oa
Personeelsmagazine voor Onderwijsgroep Amersfoort Nummer 16 | oktober 2012
Preventief werken aan uitval op gedrag Samenwerking SO en VO Nieuwe rector Amersfoortse Berg Knalfeest voor leerlingen van het Trivium
4
extra pagina’s passend onderwijs
Rogier maakt leerlingen mediawijs 1
Inhoud
Nieuws van de locatie
04 Mediawijsheid
Schoolbrede gedragsaanpak werkt preventief
08 Eindexamenresultaten
10 Het werkbezoek 12 Leerlingendag Trivium College
Pagina
16-e2n0d
pass ijs onderw
De leerlingen van de Amersfoortse Berg die ’s ochtends de school binnenkomen, treffen sinds kort een nieuwe rector in de schoolgangen. Ferry Brokers volgt Pieter Schram als rector op. We zijn nieuwsgierig naar Ferry. Daarom stelt hij zich voor. pagina 7 Onderwijsgroep Amersfoort bestaat uit: Amersfoortse Berg - mavo, havo, vwo ’t Atrium - tweetalig vwo, atheneum, havo, vmbo-t, sportklassen havo/ vwo Johan van Oldenbarnevelt - gymnasium Mulock Houwer – cluster-4-onderwijs so/vso, arbeidstraining & ambulante begeleiding (locaties Mulock 2000, ’t Gooi, De Rietschans, Fornhese, De Tinne, Lageweg, De Vliegden) De Sprong – cluster-4-onderwijs vso en onderwijs in jeugdzorgplusinstellingen (locaties Eikenstein, Maarsbergen, De Lindenhorst) Trivium College – locatie Mondriaan vmbo met leerwegondersteuning, locatie Praktijkonderwijs, locatie Trias College vmbo Vathorst College – eigentijds onderwijs vmbo-t, havo, vwo
Colofon: Dit tijdschrift kwam tot stand onder verantwoordelijkheid van de voorzitter van het college van bestuur van de Onderwijsgroep Amersfoort met medewerking van Tekstproducties | Annemieke Uittenbroek. Reacties zijn welkom. E-mailadres:
[email protected] Ontwerp en vormgeving: Janita Sassen bno, Amersfoort Druk: Modderkolk Grafische Projecten, Ede Fotografie: Janita Sassen Oplage: 800 exemplaren Het papier van OA heeft het FSC-keurmerk en is afkomstig uit verantwoord beheerde bossen
Naam: Pia Choufoer & Ingrid Schutte Functie: Ambulant begeleiders Locatie: Dienst Ambulante Begeleiding Mulock Houwer
A
mbulant begeleiders Pia en Ingrid worden vaak ingevlogen als het op een school niet goed gaat. Pia: ‘Veel gedragsproblemen bij kinderen ontstaan door onduidelijke regels. Docententeams gaan er vaak ten onrechte vanuit dat iedereen hetzelfde onder ‘goed gedrag’ verstaat.’ Ingrid vult aan: ‘Gedragsregels zijn vaak ongeschreven regels en iedereen interpreteert die anders. Vooral voor kinderen met autistische trekjes zijn deze ongeschreven regels funest. Onduidelijkheid kan storend gedrag tot gevolg hebben. Als iedereen dezelfde gedragsregels en verwachtingen hanteert, wordt die onduidelijkheid weggenomen. De tijd die je normaal besteedt aan brandjes blussen, kun je dan gebruiken voor het onderwijs.’
