maart 2010
z u i d e r l u c h t presenteert:
RONDOM TEFAF ANJA & TANJA ANTIBODIES COMMUNISME DAVID LYNCH STANLEY DONWOOD HANS VON AACHEN INE SCHRÖDER JAZZ JEROEN VAN BERGEN MANIFESTA SARAH VANAGT 1
www.zuiderlucht.eu
maart 2010
15e editie 18 feb t/m 30 mrt
Heerlen / Aachen
schrit_tmacher
2010
tanz + tanzARTiges von heute
26 03 t / m 25 04 2010
GOTRA Ballet 2 mrt Nederlands Dans Theater II 5 mrt Het Nationale Ballet 16 mrt Scapino Ballet Rotterdam 19,20 mrt Dansgroep Amsterdam 30 mrt
www.schunck.nl
T 045 571 66 07 / WWW.PARKSTADLIMBURGTHEATERS.NL
De Verzamelaar Beyond The Amateur – A collector’s perspective on the history of photography Een tentoonstelling op basis van het onderzoek en de collectie van Arjan de Nooy 14 maart tot en met 30 mei 2010 Opening 13 maart om 17:00u
Eline Portman, collectie Arjan de Nooy
MARRES
Capucijnenstraat 98 6211 RT Maastricht T 043.3270207 Open: Wed-Sun, 12-5 pm Marres Books: Wed-Sat, 12-5 pm www.marres.org
CENTRE FOR CONTEMPORARY CULTURE
2
www.zuiderlucht.eu
maart 2010
Hans von Aachen, zeg maar Hans
Hans von Aachen uit Keulen. foto Suermondt-Ludwig-Museum
Hans von Aachen schilderde altaarstukken, mythologische scènes en portretten. Hij was een van de meest gevierde kunstenaars van de late renaissance. Zijn zelfportretten in het Suermondt-Ludwig Museum in Aken bevestigen zijn reputatie van een gemoedelijke Rheinländer. door Duncan Liefferink
A
ls ik ooit een historische roman ga schrijven, dan wordt de hoofdpersoon Hans von Aachen. Hans von Aachen was een vooraanstaand schilder in de nadagen van de renaissance. Hij werd geboren in Keulen in 1552. Zijn vader was afkomstig uit
3
Aken, vandaar zijn naam. Al jong trok hij naar Italië. Dertien jaar verbleef hij afwisselend in Venetië, Rome en Florence. Hij zoog alle invloeden op die hij in zijn werk kon gebruiken en kreeg steeds belangrijker opdrachten. Hij schilderde voor de hoofdkerk van de Jezuïeten in Rome en maakte een portret van Francesco de Medici. In
aken Hans von Aachen (1552-1615) – Hofkünstler in Europa. Suermondt-LudwigMuseum, 11/3 t/m 13/6. www.hans-von-aachen.com.
1588 vestigde hij zich in München, waar hij werkte voor de hertog van Beieren en voor de steenrijke bankiersfamilie Fugger uit Augsburg. Van 1596 tot zijn dood in 1615 woonde hij in Praag als hofschilder van de kunstminnende keizer Rudolf II. Zijn werk is veelzijdig en virtuoos. Met reusachtige altaarstukken, intieme portretten en weelderige godinnen vormt het een staalkaart van alles wat de Europese schilderkunst rond 1600 te bieden heeft. Dat is mooi, maar daarmee is Hans von Aachen nog geen romanpersonage. Daarvoor moet je je een beetje verdiepen in zijn levensgeschiedenis. Uit de flarden die beschikbaar zijn komt het beeld naar voren van een levensgenieter, een sociaal wendbare man en een bewonderenswaardig netwerker. Die eigenschappen brachten hem in nauw contact met de groten der aarde. Hij stond, naar verluidt, op vriendschappelijke voet met Rudolf II en trouwde met de dochter van de componist Orlando di Lasso. En het mooie is: ondanks de grote afstand in tijd en de strakke conventies van de periode schemeren de persoonlijkheid en het levensverhaal van de schilder voortdurend door het werk heen. Een overzichtstentoonstelling in het Suermondt-Ludwig-Museum in Aken – de eerste van Hans von Aachen ooit – brengt de mens achter de kunstenaar bijna tastbaar dichtbij. Het wachten is alleen nog op het boek en de vierdelige miniserie. Het meest direct ontmoet je Hans von Aachen in zijn zelfportretten. Daarvan zijn er tamelijk veel: soms zelfstandig, soms verstopt in een andere voorstelling. Dat is al bijzonder voor de late zestiende eeuw. Nog opmerkelijker is dat hij zichzelf verscheidene malen lachend heeft afgebeeld. In zijn jonge jaren maakte hij zelfs een dubbel zelfportret, waarop de ene Hans de andere aan zijn oor trekt. Deze schilderijen bevestigen de al tijdens zijn leven gangbare reputatie van Von Aachen als een gemoedelijke Rheinländer. Een iets andere indruk geven de zogenaamde vriendschapsportretten, portretten van bevriende kunstenaars zoals de beeldhouwers Giambologna en Adriaen de Vries, de schilder Bartholomeus Spranger of de goudsmid Jaques Bylivelt. Ongetwijfeld lag er in
www.zuiderlucht.eu
maart 2010
de meeste gevallen een echte vriendschap aan ten grondslag. Dat valt af te lezen aan het voor die tijd tamelijk informele karakter van de portretten. Maar dat was niet alles. Zo’n portret kon gebruikt worden als basis voor een gravure. De afdrukken daarvan gingen met tientallen of zelfs honderdtallen de wereld over – tot meerdere eer en glorie van de geportretteerde én de maker. Bovendien bouwde Von Aachen met een dergelijk kostbaar geschenk krediet op bij de ontvanger. Bylivelt verschafte hem vermoedelijk toegang tot het hof van Francesco de Medici. Spranger deed een goed woordje bij Rudolf II. In de catalogus wijst Joseph Koerner erop dat voor een reislustig kunstenaar als Hans von Aachen een goed functionerend netwerk onontbeerlijk was om opdrachten te verwerven. Eigenlijk waren het voor-wathoort-wat portretten. Von Aachens veelzijdige stijl droeg ook bij aan zijn succes. SuermondtLudwig-directeur Peter van den Brink: “In 1596 maakte hij voor de Fuggers in Augsburg een vrolijke, kleurige, zelfs enigszins zoetige Kroning van Maria. Waarschijnlijk nog in hetzelfde jaar schilderde hij voor de Münchense Jezuïeten, volop betrokken in de Contrareformatie, een sobere en duistere Kruisigingsscène.” Hans von Aachen wist zich uitstekend aan te passen. Zo gezien is het niet verwonderlijk dat Von Aachen, net als enkele decennia later Rubens, ook diplomatieke missies vervulde. Rudolf II stuurde hem er zelfs op uit om een bruid voor hem te zoeken, vertelt assistent-conservator Alice Taatgen. Von Aachen maakte portretten van mogelijke kandidaten. Ondertussen gaf hij zijn oren en ogen goed de kost, want eigenlijk ging het Rudolf niet om de lieftalligheid van zijn aanstaande, ook niet om politiek gewin, maar om de kunstwerken die de dames bij een eventueel huwelijk mee konden brengen! Overigens trouwde Rudolf nooit. Wel had hij een aantal onechte kinderen. Tijdens ons gesprek spreekt Peter van den Brink steeds minder over Hans von Aachen. Hij noemt hem Hans, alsof hij hem al jaren kent. Ook als ik die historische roman ooit ga schrijven, wordt de titel ‘Hans’.
heerlen Stanley Donwood, Red Maze, t/m 14 maart, Schunck. www.schunck.nl
De Minotaurus is
Stanley Donwood verzorgt sinds het album The Bends uit 1994 het artwork voor de Britse popgroep Radiohead. Schunck presenteert zijn eerste overzichtstentoonstelling. “This is really happening.” door Emile Hollman
L
aten we wel wezen. Het grootste misbaksel dat we ons de afgelopen dertig jaar door de strot hebben laten duwen in naam van de vooruitgang is de cd. De goede oude platenhoes legde het razendsnel af tegen een opgeblazen postzegel in een zogenaamde jewelcase, maar in werkelijkheid een ordinair plastic doosje. De Britse band Radiohead, die gedijt in de kunstscène rond Oxford, heeft het artwork ondanks de beperkingen van de cd altijd bijzonder serieus genomen. Geen gestileerde zelfverheerlijking door de bandleden met zonnebrillen en hoeden in woestijn of luchthaven in bedenkelijke poses te fotograferen, maar prikkelend grafisch werk, op basis van schilderkunst en op smaak gebracht met tekeningen en tekstbytes. Tijdens de opnames van The Bends, toen de groep nog melodieuze en overzichtelijke popsongs maakte, belde frontman Thom Yorke zijn kompaan Stanley Donwood (Essex, 1968) van de kunstacademie met de vraag of hij zich om het artwork wilde bekommeren. Sindsdien behoort de kunstenaar tot de menagerie van de band. Bij de opnames van een nieuw album hangt hij rond in de studio’s, waar ook veel boeken rondslingeren, geschreven en geschetst wordt. Hij wisselt ideeën uit met Yorke of beter gezegd diens beeldende kunst alter ego dr. Tchock, pikt de nieuwe sound op en laat een beeldend concentraat ervan via zijn handen weer naar buiten komen. Hoe dat allemaal precies functioneert in zijn hoofd blijft ook voor Donwood gissen. En dus wierp hij een knalrood labyrint op in de kelders van Schunck, een metafoor voor het doolhof in zijn hoofd. Rood is bloed, is liefde, is gevaar. Volgens de Griekse mythologie betrad Theseus het labyrint om de daar opgesloten Minotaurus (half man, half stier) te doden en ontsnapte weer door de draad van Ariadne te volgen. Maar om te zien of ook hier de Minotaurus aan het zwaard is geregen, moet je eerst langs Bob Malesevic, die in zijn hoedanigheid als suppoost al heel wat kunstenaars deze ruimte naar hun hand heeft zien zetten. Hij is nooit te beroerd om je ongevraagd een
Goat Goodwin 6. foto Peter Stone.
4
www.zuiderlucht.eu
maart 2010
niet dood, hij leeft ‘Donwoods labyrint heeft iets weg van een sloppenwijk.’
