Uitvoeringsprogramma Cultuur Overijssel 2013-2016 Bij de cultuurnota 2013-2016 De Kracht van Cultuur: creatief verleden, heden en toekomst oktober 2012
Colofon Uitgave provincie Overijssel Datum oktober 2012 Auteur Team Cultuur
Fotografie/Illustraties Museum De Fundatie IJsselacademie (Albert Bartelds) Introdans (Hans Gerritsen) Nederlands Symfonieorkest (Arjan Reef en Joost van der Veen) Overijsselse Bibliotheekdienst RIBO Stadsarchief en Athenaeumbibliotheek TwentseWelle Productiehuis Oost Nederland Theater Gnaffel Jeugdtheater Sonnevanck Natura Docet Wonderryck Twente
Inlichtingen bij M.E. Barink Telefoon 038 499 83 21 Email:
[email protected]
Adresgegevens Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 Email:
[email protected] www.overijssel.nl
Uitvoeringsprogramma Cultuur Overijssel 2013-2016 Bij de cultuurnota 2013-2016 De Kracht van Cultuur: creatief verleden, heden en toekomst oktober 2012
1
Inhoudsopgave Samenvatting
3
Inleiding
4
Centrale missie voor het Overijssels cultuurbeleid 2013 - 2016
6
Beleidsdoel 1
8
Behoud en duurzame ontwikkeling van het cultureel erfgoed
Beleidsdoel 2
12
Het bieden van een kansrijke en inspirerende omgeving voor creatief talent
Beleidsdoel 3
18
Blijven inspannen voor cultuureducatie en cultuurparticipatie
Beschikbare middelen
2
22
Samenvatting Het Uitvoeringsprogramma in één oogopslag. Onze missie is behoud en ontwikkeling van de culturele identiteit van Overijssel 1. Behoud en duurzame ontwikkeling van het culturele erfgoed om zo de identiteit en eigenheid van Overijssel zichtbaar en beleefbaar te maken. Hiervoor maakt de provincie afspraken met partners over prestaties, verlenen we opdrachten en stellen we subsidieregelingen op.
Nieuwe subsidieregelingen: • voor herbestemming van cultureel erfgoed en het zoeken naar nieuwe economische dragers; • met matching (bijpassen) van rijksmiddelen voor grote restauraties van rijksmonumenten; • ‘Verhaal van Overijssel’ over gebundelde aanpak, archeologie en Streekcultuur leeft! Overig: • via een landgoederenagenda; • via de inbreng vanuit cultuur en erfgoed bij ruimtelijke vraagstukken. Over volkscultuur, streektaal, streekgeschiedenis en de vrijetijdseconomie maken we afspraken met: • Het Oversticht over onze wettelijke taak bij het beheer van het Provinciaal depot voor Bodemvondsten, over publieksactiviteiten, bruikleen en onderzoek; • particuliere eigenaren over het beheer en onderhoud van archeologische monumenten (Groen Blauwe Diensten). Overig: • via een provinciebreed programma voor het actief be houden en uitdragen van streektaal en streekcultuur; • overleg met projectontwikkelaars over meer inspraak bij het ontsluiten van archeologische vondsten.
Over bibliotheken en regionale omroep maken we afspraken met: • de Overijsselse Bibliotheekdienst en de Provinciale Bibliotheek Amateur- Muziekverenigingen over hun bijdragen aan een provinciaal netwerk; • het Stadsarchief en Athenaeumbibliotheek over de wetenschappelijke steunfunctie en • RTV Oost vanuit een wettelijke subsidie over het in stand houden van een regionale omroep. Over de culturele basisinfrastructuur instellingen • afspraken over programmering, netwerkvorming, talentontwikkeling en cultureel ondernemerschap met museum De Fundatie, provinciaal natuurhisto risch museum Wonderryck Twente, het Nederlands Symfonieorkest/het Orkest van het Oosten, Introdans en jeugdtheater Sonnevanck. Over talentontwikkeling • met het programma Talentontwikkeling, het Podiumplan, Productiefonds Overijssel en het Programmeringsfonds investeren we in jonge talenten, stimuleren we het culturele productie klimaat en verbeteren we het vestigingsklimaat voor creatieve beroepen. 3. Blijven inspannen voor cultuureducatie en cultuurparticipatie. Hiervoor maakt de provincie afspraken met gemeenten en scholen.
Uitvoeringsprogramma Cultuur Overijssel 2013-2016
Over monumenten en regionale bouwkunst maken we afspraken met: • de Monumentenwacht over het aantal inspecties; • de Stichting RIBO (Scholing, Restauratie en Innovatie in de bouw in Overijssel) over het aantal leerlingen dat zij jaarlijks opleiden; • het Steunpunt Cultureel Erfgoed Overijssel over de rol bij het ondersteunen van gemeenten bij erfgoed taken; • de provinciale Monumentencommissie over de advisering bij het uitvoeren van ons erfgoedbeleid; • gemeenten over gebundelde restauratie en Streek eigen Huis en Erf-projecten binnen het provinciaal Meerjarenprogramma landelijk gebied (t/m 2013);
2. Stimuleren van de culturele identiteit door creatief talent een kansrijke en inspirerende omgeving te bieden voor cultureel ondernemerschap. Hiervoor maakt de provincie afspraken met partners over prestaties en investeringen.
Over cultuureducatie • afspraken over de uitvoering van het cultuureducatie programma Cultuur aan de basis; • met gemeenten over duurzame samenwerking met het onderwijs. Over cultuurparticipatie • binnen het cultuurparticipatieprogramma ‘Cultuur in de vrije tijd’ gaan we culturele arrangementen aan met gemeenten, zetten we cultuurmakelaars in en ontwikkelen we een nieuwe subsidieregeling voor projecten met cultureel ondernemerschap, kwaliteit en innovatie.
3
Inleiding Op 12 juli 2012 hebben Provinciale Staten de Cultuurnota 2013-2016 ‘De Kracht van Cultuur: creatief verleden, heden en toekomst’ vastgesteld. Zowel de inbreng van Overijsselse gemeenten en culturele instellingen als die van Provinciale Staten is meegenomen in de nota. De Cultuurnota formuleert de uitgangspunten en randvoorwaarden voor het beleid in de komende jaren.
