, die niet in een leefgroep verblijven kunnen op school overblijven. Van 12:00-12.30 uur kunnen ze hun brood in de klas opeten. Brood en drinken moeten van thuis meegenomen worden. Om 12.30 uur gaan de kinderen naar het plein. Daar wordt toezicht gehouden door minimaal twee leerkrachten. Schoolgids De Pionier

22

Pauzes Gedurende de schooldag hebben alle klassen een ochtendpauze. De leerkrachten houden toezicht op de kinderen. De ochtendpauzes zijn meestal tussen half 10 en 11 uur en duren een kwartier. Snoepgoed We verzoeken de ouders en groepsleiding de kinderen geen snoep, kauwgom, chocolade etc. mee te geven naar school. Snoepgoed heeft een slechte invloed op het gebit en kan onrust opleveren in de klas. We hopen dan ook dat de jarigen een verstandige traktatie kiezen. Daar veel kinderen rond 10.00 uur “trek” krijgen is onze vraag of u uw kind dagelijks een “verantwoord” tussendoortje mee wilt geven bv. fruit of stukje kaas. Speelgoedmiddag Op vrijdagmiddag mogen de kinderen speelgoed meenemen waar vanaf 14.15 uur mee gespeeld kan worden. Sommige kinderen hebben op vrijdagmorgen al speelgoed bij zich. Dit speelgoed wordt opzij gelegd omdat we 's morgens aan het werk zijn. De schoolfotograaf Eens in het jaar komt de schoolfotograaf op school. De leerlingen kunnen individueel en/of met de hele groep op de foto. Vervoer van de externe leerlingen Het vervoer van en naar school wordt geregeld door Burgemeester en Wethouder van uw woonplaats ( DMO voor Amsterdam). Bij aanvraag van het vervoer krijgt u van uw gemeente een speciaal formulier. Dit formulier moet u, na het ingevuld te hebben, weer terugsturen aan de gemeente/ deelraad. Bij dit formulier moet een verklaring van onze school toegevoegd worden als bewijs van plaatsing op ‘de Pionier’. Deze verklaring ontvangt u van school. Tijdens de rit en bij het in- en uitstappen is uw kind door het taxibedrijf verzekerd tegen ongevallen. Bij ziekte of afwezigheid dient u zelf contact op te nemen met het taxibedrijf. Mochten er problemen zijn over het vervoer dan kunt u contact opnemen met de schoolsecretariaat/schooldirectie of met de gemeente/stadsdeelraad die het betreffende vervoer regelt. Alle kinderen die met een busje of taxi komen worden ‘s morgens bij het schoolplein afgezet, dit gebeurt vanaf 8:30. Vóór 8.30 is er geen toezicht op het plein. Kinderen lopen direct naar de klas. Om 15.00 uur is er toezicht tot alle kinderen het busje of de taxi zijn ingestapt. Indien uw kind gebruik maakt van het openbaar vervoer sturen wij de door de gemeente / DMO verzorgde kaartjes naar uw huisadres. Het vervoer van de kinderen in dagbehandeling gaat via de contactpersoon van de dagbehandeling. Excursies en schoolkamp Wanneer zich een goede gelegenheid voordoet gaan we met de leerlingen op excursie naar een tentoonstelling, een museum of gaan we naar Artis. De leerlingen van Onderbouw en Middenbouw klassen gaan ieder jaar op schoolreis. Per jaar wordt bekeken waar we met de schoolreis naar toe gaan. De Bovenbouw klassen gaan in juni of juli op schoolkamp. Aan de ouders wordt een bijdrage in de kosten gevraagd. Stagemogelijkheden De school biedt aan verschillende opleidingsinstituten stagemogelijkheden voor studenten. Gedurende het hele jaar zijn er studenten van de middelbare beroepsopleiding sociaal-pedagogisch werk (SPW) aanwezig, verdeeld over zoveel mogelijk verschillende groepen. Deze studenten bieden o.a. ondersteuning in de klas en zullen zoveel mogelijk ondersteuning bieden bij het naschoolse surveilleren / begeleiden van leerlingen naar de taxi/busjes. Lesuitval Ook wij hebben te maken met het probleem goede vervangers te kunnen vinden voor afwezige leerkrachten (door ziekte, zwangerschaps- of ouderschapsverlof). Nu eens worden de kinderen verdeeld, dan weer werkt iemand extra. Ook gebeurt het wel eens dat iemand tijdelijk een ander takenpakket krijgt en een klas opvangt. Slechts bij hoge uitzondering komt het voor dat wij een beroep doen op de ouders hun kind een dag / dagdeel thuis te houden. Contacten tussen school en ouders/verzorgers Schoolgids De Pionier