Artwork voor de cd Hail to the Thief van Radiohead door Stanley Donwood. foto Perry Schrijvers duwtje te geven. “Iesj grote filosjoof”, zegt hij breed gesticulerend met zijn onafscheidelijke Balkanaccent over Donwood. “Iesj geen gemakkelijke jungen.” Donwood heeft zijn labyrint opgebouwd uit afvalhout en golfplaten. Het heeft iets weg van een sloppenwijk. Alsof het elk moment door bulldozers opgeruimd kan worden wegens vermeende obstructie. Van zijn werk heeft hij ook prints gemaakt en tegen de muren geplakt. Als affiches die een statement verkondigen. Tegen de buitenmuren geblokletterde woorden die hun samenhang niet eenvoudig laten verklappen: doubt, virus, binge, ultra, guilt, greed, video, error, sloth. Prominent afwezig: muziek van de band die vrijwel alles in dit labyrint heeft geïnspireerd. Dat wil zeggen: er spatten enkel geluidsfragmenten over de schutting van de video in de hoek.
I
n deze video waarin Radiohead weliswaar onmiskenbaar de experimentele hand heeft gehad als het gaat om de soundtrack, zien we onder meer auto’s die versneld opgenomen door het verkeer flitsen. Het is geen doen om de beelden die voorbij schieten vast te leggen. Soms
5
schiet een eenduidige boodschap door het beeld: We can wipe you out! of We know where you live! Watch your back lijkt Donwood te zeggen. Tegen de achterwand van het labyrint hangt een zeefdruk, op het cartooneske af, waarin het wereldbeeld van Donwood helder wordt: de sneeuwkappen smelten, magere Hein heeft zijn zeis gewet, er crepeert iemand onder een koffer met dollars en de Minotaurus is alive and kicking. Zo te zien zijn de omstandigheden ideaal om dubieus DNA te kweken. Voor wie nog enige hoop koesterde is er de volgende mededeling: The heavens are busy right now. Can I put you on hold? This is really happening staat er onder. De quote komt regelrecht uit Idioteque van het Kid A-album uit 2000 waarop Radiohead zich losweekte van de rock-iconografie, de melodie taboe verklaarde en volop experimenteerde met elektronica en abstractie. In Idioteque zinspeelde Yorke op de smeltende ijskappen (het boek No Logo van Naomi Klein, de bijbel van de anders-globaliseringsbeweging werd stukgelezen binnen de band) en zong hij van scaremongering: angst zaaien om daar politiek munt uit te slaan. We’re not scaremongering, this is really happening, take the money and run,
zong Radiohead. Voor de hoes van Kid A schilderde Donwood de bergen rond Kosovo. Veel origineel artwork van platen als OK Computer, Kid A, Hail to the thief, Amnesiac, In Rainbows bestaat uit grote imponerende schilderijen die dienen als opmaat naar grafisch werk. Vaak zien we daarin de burger onder apocalyptisch geschilderde luchten machteloos tegen het smeltende ijs of het oprukkende beton. Heel mooi zijn de houtsneden die Donwood maakte voor Tom Yorke’s soloalbum The Eraser, geïnspireerd op de overstromingen in Cornwall in 2004. We zien toeristische iconen van Londen, dronken deinend op hoge golven. Donwood is ook niet vergeten om in zijn labyrint een gesloten kabinet van dertien scaremongeraars met geitenkoppen te vereeuwigen, compleet met sigaren en champagne die toasten op vrienden als Thatcher, Reagan en Pinochet. Hij overgoot ze met verf, maar ze blijven grijnzen. Suppoost Bob Malesevic heeft ook de nazorg op zich genomen. “We zien met zijn allen geen kans om de wereld te vernietigen”, zegt een bezoeker die zijn jas aantrekt. “We kunnen hooguit mekaar uitroeien.” Bob heft zijn handen. Hij weet het. De boodschap is overgekomen.
www.zuiderlucht.eu
maart 2010
BOSCHSTRAAT 48 MAASTRICHT op afspraak 043 325 58 64 alleen voor mannen
BOSCHSTRAAT 46 zonder afspraak
maastricht Jazz Masters, 19/3-20/3: www.jazzmaastricht.com SMULL-programma: www.thembi.nl
Het mag wel wat funky-er
Lee Konitz speelt met Minsarah op 28/3 in café Thembi Maastricht. foto Jazz Maastricht
Jazz Masters Maastricht is het muzikale sluitstuk van de Tefaf-week. Toch onderhouden jazz en Maastricht een wat moeizame relatie. Hangen wel de juiste jazz vibes in de stad? Kenners twijfelen. “Amerikanen zeggen niet voor niets: ‘If you want to stay poor, open a jazzclub’.” door Fons Elbersen
A
ndrew Henrotte is trots. De eigenaar van Café Thembi en programmeur van de Stichting Muzieklab Limburg (SMULL) heeft op 28 maart altsaxofonist Lee Konitz op het podium staan. Konitz speelde in 1949 al met Miles Davis op Birth of the Cool. De 82-jarige Konitz, onlangs door het Amerikaanse muziekblad Downbeat gekozen tot beste altsaxofonist van het jaar, zal goed zijn voor een volle bak. Henrotte heeft het in zijn café in de Maastrichtse wijk Randwijck anders meegemaakt. “Achttien jaar geleden ben ik met jazzmuziek begonnen. Dat was te vroeg voor Maastricht: het liep slecht en ik moest er mee stoppen.” Vier jaar geleden pikte hij de draad weer op. Hij begon met één concert per maand, en het sloeg aan. “Dit seizoen zitten we op 45 concerten.” “Een beetje ‘n jazzfreak”, noemt Henrotte zichzelf. Dat moet hij wel zijn, want rijk word je niet van jazzconcerten.
6
“Het begint zichzelf nu een beetje te bedruipen, maar zonder sponsoring kan het niet. Het is echt een kwestie van volhouden.” Gemiddeld 90 mensen bezoeken de zondagmiddagse concerten; een aantal dat groeit. Thembi is een klein jazzpodium in Limburg, het publiek komt vaak van ver, gelokt door de programmering die zich richt op de (inter)nationale jazztop. “Ik krijg mensen uit Brabant, België, zelfs uit Hillegom.” Wat hij geleerd heeft, is dat je met een jazz-aanbod wel verder moet kijken dan Maastricht. “Een basis voor jazz, of voor om het even welke andere muziek, is er hier niet. Maastricht heeft geen muziekcultuur; die is in de jaren tachtig wegbezuinigd. Studenten wonen door gebrek aan woonruimte niet in de stad. En zij horen niet alleen bij mijn publiek; als ze zelf op een trompetje willen blazen, zijn er geen repetitieruimtes. Geen talentontwikkeling dus. Er zal flink wat moeten gebeuren als we hier een muziekscene willen krijgen.”
Het probleem zit hem in het DNA van de stad, meent John Kampstra, die in de jaren negentig jazzcafé Marks & Kampstra runde. Dertig jaar is hij nu al ‘in de jazz’; of Maastricht inmiddels een jazzstad is? Niet echt: “Een stad krijgt over het algemeen wat zij verdient.” Maastrichtenaren voldoen graag aan hun eigen cliché van het Bourgondisch leven, zegt Kampstra, “en daar is ook niks mis mee. Maar als een wereldartiest als Paul Weller in Paradiso optreedt, zijn de 1500 kaarten binnen een half uur uitverkocht, terwijl we hier in Maastricht amper 400 mensen bij elkaar krijgen.” Kampstra heeft grote waardering voor de inspanningen van Andrew Henrotte met SMULL, en apprecieert ook het werk van de stichting Jazz Maastricht. Maar het is vechten tegen de bierkaai, zegt hij. 60.000 bezoekers tijdens de Jazzpromenade in het najaar – Kampstra zet er vraagtekens bij. “Dat is wel een héél groot aantal…Los daarvan: mij gaat het vooral om de kwaliteit. Hans Dulfer:
www.zuiderlucht.eu
geweldig dat daar veel mensen op af komen. Maar zaaltjes waar echt hele goede muzikanten spelen, zijn gewoon leeg.” Anderzijds: programmeren voor “de coltruidragende, pijprokende, dwarsgestreepte panfluitadepten” is het andere uiterste. “Amerikanen zeggen niet voor niets: ‘If you want to stay poor, open a jazzclub’.” Desalniettemin: het mag van Kampstra “allemaal wel wat spannender, actueler, funky-er, vernieuwender.” De Stichting Jazz Maastricht zoekt het in een programmatisch compromis. De stichting organiseert de op een groot publiek gerichte Jazz Promenade in november (de voorzetting van het vroegere Jeker Jazz), in combinatie met de meer op grote namen gerichte Jazz Masters in maart. En door het jaar heen concerten “voor de muzikaal wat meer onderlegden”, in de woorden van voorzitter Jean Haesen. Maar Jazz in Maastricht is vooral hard werken. Websites, jazzbladen, radioprogramma’s – elke kans wordt benut om mensen naar concerten te krijgen, zegt prmedewerkster Sarah Malschaert: “En dat lukt toch heel aardig.” Hoewel hij zijn woorden diplomatiek kiest, zegt Haesen hetzelfde als Henrotte en Kampstra: Maastricht hoort nog niet thuis in het rijtje Amsterdam, Rotterdam, Den Haag. “De Maastrichtenaar is een gelukkig en vrolijk mens, gebonden aan een sterke volkscultuur; in principe iemand die weinig nodig heeft om het naar zijn zin te hebben, en die het niet per se nodig vindt om naar een jazzconcert te gaan.” In een poging het draagvlak voor jazz structureel te vergroten, zoekt de stichting daarom samenwerking in de euregio. Haesen praat daar met collega’s in Heerlen, Genk, Aken, Luik en Verviers over. De inspanning kent een gemeenschappelijke drive: in het licht van Maastrichts kandidatuur voor Culturele Hoofdstad 2018 willen de jazzorganisatoren een grensoverschrijdend project optuigen, dat zo overtuigend is dat niemand er meer omheen kan. Ga er maar aanstaan, in een euregio die geen rijke geschiedenis van geslaagde samenwerkingsprojecten kent. Jean Haesen countert met het optimisme van de Maastrichtenaar: “Deze samenwerking komt echt van onderop. Onze ambitie is om samen jazz-hoofdstad van Europa te worden!”
