Ruimte voor het werelddorp Oud-West
foto 1
Kinkerstraatjes lopen samen meestal door de Kinkerstraat hun geblondeerde haren zijn als de manen van een paard Kinkerstraatjes hebben witte tanden en ze blijven altijd jong want ze hebben niets om handen Kinkerstraatjes zijn niet dom en hun dochter is hun alles met hun moeder zijn ze rijk meestal in de straat van Kinker en soms op de Haarlemmerdijk Guus Luijters (uit: De meisjes van de Kinkerstraat en andere Amsterdamse gedichten)
Inhoudsopgave Inhoudsopgave
[ ruimte voor het werelddorp oud-west - de stad b.v.
Inhoudsopgave 3 Enkele gesprekken in de buurt 4
Geef ruimte aan het werelddorp Oud West 5 Inleiding 5
Hoofdstuk 1 : Oud-West in cijfers 9 Mensen 9 Wonen 11 Economie 13 Enkele gesprekken in de buurt 14
Hoofdstuk 2 : Wat is Oud-West anno 2002? 15 Even terug naar Sprekend Oud-West 15 Oud-West anno 2002 15 Een bestuur dat ruimte maakt 35
Hoofdstuk 3 : Ruimte maken en ruimte geven 35 Enkele gesprekken in de buurt 36 Kansrijk Oud-West 37 De Hallen als ‘Toonkamer van vitaliteit’ 37 Enkele gesprekken in de buurt 38 Initiatiefrijk bestuur 39 Enkele gesprekken in de buurt 40
Bronnen 41
3
tekening 1
‘Hoe functioneert het bestuur’
4
Geef Geef ruimte ruimte aan aan het het werelddorp werelddorp Oud Oud West West
[ ruimte voor het werelddorp oud-west - de stad b.v.
Inleiding Over een ding waren de zeventig deelnemers aan Sprekend Oud-West in 1997 het roerend eens: hoe plezierig deze bewoners het vinden om te wonen in dit deel van de stad vanwege de ligging of de voorzieningen, maar ook hoe open men staat voor verscheidenheid. Woorden als tolerantie, solidariteit en individuele vrijheid konden gebruikt worden zonder zwaarwichtig gedoe. Het stadsdeel als klein werelddorp waar tolerantie een blijk van waardering voor de rijkdom aan levensstijlen is, en geen morele opgave. Solidariteit staat voor ‘niemand vergeten’ en ‘plaats maken’ voor arm en rijk, voor oud en jong, voor gezinnen en alleenstaanden. Individuele vrijheid is initiatieven nemen, ondernemerschap, je eigen boontjes doppen en voor jezelf beginnen. Dat typeert Oud-West nog steeds. “Maar het kan nog veel beter” zeiden de deelnemers in 1997. < zie tekening 1
In deze notitie kijken we of dat gelukt is. Heeft het stadsdeel zich ontwikkeld zoals men graag had gewild? En waar ligt dat aan? Wat heeft het bestuur daaraan bijgedragen en wat is blijven liggen? Het Stadsdeelbestuur heeft de Stad b.v., die ook Sprekend Oud-West heeft begeleid, gevraagd een analyse te maken van de ontwikkelingen in de afgelopen vier jaar, en suggesties te doen voor het nieuwe bestuur en de nieuwe Raad voor de volgende bestuursperiode. Wat is Oud-West in 2002? Het eerste hoofdstuk bevat een analyse van de ontwikkelingen die sinds 1997 hebben plaatsgevonden op dezelfde terreinen als destijds: de mensen, het wonen, en de economie. Aan de hand van de beschikbare cijfers worden de trends in Oud-West vergeleken met het jaar 1997 en soms met de ontwikkeling van Amsterdam
5
als geheel. Uit deze cijfers blijkt bijvoorbeeld dat het op sommige terreinen, zoals bedrijvigheid, uitgesproken goed gaat; dat de bevolkingssamenstelling nagenoeg onveranderd is. Dat Oud-West zijn aantrekkingskracht op starters niet verloren heeft en die op hogere inkomens heeft vergroot. Kortom, Oud-West is populair en de autonome ontwikkeling wijst in de goede richting. In het tweede hoofdstuk houden we het Dagelijks Bestuur een spiegel voor. We vergelijken de voornemens van het bestuur op grond van Sprekend Oud-West, met de daden. In hoeverre zijn de beloftes nagekomen en waartoe heeft dat geleid? Het blijkt dat het bestuur op een aantal terreinen voortvarend aan de slag gegaan is. In het bestemmingsplan, en het beleid ten aanzien van splitsing, is het gedachtegoed van Sprekend Oud-West doorgedrongen. Ook de verruiming van de mogelijkheden voor de aanleg van dakterrassen en de nieuwe opzet van het opbouwwerk zijn hier voorbeelden van. In de openbare ruimte zijn stappen gezet, maar er was ook tegenslag. De geplande toegang tot het Vondelpark door de JP Heijestraat viel niet in goede aarde bij de bewoners. Andere kwesties vroegen zorgvuldige voorbereiding en meer tijd dan verwacht, zoals de brug over het Van Lennepkanaal, en het parkeerbeleid. Er is voortgang maar ook veel ballast waardoor het bestuur onnodig wordt vertraagd. In Sprekend Oud-West werd gewaarschuwd voor de werking van de wet van beleidsaccumulatie. Deze wet luidt als volgt: door de stapeling van beleid op beleid neemt het resultaat van de extra bestuurlijke inspanningen steeds verder af. De paradox wordt pas doorbroken door ruimte te maken voor nieuwe initiatieven. Per thema zullen we enkele kansen de revue laten passeren: kansen om meer gezinnen met kinderen aan de buurt te binden, een uitnodiging aan huiseigenaren voor een arrangement tot wederzijds
enkele gesprekken in de buurt
In de Jacob van Lennepstraat valt ons op dat aan enkele gevels stoelen hangen. Is dat een lokaal gebruik? We kloppen aan bij een werkplaats. Een jonge vrouw met een lijmklem in haar handen staat ons te woord. Er zijn acht bedrijven in de sfeer van meubelherstel, stofferen, houtbewerken, interieurontwerp en antiek op een afstand van 50 meter van elkaar. Dat is puur toeval, wel heeft ze stage gelopen bij de buren tijdens een MBO opleiding tot meubelmaker. Met een vriendin heeft ze een voormalige slagerij gehuurd, waar ze nu elk hun eigen werkplaats hebben. Er zit nog een steen met een varken in de muur als herinnering aan de slagerij. Ze kan een goede boterham verdienen met haar bedrijfje. “Het is toch helemaal van deze tijd om voor jezelf te beginnen, dat wil ik wel zo houden. Meer van dezelfde bedrijven in dezelfde straat is wel handig, soms heb ik iets nodig van een ander”.
6
ruimte voor het werelddorp oud-west - de stad b.v.
[
Inleiding : Geef ruimte aan het werelddorp Oud West
7
voordeel, kansen ook voor onderwijs, voor het doorbreken van een huisvestingsimpasse en voor eigen initiatief, kansen voor een betere aansluiting bij de binnenstad. In het laatste hoofdstuk kijken we vooruit. Ruimte maken voor nieuwe kansen is de eerste taak van het bestuur. Ruimte maken begint bij het bestuur zelf. Het bestuur is nog sterk gericht op aansturing van de ambtelijke organisatie, en besluitvorming in de Raad. De aandacht voor interactie met de samenleving komt pas op de derde plaats. Het resultaat is steeds meer en steeds gedetailleerder beleid. Met de beste bedoelingen maar te weinig effectief. Een initiatiefrijk bestuur heeft handelingsruimte nodig en een Raad die meedenkt. De handelingsruimte voor het bestuur ontstaat in interactie met de Raad. Het begin van een nieuwe bestuursperiode is het geschikte moment voor een nieuwe impuls voor het ontwikkelen van een open en naar buiten gerichte bestuurscultuur. Bestuur en Raad moeten elkaar die ruimte wel gunnen. Een bestuur dat midden in de samenleving wil staan maakt hierover aan de vooravond van het nieuwe politieke seizoen afspraken met de Raad.
Ook voor de samenleving is meer ruimte nodig. Wat heeft het voor zin in een bestemmingsplan vast te leggen dat de zakelijke dienstverlening zich zal dienen te concentreren in het deel van de Kinkerstraat naar de binnenstad, als de meeste startende ondernemers een voorkeur hebben voor de oude winkelpanden in de zijstraten? Ruimte maken betekent vertrouwen op het zelfsturend vermogen van de samenleving zeker als de kernkwaliteiten van het leven in Oud-West door bewoners, ondernemers en bestuur gedeeld worden. (pag 2)
< zie foto 1
Van tijd tot tijd is het nodig de overeenstemming over deze kernkwaliteiten te testen door de vraag te stellen: “Hoe willen wij eigenlijk leven in Oud-West?”. Door deze vraag publiek te stellen heeft het bestuur de energie, de creativiteit en de belangeloze inzet van bewoners in Sprekend Oud-West losgemaakt. Dat kan opnieuw op een andere manier. Omdat de Raad het volk vertegenwoordigt en de koers moet aangeven voor het bestuur, zou zij deze keer zelf het initiatief moeten nemen. De Raad zet daarmee de toon voor een bestuur dat ruimte maakt voor de wereldburgers van Oud-West.
mensen 1
Bevolking naar leeftijdsgroepen
mensen 2
LEEFTIJDSGROEPEN IN OW
1997
2001
0-19
13,7%
13,6%
20-34
39,5%
36,8%
35-49
26,3%
27,0%
50-64
11,9%
14,3%
8,5%
7,9%
65+
mensen 3
Werk en inkomen in Oud-West 1996
Inkomen
Amsterdam
10.450 euro
Oud-West
(1997)
Amsterdam
Werkgelegenheid
Oud-West
16% (4422)
10% (2539)
12%
7%
8.535
+20%
Binnenstad
75.419
+19%
Amsterdam
329.564
+20%
2001 32.152 734.540
Oud-West Amsterdam
Huishoudens
≤2 personen alleen
Allochtonen
niet geïndustr.
