ROSIE EN MOUSSA Droomedaris-Rex i.s.m. ’t ARSENAAL
LESMAP ILLUSTRATIES: JUDITH VANISTENDAEL
ROSIE EN MOUSSA
LESMAP
1
ROSIE EN MOUSSA (6+) ROSIE EN MOUSSA is een voorstelling van Sophie Derijcke, Mira Bertels, Nathalie Lepage en Michael De Cock. Naar het boek van Michael De Cock en Judith Vanistendael.
tekst: regie: spel: live muziek: kostuums: decorontwerp:
Michael De Cock Nathalie Lepage Sophie Derijcke en Mira Bertels Mira Bertels Anna Seniow Stef Depover
verkoop:
Collageproducties - www.huubcolla.be
ROSIE EN MOUSSA is een productie van Droomedaris-Rex, i.s.m. ’t ARSENAAL.
ROSIE EN MOUSSA
LESMAP
2
WAT MET DEZE LESMAP? Rosie dacht dat ze nooit vrienden zou hebben, in dat grote gebouw aan de andere kant van de stad. En kijk. Nu kent ze mevrouw Hemelrijk al. Ze zal zeker nog eens bij haar op bezoek gaan om door de verrekijker naar de stad te kijken. En ook gewoon om een praatje te maken. Precies zoals ze beloofd heeft. En ze heeft een fantastische vriend gevonden. Hij heet Moussa. – fragment uit ROSIE EN MOUSSA –
ROSIE EN MOUSSA gaat over de bijzondere vriendschap tussen twee kinderen in de grote stad. Wat als je verhuist? Je moet wennen aan een nieuw huis, een nieuwe slaapkamer, een nieuwe straat, een nieuwe buurt, nieuwe mensen… En je moet ook nieuwe vrienden maken. Dat is niet makkelijk maar het lukt wel. In ROSIE EN MOUSSA is de papa van Rosie afwezig. We weten niet precies waar hij is of wat er met hem gebeurd is, maar duidelijk is dat mama en Rosie hem wel missen. Moussa is een jongen die een donkere huidskleur heeft. Zijn ouders of grootouders komen uit een ander land. Voor Rosie maakt dit geen verschil. Zij vindt Moussa leuk en hij wordt haar vriend. Maar Moussa wordt soms wel nagekeken omdat hij er anders uitziet. Deze korte lesmap geeft een aantal tips om na de voorstelling met de leerlingen over het verhaal en de thema’s van gedachten te wisselen. Het zijn slechts een aantal tips. Wij zijn er zeker van dat jullie zelf nog veel andere ingangen in deze voorstelling kunnen vinden.
ROSIE EN MOUSSA
LESMAP
3
TEKST, SPEL, MUZIEK, REGIE, KOSTUUMS EN DECOR Michael De Cock is directeur van theater ’t ARSENAAL. Hij is regisseur, auteur en journalist. Hij schrijft veel boeken en theaterteksten, zowel voor volwassenen als kinderen, zoals bijvoorbeeld ROSIE EN MOUSSA. Michael is papa van vijf kindjes. Sophie Derijcke is actrice. Ze speelt vooral in het theater maar werkt soms ook voor de televisie. Met Droomedaris-Rex maakte ze eerder al Het Fluistertheater van Floor, Oto en Titus en SALUUT!. Nu speelt ze mee in ROSIE EN MOUSSA. Sophie is mama van vijf kindjes. Mira Bertels is zangeres en muzikante. Ze schrijft zelf liedjes, heeft een heel mooie stem en kan erg goed piano spelen. Je kan Mira’s liedjes vaak op de radio horen en in lijstjes van de beste Nederlandstalige liedjes scoort Mira meestal erg goed. Mira treedt regelmatig op als zangeres. Nu speelt en zingt ze mee in ROSIE EN MOUSSA. Nathalie Lepage maakt en speelt theater. Voor Droomedaris-Rex werkte ze al mee aan SALUUT!, als regisseur. Nu regisseert ze ROSIE EN MOUSSA. Een regisseur vertelt de acteurs hoe ze dingen kunnen spelen. Samen zien ze dan of dat goed is. Als het niet goed is, moeten ze blijven proberen. Samen zoeken ze uit hoe je iets zo