23

   

  

Aan het begin van het schooljaar is er een algemene kennismakingsavond voor alle ouders. Op deze avond wordt informatie gegeven over de wijze waarop we in onze school het onderwijs georganiseerd hebben en kunt u kennis maken met het team van de school. In de laatste week van november en de laatste week van april worden “10-minuten gesprekken” georganiseerd. U krijgt dan de gelegenheid om met de leerkracht(en) en specialisten te spreken over de ontwikkelingen van de schoolse vaardigheden en over het gedrag van uw kind. Naar aanleiding van een Project wordt er een “Ouderkijkmiddag” georganiseerd. Een uitnodiging hiervoor volgt later (zie hiervoor de data op de kalender bij “Dansproject”). Ouders en leerkrachten kunnen elkaar van informatie voorzien met behulp van het contactschrift. Het contactschrift wordt door de leerlingen zelf meegenomen van huis naar school. Het contactschrift is alleen voor kinderen die thuis slapen. Het is de bedoeling, dat er in ieder geval een keer in de week door de leerkracht in het schriftje geschreven wordt. Informatie uitwisselen via de mail is bij sommige leerkrachten ook een mogelijkheid. Tussentijdse contacten. Wie vragen heeft, of gewoon wat meer wil weten over hoe het gaat op school, kan altijd contact opnemen met de leerkracht, met de intern begeleider of de directie. Het rapport. Eenmaal per jaar krijgen de leerlingen een rapport mee naar huis. Tevens komt er 2x per jaar een overzicht van het klassikale onderzoek. Dit wordt met de ouders besproken Nieuwsbrief De nieuwsbrief komt vijf keer per jaar uit. Deze brief bevat informatie over de activiteiten in de school. Ook eventuele wijzigingen in data en personele bezetting worden vermeld.

Vrijwillige ouderbijdrage Zoals elke school heeft ook de Pionier een vrijwillige ouderbijdrage. Deze bedraagt € 25 per schooljaar, of € 2,50 per maand. Uit deze bijdrage worden activiteiten betaald die niet tot de door de overheid betaalde lesinhoud behoren, zoals: Sinterklaas, Kerst- en Paasactiviteiten. U kunt uw bijdrage overmaken op rekeningnummer 175670 (ING) t.n.v. de Pionier te Duivendrecht, onder vermelding van “vrijwillige ouderbijdrage”, de naam van uw kind, locatie en klas. Voor schoolreisjes en het schoolkamp wordt een extra bijdrage gevraagd. U ontvangt hierover nog nader bericht. Voor ouders met weinig geld zijn er mogelijkheden om voor schoolkosten een tegemoetkoming van de gemeente te krijgen. Als u in Amsterdam woont kunt u de Scholierenvergoeding aanvragen: Dienst Werk en Inkomen (DWI), telefoon (020)3463684, www.amsterdam.nl/werk-inkomen/hulp-laag-inkomen. In andere gemeentes kunt u voor extra ondersteuning bij de Sociale Dienst terecht. De hoogte en besteding van ouderbijdragen heeft de voorafgaande instemming van de oudergeleding van de Medezeggenschapsraad (WMS, artikel 13, onderdeel c). Verantwoording Ouderbijdrage (2011-2012) Inkomsten (Pionier inclusief Pion en Buitenrif) (141 kinderen) € 2461,Uitgaven: Sint kado’s € 790,Sint overig € 526,Kerstlunch € 260,Paaslunch € 260,Kosten betalingsverkeer € 70,Overige uitgaven € 562,Totaal uitgaven € 2468,-