Bezuinigen én investeren De Cultuurnota markeert een nieuwe fase in het beleid van de provincie Overijssel. Die staat in het teken van efficiency, verzakelijking en een scherpere prioriteitstelling. De nota is een vervolg op het Hoofd lijnenakkoord 2011-2015 ‘De Kracht van Overijssel’. Daarin benoemt de coalitie vijf organisaties tot de Overijsselse culturele basisinfrastructuur: De Funda tie, Natura Docet Wonderryck Twente, Nederlands Symfonieorkest/het Orkest van het Oosten, Introdans en Jeugdtheater (Sonnevanck). Zij worden structureel in de begroting opgenomen. Daarover maken wij jaarlijks prestatieafspraken. De in het Hoofdlijnenakkoord afgesproken bezuini ging op de Provinciebegroting (ad € 30 miljoen per jaar) is gevonden door: • de programmalasten van niet-kerntaken waar mogelijk geheel te schrappen; • de programmalasten voor autonome activiteiten die niet vallen onder kerntaken met 20% te korten. Dat doen we door meer focus, effectiviteit en efficiency; • alle reguliere kerntaken met 10% te korten door meer effectiviteit en efficiency; • kerntaken met grote opgaven met 5% te korten door meer efficiency. Deze bezuinigingen betekenen een ombuiging van circa € 2 miljoen op de structurele cultuurbegroting. Door de decentralisatieafspraak over de rijksmonu menten komen er taken en middelen bij. Daarnaast wordt er geïnvesteerd. Als impuls voor de culturele infrastructuur en de monumentenzorg is een inves teringsbedrag van € 6 miljoen gereserveerd voor 2013 tot en met 2015. Ook voor cultuur-educatie en cultuurparticipatie hebben Provinciale Staten extra middelen beschikbaar gesteld. Uitvoeringsprogramma Dit Uitvoeringsprogramma geeft weer hoe de uit gangspunten uit de Cultuurnota concreet worden ingevuld. Hierin geven wij aan welke prestaties wij als provincie de komende periode zullen leveren en voor welke prestaties – uit te voeren door derden - wij
4
financiële middelen beschikbaar stellen. Gedeputeer de Staten stellen het Uitvoeringsprogramma vast en sturen dit ter informatie aan Provinciale Staten. Het Uitvoeringsprogramma is van groot belang voor de culturele organisaties, gemeenten en andere be langhebbenden in de provincie. Zij kunnen intekenen op de genoemde prestaties. Daarvoor moeten ze een subsidieaanvraag doen. Alleen de aanvragen voor een (meer)jaren subsidie moeten voor 15 november 2012 bij ons worden ingediend. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om een aanvraag in te dienen voor een projectsubsidie. De subsidieregelingen die in dit programma worden aangekondigd, maken we voor 1 januari 2013 bekend met daarbij horende indie nings- en sluitingstermijnen, criteria en aanvraagfor mulieren. Deze informatie stellen we beschikbaar via onze website. Financiën Het vertrekpunt voor de structuur van dit Uitvoerings programma is de Cultuurnota en de wijze waarop die straks – via hoofddoelen, beleidsdoelen en presta ties – in de Kerntakenbegroting zijn beslag krijgt. Dit betekent dat het programma is opgebouwd langs de drie hoofddoelen van beleid: 1. Behoud en duurzame ontwikkeling van het cultu rele erfgoed om zo de identiteit en eigenheid van Overijssel zichtbaar en beleefbaar te maken; 2. Stimuleren van de culturele identiteit door creatief talent een kansrijke en inspirerende omgeving te bieden voor cultureel ondernemerschap; 3. Blijven inspannen voor cultuureducatie en cultuur participatie . We hanteren de volgende uitgangspunten bij de verdeling van de financiële middelen: • Wettelijke verplichtingen en provinciale taken zetten wij voort op het niveau van 2010 minus de opgelegde bezuinigingstaakstelling van 10%. Een belangrijk deel van het cultuurbudget is hiermee vastgelegd; • De vijf culturele basisinfrastructuur instellingen staan in de provinciale begroting 2013 op het niveau van de subsidie van 2010 minus een korting van 5%;
Uitvoeringsprogramma Cultuur Overijssel 2013-2016
• De incidentele investeringsmiddelen uit ‘De Kracht van Overijssel’ (€ 6 miljoen voor de jaren 2013, 2014 en 2015) verdelen wij tussen de twee speerpunten: talentontwikkeling (€ 2,85 miljoen) en erfgoedbehoud (€ 3,15 miljoen); • Een deel van de investeringsgelden (te weten € 600.000 per jaar) gebruiken wij voor de afge sproken matching (bijpassen) van de gedecentra liseerde rijksmiddelen (€ 1.249.181 per jaar m.i.v. 2012) voor restauratie van rijksmonumenten); • Aan erfgoedbehoud geven wij een extra impuls: via restauraties, via het herbestemmen van monumen ten, via de nieuwe erfgoedregeling ‘Het verhaal van Overijssel’ en via een vervolg aan het programma ‘Streekcultuur leeft!’; • Talentontwikkeling stimuleren wij langs drie sporen: via (1) een breed talentontwikkelingsprogramma waarbij de productiehuizen de meest voor de hand liggende uitvoerders zijn, (2) het Podiumplan en (3) het Productiefonds. De laatste zetten we op kleinere schaal voort; • Voor cultuureducatie en cultuurparticipatie heb ben Provinciale Staten extra middelen beschikbaar gesteld naar aanleiding van de motie De Bree van april 2012 (€ 4,8 miljoen voor vier jaar; dit is € 1,2 miljoen per jaar); • De bedragen in dit Uitvoeringsprogramma zijn maximale bedragen. De hoogtes van de daad werkelijk beschikbaar te stellen subsidies hangen af van de te maken prestatieafspraken.
Nota bene: de looptijd van de cultuurnota en dit bijbehorende Uitvoeringsprogramma is vier jaar (2013-2016). Echter de looptijd van het investerings budget is drie jaar (2013-2015). Dat betekent dat de afspraken die wij maken met de partners over hun bijdragen aan de investeringsdoelstellingen maximaal drie jaar zullen beslaan.
5
Centrale missie voor het Overijssels cultuurbeleid 2013 - 2016: Behoud en ontwikkeling van de culturele identiteit van Overijssel
Wij vullen deze missie in via drie samenhangende hoofddoelen:
3. Blijven inspannen voor cultuureducatie en cultuurparticipatie.
1. Behoud en duurzame ontwikkeling van het culturele erfgoed om zo de identiteit en eigenheid van Overijssel zichtbaar en beleefbaar te maken
Daarbij willen wij in samenwerking met gemeenten en scholen cultuureducatie- en cultuurparticipatieprogramma’s ontwikkelen, zodat alle inwoners van Overijssel kennis kunnen maken met cultuur en die in brede zin te kunnen beleven.
Daarvoor richten we ons op de reanimatie van erfgoed in brede zin, op monumenten, streektaal, streekgeschiedenis en regionale bouwkunst. Dit draagt bij aan de sociale cohesie en kwaliteit van Overijssel. We leggen daarbij de verbinding van cultuur en cultuurhistorie naar ruimte en ruimtelijke kwaliteit en naar vrijetijdseconomie en nieuwe eco nomische dragers.