25%
23%
wel geïndustr.
15%
16%
79% 76%
Eigendom
2001 11.000 euro
1996 32.808 718.091
Bevolking
wonen 1
Oud-West
Uitkeringen
Bevolkingssamenstelling in Oud-West
1996
2001
58% (10.834)
50% (9.481)
Sociale huur
30%
36%
Eigenaar bewoners
11%
13%
Particuliere huur
8
Hoofdstuk Hoofdstuk 11 :: Oud-West Oud-West in in cijfers cijfers ruimte voor het werelddorp oud-west - de stad b.v.
[ Dit hoofdstuk bevat een analyse van de ontwikkelingen die sinds 1997 hebben plaats gevonden in Oud-West op de terreinen mensen, wonen, economie.
Mensen Bevolkingssamenstelling in Oud-West Het aantal mensen dat in Oud-West woont, loopt gestaag terug, terwijl de bevolking van Amsterdam toeneemt. In de gezinsgrootte is weinig veranderd de afgelopen jaren. Het percentage kleine huishoudens is nog steeds erg hoog in Oud-West. Het aantal huishoudens dat kleiner of gelijk is aan 2 personen is 79% en ongeveer gelijk gebleven bij 1996 (80%). Hiervan is 76% alleenstaand of alleenwonend. De trend dat mensen die kinderen krijgen wegtrekken uit Oud-West, zet zich door. Het aantal kinderen in het stadsdeel is nog steeds klein, en daalt naarmate de leeftijd stijgt. Net als in 1996 is er nog steeds een grote groep bewoners in de categorie tussen de 20 en 35 jaar. De groep 35 tot 50 jarigen groeit, terwijl de groep 65+ iets afneemt. De bevolking in OudWest blijft eenzijdig in dit opzicht: er is een grote groep alleenstaanden en er zijn relatief weinig gezinnen met kinderen. De gemiddelde leeftijd in Oud-West gaat iets omhoog dankzij het feit dat er meer mensen van middelbare leeftijd in het stadsdeel blijven wonen. De leeftijdsgroep 20 tot 34 is tussen 1997 en 2001 afgenomen van 39,5 % naar 36,8%. Verwacht wordt dat het stadsdeel wat zal vergrijzen en het aantal jonge senioren (50+) zal toenemen. < zie mensen 1
In andere opzichten is de bevolking in Oud-West behoorlijk gemêleerd,
9
zoals de opbouw in groepen op sociaal en cultureel vlak. De Nederlanders zijn in de meerderheid. Het aantal allochtonen uit WestEuropa en de VS is relatief hoog. Het aantal Surinaamse, Antilliaanse, Marokkaanse en Turkse inwoners (allochtonen uit niet-geïndustrialiseerde landen) is in vergelijking met het stedelijk gemiddelde laag. Het aantal allochtonen uit deze landen neemt vergeleken bij 1996 af, terwijl het aantal allochtonen uit wel-geïndustrialiseerde landen toeneemt. Deze trend had zich in 1996 al ingezet en zet door. Veel allochtone gezinnen uit niet-geïndustrialiseerde landen trekken weg uit OudWest op zoek naar grotere woningen. In de zuidelijke buurten van OudWest ligt het aantal allochtonen ver onder het stedelijk gemiddelde (bron: Een Drieluik, 1999). < zie mensen 2
Werk en inkomen in Oud-West Het gemiddeld besteedbaar inkomen in Oud-West verschilt sterk per buurt. De Kinkerbuurt, Van Lennepbuurt en de Overtoomse Sluis liggen qua inkomen onder het gemiddelde van Oud-West. De Vondelbuurt ligt boven dit gemiddelde en de Helmersbuurt iets boven het gemiddelde. Het gemiddelde inkomen van Oud-West ligt iets boven het stedelijk gemiddelde van Amsterdam. Dat was in 1999 nog niet zo. De toenemende populariteit van Oud-West als woongebied, en de splitsing van woningen, hebben tot gevolg dat Oud-West toegankelijk wordt voor leefstijlen van hogere inkomensgroepen. Voor de lagere inkomensgroepen is het effect hiervan gering, gezien de overmaat in de kernvoorraad. Het aantal uitkeringen (niet werkende werkzoekenden) in Oud-West is ten opzichte van 1997 gedaald van 16% naar 10%, maar is nog steeds hoger dan het stedelijk gemiddelde. Binnen Oud-West wonen
Woniningvoorraad naar buurt en eigendommen
wonen 2
Woningoppervlak in %, januari 2001
wonen 3
25 eigenaar/bewoner
sociale verhuur
particuliere verhuur
totaal 20
De Costabuurt
193
295
430
643
1.790
1.491
4.842
2.429
Kinkerbuurt
154
224
1.170
1.420
1.894
1.597
6.459
3.241
Van Lennepbuurt
148
229
2.665
2.714
1.489
1.271
8.516
4.214
Helmersbuurt
588
684
772
868
2.338
2.139
7.389
3.691
Overtoomse Sluis
594
680
615
985
3.033
2.655
8.562
4.320
5
Vondelbuurt
321
294
139
142
290
328
1.514
764
0
1.998
2.406
5.791
6.772
10.834
9.481
37.282 18.659
40.858
56.674
195.545
204.771
117.977
109.647
725.472 371.092
15
1996
Oud-West
2001
Amsterdam
nd
-
onb
eke
90+
8090 -
7080 -
6070 -
5060 -
4050 -
Amsterdam
tot 40
Oud-West
-
10
Woniningvoorraad naar aantal kamers per woning
wonen 4
1 JANUARI 2001
1 JANUARI 1996
kamers 1
2
3
4
5
6
7
8
totaal 9+ onb. woningen
kamers 1
2
3
4
5
6
7
8
totaal 9+ onb. woningen
De Costabuurt
128
680
1.074
395
106
25
8
4
-
9
2.429
De Costabuurt
137
713
982
433
146
33
8
8
2
0
2.462
Kinkerbuurt
118
1.756
1.025
297
36
5
1
-
-
3
3.241
Kinkerbuurt
104
1.231
1.266
582
58
7
1
0
3
0
3.252
Van Lennepbuurt
656
2.046
1.078
368
56
3
2
-
-
5
4.214
Van Lennepbuurt
657
1.740
1.374
449
74
8
7
0
2
0
4.311
Helmersbuurt
193
1.084
1.652
283
255
150
22
14
22
16
3.691
Helmersbuurt
121
994
1.653
391
290
165
31
21
31
1
3.698
Overtoomse Sluis
213
1.261
1.969
719
93
32
6
5
1
21
4.320
Overtoomse Sluis
156
954
1.798
1.178
108
38
16
8
2
0
4.258
88
145
258
76
41
45
24
21
53
13
764
53
148
257
88
45
46
29
27
62
2
757
1.396
6.972
7.056
2.138
587
260
63
44
76
67
18.659
1.228
5.780
7.330
3.121
721
297
92
64
102
3
18.738
18.155 99.056 128.234 91.621 22.674 5.775 2.332 1.280 1.236 729
371.092
13.697 76.424 116.106 113.977 24.897 12.393
-
-
- 147
357.641
Vondelbuurt Oud-West Amsterdam
Vondelbuurt Oud-West Amsterdam
10
[
Hoofdstuk 1 : Oud-West in cijfers
de meeste mensen met een uitkering in de Kinkerbuurt en de Van Lennepbuurt.
ruimte voor het werelddorp oud-west - de stad b.v.
(pag 8)
< zie mensen 3
Welzijn Een cijfermatige vergelijking over dit onderwerp ontbreekt, maar op basis van onderzoek dat hier naar gedaan is in de afgelopen tijd, en gesprekken die gevoerd zijn, zijn over dit onderwerp gefundeerde gegevens beschikbaar die van belang zijn voor de stand van zaken. In een onderzoek van Hortulanus (“Sociale integratie en segregatie in Amsterdam”, 1997) is Oud-West vergeleken met de Spaarndammerbuurt. De gemêleerdheid van de bevolking werkt in het voordeel van OudWest. In Oud-West is vrijwel de gehele bevolking ‘import’, ook de lage inkomens. Veel allochtonen zijn afkomstig uit industriële landen. De hoger opgeleiden zijn er uit vrije keuze gaan wonen. De tolerantie en behoefte aan diversiteit van mensen in Oud-West komt voort uit deze specifieke samenstelling: in Oud-West wonen is een vrije keuze. In de Spaarndammerbuurt is de bevolking ook divers maar de allochtonen behoren tot de allerlaagste inkomensgroepen, en de autochtonen die zijn blijven wonen hebben geen keuze. De ‘achterblijvers’ hebben weinig anders gemeen dan een negatieve keuze. Dat is geen basis voor saamhorigheid. In Oud-West is het ‘leven en laten leven’ gemakkelijker. Het leven, het huis, de buurt en de baan zijn nog in beweging. Het leven in Oud-West is geen eindstation, maar wel ‘het einde’.