24

Telefonische bereikbaarheid De school is telefonisch bereikbaar op elke werkdag van 8.00 uur tot 17.00 uur Indien u een leerkracht of een begeleider van uw kind wil spreken, kunt u een terugbelafspraak via de administratie van de school laten maken. Computers op school We vinden het belangrijk dat ook onze leerlingen goed met de computer leren omgaan. Iedere klas heeft drie op internet aangesloten computers. Bewegingsonderwijs. De leerlingen krijgen 2 keer per week gym van de gymleerkracht (Tom Vermeulen ) Hij werkt van maandag tot en met vrijdag. Als een kind 3 tot 6 maanden op school is, wordt er een uitgebreid individueel onderzoek afgenomen door de vakleerkracht. De kinderen die daarvoor in aanmerking komen, krijgen in kleine groepjes (2/3 kinderen) of soms individueel, extra bewegingsonderwijs. Dat betekent dat er dan in een meer ontspannen situatie meer gericht aandacht geschonken kan worden aan het beter leren van vaardigheden als gooien en vangen van een bal, hardlopen, springen, touwzwaaien enz. Voor de gymles hebben de kinderen gymkleding (sportbroekje en shirt of een gym- of turnpakje) en gymschoenen nodig. Twee keer per jaar nemen alle kinderen deel aan de sportdag. Buitenspeelproject Zoals hiervoor al genoemd: school is ook een plaats waar kinderen leren op een ontspannen manier om te gaan met andere leerlingen. Door de tekorten die onze leerlingen hebben, vinden ze het vaak moeilijk om in vrije situaties op een positieve manier met andere kinderen om te gaan. In samenwerking met alle schoolmedewerkers is er een plan gemaakt om het buiten spelen zo overzichtelijk mogelijk voor leerlingen te maken. Zo zijn er duidelijke regels bij het naar buiten en naar binnen gaan en is het plein verdeeld in overzichtelijke speelplekken. Onderzoeken. Een plaatsing van een leerling betekent in veel gevallen dat uitgezocht moet worden wat er aan de hand is. Op school vinden daarom regelmatig onderzoeken plaats. 









Klassikaal Onderzoek Alle kinderen worden halverwege en aan het eind van het schooljaar getoetst op het gebied van technisch- en begrijpend lezen, spelling en rekenen. Aan het begin van het schooljaar worden de toetsen die hierbij nog ontbreken alsnog gegeven om een compleet beeld te krijgen van het kind. Op basis van dit onderzoek wordt de leerstof voor iedere leerling uitgezocht. Individueel onderzoek naar schoolse vaardigheden Als uit het klassikaal onderzoek of uit een kindbespreking blijkt dat een leerling te weinig vordert voor zijn/ haar mogelijkheden, of er hele specifieke uitvallen zijn, kan er individueel didactisch onderzoek worden gedaan waar met aanvullende toetsen wordt uitgezocht waar het probleem nu precies in zit. Dit onderzoek wordt meestal verricht door de remedial teacher. Logopedisch onderzoek De logopediste onderzoek de taal, spraak en stem van de kinderen als dit nodig is. Over onderzoek en behandeling kunt u na schooltijd contact opnemen met de logopediste. Motorisch onderzoek De vakleerkracht bewegingsonderwijs onderzoekt het motorisch functioneren van een kind als dit nodig is. Over het onderzoek kunt u contact opnemen met de vakleerkracht. Onderzoek i.v.m. toelating voortgezet onderwijs De leerlingen die naar het voortgezet onderwijs gaan worden getoetst met de cito toets en vaak een capaciteitenonderzoek.