De concretere uitwerking van deze hoofddoelen in prestaties die wij onszelf en onze partners in de komende beleidsperiode stellen, volgt hierna. Het budgetoverzicht vindt u aan het eind van dit uitvoeringsprogramma.
2. Stimuleren van de culturele identiteit door creatief talent een kansrijke en inspirerende omgeving te bieden voor cultureel onder nemerschap Hiermee stimuleren wij creatieve talenten en probe ren wij ze te behouden als innovators en als ambas sadeurs van de toekomst voor Overijssel. Daardoor moet een innovatief en stimulerend klimaat ontstaan voor zowel de culturele als de economische sector en moet talentontwikkeling gestimuleerd worden. Investeren in creativiteit en in het creatieve talent in de provincie is daarvoor essentieel, samen met een heldere keuze voor een topstructuur die past bij onze provincie. De basis hoort bij gemeenten, de brede top bij het Rijk.
6
Uitvoeringsprogramma Cultuur Overijssel 2013-2016
7
Beleidsdoel 1:
Behoud en duurzame ontwikkeling van het cultureel erfgoed om zo de identiteit en eigenheid van Overijssel zichtbaar en beleefbaar te maken.
Daarvoor richten we ons op de reanimatie van erfgoed in brede zin; op monumenten, streektaal, streekgeschiedenis en regionale bouwkunst. Dit draagt bij aan de sociale cohesie en kwaliteit van Overijssel. We leggen daarbij de verbinding van cultuur en cultuurhistorie met ruimte en ruimtelijke kwaliteit en met vrijetijdseconomie en nieuwe economische dragers.
Aan dit doel werken wij op twee manieren: a. Inzetten op monumenten en regionale bouwkunst en de relatie met sociale cohesie, ruimte en ruimtelijke kwaliteit Reguliere prestaties I.
Wij maken prestatieafspraken met de Monumentenwacht over de rol bij het deskundig onderhoud van monumenten en waardevol erfgoed. Hiervoor hebben wij in 2013-2016 maximaal € 296.636 per jaar beschikbaar. De afspraken met de Monumentenwacht richten zich met name op het aantal inspecties dat zij jaarlijks zullen verrichten onder hun abonnees in Overijssel. De inspectierapporten geven eigenaren een helder inzicht in de noodzakelijke onder houdstaken aan hun pand. Er gaat een sterke preventieve werking uit van deze methode. Door regelmatig te inspecteren worden noodzakelijke ingrepen tijdig opgemerkt en kunnen grootscha lige, vaak dure, restauraties in de kiem worden gesmoord. Naast afspraken over inspecties maken we ook afspraken met de Monumentenwacht over de groei van het aantal abonnementen.
II. Wij maken prestatieafspraken met de stichting RIBO over de rol bij de opleiding van gespecialiseerde restauratiebouwvakkers. Hiervoor hebben wij in 2013-2016 maximaal € 47.055 per jaar beschikbaar.
8
De afspraken met de stichting RIBO (Scholing, Restauratie en Innovatie in de bouw in Overijssel) richten zich vooral op het aantal leerlingen dat zij jaarlijks opleiden. Door te blijven inzetten op het opleiden van jonge mensen in het restauratievak wordt deskundig en kwalitatief hoogwaardig restaureren ook voor de toekomst geborgd.
III. Wij maken prestatieafspraken met het Steunpunt Cultureel Erfgoed Overijssel over de rol bij het ondersteunen van gemeenten bij erfgoedtaken. Het geld dat we hiervoor beschikbaar hebben is afkomstig uit de decentralisatiemiddelen die we via het Provinciefonds ontvangen (€ 61.200 per jaar). Dit bedrag verdubbelen we volgens afspraak vanuit het budget voor de provinciale Monumentencommissie.
De afspraken met het Steunpunt Cultureel Erfgoed Overijssel richten zich op de wijze waarop zij ondersteuning bieden aan gemeenten bij het uit voeren van hun erfgoedtaken. De ontwikkelingen in de monumentenzorg, onder andere door de invoering van de Modernisering van de Monu mentenzorg (MoMo), betekenen voor gemeenten dat er veel op hen afkomt op erfgoedgebied. Het steunpunt zorgt voor goede informatieverstrek king en denkt mee bij vragen van gemeenten.
IV. Wij maken afspraken met Het Oversticht als provinciale Monumentencommissie over de advisering bij het uitvoeren van ons erfgoedbeleid, over het beheer van ons archeologisch depot en over de uitvoering van het Steunpunt Cultureel Erfgoed Overijssel. Naast de middelen voor de Monumentencommissie (maximaal € 307.150 per jaar in de periode 2013-2016) zetten we hiervoor de decentralisatiemiddelen voor archeologie in die we via het provinciefonds ontvangen. Wij maken prestatieafspraken over onze wettelijke taak bij het beheer van het Provinciaal depot voor Bodemvondsten. Ook maken wij prestatieafspraken over publieksactiviteiten, het stimuleren van bruiklenen en nader onderzoek naar onuitgewerkte opgravingen. Ook het beheer van het depot online behoort hiertoe. Bij de invoering van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAMZ) in Nederland kreeg de provincie nieuwe taken op het gebied van archeologie. De provincie draagt zorg voor een goed beheer van archeologische bodemvondsten binnen de provinciegrenzen in een depot.
Uitvoeringsprogramma Cultuur Overijssel 2013-2016
9
Nader onderzoek is nodig om vondsten beteke nis te geven, maar ook om richting te geven aan beheer en behoud. Doel is archeologische kennisvermeerdering en een beter beeld van de Overijsselse (pre)historie. De vondsten moeten zoveel mogelijk ook buiten het depot zichtbaar zijn, bijvoorbeeld door middel van bruiklenen die worden tentoongesteld, maar ook digitaal gepresenteerd via de provinciale archeologische beeldbank. Hierbij zoeken we samenwerking met musea en andere partijen. De provincie kan gemeentelijke depots aanwijzen. De gemeenten Deventer, Kampen en Zwolle (samenwerking met Zwartewaterland) beheren een eigen depot, maar stemmen onderling af.
Investeringsprestaties V. Wij stimuleren herbestemming en het zoeken naar nieuwe economische dragers van cultureel erfgoed. Hiervoor hebben wij in 2013-2015 m aximaal € 500.000 per jaar beschikbaar.
Bij de regeling voor herbestemming ligt de focus op uitvoering. Wij onderscheiden de volgende stappen: 1. onderzoek naar hoe reëel de inzet door de economische drager is; de eigenaar moet deze toets eerst uitvoeren; 2. subsidie voor het opstellen van een transformatieplan en eventueel; 3. subsidie voor het uitvoeren van het plan. Dat kan een subsidie zijn of een constructie waar bij de eigenaar via het Nationaal Restauratie Fonds (NRF) de uitvoering met een laag rentende lening van het fonds monumenten kan financieren. Wij verbreden onze aanpak naar andere catego rieën erfgoed en willen projecten in uitvoering krijgen waarvoor een transformatiestudie is opgesteld.
