Ruimte voor creativiteit Kunst, cultuur en creatief ondernemerschap in West Cultuurnota West 2012 - 2015
1
Hoofdstuk
Titel
pagina
1.
Inleiding en samenvatting
3
2.
Ambitie en doelen
4
3.
Cultureel en creatief West in vogelvlucht • Podia • Evenementen • Kunst openbare ruimte • Cultuureducatie • Kunst en cultuur, in, met en voor de buurt • Creatieve bedrijvigheid en creatieve industrie
5
4.
Uitgangspunten bij de keuzes • Talentontwikkeling • Aantrekkingskracht • Kwaliteit en professionaliteit voorop • Diversiteit • Differentiatie naar buurten • Rol van het stadsdeel
12
5.
Wat gaan we doen? 1. Een kwalitatief goede culturele infrastructuur • Podia • Evenementen • Kunst openbare ruimte
15
2. Meer mensen neem deel aan kunst en cultuur • Communicatie en informatievoorziening • Cultuureducatie en talentontwikkeling • Diversiteit • Kunst en cultuur, in, met en voor de buurt
18
3. Groei creatieve bedrijvigheid en creatieve industrie • Gebiedsontwikkeling en starters • KunstENhuis • Werkplekken voor kunstenaars en creatieven • Culturele horeca
21
6.
Subsidiesystematiek en budgetten • Criteria • Subsidies en budgetten o Podia o Evenementen o Kunst openbare ruimte o Iconen o Cultuureducatie o Kunst en cultuur, in, met en voor de buurt o Creatieve bedrijvigheid en creatieve industrie
25
7.
Resultaten, Monitoren en Financiën
27
8.
Vervolgproces
29
Bijlagen 1. overzicht organisaties en personen die zijn geconsulteerd bij de totstandkoming van deze nota 2. overzicht middelen Cultuureducatie
2
Hoofdstuk 1. Inleiding en samenvatting Kenmerkend voor de culturele en creatieve sector in West is de dynamiek van makers van kunst en cultuur en creatief ondernemers die op zoek zijn naar vernieuwing. Ze steken hun handen uit de mouwen en werken midden in de samenleving. Ze komen naar West vanwege de aantrekkelijke leef- en werkomgeving en de betaalbare woningen en bedrijfsruimten. In West liggen kansen. De dynamiek van West is merkbaar in de culturele infrastructuur. In het centrum van Amsterdam staan de instellingen met een grootstedelijke en internationale uitstraling. West biedt ruimte aan experimenten. Producties worden er voorbereid. In West is een humuslaag voor het ontwikkelen van talent dat later kan doorstromen naar de top. West is voorloper als het gaat om het bieden van ruimte voor kosmopolitische verhalenvertellers die mensen met diverse culturele achtergronden met elkaar weten te verbinden. Bijvoorbeeld het MC theater, Podium Mozaïek en Muziekcentrum Aslan. Die trekken bezoekers uit heel Amsterdam en ver daar buiten. De dynamiek willen we vasthouden en versterken. In een tijd dat de culturele sector onder 1 druk staat door de bezuinigingen. Ook in West . Dat kan alleen door echte keuzes te maken. Beslissend voor de keuzes zijn de bijdrage aan de maatschappelijke doelstellingen die wij hebben (deelname en educatie) en aan de economische doelstelling (het bevorderen van West als vestigingsplaats).We streven een aanbod na dat zowel relevant is voor de huidige bewoners en (creatief) ondernemers als voor nieuwkomers en bezoekers. Het draagt bij aan de levendigheid en leefbaarheid van West, voegt iets toe aan de stad en versterkt West als culturele hotspot. Dat vertaalt zich in een sterke nadruk op instellingen en initiatieven die een verbinding aangaan met de bewoners en ondernemers van West. De ambitie is dat West zich binnen de gemeente Amsterdam onderscheidt als culturele en creatieve hotspot. Om die ambitie te bereiken, worden drie hoofddoelen nagestreefd: • een kwalitatief goede culturele infrastructuur; • meer mensen die deelnemen aan kunst en cultuur; • groei van creatief ondernemerschap. Om de doelen te bereiken zal met een beperkt aantal organisaties een meerjarige subsidierelatie worden aangegaan. Het gaat om enkele podia, evenementen en kunst in de openbare ruimte. Aan de kwaliteit en professionaliteit van deze organisaties worden hoge eisen gesteld. We verwachten dat ze publiek trekken en deelname bevorderen met een divers aanbod dat aansluit bij de bewoners van West. Daarnaast leveren ze een bijdrage aan de herkenbare positionering van West als creatieve hotspot. Centraal in het cultuurbeleid staat de verbinding van de culturele sector met de bewoners en ondernemers van West. Gesubsidieerde organisaties worden expliciet gevraagd bewoners en ondernemers in de creatieve sector bij hun werk te betrekken. Niet gesubsidieerde instellingen gevestigd in West worden gestimuleerd hetzelfde te doen. Cultuureducatie wordt ingebed in de culturele infrastructuur en ontwikkelt langs twee lijnen. Voor de kinderen op de basisschool wordt het ingebed in het bredeschoolbeleid. Scholen krijgen de regie bij de keuze van het aanbod. Aanbieders uit West die aangetoond hebben hun kwaliteit te kunnen verbinden met de vraag van scholen, krijgen de status van preferred supplier. Het cultureel aanbod uit West voor jongeren in het voortgezet onderwijs wordt na 2012 naar verwachting meer dan nu het geval is op projectbasis aangeboden. Bijzondere aandacht gaat uit naar de aandachtsgebieden De Baarsjes en Bos en Lommer. Juist in deze wijken kunnen cultuur en creatief ondernemerschap een bijdrage leveren aan
1
Bij het opstellen van deze nota is de impact van de rijksbezuinigingen niet bekend en wordt het Kunstenplan voor Amsterdam nog opgesteld. Hierdoor is het nog niet met zekerheid te zeggen wat het landelijk en stedelijk beleid gaat betekenen voor in West gevestigde instellingen die subsidie ontvangen van rijk en stad.
3
een positieve ontwikkeling. In enkele andere buurten liggen ook kansen. De Zeeheldenbuurt vanwege het Stenen Hoofd. De Staatsliedenbuurt en Bellamybuurt vanwege een sterke traditie van buurtgebonden cultuur en creatieve bedrijvigheid. Ook die krijgen extra aandacht. Deze focus komt onder meer tot uitdrukking bij de voorstellen voor evenementen, kunst in de openbare ruimte en kunst, in, met en voor de buurt. Nieuwe culturele organisaties en creatieve ondernemers worden in West gastvrij ontvangen. Iconen uit de sector zijn meer dan welkom omdat ze anderen naar West trekken. De culturele sector en de creatieve sector zijn nauw verbonden. De mensen spreken elkaars taal, voelen zich thuis in dezelfde leefomgeving en stellen soortgelijke eisen aan het vestigingsklimaat. Ze kunnen elkaar versterken en samen bijdragen aan West als culturele hotspot. Daarom gaan het cultuurbeleid en het bevorderen van creatief ondernemerschap in West hand in hand. Het KunstENhuis is er voor het stimuleren van ondernemerschap en netwerkactiviteiten. Het stadsdeel werkt langs meerdere wegen aan de beschikbaarheid van werk- en bedrijfsruimte. Vereenvoudiging van regels zorgt dat leegstaande panden makkelijker een nieuwe bestemming krijgen en combinaties van wonen en werken mogelijk worden. De nieuwe Horecanota zorgt voor meer mogelijkheden voor culturele organisaties om horeca te exploiteren ter ondersteuning van hun culturele activiteiten. Bij de voorbereiding van deze nota is de afgelopen maanden gesproken met tientallen 2 organisaties en betrokkenen uit de culturele en creatieve sector. Veel van wat er gezegd is, 3 heeft geholpen bij het opstellen van deze Cultuurnota . Kenmerkend voor West is dat we de kracht van het nieuwe grotere stadsdeel benutten om de buurten tot hun recht te laten komen. In deze nota gebeurt dat door te kiezen voor kunst en cultuur als dragers van binding, ontwikkeling en ondernemerschap. Met het beleid in deze nota stellen we ‘de ruimte van West’ open voor iedereen uit de culturele en creatieve sector die daaraan een bijdrage wil leveren. Hoofdstuk 2. Ambitie en doelen Stadsdeel West wil zich binnen de gemeente Amsterdam op het gebied van cultuur en creatieve bedrijvigheid onderscheiden als creatieve hotspot. West wil een plek zijn waar kunstenaars, culturele organisaties en creatieve ondernemers zich graag vestigen, waar talent en ondernemerschap kunnen groeien en bloeien. De realisatie van die ambitie begint met een open en gastvrije houding ten opzichte van bewoners, ondernemers of kunstenaars met een idee voor het ontwikkelen van een cultureel initiatief. Dat kan gaan om een idee voor een evenement, een kunstwerk in de openbare ruimte of het vestigen van een (culturele) onderneming. West wil mensen met ideeën, talent en ambitie de ruimte geven. De ambitie van West om creatieve en ondernemende hotspot te zijn, is leidend bij het vormgeven van het beleid voor kunst en cultuur. Daarbij richten we ons primair op instellingen en initiatieven die een verbinding aangaan met de bewoners van West en/of de economie van West. Beslissend voor de keuzes zijn de bijdrage aan de maatschappelijke doelstelling [deelname en educatie] en aan de economische doelstelling [het bevorderen van de aantrekkingskracht van West als vestigingsplaats]. Om van West de meest creatieve en ondernemende hotspot van Amsterdam te maken, zijn voor het cultuurbeleid drie hoofddoelen geformuleerd. Een kwalitatief goede culturele infrastructuur De culturele infrastructuur is het totale culturele aanbod in West. Alle culturele instellingen, gesubsidieerd of niet, krijgen de komende jaren te maken met veranderingen. Ze komen voor de vraag te staan hoe ze het werk kunnen maken wat ze willen, met behoud van kwaliteit en eigenheid binnen een groot aanbod in West en
2
Zie bijlage 1 voor een overzicht. De bibliotheken maken deel uit van de cultuurbegroting: hiervoor loopt echter een apart traject. Monumenten en welstand komen slechts beperkt aan de orde. Later dit jaar verschijnt een aparte Welstandsnota.
3
4
Amsterdam. Zeker in tijden van bezuinigingen zijn kwaliteit, professionaliteit en meer samenwerking cruciaal. Meer mensen nemen deel aan kunst en cultuur Het is van belang dat er voldoende draagvlak blijft voor cultuur, zeker nu het maatschappelijk belang onder druk staat. De culturele sector zal dan ook meer publiek aan zich moeten binden. Het stadsdeel staat samen met de aanbieders voor de taak om via cultuureducatie kinderen en jongeren kennis te laten maken met cultuur en hun talenten te laten ontdekken en ontwikkelen. In West is sprake van een sterke verwevenheid tussen culturele instellingen, kunstenaars, creatief ondernemers en de buurten waarin ze werken. Door die verwevenheid in onze aanpak te benadrukken, komen meer mensen in aanraking met kunst en cultuur. Groei van creatief ondernemerschap Cultuur maakt de stad aantrekkelijk. Het draagt bij aan een vestigingsklimaat waar creatief ondernemers zich thuis voelen. Creatief ondernemerschap zelf is een drijvende kracht achter zowel economische groei als levendigheid en leefbaarheid. Daarom willen we in West meer creatieve en ambachtelijke ondernemers.
Hoofdstuk 3. Cultureel en creatief West in vogelvlucht De afgelopen jaren heeft de culturele en creatieve sector in West zich snel ontwikkeld. West trekt mensen met ideeën, talent en ambitie. We zien dit bijvoorbeeld terug in de vestiging van de iconen van West, organisaties zoals de Westergasfabriek BV en in de groei van het creatief ondernemerschap, het aanbod van cultuureducatie en de veelheid van buurt- of wijkgerichte initiatieven van kunstenaars. In dit hoofdstuk wordt in vogelvlucht een beeld geschetst van cultureel en creatief West. Zo’n beeld is nooit compleet. Bijvoorbeeld omdat er naast professionals ook zeer veel mensen als amateur bezig zijn met kunst en cultuur. En ook het waardevolle werk van de verschillende buurtmusea blijft buiten beeld. Dit in lijn met de focus van deze nota waarbij professionaliteit het uitgangspunt vormt. Podia Naast grote podia zoals de Stadsschouwburg en het Concertgebouw, kent Amsterdam een levendige, kleinschalige culturele infrastructuur in de stadsdelen en wijken. Veel van deze podia ontstonden in de jaren zestig en zeventig op initiatief van bewoners, studenten, krakers, kunstenaars en theatergroepen. Nog steeds vindt nieuw talent hier de ruimte en kan het 4 publiek er onverwachte pareltjes ontdekken . Een deel van die kleinschalige infrastructuur bevindt zich in West. Hierbij is zichtbaar dat het merendeel van de podia in West is gevestigd aan de randen van het stadsdeel, tegen het centrum aan. In voormalig stadsdeel de Baarsjes en Bos en Lommer vinden we de minste podia. We zien overigens hetzelfde beeld als het gaat om horecavoorzieningen. Ook die bevinden zich aan de rand van het centrum. Elk van de podia heeft zijn eigen geschiedenis, stijl en specifieke doelgroep. De relatie met de overheid verschilt en een er veelal unieke financieringsstructuur. Het ene podium werd van oudsher deels gefinancierd door een stadsdeel, een ander wordt via het centraal stedelijk Kunstenplan of Rijk in stand gehouden. Sommige draaien op een minimale exploitatie vanwege het werken met vrijwilligers. Weer anderen profileren zich juist zeer professioneel door het genereren van eigen inkomsten uit zakelijke verhuur of horeca. De aard en het belang van de horeca is ook weer verschillend. Een deel werkt nauw samen met horeca, verkrijgt daaruit ook inkomsten (Podium Mozaïek, Ketelhuis, MC, Smart Project Space). Een ander deel heeft alleen ondersteunende horeca, in de vorm van een drankje in de pauze van een voorstelling (Cavia, Ruimte/ Muzenis, ZID theater, KunstENhuis, Fijnhouttheater).