maart 2010
één op één bouwen is te letterlijk Een frietkraam, een sloppenwijk of een wolkenkrabber op schaal: het oeuvre van beeldend kunstenaar Jeroen van Bergen is gebouwd op een simpel modulair systeem. “Het gaat mij om het ruimtelijke concept, maar de kijker mag er een politieke boodschap in zien.” door Duncan Liefferink
Barrio de chabolas (2009). foto Jeroen van Bergen
O
p een nacht werd hij wakker en dacht aan het standaardtoilet. Het was een inval die zijn leven zou bepalen. “Ik ben begonnen met mts bouwkunde”, vertelt Jeroen van Bergen. “Maar dat was niks voor mij: veel te weinig vrijheid. Wel komen de technische vaardigheden die ik daar heb geleerd me nog steeds van pas.” Hij werpt een blik op de vele zorgvuldig geconstrueerde en strak afgewerkte modellen in zijn atelier. Ze staan klaar om verscheept te worden naar tentoonstellingen in Sittard en Luik. Op zoek naar meer avontuur ging Van Bergen (Heythuysen, 1979) na de mts naar de Academie voor Beeldende Kunsten in Maastricht. Het was in het tweede of derde jaar van die opleiding dat hij op een nacht wakker schrok en aan het standaardtoilet dacht. “Volgens het Nederlands Bouwbesluit
7
is het standaardtoilet minimaal 110 cm breed, 90 cm lang en 260 cm hoog. Kleiner mag niet, dan krijg je geen vergunning. Kennelijk wordt dat gezien als de kleinste ruimte die nog leefbaar is. Ik vond dat zo’n absurde gedachte, daar wilde ik op voortbouwen. Mijn werk is nu al acht jaar gebaseerd op het standaardtoilet.” Van Bergen gebruikt het als een module die hij in principe eindeloos kan schakelen en stapelen. Per module is er een deur van 210 x 90 cm. Aan de achterkant zit een raampje met de standaardmaat 45 x 70 cm. De eerste toepassingen van het ‘toilet modulair’ waren vrij kleine ruimtes. Van Bergen voerde ze uit in karton, hout of zelfgemaakte mini-baksteentjes op een schaal van bijvoorbeeld 1:10 of 1:5. Sommige gebouwtjes mochten ook op ware grootte de wijde wereld in. Met titels als Frituur of Loempiakraam, en keurig langs de openbare weg
geparkeerd suggereerden ze een functie, maar die hadden ze niet. Geleidelijk werden de concepten groter en de schaal kleiner. Er ontstonden complexere gebouwen met meerdere verdiepingen, een Klein dorp met lintbebouwing en zelfs een berg met een sloppenwijk, onderdeel van de tentoonstelling in Sittard. Bij een schaal van 1:100 of kleiner verdwenen soms de raampjes. “Dat hangt ervan af hoe het ruimtelijk overkomt”, zegt Van Bergen. “En honderden raampjes van 4,5 bij 7 millimeter uitsnijden, dat is monnikenwerk, hoor!” Tegenwoordig maakt Van Bergen enorme torens op een schaal van 1:1000. Ze zijn te zien in Luik. De grootste is zelfs in deze vorm al een meter hoog. Op ware grootte zou dat een kilometer zijn – over vergunningen gesproken. Van Bergen heeft wel plannen om er ooit één van een meter
www.zuiderlucht.eu
maart 2010
Sittard/Luik Jeroen van Bergen tot 28/5 mei, DSM-kantoor Sittard. www.dsm.com T/m 4/4 Galerie Nadja Vilenne Luik. www.nadjavilenne.com
of vier te bouwen. Bij de torens is de toiletmodule niet zo makkelijk meer te herkennen, maar hij is er nog wel. Dat zie je vooral aan de eerste ontwerpen. Die zijn gemaakt op ruitjespapier met de vertrouwde verhoudingen van het standaardtoilet. “Vanuit het basisontwerp voeg ik steeds lagen toe”, legt Van Bergen uit. “Het groeit geleidelijk, zonder vooropgezet plan, net als een stad of een sloppenwijk. Ik zie die torens meer als een stedenbouwkundig concept dan als losse gebouwen.” De hoekige, tot in de hemel reikende torens doen denken aan de sociaal-utopische architectuur van de Russische constructivisten uit de jaren twintig. Dat klopt, zo blijkt uit series reisverslagen annex studiebladen die zowel in Sittard als in Luik getoond worden. Een flatgebouw met de titel Maison sociale herinnert aan de sociale woningbouw van Le Corbusier, die zelf trouwens ook een modulair systeem bedacht. En dan is er Barrio de chabolas, de sloppenwijk, opgebouwd uit de ‘kleinste leefbare’ bouwelementen. Van Bergen knikt bedachtzaam. Hij knikt vaak bedachtzaam, hij is een man van weinig woorden. “Het gaat mij in de eerste plaats om het ruimtelijke concept”, zegt hij tenslotte, “maar de kijker mag er een politieke boodschap in zien.” Acht jaar lang toiletmodulair bouwen, is dat niet een beetje beperkt, een beetje saai zelfs? Van Bergen lacht. “Soms vraag ik me ook wel eens af waar ik eigenlijk mee bezig ben. Maar ik zie steeds nieuwe mogelijkheden. Je kunt variëren met de schaalverhoudingen en met de beeldende werking. En de laatste tijd betrek ik ook de verpakking erbij, de kist, die dienst kan doen als sokkel en weer is afgeleid van de verhoudingen van het werk. Het is allemaal één geheel.” Zo geredeneerd lijkt het logisch om in een volgende stap ook de ruimte waarin de modellen worden tentoongesteld modulair vorm te geven. Van Bergen denkt even na. “Nee”, zegt hij dan, “daar heb ik geen behoefte aan. Op dit moment wil ik niet meer één-op-één bouwen. Dat is me te letterlijk. Het bouwen op schaal geeft meer ruimte aan de verbeelding.”
Participating Artists
Opening Hours
Atelier van Lieshout Charlotte Dumas Cyprien Gaillard Yesim Akdeniz Graf Thomas Grünfeld Kimsooja Stephan Mörsch Hans Op de Beeck Daniel Pitin Jan van de Pavert Andrei Roiter Sanne Rous Berend Strik + One Architecture
11 - 21 March daily 11 am – 7 pm and by appointment Getting There Bouillonstraat 14, Maastricht
Opening
March 10, 5 – 7 pm
TEFAF
Organisation and Information ARDI POELS PROJECTS +31 (0) 43 4081288 www.appr-art.com
LITA CABELLUT 11-03 tot 20-04-10 MANIFESTAMAASTRICHT Brusselsestraat 30 | www.manifestamaastricht.com
8
www.zuiderlucht.eu TGM-opgaande-adv113x161.indd 1
maart 2010
09-02-2010 10:27:15
de dood als decor
sittard Sarah Vanagt, Pocket Cinema. Van 23/1 t/m 11/4, Museum Het Domein. www.hetdomein.nl
Sarah Vanagt maakt documentaires waarin kinderen vaak fungeren als liaison tussen leven en dood. Haar afstandelijke manier van filmen maakt dat haar werk beter beklijft dan veel ‘confronterende’ documentaires van journalisten. door Wido Smeets
H
Still uit Ash Tree van Sarah Vanagt. foto Het Domein
et straatrumoer van voorheen is verdwenen. Met de komst van curator Roel Arkesteijn in 2008 is Museum Het Domein in Sittard teruggekeerd naar het concept van de witte doos waar we, doorgaans in stilte, de jongste snufjes van de hedendaagse beeldende kunst kunnen consumeren. Maar nu even niet. In de toonzaal van het museum hangen zwarte gordijnen, in de donkerte staan filmschermen in een parcoursachtige opstelling. Het museum als bioscoop? Voor degenen die het concept van het museum als witte doos als vanzelfsprekend zijn gaan beschouwen, is het wennen. Nauwgezette volgers van de actuele kunst weten inmiddels beter. Steeds vaker worden ze onthaald op presentaties vol zwarte dozen waar ze, gelokt door de bewegende beelden op een filmscherm, in het pikkedonker op zoek gaan naar een zitplaats - als die er is. Is de beeldende kunst overgenomen door de cinéma? Nee. Wel is het zo dat de huidige generatie kunstenaars
9
multimediaal is: ze zoeken bij elk project een passend medium. Niet ver van deze pagina treft u artikelen aan over een fotograferende en schilderende regisseur (David Lynch) en een expositie van een ontwerper van cd-hoesjes (Stanley Donwood, Radiohead). Niet te missen: A Single Man, de Oscar-genomineerde film van mode-icoon Tom Ford. Kunstenaars van nu beeldhouwen met film en schilderen met foto’s, het publiek kijkt er al lang niet meer van op. Langs en over die vervagende scheidslijnen opereert ook Sarah Vanagt (Brugge, 1976) wier eerste solo-expositie nu te zien is in Het Domein. Vanagt volgde geen kunstacademie maar studeerde geschiedenis in Antwerpen, Groningen en Sussex (GB), en knoopte er vervolgens een filmstudie in Londen aan vast. Die achtergrond is zichtbaar in Pocket Cinema, zoals haar expositie in Sittard heet. Vanagt is een van die jonge Vlaamse kunstenaars met grote interesse in het koloniale verleden van België. De meeste films in Pocket Cinema getuigen van haar speurtocht naar die
erfenis. Maar eerst stuiten de bezoekers op een reclameclip van Bébé Rico, een animatiefilm waarop een baby met de motoriek en de bespraaktheid van een volwassene al zingend de geneugten van de Bébé Rico-geurtjes aanprijst. De clip heeft in de voormalige Belgische kolonie Congo een politieke lading, Bébé Rico is de bijnaam van president Joseph Kabila. In Vanagts Afrikaanse films blijft de postkoloniale erfenis in Congo en Rwanda in allerlei vormen terugkeren, meestal in de belevingswereld van kinderen. In Kleine olifant is er een ontroerende monoloog van een zevenjarig Belgje tegen een opgezette olifant. In History Lesson probeert een gedreven leraar in Congo zijn klas een definitie te ontlokken van het woord genocide; op zoek naar de schuldvraag komt hij niet uit bij Hutu’s en Tutsi’s, maar bij ‘de duivel’. In Les mouchoirs de Kabila bouwen kinderen spelenderwijs aan een eigen stad op de lavaruïnes in de grensstad Goma. Ze doen wat alle kinderen doen na een oorlog: tussen de puinhopen zoeken naar speelgoed
www.zuiderlucht.eu
maart 2010
om een nieuwe, eigen wereld te bouwen. Ze spelen een begrafenis, een politiearrestatie, en oorlog, uiteraard. Uiteraard? Kinderen in West-Europa, waar al zestig jaar geen oorlog meer was, doen dat óók. Met door global companies geproduceerde en door hun ouders aangeschafte digitale wargames waar het verschil tussen leven de dood schuilgaat onder rusteloos over buttons dansende duimen. In de tijdelijke darkroom van Het Domein heeft curator Roel Arkesteijn de Afrikaanse films van Vanagt bijeengebracht in een filmbeeldenroute, met de overal hoorbare vrolijke tonen van de Bébé Rico-reclameclip als auditieve cement tussen de stenen. Voor Sarah Vanagt zelf, die in het weekend na de opening naar Sittard afreisde om haar werk te introduceren bij haar driejarig zoontje, is zo’n museale opstelling weer wennen, nu ze bezig is met een documentaire over de multiculturele Ieperstraat in Brussel. “Ik voel me in de eerste plaats documentairemaker, ik werk voor de cinéma. Pas bij Les mouchoirs de Kabila ben ik gaan nadenken over het idee van meerdere schermen. Daar is uiteindelijk dit parcours uitgerold, ik ben daar heel content mee.” Dat geldt nog meer, zo laat ze doorschemeren, voor de andere, niet verduisterde zaal in Het Domein waar ze Ash Tree laat zien, een op vijf schermen getoonde sferische filmflarden van het Londense kerkhof St. Pancras, waar halverwege de 19e eeuw een nog jonge Thomas Hardy (toen nog geen schrijver) toezicht had op een gedeeltelijke ontruiming van de graven voor een aan te leggen spoorlijn. Op de grafstenen van datzelfde kerkhof, zo wil het verhaal, had een halve eeuw eerder Mary Shelley, auteur van Frankenstein, zichzelf als kind leren lezen. Vanagts fascinatie als historicus voor deze door elkaar lopende geschiedenissen wordt hier gesublimeerd in bedachtzame beelden vanuit een perspectief dat letterlijk om de materie heen cirkelt. Het contrast met de ‘Afrikaanse films’ zit hem, behalve in de presentatie - Ash Tree wordt getoond in een ‘witte doos’ -, ook in de poëtische benadering van de thematiek: het kind als liaison tussen leven en dood. En al even meesterlijk is de ingenieuze opstelling van de filmschermen: als ijsschotsen bij kruiend ijs. Net als de grafstenen rond de Ash Tree op St. Pancras.