VI. Wij zetten in op de restauratie van rijksmonumenten. Hiervoor hebben we, inclusief de middelen die we vanaf 2012 jaarlijks van het Rijk voor dit doel ontvangen, € 1.848.181,per jaar beschikbaar.
10
Met ingang van 2012 heeft het Rijk middelen voor de restauratie van rijksmonumenten over gedragen aan de provincies. Overijssel ontvangt hiervoor jaarlijks een bedrag van € 1.249.181,=
Omdat we de uitvoering van de decentralisatie afspraak oppakken in het kader van de nieuwe cultuurnota zetten we in 2013 óók de middelen uit 2012 in. Voor de afgesproken matching van de rijksmiddelen stellen we uit de investerings impuls maximaal € 600.000 per jaar beschikbaar in de periode 2013-2015. In 2013 zetten we als matching daarnaast alsnog onze middelen voor Rijksmonumenten uit 2012 in (ad € 500.000). Daarnaast zoeken we naar slimme combinaties met onze inzet op herbestemming en onze inzet in gebiedsontwikkelingen en gebiedsprogramma’s. Van eigenaren en andere partijen zoals gemeenten verwachten we ook een aandeel in de matching.
VII. In 2013 voeren we de pMJP-afspraken uit die met gemeenten zijn gemaakt op het gebied van cultureel erfgoed, zoals de gebundelde restauratie en de Streekeigen Huis en Erfprojecten.
De prestatieafspraken met gemeenten voor het provinciaal Meerjarenprogramma landelijk gebied (pMJP) staan in convenanten. Met de gemeenten waarmee we afspraken hebben over projecten binnen de regeling “Behoud en bescherming cul tureel erfgoed” werken we aan de verschillende erfgoedprojecten en een goede afronding uiterlijk 31 december 2013.
VIII. Wij koppelen drie thema’s op het gebied van het materieel en immaterieel erfgoed in een brede subsidieregeling ‘Verhaal van Overijssel’. Hiervoor hebben wij in 2013 maximaal € 325.000 en in de periode 2014-2015 maximaal € 709.250 beschikbaar. Uit de middelen “Kracht van Overijssel” hebben wij hiervoor in de periode 2013-2015 aanvullend € 150.000 beschikbaar.
Deze nieuwe regeling verbindt drie thema’s waarmee in de vorige beleidsperiode is gewerkt, te weten de gebundelde restauratieaanpak van cultureel erfgoed, het zichtbaar maken van archeologische vondsten en ‘Streekcultuur leeft’ (immaterieel erfgoed). Een aanvraag voor deze regeling laat een koppeling van tenminste twee thema’s zien.
IX. Wij koppelen ruimtelijke opgaven aan onze doelstellingen op het gebied van erfgoed (materieel en immaterieel) en cultuur. Hiervoor hebben wij in 2013 maximaal € 574.459 beschikbaar.
De provincie is betrokken bij diverse ruimtelijke opgaven, uitvoerend en als regisseur. De inbreng vanuit cultuur en erfgoed bij ruimtelijke vraag stukken zorgt voor een beter proces en geeft de uiteindelijke uitvoering een impuls. Ook het zicht baar maken van archeologische en aardkundige waarden werkt als inspiratie en/of katalysator bij ontwikkelingen in een gebied. Met de uitvoering van de Agenda Landgoederen provincie Overijssel 2012-2015 schenken we extra aandacht aan het thema landgoederen als belangrijk deel van ons cultuurhistorisch erfgoed. We benutten de resultaten van projecten voortko mend uit de agenda bij de nadere uitwerking van ons erfgoed- en ruimtebeleid en bij het maken van de cultuurhistorische waardenkaart. Daar naast verbinden we de betekenis van landgoede ren aan andere provinciale beleidsterreinen.
III. Wij gaan in overleg met projectontwikkelaars over meer inspraak bij het ontsluiten van archeologische vondsten en onderzoeksgegevens. Hieraan is geen budget gekoppeld.
IV. Wij zetten in op het verbinden van de cultuursector aan de vrijetijdseconomie.
Reguliere prestaties
Wij ondersteunen één provinciebreed programma ten behoeve van het (actief) behouden en uitdragen van streektaal en streekcultuur. Hiervoor hebben wij in de periode 2013-2016 maximaal € 246.897 per jaar beschikbaar. In de aanvraag voor dit programma willen wij een publieksgerichte werkwijze zien, waaruit blijkt dat iedere inwoner van Overijssel in aanraking kan komen met streektaal en -cultuur. De uitvoerder van dit programma toont aan over een relevant netwerk en aantoonbare deskundigheid op het vlak van streektaal en streekcultuur te beschikken.
II. Wij maken afspraken met particuliere eigenaren over het beheer en onderhoud van archeologische monumenten in de vorm van Groen Blauwe Diensten. Hieraan is geen budget gekoppeld.
Door de cultuursector te verbinden met de vrijetijdseconomie versterken we de kwaliteit en de samenhang van het cultuurtoeristisch aanbod. Het culturele veld levert de ingrediënten (streek cultuur, erfgoed, musea, culturele instellingen, producties etc) waarmee nieuwe samenwerkin gen tot stand kunnen komen en nieuwe arrangementen kunnen worden ontwikkeld. Zo willen we het profiel en de aantrekkelijkheid van Overijssel versterken en meer bezoekers in de provincie ontvangen die hier vervolgens ook langer verblijven.
Investeringsprestaties V. Wij geven een vervolg aan het programma “Streekcultuur leeft!”.
Tradities, de verhalen van Overijssel, rituelen en de streektaal dragen bij aan de identiteit van Overijssel en aan de vrijetijdseconomie. Onderde len van het programma (zoals bijvoorbeeld deskundigheidsbevordering, documentatie en exposities) kunnen in een bredere context vervolg krijgen binnen de nieuwe subsidieregeling “Verhaal van Overijssel”. Zie hiervoor 1.a.VIII, op pagina 10.
Uitvoeringsprogramma Cultuur Overijssel 2013-2016
b. Inzetten op volkscultuur, streektaal en streekgeschiedenis en de verbinding met vrijetijdseconomie
I.
Projectontwikkelaars willen meebeslissen over het eventuele behoud van archeologische vondsten. In de huidige situatie betaalt de gebiedsontwik kelaar de kosten voor archeologisch onderzoek, terwijl hij nauwelijks iets te zeggen heeft over wat er met de vondst gebeurt. Wij gaan hierover met de projectontwikkelaars in gesprek.