Wonen Het aantal woningen in Oud-West is niet noemenswaardig veranderd. Dit aantal schommelt licht door de jaren heen, en bestond bijvoorbeeld in 1994 uit 18.600 woningen (Van Hefboom en Buffer, 1997). In 1996 zijn er 18.738 woningen in Oud-West en in 2001 18.659. Het is interessanter
11
te kijken naar woningeigendom in verband met woningonderhoud door woningbezit. Dan zien we dat, ten opzichte van 1996, de particuliere huur afneemt met 8 %, en de sociale huur, en eigenaar-bewoners met respectievelijk 4% en 2% toenemen. De toename van eigenaar-bewoners is erg klein, hier blijft een kans liggen, daar het grote aandeel particuliere verhuur woningverbetering ingewikkelder maakt. Opvallend is dat in de Helmersbuurt het aantal eigenaar-bewoners is gedaald, en de particuliere verhuur is gestegen. We vermoeden dat hier verhuur aan ‘expats’ (tijdelijk in nederland verblijvende buitenlanders) de oorzaak is. < zie wonen 1 & wonen 2
Streven was het vloeroppervlak van de woningen in Oud-West te vergroten voor het aantrekken van gezinnen. In Oud-West zijn echter nog steeds opvallend veel kleine woningen. Het aantal woningen met een vloeroppervlak dat kleiner of gelijk is aan 60 m2, is vergeleken met Amsterdam erg hoog. In 2001 is het percentage in Amsterdam 43%, terwijl het in Oud-West 59% is. Vergeleken met 1996 is dit percentage voor Oud-West afgenomen met slechts 2% en voor Amsterdam met 4%. < zie wonen 3
Het aantal woningen met een of twee kamers is sterk toegenomen, met een toename van respectievelijk 168 eenkamerwoningen en 1192 tweekamerwoningen. Dit gaat ten koste van vooral de drie- en vierkamerwoningen. De meeste verbouwingen vinden dus plaats binnen etagewoningen. < zie wonen 4
Wanneer we kijken naar de kernvoorraad in Oud-West, dan kunnen we zeggen dat het percentage kernvoorraad zowel in Oud-West als in heel Amsterdam is afgenomen. De kernvoorraad in Oud-West ligt hoger dan in Amsterdam. Ten opzichte van Amsterdam is er ook veel particuliere
wonen 5
Kernvoorraad in %
economie 3
Werkzame personen naar secties, 1 januari 2001 SECTIE
1995
1997
1999
Oud-West
78
73
69
A
landbouw, jacht en bosbouw
Amsterdam
62
60
56
C
winning van delfstoffen
-
D
industrie
392,0
E
prod. en distributie energie
4,0
F
bouwnijverheid
320,0
economie 1
Economie
•
Spectaculaire groei werkgelgenheid
•
Gemiddeld aantal werknemers: 1996 2001
•
10-49
economie 2
PERSONEN
G
rep. en handel consumenten artikelen
2022,0
H
horeca
1238,0
I
vervoer, opslag, communicatie
407,0
J
financiële instellingen
384,0
K
onroerendgoed, zakelijke diensten
2119,0 387,0
L
overheid en sociale verzekeringen
M
onderwijs
633,0
N
gezondheids- en welzijnszorg
1433,0
O
milieu, cultuur, recreatie, ov. dienstverl.
1345,0
Q
extra-territoriale lichamen en org.
34,0
totaal
10722,0
2,8 3,3
Werkzame personen: 1-9
4,0
snelste groei absoluut grootste % toename
Werkzame personen in % 1-9
10-49
50+
TOTAAL
1996
58
18
24
100
2001
56
22
23
100
12
ruimte voor het werelddorp oud-west - de stad b.v.
[
Hoofdstuk 1 : Oud-West in cijfers
13
verhuur, de particuliere verhuur in Amsterdam is 30% en in Oud-West is dit 51% in 2001. De kernvoorraad in Oud-West is in 2001 nog altijd ruim 25% hoger dan noodzakelijk op basis van de primaire doelgroep (inclusief de marge van 10% extra). < zie wonen 5
De verruiming van het splitsingsbeleid geeft geleid tot de toename van het aantal aangevraagde appartementssplitsingen en de daarmee gecreëerde appartementen tussen 1996 en 2000. Het aantal appartementssplitsingen bedroeg in 1996 nog 45 en is in 2000 tot 70 opgelopen Het aantal appartementen dat daaruit is ontstaan was in 2000 maar liefst 327.
Economie
Het aantal vestigingen met werkzame personen is in Oud-West spectaculair gegroeid. In 1999 waren er 2.997 vestigingen en in 2001 zijn dat er 3.282. De toename is opmerkelijk hoog in de Vondelbuurt, de Helmersbuurt en de Overtoomse Sluis. Gekeken naar de omvang van bedrijven, is ten opzichte van 1996 het gemiddeld aantal werknemers in 2001 gegroeid van 2,8 naar 3,3 per bedrijf. Van het aantal werkzame personen was de absolute groei het grootst in bedrijven met 1-9 werknemers en de grootste relatieve toename vond plaats in de bedrijven met 10 tot 49 werknemers. < zie economie 2
De sectoren in Oud-West met het hoogste aantal werknemers zijn de detailhandel en kleine zakelijke dienstverlening. Minder positief is dat de levensvatbaarheid van kleinschalige bedrijfjes dreigt af te nemen door de verhoging van de huren. Voor eigenaren van panden is de woonfunctie lucratiever dan bedrijfsruimte. < zie economie 3
De werkgelegenheid in Oud-West heeft een spectaculaire groei doorgemaakt ten opzichte van 1996. Voor geheel Amsterdam is de werkgelegenheidsgroei 20%, in de binnenstad 19% en in Oud-West 20%. < zie economie 1
enkele gesprekken in de buurt
De Turkse groenteman op de hoek van de Kinkerstraat en de Da Costakade staat net zo te glimmen als de sinaasappels die hij voor zijn zaak heeft liggen. Er is hem niets bekend van een voornemen van het stadsdeel om dit deel van de straat te bestemmen voor zakelijke dienstverlening. Zijn winkel loopt goed en hij heeft niet te klagen over de klandizie. De klanten ook niet over hem. De Hollandse buurvrouw mengt zich in het gesprek: “de groenteman moet wel blijven hoor, het is zo’n zaak”. De winkelier is wel te spreken over de locatie, alleen de omgeving ziet er deplorabel uit. Aan de overkant zitten enkele dichtgetimmerde computerzaken en ‘callcentrum’, onder een gevel die nodig moet worden opgeknapt. Hij heeft gehoord dat de overkant zal worden afgebroken, maar deze kant is monumentaal en mag niet gesloopt worden. Daar is hij wel blij mee, dan hoeft hij niet weg.
14
Hoofdstuk Hoofdstuk 22 :: Wat Wat is is Oud-West Oud-West anno anno 2002 2002 ?? ruimte voor het werelddorp oud-west - de stad b.v.
[ In dit hoofdstuk gaan we na hoe het stadsdeel Oud-West er voor staat aan het eind van de bestuursperiode 1998 - 2002. We grijpen daarbij terug op de resultaten van Sprekend Oud-West, het interactieve proces met bewoners en ondernemers. Het rapport dat naar aanleiding hiervan is geschreven, ‘Vanzelf Sprekend Oud-West’ (Nauta en Saris, 1998) is ons referentiepunt. De vergelijking en de beoordeling van de resultaten vindt plaats op basis van de gegevens uit het vorige hoofdstuk, de gesprekken die door ons gevoerd zijn met verschillende betrokkenen, en de evaluatiebijeenkomst op 16 januari 2002 met het Dagelijks Bestuur.
Even terug naar Sprekend Oud-West In Sprekend Oud-West hebben bewoners en ondernemers met elkaar gesproken over de toekomst van het stadsdeel Oud-West. De verscheidenheid aan invalshoeken en personen zorgde voor veel enthousiasme, creativiteit en energie. Het Stadsdeelbestuur heeft de resultaten verwerkt in het bestuursakkoord 1998 - 2002. In dit hoofdstuk zijn de uitkomsten geordend naar verschillende abstractieniveaus. Het overkoepelende niveau wordt gevormd door de waarden die centraal stonden destijds in Oud-West: tolerantie, solidariteit en vrijheid. Meer concreet werden een viertal kwaliteiten van het stadsdeel onderscheiden: diversiteit, lokale identiteit, bedrijvigheid en ruimtelijke ligging. Tenslotte werd een aantal concrete voorstellen gedaan voor actiepunten waarmee de waarden en kwaliteiten van het stadsdeel versterkt konden worden. De voornaamste actiepunten waren het samensplit-
15
sen van woningen, het stimuleren van bedrijvigheid in Ondernemend Oud-West, de maatregelen om Verder met de auto te kunnen en de verbetering van de openbare ruimte in Over pleinen en bruggen.
Oud-West anno 2002 Waarden Tolerantie is een waarde die hoog staat aangeschreven in het stadsdeel. Er is een hoge waardering voor de heterogeniteit van culturen, nationaliteiten en leefstijlen. Tijdens Sprekend Oud-West werd zelfs gepleit voor versterking van de verscheidenheid. De buurt zou aantrekkelijker moeten worden voor gezinnen met kinderen. Kinderen en jongeren zijn overigens nog steeds ondervertegenwoordigd in Oud-West. De tweede kernwaarde is de solidariteit. Een wens die naar voren kwam uit Sprekend Oud-West is, dat voor alle bevolkingsgroepen plaats is en blijft in Oud-West: ‘niemand mag vergeten worden’. Oud-West biedt niet aan alle bevolkingsgroepen voldoende mogelijkheden. Zo mag er meer ruimte worden gegeven aan gezinnen en hoge inkomens, als starters en lage inkomens niet verdrongen worden. Dat is solidariteit: een flink deel van de woningen dient in de kernvoorraad te blijven, maar hoe, en hoeveel? In 2001 ligt Oud-West qua inkomensniveau iets boven het stedelijk gemiddelde. De inkomensstijging is in alle buurten in zekere mate zichtbaar, maar vooral in de Vondelbuurt en de Helmersbuurt. Staat hierdoor de solidariteit onder druk? De derde waarde is individuele vrijheid. In Oud-West wonen geëmanci-
tekening 3
‘Impuls voor Kinkerstraat: Hou ondernemers een worst voor’
16
ruimte voor het werelddorp oud-west - de stad b.v.