goed mogelijk kan spelen. Dat noemt men ‘repeteren’. Na enkele weken ‘repeteren’ is de voorstelling klaar en kunnen er mensen komen kijken. Een eerste voorstelling met publiek is altijd spannend. Nathalie is mama van twee zoontjes. Anna Seniow kiest de kostuums en zegt wie wat moet dragen. Ze winkelt veel om kleren te kopen maar maakt ook zelf kleren. De acteurs moeten regelmatig kleren passen, zodat Anna weet wat het beste kostuum is en hoe dat het beste past. Tijdens de repetities proberen ze van alles uit. Na enkele weken wordt duidelijk welk kostuum ze zullen dragen en dat dragen ze dan bij elke voorstelling (maar dat wordt ondertussen wel eens gewassen!). Anna is mama van één dochtertje. Stef Depover maakte het decor. ROSIE EN MOUSSA speelt zich vooral op het dak van een hoog gebouw af. Je kan in een theater moeilijk een groot appartementsgebouw nabouwen, dat lukt niet. Dus had Stef het idee om enkel het dak na te bouwen. En zo lijkt het alsof je, als je naar ROSIE EN MOUSSA kijkt, mee op dat dak zit of dat je vanachter een venster aan de overkant van de straat van dichtbij kan zien wat er allemaal op dat dak gebeurt. Stef is papa van twee tienerkinderen.
TIP: Speel een scène na. Kies iemand als regisseur en drie kindjes als Rosie en Moussa en meneer Tak of mevrouw Hemelrijk.
ROSIE EN MOUSSA
LESMAP
4
VERHUIZEN + WONEN IN DE STAD OF OP HET PLATTELAND Rosie gaat met haar moeder samen in een groot appartementsgebouw wonen aan de andere kant van de stad. Daar leert ze een jongen kennen. Hij heet Moussa. Hij neemt Rosie mee tot helemaal boven op het dak, hoewel dat door meneer Tak, de strenge conciërge, ten strrrengste verboden is.
De stad is zo groot dat Rosie er meer dan honderd keer kan in verdwalen. Sommige straten zijn recht en breed, met grote gebouwen ernaast. Andere straten zijn klein en kronkelen met ontelbaar veel bochten van plein naar plein. Daar staan ze dan. Als twee koningskinderen, helemaal boven op het dak van het flatgebouw. Het lijkt wel een groot plein boven in de lucht. Ver, heel ver boven de stad. En het is er nog veel mooier dan Moussa verteld had. Het is koud en zonnig en ze kunnen eindeloos ver kijken. ‘Wat een uitkijktoren,’ zegt Rosie. Ze ziet kantoorgebouwen, hijskranen die net zo hoog zijn als Rosie nu. En heel ver beneden, een wirwar aan straten en pleinen. ‘Je kan er heel de stad zien.Het voetbalstadion en het station. Je kan de treinen de stad in en uit zien rijden. Een keer heb ik een trein helemaal tot aan de zee zien rijden.’ Dat gelooft Rosie niet. – fragment uit ROSIE EN MOUSSA –
VRAAG VOOR DE KINDEREN: Wie woont in de stad? Wat is daar (niet) leuk aan? Is er in de stad voldoende plaats om te spelen? Wie woont in een dorp of op het platteland? Wat is daar (niet) leuk aan? Wat zie je in een grote stad/op het platteland, wat is het verschil (gebouwen, straten, natuur, mensen, winkels…)? Wie is al eens verhuisd? Ben je toen ook naar een andere school moeten gaan? Heb je toen snel nieuwe vrienden gemaakt? Wie zijn je buren? TIP VOOR DE KINDEREN: Maak/teken een stratenplan van de buurt waar je woont. Teken en/of beschrijf wat je zou zien als je bij jou thuis op het dak zou staan. Som of zoek enkele grote steden op, bv. de provinciehoofdsteden of de hoofdsteden van Europa.