Hele schoolteam In Amerika, het land waar Positive Behavior Support (PBS) werd ontwikkeld, werken al 13.000 scholen met deze methode. Ook in Noorwegen zijn er scholen die met succes een schoolbrede gedragsaanpak hanteren. Ingrid en Pia voeren het driejarig traject momenteel op twee basisscholen uit. Ze hopen dat ze dit in de toekomst ook mogen doen op een van de scholen van de Onderwijsgroep. Pia legt in een notendop uit waar PBS voor staat: ‘Het belangrijkste uitgangspunt is dat het hele schoolteam, van kantinejuffrouw tot docent,
De overheid verwacht van scholen dat er in de toekomst minder leerlingen uitvallen door gedrag. De Onderwijsgroep zet daarom de komende jaren meer in op preventie. De Dienst Ambulante Begeleiding speelt hierop in en biedt Positive Behavior Support aan, een effectief begeleidingstraject voor een schoolbrede gedragsaanpak. heldere gedragsregels formuleert. Teams maken afspraken over welk gedrag ze wel en niet willen zien. Vervolgens wordt dit zichtbaar gemaakt in de school en wordt hier in de les aandacht aan besteed. En goed gedrag wordt positief bekrachtigd.’ Een ander belangrijk aandachtspunt is het versterken van de aanpak van ongepast gedrag. ‘Dat gebeurt met incidentenbriefjes,’ legt Ingrid uit. ‘Het schoolpersoneel noteert het incident en de daaropvolgende interventie op een briefje. Het voorval wordt besproken in een speciaal overleg. Het mooie hiervan is dat het inzichtelijk wordt als sommige leerlingen in bepaalde situaties vaker onbehoorlijk gedrag vertonen; er worden patronen zichtbaar.’ Zo ontdekten Pia en haar team dat de ruzies na schooltijd op het schoolplein vooral te wijten waren aan de indeling van het plein.
Wonderen Ingrid vindt het een voordeel dat deze werkwijze de aandacht voor negatief gedrag minimaliseert. Pia is verrast over de effecten van de positieve insteek. ‘In eerste instantie was ik huiverig voor Amerikaanse toestanden maar ik zie dat het geweldig goed werkt. Door de positieve insteek van de werkwijze krijgen niet alleen leerlingen maar ook docenten meer oog voor elkaars kwaliteiten. Ze gaan elkaar bekrachtigen en complimenteren, en dat doet wonderen.’
Positive Behavior
14 De wiskundedocent 2
20 Aart Mastebroek
Uit onderzoek blijkt dat het helder formuleren, aanleren en bekrachtigen van schoolbrede gedragsregels zorgt voor minder uitval, een beter schoolklimaat en meer effectieve lestijd. Ook is gebleken dat op de gemiddelde school zo’n twintig procent van de leerlingen extra ondersteuning nodig heeft op het gebied van gedrag. Op de scholen die met Positive Behavior Support werken, neemt dat aantal duidelijk af. Kijk voor meer informatie op www.swpbs.nl 3
Coververhaal
Rogier
Mediawijsheid een must voor groei
Mopper je nog altijd over het feit dat mobiele telefoons de les verstoren? Steek je je kop in het zand als het over Twitter of Facebook gaat? Zie je vooral de nadelen van Social Media? ‘Word wakker!’ is de boodschap van mediawijsheiddeskundigen. ‘De wereld verandert en scholen lopen achter. Als we geen aandacht besteden aan mediawijsheid creëren we een nieuw soort analfabeten.’
‘K
unnen omgaan met nieuwe media is een vereiste om te kunnen deelnemen aan de huidige gemedialiseerde samenleving,’ vindt Justine Pardoen. ‘Het is eigenlijk net zo belangrijk geworden als leren lezen en schrijven.’ Justine vindt het jammer dat veel docenten zich verzetten tegen de nieuwe media. ‘Ik hoop dat steeds meer docenten deze ontwikkelingen gaan omarmen zodat ze leerlingen beter wegwijs kunnen maken in de mogelijkheden die internet biedt. Het is een enorme gereedschapskist die leerlingen moeten leren gebruiken.’