[
Hoofdstuk 2 : Wat is Oud-West anno 2002?
peerde burgers die serieus genomen willen worden. Destijds bleek in Oud-West dat kleinschalige initiatieven nog teveel worden beperkt door regels van de overheid. Individuele vrijheid vereist dat de overheid particulier initiatief niet beperkt, maar zonodig ondersteunt, op het gebied van wonen, werk en ondernemerschap. Vergeleken met 1996 heeft in Oud-West een spectaculaire groei in bedrijven en werkgelegenheid plaats gevonden (zie hoofdstuk 1). De waardering van het ondernemersschap blijkt uit het beleid van het stadsdeel. Met de visie ‘Vierkant achter Oud-West’ (1999) heeft het stadsdeel zich gericht op versterking van de winkelstraten. < zie tekening 3
het vervagen is. Ook in de van oorsprong sociaal zwakkere buurten zien we een toename van het aantal sociaal sterkeren. Daarmee neemt de gemêleerdheid van het stadsdeel als geheel toe, en daarmee ook de draagkracht. Juist daarin ligt de kracht van Oud-West”. In het beleid worden hier geen stappen ondernomen om dit te sturen, dit is een proces dat zich vanzelf voltrekt.
Lokale identiteit Sprekend Oud-West Oud-West werd destijds ervaren als een ‘werelddorp’. Ondanks de diversiteit en de hoge mate van stedelijkheid wordt Oud-West ervaren als een intieme omgeving. Voorstel was de identiteit te versterken door de ruimtelijke samenhang te vergroten.
Kwaliteiten De kwaliteiten zoals benoemd in Sprekend Oud-West worden even kort aangestipt als criteria voor de beoordeling van de toestand in 2002. Zijn deze kwaliteiten er nog in dezelfde mate of is er reden tot enige herijking? Aan het eind van dit hoofdstuk vindt een evaluatie plaats van deze kwaliteiten.
Diversiteit Sprekend Oud-West ‘De diversiteit in leefstijlen en culturen in Oud-West verrijkt het straatbeeld, het aanbod van winkels en horeca en zorgt voor een breed aanbod van voorzieningen’.
Het ruimtelijk beleid Behoud van ‘het werelddorp’ is nog steeds de wens van het Dagelijks Bestuur. Het stadsdeel heeft niet echt een identiteit in de zin van een gezamenlijk gedeeld beeld dat bestaat over Oud-West. Er zijn verschillende buurten met een eigen karakter en daardoor is er veel mogelijk. Het vergroten van de ruimtelijke samenhang kan worden bevorderd door opzet van het Poortgebouw ‘De Hallen’, de nieuwbouw Swammerdam en de toekomstige brug over het Van Lennepkanaal. In de Nvu voor het structuurplan wordt ingezet op ruimtelijke scheiding met de andere stadsdelen, met uitzondering van het centrum. Hier wordt juist verbinding gelegd middels bruggen over de Singelgracht.
Bedrijvigheid De welzijnsvisie De welzijnsvisie van Oud-West ‘Op eigen kracht’ (2000) zegt over de diversiteit in het stadsdeel in de afgelopen periode het volgende: “…menen we te mogen constateren dat de ruimtelijke tweedeling aan
17
Sprekend Oud-West Oud-West is een bedrijvig stadsdeel met veel zelfstandige ondernemers. Er werd gepleit voor meer kwalitatief hoogwaardige bedrijvigheid zoals aantrekkelijke winkels en ambachten, zodat de aantrekke-
foto 2
foto 4
Overtoom
foto 3
foto 5
Kinkerstraat
Bilderdijkstraat
18
ruimte voor het werelddorp oud-west - de stad b.v.
[
Hoofdstuk 2 : Wat is Oud-West anno 2002?
19
lijkheid van het stadsdeel wordt verhoogd. Opmerkelijk is dat er niet wordt geklaagd over overlast door de vele bedrijvigheid. Het bestemmingsplan en ‘Vierkant achter Oud-West’ Uit de recente notitie ‘Criteria voor functieomzetting’, uit het bestemmingsplan, komt naar voren dat functieomzetting van werken naar wonen niet mogelijk is, maar van wonen naar werken wel, mits vrijstelling wordt aangevraagd. Het functieomzettingscriteriabeleid is gericht op het bevorderen van maatschappelijke en zakelijke dienstverlening, detailhandel en kleinschalige bedrijvigheid in de categorie 1 en 2. Hieronder vallen kleinschalige industriële en ambachtelijke bedrijfjes zoals reparatie van consumentenartikelen (schoenen, auto’s maar ook ateliers ten behoeve van kunst). Het winkelbeleid is sterk gericht op de versterking van het eigen winkelprofiel van elk van de vier hoofdwinkelstraten van Oud-West.
gang van de JP Heijestraat naar het park. Waarschijnlijk komt de doorgang nu met een grote bocht, middels een fietspad via de Kattenlaan. In de Nvu voor het bestemmingsplan staat dat er geen actief beleid zal worden gevoerd voor het maken van openingen naar het park. Het Dagelijks Bestuur ziet de ruimtelijke ligging als een belangrijk punt. Niet alleen de verbinding van het stadsdeel met de omliggende stadsdelen, maar ook verbindingen tussen de buurten. Verbinding en bereikbaarheid zijn een enorme impuls voor de economische groei van Oud-West.
Realisering concrete voorstellen uit SOW In dit onderdeel van de evaluatie gaan we na wat het bestuur in de afgelopen vier jaar heeft gerealiseerd van de concrete voorstellen uit Sprekend Oud-West. De hierboven behandelde ‘waarden’ en ‘kwaliteiten’ dienen als criteria voor toetsing.
< zie foto 2 t/m 5
Ruimtelijke ligging
‘Samensplitsen’ - Wonen: groter en beter
Sprekend Oud-West Door de ligging kan Oud-West meegroeien met de florerende binnenstad op het gebied van werkgelegenheid, voorzieningen, horeca, cultuur en winkels. De nabijheid van het Vondelpark is een kwaliteit die nog niet voldoende is uitgebuit. De A10 is vlakbij en het openbaar vervoer is goed. De meeste voorzieningen zijn op loop -of fietsafstand.
Het creëren van ruimte in Oud-West, voor wat betreft de woonsituatie, is gericht op het vergroten van de woonoppervlakte en het benutten van de voorhanden zijnde ruimte in de vorm van binnentuinen en dakterrassen. Op deze manier wordt getracht het stadsdeel aantrekkelijker te maken voor bevolkingsgroepen die voorheen geen mogelijkheden hadden in Oud-West, zoals gezinnen.
Beleid Ten aanzien van de ligging ten opzichte van de binnenstad is duidelijk dat het Dagelijks Bestuur vreest dat de ‘Leidsepleinsfeer’ te ver doordringt. Er is een poging gedaan tot het verbeteren van de verbindingen met het Vondelpark, maar tot nu toe zonder resultaat. Recent was er veel weerstand uit de Vondelparkbuurt tegen het maken van een door-
Concrete voorstellen uit Sprekend Oud-West Aanpassing van de bestaande woningvoorraad door differentiatie in grootte en prijs. Het aanpassen van de regelgeving met betrekking tot het toestaan van samenvoegingen. Multifunctionele woningen creëren, en het winnen van ruimte in binnentuinen en op daken.
tekening 3
‘Nieuwe rol: onderhandelen’
20
ruimte voor het werelddorp oud-west - de stad b.v.
[
Hoofdstuk 2 : Wat is Oud-West anno 2002?
21
Beleid Het beleid heeft hierop ingezet door het splitsingsbeleid te verruimen, in 2002 zal een verdere verruiming komen. Er is een dakterrassennotitie die verruiming van mogelijkheden voor de aanleg van een dakterras biedt. Er zijn na publicatie van deze notitie meer aanvragen voor de aanleg van een dakterras ingediend, maar men heeft nog wel steeds te maken met strenge welstandseisen. Tevens bestaat er een ‘groen-dak-regeling’ volgens welke daken, balkons en uitbouwen zoveel mogelijk als tuin moeten worden ingericht. In het kader van het bestemmingsplan is er een conceptrapportage over de kwaliteit van binnenterreinen. Uit de inventarisatie blijkt dat er in de loop der jaren honderden illegale bouwwerken zijn ontstaan. Met de herziening van de woningwet per 1 april 2002 moeten kleine bouwwerken worden toegestaan. Er volgt een generaal pardon met uitzondering van die plekken waar het echt afbreuk doet aan de specifieke kwaliteit van binnenterreinen. Het voornemen is, de bebouwing per saldo gelijk te houden en langs economische assen soepeler te zijn. De trend dat gezinnen met kinderen van de basisschoolleeftijd vertrekken, is blijven bestaan. Deze uitstroom is het gevolg van de woningsamenstelling van Oud-West. Er is een overmaat aan kleine woningen (onder de 60 m2), ook ten opzichte van de Amsterdamse woningvoorraad. Het aantal tweekamerwoningen is zelfs gegroeid. Het voornemen om te streven naar een hoger aantal grotere woningen om gezinnen met kleine kinderen ook de kans op doorstroming in de eigen buurt te bieden is niet gerealiseerd. De particuliere eigenaren hebben nog weinig blijk gegeven van enig enthousiasme voor samenvoeging en vergroting van de woningen. Gezien de marktwaarde van de woningen en de versoepeling van de regels voor splitsing en samenvoeging, zouden er mogelijkheden aanwezig moeten zijn om met huiseigenaren tot arrangementen te komen die tegemoetkomen aan de wens van beide partijen. Op dit punt kun-
nen kansen gecreëerd worden voor particuliere huiseigenaren om een hoger rendement te bereiken en voor het stadsdeel om grotere woningen te creëren. De kansen worden niet of nauwelijks benut, omdat er eerst ‘beleid’ gemaakt moet worden, zodat de uitvoerende ambtenaren weten waaraan zij initiatieven kunnen toetsen. De verruiming van het splitsingsbeleid heeft geleid tot verdubbeling van de samenvoegingen. Een aandachtspunt is de arrangementenaanpak; deze is nog geen succes daar veel particuliere huisbazen hun bezit willen behouden. Het Dagelijks Bestuur kan ook een uitnodiging de deur uitdoen aan particuliere eigenaren om met eigen voorstellen te komen die voldoen aan de voorwaarde dat woningen vergroot worden en tegelijkertijd een zekere ondergrens in de particuliere kernvoorraad in stand blijft. < zie tekening 3
De uitgestoken hand van het Oosten uit 1998 is om allerlei redenen niet aangenomen. Toch liggen ook daar nog steeds mogelijkheden. Er kunnen ook beleggers of corporaties zijn die meer belang hechten aan de lange termijn waardestijging van bezit dan in de korte termijn verkoop of huuropbrengst. Dat is met name het geval als zij mede-investeerder zijn in een ontwikkelingsproject als de Hallen. Met hen kunnen andere, grotere arrangementen worden afgesloten voor kwaliteitsverbetering van de woningvoorraad, terwijl tegelijk een goede fasering kan voorkomen dat de kernvoorraad te snel afneemt. Op dit terrein liggen nog steeds kansen, maar naarmate de tijd verstrijkt worden de mogelijkheden voor het stadsdeel om een kernwaarde te beschermen steeds geringer. Evaluatie en kansen 1. Het creëren van ruimte op andere manieren, zoals het stimuleren van de aanleg van dakterrassen is succesvol gebleken vanwege de verhoging van aanvragen tot aanleg van dakterrassen.
foto 7
foto 6
Ten Katemarkt
Gary’s Muffins
foto 8
Hotels
22
ruimte voor het werelddorp oud-west - de stad b.v.