Bij het beheer en onderhoud van archeologische monumenten - zoals grafheuvels - maken we afspraken met particuliere eigenaren. Daarbij sluiten we aan bij de aanpak Groen Blauwe Diensten. Daarmee bundelen provincie, gemeen ten, bedrijfsleven, agrariërs en particulieren hun krachten om het unieke Overijsselse landschap te behouden.
11
Beleidsdoel 2:
Stimuleren van de culturele identiteit door creatief talent een kansrijke en inspirerende omgeving te bieden voor cultureel ondernemerschap
Wije stimuleren creatieve talenten en proberen hen te behouden als innovators en als ambassadeurs van de toekomst voor Overijssel. Daardoor moet een innovatief en stimulerend klimaat ontstaan voor zowel de culturele als de economische sector, en moet talentontwikkeling gestimuleerd worden. Investeren in creativiteit en in het creatief talent in de provincie is daarvoor essentieel, samen met een heldere keuze voor een topstructuur die past bij onze provincie. De basis hoort bij gemeenten, de brede top bij het Rijk.
Aan dit doel werken we op de volgende manieren:
b. Beheertaak provinciaal archief Reguliere prestatie
a. Vervullen wettelijke taak: in stand houden steunfunctie bibliotheken
I.
We maken afspraken over het beheer en ontsluiten van de provinciale archieven. Hiervoor hebben we in de periode 2013-2016 € 551.000 per jaar beschikbaar.
Als provincie zijn we verantwoordelijk voor het beheer en ontsluiten van de provinciale archieven. Deze archieven zijn ondergebracht bij het Histo risch Centrum Overijssel (HCO).
Reguliere prestaties I.
We maken afspraken met de Overijsselse Bibliotheek Dienst (OBD) en de Provinciale Bibliotheek Amateur Muziekverenigingen (PBAM). Hiervoor hebben wij in 2013-2016 maximaal € 2.951.909 voor de OBD en € 41.961 voor PBAM per jaar beschikbaar. De provincie heeft, in het kader van de Wet op het Specifieke Cultuurbeleid, een wettelijke taak op het gebied van bibliotheken. De verwach ting is dat bij de actualisatie van deze wet de verantwoordelijkheid voor de Provinciale Service Organisatie en de instandhouding van een pro vinciaal netwerk gehandhaafd blijven. Wij maken prestatieafspraken met OBD en PBAM over hun bijdragen. Het nieuwe wettelijke kader kan even tueel aanleiding zijn om deze afspraken aan te passen.
II. We maken afspraken met het Stadsarchief en Athenaeumbibliotheek (SAB) over invulling van onze formele provinciale taak op het gebied van de wetenschappelijke steunfunctie. Hiervoor hebben wij in 2013-2016 maximaal € 257.117,- per jaar beschikbaar.
12
De Wetenschappelijke Steun Functie (WSF) is een formele provinciale taak. Dit betreft beheer en onderhoud van een achtergrondcollectie van ma terialen op HBO en wetenschappelijk niveau. Wij vragen SAB dit in de nieuwe beleidsperiode voort te zetten.
c. Vervullen wettelijke zorgplicht regionale omroep Reguliere prestatie I.
Vanwege de wettelijke zorgplicht voor ten minste één regionale omroep subsidiëren wij RTV Oost. Wij maken hierover prestatieafspraken. Wij hebben met RTV Oost afgesproken dat met ingang van 2013 een korting van 5% op de structurele subsidie wordt gerealiseerd. Zodra de afspraken met RTV Oost zijn uitgewerkt zullen Gedeputeerde Staten in het kader van de Perspectiefnota 2014 een dekkingsvoorstel doen voor het niet-gerealiseerde deel van de aanvankelijk beoogde bezuiniging (10%).
De rol van de provincie bij het zorg dragen voor een regionale omroep bestaat uit het jaarlijks verlenen van subsidie en het eens in de vijf jaar verlenen van de concessie (vergunning). Eind 2013 loopt de huidige concessie voor RTV Oost af. Binnen de Mediawet verlenen wij ook de nieuwe concessie.
Uitvoeringsprogramma Cultuur Overijssel 2013-2016
13
De minister heeft aangekondigd dat het derde landelijke net verzorgd dient te worden door de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) en de regionale omroepen gezamenlijk. Hiermee wil de minister een bezuiniging op de media realiseren. De partijen dienen hiertoe een plan in bij de mi nister. De provincies (het Interprovinciaal overleg IPO) bespreken met de minister dit voornemen in relatie tot de provinciale zorgplicht.
van het ministerie van OCW (de hoofdsub sidiënt van het orkest) gewerkt aan het specifiek vormgeven van de subsidierelatie, gericht op beëindiging van de structurele relatie op termijn.
Deze vijf instellingen vormen een compacte culturele basisinfrastructuur in Overijssel. Conform de prestatieafspraken moeten zij zorgen voor netwerkvorming in Overijssel binnen de eigen sector. Daarbij hoort het bevorderen van onder linge kennisuitwisseling en het versterken van de eigen kracht binnen de sector. Hierbij denken we aan het stimuleren van ondernemerschap, het onderzoeken van nieuwe verdienmodellen en het vormen van crowdfunding en -sourcing. Ook de samenwerkingen met het bedrijfsleven en andere sectoren bieden kansen om de cultuursector te versterken en kan als voorbeeld dienen voor anderen. Tegelijkertijd kunnen deze samenwerkin gen bijdragen aan het vergroten van de vrijetijds economie in Overijssel. Ook zullen de instellingen een rol vervullen bij talentontwikkeling door afgestudeerd talent een podium te bieden.
Ondernemerschap is ook in de culturele sector belangrijk. Ondernemerschap blijkt bijvoorbeeld uit de eigen inkomsten van een instelling. Per instelling zullen we op maat een eigen inkomsten norm bepalen. Voor de instellingen die mede door het Rijk gesubsidieerd worden ligt deze norm in 2013 op 17,5% voor jeugdtheater Sonnevanck en op 21,5% voor het Nederlands Symfonieorkest en Introdans. De eigen inkomsten zullen in de periode 2013-2016 een stijgende lijn moeten vertonen van tenminste 1% per jaar ten opzichte van de provinciale subsidie. Dit is conform de eis van het Rijk. De definitie van een eigen inkomstennorm baseren wij op de door het Rijk in de regeling “Tijdelijke regeling aanvulling eigen inkomsten cultuurinstellingen” gehanteerde omschrijving.
Voor Natura Docet Wonderryck Twente en Museum de Fundatie is de norm gerelateerd aan het percentage eigen inkomsten in 2011. Deze ligt deze voor 2013 op respectievelijk 10% en 40%. Natura Docet Wonderryck Twente heeft de ambitie gesteld op 57% eigen inkomsten in 2016. Wij verwachten van beide musea dat zij in 2016 ten minste 50% eigen inkomsten hebben gegenereerd.