Individuele Ontwikkelingsplan (IOP) voor ieder kind Met alle leerlingen van de school wordt uiteraard zoveel mogelijk planmatig en doelgericht gewerkt. De plannen en doelen worden geformuleerd in een IOP. Voor alle kinderen wordt een paar keer per jaar een dergelijk plan opgesteld door de leerkracht, de interne begeleider en de schoolpsycholoog. Dit document krijgt u als ouder/ verzorger altijd te lezen. Het kan zijn dat u het op school ter lezing aangeboden krijgt, maar het komt ook vaak voor dat u het per post thuis krijgt toegezonden. In alle gevallen wordt u gevraagd het IOP na lezing te ondertekenen en weer bij de leerkracht of bij de schoolpsychologen assistente Linda de Groot in te leveren. De school is wettelijk verplicht door u Schoolgids De Pionier 25

ondertekende IOP’s in het schooldossier te hebben. Het taalonderwijs In de middenbouw 2 en in de bovenbouw wordt met de methode Taal Actief gewerkt. Met behulp van deze methode willen we de leerlingen veel gelegenheid geven met elkaar te praten over onderwerpen die in het leven van kinderen belangrijk zijn. Leren praten met elkaar is belangrijk, maar ook leren hoe je gebruik kunt maken van schriftelijke taal en van andere communicatiemiddelen (computer, telefoon, beeldtaal). Naast de klassikale lessen wordt er ook op individueel niveau aan taal gewerkt. In de onderbouw en middenbouw 1 wordt met de methode “een mond vol taal” gewerkt. Ook hier is juist de mondelinge taal van belang. Ieder jaar wordt er ook aandacht besteed aan de Kinderboekenweek. Vaak wordt dan een schrijver uitgenodigd om te komen vertellen. Rekenen In alle klassen vanaf middenbouw 1 wordt met de methode Talrijk gewerkt. Het is een methode die niet alleen het maken van sommetjes centraal stelt, maar juist ook inzicht geeft in waarom of waarvoor je iets moet uitrekenen. Er wordt veel met concreet materiaal gewerkt. Er moet iets vergeleken worden met iets anders, gesorteerd en geordend worden. Tijdsbeleving en tijdsbesef zijn ook de aspecten, evenals ruimtelijke oriëntatie. Dit gebeurt door middel van instructie, maar ook door middel van zelf ontdekken en beleven. En natuurlijk moeten er ook nog gewoon sommetjes gemaakt worden. Er wordt individueel en/of in (niveau)groepen gewerkt, maar ook het zelfstandig leren werken krijgt aandacht. Deskundigheidsbevordering Veel van onze leerlingen hebben gedragsproblemen. De opdracht van de school en de behandeling is het vergroten van de vaardigheden van leerlingen in de omgang met hun omgeving. Het team van school is voortdurend bezig met verdere professionalisering. Er wordt gebruik gemaakt van het model Competentie Vergrotend Werken (CVW). Het voorkomen van agressie, maar ook het beter leren omgaan met agressief gedrag van kinderen is een voortdurend onderwerp van ontwikkeling en scholing voor alle medewerkers op school. Orthopedagogische hulp en time-out Als een kind escalerend gedrag laat zien waardoor het normale functioneren bemoeilijkt wordt, hebben we een orthopedagoog in huis die het kind individueel kan begeleiden. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van een time-out ruimte. Medezeggenschapsraad (MR/ GMR) De Pionier heeft een eigen Medezeggenschapsraad. De MR heeft 4 leden: 2 ouders en 2 leerkrachten. De directie is adviseur van de MR en woont meestal de vergaderingen bij.De (G) MR komt ongeveer 1 keer per 8 weken bij elkaar. De vergaderingen zijn openbaar. Juist op deze school heeft een M.R. een belangrijke functie. Doordat de kinderen vaak met busjes gehaald en gebracht worden komen de ouders niet zo vaak op school. Dit betekent dat het kan zijn dat de ouders minder goed op de hoogte zijn van wat er op school gebeurt. De school weet dan eveneens te weinig hoe ouders over de school denken. De Medezeggenschapsraad biedt een plaats aan ouders om het beleid van de school kritisch te volgen. Samen met de MR van de Professor Waterinksschool in Amsterdam vindt overleg plaats tussen de MR- leden van de beide scholen in de “Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad”. In de GMR worden die zaken besproken die de beide scholen aangaan. De wet op de expertisecentra (WEC) Per 1 augustus 2003 is er de Wet op de Expertise Centra. Samen met de 2 andere PI-scholen, de school voor langdurig zieke kinderen (LZK) en de scholen voor moeilijk opvoedbare kinderen (ZMOK) maakt de Pionierdeel uit van het “Regionale Expertise Centrum (REC) Boven Amstel”. Kinderen die in aanmerking komen voor een plaats op één van de scholen van het REC hebben een indicatie nodig. Deze indicatie wordt afgegeven door de Commissie voor Indicatiestelling gevestigd aan het IJsbaanpad 4 te Amsterdam. Voor kinderen die opgenomen zijn bij de Bascule is niet altijd een indicatie nodig.