[
Hoofdstuk 2 : Wat is Oud-West anno 2002?
2. De spontane instroom van hogere inkomensgroepen is geen bedreiging, maar wel een aandachtspunt wanneer dit consequenties zou hebben voor de voorzieningen. 3. De huidige toename van splitsingen leidt niet tot grotere woningen en dus ook niet tot meer gezinnen. 4. De diversiteit zou wel groter mogen worden, met name door een toename van kinderen in de leeftijdscategorie 4 tot 16 jarigen. Het onderwijs zou daarmee gebaat zijn. 5. De mogelijkheden om huiseigenaren uit te nodigen tot arrangementen die zowel de solidariteit dienen als vestiging van gezinnen bevorderen, zijn nog niet uitgeput.
< zie foto 7
Ondernemend Oud-West - Werken: concurreer op sterke punten Het stimuleren van de kwaliteit ‘bedrijvigheid’ is een belangrijk aandachtspunt voor het stadsdeel. Concrete voorstellen uit Sprekend Oud-West De concurrentiepositie van het stadsdeel Oud-West is sterk dankzij de ruimtelijke ligging. Het is belangrijk deze te benutten en goed te houden. Het is dan ook goed ondernemerschap te stimuleren. Sterke punten zijn het internationale karakter, de Ten Katemarkt en het bijzondere winkelaanbod. < zie foto 6
Gebruik de nabijheid tot de binnenstad waar bedrijven graag willen zijn voor de toelevering aan de culturele sector, de Public Relations sfeer, ICT-diensten en nieuwe mediavoorzieningen. Goede initiatieven zouden zijn: gebruik te maken van bedrijfsverzamelgebouwen, het samenbrengen van creativiteit en ondernemerschap, en het clusteren van winkels en ambachten.
23
Beleid Het stadsdeel stimuleert kleinschalige bedrijvigheid. Naar aanleiding van de visie ‘Vierkant achter Oud-West’ is een straatmanager aangesteld om de herprofilering in de Kinkerstraat en de Overtoom te stimuleren in de gewenste richting. Dit resulteert in nieuwe winkels in de gewenste branche, het opknappen van panden en herprofilering van de straat en gewenste bedrijven. Een voorbeeld is de vestiging van Gary’s Muffins aan de Kinkerstraat, een gewenste ontwikkeling, aangezien in de nabije omgeving weinig aantrekkelijke horecagelegenheden voor overdag zijn. Gezien de drukte in het filiaal blijkt hier ook een grote behoefte aan te zijn in de Kinkerbuurt. Het netwerk dat nodig is om meer van dit soort gewenste ontwikkelingen in te zetten moet nu worden opgebouwd. Het Dagelijks Bestuur vindt van belang dat de regelgeving voor de vestiging van bedrijven is verzacht. Het is makkelijker geworden voor bedrijven zich in voormalige woningen te vestigen. Er is nog weinig reden tot tevredenheid met betrekking tot de uitvoering van de visie ‘Vierkant achter Oud-West’. Het gaat allemaal erg langzaam, vooral ten aanzien van de Kinkerstraat. De Overtoom gaat beter. De vraag is of de energie, die gestoken moet worden in de sturing, er ook uit komt, of dat het verruimen van de mogelijkheden voor individuele initiatieven tot meer resultaat zou leiden. Ten aanzien van de vestiging van hotels is ook beleid uitgestippeld. Uitgangspunt is dat er geen monocultuur mag ontstaan. Enige uitbreiding van de hotelbranche is mogelijk, maar niet in de Vondelbuurt. De kwaliteit van de hotels dient te worden bewaakt (Locatiebeleid hotels in Stadsdeel Oud-West, 2001). < zie foto 8
foto 9
foto 10
foto 11
Meubel -en antiekcluster Overtoom
foto 12
foto 13
foto 14
Meubelmakerscluster in J. van Lennepstraat
foto 15
foto 16
foto 17
Babywinkelcluster Bosboom Toussaintstraat
24
ruimte voor het werelddorp oud-west - de stad b.v.
[
Hoofdstuk 2 : Wat is Oud-West anno 2002?
25
Evaluatie en kansen. 1. Winkelbeleid. Oud-West is een bedrijvig stadsdeel met een aantal bekende winkelstraten, een flink aantal hotels, veel startende ondernemers in de dienstverlening, de reparatie en de horeca. Welke inspanningen van het stadsdeel zouden het meest bevorderlijk zijn voor deze bedrijvigheid? Tot een bedrijvig stadsdeel behoort een winkelbestand dat voorziet in alle behoeften van de stedelijke omgeving. De grote winkelstraten van Oud-West verkeren al geruime tijd in een overgangsfase. Het stadsdeel laat onderzoek doen. Er wordt een nota opgesteld ‘Vierkant achter Oud-West’. Er worden straatmanagers aangesteld om het beleid per straat, de kleuring, de clustering en de concentratie te bevorderen. Maar wat is het effect van deze beleidsinspanningen? Is de visboer gebleven en slager Res in de Kinkerstraat vertrokken dankzij het beleid? Hebben de cadeauwinkel Hoogstins en de peperdure lingeriezaak Tony Tolo beleid nodig om te overleven? Zijn de Hunkemöller en de Blokker op 200 meter afstand van elkaar op de Bilderdijkstraat samen een winkelconcentratie? En twee filialen van Blokker, is dat in overeenstemming met het beleid? En zo niet, wat zegt het beleid dan? < zie foto 9 t/m 11
2. De verborgen kwaliteit van de zijstraat. In de eerste vijftig meter van de Jacob van Lennepstraat zijn acht ambachtelijke meubelmakers, stoffeerders, reparatie- en houtbewerkingsbedrijven in de onderstukjes en sousterrains neergestreken. Jonge vrouwen en mannen die voor zich zelf begonnen zijn. Is dat beleid of is het toeval? In de Jacop van Lennepstraat zit ook een ingenieursbedrijf voor ontwerp. Op de Kinkerstraat nabij de Appeltjesmarkt zijn galerieën net als aan het Da Costaplein. Op de Da Costakade is het theater ‘De Liefde’. Boven de Ten Katemarkt zijn de Agatha Deken en Elisabeth Wolfstraat met ateliers, een fietskoerier en BGG secretari-
aat op afstand. De dienstverlening wil zich maar niet vestigen langs de doorgaande wegen. Beschikbare ruimte en kosten zijn beslissend. < zie foto 12 t/m 14
3. Hoe ontstaan clusters? Neem de cluster van vijf autoverhuurbedrijven op de Overtoom. En de clustering van antiek -en woninginrichting op de Overtoom, is die te danken aan straatmanagement of aan de herprofilering? En de concentratie van baby- en kinderwinkels in de Bosboom Toussaintstraat, is dat een bedoeld of onbedoeld effect van beleid? < zie foto 15 t/m 17
4. De spectaculaire groei van werkgelegenheid. De cijfers laten zien dat de grootste groei van de bedrijvigheid in Oud-West plaatsvindt in kleine bedrijven met weinig personeel. Jaarlijks worden vele tientallen nieuwe bedrijven opgericht waarvan gemiddeld de helft weer failliet gaat. Is ooit afgewogen of de inspanningen van het stadsdeel ten behoeve van het functioneren van de winkelstraten effectiever is voor de bevordering van de werkgelegenheid dan een ondersteuning gericht op verbetering van de overlevingskans van startende ondernemers? Het ondernemerscentrum op het WG terrein bood ooit dergelijke ondersteuning aan starters. Het resultaat was goed, maar verstikte zichzelf. Waar anders dan in Oud-West kan een nieuwe formule worden ontwikkeld?
Verder met de auto - Verkeer: blik van de straat en bereikbaarheid Verkeer en het stallen van auto’s zijn een hinderlijk probleem in steden. Het geeft veel overlast in de vorm van blik op straat, geluidshinder en een ruimtelijke barrière. In Oud-West is dit probleem zeer zeker ook aanwezig, en daarom een belangrijk actiepunt, voor het stadsdeel dichtslibt. (pag 26)
< zie foto 18
foto 18
foto 19
Parkeerbeleid
tekening 4
‘Meer parkeergarages’
Da Costaplein
26
ruimte voor het werelddorp oud-west - de stad b.v.
[
Hoofdstuk 2 : Wat is Oud-West anno 2002?