Identiteitsmanagement
‘Internet is een enorme gereedschapskist die leerlingen moeten leren gebruiken’ 4
Goed internetgebruik vraagt veel nieuwe vaardigheden en inzicht van leerlingen. Iedereen heeft het wel eens meegemaakt: een profielfoto van een leerling die teveel onthult, een digitale pesterij of een leerling die zich niet bewust is van het feit dat hij eigenlijk maar zestig mensen van de driehonderd ‘vrienden’ werkelijk kent. Justine vindt ‘identiteitsmanagement’ om die reden een belangrijke vaardigheid. ‘Hoe wil je jezelf online presenteren als het gaat om vrienden of mogelijke liefdespartners en hoe wil je jezelf profileren richting potentiële werkgevers of stagebedrijven?’ Naast die persoonlijke profilering worden vaardigheden als leren samenwerken op afstand, netwerken en het leren onderscheiden van zin en onzin onmisbaar, net als het leren omgaan met de vele verleidingen van het internet. ‘Het apparaat dat leerlingen helpt hun huiswerk te maken biedt tegelijkertijd toegang tot alle verleidingen van de wereld. Onderwijs heeft een belangrijke rol in het leren omgaan met dit soort dingen,’ vindt Justine.
Leerlijn Mediawijsheid* Wim Hilberdink is daar ook een groot voorstander van. Zijn school, Thorbecke Scholengemeenschap in Zwolle, is een voorloper op het gebied van mediawijsheid; men ontwikkelde daar een leerlijn mediawijsheid. ‘Op onze school bieden we voor de eerste drie leerjaren mavo, havo, vwo het
keuzetraject ‘Moderne Media’ aan. Vijf uur per week besteden we aan het optimaal gebruik van alle mogelijkheden die (nieuwe) media bieden.’ De belangrijkste kerndoelen in de leerlijn van Wim zijn: het leren begrijpen van mediaboodschappen, het leren communiceren via moderne media, het zoeken van informatie en deze op betrouwbaarheid leren beoordelen, en het bewust worden van de invloeden van internet en de moderne media op de samenleving. Beeldtaal speelt daarbij een belangrijke rol. ‘We hebben een studio en een montagekamer waar leerlingen leren filmpjes te maken. Maar leerlingen gaan ook aan de slag met de persoonlijke beveiliging van hun profielen op internet. Ze leren omgaan met een elektronische leeromgeving en maken ook moderne mediaproducties die ze eigenhandig kunnen uploaden. Ook worden leerlingen zich bewust van de risico’s van gameverslaving en leren ze hun mening formuleren over gewelddadige of pornografische websites. Eén uur in de week krijgen leerlingen les van een journalist die onder meer leert hoe leerlingen een blog kunnen schrijven.’
Generatiekloof Niet alleen leerlingen moeten op het gebied van nieuwe media nog veel leren, ook docenten hebben een flinke
Definitie: Mediawijsheid is het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee burgers zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld. (Bron: Raad voor Cultuur)
5
Coververhaal
Nieuws van de locatie
Rogier van Keulen is gymdocent op het Vathorst College: ‘Sinds drie jaar geven de mentoren een blok mediawijsheid aan hun eerste en tweede klassen. Ik zie het als een mooi extra contactmoment met mijn klas omdat ik tijdens deze lessen met de leerlingen aan de praat raak over hun internetgedrag. In de mediawijsheidlessen leren ze omgaan met de digitale hulpmiddelen die we op school hebben zoals de elektronische leeromgeving en Google Docs/Drive. Ook besteden we aandacht aan het zoeken via zoekmachines en het beoordelen van bronnen op betrouwbaarheid. Ter afsluiting van de eerste lessenreeks maken leerlingen presentaties over virussen en Trojaanse paarden, webcamgebruik, cyberpesten, omgaan met Hyves en Facebook of veilig omgaan met wachtwoorden. In het tweede leerjaar herhalen we het oefenen met zoekmachines en het selecteren van bronnen. Verder besteden we aandacht aan stop motion video en elektronische media, maar ook aan zombienetwerken, identiteitsfraude, phishing, spamming, oplichting op internet en Facebook.’
want het aantal aanmeldingen verdubbelde in een jaar tijd. We hebben een flinke groei en ontwikkeling meegemaakt als school en als team. Voor mij als persoon is dat ook belangrijk. Ik wil namelijk altijd verder leren en ontdekken. Het was tijd voor een nieuwe stap.’