Na de Pionier

Al snel na plaatsing van uw kind op de Pionier buigen we ons over de vraag welke school na de Pionier het meest in Schoolgids De Pionier

26

aanmerking komt.Dit doen we in overleg met ouders/verzorgers. De school heeft bij de keuze van de school een adviserende taak. Ouders/verzorgers blijven zelf verantwoordelijk voor de keuze van het vervolgonderwijs. Wanneer leerlingen een advies krijgen voor een SBO school dan moet daarvoor een beschikking aangevraagd worden bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). Een PCL wil daarvoor weer advies van een zorgplatform van het samenwerkingsverband, waar de scholen deel van uitmaken. Wanneer leerlingen een advies krijgen voor een cluster 4 school in het Regionale Expertise Centrum moet er een indicatie tot toelating afgegeven worden door de commissie voor indicatiestelling (CvI). De medewerkers van zorgen samen met de ouders dat de aanmelding bij PCL en CvI goed verloopt. Wanneer een leerling toelaatbaar is tot één van de andere scholen van het REC kunnen ouders ook kiezen voor de gewone- of een SBO school. Het extra geld dat anders gebruikt zou worden voor de extra voorzieningen op de school van het expertisecentrum, wordt dan ingezet op de gewone of SBO school (‘het Rugzakje’). Ouders krijgen daarmee meer mogelijkheden zelf te bepalen waar ze hun kind naar school willen laten gaan. Wel moeten de gekozen scholen een zorgaanbod op maat hebben om kinderen met deze problematiek verantwoord en deskundig onderwijs te bieden. Voor de schoolverlaters die naar het voortgezet onderwijs gaan hebben we een aparte “route” afgesproken. In december/januari krijgt u een uitnodiging van de leerkracht van uw kind voor een eerste oriëntatie/ bespreking over de mogelijkheden. Na het bezoeken van de zogenaamde ‘open dagen’ van de scholen voor voortgezet onderwijs wordt de definitieve keuze gemaakt. Ambulante begeleiding Als een leerling de Pionier verlaat om naar een school voor (speciaal) basisonderwijs te gaan, wordt aan de leerling en ouders en aan de nieuwe school ambulante begeleiding aangeboden. De ambulante begeleiding is er ook voor leerlingen die naar het voortgezet onderwijs gaan.De leerkrachten hebben een aanpak ontwikkeld, waarin de leerlingen zo optimaal mogelijk van het onderwijs op de Pioniergebruik kunnen maken. De ambulante begeleiding is erop gericht de overgang naar de nieuwe school zo goed mogelijk te laten verlopen. Tijdens de ambulante begeleiding dragen de ambulant begeleiders kennis en inzicht rond de problematiek over aan de leerkrachten van de nieuwe school. Gedurende een jaar kunnen de ambulant begeleiders de leerkrachten begeleiden, om binnen de klas een juiste aanpak te realiseren. De AB-er (ambulant begeleider) en de leerkracht stellen een begeleidingsplan op, waarin afspraken worden gemaakt over wat de leerling nodig heeft in de klas. De ambulant begeleider heeft regelmatig contact met de school. De ambulante begeleiders, die zich bezighouden met terugplaatsingsbegeleiding, werken vanuit de dienst Ambulante begeleiding van het REC BovenAmstel. Ze hebben regelmatig contact met de Pionieren de Professor Waterinkschool.


27

Schoolgids de Pionier Schooljaar

Recommend Documents