4 Uit: Kleine Amsterdamse podia in cijfers, door Overleg Kleine Theaters Amsterdam (OKTA), 2009
5
Het stadsdeel heeft momenteel (2011) een subsidierelatie met vijf podia. Dat zijn Cavia, Muzenis, Podium Mozaïek, Zaal100 en het ZID theater. Met het KunstENhuis vormen deze vijf op dit moment onze culturele basisinfrastructuur. Daarnaast financiert stadsdeel West het Fijnhouttheater en Volta tot op heden met welzijnsmiddelen. Muziekcentrum Aslan wordt medegefinancierd in het kader van de brede school en talentontwikkeling. Podium Mozaïek is ontstaan vanuit de opvatting dat de culturele uitwisseling tussen verschillende bevolkingsgroepen op termijn resulteert in een betere dialoog. Daarmee in meer openheid en samenhang in de gemeenschap, met als gevolg een verrijking van ieders cultuur. Door de interculturele programmering weet Podium Mozaïek zeer divers publiek met een mix van culturen en leeftijden aan zich te binden. Naast een theater vindt men verder een aantal kantoor-, studio- en atelierruimten en theatercafé Mozaïek.
Met sommige podia die oorspronkelijk zijn gestart als broedplaats, zoals Smart Project Space en OT301, heeft stadsdeel West geen structurele subsidierelatie. Wel bood de gemeente Amsterdam via het programma Broedplaatsen faciliterende ondersteuning en een verbouwingssubsidie waardoor sprake is van een lage huurprijs (€58 pm2 /jaar) die veelal voor vijf jaar wordt vastgelegd. Het ZID theater maakt ook van deze regeling gebruik. In West zijn zeven podia die stedelijk en/ of via het Rijk (beide tot en met 2012) worden gefinancierd 5 . Een bijzonder positie wordt bekleed door Podium Mozaïek dat zowel door centrale stad als stadsdeel wordt gefinancierd. Podium Mozaïek programmeert voor stad, stadsdeel en buurt. Tenslotte zijn er de podia 6 waarmee stadsdeel West en ook de andere overheden geen structurele subsidierelatie hebben. Wel zijn deze accommodaties deels afhankelijk van incidentele bijdragen van het stadsdeel voor speciale projecten als aanvulling op de reguliere programmering. Deze podia verkrijgen het belangrijkste deel van hun inkomsten uit zaalverhuur, kaartverkoop, fondsen en via eigen (particuliere) bijdragen. Theater De Cameleon is in 1996 ontstaan in een leegstaande ruimte in een gekraakt voormalig schoolgebouw. Sinds een paar jaar bestaat het Cameleontheater uit twee zalen: een theaterzaal met 70 zitplaatsen en een concertzaal met concert vleugel voor 50 bezoekers. Het theater is een werkplaats waar nieuw theater en muziektalent op amateur en semiprofessioneel niveau zich kan ontwikkelen met een programmering gericht op toneel, muziek, cabaret, impro-theater en jeugdtheater. Zaal100 bestaat in 2011 zevenentwintig jaar. Het is van een low budget podium voor van alles en nog wat uitgegroeid tot een levendig muziekpodium voor (semi)professionele musici. Zaal100 heeft door zijn ligging midden in de wijk een functie in de buurt. Het podium besteedt speciale aandacht aan activiteiten voor, met en in de buurt. Het restaurant is een echt buurtrestaurant, en veel vaste bezoekers komen uit het stadsdeel. Filmhuis Cavia bestaat in 2010 zevenentwintig jaar en wordt volledig gerund door filmliefhebbers. Deze vrijwilligers (ongeveer twintig) zijn veelal filmacademiestudenten. Zij krijgen de kans om te programmeren of als technicus films te vertonen en hebben hier een podium voor eigen films. Oorspronkelijk komt het filmhuis voort uit de kraakbeweging.
5 Het betreft Podium Mozaïek, Het Veem theater, Ketelhuis, FrascatiWG, Danswerkplaats, MC theater en Smart Project Space. 6 Zoals onder meer Cameleon, Polanentheater, Magazijn, Orgelparkkerk, Cantina Vocaal en De Nieuwe Liefde
. 6
Muzenis is een brede initiërende organisatie op het gebied van theater maken: de organisatie biedt in de Cliffordstudio repetitieruimten aan met flexibele huurperioden. De grote studio is doorgaans in gebruik als repetitieruimte en wordt gedurende maximaal 60 dagen per jaar omgebouwd tot theater. Daarnaast stimuleert Muzenis cultureel ondernemerschap voor (beginnend) podiumkunstenaars met cursussen, workshops en informatiedagen (het Leergeldhuis). Tevens organiseert Muzenis schooltheatervoorstellingen voor de basisscholen in voormalig stadsdeel Westerpark. Het gaat daarbij om gemiddeld 32 voorstellingen per jaar, die gegeven worden zowel op scholen (kleuters) als in theater de Ruimte. Ook is er de Werkplaats Community Theatre Amsterdam.
Evenementen In stadsdeel West hebben de afgelopen jaren veel evenementen plaatsgevonden met als doel bewoners van West kennis te laten maken met diverse facetten van kunst en cultuur. Het stadsdeel kijkt hoe aangesloten kan worden bij bestaande organisaties en initiatieven of neemt zelf de regie en organisatie van een evenement in handen als dat aansluit bij de eigen doelstellingen. De evenementen zijn zeer verschillend van opzet en bereik; van zeer professioneel met een bovenlokaal bereik (zoals de openlucht kunstmanifestatie Cool Globes) tot buurtgericht en met de inzet van veel vrijwilligers (zoals Kijk op West) en initiatieven van kunstenaars die iets voor hun buurt willen betekenen (bijvoorbeeld het Wilhelmina huiskamerfestival en ZID Mixt zondagen). De organisatie van een concert ter ere van moederen vaderdag, de buurtopera met en voor bewoners en Troonopvolgers (muziekprogramma met koninginnedag) zijn voorbeelden van initiatieven die West zelf organiseert. De Sunday Market, deelname aan het fringe festival (beide op het Cultuurpark Westergasfabriek) en de kunst- en atelierroutes zijn voorbeelden van evenementen die het stadsdeel faciliteert, mede financiert of op andere wijze ondersteunt. De organisatie van het vrijheidsfestival ‘Horia’ en de activiteiten in juli en augustus in het Erasmuspark zijn voorbeelden van initiatieven die in samenwerking met culturele organisaties uit West worden vormgegeven en hoofdzakelijk door West worden gefinancierd.
Beeldende kunst in de openbare ruimte In Amsterdam zijn door een actief opdrachtenbeleid van oudsher vele beelden in de openbare ruimte geplaatst. Ook stadsdeel West is met ongeveer 150 buitenbeelden rijk aan kunst in de openbare ruimte. Deze kunstwerken dragen bij aan de identiteit van het stadsdeel en kunnen voor bewoners een 'baken' zijn in hun woonomgeving; een gevoel van oriëntatie bieden. Kunstwerk: Drie figuren op straat, plaatje
7
Kunstenaar: Peter Erftemeijer Jaar van Plaatsing: 2001 Drie bronzen mensfiguren staan op de verbindingsroute van het Van Limbug Stirumplein naar het voormalig kantoor van stadsdeel Westerpark. De figuren lopen als het ware van het plein naar het Cultuurpark en vormen zo een verbinding.
Daarnaast wordt de openbare ruimte in West opgesierd door vele architectonische monumenten. Om er een paar te noemen: Het Schip, de Vondelkerk, het industriële erfgoed op het Cultuurpark Westergasfabriek, gebouw Het Sierraad en de manege aan de Overtoom. Op vele plekken in het stadsdeel kan genoten worden van de architectonische eenheden van woonblokken in de Gordel ’20-’40. Kunstwerk: Orso in Erasmuspark Kunstenaar Simona Vergani. Jaar van plaatsing: 1998 Dit kunstwerk zet de kroon op de renovatie van het park. Het voorstel van de Italiaanse, in Nederland woonachtige, kunstenares Simona Vergani werd enthousiast omarmd. Ze stelde een beer voor. De beer is, aldus Vergani, niet alleen een symbool van de kracht van de natuur, maar ook van de maan.
8
Via zogenaamde vitrine- of etalageprojecten wordt kunst in de openbare ruimte getoond. In (voormalige) etalages worden kunstwerken geplaatst waarmee een drievoudig doel wordt behaald; naast de verfraaiing van de openbare ruimte wordt het aantal vierkante meter expositieruimte vergroot en zorgen de verlichtte etalages in de avonduren voor een veilige(r) straatbeeld. Het stadsdeel stimuleert daarnaast jaarlijks een aantal beeldende kunstprojecten. De etalageprojecten in de Staatsliedenbuurt, Zeeheldenbuurt en Bellamybuurt dragen bij aan leefbaarheid op straat; mensen maken op een laagdrempelige manier kennis met beeldende kunst door wisselende exposities die 24 uur per dag zichtbaar zijn. Museum Het Schip Museum Het Schip is gevestigd in het gerestaureerde postkantoor in de punt van woningbouwcomplex Het Schip in de Spaarndammerbuurt. Het complex is ontworpen door architect Michel de Klerk en geldt als een van de hoogtepunten van de Amsterdamse School. Het museum is gestart als een bewonersinitiatief en uitgegroeid tot een belangrijke cultuurhistorische attractie die jaarlijks door 16.000 bezoekers uit de hele wereld wordt bezocht. Naast de bijzondere architectuur zijn er ook meubels, glaskunst, tapijten, straatmeubilair, sieraden te zien. Het museum wordt gesteund door de federatie van corporaties. Het museum heeft plannen om fors uit te breiden. Naast het voormalig postkantoor komt op termijn een basisschool leeg. Hier wil men de collectie op een grotere schaal kunnen presenteren. Aan de financiering van de ambitieuze plannen wordt door de initiatiefnemers gewerkt. Cultuureducatie Cultuureducatie “(…) laat mensen kennismaken met kunst- en cultuuruitingen en verdiept het inzicht daarin. De ruimste omschrijving van cultuureducatie is: alle vormen van educatie 7 waarbij cultuur als doel of als middel wordt ingezet”. In West kunnen zowel volwassenen als jonge Amsterdammers (kinderen en jongeren) op meerdere manieren en plaatsen kennismaken met kunst en cultuur en hun talenten ontdekken en ontwikkelen. Jonge Amsterdammers Jongeren en kinderen komen vooral met kunst en cultuur in aanraking via school, zowel in het primair als voortgezet onderwijs en via het Jongerenwerk. Dat gebeurt op school via binnenen naschoolse activiteiten en op plekken zoals het Fijnhouttheater en Volta, de Muziekschool Amsterdam en Muziekcentrum Aslan. Via het theaterproject van Jong Rast worden getalenteerde jongeren van vijftien tot 24 jaar opgeleid voordat zij naar de semiprofessionele theaterwereld (kunnen) doorstromen. Podium Mozaïek, ZID theater en De Ruimte (Muzenis) verzorgen school- en jeugdtheaterprojecten voor het basisonderwijs en voor jonge Amsterdammers en hun ouders. WG Kunst biedt beeldende kunst projecten aan op kinderdagverblijven en voorscholen. Best of the West is hét talentontwikkelingstraject voor jeugd en jongeren van acht tot en met 23 jaar in stadsdeel West. Iedereen die goed kan tekenen, schilderen, fotograferen, dansen, modeontwerpen of een instrument bespelen (alleen of in groepsverband) kan meedoen aan de jaarlijkse finales. Een deskundige vakjury beoordeelt het werk van alle deelnemers. Het Fijnhouttheater maakt onderdeel uit van het Fijnhout, een buurtcentrum dat onderdeel is van Stichting Combiwel. Het Fijnhouttheater heeft twee zalen en is een actief centrum voor jonge theatermakers en een kwalitatieve programmering waarvan buurtbewoners passief kunnen genieten. Daarnaast biedt het een podium en broedplaats aan ambitieuze en pas afgestudeerde theatermakers, enthousiaste nieuwelingen en jonge talenten.
7 definitie www.Cultuurnetwerk.nl
9
Muziekcentrum Aslan is in 1997 gestart vanuit de gedachte dat migranten een sterke band hebben met hun thuisland. Er worden binnenschoolse activiteiten (op basisscholen en scholen voor het voortgezet onderwijs) georganiseerd. In 2006 is een begin gemaakt met langere trajecten: Compo Kids, waarbij leerlingen een eigen lied maken en uitvoeren in het theater, en sinds 2007 ook met Swing It Out!, een dansproject dat eveneens wordt afgesloten met een optreden in het theater. De Muziek Talent Express (MTE) is een methode voor een ‘lange leerlijn’ muziekles waarin kinderen van groep één tot en met acht middels een unieke methode 40 weken per jaar les krijgen van een speciaal opgeleide muziekdocent. Volta is een cultureel jongerencentrum op de rand van de Spaarndammerbuurt in voormalig stadsdeel Westerpark. Volta is onderdeel van Stichting IJsterk Actief Burgerschap en Participatie, een welzijnsinstelling in Amsterdam-Centrum en West. Volwassenen, amateurs Volwassenen die bezig zijn met kunst en cultuur doen dat veelal als amateur. Dat kan op vele plekken in heel Amsterdam waaronder in stadsdeel West via particuliere initiatieven (theatergroepen, muzieklessen, schilderles), onze podia en het activiteitenaanbod van de Welzijnsvoorzieningen. Kunst en cultuur in, met en voor de buurt Veel kunstenaars en creatieven in West zoeken in hun werk verbinding met de buurt of wijk waarin ze werken. De Engelse term community art duidt op een kunstvorm die ontstaat in de samenwerking tussen kunstenaar(s) en niet-kunstenaars van een bepaalde gemeenschap. Projecten ontstaan meestal op initiatief van kunstenaars, maar ook op verzoek van deelnemers of in opdracht van bijvoorbeeld gemeenten en woningcorporaties (bron: cultuurnet). Een groeiend aantal kunstenaars kiest bewust voor deze samenwerkingsvorm, vanuit sociaalmaatschappelijk engagement of vanuit een gevoel van artistieke noodzakelijkheid. Kenmerkend is het samengaan van artistieke en sociale aspecten bij projecten. Community art heeft een sociale dimensie. Denk aan versterking van het sociale weefsel in een buurt of wijk. Het is daarmee nog geen welzijnswerk. De artistieke keuzes in het project zijn leidend. Ook als die keuzes gedeeltelijk met een sociale motivatie worden onderbouwd. Uit het verleden is gebleken dat in buurten als de Staatsliedenbuurt en Bellamybuurt, waar ruimte is geboden aan community art projecten, de sociale samenhang versterkt is. Ook in andere delen van West hebben we kunstenaars en creatieven die hun expertise op het gebied van kunst inzetten om de buurt te verbeteren. Ze organiseren voorstellingen met en voor de buurt, plaatsen kunst in etalages van lege winkels, vestigen zich in leegstaande woningen in vernieuwingsgebieden om van daaruit met de buurt te werken. Deze creatieven leveren een belangrijke bijdrage aan de levendigheid, leefbaarheid en sociale samenhang in het stadsdeel. Cascoland in Kolenkitbuurt; vanaf september 2010 tot op heden worden vanuit de twee Piggelmeewoningen aan het Piet Paaltjenspad door kunstenaars activiteiten ontwikkeld voor en met de buurt. Zo zijn er 'mobiele tuintjes' en is een van de woningen ingericht als ‘hotel’ voor familie op bezoek uit bijvoorbeeld het buitenland. Doel is om door met verschillende functies voor de huisjes te experimenteren en uiteindelijk met een voorstel te komen voor een blijvende nieuwe invulling van de Piggelmeewoningen.