Om ondernemerschap te stimuleren zullen wij de culturele sector wijzen op de projecten in Overijssel die betrekking hebben op het verster
d. Het mogelijk maken van de reguliere programmering bij de culturele basisinfrastructuur instellingen en via hen het bevorderen van netwerkvorming, talentontwikkeling en cultureel ondernemerschap. Reguliere prestaties I.
14
We maken jaarlijks prestatieafspraken met vijf instellingen over hun rol en bijdrage aan onze hoogwaardige professionele infrastructuur voor de periode 2013-2016. a. Voor Museum De Fundatie hebben wij maxi maal € 1.122.116 per jaar beschikbaar; b. Voor provinciaal natuurhistorisch museum Natura Docet Wonderryck Twente maximaal € 229.518 per jaar; c. Voor Introdans maximaal € 98.617 per jaar; d. Voor Jeugdtheater Sonnevanck is maximaal € 300.485 per jaar beschikbaar; en e. Ten aanzien van het Nederlands Symfonie orkest (vm Orkest van het Oosten) besloten Provinciale Staten op 21 december 2011 in te stemmen met een investeringsimpuls ter grootte van € 5,0 miljoen. Deze impuls werd gegeven met het oog op een beëindi ging - op termijn - van de subsidierelatie met het orkest. Met de impuls beogen wij het cultureel ondernemerschap te bevorderen zodanig dat het orkest zich kan voorbereiden op een toekomst waarin meer geld uit de markt wordt verkregen. In het Statenvoor stel van 15 november 2011 (Statenvoorstel nr. PS/2011/866) werd aangegeven dat het Nederlands Symfonieorkest een aanvraag tot afkoop van de structurele subsidie zou kun nen doen op het moment dat de provincie hiervoor een passend (algemeen) financieel kader zou hebben ontwikkeld. Inmiddels heb ben Gedeputeerde Staten besloten niet tot zo’n generieke afkoopregeling over te zullen gaan. Ten behoeve van het orkest wordt der halve nu een maatwerkoplossing onderzocht. In de komende periode wordt in overleg met NedSym en rekening houdend met het beleid
Gnaffel (maximaal € 45.000 per jaar), het Prinses Christina Concours (maximaal € 9.000 per jaar) en Kunstbende (maximaal € 11.000 per jaar). Voor de provinciale subsidie voor Oostpool, Kunstvereniging Diepenheim en Gnaffel streven we naar cofinanciering met het Rijk (c.q. landelijk fonds) en/of provincie Gelderland. Voor deze instellingen geldt de eigen inkomstennorm die het Rijk hanteert (in casu in 2013: 21,5% voor Oostpool en Gnaffel en 17,5% voor Kunstver eniging Diepenheim). Daarbij geldt voor deze instellingen een groeinorm van 1% per jaar. Het Prinses Christina Concours en Kunstbende blijven onderdeel van het landelijk programma.
ken van ondernemerschap en het verbeteren van het ondernemersklimaat, onder andere uitgevoerd door de Kamer van Koophandel. Ook zullen wij de sector wijzen op de startersbegeleidingsprojecten zoals in De Creatieve Fabriek te Hengelo en andere initiatieven rond deze onderwerpen die voortvloei en uit het Regionaal Economisch Beleid. e. Stimuleren van talentontwikkeling Investeringsprestaties I.
Met het programma Talentontwikkeling, het Podiumplan, het Productiefonds en het Program meringsfonds investeren we in jonge talenten, stimuleren we het culturele productieklimaat en verbeteren we het vestigingsklimaat voor creatieve beroepen en het reguliere bedrijfsleven. Voor festivals en evenementen verwijzen wij u naar het Regionaal Economisch Beleid en naar onze website www.overijssel.nl waarop de nieuwe subsidieregeling is gepubliceerd. Deze is gericht op het vergroten van de economische effecten van festivals en evenementen. Hierbij zien we festivals als belangrijk podium voor talenten en producties. Festivals en evenementen leveren een belangrijke bijdrage aan het versterken van de regionale eco nomie en in het bijzonder de vrijetijdseconomie. Juist door verbindingen aan te gaan met het lokale en regionale bedrijfsleven en door dwarsverban den te leggen met kunst en cultuur en andere sectoren kunnen nieuwe arrangementen ontstaan om zo uiteindelijk meer bezoekers naar Overijssel te trekken die langer verblijven.
Afspraken in Overijssel III. Wij stellen een Productiefonds Overijssel in, waarmee we de ontwikkeling van bijzondere producties van veelbelovende professionele makers blijven stimuleren. Hiervoor hebben wij 2013-2015 maximaal € 450.000 per jaar beschikbaar.
Makers hoeven niet per se uit Overijssel te komen, wel moeten producties altijd in Overijssel worden geproduceerd. Zo bieden we een aantrekkelijk werkklimaat voor getalenteerde makers door kan sen op groei en artistieke uitwisseling en vernieu wing. Uiteindelijk moet dit culturele ondernemers trekken die in Oost-Nederland willen werken.
IV. Wij ondersteunen provinciebrede talentontwikkeling. De afspraken gaan over het begeleiden van jong talent en het organiseren van presentatiemogelijkheden binnen de disciplines literatuur, theater, dans, popmuziek, (kamer)opera en beeldende kunst. Hiervoor hebben wij in 2013-2015 maximaal € 650.000 per jaar beschikbaar.
Uitvoeringsprogramma Cultuur Overijssel 2013-2016
We investeren in een programma Talent ontwikkeling, het Podiumplan, het Productiefonds Overijssel en het Programmeringsfonds.
Afspraken in Oost-Nederland II. Wij streven naar prestatieafspraken met de instellingen die wij samen met het Rijk en/of de provincie Gelderland ondersteunen en met de organisatoren van de Overijsselse delen van de landelijke talentprogramma’s. Met deze overheden maken we cofinancieringsafspraken. Hiervoor hebben wij in 2013-2016 een bedrag van maximaal € 265.000 per jaar beschikbaar.