Fred Bekkers is gymdocent op het Trivium College, locatie Mondriaan: ‘Vorig jaar hebben wij
Waarom de Amersfoortse Berg?
twee weken gewerkt aan het project ‘Love is in the air’. Dat ging over liefde, seksualiteit en vriendschap in combinatie met internet en social media. Ook ouders werden bij het project betrokken. Zij weten namelijk vaak niet wat hun kind uitspookt op internet. We hebben voor hen een informatieavond georganiseerd met een boeiende presentatie met acteurs. Met leerlingen hebben we de theatervoorstelling ‘Cyber’ gezien , een interactieve show voor jongeren. Ze gingen de dialoog aan met jongeren over internetgebruik en hun gedrag op internet. In de lessen hebben we tijdens die twee weken stilgestaan bij hun profilering via internet. Voor veel leerlingen was het een eye-opener om hierover te praten en na te denken. In dit schooljaar gaan we mediawijsheid en social media integreren in de ICT-lessen.’
'Er is een kloof tussen wat kinderen willen leren en wat docenten te bieden hebben' inhaalslag te maken. Justine: ‘Er is een kloof tussen wat kinderen en volwassenen willen en kunnen doen met nieuwe media. Dat is normaal. Maar er is ook een kloof tussen wat kinderen willen leren met media en wat docenten te bieden hebben. Die kloof moeten docenten snel overbruggen. Om te beginnen door te onderzoeken hoe mediawijs ze zelf eigenlijk zijn.’ In trainingen met docenten gebruikt Justine daarvoor de Mediawijsheidcirkel. Die geeft inzicht in de dingen die al goed gaan en de gebieden die aandacht behoeven. ‘Op scholen zie je vaak dat de meeste aandacht gaat naar het technische aspect van mediawijsheid. Leerlingen weten hoe ze met computers, een elektronische leeromgeving en filmcamera’s moeten omgaan. Maar als het aankomt op het creatief inzetten van nieuwe media in de les, het leren interpreteren van mediaboodschappen en het bewust zijn van de eigen houding en doelen online, is er bij veel scholen nog werk aan de winkel.’
ducten voorbij komen. Ze zijn zo creatief.’ Justine hoopt dat docenten daar ook steeds meer mee gaan experimenteren. ‘Laat leerlingen eens vrij in hoe ze hun werkstuk inleveren. Misschien ontdek je dat het geijkte papieren werkstuk plaatsmaakt voor een audioverslag, een filmpje, een Preziprestentatie, een beeldverhaal of een zelf getekend stripverhaal. De interesse die ze hebben in het werken met nieuwe media, maakt dat ze positief met de lesstof bezig zijn. En ook bij deze vorm van leren en presenteren kun je eisen stellen aan de inhoud van het eindproduct en aan de mediaspecifieke vorm. Bovendien haal je het ‘stoute aspect’ eraf: als je gebruik maakt van hun motivatie om nieuwe media te leren gebruiken in de les, verdwijnt dat rottige gedrag met die mobieltjes in de klas vanzelf.’
Interessante links: •
• • •
‘Stoute aspect’ Wim en Justine zien bij leerlingen een groot enthousiasme om met nieuwe media te werken. Bij Wim op school kiest vijftien procent van de leerlingen voor het keuzetraject Moderne Media. ‘Ik zie dagelijks ontzettend mooie eindpro6
•
Op www.mediawijsheid-vo.wikiwijs.nl vind je de complete leerlijn Mediawijsheid. Ook te gebruiken als losse lesonderdelen. Voor meer informatie kun je ook mailen naar projectleider Wim Hilberdink:
[email protected] Op www.mediawijzer.net - partners - Mediawijsheid: een vak apart! www.leraar24.nl–mediawijsheid Download op www.mijnkindonline.nl handboekmediawijsheid voor scholen (Freek Zwanenberg en Justine Pardoen) Boekentip: Net Smart van Howard Reingold (2012)
* de leerlijn Moderne Media is in 2011 bekroond met de Nationale Onderwijsprijs
‘Ik ben altijd al nieuwsgierig geweest naar een school voor vmbo, havo en vwo. Ik hoorde daar mooie verhalen over en dat wilde ik zelf gaan ontdekken en ervaren.’