10
ZID Theater is sinds 2003 gevestigd in het voormalige HTS gebouw in de Kolenkitbuurt. Het theater maakt en produceert voorstellingen en festivals en is actief op het vlak van community art, cultuureducatie en participatie. ZID Theater beschikt over een eigen zaal die zowel voor repetities als podium dienst doet. In het kader van talentontwikkeling begeleidt ZID kinderen van 4 tot 12 jaar bij hun eerste stappen in het theater onder de naam Dizz Kids Club.
Creatieve bedrijvigheid en creatieve industrie De creatieve industrie is een belangrijke groeisector in Amsterdam. Tussen 1996 en 2009 steeg de werkgelegenheid in de creatieve sector sneller dan de totale Amsterdamse werkgelegenheid. Gemiddeld met 4,3% per jaar tegenover 2,6% per jaar voor de totale werkgelegenheid. In de periode 2006-2009 steeg de werkgelegenheid in de creatieve industrie nog sneller, gemiddeld met 6,6% tot 37.708 banen in 2009. Sterke groeiers zijn de kunstensector, televisie en de creatieve zakelijke dienstverlening. De creatieve industrie is al lang niet meer alleen in het centrum van Amsterdam gevestigd. In West is de sector gegroeid tot een totaal van 2.449 bedrijven verdeeld over de deelsegmenten kunsten, media en entertainment en creatief zakelijke dienstverlening. Er wonen in West meer dan 4.790 personen die werkzaam zijn in de creatieve industrie. Een toenemend aantal werkt als zelfstandige, mede gedwongen door de crisis en de bezuinigingen in de sector. Een laptop is in eerste instantie meestal voldoende en de keukentafel kan dienst doen als bureau. Het aantal creatieve starters in West steeg tussen 2007 en 2008 met 77%. In de laatste jaren vooral in De Baarsjes (Witte de Witstraat, Chassébuurt), Bos en Lommer en in iets mindere mate in Westerpark. De modebranche is een voorbeeld van een groeisector. Het aantal in West gevestigde modeontwerpers nam tussen 2004 en 2009 toe met 41%. Iconen Binnen het geheel van de culturele infrastructuur in West vervult een aantal instellingen een bijzondere rol. Het zijn sterke merken die West een gezicht naar buiten toe geven, net als de architectuur en stedenbouw van de Amsterdamse School. Ze vertellen het verhaal van de ambitie van West en trekken anderen naar West, soms alleen maar omdat ze hier zijn. Ze maken West aantrekkelijker voor wonen, werken, verblijven en uitgaan. Als ze verbindingen aangaan met kunstenaars, creatieven, bedrijven, scholen en bewoners in West, zijn ze een stimulans voor West als creatieve hotspot. Voorbeelden zijn het Cultuurpark Westergasfabriek, De Frank Sanders Akademie, Podium Mozaïek, De Nieuwe Liefde, het Filmmuseum in het Vondelparkpaviljoen, de net gestarte meester-opleiding coupeurs, straks het Muziekpakhuis en wat West betreft ook de Hallen. Ateliers, broedplaatsen, oefenruimtes, productiehuizen
11
Makers van kunst en cultuur en creatieve ondernemers hebben ruimte nodig. Velen doen dat vanuit huis, zo ook in West. Dat wordt lang niet altijd als ideaal ervaren. Culturele werkplaatsen, zoals broedplaatsen en bedrijfsverzamelgebouwen, bieden een oplossing. In de jaren tachtig werden leegstaande schoolgebouwen, ziekenhuizen een andere industriële panden in en rond het centrum gekraakt. In enkele gevallen, zoals Smart Projectspace en OT301, zijn deze panden later voor symbolische bedragen aan de krakers verkocht. Halverwege de jaren negentig zorgde het broedplaatsenbeleid dat creatieven legaal betaalbare ruimte konden vinden. Voor de invulling van leegstaande gebouwen werden collectieven gezocht die de panden konden beheren. In West zijn nu acht broedplaatsen: de Loodsen X&Y (in het havengebied), Filmakademie/OT301, Wittenstraat, Het Sieraad, Smart Project Space, Vondelparkbrug, HTS (ZID Theater), Hendrik de Keijser en de Bonte Zwaan. Broedplaatsen worden meer en meer ingevuld aan de hand van een thema met ondernemerschap als uitgangspunt. Zo gaat in Oud-West in de Borgerstraat in 2011 Global DanceLaB open, een broedplaats waar ook dansruimte verhuurd wordt. Ook zijn er collectieven die niet vanuit het broedplaatsbeleid zijn gerealiseerd. Hier hebben corporaties en gemeente/stadsdeel in het gebouw geïnvesteerd. De hoofdhuurder verzorgt de exploitatie zelfstandig. Een voorbeeld is Meneer de Wit. In samenwerking met corporaties en andere vastgoedeigenaren zijn er de afgelopen jaren in Amsterdam op deze manier 1.500 werkplekken gerealiseerd en hebben naar schatting 2.500 creatieven een werkplek gevonden. In West zijn een aantal productiehuizen actief. Naast het maken van eigen producties nemen zij (net afgestudeerde) theatermakers onder de vleugels en kan er ruimte gehuurd worden om te oefenen en producties voor te bereiden. Voorbeelden zijn het Global DanceLaB, het Veemtheater, WGfrascati en het MC theater. Bands kunnen ruimte huren en demo’s opnemen in de Jam Studio’s aan de Haarlemmerweg. Het stadsdeel is zelf eigenaar van vier panden waar ateliers in gevestigd zijn: Tweede Nassaustraat, Tasmanstraat, Fagelstraat en een gedeelte van het HTS gebouw. Ook in enkele broedplaatsen zit atelierruimte. Ruimte voor kunst en creatief ondernemerschap wordt daarnaast geboden door leegstaande winkels en bedrijfsruimten (tijdelijk) een nieuwe culturele bestemming te geven, bijvoorbeeld in de Witte de Withstraat. Smart Project Space bestaat sinds 1994 en is een internationaal georiënteerde instelling voor hedendaagse beeldende kunst en visuele cultuur. Smart Project Space heeft een café-restaurant, galerie, filmhuis en tien werkruimtes voor beeldend kunstenaars. Smart Project Space organiseert projecten op locaties buiten de instelling en de ruimtes zijn te huur voor culturele evenementen. Het Global DanceLaB is een ontmoetingsplek en broedplaats voor professionele- en amateur werelddansers en voor professionele wereldmuziek muzikanten. In de studio's is ruimte voor lessen, workshops, dansfeesten, repetities, optredens en crossover projecten van verschillende dansvormen. Uitgangspunt is om zo veel mogelijk van de vele stijlen binnen de werelddans in het Global DanceLaB te laten zien. Speciale samenwerkingsprojecten tussen dansers, muzikanten, zangers, DJ's, VJ's en theatermakers vinden plaats op het Global DanceLaB podium. MC is een productiehuis en theater voor nieuwe verhalenvertellers. Makers en schrijvers die een binding hebben met de nieuwe stad: kosmopolitisch, dynamisch en grenzeloos. Het productiehuis heeft onlangs op het Cultuurpark Westergasfabriek de deuren geopend van een nieuw theater. Hoofdstuk 4. Uitgangspunten bij de keuzes De ambitie een creatieve en ondernemende hotspot te zijn, dwingt tot het maken van keuzes. Gelukkig beschikt Amsterdam in zijn geheel over een hoogwaardig aanbod van kunst en cultuur. Daarbij staat Amsterdam in de top vijf van creatieve hotspots in de wereld. West heeft hier baat bij en draagt daaraan bij. De culturele en creatieve top is binnen handbereik en soms zelfs gevestigd in West. Onze rol is bescheiden terwijl we wel de vruchten kunnen plukken.
12
Tegelijkertijd is de verwachting dat het rijksbeleid de culturele sector in Amsterdam hard zal treffen. Dit kan tot gevolg hebben dat ook instellingen uit de top, gevestigd in West, het moeilijk gaan krijgen. Zo zien we nu al aankomen dat het Rijk structureel minder zal gaan investeren in productiehuizen, waardoor in West gevestigde podia zoals het MC theater, Veem theater en WG Frascati onder druk komen te staan. Daarnaast worden vele initiatieven die voorheen tot de basisinfrastructuur behoorden verwezen naar fondsen die aanzienlijk minder budget te verdelen hebben. De verwachting is dat vooral middelgrote en kleine kunstinstellingen daaronder gaan leiden. Het rijksbeleid kan daardoor negatieve gevolgen hebben voor onze wens de in West gevestigde en middelgrote top te verbinden met de humuslaag in West. Veel kunnen we hier echter niet aan doen omdat we simpelweg niet over de middelen en expertise beschikken om de rol van rijk en stad over te nemen. Het beleid van West is complementair aan dat van de stad en versterkt dit waar mogelijk. Voor West staat de verbinding tussen enerzijds cultuur en creatief ondernemerschap en anderzijds bewoners en economie centraal. Doorslaggevend bij de keuzes is dat een initiatief een verbinding moet hebben met de bewoners (deelname en talentontwikkeling) en de aantrekkingskracht van West als vestigingsplaats moet bevorderen. Hiermee streven we een aanbod na dat zowel relevant voor de huidige bewoners en (creatief) ondernemers is als voor nieuwkomers. Het draagt bij aan de levendigheid en leefbaarheid van West; voegt iets toe aan de stad en versterkt West als culturele hotspot. We kiezen primair voor instellingen en initiatieven die een verbinding aangaan met de bewoners en/of de economie van West. Daarnaast zijn kwaliteit en professionaliteit en de spreiding over de wijken van belang voor het culturele aanbod. Vestiging in buurten die nog aandacht behoeven wordt gestimuleerd. Tenslotte willen we werken vanuit een heldere opvatting over de rol van het stadsdeel. Talentontwikkeling Talentontwikkeling begint bij een allereerste kennismaking met kunst en cultuur en op het moment dat de vonk overslaat. Daarna volgt mogelijk een nadere kennismaking of de stap om het eigen talent als amateur te ontwikkelen. In de meeste gevallen leidt dat tot liefhebbers en amateurs die actief (als maker) of passief (als bezoeker) bij kunst en cultuur betrokken zijn. Soms leidt het tot het volgen van opleiding en een professionele carrière. De top van cultureel aanbod wordt gemaakt door professionals; een amateur of liefhebber bezoekt dit aanbod. Vanuit onze maatschappelijke doelstelling (deelname en educatie) concentreren we onze activiteiten op de basis. Zonder voedingsrijke bodem geen rijke oogst. We sluiten daarmee aan bij het advies van de kunstraad in de ‘Verkenning voor het Kunstenplan 2013-2016’ als volgt: “(…) kies voor enkele topinstellingen en geef daarnaast ruim baan aan het experiment aan de basis.” Doelgroepen van het aanbod in de humuslaag zijn kinderen, jongeren, amateurs en semiprofessionals. Bij kunst en cultuur in, met en voor de buurt verbreedt dit zich tot alle buurtbewoners. Aantrekkingskracht Het aanbod van kunst en cultuur speelt een belangrijke rol bij de vestigingsbeslissing van bewoners en bedrijven. Het doet dit samen met onder meer de aanwezigheid van evenementen, winkels, horeca en een esthetisch aantrekkelijke woonomgeving. Voor het kunst- en cultuur beleid impliceert dit twee keuzes:
•
De eerste keuze is dat we ons in het bijzonder moeten richten op die organisaties en initiatieven die herkenbaar en toegankelijk zijn voor bewoners in West. Die voorzien in een (laagdrempelig) cultureel aanbod, waar mensen graag komen en makkelijk naar toe kunnen omdat het dichtbij is. Een aanbod dat ook aansluit bij de beleving van West als plek waar initiatief, ondernemerschap en creativiteit de ruimte krijgen.
•
De tweede keuze is dat we klaar staan om initiatieven met een grootstedelijk of landelijk karakter -op zoek naar ruimte- gastvrij te ontvangen. Zeker die organisaties die een verbinding kunnen maken met de humuslaag, waarbij die top zichzelf verbindt met de bewoners van stadsdeel West. Deze organisaties willen we waar mogelijk faciliteren (zie ook pagina 15, de rol van het stadsdeel).