Het betreft Toneelgroep Oostpool (maximaal € 100.000 per jaar), Kunstvereniging Diepenheim (maximaal € 100.000 per jaar), jeugdtheater
De bedoeling van talentontwikkeling is om jong talent met de goede begeleiding tot bloei te laten komen in een inspirerende omgeving, waar ruimte is om te experimenteren en om te ontwikkelen. In productiehuizen kunnen jonge talenten de artistieke en organisatorische coa ching krijgen die ze tijdens hun opleiding niet of onvoldoende hebben gehad. Ze kunnen er de noodzakelijke ‘vlieguren’ maken om uiteindelijk door te groeien tot een ondernemende muzi kant, schrijver, danser etc. Om cultureel ondernemerschap te bevorderen hanteren we voor deze uitvoeringspartners een eigen inkomstenvoorwaarde van ten minste
15
17,5% (conform het Rijkspercentage voor BIS-instellingen). Ook hier zullen wij onze uitvoeringspartners wijzen op samenwerking met de uitvoeringsorganisaties van ons economische beleid die zich richten op het stimuleren van ondernemerschap en het begeleiden van starters. Potentiële aanvragers zijn de fusieorganisatie De Nieuwe Oost (voortkomend uit de produc tiehuizen: De Wintertuin, Generale Oost en Productiehuis ON) en het Kameroperahuis. Wij verwachten in de aanvragen een aanpak met meerdere disciplines en een samenwerking met het Kunstvakonderwijs en de culturele instellingen in Oost-Nederland. Voor de aanvraag van De Nieuwe Oost (maximaal € 450.000 per jaar) geldt dat de verhouding tussen de subsidie van de pro vincie Gelderland en de subsidie van de provincie Overijssel 2:1 is. Immers deze instelling is voor tweederde gesitueerd in de provincie Gelderland. Mocht deze subsidieverhouding onverhoopt niet gerealiseerd worden, dan zal dit tot uitdrukking komen in de prestatieafspraken. Voor het Kamer operahuis uit Zwolle (maximaal € 200.000 per jaar) geldt dit niet.
V. Wij maken prestatieafspraken met het OKTO (Overleg Kleine Theaters Overijssel), film huizen en de vier grote Overijsselse poppodia ten gunste van een sterke Overijsselse podiuminfrastructuur en een interessante Overijsselse programmering. Hiervoor hebben wij in 2013-2015 een bedrag van maximaal € 500.000 per jaar beschikbaar.
16
Het Podiumplan richt zich op het afstemmen van vraag en aanbod binnen de podiumkunsten. Het gaat hierbij om uitwisseling van kennis en ervaring tussen kleine en middelgrote theaters (OKTO), poppodia Metropool, Hedon, Atak en Burgerweeshuis en filmhuizen in Overijssel. Resultaat is een sterke Overijsselse podium infrastructuur en een interessante Overijsselse programmering. We willen Overijssels talent de mogelijkheid geven veel vlieguren te maken op de Overijsselse (pop)podia en in de filmhuizen.
VI. Wij gaan in overleg met de beheerder van het Programmeringsfonds, stichting 4 Oost, over de reeds eerder vastgelegde ambities en doelstellingen op dit terrein en de manier waarop deze kunnen aansluiten bij de missie van onze cultuurnota. Het budget ligt vast in een fonds.
Het Programmeringsfonds is er om langjarig het culturele aanbod van de grote schouwburgen in Zwolle, Deventer, Hengelo en Enschede te verster ken. Het Programmeringsfonds richt zich op een scherpe profilering van het Overijsselse culturele klimaat en programmering buiten Overijssel. Stichting 4 Oost doet dit door o.a. producties van (inter)nationaal topniveau in Overijssel te laten spelen. In de nieuwe planperiode werkt de Stichting 4 Oost aan een grotere gezamenlijke uitstraling van de vier schouwburgen en de 4 Oost-projecten.
Uitvoeringsprogramma Cultuur Overijssel 2013-2016
17
Beleidsdoel 3:
Blijven inspannen voor cultuureducatie en cultuurparticipatie
Daarbij willen wij in samenwerking met gemeenten en scholen cultuureducatie- en participatie programma’s ontwikkelen, zodat alle inwoners van Overijssel kennis kunnen maken met cultuur en die kunnen beleven in brede zin.
de jaren 2013, 2014, 2015, 2016 en 2017 gelijk blijft. Verder vragen we van gemeenten dat zij een duurzame samenwerking aangaan met het primair onderwijs en dat zij deze samenwerking onderbouwen met een verklaring van financieel en inhoudelijk commitment van het onderwijs. Vanuit de provincie is een bedrag van € 3,00 per leerling primair onderwijs beschikbaar (peildatum leerlingenaantal 1 januari 2012). Er is een bedrag beschikbaar van max. € 450.000 (gebaseerd op 150.000 leerlingen, peildatum 1 januari 2009). Dit is het subsidieplafond.
Aan dit doel werken wij op twee manieren Investeringsprestaties: a. Voortzetten cultuureducatie I.
We maken prestatieafspraken met partners over de uitvoering van het cultuureducatieprogramma ‘Cultuur aan de basis’. II. We maken prestatieafspraken met gemeenten die meedoen aan het cultuureducatieprogramma ‘Cultuur aan de basis’ over duurzame samenwerking met het onderwijs, deskundigheidsbevordering en verankering van cultuureducatie in het gemeentelijk beleid.
b. Voortzetten cultuurparticipatie: Cultuur in de vrije tijd Investeringsprestaties
Het programma Cultuureducatie met Kwaliteit heeft tot doel de kwaliteit van cultuureducatie in het primair onderwijs via een landelijk samen hangende aanpak te verzekeren. Het programma werkt met doorgaande leerlijnen cultuureducatie en bevordert dat culturele instellingen zich richten op educatie en participatie van de jeugd. Wij matchen de Rijksbijdrage en hebben hiervoor in 2013-2016 maximaal € 375.000 per jaar beschikbaar.
Met het deelprogramma Cultuureducatie Overijs sel realiseren wij deskundigheidsbevordering, advies en (voortzetting van de) netwerken. Hierin trekken we samen op met gemeenten, scholen en instellingen. Iedere gemeente kan meedoen aan het cul tuureducatieprogramma, op voorwaarde dat het bedrag op de gemeentelijke begroting voor cultuureducatie (peildatum 1 januari 2012) voor
18
Ons cultuureducatieprogramma ‘Cultuur aan de basis’ bestaat uit twee onderdelen die met elkaar zijn verbonden en elkaar versterken: 1. Cultuureducatie met Kwaliteit (het landelijk programma); 2. Cultuureducatie Overijssel.
I.
Wij voeren het cultuurparticipatieprogramma ‘Cultuur in de vrije tijd’ uit. Daarmee stimuleren wij de inhoudelijke en organisatorische innovatie in de amateurkunst om zo de sector toekomstbestendig te maken. In het programma willen wij samenwerken met gemeenten en leggen wij de nadruk op cultureel ondernemerschap. Dit programma kent drie onderdelen: 1. Wij gaan culturele arrangementen aan met gemeenten. Gemeenten kunnen een aanvraag indienen en worden hiertoe schriftelijk genodigd door de provincie. Zij worden beoordeeld op criteria als kwaliteit, vernieuwing, samenwerking met partners en verankering. We verwachten een (financiële) bijdrage van de gemeente. 2. Wij zetten cultuurmakelaars in aan de hand van de vraag vanuit gemeenten. 3. Wij ontwikkelen een subsidieregeling cultuurparticipatie.