ROSIE EN MOUSSA
LESMAP
5
VRIENDSCHAP Als Rosie verhuist, is ze bang dat ze op die nieuwe plek geen vrienden zal hebben. Maar al snel staat haar buurjongetje Moussa voor de deur. Ze beleven op het dak van het appartementsgebouw een spannend avontuur. En zo worden ze al snel vrienden.
Het duurt vast een eeuwigheid voor ik hier vrienden heb, denkt Rosie. einde… Rosie dacht dat ze nooit vrienden zou hebben, in dat grote gebouw aan de andere kant van de stad. En kijk. Nu kent ze mevrouw Hemelrijk al. Ze zal zeker nog eens bij haar op bezoek gaan om door de verrekijker naar de stad te kijken. En ook gewoon om een praatje te maken. Precies zoals ze beloofd heeft. En ze heeft een fantastische vriend gevonden. Hij heet Moussa. – fragment uit ROSIE EN MOUSSA –
VRAAG: Heb jij een goede vriend zoals Rosie en Moussa elkaar hebben? Wanneer ben je een goede vriend of vriendin? Wat doe je dan voor elkaar? Ken jij de kinderen uit je buurt goed? Zijn zij ook jouw vrienden? Speel ja vaak met hen? Als je iemand ziet die alleen is, ga je dan naar hem of haar toe om een praatje te maken?
ROSIE EN MOUSSA
LESMAP
6
WAAR IS PAPA? Rosie verhuist met haar mama. Papa verhuist niet mee. Rosie en mama denken af en toe nog wel aan papa en missen hem. Maar we weten niet waar de papa van Rosie is, wat hij nu doet of wat er met hem is gebeurd.
Mama zit met een fotoboek op haar knieën. Ze bekijkt foto’s van papa, mama en Rosie. Rosie op de schouders van papa, tijdens een dagje aan zee. Rosie boven op het dak van een auto, en papa die met een brede glimlach naast het portier staat. Hij heeft een gouden ketting om zijn hals. Als Rosie binnenkomt, doet mama het boek dicht en bijt haar tranen weg. ‘Ben jij al eens aan zee geweest?’ wil Moussa weten. Rosie knikt. ‘Met papa.’ Het was een mooie dag. Misschien de mooiste uit haar leven. Ze aten ijs en liepen met hun voeten in het zand. Maar dat lijkt alweer zo lang geleden. – fragment uit ROSIE EN MOUSSA –
VRAAG: Moet jij je mama of papa soms missen? Heb je foto’s van jou met je mama, papa, broertje(s), zusje(s)…? Ben jij al aan zee geweest? Wat zie je daar? TIP: Verzin in tien regels waar papa zou kunnen zijn. Maak een tekening van de leukste of mooiste dag in je leven met je mama en/of papa.
ROSIE EN MOUSSA
LESMAP
7
DE HUIDSKLEUR VAN MOUSSA Moussa heeft een donkere huidskleur. Dat wil zeggen dat zijn ouders of grootouders niet in België maar in een ander land geboren zijn, misschien in Marokko, Turkije of nog een ander land. Rosie let daar niet op, voor haar maakt het niet uit welke huidskleur je hebt. Maar sommige mensen kijken toch raar naar Moussa en dat is niet leuk voor Moussa.