13
Kwaliteit en professionaliteit voorop We willen, ondanks de in het coalitieakkoord vastgelegde bezuinigingsopgave van €300.000, onze inwoners een kwalitatief, hoogwaardig en veelzijdig cultureel aanbod bieden. Om met het dilemma van minder middelen enerzijds en hoge ambities anderzijds om te kunnen gaan, is het noodzakelijk dat de culturele infrastructuur een kwaliteitsslag maakt en dat we keuzes maken. Kwaliteit en professionaliteit dienen voorop te staan. Financieel gezonde en goed geleide organisaties zijn een voorwaarde voor een kwalitatief goede infrastructuur. Het subsidiebeleid stimuleert de instellingen tot ontdubbelen van aanbod, aanbrengen van focus en samenwerken 8 . Juist in een periode van vermindering van middelen neemt het belang van samenwerken, het bundelen van energie en ideeën toe. We zullen in de herijking tot 2014 onderzoeken welke organisaties kunnen samenwerken, bijvoorbeeld door het delen van ruimte, kennis, diensten en voorzieningen. We gaan kritisch kijken naar de stenen en de programmering; de gebouwen en de functies. Het stadsdeel gaat niet meer in verschillende gebouwen eenzelfde type activiteit aanbieden: we willen dubbelingen in het aanbod voorkomen. Vanuit de aanname dat podia een aanzienlijk deel van de week de eigen theaterzaal niet gebruiken, vinden wij dat efficiënter met ruimte kan worden omgegaan. Meer samenwerking tussen podia en programmerende instellingen kan hier vorm krijgen. Diversiteit Diversiteit gaat over alle aspecten waarin mensen van elkaar kunnen verschillen. Het cultuurbeleid is ‘inclusief’ dus bedoeld voor iedereen, hetzij als maker, hetzij als publiek. Mensen die gebruik maken van het culturele aanbod zijn tot op heden voornamelijk autochtoon en hoogopgeleid. Ook bij evenementen in de buurt is het generieke beeld dat de bezoekers veelal afkomstig zijn uit dezelfde groep. Andere bewoners voelen zich kennelijk minder aangesproken of herkennen zich onvoldoende in het aanbod. Omdat we deelname aan, en draagvlak voor, cultuur willen vergroten vragen we van gesubsidieerde instellingen dat ze zich inspannen om hun activiteiten ten goede te laten komen aan alle bewoners in West. Differentiatie naar buurten Talentontwikkeling en aantrekkingskracht spelen een rol van betekenis in het wegwerken van achterstanden. Een deel van stadsdeel West - de Baarsjes en Bos en Lommer - behoort ook na 2011 nog tot aandachtsgebied in het kader van de Wijkaanpak. De gedachte dat cultureel aanbod een belangrijke rol speelt als het gaat om aantrekkingskracht en talentontwikkeling willen we koppelen aan de opwaardering van deze gebieden. Ook het spreiden van succesvolle evenementen en activiteiten over onze pleinen en parken dragen bij aan die gebiedsdifferentiatie. We willen onze ervaring met, en het succes van, het Cultuurpark Westergasfabriek inzetten om in de aandachtsgebieden parken en pleinen te upgraden. 9 Aansluitend bij de analyse in de Perspectievennota 2012 zien we daarnaast kansen om de gegroeide posities in de Spaarndammerbuurt, Bellamybuurt en Chassebuurt verder uit te bouwen.
De rol van het stadsdeel Om de ambitie dat West zich binnen de gemeente Amsterdam onderscheidt als culturele en creatieve hotspot waar te maken en de doelen te bereiken, wordt ook naar de rol van het stadsdeel gekeken. De inzet van mensen en middelen is veelal historisch gegroeid en relatiegestuurd. Dit kan zakelijke afwegingen hinderen en vernieuwing remmen. Waar nodig
8
Voorbeelden van ontdubbelen zijn het gezamenlijk gebruik maken van een podium en het beter afstemmen of samenvoegen van gelijksoortig aanbod. 9 De Perspectievennota geeft inhoudelijk richting aan de begroting 2012. Daarnaast worden de contouren van het financieel kader voor de begroting 2012 geschetst. Het uitgangspunt voor de perspectievennota is: West werkt buurtgericht.
14
zullen we vanuit de doelen die we nastreven de rol van het stadsdeel in relatie tot instellingen en creatief ondernemers wijzigingen. We onderscheiden daarbij drie rollen: 1. faciliteren; 2. financieren; 3. uitvoeren. Faciliteren is het scheppen van de randvoorwaarden waaronder culturele instellingen en creatief ondernemers zich graag in West vestigen. Dit doen we voor alle kunstenaars, creatieven, instellingen en ondernemingen die een bijdrage leveren aan de realisatie van onze ambitie. Het omvat een veelheid van activiteiten: adviseren, bevorderen cultureel ondernemerschap, helpen met het vinden van ruimte, netwerken, inspireren, door de bureaucratie sluizen, scheppen van mogelijkheden voor additionele horeca, bundelen van promotie en publiciteit, enzovoorts. Omdat we een gezonde culturele infrastructuur willen, richten we ons op zelfstandig zakelijk ingestelde instellingen. Iedere creatief ondernemer is verantwoordelijk voor de gezondheid van de eigen organisatie (de eigen exploitatie/financiering) en de druk die mogelijke groei op de omgeving heeft. Stadsdeel West speelt voor 80% een faciliterende rol. We zorgen waar mogelijk voor de randvoorwaarden die nodig zijn voor vestiging en behoud van culturele organisaties die bijdragen aan onze ambities, bijvoorbeeld door inkomsten uit horeca en zaalverhuur mogelijk te maken en regeldruk te verminderen. Financieren kunnen en doen we in beperkte mate. In lijn met de focus op het versterken van verbinding met de bewoners van West en het versterken van de economie van West zal de financiering zich beperken tot de instellingen en initiatieven die hier een bijdrage aan leveren. Daarmee komt de nadruk te liggen op de basis: instellingen en organisaties met een sterke buurtbinding, cultuureducatie, kunst en cultuur in, met en voor de buurt, kunst in de openbare ruimte en evenementen. In het financieren van de culturele toplaag speelt West geen of een minimale rol. We koesteren de iconen. Ze zijn meer dan welkom en waar nodig faciliteren we ze. Eventuele financiering beperkt zich tot het stimuleren van het maken van verbindingen met bewoners en economie. Uitvoeren laten we het liefst aan anderen over. Het vraagt meestal om specifieke, wisselende competenties en vaardigheden die we zelf niet in huis hebben. Ligt de bal toch bij het stadsdeel dan gebeurt het bij voorkeur in coproductie. Tegelijkertijd ligt het voor de hand dat bij bijvoorbeeld het onderhoud van kunst in de openbare ruimte, parkmanagement en gezamenlijke publiciteit en promotie het stadsdeel de leiding neemt. Hoofdstuk 5. Wat gaan we doen? In West is een dynamiek van makers, kunstenaars en ondernemers die gewend zijn initiatief te nemen. Makers die op zoek zijn naar vernieuwing, die met een open en vrijzinnige manier van denken hun omgeving benaderen. West wil die ambities ruimte geven vanuit eenzelfde actieve, open en faciliterende houding. Hieronder wordt beschreven hoe we onze drie culturele hoofddoelstellingen de komende jaren gaan vormgeven. 1. Een kwalitatief goede culturele infrastructuur De culturele infrastructuur is het totale culturele aanbod in stadsdeel West. Dat zijn de evenementen, podia, beeldende kunst (in de openbare ruimte) en incidentele activiteiten en projecten. Alle culturele instellingen en makers van dat aanbod, of ze nu wel of niet gesubsidieerd zijn, krijgen de komende jaren te maken met veranderingen in de sector. Alle instellingen komen voor de vraag te staan hoe te maken wat ze graag willen maken met behoud van kwaliteit en eigenheid binnen een groot aanbod. Instellingen zullen het publiek moeten binden aan hun specifieke kwaliteiten en door zich te onderscheiden van anderen. West vraagt daarnaast naar een bijdrage aan talentontwikkeling en aantrekkingskracht. De Amsterdamse culturele sector kent overaanbod, overlap en lacunes. Het is dan ook voor iedere culturele instelling en maker nodig om de eigen positie te kennen. Relevant aanbod vergroot de kans om een positie te veroveren binnen het culturele landschap. Stadsdeel West
15
volgt de Amsterdamse Kunstraad die over cultureel aanbod zegt dat kwaliteit over het algemeen te herkennen is aan drie kenmerken. Het aanbod: • heeft iets bijzonders te bieden (eigenheid en onderscheid); • trekt en bindt publiek; • heeft de zaken op orde (professioneel en ondernemend). Wij richten onze energie en middelen op instellingen die dit bieden. Een kwalitatief betere culturele infrastructuur hangt wat ons betreft dus samen met de mate waarin een culturele instelling eigenheid en relevantie biedt, publiek bereikt en zich professioneel en ondernemend gedraagt. Podia Net als nu zal een beperkt aantal podia subsidie ontvangen. West richt zich daarbij op de kleinschalige culturele infrastructuur die zich kenmerkt door een sterke binding met het stadsdeel. Die binding komt tot uitdrukking in onder meer de nadruk op talentontwikkeling, kunst in, met en voor de buurt en de inbedding in de lokale creatieve economie. Ze manifesteren zich als lokale trekkers. De kwaliteitsslag zal gevolgen hebben voor de podiumstructuur van West. Vanaf 2012 krijgen de veranderingen vorm. Het doel is om met een beperkt aantal organisaties met ingang van 2013 een meerjarige subsidierelatie van maximaal drie jaar aan te gaan. Dat geeft de organisaties meer mogelijkheden om langdurige samenwerkingsverbanden aan te gaan en externe financiering te organiseren. Het vermindert de administratieve last en daarmee bevordert het de kwaliteit van het aanbod. Deze organisaties vormen samen de basisinfrastructuur. Een aantal organisaties heeft al een meerjarige subsidierelatie met het stadsdeel. Ze zijn al geworteld. Omdat er ook ruimte voor eventueel nieuw (structureel) aanbod moet zijn, is het noodzakelijk om ook de bestaande basisinfrastructuur kritisch te bezien. Om opnieuw voor subsidie in aanmerking te komen, zullen huidige relaties bereid moeten zijn om de gevraagde kwaliteitsslag te maken, inclusief ontdubbeling, samenwerking en efficiënt ruimtegebruik. Bereik, deelname en publiek worden belangrijker bij de subsidietoekenning. Bij de spreiding wordt nadrukkelijk gekeken naar de aandachtsgebieden. Samenwerking wordt gestimuleerd en ontdubbeling wordt ter hand genomen. Dat betekent in de praktijk dat podia in aandachtsgebieden een streepje voor hebben en dat organisaties die hetzelfde type aanbod hebben, wat ons betreft met elkaar om tafel gaan om te zien waar efficiëntievoordeel kan worden gevonden. De toplaag laten we over aan rijk en stad. Ze zijn welkom en worden waar mogelijk gefaciliteerd. Subsidiëring van de top gebeurt alleen in het kader van specifieke projecten waarin een verbinding wordt gelegd met de bewoners en economie van West. Amateurs en volwassenen kunnen voor een hobby gebruik maken van de voorzieningen in de buurt, zoals bijvoorbeeld podia. We zullen de door ons structureel gesubsidieerde podia stimuleren om hun voorziening toegankelijk te maken. Evenementen De afgelopen jaren was er in West ruimte voor vele festivals van een uiteenlopend karakter die vanuit de voormalige stadsdelen en veelal met incidentele middelen werden gefinancierd. Dat extra geld is met ingang van 2011 komen te vervallen. De schaalvergroting biedt kans opnieuw te kijken naar evenwichtig en gespreid aanbod. De noodzaak het evenementenbeleid te vernieuwen biedt ruimte voor nieuwe keuzes en de budgettaire ruimte dwingt tot focus. De komende twee jaar ontwikkelen we een aanpak voor het (laten) organiseren van evenementen en festivals met als kern binding met buurtbewoners en ondernemers en creatief ondernemerschap waarbij nadrukkelijk naar nieuwe partnerships wordt gezocht. Kleinschalige initiatieven Initiatieven van bewoners en het culturele veld worden binnen de financiële kaders mogelijk gemaakt. In samenspraak met kunstenaars, omwonenden en ondernemers wordt
16