Voor dit programma hebben wij in de periode 2013-2016 een bedrag van maximaal € 715.000 per jaar beschikbaar.
Uitvoeringsprogramma Cultuur Overijssel 2013-2016
19
Toelichting op de drie lijnen van het programma cultuurparticipatie: 1. Arrangementen Van 2004 tot en met 2012 heeft de provincie arrangementen gehad met een aantal kleine en middelgrote gemeenten. De 13 arrangementsge meenten van de afgelopen acht jaren laten zien dat het bewustzijn van inwoners over de eigen lokale identiteit wordt vergroot en inwoners zich meer betrokken voelen bij de gemeenschap. Met het aanbieden van een arrangement aan de resterende acht hebben alle gemeenten buiten de grote steden hiervan kunnen profiteren. Voor waarde voor deelname is nog steeds dat gemeen ten zelf meefinancieren aan het arrangement. Voor dit onderdeel is maximaal € 240.000 per jaar beschikbaar. Voorwaarden waaronder gemeenten mogen meedoen aan het arrangement: - gemeenten moeten een bedrag van € 15.000 per jaar beschikbaar stellen voor het arrangement; - gemeenten ontvangen van ons een bedrag van maximaal € 30.000 per jaar; - de gemeenten die in aanmerking komen voor een arrangement zijn: Haaksbergen, Harden berg, Oldenzaal, Almelo, Dalfsen, Wierden, Ommen en Raalte; - gemeenten moeten een programma indienen waarin een voor 4 jaren samenhangend programma wordt gepresenteerd voor versterking van de culturele infrastructuur, bevorderen van cultuurdeelname en cultureel ondernemerschap.
20
2. Cultuurmakelaars De cultuurmakelaars leggen als onafhankelijk intermediair contacten tussen culturele organi saties. De makelaars krijgen een stevige rol bij het stimuleren van cultureel ondernemerschap. Wij willen samen met gemeenten de financiële verantwoordelijkheid nemen voor de blijvende inzet van de cultuurmakelaars. We onderzoeken of de makelaars een plaats kunnen krijgen in de subsidieregeling. Centraal staat de vraag vanuit de gemeenten. Voor dit onderdeel is maximaal € 135.000 per jaar beschikbaar. 3. Regeling Cultuurparticipatie Met een subsidieregeling Cultuurparticipatie bevorderen wij dat de amateurkunstsector inhou delijk en organisatorisch meer toekomstbestendig wordt. De nadruk ligt op cultureel ondernemer schap, samenwerking en het verstevigen van de randvoorwaarden binnen de amateurkunstsector. Wij zetten in op het ondersteunen van projecten met voldoende cultureel ondernemerschap, kwaliteit en innovatie op het gebied van orga nisatie en/of financiering. Voor dit onderdeel is maximaal € 300.000 per jaar beschikbaar.
Daarnaast is er een uitvoeringsbudget van € 40.000 per jaar.
Uitvoeringsprogramma Cultuur Overijssel 2013-2016
21
Beschikbare middelen 2013 e.v. Omschrijving
Regulier budget
Lasten
2013-2016
1. Cultureel Erfgoed Erfgoed * Stichting Monumentenwacht 296.636 * Stimuleren herbestemming monumenten 200.000 * Decentralisatiegelden restauratie rijksmonumenten 2013: 2.498.2622 2014: 1.249.181 2015: 1.249.181 2016: 1.249.181 * Provinciale matching decentralisatiegelden * RIBO 47.055 * Archeologie (afspraken met Het Oversticht) 175.964 * Decentralistiegeld Regionale steunfunctie Monumenten 61.200 * Erfgoed regeling ‘Verhaal van Overijssel’ 2013: 325.000 2014: 709.150 2015: 709.150 2016: 709.150 * Behoud en bescherming cultureel erfgoed (pMJP)4) * Monumentencommissie Overijssel 307.150 * Provinciebreed programma Streekcultuur 246.897 Ruimte * Ruimtelijke kwaliteit: Cultuur * Agenda historische landgoederen 2. Basisinfrastructuur en talentontwikkeling Media * Beheertaak provinciaal archief 551.000 * Wetenschappelijke steunfunctietaak 257.117 * Prov. bibliotheek Amateur muz 41.961 * Overijsselse bibliotheekdienst 2.951.909 * Regionale omroep 9.686.9875 Culturele basisinstellingen * Natura Docet Wonderryck Twente 229.518 * De Fundatie 1.122.116 * Jeugdtheater Sonnevanck 300.485 * Nederlands Symfonieorkest/het OvhO p.m. * Introdans 98.617 Stimuleren talentontwikkeling * Afspraken Oost-Nederland 265.000 * Brede talentontwikkeling door productiehuizen 200.000 * Productiefonds Overijssel 200.000 * Podiumplan 250.000 * Uitvoeringsbudget 33.623 3. Cultuureducatie en cultuurparticipatie Cultuur aan de basis (totaal € 1.035.000) * Matchen landelijk programma cultuur met kwaliteit * Programma cultuureducatie Overijssel Cultuur in de vrije tijd (totaal € 715.000) * Arrangementen met gemeenten * Cultuurmakelaars * Regeling cultuurparticipatie * Uitvoeringskosten Totalen 2013 20.346.497 2014 e.v.: 19.481.566
22
Incidenteel ILG (alleen in 2013)
Incidenteel KvO1 2013-2015
2013: 2014: 2015:
Investeringen PerspectiefNota 2013
ADR6
300.000
1.100.0003 600.000 600.000
150.000
43.688
450.000 250.000 250.000
375.000
Uitvoeringsprogramma Cultuur Overijssel 2013-2016
574.459
660.000
240.000 135.000 300.000 40.000 618.147 2013: 2.500.000 550.000 1.200.000 2014 e.v. 2.000.000
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Op basis van Hoofdlijnenakkoord ‘Kracht van Overijssel’ is aan de cultuurnota een investeringsprogramma van 6 mln verbonden voor de periode 2013 t/m 2015. In 2013 zetten we tevens de decentralisatiemiddelen uit 2012 in. Dit is inclusief het provinciale geld voor rijksmonumenten uit 2012. ILG staat voor Investeringsbudget Landelijk Gebied. De ILG-periode loopt van 2007 tot en met 2013 Op basis van de 10% taakstelling uit het Hoofdlijnenakkoord (gebaseerd op het niveau 2010) is hiervoor in 2013-2016 maximaal € 9.686.987 per jaar beschikbaar. ADR (Algemene Dekkings Reserve)
23
Uitvoeringsprogramma Cultuur Overijssel 2013-2016
25
2012-430e