Manifesta wil steeds wat Manifesta, na de Biënnale van Venetië en Documenta Kassel het belangrijkste kunstevenement in Europa, komt in 2012 naar Belgisch Limburg. Een primeur die past in het door de overheid gesteunde cultureel reveil in steden als Hasselt en Genk, waar bij al die reuring oude rivaliteiten weer gaan opspelen. “Ik zeg u: over twee jaar staat het kot daar leeg.” door Wido Smeets
Manifesta 7 in Trentino (2008): Inwoners wassen hun goed op dezelfde plek, begin 21e (l) en begin 20e eeuw. foto Zuiderlucht/prentbriefkaart
D
juist een hybride bedrijventerrein.”
Jan Bloemen van architectenbureau A2O in Hasselt vindt van wel. “In het weekend staan hier frietkotten en tref je wild geparkeerde auto’s aan vanwege een optreden in Muziekodroom. Laatst stond hier een camper van een kunstenaar die af en toe een stukje opschoof, op zoek naar een draadloze internetverbinding. En op maandagmorgen rijden er gewoon vrachtwagens af en aan. Dit is geen cultuursite; monocultuur belemmert de creativiteit. We willen
Twee jaar geleden verhuisde het Hasseltse architectenbureau A2O naar een tochtig industrieterrein aan het Albertkanaal. Voor een minimumprijs kochten de drie A2O-vennoten het leegstaande pand van graanbedrijf Meneba, een enorme betonnen silo plus bijbehorende kantoren. Ze zaagden ramen in de muren en legden zes vloeren in het gebouw dat De Silo werd gedoopt. Jan Bloemen vertelt het in een hoog tempo, maar sommige zaken gingen tergend langzaam. Poppodium Muziekodroom, op een boogscheut afstand van De Silo, moest jarenlang procederen om te mogen blijven, voor een architectenbureau was het evenmin evident dat het zich in deze
e buurman aan deze kant heeft een petroleumhandel. Aan de achterkant zit een reparateur van Philips-apparatuur. En de buurman aan weer een andere zijde is wijnimporteur. Geen voor de hand liggende omgeving voor een verzamelgebouw voor culturele ondernemers?
10
industriële zone zou vestigen. “Als we drie jaar geleden hier vergunning hadden gevraagd, was het niet gelukt. Kantoren werden niet toegestaan.” Hoe ze het dan toch klaarspeelden? “Ateliers mochten wel”, zegt hij zonder een spier te vertrekken. Inmiddels is er, schat Bloemen, ruim drie miljoen euro geïnvesteerd in De Silo. Niet door A2O maar door de vennoten van het 28 werknemers tellende architectenbureau dat volgens hem geen last heeft van de crisis. “We hebben een gevulde portefeuille. Hoe dat komt? We hebben gemengde opdrachten, en werken veel voor de overheid.” Grote projecten van A2O in Hasselt zijn het Gerechtsgebouw, het Vlaams Administratief Centrum en de restauratie van het Clarissenklooster. Na de verhuizing ging A2O op zoek
www.zuiderlucht.eu
naar medegebruikers. Zonder plan, zegt Bloemen. “We waren al blij als er één creatief bedrijf interesse zou tonen. Maar het laatste half jaar verkoopt het hier gelijk zoete koek.” De meest spraakmakende transfers zijn Villa Basta, broedplaats van theater, media, dans en muziek in Houthalen, en theaterwerkplaats De Queeste, die van Genk komt. Het pand wordt naar hun wensen verbouwd. Een zestal andere bedrijven ging hen voor. Bloemen: “Het gaat nu erg snel, eigenlijk waren we er nog niet klaar voor. We zitten nog in het stadium van denkoefeningen en trail and error.” Laat onverlet dat de erkenning vanuit het stadhuis er nu wél is. Heeft ook te maken met de wisseling van de wacht aldaar, zegt Bloemen. Burgemeester Herman Reynders vertrok als gouverneur naar het provinciehuis en werd opgevolgd door Hilde Claes; Valérie Del Re werd de nieuwe schepen van cultuur. Ze hebben meer oor voor creatieve ondernemers dan hun voorgangers en bieden meer bewegingsruimte, meent Bloemen. “Vroeger werden alle vragen over cultuur doorgesluisd naar Jan Boelen, directeur van cultuurcentrum Z33. Die is daardoor uitgegroeid tot een soort cultuurpaus. Er was alleen aandacht voor A-cultuur; de rest verdween onder de radar. Z33 is inmiddels een van de beste cultuurcentra van Vlaanderen, maar heeft geen eigen collectie. Sterker: in heel Belgisch-Limburg is geen collectie. En wat gebeurt er, God moge het verhoeden, als Jan Boelen morgen onder de bus komt?” Laat diezelfde ‘cultuurpaus’ Jan Boelen er zowat in zijn eentje verantwoordelijk voor zijn dat over twee jaar de nomadische kunstbiënnale Manifesta naar Hasselt en Genk komt. In juni 2009 liep hij nog met een mapje (het bidbook) onder de arm door Venetië, tijdens de biënnale, om Hasselt-Genk officieel te kandideren. Amper een half jaar later heeft hij
maart 2010
achterlaten
hasselt/genk
‘Het gaat ons om plekken die in het geheugen van de bevolking staan gegrift.’ de buit binnen. Met dank aan de provincie, zegt Boelen, waar zijn plan een enthousiast onthaal kreeg. “En dat is niet evident bij bestuurders.” Maar de geboren Genkenaar Boelen, die behalve directeur van Z33 ook docent is aan de Design Academy in Eindhoven, waakt ervoor om bij de combinatie cultuur en economie de overhand aan de laatste te laten. “Dit is een artistiek project, maar het gaat over veel meer. Over een nieuw soort economie, waarin niet alleen het maken maar ook het denken belangrijk is.” Het is een verwijzing naar de transformatie in Belgisch Limburg na de sluiting van de mijnen en de teloorgang van de zware industrie. De regio is naarstig op zoek naar nieuwe impulsen, een omslag die tot voor kort reconversie werd genoemd. Maar dat woord mogen we van gouverneur Herman Reynders niet langer gebruiken. Reynders heeft de spreekwoordelijke Limburgse bescheidenheid ingeruild voor overdrijving. “We hebben er vijftien jaar over gedaan om de achterstand in te halen, het is nu zaak om voorsprong te nemen. Niet alleen in de economie, maar ook in kunst en cultuur. Door Manifesta kunnen we laten zien dat we een sterk merk aan het worden zijn.” De postindustriële samenleving in Belgisch Limburg bleek voor het Manifesta-bestuur van doorslaggevend belang om de kandidatuur van Hasselt te bekronen. Manifesta-directeur Hedwig Fijen: “De transformaties die hier plaats vinden op het gebied van economie, bevolking en landschap kom je elders in Europa ook tegen. Manifesta is altijd op zoek naar locaties met voorbeeldfuncties die iets kunnen vertellen over de Europese geschiedenis.”
M
anifesta 7 was anderhalf jaar geleden in Trentino/Zuid-Tirol, de Noord-Italiaanse flessenhals waar talen en culturen elkaar al eeuwenlang overlappen. De achtste editie is dit najaar in het Zuid-Spaanse Murcia, waar het zal gaan over de dialoog (lees: immigratie) tussen Afrika en Europa. Manifesta werd in 1996 opgericht om na de val van de Muur kunstenaars uit het ‘oude’ en het ‘nieuwe’ Europa bij
11
elkaar te brengen. Na Hasselt-Genk, zo vermoedt Fijen, zal de blik oostwaarts worden gericht, bijvoorbeeld naar Timisoara in Roemenië, een stad met Duitse, Hongaarse en Servische minderheden en kandidaat voor Manifesta 10 in 2014. Maar eerst is er Murcia 2010, en dan Hasselt, waar het Manifestabestuur verrast werd door de prachtig gerestaureerde, in het landschap gelegen locaties: de voormalige mijnen Winterslag, Waterschei, Zwartberg en Beringen. Fijen: “Een bestuurslid riep uit dat we hier wel vijf keer een Manifesta zouden kunnen organiseren. Qua locaties is er hier wel 5 x 10.000 vierkante meter beschikbaar.” Waarmee ze en passant een kenmerk van Manifesta aanstipt dat niet bekend zal zijn bij mensen die de biënnale nog niet bezochten. In San Sebastian (2004), Trentino (2008) en ook Murcia (2010) werd en wordt de actuele kunst niet getoond in musea, maar in voormalige fabrieken, scheepswerven en nutsbedrijven. Fijen: “Het gaat ons om plekken die in het geheugen van de plaatselijke bevolking staan gegrift. Een sprekend voorbeeld is de Vlaamse kunstenaar Jan de Cock die in 2004 een oude scheepwerf in San Sebastian een nieuw gezicht gaf met zijn sculptuur van spaanplaat. Op die manier kregen de inwoners weer oog voor wat eigenlijk als afgeschreven gebied werd beschouwd. Het gebouw is sindsdien in gebruik als culturele instelling. Die legacy vinden we belangrijk: wat laat je achter als Manifesta wanneer je bent vertrokken.” Door de staat van het industrieel erfgoed en de gunstige ligging kon Hasselt-Genk de laatst overgebleven rivaal Cornwall (Reykjavik was eerder al afgehaakt) verslaan. Ook speelde een rol dat de provincie vrij gemakkelijk met de gevraagde drie miljoen aan organisatiekosten over de brug kwam. Heel even was er sprake van dat Nederlands-Limburg aan zou haken, maar in Maastricht vond men drie miljoen euro bijstorten te veel, in een jaar dat in Venlo de wereldtuinbouwtentoonstelling Floriade wordt gehouden en in Valkenburg het WK Wielrennen. Aan de Belgische kant van de grens biedt Manifesta een uitgelezen kans
om de twee traditionele tegenstrevers Hasselt en Genk dichter bijeen te brengen. Beide steden zijn zich de laatste jaren aan het profileren op cultureel gebied: Hasselt met zijn triënnale (voor beeldende kunst, mode en vormgeving) en Genk met C-Mine, de tot cultuurcluster verbouwde voormalige steenkolenmijn Winterslag die volgend voorjaar wordt geopend. De rivaliteit begint extra stekelig te worden nu theatermaker en geboren Genkenaar Wayne Traub naar Hasselt verhuist. Het ‘oversteken’ van de Queeste van Genk naar Hasselt doet zeer, net als de verhuizing van Villa Basta, een club die C-Mine graag binnen had gehaald. En ontwerper Michaël Verheyden is laatst ook
www.zuiderlucht.eu
al komen buurten in De Silo, dat het Limburgse cultuurwereldje zo aardig overhoop weet te zetten. Cultuurgedeputeerde Gilbert Van Baelen heeft er zo zijn bedenkingen bij. “Kruisbestuiving? Ik zeg u: over twee jaar staat het kot daar leeg. Ik hoop dat ik geen gelijk krijg, maar als dat wel zo is: wat dan?” Het zijn besognes die voortkomen uit een kerktorendenken dat van alle plaatsen en van alle tijden is. De Manifesta-organisatie zal er niet wakker van liggen. De artistieke invulling komt van elders; het curatorenteam bij Manifesta wordt niet gerekruteerd in het organiserende land.