gestimuleerd dat culturele bedrijvigheid door middel van een evenement kan plaatsvinden. De ondersteuning is financieel en facilitair. Aansluiting wordt gezocht bij het buurtgericht werken met als doel ook initiatieven in het kader van de buurtagenda en bewonersinitiatieven te faciliteren. Voor deze evenementen en festivals laten we de keuze van de locatie in principe bij de initiatiefnemers. De grenzen worden bepaald door de regels voor het beperken van overlast, veiligheid, geluid etc. Grootschaliger initiatief Naast de kleinschalige evenementen streven we ernaar om jaarlijks een groot evenement met internationale oriëntatie (zoals Cool Globes in 2011) te laten plaatsvinden in nauwe samenwerking met bij voorkeur organisaties in West. Dit jaarlijkse evenement faciliteren we en we dragen financieel bij. Vier plekken: vier speerpunten Van de 132 parken en pleinen die stadsdeel West rijk is, zijn velen niet geschikt om als podium te dienen. Omdat ze afgesloten zijn voor publiek (volkstuinencomplexen), vol staan (speeltoestellen, sportfaciliteiten, hekken) of het aantal vierkante meters gering is. Er zijn na onderzoek dertien locaties geschikt bevonden waarvan vijf voor evenementen met maximaal 500 bezoekers (Balbaoplein, WG terrein, Schimmelstraat 44/speeltuin, Suikerplein, Watertorenplein) en vier voor evenementen tot 2000 bezoekers (Stenen Hoofd, Mercatorplein, Bos en Lommerplein, Bos en Lommerplantsoen) en vier voor meer dan 2000 bezoekers (Strand West, de Hallen, Erasmuspark en Cultuurpark Westergasfabriek). Gebruikmakend van de lessen en successen van het Cultuurpark Westergasfabriek en evenementen in de oude stadsdelen, concentreren we de vernieuwing in de aandachtsgebieden De Baarsjes (Mercatorplein) en Bos en Lommer (Erasmuspark). Daar willen we de aantrekkingskracht versterken en (culturele) economie een impuls geven. Zeker in de ontwikkelfase zal het stadsdeel actief betrokken zijn bij de evenementen in het Erasmuspark en op het Mercatorplein. We gaan door met de organisatie van evenementen in het Cultuurpark Westergasfabriek, daar kan een groter (internationaal georiënteerd) festival plaatsvinden en we verzilveren de potentie van het gebied SpaardammerbuurtZeeheldenbuurt-Houthavens (Stenen Hoofd). 1. Erasmuspark: hier investeren we in een voorzieningenpakket om dit park voor kleinschalige, culturele optredens geschikt te maken. Daarbij wordt gezorgd dat de waarde van het groen in het Erasmuspark wordt gewaarborgd. De beoogde sfeer is familiaal/lokaal. Samenwerking wordt gezocht met onder andere Podium Mozaïek en (creatieve) ondernemers uit de buurt. 2. Mercatorplein: hier wordt geïnvesteerd in een soortgelijke ontwikkeling waarbij het accent meer komt liggen op beeldende kunst. Kleinschalige optredens zijn mogelijk. Samenwerking wordt gezocht met onder meer muziekcentrum Aslan en de horecaondernemers op het plein. 3. Stenen Hoofd: deze locatie leent zich door zijn ligging voor een breder spectrum aan activiteiten. Enerzijds voor activiteiten verbonden met bewoners en ondernemers van de Spaarndammerbuurt en de Zeeheldenbuurt. Anderzijds voor evenementen met een bredere stedelijke uitstraling. De ligging van het Stenen Hoofd biedt ook kansen in combinatie met de ontwikkeling van de Houthavens. Bij de programmering van het Stenen Hoofd zoeken we ook samenwerking met de stichting die actief is om de locatie te ontwikkelen als evenementenlocatie. 4. Cultuurpark Westergasfabriek: samen met de Westergasfabriek BV wordt momenteel de visie op de toekomst van het park geactualiseerd. De regie op de buitenfunctie van het park blijft behouden, we leren van de ervaringen en successen van deze plek. Het park zal zich blijven richten op ondernemerschap en activiteiten met een stedelijke en (inter)nationale uitstraling. Kunst in de openbare ruimte In 2011 is de huidige collectie buitenbeelden digitaal ontsloten via een website. Daarnaast gaan we op basis van deze website cultuurroutes ontwikkelen die naast de buitenbeelden aandacht richten op monumenten en architectonische bezienswaardigheden. Onderdeel hiervan is de uitvoering van de motie ‘Cultuurroutes in West’ (M11.30). In 2012 wordt ingezet
17
op het realiseren van drie cultuurroutes voor fietsers, voetgangers en/of boten langs bijzondere culturele plekken in West. Deze routes worden onder de aandacht van bewoners en bezoekers gebracht. Mogelijkheden voor meer routes worden verkend. Er is al een bijzonder fraaie architectuurroute die toeristen en bewoners kennis laat maken met de verborgen schatten van West. Voor kunst in de openbare buitenruimte wil het stadsdeel actief en in een vroeg stadium aansluiting zoeken bij (grote) stedenbouwkundige projecten om kunsttoepassingen te realiseren. We streven naar de realisatie van één nieuw kunstwerk per jaar. Bij herinrichting van de openbare ruimte wordt daarom steeds gezocht naar mogelijkheden om een kunstwerk te realiseren als onderdeel van zo een project. Het stadsdeel blijft initiatieven ondersteunen om beeldende kunst in de ‘openbare binnenruimte’ te vergroten. Een voorbeeld hiervan vormen de zogenaamde etalageprojecten. Middelen die het stadsdeel voorheen structureel beschikbaar stelde voor beeldende kunst worden nu per project beoordeeld. De ambitie is om de etalageprojecten zoals deze in voormalig stadsdelen Westerpark en Oud-West (Bellamy etalageprojecten) werden uitgevoerd, op meer plekken in West te realiseren. We sluiten daarvoor aan bij initiatieven van kunstenaars. Als uitvoering van motie ‘Vrije expositieruimte in de buitenlucht’ (M11.51) om locaties aan te wijzen als vrije expositieruimte in de openbare ruimte gaan wij minimaal twee locaties in de openbare ruimte geschikt maken voor de realisatie van wisselende exposities. West doet mee aan publieksactiviteiten, zoals bijvoorbeeld de jaarlijkse Open Monumentendagen en initiatieven waarbij kinderen en jongeren via school in aanraking worden gebracht met monumenten en kunstwerken in de buitenruimte van Stadsdeel West. Iconen Succesvolle culturele ondernemingen die met hun programmering een breed publiek trekken en zo aandacht genereren voor het aanbod in West, fungeren als trekker voor andere activiteiten. Ze onderstrepen de mogelijkheden in West en halen mensen naar West. De rol van het stadsdeel is vooral faciliterend. Door het voeren van gesprekken, het verbinden van partners en verminderen van regeldruk zorgen we waar mogelijk voor de randvoorwaarden die nodig zijn voor vestiging en behoud van culturele organisaties die bijdragen aan onze ambities. Het doel is dat naast de nieuwe gebruiker van het Vondelparkpaviljoen er in West nog minstens één icoon bijkomt in deze bestuursperiode. En dat de contouren van De Hallen als icoon in wording zichtbaar zijn. Om de mogelijkheid van uitbreiding van museum Het Schip naar de Catamaranschool open te houden is de boekwaarde en niet de commerciële marktwaarde van de leegkomende school ingebracht in de financiering van de nieuwbouw. Het is nu allereerst aan het museum om verdere plannen te ontwikkelen. Met succesvolle culturele ondernemingen willen we afspraken maken over het aangaan van verbindingen met de culturele infrastructuur in West, scholen en creatieve ondernemingen. We benaderen deze organisaties actief met de vraag wat zij voor onze bewoners willen betekenen. 2. Meer mensen nemen deel aan kunst en cultuur Het liefst zien we natuurlijk dat iedereen regelmatig in aanraking komt met kunst en cultuur. Als kans, niet als ‘must’. Bij een culturele hotspot hoort dat kunst en cultuur altijd dichtbij zijn voor wie dat wil. Daarom verwachten we van gesubsidieerde instellingen dat ze publiek trekken. En daarom vragen we ook van culturele organisaties en kunstenaars dat ze verbindingen aangaan met bewoners en ondernemers in West. Om te bevorderen dat meer mensen deelnemen aan kunst en cultuur wordt daarnaast ingezet op: communicatie en informatievoorziening over het aanbod, cultuureducatie, diversiteit en kunst in, met en voor de buurt. Communicatie en informatievoorziening
18
Om te kunnen deelnemen aan het culturele aanbod, is het van belang dat bewoners goed geïnformeerd zijn over het aanbod dat in West beschikbaar is. Hiertoe biedt het stadsdeel een website met een overzicht van het publiekstoegankelijk, cultureel aanbod. Hierop staan zowel culturele instellingen en activiteiten als buitenkunst en op termijn de monumenten in het stadsdeel. Daarnaast zijn culturele activiteiten zichtbaar op drie lichtkranten in Westerpark en Oud-West en de evenementenagenda (op de website) van het stadsdeel. Bewoners worden daarnaast op de hoogte gebracht van cultureel aanbod via de Westkrant en persberichten. De persberichten worden onder meer verspreid via Twitter en op Facebook worden verschillende evenementen uitgelicht en aangekondigd. Cultuureducatie en talentontwikkeling Talentontwikkeling heeft een centrale plaats in het cultuurbeleid van West. Cultuureducatie is onderdeel van talentontwikkeling. Het bevindt zich op het snijvlak van onderwijs, cultuur, jeugd- en welzijnsbeleid waarbij de expertise uit de velden elkaar kunnen versterken en verrijken. We willen bewoners in West de mogelijkheid bieden zich in culturele zin optimaal te ontwikkelen. Dat kan op vele plekken in Amsterdam en dat kan ook in West. West gaat zich concentreren op de schoolgaande jeugd. Scholieren komen met cultuureducatie in aanraking via school en jongerenwerk. Het doel is om kinderen hun talenten te laten ontdekken en ontplooien. Daarbij is er aandacht voor taal en ouderbetrokkenheid. Als jonge Amsterdammers meewerken aan een theaterproductie zal dit de taalontwikkeling stimuleren. Op het moment van de opvoering van een voorstelling komen ook de ouders in het theater. Vanuit het programma talentontwikkeling is er een breed programma voor cultuureducatie en talentontwikkeling. Zowel in stedelijk verband als opgezet vanuit het stadsdeel als onderdeel van de naschoolse activiteiten. Kinderen op de basisschool Op dit moment bepalen stad en stadsdeel nog grotendeels het aanbod cultuureducatie op basisscholen. Amsterdamse kinderen hebben tot een basisaanbod cultuureducatie via de 10 basisschool: dit gebeurt via de zogenaamde Materiële Financiële Gelijkstelling . Ook geeft West jaarlijks subsidie (incidenteel) voor de stedelijk gecoördineerde Kunstschooldag. Het stadsdeel wil de komende jaren in het kader van de ontwikkeling van Beste Brede School West via pilots op vijftien basisscholen komen tot een model waarbij de scholen steeds meer regie krijgen over de middelen voor onderwijsvoorzieningen, waaronder die voor cultuureducatie. Om dat te faciliteren wil het stadsdeel zorgen voor aanbod van goede kwaliteit voor scholen. Kwalitatief hoogwaardig, cultuureducatief aanbod is wat ons betreft aanbod dat een professionele, culturele organisatie in samenwerking met scholen heeft ontwikkeld en dat de (pedagogische) kwaliteiten in het welzijnswerk met culturele verdieping combineert. Aanbieders uit West waarvan is aangetoond dat ze hun kwaliteiten kunnen verbinden met scholen, inwoners en economie van het stadsdeel, krijgen in overleg met de scholen de status van preferred supplier. Dit ordent het aanbod, vergemakkelijkt de keuze voor scholen, neemt rompslomp weg, waarborgt kwaliteit en – niet onbelangrijk – geeft aanbieders uit West de kans extra inkomsten te verwerven. Jongeren Vanuit cultuur ligt de focus op de schoolgaande jeugd in het voortgezet onderwijs. We willen dat jongeren zich kunnen verdiepen in een discipline die hen aanspreekt en vragen het jongerenwerk om specialisten in huis te halen om workshops te bieden wanneer daar vraag naar is. De specialisten, bijvoorbeeld een fotograaf of muzikant, kunnen de jongeren die zich verder willen ontwikkelen na een workshop of training verwijzen naar een plek die meer te bieden heeft. Er is daarmee aandacht voor doorstroming van de onderkant naar de top. Stadsdeel West subsidieert tot en met 2011 twee podia voor jongeren waar cultuurinhoudelijk gezien meer uitdaging is dan in het gewone jongerenwerk: dat zijn Volta en het
10
MFG: aanbod dat door alle stadsdelen gezamenlijk wordt ingekocht die kunstkijkuren en muziekluisterlessen mogelijk maakt.
19
Fijnhouttheater. Bij Volta kun je onder andere terecht als je meer wilt met muziek en in het Fijnhout kunnen theatertalenten zich ontwikkelen. Deze podia zijn bekend bij jongeren, hebben een goede naam en werken succesvol samen met het voortgezet onderwijs. Bij de keuze voor een kleiner aantal Welzijnsaanbieders is ervoor gekozen om de huisvestingskosten van het Fijnhout niet meer te bekostigen. Dit heeft als consequentie dat het Fijnhouttheater dat onderdeel is van het Fijnhout met ingang van 2012 de deuren zal moeten sluiten. Aan Volta wordt gevraagd de komende jaren meer outreachend te werk te gaan, dus naar de overige jongerencentra toe te gaan om hun culturele expertise aan te bieden. De combinatie van inhoudelijke verdieping met pedagogische begeleiding, inclusief aandacht voor gedrag en discipline, zal de kwaliteit van het aanbod verbeteren. Heroverweging Onze vaste subsidierelaties die cultuureducatie aanbieden (enkele podia, Jong Rast en WG Kunst) heroverwegen we in 2012. Uitgangspunt hierbij is dat dit aanbod in de toekomst niet meer op structurele wijze gefinancierd wordt. Na besluitvorming in 2012 worden met ingang van 2013 projecten op maat per aanvraag beoordeeld. Als gevolg hiervan zal naar verwachting het aantal vaste relaties verminderen. De heroverweging maken we op basis van nader onderzoek waarbij onze uitgangspunten zijn: • projectmatig aanbod/ per project beoordeeld; • meer samenwerking en ontdubbeling; • efficiënt ruimtegebruik; • als iets aan de markt overgelaten kan worden, dan zullen we dat stimuleren. Met het vrijkomende budget wordt het mogelijk om subsidie te herbestemmen voor nieuw in te richten cultuureducatiebeleid voor jongeren waarin onze doelstellingen worden verwerkt. In dat kader gaan we ook bezien of de meer op cultuur gerichte succesvolle organisaties die tot op heden door welzijns- en jongerenbeleid (Volta en Fijnhouttheater) worden gefinancierd niet beter - inhoudelijk en financieel - vanuit cultuur kunnen worden aangestuurd. Een mogelijke overheveling van budgetten hoort daar ook bij. Om de rol van de culturele instellingen en creatieve sector bij cultuureducatie te versterken, en de kwaliteit van de cultuureducatie te verbeteren, worden, samenvattend, de volgende maatregelen genomen: • In het kader van de bredeschoolontwikkeling krijgen de basisscholen meer de regie over de inzet van de middelen voor cultuureducatie. • Er worden preferred suppliers geselecteerd waarmee de scholen een meerjarige samenwerking kunnen aangaan. • Organisaties die behoren tot onze basisinfrastructuur worden gestimuleerd een aanbod voor cultuureducatie te ontwikkelen waar scholen en jongerenwerk gebruik van kunnen maken. • Er komt een nader uit te werken regeling waarmee scholen en cultureel ondernemers gezamenlijk een (incidenteel) project op maat kunnen maken. Van hieruit worden jaarlijks enkele projecten ondersteund waarbij culturele organisatie of ondernemers uit het stadsdeel samen met scholen aan de slag gaan. Dat kan variëren van een masterclass, toneelproductie, muziekstuk of tentoonstelling. • De uitwisseling tussen professioneel cultureel aanbod en jongerenwerk wordt gestimuleerd. • De bestaande organisaties (Volta, Fijnhouttheater) gaan meer outreachend te werk. • De bestaande subsidierelaties worden heroverwogen waarbij meer samenwerking centraal staat. De vrijkomende middelen worden bestemd voor nieuw beleid.