Concrete voorstellen uit Sprekend Oud-West Er is behoefte aan ingrijpende maatregelen om de overlast van de auto terug te brengen. Er is een lange termijnplan nodig voor de omgang met de ‘ijzeren regenjas’. Dit plan is gericht op een betere verkeerscirculatie, autovrije plaatsen, het profiel van drukke wegen en de aanleg van parkeergarages voor bewoners en bezoekers. Het idee voor de aanleg van parkeergarages betekent: in kleinschalige vorm in Oud-West, en grootschalig aan de rand van Oud-West. Het verkeersbeleid Aandachtspunten in beleid zijn de afgelopen jaren geweest de herprofilering van de Overtoom met het oog op een verhoging van veiligheid voor fietsers door de aanleg van vrije fietspaden. Er is onderzoek gedaan naar parkeergedrag om een adequaat plan te maken voor het parkeerprobleem. Er is een belangrijke doorbraak bereikt in het beleid met betrekking tot het bouwen van (ondergrondse) parkeergarages. Onder de Bilderdijkkade is een parkeergarage gepland, evenals onder het stadsdeelkantoor. Dan zijn er nog de parkeergarages onder de nieuwe projecten als Bilderdijkplaza. Is dat voldoende?
< zie foto 19
Over pleinen en bruggen - Openbare ruimte, identiteit en recreëren
Het beleid ten aanzien van de openbare ruimte. Sinds januari 2001 is een nieuw opbouwwerk aangesteld. Het doel van het opbouwwerk is de sociale samenhang in het stadsdeel bevorderen. De uitvoering wordt gedaan door de stichting ‘Dock’ uit Rotterdam. Deze stichting werkt projectmatig met bewoners/ondernemers van het stadsdeel aan verbeteringen op verschillende vlakken. Uit een gesprek met medewerkers van Dock komt naar voren dat het sociaal beheer van pleinen door dit nieuwe opbouwwerk is opgepakt middels sociale projecten zoals op het Ten Kateplein. Na tien jaar problemen op het Cremerplein met de speeltuin, is door bemiddeling van Dock eindelijk enige vooruitgang geboekt.
Middels pleinen en bruggen wordt gestreefd naar meer kwaliteit en meer samenhang binnen het stadsdeel.
Water is ook een aandachtspunt en komt als zodanig in het concept
1. Het Dagelijks Bestuur vindt dat er in het parkeerbeleid concreet geslaagde punten en gepakte kansen zitten. Het heeft wel even tijd nodig gehad maar nu liggen er concrete plannen voor de aanbouw van ondergrondse parkeergarages. Het geld hiervoor is onder andere gespaard uit parkeergelden. 2. De overlast van autoverkeer in woonbuurten is met de peperdure parkeergarages nog niet verminderd. < zie tekening 4
27
Concrete voorstellen uit Sprekend Oud-West Schoner, dat zou al heel wat zijn. Een kwestie van beter beheer. Het stadsdeel heeft al heel wat verbeterd, maar het kan nog steeds beter. Het wordt tijd om een kwaliteitssprong te maken in het straatmeubilair: mooier en minder rommelig. Om dit te realiseren kan er meer worden gedaan met de aanwezige pleinen, het water, en is het zaak meer te letten op kinderen bij de keuze van het meubilair. Middels verbindingen tussen buurten is het plan de verbindingen te versterken en zo ook de identiteit. Daarnaast is het belangrijk aandacht te besteden aan het versterken van het profiel van buurten middels specialisatie van winkels en bijbehorende ambachten. Dit betekent bijvoorbeeld de combinatie galeries & ateliers, antiek & meubelreparatie, markt & delicatessen. Ten aanzien van de recreatie in Oud-West moeten kinder -en tienervoorzieningen verbeterd worden. Verder is er een gebrek aan buurtgroen en is het belangrijk oog te hebben voor rustpunten in de wijk, zoals water en pleinen.
foto 20
foto 21
Spijkerfabriek Overtoom
Italiaan delicatessenzaak
foto 22
foto 23
De Galerie
Appeltjesmarktgedeelte Kinkerstraat
28
ruimte voor het werelddorp oud-west - de stad b.v.
[
Hoofdstuk 2 : Wat is Oud-West anno 2002?
29
INBO rapport (2001) terug. Voor de open ruimte geldt dat middels regels is vastgesteld dat er niet meer gebouwd wordt in de schaarse openbare ruimte. Voor wat betreft het recreëren zijn vissteigers aan het Van Lennepkanaal gemaakt. Evaluatie en kansen 1. Er is reden tot tevredenheid over de vooruitgang die op het Cremerplein is geboekt door opbouwwerk Dock. Verder zijn er plannen ter verbetering van het WG-plein en het AOC-plein. Het punt over de verbindingen tussen buurten middels bruggen is tevens geslaagd, want de brug Vondelpark, 2e Const. Huygenstraat, via WG-terrein naar de Bilderdijkkade, gaat er komen. 2. Te veel willen regelen is soms een gevaar voor de spontane ontwikkeling. De ligging aansluitend op het centrum zorgt voor een natuurlijk overloop van binnenstadsfuncties naar Oud-West. In sommige gevallen wordt dat niet wenselijk geacht waar de bestaande woonfunctie bedreigd wordt door kantoren, of anderszins een monocultuur ontstaat. Om deze reden wordt in het bestemmingsplan de hotelontwikkeling in de Vondelbuurt niet gestimuleerd, waar dat elders wel toegelaten wordt. 3. In het bestemmingsplan wordt getracht de winkelconcentraties te reguleren. In het midden van de Kinkerstraat zou de winkelfunctie veilig gesteld moeten worden volgens het bestemmingsplan. De spin-off van de binnenstad op het terrein van de zakelijke dienstverlening zou zich langs de verbindingswegen naar de binnenstad dienen te concentreren. Tot nu toe sorteert dit beleid geen enkel effect. De zakelijke dienstverlening verkiest de goedkope vrijkomende winkelpanden in de zijstraten boven de voorkeursplekken van het beleid. De Kinkerstraat tussen de Da Costakade en de Appeltjesmarkt verkeert in een deplorabele toestand van verval,
op die bedrijven na die zich van het bestemmingsplan niets aantrekken: de Turkse groenteman, de Zeevishandel, de Italiaanse delicatessenzaak en de Galerie. Hier is sprake van ‘oversturing’. Waarom wordt de bestemming niet vrij gelaten, zodat de overloop van de binnenstad, het broedplaatskarakter van de Da Costabuurt, en de ontmoetingsfuncties in de horeca, samen kunnen zorgen voor een spontane synergie langs de verbindingswegen naar de binnenstad. < zie foto 21 t/m 23
4. De ‘laatste’ kans voor een royale toegang tot het Vondelpark is de Spijkerfabriek die nu eigendom is van Stadsherstel. < zie foto 20
Samenleven in Oud-West In Sprekend Oud-West heerste een optimistische geest over de onderlinge betrekkingen van de bewoners. Het onderzoek van Hortulanus geeft daarvoor een verklaring door te wijzen op het verschil in bevolkingssamenstelling met bijvoorbeeld de Spaarndammerbuurt. We stellen hier de vraag of hetzelfde optimisme ook voor de toekomst gerechtvaardigd is? Neemt de tolerantie af en zijn we op weg naar een tweedeling in de samenleving? Veelal wordt aangenomen dat betrokkenheid van bewoners/ondernemers bij het stadsdeel afneemt, zo ook in het concept INBO rapport (2001). Mensen hebben weinig tijd, zijn beter opgeleid, minder snel tevreden, en weten precies wat wel en niet mag. De tolerantiegrens ten opzichte van het gedrag van medebewoners zou dalen; de sociale cohesie zou afnemen en de onverschilligheid toenemen. In de toekomst zou rekening gehouden moeten worden met verminderde participatie en saamhorigheid. Waarop deze veronderstelling is gebaseerd, is niet duidelijk geworden.
tekening 5
‘Is veryupping een probleem?’
30
ruimte voor het werelddorp oud-west - de stad b.v.
[
Hoofdstuk 2 : Wat is Oud-West anno 2002?
31
Met een begrip als ‘tweedeling’ slaan we de plank mis. Onze waarnemingen steunen dat beeld niet. De Helmersbuurt en Vondelbuurt worden zeker gekenmerkt door welstand en welvaren, maar ook daar wonen mensen met lage inkomens. De Bellamybuurt, Borgerbuurt en delen van de Da Costabuurt kennen meer maatschappelijke problemen, zoals veel uitkeringsgerechtigden en ouderen, vaak met verschijnselen van isolement. Deze schijnbare tweedeling is juist aan het vervagen, ook in de van oorsprong zwakkere buurten is een toename van het aantal sociaal sterkeren zichtbaar. Daarmee neemt de sociale draagkracht van de buurt wel toe, maar de individuele problematiek wordt er nog niet minder om. (uit: ‘Op Eigen kracht’ welzijnsvisie OudWest, 2000). Fysieke ingrepen en implantatie van meer hoge inkomens trekken het gemiddelde wel omhoog, maar dat camoufleert de verschillen in kansen, en maakt de buurt als gemeenschap nog niet beter.
om vroegtijdige schoolverlaters. De kwaliteit en het rendement van het onderwijs kan in belangrijke mate bijdragen aan de kwaliteit van het bestaan in Oud-West. Niet alleen doordat de schoolresultaten een belangrijke factor zijn in de verdeling van het culturele kapitaal en de kansen in de samenleving, maar ook omdat een potentieel veiligheids -en leefbaarheidsprobleem in de toekomst kan worden voorkomen. De directe invloed van het stadsdeel op rendement en kwaliteit van het onderwijs gering. De neiging om op een terrein als onderwijs beleid te willen maken kan beter worden weerstaan. Belangrijker is dat het stadsdeel de totstandkoming van een brede school bevordert door met steun van de ouders en andere potentiële belanghebbenden zorgt voor het forceren van een doorbraak in het huisvestingsprobleem.
In Oud-West bevinden zich zeer zeker aandachtsgroepen die voor extra zorg en hulp in aanmerking komen. Zo zijn er relatief weinig ouderen, maar de ouderen die er zijn behoeven extra zorg, ook ten aanzien van huisvesting. Daarnaast is er relatief gezien een grote groep mensen met psychische problemen, zoals een groep hoog opgeleide veertigers die ‘blijft hangen’, en jeugd met weinig toekomstperspectief.