Een van de locaties van Manifesta 9 in Genk is C-Mine, de voormalige mijn Winterslag.
maart 2010
schoonheid en schone schijn het kunstenaarschap van henk verbeek 14 maart t/m 25 april 2010
De expositie is te bezichtigen in de Kruisgang van het voormalig Kartuizerklooster, ingang Swalmerstraat 100 te Roermond.
Geopend op dinsdag t/m vrijdag van 11 tot 17 uur. Zaterdag, zondag en 5 april van 14 tot 17 uur. Gesloten op 2 en 4 april.
De expositie wordt georganiseerd door het Stedelijk Museum Roermond en de Stichting bevordering Kunst en Cultuur Limburg.
stedelijk museum roermond t (0475) 333 496 e
[email protected] w museum.roermond.nl
Hans von Aachen (1552-1615)
Hofkunstenaar in Europa
Aken, 11 Maart - 13 Juni 2010 8th edition
19 & 20 March 2010 Theater aan het Vrijthof
Richard Bona • Kurt Rosenwinkel Nils Petter Molvaer • Jean-Luc Ponty • Wolfgang Dauner Sheila Jordan • Pablo Held and more… info & tickets: www.jazzmaastricht.com
www.hans-von-aachen.com
SUERMONDT-LUDWIG-MUSEUM AKEN op 11 Maart en tijdens TEFAF van 11 t/m 21 maart: ma t/m zo 11-18 uur, woe 11-20 uur, vanaf 22 maart: di t/m vr 12-18 uur, wo 12-20 uur, za en zo 11-18 uur tel. 0049 241 47980 0
12
www.zuiderlucht.eu
maart 2010
tegenpolen in design
Humberto (l) en Fernando Campana. foto Lelia Arruda
“Zoals de wereld onszelf vervuilt, zo willen wij de wereld vervuilen.” Met die ironische uitspraak vat Humberto Campana het werk samen dat hij samen met zijn broer Fernando maakt. De Campana’s laten natuurlijke en kunstmatige materialen gerecycled samensmelten in designen kunstobjecten. door Danielle Arets
A
ntibodies, letterlijk tegenlichamen, zijn eiwitten die worden geproduceerd als lichaamsvreemde stoffen of cellen het lichaam binnendringen. Ze beschermen ons tegen ziektes. De ontwerpen van Humberto en Fernando Campana kunnen als beschermend schild tegen de vervuilde buitenwereld worden gezien. Zoals de tegenlichaampjes zich vastbinden aan lichaamsvreemde stof-
Una famiglia (2006), stoelcombinatie. foto’s Fernando Laszlo
fen en de strijd aangaan met ziektes, zo experimenteren de broers steeds met het synthetiseren van oude en nieuwe materialen om de strijd aan te gaan met milieuvervuiling.
13
De titel van hun overzichtsexpositie Antibodies, nu te zien in NAiM/ Bureau Europa, verwijst ook naar de tegenovergestelde ‘lichamen’ van de Campana’s zelf. Humberto Campana (1953), opgeleid als rechter en Fernando Campana (1961), architect van origine, besloten twintig jaar geleden hun broederlijke handen in elkaar te slaan. Maar dat ging niet zonder slag of stoot. Hun karakters blijken sterk te verschillen, zo zien we op videofragmenten. Een weerslag daarvan in hun oeuvre zijn bijvoorbeeld de Negativo en de Positivo: twee stoelen die het begin van hun samenwerking markeren. De Negativo kwam tot stand nadat Humberto ternauwernood een kanotocht overleefde. Tijdens de rit droomde hij van een spiraalvormige indianentekening die hem wilde verslinden. Hij verwerkte de spiraal tot een stoel waaruit een spiraal is weggesneden. Broer Fernando gebruikte de spiraal als rugleuning voor zijn positivo stoel.
maastricht Antibodies. The Works of Fernando & Humberto Campana 1989-2009. 13/3 t/m 6/6 in NAiM / Bureau Europa. www.bureau-europa.nl
In creatief opzicht blijken de Campana-tegenpolen elkaar uitstekend aan te vullen, zo oordeelt ook het publiek. Van meet af aan is het duo een commercieel succes. Een van hun eerste serie stoelen, de Favela en Vermela Armchairs, werden onmiddellijk opgepikt door de Italiaanse meubelfabrikant Edra. De uit stukjes gesprokkeld hout samengestelde stoelen, verwijzend naar de Braziliaanse krottenwijken, de favelas, horen tot de iconen van hedendaags design. Daarna volgden opdrachten voor grote designmerken als Vitra, Alessi en Cappellini. De meeste objecten verdwijnen dan ook rechtstreeks vanuit de Campanastudio naar de opdrachtgever. Desondanks slagen de broers erin daarnaast nog vrij werk te maken. Juist deze werken – veelal materiaalexperimenten - maken de tentoonstelling interessant. Antibodies bevat meer dan 200 objecten (meubels, sieraden, kleding, lampen) gerangschikt naar negen thema’s. Onder de noemer Hybrids vinden we materiaalexperimenten vanaf midden jaren negentig. Zo bestaat de zithoek Una Famiglia, uit een rieten behuizing met daarin drie plastic zitjes. De Seating Landscape, Diamantina III, maakt het nog bonter: hier zijn diamanten
Eend (2008), decorstuk voor ballet Peter en de Wolf. verwerkt in het rotan omhulsel. Dit soort collagetechnieken, in WestEuropa al eind 19de eeuw geïntroduceerd in de schilderkunst, waren voor ZuidAmerikaans design volkomen nieuw. De inventieve manier waarop de broers hoogwaardige materialen met afvalmateriaal mengen, bepaalt in grote mate hun succes. De serie Paper Pieces lijkt in dat opzicht wat te makkelijk. De kartonnen meubels zijn beslist smaakvol vormgegeven, maar het
www.zuiderlucht.eu
maart 2010
materiaalexperiment beperkt zich tot origami voor gevorderden. Spannender zijn de meubelstukken die we vinden onder de noemer Organics. Hier geven de broers blijk van hun passie voor de Braziliaanse jungle. Reusachtige boa’s, kaaimannen en inheemse plantensoorten zijn verwerkt in het meubilair. De Aster Papposus; een enorme zeester die dienst doet als zitkussen (in opdracht van Edra) vormt een welkome variatie op de populaire fatboys. Ook de Kaiman Jacaré,
Papel sofa (1993), bank van karton. bestaande uit een kluwen slangen en tentakels oogt als een uitdagend maar comfortabel zitmeubel. Het hoogtepunt van Antibodies vormt de Banquet stoel, waarin knuffeldieren zijn samengevloeid tot een vrolijke ‘levende’ sofa. Diverse musea kochten afgelopen jaar voor recordbedragen een Banquette samengesteld uit pluche dolfijnen, panda’s of alligators. In opdracht van Walt Disney verscheen ook een variant op dit thema: de Cartoonstoel samengesteld uit Walt Disneyfiguren. De stoelen met onder andere Pluto en Mickey en Minnie Mouse verschenen in een gelimiteerde oplage van 25 stuks en kosten zo’n 75.000 dollar. Antibodies laat zien dat het commerciële succes de broers niet heeft weerhouden in hun zoektocht naar nieuwe manieren om oude en nieuwe materialen en technieken te synthetiseren tot verrassende ontwerpen. De expositie geeft met behulp van korte filmpjes en heldere beschrijvingen bovendien een goed inzicht in de werkwijze van Humberto en Fernando. Als we tegenlichamen goed leren begrijpen, kunnen we ons beter beschermen tegen weerbarstige invloeden van buiten; daarom is een bezoek aan Antibodies beslist de moeite waard.