Diversiteit Het cultuurbeleid is ‘inclusief’, dus bedoeld voor alle mensen in West, hetzij als maker, hetzij als publiek. Diversiteit speelt een rol bij de subsidietoekenning. We willen immers dat het aanbod aansluit bij de diversiteit van de bewoners. We vragen dan ook van culturele instellingen die wij subsidiëren hier in hun aanbod rekening mee te houden. Zo kan bijvoorbeeld aanbod voor hoogopgeleiden goed gecombineerd worden met aanbod voor niet westerse allochtonen. In West hebben we meerdere instellingen die daarin succesvol
20
opereren. Met instellingen die nog niet zover zijn maken we heldere afspraken over ambities en doelstellingen en monitoren we of er resultaten worden geboekt. De ervaring leert dat diversiteit in het aanbod vereist dat instellingen en makers divers zijn of diversiteit in huis hebben. Met instellingen waar we geen subsidierelatie mee hebben gaan we het gesprek aan om hen te motiveren deze lijn van werken te volgen. Kortom, diversiteit in het door ons gesubsidieerde culturele aanbod bereiken we door: • in het geheel aan subsidieaanvragen het totale aanbod beter af te stemmen op de verschillende bewonersgroepen in West; • subsidierelaties te prikkelen om draagvlak en publiek te vinden passend bij de bevolkingssamenstelling in de buurt; • onze subsidierelaties te stimuleren om in diversiteit in huis te hebben zodat ze makkelijker de verbinding kunnen maken. Kunst en cultuur in, met en voor de buurt Vanuit de overtuiging dat kunst en cultuur een bijdrage kan leveren aan de leefbaarheid en sociale samenhang in een buurt nodigen we culturele organisaties, kunstenaars en creatieve ondernemers uit samen met, in en voor de buurt aan de slag te gaan. Daarbij geven we voorrang aan de aandachtsgebieden in de voormalige stadsdelen De Baarsjes en Bos en Lommer en het benutten van de kansen in de Spaarndammerbuurt, de Bellamybuurt en Chassébuurt. Bewoners kunnen ook zelf het initiatief nemen. Daarom wordt aansluiting gezocht bij bewonersinitiatieven en de buurtagenda’s. Bijvoorbeeld doordat dat buurtbewoners en kunstenaars elkaar vinden en samen initiatieven ontwikkelen. Of dat buurtagenda’s volgens de methodiek van het buurtgericht werken richting geven aan de keuzes binnen het cultuurbeleid. Belangrijke partners zijn de woningcorporaties. Rochdale, Ymere en Stadgenoot faciliteren momenteel elk op hun eigen manier de huisvesting van kunstenaars of bieden atelierruimte tegen geen of een lage huur. Initiatieven worden gefaciliteerd. Doel is om partijen te verbinden die gezamenlijk een sociaalmaatschappelijke en/of meerwaarde vormen voor het gebied. Daarnaast komt er budget om nieuwe initiatieven op gang te helpen. De inzet vindt plaats in samenhang met de programma’s voor de stedelijke ontwikkelingsgebieden. 3. Groei creatieve bedrijvigheid & creatieve industrie Als creatieve bedrijven en zelfstandigen op zoek zijn naar een locatie om zich te vestigen dan kiezen ze een buurt waar ze zich thuis voelen en die bijdraagt aan hun imago. Het liefst een hoogstedelijk milieu met veel horeca waar men elkaar kan ontmoeten. Het gebouw waar ze kantoor houden moet beschikken over een uitstraling die bij hen past. Een plek als het Cultuurpark Westergasfabriek voldoet al aan die criteria. West als geheel voldoet steeds meer. West kent nu een beperkt generiek beleid gericht op het ondersteunen van ondernemers. Dit is een bewuste keuze. We doen alleen die dingen waar we een toegevoegde waarde hebben ten opzichte van het aanbod van de Kamer van Koophandel, stedelijke diensten (DWI en EZ), banken en andere commerciële instellingen. Deze keuze trekken we door naar het creatief ondernemerschap. De rol van het stadsdeel bij het stimuleren van dit type ondernemerschap is primair faciliterend en voorwaardenscheppend. Zo zal het stadsdeel netwerkbijeenkomsten en workshops (laten) organiseren voor de (creatief) ondernemers in onder meer het KunstENhuis. Via onze subsidievoorwaarden en afspraken wordt professionaliteit en ondernemerschap gestimuleerd en voor de vestiging van creatieven in West streven we naar meer ateliers in broedplaatsen, woon-werkpanden en leegstaande kantoren en winkels. Ons horecabeleid is erop gericht meer ruimte te geven aan culturele organisaties om horeca-inkomsten te genereren. Gebiedsontwikkeling en starters In West doen de buurten Westerpark en Oud-West het goed. De Baarsjes en dan met name de Chassébuurt ontwikkelt zich sterk, de buurt is - door alle inspanningen van de corporatie
21
Ymere en het stadsdeel - getransformeerd tot een trendy buurt. De stadsvernieuwing is er bijna afgerond en dat zorgt voor een grote instroom van hoogopgeleide bewoners. De vele kunstenaars die er wonen en de galeries en ateliers (meneer de Wit) hebben bijgedragen aan het positieve imago van de buurt. We verbreden onze aandacht nu naar de rest van de Baarsjes en naar Bos en Lommer. Ook daar zien we positieve ontwikkelingen maar die kunnen nog wel een impuls gebruiken. We willen met cultuur en creatieve ondernemers deze gebieden versterken door te focussen op de kracht en de talenten die in deze wijken aanwezig zijn. Er word ingezet om de potentie van deze buurten te verbinden met culturele instellingen die we willen verleiden om zich in deze buurt te vestigen. Wij hebben het voornemen om de komende jaren de bestaande regeling voor Creatief en ambachtelijk bedrijvigheid (Ceab regeling) die nu in de Chassébuurt van kracht is uit te breiden naar de aandachtsgebieden. Dat betekent dat startende creatieve ondernemers een tijdelijke subsidie krijgen voor de startfase van hun onderneming. KunstENhuis In 2009 is in opdracht van stadsdeel Westerpark het KunstEnhuis gebouwd om creatieven uit de buurt, de rest van Amsterdam en daarbuiten een betaalbare plek te bieden om te werken en te presenteren. Doel van dit initiatief is om de positie van cultureel ondernemers en kunstenaars in West te versterken door ze te laten profiteren van de kracht en waarde van het Cultuurpark Westergasfabriek. Tot op heden is het KunstENhuis een artistieke netwerkorganisatie: er is een pool van specialisten die geregeld worden benaderd om een bijdrage te leveren aan bijeenkomsten waarvan thema’s kunnen variëren van cultuureducatie tot de samenwerking tussen culturele organisaties en van artistieke specialismen tot buurtbetrokkenheid. In 2011 heeft het KunstENhuis van het stadsdeel de opdracht gekregen om een aantal ronde tafelbijeenkomsten te organiseren met als doel het culturele veld te mobiliseren, kennis te delen en een breed (cultureel) netwerk te organiseren. Daarnaast ontwikkelde het KunstENhuis aanbod ter bevordering van het cultureel ondernemerschap van kunstenaars in West. Deze ontwikkeling wordt voortgezet. De ambitie is het KunstENhuis door te ontwikkelen tot een centrum voor creatief ondernemerschap in West van waaruit de ondernemersondersteuning aangeboden wordt. Daarbij wordt, waar mogelijk, gebruik gemaakt van bestaand aanbod dat relevant is voor, en toegesneden op, de culturele en creatieve sector. Ook hier geen dubbelingen. Werkplekken voor kunstenaars en creatieven Een deel van ons eigen vastgoed wordt verhuurd aan creatieve ondernemers. Daarmee kan voorzien worden in een klein deel van de groeiende vraag. Om het voor creatieve ondernemers aantrekkelijk en makkelijk te maken spant het stadsdeel zich in om zowel in de eigen voorraad als in die van particulieren meer ruimte beschikbaar te krijgen. Vervolgens dient het beschikbare aanbod ook bekend te zijn bij de zoekers. Bij het tot stand komen van een goede match tussen vraag en aanbod speelt het stadsdeel een bescheiden, faciliterende rol. Goede dienstverlening en een gastvrije houding zijn van groot belang. De informatie over leegstaande panden in West is up to date en organisaties worden geïnformeerd over de mogelijkheden. Een proactieve houding van onze accountmanagers zorgt ervoor dat organisaties uit de stad attent worden gemaakt op de vestigingsmogelijkheden in West. De bedrijvenloods bij het Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam (OGA) overziet alle organisaties die zich stedelijk melden en sluist ze door naar West. Eigen vastgoed Voor het eigen vastgoed zijn de richthuren geharmoniseerd: €57 per m2/jaar voor ateliers, €103 voor culturele ondernemingen en €125 voor startende ondernemers. Waar dit tot hogere
22
lasten leidt voor gesubsidieerde instellingen waarvan het stadsdeel vindt dat ze hun activiteiten onverminderd voort moeten kunnen zetten, wordt dit in de subsidie gecompenseerd. In voorbereiding is een integraal strategisch vastgoedbeleid. Hierin worden onder meer dwarsverbanden gelegd tussen beleidsterreinen, mogelijkheden voor gecombineerd gebruik van gebouwen onderzocht en spelregels voor mogelijke interventies (huur, koop, verkoop) ten behoeve van de realisatie van beleidsdoelen in beeld gebracht. Woonwerk-panden De vraag naar ateliers en woon-werkpanden in Amsterdam is groter dan het aanbod. De stad kan zijn (internationale) studenten en talenten moeilijk behouden door een gebrek aan beschikbare en betaalbare woon- en werkruimte en dreigt zijn positie op de Europese ranglijst te verliezen. West gaat bij de stedelijke ontwikkeling en de eventuele herbestemming van eigen vastgoed inzetten op de realisatie van meer woningen waarin wonen en werken gecombineerd kan worden.
Broedplaatsen & ateliers Samen met het stedelijk Bureau Broedplaatsen kijkt West uit naar kansen voor nieuwe broedplaatsen. Mogelijkheden doen zich voor als binnenkort maatschappelijk vastgoed vrijkomt vanwege de veranderingen in het welzijnsbeleid. Het stadsdeel neemt het initiatief om met Bureau Broedplaatsen te onderzoeken of ook kleinere gebouwen geschikt zijn als broedplaats. Gebouwen die al jaren leegstaan krijgen weer een nieuwe (tijdelijke) bestemming. De beschikbare m2 worden gehuurd door een mix aan kunstenaars en creatieve en ambachtelijke bedrijfjes. De kunstenaars betalen het lage tarief van € 58 m2/jaar inclusief service kosten. Kunstenaars die voor een ruimte in aanmerking willen komen, moeten aan een aantal eisen voldoen. Het CAWA toets deze voorwaarden. De creatief ondernemers betalen een kostendekkend tarief. In een gebouw kan dus een mix aan huurniveau’s worden gehanteerd. In ruil voor goedkope huisvesting verplichten de huurders zich om iets terug te doen voor de buurt. Dat kan door het organiseren van workshops of het organiseren van tentoonstellingen en evenementen voor bewoners en/ of scholen. Jongeren kunnen op die manier kennis maken met de creatieve industrie. De ervaring leert dat zij (en hun ouders) niet of onvoldoende op de hoogte zijn van de mogelijkheden om in die industrie je brood te verdienen. Een mooi voorbeeld zijn de activiteiten die Streetlab in Meneer de Wit heeft georganiseerd. Streetlab gaf jongeren uit West de kans in contact te komen met professionals in de creatieve industrie.
Streetlab biedt sinds eind 2005 een podium en is een platform voor jonge Nederlandse fashion designers, illustratoren, fotografen, grafisch ontwerpers en sinds kort ook muzikanten. Middels exposities in hun eigen Projectspace te Amsterdam, portfolio-avonden, business cases en workshops toont Streetlab dit jonge talent aan een breed publiek, brengt het in contact met professionals, begeleidt hen in hun ontwikkeling en biedt handvaten zich als ondernemer te ontwikkelen. Door middel van het organiseren van de verschillende evenementen geeft Streetlab jonge creatieven toegang tot de (inter)nationale scene en markt.
23
Tijdelijke huisvesting in leegstaande kantoren en winkels Wij zien kansen voor tijdelijke huisvesting in lege kantoorpanden en winkels. Met de eigenaren van de kantoorpanden wordt overlegd over de mogelijkheden. Voor de grotere kantoorpanden gebeurt dit in samenspraak met de Centrale Stad. Voor de grootste panden geldt op dit moment echter dat de ontwikkeling eerder richting tijdelijke (studenten)huisvesting gaat. Op zich een kans voor jonge mensen die zich in de stad willen vestigen. Winkelstraatmanagers zijn alert op leegstaande winkels en de mogelijkheden voor ateliers/werkplaatsen. Hierover worden met eigenaren gesprekken gevoerd. Pop-up stores zijn al een bekend fenomeen dat met groot succes op kleine schaal wordt toegepast. De mogelijkheid wordt onderzocht om ruimtes creëren voor groepen die bijvoorbeeld een maand of drie een initiatief willen opzetten om te kijken of dat levensvatbaar is. Gezocht wordt naar een locatie waar de infrastructuur aanwezig is en waar deze groepen tijdelijk onderdak kunnen vinden. Na drie maanden houdt het contract op. Om leegstaande kantoren en winkels makkelijker om te kunnen zetten naar ruimte voor creatieve bedrijvigheid worden de bestemmingsplannen die toe zijn aan herziening globaler en flexibeler. Ook komen er meer mogelijkheden om in één gebouw meerdere commerciële en niet-commerciële functies te combineren. In lijn met motie M11.37 ‘Expositieruimte’ (M11.37) richt de inspanning zich in 2012 op het realiseren van ten minste tien tijdelijke werk- en expositieruimtes voor jonge kunstenaars in leegstaande utiliteitsbouw. Jonge kunstenaars met een levensvatbaar bedrijfsplan moeten tegen geringe kosten van deze ruimtes gebruik kunnen maken. Voor de realisatie wordt nadrukkelijk ook naar het eigen vastgoed gekeken. Culturele horeca Voor veel culturele instellingen is goede horeca noodzakelijk om de exploitatie financieel mogelijk te maken. De meeste culturele instellingen exploiteren horeca als additionele horeca. Deze regeling stelt een aantal ruimtelijke voorwaarden aan de horeca-exploitatie en staat hiermee in sommige gevallen een goede culturele exploitatie in de weg, bijvoorbeeld omdat de horeca-activiteit een onderdeel is van een gevarieerd programma en plaatsvindt in de hoofdruimte (zoals bij een poppodium) of omdat door een monumentale status het pand niet kan worden aangepast. Deze beperkingen kunnen worden opgeheven door zelfstandige horeca voor culturele instellingen mogelijk te maken. Hiermee ontstaat een vorm van zelfstandige horeca die nadrukkelijk wel gekoppeld is aan de culturele functie. Dit om te voorkomen dat onder condities (huur, subsidie) voor cultuur puur commerciële horeca geëxploiteerd wordt. Als de culturele instelling uit het pand vertrekt en niet door een zelfde functie wordt vervangen, mag de horecafunctie niet langer worden uitgevoerd.