Evaluatie en kansen 1. Veel hoogopgeleiden met relatief weinig verplichtingen in de persoonlijke sfeer vormen een potentieel vrijwilligerskader. De toename van het aantal goed opgeleide allochtonen kan in de toekomst een brug vormen naar verdere integratie. 2. Toenemend aantal koopkrachtige inwoners: meer draagvlak voor exploitatie van welzijnsvoorzieningen 3. Er is een goede infrastructuur van welzijnsinstellingen met veel kennis van de sociale omstandigheden in het stadsdeel. De nieuwe mogelijkheden van communicatie tussen overheid en burger kunnen beter benut worden dan nu het geval is. 4. Verbetering van de kwaliteit van het onderwijs, vereist actief benutten van de kansen. Ouders en ROC kunnen tot bondgenoot worden gemaakt in het voorkomen van een jongerenprobleem in het stadsdeel, mits het bestuur zich niet verliest in ‘meer beleid’.
Een risicogroep van Oud-West die in de toekomst meer aandacht verdient, zijn de jongeren met weinig perspectief. Het gaat daarbij veelal
De natuurlijke neiging van het openbaar bestuur is om vraagstukken in beleid te willen vertalen.
< zie tekening 5
Ten aanzien van welzijn is het al eerder besproken opbouwwerk Dock aangesteld met als doel de sociale samenhang in het stadsdeel te bevorderen. In de werkwijze van Dock staat de interactiviteit in de benadering ten aanzien van maatregelen en beleid centraal, zowel van burgers als beleidsmakers, in tegenstelling tot de reactieve benadering.
tekening 6
‘Meer zaken overlaten aan samenleving’
32
ruimte voor het werelddorp oud-west - de stad b.v.
[
Hoofdstuk 2 : Wat is Oud-West anno 2002?
33
Het stadsdeel Oud-West vormt hierop geen uitzondering. Burgers moeten immers weten waarop zij mogen rekenen, gelijke monniken gelijke kappen. De overheidsorganisatie dient volgens heldere richtlijnen te handelen, zodat de rechtmatigheid en doelmatigheid van het handelen gecontroleerd kan worden, zo is de redenering. De praktijk van deze redenering is dat er steeds meer beleid op beleid wordt gestapeld. Uit de beleidskokers in Den Haag valt het beleid naar beneden. Het onderwijs wordt geregeld vanuit het ministerie van onderwijs, de naschoolse opvang vanuit welzijn, de taalcursussen vanuit het grote-stedenbeleid en de gezondheid vanuit het ministerie van gezondheidszorg. De beleidsbrokken worden onderweg naar beneden steeds verder vermalen tot subsidievoorwaarden en regelingen. Amsterdam voegt daar weer veel sectoraal en lokaal beleid aan toe, zodat het geheel versplinterd ter aarde komt. En het stadsdeel mag ervoor zorgen dat de brede school in een geschikt gebouw terechtkomt, waar de leerling in staat wordt gesteld zijn achterstand in te lopen.
De burger wil graag dat de overheid rekening houdt met de eisen van het moderne leven. Tweeverdieners zijn druk bezette mensen, hoogopgeleid en meer dan gemiddeld verdienend. Zij willen naschoolse opvang vlak bij huis. Ze willen het beste onderwijs voor hun kinderen en een veilige omgeving. Ze willen een woonomgeving die prettig en veilig is; waarin alle voorzieningen aanwezig zijn, met winkels, een café en een restaurant om de hoek. En ze willen dat hun kinderen alle voorzieningen aantreffen in een goed schoolgebouw, en daar moet het Stadsdeelbestuur voor zorgen. Of kunnen deze ouders als belanghebbenden de katalysator zijn in het doorbreken van de bureaucratische verkokering tussen instellingen? Staat de Raad het Stadsdeelbestuur toe om samen met de ouders een doorbraak te forceren, of legt de Raad tot in detail vast aan welke tegenstrijdige voorwaarden het bestuur moet voldoen zodat het bestuur met vastgebonden handen aan tafel zit? < zie tekening 6
tekening 7
Hoeveel vrijheid heeft bestuurder?
34
Hoofdstuk Hoofdstuk 33 :: Ruimte Ruimte maken maken en en ruimte ruimte geven geven ruimte voor het werelddorp oud-west - de stad b.v.
[
35
Na de analyse van wat wel en wat niet gerealiseerd is van de voornemens van Sprekend Oud-West gaan we in dit hoofdstuk in op de wijze waarop de Stadsdeelraad en het Dagelijks Bestuur in de volgende raadsperiode de interactieve bestuursstijl effectiever kunnen maken. Het advies gaat over ruimte maken voor het bestuur, voor de samenleving en voor het benutten van kansen. Het advies bestaat uit drie elementen. Het eerste betreft de richting van de bestuurlijke inspanningen. Wat mogen we verwachten van beleid en hoe kan het bestuur de kansen benutten om gewenste ontwikkelingen te bevorderen? Tenslotte gaan we in op de wijze waarop de interactieve werkwijze kan worden voortgezet als ‘reguliere’ bestuurspraktijk, en op welke wijze de Stadsdeelraad ruimte kan maken voor een bestuursstijl die zorgt voor betrokkenheid van de samenleving.
Een bestuur dat ruimte maakt Het eerste advies aan de Stadsdeelraad en het Dagelijks Bestuur luidt: maak ruimte voor een bestuursstijl die erop gericht is, de dynamiek in de samenleving optimaal te benutten. Het bestuur vat zich niet langer op als een overheid die met beleid de samenleving bestuurt, maar als een bestuur dat, staande temidden van de andere actoren in de maatschappij, vorm geeft aan de realisering van de gedeelde waarden: tolerantie, solidariteit en persoonlijke vrijheid. Het bestuur sluit in haar eigen handelen aan bij de aanwezige energie, en maakt gebruik van ondernemingslust voor het verbeteren van de kwaliteit van het bestaan in Oud-West.
We bepleiten een grotere selectiviteit van het bestuur, in waar het zich wel en niet mee bezighoudt, en ook enige bezinning op de aard van de interventie. Niet alles verdient dezelfde aandacht, en veel komt ook op zijn pootjes terecht als het bestuur zich er niet mee bemoeit. In dit hoofdstuk bepleiten we een drieslag in het handelen van het Stadsdeelbestuur: 1. Zelfsturing bevorderen; ontwikkelingen en situaties waarbij het minimaliseren van de bestuurlijke inspanningen het maximale effect kan opleveren 2. Grenzen trekken; situaties waarin het bestuur een duidelijke rol moet spelen ter bescherming van waarden die onder druk staan. 3. Coalitievorming in de samenleving; kansen die zich voordoen om gewenste ontwikkelingen te bevorderen. Een bestuur dat ruimte maakt voor zichzelf zal veel ruimte creëren voor zelfsturing in de samenleving, of voor herstel van het vermogen tot zelfsturing. Daardoor krijgt het bestuur de ruimte om zich te concentreren op de twee andere handelingsmogelijkheden waarmee het bestuur zich kan profileren. De tweede is een bekende en vereist geen toelichting. De derde is onderontwikkeld in de huidige bestuurspraktijk. Te vaak worden plannen onnodig ver uitgewerkt alvorens een beroep wordt gedaan op de creativiteit en het meedenkend vermogen van de omgeving. Eerst een plan maken en dan pas inspraak, is nog steeds de gebruikelijke gang van zaken. Een interactief bestuur zal zich op coproductie richten, en de vraag stellen voor welke oplossingen coalitiepartners in de samenleving te vinden zijn. < zie tekening 7
Aanbouw Bilderdijkkade
enkele gesprekken in de buurt
foto 24
Twee medewerkers van restaurant ‘De Ruimte’ vroegen zich af of de broedplaatsfunctie van het Swammerdaminstituut ooit vervangen zou kunnen worden: “Als je ziet wat hier gebeurt, kan je je niet voorstellen dat dit ooit verplaatst kan worden naar een ander gebouw. Het gebouw mag dan wel lelijk zijn maar afbreken is pure verspilling”.
36
ruimte voor het werelddorp oud-west - de stad b.v.