Communisme in De Russische avant-garde heeft niet te klagen over aandacht: Kandinsky in Den Haag, Rodchenko in Amsterdam, Lissitzky in Eindhoven. De Sovjet Unie is allang begraven. Wordt het communisme nieuw leven ingeblazen? “Ik wil het oude begraven om iets nieuws te laten ontstaan.” door Koen Kleijn
H
et Van Abbemuseum in Eindhoven wijdt de komende drie jaar een serie tentoonstellingen aan El Lissitzky (18901941). Het museum bezit de helft van de nalatenschap van de kunstenaar, die in Rusland stierf, maar een deel van zijn archief in Zwitserland in bewaring had gegeven. Dat bezit is heel divers. Lazar Markovitsj ‘El’ Lissitzky was architect, schilder en graficus, ontwerper van meubels, boeken en affiches, en ook nog schrijver, theatermaker en fotograaf. Hij was in de jaren twintig de officiële ambassadeur van de cultuur van de nieuwe SovjetUnie, en als zodanig overal in Europa actief, waarbij hij nauw samenwerkte met vrienden als Hans Arp, Kurt Schwitters, László Moholy-Nagy en Theo van Doesburg. Lissitzky was het prototype van de moderne netwerkende, overal bezige kunstenaar, maar hij was ook een propagandist pur sang. Hij probeerde zijn kunstbroeders actief te werven voor de socialistische zaak. Dat idealistische prototype ligt de huidige directeur van het Van Abbemuseum, Charles Esche, na aan het hart. In een gesprek voor de opening van de eerste tentoonstelling vertelde hij mij dat hij Lissitzky ziet als een kunstenaar die altijd maatschappelijk betrokken is, die de ogen op een hoger doel gericht heeft en steeds bezig is grenzen van disciplines en vormen te overschrijden. Lissitzky geldt voor Esche als het tegendeel van de autonome kunstenaar, het type ‘Van Gogh’. Diens totale vrijheid is maar schijn, zegt Esche: “Zijn autonomie heeft de kunstenaar geïsoleerd van de maatschappij, en dus krachteloos gemaakt.” Lissitzky werd geboren in een dorp in wat nu Wit-Rusland is. Voor een slimme, ambitieuze jongen als hij, die als jood in het tsaristische Rusland sterk in zijn
14
mogelijkheden beperkt was geweest, brak met de Russische Revolutie een tijd aan van onvoorstelbare mogelijkheden. De kunstacademie in zijn woonplaats Vitebsk werd op slag een broeinest van moderne opvattingen. Wat de kunst van de nieuwe samenleving moest zijn, of welk doel ze moest dienen, was niet meteen duidelijk. Het nieuwe bewind moest vooral niets met de smaak en de stijl van het oude regime te maken hebben. De nieuwe cultuur moest ‘proletarisch’ zijn, zonder connotaties als ‘goede smaak’ of ‘slechte smaak’. Verder moest kunst ‘collectief’ zijn - niet meer in je eentje in een atelier werken -, en ‘publiek’ in zijn manifestaties. Voor die cultuur leek de geometrische kunst van Malevich en de zijnen heel bruikbaar. Wiskunde heeft immers geen stijl en geen smaak, en is in zekere zin ‘van iedereen’. De visuele taal kon overal voor worden gebruikt, niet alleen voor de schilderkunst, maar voor van alles en nog wat: een podium voor een redenaar, een gebouw, een parade, het maakte niet uit. Onder leiding van Malevich beschilderde Lissitzky in Vitebsk de trams en de openbare gebouwen met de meest fantastische ontwerpen, grote kleurige driehoeken en vierkanten, met een volledig nieuwe typografie. Ook Malevich’ rare futuristische opera Overwinning op de zon werd in Vitebsk nog eens uitgevoerd, met kostuums en decors van Lissitzky. In dat stuk wordt de zon begraven, en verrijst de Nieuwe Mens, verlicht door elektriciteit. Er zit een zekere charme in het soort plannen dat Malevich, Lissitzky en hun tijdgenoten in die jaren aan de dag legden. De Revolutie had de wereld op zijn kop gezet. De tsaar was verdwenen, privé-eigendom afgeschaft, de discriminatie van joden en vrouwen beëindigd, en zelfs ideeën over reizen door ruimte en tijd waren dankzij
Einsteins theorie niet meer ondenkbaar. Alles was mogelijk. Malevich ontwierp zwevende gebouwen die op een vast punt tussen de aarde en de maan zouden ‘hangen’. Het meest indrukwekkende ontwerp uit die jaren is de Toren van Vladimir Tatlin (1885-1953), het Monument voor de Derde Internationale. Een fantastische constructie van 400 meter hoogte, hoger dan de Eiffeltoren, van waaruit boodschappen over broederschap en vrede de wereld ingestuurd zouden worden. De vier delen van de toren zouden onafhankelijk van elkaar draaien om hun as, elk met zijn eigen snelheid, een kolossaal mechaniek dat niet alleen
als klok en kalender zou functioneren, maar ook als een toonbeeld van de ideologie van de nieuwe tijd: rusteloos, transparant, onontkoombaar. Maar Tatlins toren zou nooit gebouwd worden. Rusland belandde na de Revolutie in een burgeroorlog, waardoor er vrijwel niets werd gebouwd. Daarna veranderde de politieke situatie. Lenin stierf, Stalin trad aan, binnen enkele jaren werd de avant-garde kaltgestellt. In plaats van Tatlins toren kreeg Moskou stalinistische wolkenkrabbers in rococostijl, pastiches op de skyline van New York. Veel kunstenaars werd het werken onmogelijk gemaakt. Schilderijen werden geconfisqueerd,
Boven: Fotomontage van de Toren van Tatlin in St. Petersburg, herkomst onbekend. Onder: El Lissitzky, PROUN. Ontwerp voor straatversieringen in Vitebsk, 1921. Van Abbemuseum (foto’s Peter Cox).
www.zuiderlucht.eu
maart 2010
Eindhoven
eindhoven Lissitzky+ Deel 1: Overwinning op de Zon. Van Abbemuseum, t/m 5/9. www.vanabbemuseum.nl
‘Lissitzky als voorbeeldfunctie voor de geëngageerde kunstenaar van vandaag lijkt me een riskante keus.’ scholen gesloten, organisaties ontbonden. Gaandeweg loste de grote avant-garde op in armoede en anonimiteit. De utopie van het Sovjetcommunisme ligt inmiddels op de vuilnisbelt van de geschiedenis, naast de andere utopische programma’s van de 20ste eeuw, die van Hitler, Mao en Pol Pot, en alles was er ooit mee collaboreerde is corrupt. Dat geldt zeker voor de kunst, van Speer tot Riefenstahl, en dat zou ook moeten gelden voor trouwe partijleden als Lissitzky. Maar de teloorgang van de Russische avant-garde in het stalinistische tijdperk heeft een merkwaardig gevolg. Juist omdat zij zo bruut werden beknot, juist omdat hun hemelbestormende ontwerpen nooit werkelijkheid geworden zijn, lijkt zij een zekere onschuld te hebben behouden. Het zuivere revolutionaire communisme uit die vroege jaren is bewaard gebleven, als een mammoet in het ijs. Het DNA is nog intact.
V
eel ontwerpen van Lissitzky zijn op het eerste gezicht abstracte composities, met vierkanten en lijnen die zich door een zwaartekrachtloze ruimte lijken te bewegen. De samenstellers van de tentoonstelling in Eindhoven bedachten echter dat veel van die ontwerpen er eigenlijk heel realiseerbaar uitzagen, als stedenbouwkundig plan, als ontwerp voor een gebouw of een interieur. In zijn essays geeft Lissitzky zelf een voorzet: “Ik ga dit niet bouwen: jij gaat dat doen.” Het is een aantrekkelijk idee, en in het Van Abbemuseum leveren die reconstructies veel op. In een interview met Esche dat in Eindhoven op zaal wordt getoond zegt de directeur dat niet alleen het werk, maar ook de ideologie van Lissitzky en de zijnen aan herwaardering toe is. Sinds de val van Lehman Brothers in het grote bankenschandaal in 2008 is het kapitalisme in crisis, zegt Esche, en daarmee komt het communisme terug op de agenda. “Gelijkheid, solidariteit et cetera zijn nog steeds niet voltooid, ook niet door het communisme, maar het communisme biedt tenminste uitzicht op een samenleving waar dat wel mogelijk is.” Dat klinkt kras, maar Esche staat niet alleen. Ook bekende
15
Boven: El Lissitzky, Ontwerp voor Wolkenbügel (wolkenkrabbers), Strasnoj Boulevard, Moskou, 1925. Van Abbemuseum (foto Peter Cox). El Lissitzky, Werktekening voor de Nieuwe Mens, ‘Overwinning op de Zon’, z.j. Van Abbemuseum (foto Peter Cox). filosofen als Alain Badiou en Slavoj Žižek schreven recentelijk dat de communistische hypothese nog altijd bestaansrecht heeft. Wij leven immers in apocalyptische tijden, zegt Žižek, we worden geconfronteerd met een ecologische catastrofe, digitalisering, globalisering. Maar een herleving van het 20ste-eeuwse communisme is
ondenkbaar. “If ‘communism’ is to be achieved, it will require nothing less than the construction of a new type of human being.” Een Nieuwe Mens, dus. Aldus hervat Lissitzky in Eindhoven zijn rol als avantgardist. Zijn oeuvre mag volgens Esche opnieuw als een profetie worden gezien: “Het oude begraven om iets nieuws te
www.zuiderlucht.eu
maart 2010
laten ontstaan. Die gedachte is voor mij een basis voor het huidige beleid van het museum.” Maar de herwaardering van de oude revolutionairen is een heikele affaire. Het slechtste voorbeeld is de componist Sjostakovitsj. Na diens dood, in 1975, verscheen er een indrukwekkende herschrijving van zijn geschiedenis, ogenschijnlijk op basis van zijn persoonlijke memoires, maar in werkelijkheid grotendeels vervalst. De grote meeloper en overlevingskunstenaar werd postuum veranderd in een gehaaide criticus, wiens symfonieën moeten worden beluisterd als vinnige satires, dan wel als verkapte strijdkreten van het individu tegen het collectief. De werkelijkheid van het leven onder Stalin was absurd - dat moge duidelijk zijn. Lissitzky mocht nog reizen, maar hij kon zijn kunst alleen nog kwijt in fotocollages in de Sovjet-paviljoens van internationale tentoonstellingen, in Dresden, Keulen of Leipzig, waar de censor geen oog voor had. Het kon erger. De radicale kunstenaar Alexander Rodchenko (1891-1956), bijvoorbeeld, een grootse fotograaf en grafisch ontwerper, stelde zijn kunst trouw in dienst van het regime. FOAM Amsterdam toont to 17 maart zijn werk. Daaronder ook een ronkende reportage van de aanleg van het Witte Zee-kanaal, met foto’s van vrolijke arbeiders, spelend op hun accordeons, onder een banier met de tekst: “Wij liggen vóór op schema!” Het kanaal is in werkelijkheid door politieke gevangenen en dwangarbeiders zo ongeveer met blote handen gegraven. Zo’n 200.000 van hen zijn daarbij om het leven gekomen. Rodchenko wist dat, maar hij toonde het niet. Hij was partijlid, dienaar van de dictatuur. Ook Lissitzky maakte een mooi boek over het glorieuze Witte Zeekanaal en liet zich gebruiken voor de verheerlijking van Stalin. Misschien had hij geen keus. Misschien is zijn werk wel gewoon als kunst op zich te beoordelen, in zijn eigen stijl en schoonheid. Maar als prototype van een Nieuwe Mens, als voorbeeldfunctie voor de geëngageerde kunstenaar van vandaag, als vaandeldrager van een nieuw soort communisme, lijkt hij mij een riskante keus.