24
Panden die in aanmerking komen voor de aanduiding culturele horeca zijn musea of vestigingen van culturele instellingen, inclusief theaters, bioscopen en broedplaatsen met een programmering die bestaat uit een mix van verschillende activiteiten. Horeca maakt deel uit van deze activiteiten. Culturele horeca maakt het mogelijk dat de horecafunctie en de culturele functie naast elkaar kunnen bestaan. Het stadsdeel wil culturele instellingen die door additionele voorwaarden beperkt worden de ruimte geven om een goede culturele exploitatie mogelijk te maken middels horeca. Het stadsdeel zal daarom meewerken aan een bestemmingverandering binnen de bestemming ’maatschappelijk’ of ‘cultuur en ontspanning,’ wanneer deze tot doel heeft de culturele exploitatie te verstevigen en de ruimtelijke context dit toelaat (planologisch inpasbaarheid, waarbij gelet op belasting woon-en leefklimaat en verkeersaantrekkende werking). De volgende ontheffingsvoorwaarden zijn hierbij van toepassing: 1. Het pand heeft een culturele programmering en een bestemming maatschappelijk of cultuur en ontspanning in het bestemmingsplan; 2. De inkomsten van de horeca-exploitatie moeten aantoonbaar (bedrijfsplan) ten goede komen aan de culturele functie van het gebouw; 3. De sluitingstijd voor de horeca-activiteit is niet later dan 24:00 uur voor vestigingen in woonbuurten (met uitzondering van de hierin gelegen verkeersaders); 4. Culturele horecavestigingen in woonbuurten mogen geen terras exploiteren. 11 Culturele horeca dient daarnaast te voldoen aan de geldende wet- en regelgeving . Hoofdstuk 6. Subsidiesystematiek en budgetten Stadsdeel West gaat (opnieuw) een vaste subsidierelatie aan met een beperkt aantal organisaties die samen de basisinfrastructuur vormen. Dit omdat West niet alleen projectmatige inzet maar ook duurzame investeringen wil stimuleren. Het gaat daarbij om subsidies voor: • een beperkt aantal podia; • de organisatie van evenementen; • kunst in de openbare ruimte. Ook is structureel budget beschikbaar voor incidentele subsidieaanvragen voor cultuureducatieve projecten. Met de organisaties in de basisinfrastructuur worden afspraken gemaakt over hun bijdrage aan de realisatie van de ambitie van West. De subsidie wordt vanaf 2013 voor een langere periode, maximaal drie jaar, toegekend. Dat geeft de organisaties meer mogelijkheden om langdurige samenwerkingsverbanden aan te gaan en externe financiering te organiseren. Het is op voorhand niet zo dat alle huidige organisaties uit de basisinfrastructuur opnieuw voor subsidie in aanmerking komen. We streven immers ook naar ontdubbeling, samenwerking en efficiënter gebruik van podia. Om in 2012 voor subsidie in aanmerking te komen zullen de organisaties bereid moeten zijn om de gevraagde kwaliteitsslag te maken. Naast meerjarige subsidies voor de basisinfrastructuur zijn er subsidies die op projectbasis verstrekt kunnen worden. Kwaliteit en professionaliteit staan bij alle subsidieaanvragen voorop. Bij kwaliteit wordt gekeken naar het geleverde product en naar het bereik, zowel kwantitatief (aantal bereikte personen) als kwalitatief (de samenstelling van het publiek). Professionaliteit komt tot uitdrukking in een gezonde bedrijfsvoering en de mate waarin samengewerkt wordt met partners (scholen, ondernemers, andere aanbieders). De eigen inkomsten en inkomsten van derden staan in verhouding tot de subsidieaanvraag. Als iets aan de markt overgelaten kan worden, dan zullen we dat stimuleren.
11
O.a. de Drank-en Horecawet. Op grond van de Drank-en Horecawet worden voorschriften verbonden aan ‘paracommerciële’ horeca. Het gaat hierbij om instellingen van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard, die door hun bedrijfsvoering (o.a. werken met vrijwilligers, geen horecaCAO, ontvangen van subsidies) oneerlijke concurrentie kunnen zijn voor reguliere horeca. Voor paracommerciële horeca gelden aanvullende voorwaarden, waaronder de koppeling van openingstijden aan de hoofdactiviteit en het verbod op zaalverhuur voor besloten feesten en partijen. Veel culturele instellingen exploiteren paracommerciële horeca; echter ook commerciële horeca-exploitatie komt onder culturele instellingen voor.
25
Organisaties met een sterke visie op de eigen rol in het nieuwe, grotere stadsdeel en op de meerwaarde die hen onderscheidt van het bestaande aanbod hebben onze voorkeur. Culturele instellingen die zich met hun activiteiten richten op de aandachtsgebieden hebben een streepje voor. Criteria Bij de criteria volgen we zoals eerder aangegeven de Amsterdamse Kunstraad die over cultureel aanbod zegt dat kwaliteit over het algemeen te herkennen is aan drie kenmerken. Het aanbod: • heeft iets bijzonders te bieden (eigenheid en onderscheid); • trekt en bindt publiek; • heeft de zaken op orde (professioneel en ondernemend). Daarom wordt bij de beoordeling van de subsidieaanvragen gekeken naar de mate waarin de organisatie: • een cultureel aanbod kan realiseren dat iets toevoegt aan het aanbod van West, waarbij prioriteit wordt gegeven aan de aandachtsgebieden De Baarsjes en Bos en Lommer; • een cultureel aanbod kan realiseren dat iets toevoegt aan het aanbod van de stad; • een gedegen administratie voert; • samenwerkt met verschillende (externe) partners; • inkomsten van derden heeft; • op een breed draagvlak in de buurt kan rekenen; • een stadsdeel overstijgende aantrekkingskracht heeft. Subsidies en budgetten De hieronder genoemde beschikbare subsidiebedragen en budgetten zijn afgerond en gebaseerd op de begroting 2011. Voor de periode vanaf 2012 zal er in het kader van de bezuinigingen minder budget beschikbaar zijn. Tussen haakjes staat het bedrag dat na de 12 doorvoering van de bezuinigingen in 2014 beschikbaar zal zijn . De concrete verdeling van de subsidies over instellingen vindt plaats op basis van de gehanteerde criteria en ingediende vragen. Dit gebeurt na het vaststellen van deze nota. In 2012 worden de eerste stappen gezet om in 2013 geheel volgens de nieuwe werkwijze te werken. Zie ook de toelichting bij de afzonderlijke subsidies. Podia, € 207.000 (€ 207.000) Voor podia is jaarlijks structureel €207.000 subsidie beschikbaar. Het totaalbedrag voor podia blijft de komende jaren gelijk. Dit betekent niet dat de instellingen in de basisinfrastructuur een gelijke subsidie ontvangen de komende jaren. Zoals eerder gemeld, wordt ingezet op een efficiënter gebruik van gebouwen, ontdubbelen van het aanbod en het verlagen van overheadkosten. Hiervoor wordt in 2012 een ontwikkeltraject met de betrokken podia ingezet. • Podia kunnen m.i.v. 2013 structureel en voor maximaal drie jaar subsidie aanvragen voor hun podiumfunctie en de wijze waarop die zich verhoudt tot de bewoners, scholen en de economie van West. • Podia kunnen daarnaast incidenteel subsidie aanvragen voor (een deel van de) programmering, innovaties/experiment als het gaat om cultuureducatieve en buurtgerichte projecten. Hiervoor is een beperkt subsidiebudget beschikbaar (zie ook Cultuureducatie en Kunst in, met, voor de buurt) • Podia die tot op heden tot de basisinfrastructuur behoren en hetzelfde type aanbod verzorgen, moeten met elkaar om tafel om te bezien hoe een efficiëntieslag met betrekking tot samenwerking (op gebied van programmering, marketing, backoffice), ontdubbelen aanbod, ruimtegebruik kan worden gemaakt. • Er is een klein subsidiebudget beschikbaar voor een beperkt aantal podiumfuncties die met de inzet van vrijwilligers een bijzondere en hoogwaardige culturele programmering realiseren en daarmee bijdragen aan de culturele humuslaag van het
12
De totale bezuiniging bedraagt €300.000. Hiervan wordt €50.000 gerealiseerd door meer inkomsten uit evenementen (zie begroting 2011), €100.000 door minder uitgaven voor personeel en €150.000 door minder uitgaven aan diverse culturele activiteiten zoals beschreven in dit hoofdstuk. Zie ook hoofdstuk 7.
26
stadsdeel. Deze podia wordt gevraagd op welke wijze zij (meer gaan) bijdragen aan de bewoners, scholen en economie van het stadsdeel. Evenementen, € 300.000 (€ 225.000) • Voor de organisatie van evenementen, in het bijzonder in de aandachtsgebieden en de in deze nota aangegeven speerpunten, is jaarlijks een budget beschikbaar dat onder regie van het stadsdeel en in samenwerking met culturele partners wordt ingezet..De komende jaren zal het budget met € 75.000 afnemen: van € 300.000 in 2011 tot €225.000 in 2015. Dat zal consequenties hebben voor het aantal evenementen. Daarbij gaan we nadrukkelijk op zoek naar partnerships waardoor een aantal evenementen doorgang kan blijven vinden. Een deel van het budget voor kunst met, in, voor de buurt (zie ook onder Kunst in, met, voor de buurt) kan ook voor activiteiten met een evenementkarakter worden ingezet. Kunst in de openbare ruimte, € 125.000 (€ 105.000) Voor kunst in de openbare ruimte zijn jaarlijks middelen beschikbaar. De komende jaren zal het budget met € 20.000 afnemen: van € 125.000 in 2011 tot € 105.000 in 2014. • Er is subsidie beschikbaar voor de bestaande etalageprojecten en voor de spreiding van die etalageprojecten over de aandachtsgebieden Baarsjes en Bos en Lommer. • Er is budget beschikbaar voor het (gedeeltelijk) financieren van een nieuw kunstwerk in de openbare ruimte en/of een manifestatie kunst openbare ruimte (zoals bijvoorbeeld Cool Globes in 2011). Iconen • Voor succesvolle ondernemingen (de iconen) is in principe geen budget beschikbaar; iconen zijn bij uitstek de organisaties die economisch zelfstandig zijn. • Voor het faciliteren van dit soort organisaties zetten we onze reguliere personele capaciteit in. Cultuureducatie, € 72.000 (€ 72.000) • Voor Cultuureducatie is jaarlijks € 72.000 subsidie beschikbaar dat tot op heden wordt ingezet voor activiteiten door JongRast (€25.000) en WG Kunst (€47.000). We gaan deze subsidierelaties heroverwegen waarbij we (een deel van) dit budget beschikbaar stellen voor incidentele subsidie voor projecten op maat waarbij culturele instellingen/ kunstenaars en scholen in West op initiatief van een kunstenaar/ culturele organisatie een samenwerking aangaan. Kunst in, met en voor de buurt, € 50.000 (€ 50.000) • Voor Kunst in, met en voor de buurt is jaarlijks € 50.000 subsidie beschikbaar voor incidentele projecten waarbij kunstenaars en culturele organisaties vanuit maatschappelijke betrokkenheid een verbinding met bewoners in de buurt aangaan. Hiermee wordt creatieve organisaties de mogelijkheid geboden om projecten te ontwikkelen die inspelen op de ontwikkeling in/ van een buurt. Aansluiting bij het buurtgericht werken (de wijkagenda en/of bewonersinitiatieven) is een voorwaarde. • Het kan gaan om een buurtactiviteit van allerlei aard waarbij als voorwaarde geldt dat kunst en cultuur het uitgangspunt zijn. • Vier maal per jaar kan hierop worden ingeschreven. Creatieve bedrijvigheid en creatieve industrie, € 140.000 (€ 75.000) Voor creatief ondernemerschap is jaarlijks structureel budget beschikbaar. Deze post bestaat voor het grootste deel uit vaste lasten van het KunstENhuis. De komende jaren zal het budget met €55.000 afnemen: van € 140.000 in 2011 tot €85.000 in 2014. • •
Voor het faciliteren van de vestiging van kunstenaars en creatieven (tijdelijke huisvesting, gebiedsontwikkeling etc.) zetten we onze reguliere personele capaciteit in. De middelen voor de Ceab regeling zijn niet zichtbaar in de cultuurbegroting omdat die zijn opgenomen bij Programma 4, Werk, Inkomen & Economie. Middelen uit 2011 (op moment van opstellen van deze nota ongeveer €150.000) zijn beschikbaar.