Ken je de andere scholen van de Onderwijsgroep al?
Nieuwe rector Amersfoortse Berg De leerlingen van de Amersfoortse Berg die ’s ochtends de school binnenkomen, treffen sinds kort een nieuwe rector in de schoolgangen. Ferry Brokers volgt Pieter Schram als rector op. We zijn nieuwsgierig naar Ferry. Daarom stelt hij zich voor.
Naam: Ferry Brokers Functie: Rector School: De Amersfoortse Berg E-mail:
[email protected]
Waar kom je vandaan?
‘Ik heb altijd in het vmbo-onderwijs gewerkt. Eerst als docent scheikunde, biologie, natuurkunde en dierhouderij. Al snel merkte ik dat mijn interesse uitging naar de schoolorganisatie. Als roostermaker nam ik mijn eerste ‘kijkje achter de schermen’. Vervolgens werd ik adjunct-directeur en daarna interimdirecteur op verschillende vmboscholen. Voordat ik bij de Amersfoortse Berg begon, was ik directeur op het Vakcollege Amersfoort.’
Was het tijd voor een nieuwe stap in je carrière?
Toen ik als directeur begon bij het Vakcollege Amersfoort, stond ik voor een grote klus: het aantal aanmeldingen liep flink terug en het was mijn taak dat proces te kantelen. Samen met het team hebben we de school een nieuw en helder concept gegeven. Dat werkte
‘Omdat ik al op een Amersfoortse school werkte, ben ik als gast op veel van de scholen van de Onderwijsgroep geweest. Uiteraard ga ik de komende maanden nader kennismaken. Ik hoop veel van de andere scholen te kunnen leren.’
Wat kunnen de medewerkers van jou verwachten als schoolleider?
‘Ik ben ondernemend en zoek naar kansen. Als er iets voorbij komt, onderzoek ik altijd of we daar iets mee kunnen doen. Daar komen vaak mooie dingen uit. Ik houd me niet bezig met de details van de school want ik geloof heilig in de eigen verantwoordelijkheid. De verantwoordelijkheid van een docent gaat wat mij betreft verder dan het klaslokaal. Ben je naast een goede docent ook een teamspeler? Voel je je onderdeel van de school? Die betrokkenheid vind ik belangrijk.’ Wat zijn je eerste ervaringen? ‘Ik kende de Amersfoortse Berg al wel omdat ik er een paar keer als gast ben geweest. Toen voelde het als een prettige school. De indruk die ik nu van de school krijg, komt overeen met mijn eerste indruk: warm, betrokken en enthousiast. Het is een school met een eigen karakter.’ Volg de Amersfoortse Berg via @amersfoortseberg.nl 7
Cijfers
Kort nieuws
Eindexamenresultaten 2011-2012 Voortgezet onderwijs School
Geslaagd
Percentage geslaagd 2010-2011
Extra gezakt door verzwaarde norm*
Johan van Oldenbarnevelt
98%
94%
1 (0,5 punt)
’t Atrium VMBO-T
89%
96%
0
HAVO
95%
96%
2
VWO
96%
100%
1
Vathorst College VMBO-T
95%
95%
0
HAVO
97%
85%
2
VWO
100%
85%
2
92%
95%
1
Start
Projectgroep Kwaliteit SO Aan het begin van het nieuwe schooljaar is de projectgroep Kwaliteit SO van start gegaan. Deze projectgroep is opgericht naar aanleiding van de nieuwe eisen die de onderwijsinspectie stelt aan het speciaal onderwijs. Extern onderwijsadviseur René Koelink ondersteunt de Onderwijsgroep bij deze kwaliteitsslag.