VANAF 1 MAART 2010 Op www.kunstinlimburg.be ontdek je kunst in Limburg online. Wat beweegt in kunst en hoe je het mee kunt beleven. www.kunstinlimburg.be is een ontmoetingsplaats voor iedereen die van kunst houdt, erover wil praten, erover geïnformeerd worden en ervan genieten. Met nieuws, portretten, reportages, foto’s en video.
een initiatief van de provincie Limburg
16
www.zuiderlucht.eu
maart 2010
INKIJK
enkeltje utopia
Anja & Tanja in Luik
D
e dag voordat ik bij een zakelijke afspraak (op een vrijdagmiddag) werd onthaald met een glas witte wijn en de tonen van Jacques Brels Il neige sur Liège was ik daadwerkelijk in Luik – zonder dat mijn gastheer daar weet van had overigens. De dag dáárvoor was aan de Rue Léopold, een reliek van het rijke industriële verleden van de stad, na een gasexplosie een huis ingestort waarbij dertien doden vielen. Het sneeuwde niet maar het regende, de dag dat ik in Luik was. In het elke ziel en zaligheid ontberende Musée d’Art Moderne et d’Art Contemporain (MAMAC) ontmoette ik kunstenaar Alain De Clerck. Rijzig postuur, goedlachs, kort Amerikaans. Hij probeert de beeldende kunst in zijn stad een nieuwe impuls te geven. Moedig, denk je dan. In 2002 maakte De Clerck een kunstwerk waarmee hij geld inzamelt. Dat ging als volgt. Op een plein in het centrum van Luik plaatste hij een roze parkeerautomaat met een halve loop erop. Elke keer als iemand een munt in de automaat stopt, spuugt de loop vuur. De vlam van de kunst. Voor elke spuug leggen sponsors één euro bij. Zo haalde hij in zeven jaar tijd ruim 40.000 euro op waarmee hij werk aankocht van kunstenaars uit Luik en omgeving. De Clerck noemde zijn project Société Publique d’Aide Culturelle (SPAC), een naam die alles zegt over de status van hedendaagse kunst in Luik. Één keer per jaar mag hij zijn collectie tonen in een vleugel van het MAMAC. “De verzameling is betaald door het publiek, en moet zichtbaar blijven”, zegt hij.
Fragment van installatie van Tanja Ritterbex.
17
Nadat drie (van de zes) sponsors zich terugtrokken, vatte De Clerck het plan op om ook in het omringende buitenland zijn Eurovlam te laten spugen. De kandidatuur van Maastricht tot Europese Culturele Hoofdstad in 2018 reikt niet voor niets over de grenzen, toch? Zo kreeg SPAC eind januari een Europees tintje, en werd de jaarlijkse expositie SPACE gedoopt. De Clerck wil nu in elke stad in de Euregio – vandaar de toegevoegde E - een vuurspuwende parkeermeter plaatsen. “Zo ontstaat een toeristisch-artistiek circuit dat de steden met elkaar verbindt”, zegt SPACEmedewerkster Isabelle Querinjean, die we alleen al vanwege haar achternaam graag citeren. Vanwege de grensoverschrijdende ambities van SPACE werden op de valreep twee niet-Waalse kunstenaars uitgenodigd: de Maastrichtse Tanja Ritterbex en Anja Bayerwaltes, geboren in Aken, opgeleid in Maastricht en woonachtig in Luik. Van de euregionale pers kwam bij de opening één vertegenwoordiger opdraven. Hij zag museumsuppoosten in zijkamers een sigaretje opsteken, terwijl bezoekers leunend tegen een meterslange wandschildering van Soll LeWitt de toespraken over zich heen lieten komen. De miserabele wijn die na afloop werd geschonken, zorgde ervoor dat de bezoekers niet te lang bleven. Toch heeft het MAMAC een soort van toekomst. Drie jaar geleden werd bekend dat het museum voor ruim twintig miljoen euro wordt gerestaureerd en uitgebreid. Alain De Clerck glimlacht als ik informeer naar het plan. “Twintig miljoen? Veertig miljoen zul je bedoelen. Er komt ook een brug over de Maas die het museum verbindt met station Guillemins.” In 2015 moet alles gereed zijn, maar als geboren Luikenaar vermoedt De Clerck dat het geld naar andere projecten zal vloeien. Naar de vernieuwing van het stedelijk gasleidingstelsel bijvoorbeeld. WIDO SMEETS
Ballpoint-tekeningen van David Lynch op de binnenkant van lucifermapjes.
David Lynch door Wido Smeets
”T
oll”, zegt een vrouw op de vraag van de museumgids wat ze vindt van het schilderij Pete Goes to his Girlfriend’s House van David Lynch waarover de man net een referaat van een kwartier heeft staan houden. Het antwoord brengt hem zichtbaar van zijn stuk. ‘Toll’ is niet het meest voor de hand liggende adjectief dat je te binnen schiet bij het werk van David Lynch. Op genoemd schilderij, een triptiek op bruin pulpkarton in gemengde techniek, staat hoofdpersoon Pete geen gezellige avond met zijn vriendin voor ogen. Dat hadden we bij Lynch ook niet verwacht. Pete is onderweg om haar te vermoorden. In roodgehandschoende handen heeft hij pistool en mes in de aanslag als hij met grote passen naar de woning van zijn in een rode jurk gehuld liefje beent. Dat Lynch het tafereel heeft vastgelegd op karton, is niet omdat hij trash art wil maken. Het karton als ondergrond zegt wellicht iets over de urgentie van het schilderij en in elk geval over het kunstenaarschap van Lynch die zijn faam vooral ontleent aan cultfilms als Blue Velvet, Wild at Heart, Twin Peaks en Mulholland Drive. Minder bekend is dat Lynch vanaf het begin van zijn loopbaan beeldend kunstenaar is, en ook altijd als zodanig actief is gebleven. Het Max Ernst Museum in Brühl geeft met de solo Dark Splendor. Raum. Bilder. Klang een overzicht van dat kunstenaarschap - waarin de film uiteraard niet ontbreekt. In het auditorium naast de toonzalen worden
www.zuiderlucht.eu
maart 2010
permanent Lynch-films getoond, zoals zijn surrealistische debuut Eraserhead uit 1977. Het stelt gerust, zo’n tentoonstelling van een breed uitwaaierend kunstenaarschap dat geen medium onbeproefd laat, en daagt tegelijkertijd de bezoeker uit in het hoofd van de maker te kruipen. Curator Werner Spies heeft dat heel goed begrepen. In een vitrine toont hij ballpointtekeningen van kettingroker Lynch op de binnenkant van lucifermapjes. Hier verraadt zich het tekendier in een regisseur die de interieurs in zijn films tot op het neurotische af en détail inricht, en de camera daar nauwgezet verslag van laat doen. Een kamer, een landschap, een winderige straat, volgens Lynch zijn ze als de binnenkant van je hoofd: alles hangt met alles samen, terwijl de samenhang maar niet zichtbaar wil worden. De films van Lynch, gespeend van de narratieve logica die we in het genre gewend zijn, exploreren onze geest, onze ziel, onze dromen. Dat is ook wat deze expositie beoogt, met schilderijen, gouaches, litho’s, prachtige foto’s en niet te vergeten klanken die door de bezoekers in werking kunnen worden gesteld. Alles staat in het teken van de onverklaarde onrust die de kunstenaar wil oproepen, waarbij het helpt dat hij, in zijn eigen woorden “een hele goede slechte schilder is”. Of dat een probleem is? Cézanne was een meester op het doek, maar een beroerd tekenaar. Daar hoor je geen mens over klagen. David Lynch, Dark Splendor. Raum. Bilder. Klang. T/m 21 maart in het Max Ernst Museum in Brühl (bij Keulen). www.maxernstmuseum.de
Ronny Someck Blues van de derde zoen Vertaling Hilde Pach
Ronny Someck Blues van de derde zoen Gedichten
Ronny Someck is ongetwijfeld de meest vooraanstaande dichter in de moderne Israëlische literatuur. Blues van de derde zoen is zijn eerste bundel in een Nederlandse vertaling en bevat de beste en bekendste gedichten uit zijn oeuvre tot dusver.
/
/ /
// /
11 maart 2010
Rouke van der Hoek Flachlandbäche / Laaglandbeken Bloemlezing
La Bonbonnière
Hans van de Waarsenburg Vriendschap en poëzie, het enige dat rest een hommage aan Eddy van Vliet
presentatie azul press / van der hoek / someck / kusters / gruwez / vegter / menkveld / nendza / Richardson Laurens /
meer info www.azulpress.com
www.maastrichtpoetry.nl
HUIS VOOR DE KUNSTEN LIMBURG
OVERAL TE VINDEN!
WWW.HKLIMBURG.NL/LITERATUUR
JONGE DICHTERS ON TOUR PRESENTATIE BLOEMLEZING ALLES STAAT NOG OP ZIJN PLAATS 10 MAART – SCHUNK* HEERLEN
18
10 MAART – 18 APRIL 12 JONGE DICHTERS PRESENTEREN HUN WERK IN HEERLEN, ROERMOND, VENLO, MAASTRICHT, EINDHOVEN, UTRECHT EN AMSTERDAM
www.zuiderlucht.eu
maart 2010
GeheimtipP van het nieuwe Hedah
Ine Schröder, Geen titel. foto Bert Sorgedrager
Ine Schröder toont breekbare sculpturen bij Hedah in Maastricht. Onlangs verscheen er een mooi boekje over haar werk. Kunst die er om vraagt over het hoofd gezien te worden. Maar dat is niet terecht. door Duncan Liefferink
I
ne Schröder maakt – je kunt het bijna niet anders zeggen – onooglijke sculptuurtjes. Rastertjes van houten latjes zijn het, beschilderd in felle of juist gedempte kleuren, of vogelhuis-achtige constructies met scheve kanten en onregelmatige uitbouwtjes. In haar atelier, een oud schoollokaal in de Maastrichtse wijk Sint Pieter, hangen ze op schroefjes aan de wand. Zelden zag ik kunst die er meer om vraagt over het hoofd gezien te worden. Toch moet je blijven kijken. Hoe langer de blik rust op die fragiele bouwseltjes, hoe complexer ze worden. Ik doe een stap dichterbij en word opgeschrikt door krakend houtwerk. Onder mijn voet liggen een paar aan elkaar gespijkerde latjes. “O, dat is niet erg”, zegt Ine Schröder (Heerlen, 1951). “Het is allemaal tijdelijk. Morgen kom ik die stukken tegen en
19
begin ik weer opnieuw.” Schröder werkt aan een tentoonstelling in het nieuwe pand van kunstenaarsinitiatief Hedah in Maastricht. Behalve de kleine sculptuurtjes komen er ook één of twee grotere constructies. In het midden van haar schoollokaal ligt het hout al klaar en waarschijnlijk komt er ook stof aan te pas. “Maar ik weet het nog niet precies, hoor”, zegt ze. “Eerst moet ik gevoel voor de ruimte krijgen. Misschien past het helemaal niet. Dan wordt het allemaal weer anders. Zo werk ik altijd.” Onlangs verscheen bij uitgeverij Huis Clos een mooi verzorgd boekje over Schröder van Henriëtte Heezen. Daarin staan afbeeldingen van elf van Schröders kleine ‘muurstaketsels’, zoals zij ze zelf noemt. Een uiteenlopend gezelschap uit de wereld van kunst en cultuur is gevraagd een kort commentaar te leveren, onder wie kunstenaar/publicist
Nic Tummers, de architecten Herman Hertzberger en Jo Coenen en pianiste Tonie Ehlen. Het is haast aandoenlijk te zien hoe de elf auteurs grip proberen te krijgen op Schröders werk, hoe ze allerlei omtrekkende bewegingen maken om te laten zien dat ze erdoor geraakt zijn. Vrijwel allemaal gaan ze zich te buiten aan gedetailleerde beschrijvingen van de latjes, de schots-en-scheve verbindingen en de schijnbaar achteloos opgebrachte verflaag. Vervolgens halen ze er van alles bij: van herinneringen aan de sinaasappelkistjes op een studentenkamer tot Merleau-Ponty en van beschouwingen over ‘af’ en ‘niet af’ tot de beelden van Cy Twombly. Eerlijk gezegd vind ik het zelf ook lastig te zeggen hoe het komt dat ik langzaam maar onherroepelijk in de ban raak van Schröders werk. Het moet iets te maken hebben met de
www.zuiderlucht.eu
maart 2010
maastricht Tussenstand I-IV. Hedah 6/3 t/m 4/4. www.hedah.nl. ‘Ine Schröder’, uitgeverij Huis Clos, Rimburg, 2009. www.uitgeverijhuisclos.nl.