omgekeerde wereld spelen… ‘In de omgekeerde wereld,’ zegt Moussa dan, ‘ben jij zwart en ik wit.’ Rosie heeft zich nog nooit afgevraagd hoe het zou zijn om zwart te zijn. ‘Dan werd jij, en niet ik nagekeken op straat,’ zegt Moussa. ‘Ik zou jou nooit nakijken op straat,’ zegt Rosie. ‘Zijn er dan mensen die dat doen?’ Moussa haalt zijn schouders op. ‘Soms. Soms kan ik de blikken voelen priemen in mijn rug.’ ‘Niks van aantrekken, ‘zegt Rosie dan. ‘En trouwens, wat je daar zegt klopt niet. Want in de omgekeerde wereld maakt het niet uit of je wit of zwart, of bruin of groen bent.’ Dat is een moeilijk. Daar moet Moussa even over nadenken. – fragment uit ROSIE EN MOUSSA –
VRAAG: Ken jij veel kinderen met een andere huidskleur? Worden die kinderen soms gepest? Uit welk land kwamen hun (groot)ouders? Ben je anders als je huid bruin, zwart of geel ziet? TIP: Speel met je vriend of vriendinnetje, klasgenootje of buurmeisje of –jongen ‘omgekeerde wereld’. Kijk wat je aan hebt, hoe je eruitziet, waar je woont enz. en draai alles om.
ROSIE EN MOUSSA
LESMAP
8
ROSIE EN MOUSSA
LESMAP
9
BANG ZIJN Iedereen is wel eens bang. Je kan bang zijn om verschillende redenen. Omdat je alleen op een nieuwe plek bent waar je nog niemand kent en niet goed weet of dat wel leuk zal zijn, zoals Rosie en haar mama die naar de andere kant van de stad verhuizen. Omdat je iets doet wat eigenlijk niet mag, zoals op het dak gaan terwijl dat verboden is. Omdat iets erg spannend is, zoals Rosie en Moussa die samen op het dak zitten maar niet meer naar beneden kunnen omdat de deur op slot is. Omdat iemand je zou kunnen betrappen of ruzie geven, zoals meneer Tak, de conciërge. Omdat je voelt dat er iets slecht kan aflopen of als je iemand zou kunnen verliezen, zoals mama die denkt dat de kinderen misschien van het dak gesprongen of gevallen zijn.
Meneer Tak heeft het ten strrrengste verbonden, en ook mama wil vast niet dat ze helemaal tot op het dak gaan. Maar als je alles moet laten wat mama’s niet willen, dan wordt het leven wel heel saai. Na de negende verdieping komen ze bij een smalle trap. VERBODEN VOOR ONBEVOEGDEN staat er in rode letters op een bordje. Rosie drukt zich met haar rug tegen de warme schoorsteen aan. Ze durft niet te bewegen. Zo bang is ze. Ze hoort meneer Tak traag het dak op lopen. Hij komt hun kant op. Dat kan ze horen. Als hij hen hier vindt, dan wacht hen een standje dat ze hun leven lang niet zullen vergeten. Ze knijpt haar ogen dicht en houdt haar adem in.
Haar mond kleeft, maar ze durft niet te kijken. Hij mag ons niet vinden, denkt ze. ‘Waar zijn de kinderen dan?’ ‘Ze zaten hier op het dak, en nu zijn ze in rook opgegaan!’ De moeder van Rosie loopt tot aan de rand van het dak. Ze kijkt naar de stad, zo ver beneden. Ze rilt. ‘Ze zouden toch niet…’ Ze hoeft haar zin niet af te maken. Iedereen weet wat ze bedoelt. Heel even denken ze allemaal het ergste. Heel, heel even zijn ze verschrikkelijk bang… ‘Waar zitten die kinderen dan toch?’ – fragment uit ROSIE EN MOUSSA –
ROSIE EN MOUSSA
LESMAP
10
VRAAG: Ben jij al bang geweest? Waarom/waarvoor/voor wie? Heb jij al eens zo’n avontuur beleefd zoals Rosie en Moussa op het dak? Rosie en Moussa vinden een oplossing om van op het dak hulp te roepen. Wat doen ze precies? Durf je wel eens iets doen wat papa of mama verboden heeft? TIP: Noem of zoek grote, hoge gebouwen, dichtbij of ver. Bv. Onze-Lieve-Vrouwekathedraal in Antwerpen, Atomium in Brussel, Eiffeltoren in Parijs, de scheve Toren van Pisa, je eigen flatgebouw waarin je woont of een appartements- of kantoorgebouw bij jou in de buurt… Weet je wat het woord ‘panorama’ betekent?