[
Hoofdstuk 3 : Ruimte maken en ruimte geven
Kansrijk Oud-West. Veel van de onderwerpen die in Sprekend Oud-West werden aangesneden zijn onverminderd actueel, maar vragen andere bestuurlijke inspanning dan we gewend zijn. De positieve verwachtingen ten aanzien van de inkomensontwikkeling, de bedrijvigheid, de uitstraling van de binnenstad en de marktwaarde van de woningen in Oud-West, zijn over het algemeen uitgekomen. De gevreesde negatieve ontwikkelingen, zoals verdringing van de starters, grotere tweedeling en een steeds onleefbaarder milieu, zijn voorlopig uitgebleven. De verwachting dat de woningkwaliteit sterk achteruit zou gaan door een stagnerende woningverbetering is niet bewaarheid geworden. De particuliere sector heeft zijn werk gedaan. Veel woningen zijn opgeknapt, gesplitst en verkocht. Het is niet nodig en ook niet wenselijk de markt af te remmen als het gaat om onderhoud en verkoop van de particuliere woningvoorraad. Deze positieve ontwikkeling maakt het mogelijk meer te focussen op de kansen en op het zelfsturend vermogen in samenleving. We hebben in het vorige hoofdstuk vele voorbeelden laten zien van een benadering die meer ruimte schept voor het bestuur. Het tweede advies: benut de kansen die in ruime mate aanwezig zijn. < zie foto 24
De Hallen als ‘Toonkamer van vitaliteit’ Het werelddorp heeft vele kwaliteiten; de verscheidenheid aan buurten; bedrijvigheid; de bevolkingssamenstelling; de winkelstraten; de markt; de broedplaatsfunctie; het startersklimaat en de toenemende welvaart. Veel van deze kwaliteiten springen niet in het oog. Sommige bevinden zich in luwte van de stad, in de beslotenheid van het WG terrein, achter de onaantrekkelijke gevel van het Swammerdaminstituut of in de verborgenheid van de zijstraten. Daardoor wordt wel gezegd
37
dat Oud-West een gebrek heeft aan identiteit zoals bijvoorbeeld in het concept rapport INBO (2001). We zouden dat niet willen bevestigen. Oud-West heeft een stedelijke vitaliteit die typerend is voor een stadsdeel aan de rand van de binnenstad. De beschikbare ruimte, voormalige winkelpanden en bedrijfsruimten die opnieuw gebruikt kunnen worden, lage kosten, de nieuwe markt van de kenniswerkers en het uitgaansleven, de specialisatie en de hoge opleiding van de bevolking, vormen samen met het volkse karakter en de traditionele middenstand de eigenaardige voedingsbodem voor deze vitaliteit. Geen broedplaatsen beleid zal ooit in de buurt kunnen komen van de spontane stedelijke ‘ecologische diversiteit’. Wat Oud-West mist is een openbare ruimte waar de verschillende sferen van Oud-West elkaar ontmoeten en verrijken. Daarin zouden de voornaamste stappen vooruit gedaan kunnen worden. De Bilderdijkstraat is een goed voorbeeld. Het is geen straat waar je voor je plezier naartoe gaat of ook maar even langer blijft dan strikt noodzakelijk is, het is een straat zonder verblijfskwaliteit. De Kinkerstraat en omgeving verkeren in een impasse. Tegenover Gary’s Muffins zit het Dumppaleis. De verscheidenheid is groot, maar kan zich alleen handhaven als de aantrekkingskracht van de straat voor publiek vergroot wordt. De Hallen zijn de grootste kans om het stadsdeel te helpen aan een openbare ruimte van betekenis. Een ontmoetingsplaats van sferen, mensen, culturen en elkaar versterkende programma’s. De Hallen kunnen de Toonkamer worden van de kwaliteiten die zich in het verborgene hebben ontwikkeld en een aanwinst zijn voor de stad als geheel. De Hallen kunnen het stadsgezicht zijn van Oud-West, geen kunstmatige opgeplakte identiteit, maar één die past bij de functie van het stadsdeel. Maar voldoet het huidige plan aan dat beeld? De combinatie van woningen, een stadsdeelkantoor met een parkeergarage, een sportcentrum, een operavoorziening, een bibliotheek met
enkele gesprekken in de buurt
foto 25
De Hallen
De mede-investeerder voor de Hallen is SFB Vastgoed. Waarom investeert een belegger in zo’n project in Oud West? Paul Kroes, van SFB Vastgoed, ziet het de goede kant op gaan met dit deel van de stad. De omgeving van het stadsdeelkantoor knapt nu al zienderogen op. Een parkeergarage onder de grond zal een aanzienlijke verbetering van de bereikbaarheid en het leefmilieu kunnen betekenen. Een nieuwe behuizing van het Stadsdeel kan ook geen kwaad. SFB ziet zeker een markt voor wonen op die plek, en ook voor bedrijven. Paul is erg enthousiast dat de Nederlandse Operastichting belangstelling heeft voor een tweede zaal in de hallen. Samen de sportschool kan een mooi programma ontstaan van elkaar versterkende functies. Het risico van de monumentale hallen is dat van het enorme volume niet alles even gemakkelijk bruikbaar te maken is. Daardoor kunnen de kosten wel erg oplopen. Een goede openbare ruimte, liefst met horeca, kan helpen.
38
ruimte voor het werelddorp oud-west - de stad b.v.
[
Hoofdstuk 3 : Ruimte maken en ruimte geven
39
ateliers voor ambachtelijke bedrijven, en kunstenaars is dat niet te veel van alles wat? Is het niet beter om radicaal te kiezen voor een productieve stedelijke cultuur waarin ambacht, techniek en vormgeving elkaar versterken, in het ontmoetingsklimaat van een overdekt plein zoals Amsterdam nog niet kent? Een stadsdeel waarin bedrijvigheid floreert en cultuur zich steeds sterker manifesteert, kan wel een ontmoetingsplaats gebruiken, die dag en nacht, door de week en in het weekeinde het publiek trekt dat de afgelopen jaren de stad heeft herontdekt als plaats voor innovatie, confrontatie en habitat voor nieuwe markten en levensstijlen. < zie foto 25
Initiatiefrijk bestuur Een kansrijk stadsdeel vraagt om een initiatiefrijk bestuur. Een initiatiefrijk bestuur heeft handelingsruimte nodig en een Raad die meedenkt. De handelingsruimte voor het bestuur ontstaat in samenspraak met de Raad. Het begin van een nieuwe bestuursperiode is het geschikte moment voor een nieuwe impuls voor het ontwikkelen van een open en naar buiten gerichte bestuurscultuur. Bestuur en Raad moeten elkaar die ruimte wel gunnen. Een bestuur dat midden in de samenleving wil staan maakt hierover aan de vooravond van het nieuwe politieke seizoen afspraken met de Raad.
Een bestuur dat kansen wil benutten, waarden wil ontdekken en beschermen, en de samenleving meer ruimte wil bieden, zal een nieuwe bestuurlijke rolverdeling moeten ontwikkelen. In deze rolverdeling stelt de Raad zich op als het maatschappelijk klankbord van het bestuur. De Raad geeft, op grond van raadpleging van de bevolking en de betrokkenen, richting aan waarin het bestuur zich gaat ontwikkelen. Het bestuur vraagt de Raad mandaat om zich in de samenleving op te stellen als partner van de maatschappelijke instellingen en ondernemers. Ook voor de samenleving is meer ruimte nodig. Ruimte maken betekent vertrouwen op het zelfsturend vermogen van de samenleving zeker als de kernkwaliteiten van het leven in Oud-West door bewoners, ondernemers en bestuur gedeeld worden. Van tijd tot tijd is het nodig de overeenstemming over de kernkwaliteiten te testen door de vraag te stellen: “Hoe willen wij eigenlijk leven in Oud-West?”. Door deze vraag publiek te stellen heeft het bestuur de energie, de creativiteit en de belangeloze inzet van bewoners in Sprekend Oud-West losgemaakt. Dat kan opnieuw op een andere manier. Omdat de Raad het volk vertegenwoordigt en de koers moet aangeven voor het bestuur, zou zij deze keer zelf het initiatief moeten nemen. De Raad zet daarmee de toon voor een bestuur dat ruimte maakt voor de wereldburgers van Oud-West.
enkele gesprekken in de buurt
Op de Overtoom hebben de gezusters Morhaus zich gevestigd: More House interieur/design. Een flinke ruimte, met veel moderne teakhouten kasten en stevig metaal, achterin doorlopend tot in een serre in de tuin. “Vroeger waren we meer brocante-achtig. Geleidelijk heeft de zaak zich meer en meer tot een speciaalzaak in een bepaald soort design ontwikkeld. Binnenkort zal het opvallende logo aan de gevel uitgevoerd worden in metaal. Past beter bij wat we nu doen”, zegt een van de zusters. Ze wonen in de buurt. Eén in een zijstraat van het Vondelpark, gekocht toen het nog te betalen was, en de ander in de Wilhelminastraat. De buurt is steeds leuker geworden. Er zijn veel starters en tweeverdieners die ook voor omzet zorgen en voor een steeds gevarieerder klimaat; winkels en cafés. Ze heeft meegewerkt aan de inrichting van het café Rhijnvis. Het wel jammer dat veel mensen weg gaan als ze kinderen krijgen. Nee, ze heeft zelf ook een kind, maar ze gaat nooit de stad uit. De winkels op de Overtoom worden steeds beter. Aan de overkant naast de houten vloerenzaak is een winkel voor horecabenodigdheden gekomen; als daarnaast op de hoek nu een Grand Cafe zou komen zou ze helemaal gelukkig zijn.
40
Bronnen Bronnen
[ ruimte voor het werelddorp oud-west - de stad b.v.
Uitgaven en notities van het stadsdeel Oud-West: Projectgroep Stedelijke Vernieuwing Oud-West, Grote Stedenbeleid Oud-West; Een Drieluik. Amsterdam, augustus 1999. Stadsdeel Oud-West, afdeling Welzijn, Welzijnsvisie Oud-West: “Op eigen kracht”. Amsterdam, juni 2000. Stadsdeel Oud-West, Locatiebeleid hotels in Stadsdeel Oud-West te Amsterdam. Amsterdam, oktober 2001.
Uitgaven in opdracht van het stadsdeel Oud-West: De Stad b.v., Van Hefboom en Buffer: een visie op de toekomstige ontwikkeling van Oud West. Amsterdam, 1997. Nauta, F.J. en J. Saris, De Stad b.v., Vanzelfsprekend Oud-West: eindverslag van twee maanden “Sprekend Oud-West”. Amsterdam, januari 1998.
Oelkers, B. en I. Start, Visie Vierkant achter Oud-West, samen werken aan nieuwe winkelperspectieven. Amsterdam, november 1999. Sievers, A. en F. Westermann, Concept INBO rapport ‘Zichtbaar OudWest’. Amsterdam, december 2001.
Overige bronnen: Adriaanse C.C.M, Hortulanus R.P. en J.W. van de Wardt, Sociale integratie en segregatie in Amsterdam, Oud-West en de Spaarndammerbuurt: een onderzoek naar zelfredzaamheid, maatschappelijke participatie en sociale cohesie. Utrecht, Universiteit Utrecht, 1997. Gemeente Amsterdam, Onderzoek en Statistiek, Amsterdam in cijfers 1996. Amsterdam, 1996. Gemeente Amsterdam, Onderzoek en Statistiek, Amsterdam in cijfers 2001. Amsterdam, 2001.
Colofon in opdracht van:
Stadsdeel Oud-West
auteurs:
Jeroen Saris, Maureen Linthout, Vanessa Valkeman, De Stad b.v.,
[email protected]
Vormgeving & layout: Communications 2020 bv, Hoorn www.communications.nl foto’s:
Jeroen Saris
illustraties:
Farida Laan, De Beeldleveranciers
datum:
februari 2002