intense breekbaarheid ervan. Tijdens ons gesprek hebben we het erover hoe moeilijk het is de doelen te bereiken die je jezelf gesteld hebt, over de kleine stapjes die je maakt en die je toch steeds weer net een andere kant op leiden. Een sterk besef van tijdelijkheid en betrekkelijkheid vormt de onzekere bodem onder haar werk. Niet voor niets heet de tentoonstelling ‘Tussenstand I-IV’ en is ze van plan ook tijdens de looptijd van 4 weken dingen te veranderen en toe te voegen. “Nee”, verklaart Schröder, “mijn werk heeft geen ‘betekenis’. Het staat alleen maar in de ruimte. De aanwijzing dat het aan de muur moet hangen vind ik al dwingend.” Plotseling zegt ze fel: “Maar het is geen onzin! Het moet wel passen in de ruimte. Dat vind ik heel belangrijk.” Dan lacht ze weer: “Ben ik wazig? Sommige mensen vinden mij wazig.” Guido Goossens, cultuurfilosoof en voorzitter van Hedah vult aan: “Ines werk is heel open. Hoewel ze al een hele tijd meedraait, is er geen dichtgetimmerd concept, niet van Ine zelf en ook niet van anderen. Het is nog onbeschreven.” Dat op zich is al bijzonder in een tijd waarin iedere kunstenaar in een hokje gestopt en vermarkt wordt. De tentoonstelling van Ine Schröder sluit daarmee goed aan bij de doelstelling van het hernieuwde Hedah: een plek bieden aan jonge en oudere kunstenaars, locaal en internationaal, zonder een dwingend theoretisch of conceptueel kader. Goossens: “Binnen het Maastrichtse spectrum kan Hedah, denken wij, een belangrijke rol spelen. Aan de ene kant heb je Marres met een strakke, cultuurwetenschappelijke programmering. Aan de andere kant heb je podia als B32 en Landbouwbelang. Die zijn veel laagdrempeliger en gericht op jonge, locale kunst. Wij zitten daar tussenin.” “Eigenlijk is dat al zo sinds de oprichting in 1995”, vervolgt Goossens, “maar de laatste jaren, in een bijna onzichtbaar pand aan de Brusselsestraat, was Hedah een beetje in zichzelf gekeerd. Hier aan de Sint Nicolaasstraat willen we een nieuwe start maken: opener, toegankelijker, publieksvriendelijker. En met Ine wilden we al heel lang iets doen. Het boekje is daarvoor een mooie aanleiding. Ze is al jaren onze Geheimtipp!”
Bos ch s tra at
Def www.galeries.nl:Opmaak 1 4-2-10 15:53 Pagina 1
M a a s b o u le v a r d
l en sin ge
He rb
Markt
St
at
Zes galeries heten u tijdens en buiten TEFAF van harte welkom!
en us st ra at
4
te Gro
Gr
ac
ht
S tation s s traat
B ru ss els estraat
3
rt o
He
raat
a ri Ca lv
es tr
Bre
s ter
aa s st
o S i n t J a n s k lo
N ic ol Sin t
K om m el
Vrijthof
aa t
de s
tr aa
6
OL Vrouwe plein
t
sin gen
2
eg
Scharnerw
eg aa
t
ew
5
B is
1
s ch
nt Hu b
ins
o ps
Voor de verruimde openingstijden tijdens TEFAF raadpleeg onze eigen websites. Op zondag 21 maart vieren wij tussen 12 en 21 uur de komst van de lente met een aantrekkelijk programma! Voor meer informatie: www.galeriesmaastricht.nl
Si
Pr
e rt us laa
n
S in
tP
ie t
e rs tr
ge rs
amique Avenue Cér
stra at
Ton
Kunst in t a Ma strich
tra at
Ho nd
ge l
Ta fel s
NS
ing el
Je ke rw eg
J ohn
1
F. K e n n e dy s
i n g el
2
DeMaastricht unieke beeldengalerie van Patrick Schols / contemporary furniture is een stad rijk aan kunst en cultuur. Behalve musea,Maastricht instituten en kunstbeurs TEFAF kent de stad
GALLERY BELL’ ARTE
Harald Schmitz-Schmelzer /Ambrosial Hybrids
een aantal interessante galeries met uiteenlopende kunst en met een eigen signatuur. Zes galeries heten u tijdens en buiten TEFAF van harte welkom! Voor de verruimde openingstijden tijdens TEFAF raadpleeg onze eigen websites. Opzondag 21 maartvieren wij tussen 12 en 21 uur de komst van de lente met een exhibition / aantrekkelijk programma! Voor meer informatie: www.galeriesmaastricht.nl
De beeldhouwer van de onderkoelde perfectie: Jan Verschoor. De expositie duurt van 12 maart tot en met 27 mei.
Gallery Bell’Arte
01
Huub Hannen Galerie
February 26 till April 17
04
Gallery Bell’Arte Exposities 2010 Dinsdag t/m zaterdag van11- 17 uur, De expositie duurt van 7 t/m 28 maart. Tijdens de Tefaf van Jekerweg juni: demaart groteis de expositie zondag van51 14 - 17 uur en op afspraak. 612 t/m 21 galerie dagelijks geopend van 12 - 19 uur. 6212dagelijks GA Maastricht beeldhouwkunst Tijdens TEFAF geopend van 10 - 18 uur. Meesters in deDaarna vrijdag t/m zondag van 13 tot 17 uur. Jekerweg 51,-6212 Tel. +31 (0)43 321GA 17Maastricht 02 14 november: AngelsBoschstraat & birds 50, 6211 AX Maastricht, T 043 3211702. www.gallerybell-arte.com T 043 3255552. www.huubhannen.nl www.gallerybell-arte.com van Gerti Bierenbroodspot www.galeriesmaastricht.nl Tevens werk van: Arvid, Gerti 02 Bierenbroodspot, Luc Bemelmans, 05 Openingstijden: HARALD SCHMITZ-SCHMELZER ‘WANDOBJECTEN’, GRANDS CRUS II ALECHINSKY, LATASTER EN RIPOLLÉS di t/mPATRICK za 11.00 - 17.00 uur Emile Cornelis, Jan11Desmarets, SCHOLS ‘MEUBELOBJECTEN’ maart t/m 5 april Paaszondag gesloten, zoapril 14.00 17.00 uur Charles Dumernit, Joris geopend. Gaymans, Paasmaandag Openingsuren donderdag, De expositie duurt t/m 17 2010.-De openingstijden Pueva, Ans Tijdens TEFAF vanen12 vrijdag, zaterdag 12 -Zondag 18 uur en zondag 13 tot 17 uur. DIS | Tafelstraat 28 | 6211 JD Maastricht | Phone 043 325 91 17 | zijn donderdag t/m zaterdagde van 13 - 18 uur opt/m afspraak. Carlos Mata, Galerie Avenue Ceramique 17, 6221 KV Maastricht, Tafelstraat 6211 -JD20.00 Maastricht, 21 maart van28, 10.00 uur. en Francesca Zijlstra. Open: Wed - Sat 12h - 17h and on appointment | www.galeriedis.nl
JAN VERSCHOOR ‘BEELDHOUWER VAN DE ONDERKOELDE PERFECTIE.’
Galerie Dis
MARTIJN LUCAS VAN ERP, RECENTE SCHILDERIJEN
Galerie Post+García
T 043 3561900. www.postgarcia.nl
T 043 3259117. www.galeriedis.nl
Henn-Art
3
03
‘MADE IN GERMANY’ MET O.A. JÖRG IMMENDORF EN KARL OTTO GÖTZ. IN COOPERATIE MET ARTCO, HERZOGENRATH, D.
Van 7 maart t/m 4 april elke zaterdag en zondag van 16 - 20 uur. Maandag t/m vrijdag na afspraak. Gedurende TEFAF elke dag van 16 - 20 uur. Sint Nicolaasstraat 26 C, 6211 NN Maastricht, M 06 53208245. www.henn-art.com
Galerie Stevens 4
06
MICHAEL VAN DEN BESSELAAR & ARIAN WINTERINK
Openingstijden: Tijdens de TEFAF 14 maart t/m 20 maart: Dagelijks van 13 - 19 uur. Daarna iedere donderdag t/m zaterdag van 13 - 19 uur en op afspraak. Sint Servaasklooster 30 A, 6211 TE Maastricht, T 043 321 43 16 M 06 50 50 75 21. www.galeriestevens.nl
opening sunday march 7 2010, 4 - 8 pm “Made in Germany” 15 artists a cooperation with ARTCO Herzogenrath, Germany exhibition open until april 4 2010 every saturday and sunday 4 - 8 pm monday - friday by appointment during TEFAF open every day 4 - 8 pm
Jörg Immendorff: ‘Alter ego’ 2002
5
6
HENNadv.indd 1
17-02-2010 19:22:32
Grands Crus II
Alechinsky, Lataster + Ripollés 11 maart t/m 5 april
Open: don, vri, zat 12 - 18 uur en zon 13 tot 17 uur. Paaszondag gesloten, Paasmaandag open
www.postgarcia.nl
Avenue Ceramique 17, 6221 KV Maastricht, T 043 3561900.
20
www.zuiderlucht.eu
maart 2010