Amersfoortse Berg VMBO-T HAVO
88%
84%
2
VWO
89%
98%
2
GL
75%
100%
KBL
100%
100%
BBL
85%
100%
Trias College
* Met ingang van het schooljaar 2011-2012 zijn de exameneisen voor vmbo, havo en vwo aangescherpt. Leerlingen kunnen een slecht eindexamenresultaat niet meer compenseren met goede cijfers van de schoolexamens. Leerlingen zijn geslaagd voor het eindexamen als zij voor de vakken voor het centrale examen gemiddeld ten minste een voldoende hebben gehaald (onafgerond 5,5). Voor havo- en vwo-leerlingen die in het schooljaar 2012-2013 eindexamen doen, geldt een aanvullende eis. Zij mogen maximaal één 5 als eindcijfer hebben voor de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde.
Praktijkonderwijs Praktijkonderwijs
Uitstroom MBO 2
Uitstroom MBO 1
Overig (Werk & VSO)
19 kandidaten
6
2
11
oktober 2012
oktober 2011
Amersfoortse Berg
161
290
’t Atrium
209
209
J. van Oldenbarnevelt
178
185
Trivium: Mondriaan
110
106
23
30
Trivium: Praktijkonderwijs
15
10
Vathorst College
194
206
Totaal
890
1036
8
De heer Broerse werd, na het vertrek van rector Ronald Snaterse, tot de zomervakantie aangesteld tot vervangend rector van ’t Atrium. Met ingang van het nieuwe schooljaar neemt de heer Post volgens plan de functie van rector tijdelijk waar. Het bestuur zoekt nu naar een nieuwe rector die vast in dienst komt. Wanneer deze precies aangesteld kan worden, is nog niet duidelijk. Het streven is uiterlijk februari 2013.
APP-tips
Na jarenlang onderwijs gegeven te hebben in te krappe noodgebouwtjes zijn alle docenten en leerlingen van Mulock de Tinne in augustus verhuisd naar een prachtig nieuw gebouw aan de Liendertseweg.
OA voortaan ook digitaal
De een leest liever van een beeldscherm, de ander leest op zijn gemak een tijdschrift in de trein. Voor ieder wat wils: de OA vind je vanaf nu in je gewone én in je digitale postvak.
Splashtop – hiermee kun je via je ipad je digibord bedienen Tiptool - met (kant en klare) didactische werkvormen en energizers om je les sprankelend te houden OMJS- app ‘Onderwijs maak je samen’ met veertig verschillende ideeën voor didactische werkvormen
Volg de OA op Facebook; discussieer mee, reageer en geef je onderwerpsuggesties door op www.facebook.com/OApersoneelsblad
Onderwijsgroep voor asielzoekerskinderen
Aanmeldingen
Trivium: Trias College
Nieuwe interim-rector ’t Atrium
Nieuw gebouw Mulock de Tinne
Met ingang van dit schooljaar is Onderwijsgroep Amersfoort aanspreekpunt voor het Amersfoortse Asielzoekerscentrum (AZC). Door een reorganisatie heeft AZC Amersfoort een nieuwe functie gekregen: het vangt voortaan de uitgeprocedeerde gezinnen op. De gemeente is verplicht de kinderen van deze gezinnen binnen twee weken na aankomst in het AZC onderwijs te bieden. Kirsten van de Wal van het bestuursbureau is aanspreekpunt voor het asielzoekerscentrum.
9
Werkbezoek
Het werkbezoek
‘Probleemgedrag is zo groot als je het zelf maakt’ Met passend onderwijs in zicht zijn alle ogen gericht op de expertise van het speciaal onderwijs. Derk en Maarten van de Amersfoortse Berg zijn daarom benieuwd hoe het er aan toegaat op Mulock 2000, een zmok-school. Zij wonen drie lessen bij en stellen een waslijst aan vragen. Het cluster 4 onderwijs door de ogen van twee docenten uit het reguliere onderwijs.