27
Hoofdstuk 7. Resultaten, Monitoren en Financiën Beoogde resultaten Om een beeld van het effect van de inspanningen te krijgen gebruiken we de volgende indicatoren. De jaarrekening 2010 is als norm gehanteerd, de onderstaande indicatoren sluiten daarbij aan. Meer bekendheid van West als creatieve hotspot: • Bewoners zijn bekend met de aanwezige culturele organisaties en evenementen in het stadsdeel. Via de digitale bewonerspanels doen we elke twee jaar een meting naar de bekendheid Kunst en Cultuur in West; • Het aantal stadsdeelbrede gezichtsbepalende grote evenementen wordt vergroot; • Aantal kunstwerken in de openbare ruimte neemt toe; • Aantal m2 expositieruimte in de openbare gebouwen neemt toe; • Aantal parken/pleinen waar culturele activiteiten plaatsvinden neemt toe. Toename bezoekersaantallen: • % jongeren dat deelneemt aan podiumkunst/amateurkunst beoefent neemt toe; • % volwassenen dat deelneemt aan culturele activiteiten neemt toe; • Het stadsdeel vraagt aan iedere instelling die structureel subsidie ontvangt om bezoekersaantallen bij te houden: ieder jaar wordt een jaarverslag geleverd waarin we deze cijfers kunnen nalezen; • Een keer per vier jaar worden via de kunst en cultuurmonitor Amsterdam bezoekersaantallen van cultureel aanbod en podiumkunsten gemeten door O&S. Ook het aantal jongeren en volwassenen die cultureel actief zijn in de buurt wordt door die monitor gemeten; • Het aantal bezoekers van (de eigen) evenementen wordt neemt toe (wordt geteld). Groei (creatief) ondernemers & populariteit / bekendheid (aantrekkingskracht): • Aantal creatieve bedrijven (in 2011 2449) neemt toe; • Groei aantal culturele iconen; • Aantal Broedplaatsen neemt toe. Monitoren De Cultuurnota wordt vastgesteld voor de periode 2012 - 2015. In 2014 wordt de nota geëvalueerd. Het monitoren van de resultaten van het programma lopen parallel met de reguliere begrotingscyclus. Voor de maatschappelijke effecten van het programma zijn we afhankelijk van de onderzoeken die door O&S worden gedaan. Die onderzoeken worden soms een keer per jaar en soms een keer per twee jaar uitgebracht. Na twee jaar werken met het programma Creatief en Ondernemend West kunnen we een tussenbalans opmaken. Financiën Tot en met 2014 wordt, als onderdeel van de totale bezuinigingsopgave voor West, structureel €300.000 bezuinigd op de cultuurbegroting (exclusief de bezuiniging op de bibliotheken). Voor sommige instellingen kan dat inhouden dat er bovenop de bezuiniging van het rijk en/of de stad ook vanuit West minder middelen komen. De inzet is de schade te beperken door onder meer ontdubbelen van aanbod, beter benutten van accommodaties en samenwerking. We realiseren ons dat dit niet in alle gevallen mogelijk zal zijn. Bij het opstellen van deze cultuurnota is de begroting 2012 nog in voorbereiding. Besluitvorming door de stadsdeelraad over de begroting 2012 vindt plaats in december 2011. Hierop wordt in deze nota niet vooruitgelopen. De verwachting is dat de begroting 2012 voor de besluitvorming over de cultuurnota beschikbaar is. Het Dagelijks Bestuur heeft in het voorjaar besloten de middelen beschikbaar voor stedelijke vernieuwing (ISV) meer te focussen op een beperkt aantal gebieden waar daadwerkelijk sprake is van stedelijke vernieuwing. Tegelijkertijd is besloten de inzet in het kader van ISV inhoudelijk te concentreren op onder meer: het versterken van de creatieve bedrijvigheid en
28
het fysieke deel van de maatschappelijke infrastructuur. Ten behoeve van de begroting 2012 wordt onderzocht welke mogelijkheden dit biedt voor cultuur en creatieve bedrijvigheid. De raad is hierover per brief geïnformeerd. Besluitvorming over de inzet van ISV vindt plaats bij de begroting 2012. In de motie ‘Cultuureducatie’ (101207 D18) is gevraagd naar de totale middelen beschikbaar voor cultuureducatie. Een overzicht hiervan is opgenomen in bijlage 2. Hoofdstuk 8. vervolgproces en uitvoeringsagenda Inspraak Van 21 juli tot en met 15 september ligt de cultuurnota ter inzage voor inspraak. Op donderdag 8 september is er een inspraakavond. Stadsdeelraad Vervolgens wordt de nota op 25 oktober tijdens een Politieke avond besproken. Besluitvorming is begin december voorzien. Uitwerkingsagenda De in deze nota genoemde ambities leiden in een aantal gevallen tot concrete stappen die nadere uitwerking behoeven. Hieronder worden die stappen per onderwerp benoemd voorzien van een termijnplanning. Over de ontwikkeling van de benoemde acties volgt halverwege 2012 een voortgangsrapportage. Cultuureducatie Preferred suppliers Het systeem van de zogenaamde preferred suppliers wordt verder uitgewerkt. Hierbij worden verschillende scenario’s onderzocht. Dit gebeurt in samenspraak met het onderwijs en sluit aan bij hetgeen in het kader van de brede school ontwikkeling gebeurt. De verwachting is dat hier begin 2012 meer duidelijkheid over zal zijn. Cultuureducatie incidenteel • De vaste subsidierelaties die cultuureducatie aanbieden (zoals enkele podia en Jong Rast) heroverwegen we in 2012. Uitgangspunt hierbij is dat dit aanbod in de toekomst in mindere mate op structurele wijze gefinancierd wordt. Na besluitvorming in 2012 worden met ingang van 2013 meer projecten op maat per aanvraag beoordeeld. Subsidierelaties krijgen eind 2012 duidelijkheid over hun aanvraag 2013. • Met het vrijkomende budget wordt het mogelijk om subsidie te herbestemmen voor nieuw in te richten cultuureducatiebeleid voor jongeren waarin onze doelstellingen worden verwerkt. • Al in 2012 wordt een budget vrijgemaakt waarmee scholen en cultureel ondernemers gezamenlijk een (incidenteel) project op maat kunnen maken. Van hieruit worden jaarlijks enkele projecten ondersteund waarbij culturele organisatie of ondernemers uit het stadsdeel samen met scholen aan de slag gaan. Dat kan variëren van een masterclass, toneelproductie, muziekstuk of tentoonstelling. Deze regeling zal begin 2012 gereed zijn en gecommuniceerd worden. Meer samenwerking Ter stimulering van meer samenwerking en efficiënt ruimtegebruik is op 10 oktober 2011 een eerste bijeenkomst belegd in het KunstENhuis waarbij de door West gesubsidieerde podia aanwezig zijn. Dit is het begin van het traject waarbij de door ons gesubsidieerde instellingen betrokken worden. Het traject loopt in april 2012 ten einde; de uitwerking van het traject moet terug te zien zijn in de subsidieaanvragen voor 2013 (ingediend april 2012) in de vorm van een efficiëntieslag ‘meer samenwerking/ efficiënt ruimtegebruik’. Subsidierelaties gaan deze wijziging in hun beschikking 2013 terugzien. Aanscherping prestatie-indicatoren met structurele (subsidie)relaties Bereik, deelname en publiek worden belangrijker bij de subsidietoekenning aan subsidierelaties; al bij de toekenning van subsidies voor 2012 houden we hier rekening mee bij het maken van prestatieafspraken.
29
Budgetten voor kunst in, met, voor de buurt Begin 2012 ligt er een programma incl. een subsidieregeling voor drie jaar waarmee de aandachtsgebieden worden versterkt door het koppelen van culturele ondernemers met buurtbewoners. Partijen die gezamenlijk een economisch en sociaal-maatschappelijke meerwaarde vormen voor het gebied worden gemotiveerd om zich in aandachtswijken te vestigen danwel activiteiten te ontwikkelen. Hierover wordt begin 2012 gecommuniceerd.
Evenementenprogramma Jaarlijks wordt de evenementen kalender gemaakt voor de te organiseren eigen evenementen; het streven is om voor het einde van het kalenderjaar het programma voor het naderende jaar rond te hebben zodat het besproken kan worden met (mogelijke) partners en de organisatie ervan in gang gezet kan worden. Erasmuspark, Mercatorplein: Speciale aandacht gaat in 2012 uit naar een aantal parken en pleinen in de aandachtsgebieden die in dat jaar een culturele impuls krijgen. Het gaat in eerste instantie om de Baarsjes (Mercatorplein) en Bos en Lommer (Erasmuspark). Om programmering zowel op gebied van podiumkunst (Erasmuspark) als op gebied van beeldende kunst (Mercatorplein) mogelijk te maken, is hardware nodig, dat is een voorzieningenpakket om kleinschalige culturele activiteiten mogelijk te maken (zoals podiumvloer, fotoframes, krachtstroom, water-, elektriciteit-, riolering, toiletten en opslag). Begin 2012 ligt er een vastomlijnd plan. Kunst in de openbare ruimte In 2012 worden drie cultuurroutes voor fietsers, voetgangers en/of boten langs bijzondere culturele plekken in West ontwikkeld. Deze routes worden onder de aandacht van bewoners en bezoekers gebracht. Mogelijkheden voor meer routes worden verkend. Vooruitlopend op de aangevraagde intensivering voor kunstwerken in de openbare ruimte wordt een plan ontwikkeld. Gereed: begin 2012. Creatief ondernemerschap Ter stimulering van creatief ondernemerschap in West wordt jaarlijks een programma met e activiteiten samengesteld; voor 2012 zal dit in het 1 kwartaal worden gecommuniceerd. Tevens kan een deel van dit budget ingezet worden voor hulp en ondersteuning bij koerswijzigingen van bedreigde instellingen waar West een relatie mee heeft (bijv. na bekendmaking van het Kunstenplan). Kunstenhuis In het najaar van 2011 wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van de exploitatie van het Kunstenhuis. Afhankelijk van de uitkomsten van dit onderzoek wordt een plan ontwikkeld voor de toekomst.
30
Bijlage 1: Organisaties en personen met wie gesproken is Geraadpleegde personen en organisaties • Stephen Hodes - directeur LAGroup • Zaal100 • Cameleon theater - Rob Lalioli • Theater de Ruimte/ Muzenis - Mariette Wildeboer • Filmhuis Cavia • Annette Schautt - directeur Kunstenhuis • Podium Mozaïek - Zafer Yurdakul • Len Berghoef - Gemeente Amsterdam, Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling • Sylvia Dornseiffer – directeur Amsterdams Fonds voor de Kunst 14 maart in Kunstenhuis, Culturele vrijdenkers • Chris Keulemans - directeur Tolhuistuin in Noord • Harry J. Kraaij - programmeur Virtueel Museum Zuidas/KunstENhuis • Carolien Croon - directeur Hôtel des Muses, commissiesecretaris Cultuurformatie • Edo Dijksterhuis - directeur Art Amsterdam • Paul Zekveld - ondernemer Zekventures • Marianne Versteeg - algemeen secretaris Kunsten 92 • Clayde Menso - adjunct directeur Amsterdams Fonds voor de Kunst • Jeffrey Meulman - directeur Nederlands Theater Festival • Jaap Draaisma - directeur Urban Resort • William Rodenburg - senior advisor Stadsdeel West • Koen Vollaers - eigenaar Pacific Parc en Cantina Mobile, festivalorganisator • Marrije Prins - cultureel ondernemer Madame Primula • Jan Pieter Ekker - freelance kunstjournalist 18 april in Kunstenhuis, (Subsidie)relaties stadsdeel • Wink Einthoven - Open Ateliers • Rob Laloli - De Cameleon • Claudia Cuypers – Bekijk ‘t • Janneke van Daalen - Filmhuis Cavia • Alexandra Mientjens - Filmhuis Cavia • Rudy Nacken - ArtOlive • Mariëtte Wildeboer - Stichting Muzenis • Yvonne van Beest - OBA West • Karolina Spaic - ZID • Joost Vermeulen - Stichting Kunsttraject • Harry J. Kraaij - KunstENhuis • Kees Buizer - Combiwel • Frits van der Heijden - Zaal 100 • Diederik Lohman - Stichting Bep • William Rodenburg – Stadsdeel West • Marc Note - Stichting Muzenis • Mevr. Roegholt - Museum Het Schip
31
Bijlage 2: Totale middelen beschikbaar voor cultuureducatie. Financiën cultuureducatie De Kunstschouw die in opdracht van wethouder Gehrels ter voorbereiding op het Kunstenplan een verkenning maakte van het cultuureducatieve veld, Paul Collard, geeft aan dat het gebied van cultuureducatie versnipperd is: de beleidsvelden van Onderwijs, Cultuur en Jongeren sluiten niet goed op elkaar aan. Omdat vele partijen betrokken zijn bij dit onderwerp en het vanuit diverse portefeuilles en invalshoeken wordt gefinancierd, ontbreekt een overzicht en samenhangende visie. Deze cultuurnota voorziet in die visie. Daarbij is ook een scheiding aangebracht tussen de werkvelden van onderwijs, jongerenwerk, en cultuur. Vanuit onderwijs Cultuureducatie wordt vanuit de portefeuille Onderwijs gerealiseerd door binnenschools aanbod: kunstkijkuren en muziekluisterlessen (stedelijk aanbod dat door de stadsdelen gezamenlijk wordt ingekocht) en projectmatig aanbod door Muziekcentrum Aslan. Daarnaast wordt via deze portefeuille het totale naschools aanbod gefinancierd dat onderdeel is van brede talentontwikkeling. Dit wordt aangeboden door welzijnsorganisaties zoals Combiwel, Akros en IJsterk (totaal ruim € 700.000). Het is niet bekend welk deel van dit budget voor cultuureducatie wordt ingezet. Het totale budget dat daarnaast in 2011 is besteed aan cultuureducatie is ongeveer € 240.000
Subsidierelatie ZID theater Aslan Kunstschooldag Kunstkijkuren Muziekluisterlessen Best of the West
Omschrijving Theater voor kinderen Muziekonderwijs op school Scholen op bezoek bij culturele instellingen Beeldende kunst en muziekles
Bedrag 15.000 45.000 10.000 115.000 25.000
Talentontwikkelingstraject voor jongeren
30.000
Vanuit jongeren De budgetten van cultuureducatie binnen het jongerenwerk zijn niet gespecificeerd naar talentgebied. De subsidie van ongeveer €125.000 voor Volta is bestemd voor het gebouw, personeel en activiteitenkosten, zonder dat samenhang zichtbaar is tussen uitgaven en talentgebieden. Datzelfde geldt voor het Fijnhouttheater, dat onderdeel uitmaakt van een grotere welzijnsvoorziening Fijnhout, onderdeel van Combiwel. Vanuit Cultuur Vanuit de Cultuurportefeuille is in 2011 ongeveer € 160.000 besteed aan cultuureducatief aanbod. Het aanbod wordt voor het grootste deel (€ 90.000) gefinancierd met het budget dat beschikbaar is voor Podia (Podium Mozaïek en Muzenis). De budgetten voor WG kunst en JongRast vormen samen de € 72.000 die is opgenomen voor Cultuureducatie.
Subsidierelatie Jong Rast WG Kunst Podium Mozaïek Muzenis
Omschrijving Podiumkunst met jongeren Beeldend kunstenaars met jonge kinderen (KDV, peuterzalen) Scholen op bezoek in het theater Schooltheater en jeugdtheater
Bedrag 25.000 47.000 45.000 40.000
32