ROSIE EN MOUSSA
LESMAP
11
DE ANDERE PERSONAGES: MENEER TAK, MEVROUW HEMELRIJK EN TITUS DE KATER Meneer Tak is de conciërge van het appartementsgebouw waar Rosie met haar mama nu woont. Hij is zeer streng, roept heel luid en houdt niet van kinderen. Hij lijkt niet vriendelijk en is niet lief maar heeft toch ook een vriend, meneer Kegel, die bij hem langskomt. Mevrouw Hemelrijk woont ook in het appartementsgebouw. Zij is een lieve dame. Rosie en Moussa komen toevallig bij haar op bezoek maar Rosie besluit dan om daarna mevrouw Hemelrijk, de aardige buurvrouw, regelmatig een bezoekje te brengen. Titus is een oude rode kater die door het leven gaat als een hond, ook al miauwt hij. Hij is wel erg belangrijk voor Rosie en Moussa. Want hij helpt hen mee van het dak af te raken.
De stem van meneer Tak klinkt koud en grauw door de gang. Meneer Tak kan verschrikkelijk streng zijn. En hij heeft een hekel aan kinderen. Moussa doet alsof zijn kater een hond is, omdat hij van meneer Tak geen honden mag houden in het gebouw. – fragment uit ROSIE EN MOUSSA –
VRAAG: Wie zijn jouw buren? Zijn ze lief zoals mevrouw Hemelrijk of streng zoals meneer Tak? Heb jij huisdieren? Hoe heten ze? Bedenk enkele leuke namen voor huisdieren. Mevrouw Hemelrijk kijkt vanuit haar appartement met een verrekijker naar de stad. Heb jij thuis een verrekijker? Hoe werkt een verrekijker?
ROSIE EN MOUSSA
LESMAP
12
HET BOEK ROSIE EN MOUSSA Je hebt de theatervoorstelling gezien. Maar er is ook het boek ROSIE EN MOUSSA, dat hetzelfde verhaal vertelt. Michael De Cock schreef zowel voor de theatervoorstelling als voor het boek de tekst. Wat is het verschil? In het boek staan er bij de tekst tekeningen. Die heeft Judith Vanistendael gemaakt. In de theatervoorstelling zie je geen tekeningen (wel een decor) maar brengt Mira live muziek.
VRAAG: Vind je dat de tekeningen van Judith goed bij het verhaal passen? Vind je dat de liedjes, de muziek van Mira goed bij het verhaal passen? Heb je het liefst muziek bij het verhaal of kijk je liever naar de tekeningen? Begin je verder te fantaseren als je de tekeningen van Judith bekijkt? Vind je de tekeningen mooi? Zou jij ze anders tekenen, meer kleur gebruiken? Wat vind je van de muziek, de melodieën? En van de teksten van de liedjes die Mira zingt? Ken je andere liedjes die over vriendschap gaan?
ROSIE EN MOUSSA
LESMAP
13
TER AFRONDING Wat vonden jullie het allermooiste moment in de voorstelling? Welk het leukste? Welk het meest spannende? Welke liedjes vonden jullie mooi? Wat was er allemaal (van)op het dak te zien? Wat vond je van het decor? Wat vond je van de kostuums? …
Wij wensen jullie een intense, fijne en mooie theatervoorstelling toe. Laat ons gerust weten wat jullie ervan vonden… Jullie mening is belangrijk voor ons. Reacties, vragen, lof en klachten kunnen gestuurd worden naar:
[email protected]
Droomedaris-Rex i.s.m. ‘t ARSENAAL verkoop: Collageproducties - www.huubcolla.be
ROSIE EN MOUSSA
LESMAP
14