A
ls leerlingbegeleiders zijn Derk en Maarten geïnteresseerd in leerlingen met bijzonderheden. Maarten: ‘Ik voel me betrokken bij deze kinderen en wil er graag alles aan doen om ze in het reguliere onderwijs te houden.’ Derk voelt ook een klik met deze leerlingen. Hij is meteen verkocht als hij met de leerlingen van Mulock 2000 in gesprek gaat. ‘Wat een leuke leerlingen, zeg! Ze zijn eigenlijk rustiger dan ik dacht. Ik had een meer gespannen sfeer verwacht maar het tegendeel is waar; er heerst juist rust in de school.’ Ook Maarten had een andere voorstelling van de doelgroep: ‘Ik dacht dat de gedragsproblematiek veel zichtbaarder zou zijn.’ Annemarie Tit, locatiedirecteur: ‘De goed gevulde lessen zorgen ervoor dat leerlingen minder gedragsproblemen laten zien dan voorheen. Eerder stuurden we vooral op gedrag; de lesstof was ondergeschikt. Daar hebben we verandering in gebracht door leerlingen flink aan het werk te zetten. Ze krijgen daarmee een doel en voelen zich serieus genomen. De lesstof is voor ons een prima middel om aan de gedragsdoelstellingen te werken.’
Positief ombuigen Naam: Derk Reijneker Functie: Docent Engels, leerlingbegeleider School: De Amersfoortse Berg E-mail:
[email protected] Naam: Maarten van Gils Functie: Docent geschiedenis, leerlingbegeleider School: De Amersfoortse Berg E-mail:
[email protected]
10
Dat is zichtbaar in de biologieles van Dirk-Jan. Hij zet er flink de vaart in met de lesstof maar wordt voortdurend onderbroken door leerlingen met vragen en opmerkingen. Het valt Maarten op dat geen enkele leerling zijn vinger opsteekt. ‘Ze beginnen gewoon te praten. Omdat Dirk-Jan zo rustig blijft en situaties feilloos weet om te buigen naar iets positiefs, dooft het gepraat ook weer snel en gaan de leerlingen
aan de slag.’ Derk en Maarten proberen er samen achter te komen wat er precies gebeurt. Waarom gaat de klas ineens weer muisstil aan het werk zonder dat ze streng toegesproken worden? Maarten: ‘Als iemand bij mij in de klas vervelend doet, staat dat de les in de weg en dan probeer ik dat de kop in te drukken. Hier ‘accepteren’ ze het gedrag en via een omweg komen ze toch weer bij de lesstof uit.’ Een mooi voorbeeld daarvan zagen de heren in de les van Dirk-Jan: een leerling laat tijdens de les steeds kastanjes uit zijn broekzak vallen. Derk: ‘Dirk-Jan pakt de kastanje op en gaat rustig verder met zijn les. Het is mooi om te zien dat deze aanpak zo goed werkt!’ In de les van Olaf valt het Derk en Maarten op dat een jongen een paar keer opstaat en een rondje loopt door het lokaal. Olaf vertelt dat deze jongen ADHD heeft en dat hij niet het type is om de hele dag stil in een schoolbankje te zitten. Dat verwachten de docenten dan ook niet van hem. Derk: ‘Ik zie dat die jongen ook geen misbruik maakt van dit privilege. Ik zou dit ook graag in mijn les toepassen maar ik ben wel huiverig voor de reactie van de rest van de klas.’ Ook Maarten zou best de leerlingen die dat nodig hebben wat vrijer willen laten. ‘De werkwijze van deze docenten creëert een prettige losse sfeer in de klas. Dat wil ik zelf ook wel gaan uitproberen. Ik ben benieuwd of ik dan nog voldoende tijd heb om alle lesstof te behandelen maar het is zeker het proberen waard.’
Zichtbaar In de pauze mengen Derk en Maarten zich onder de leerlingen in de aula.
Maarten (l) en Derk
Derk heeft al snel het gevoel dat hij iedereen op deze school kent. ‘Het is hier veel overzichtelijker dan op de Amersfoortse Berg waar 1400 leerlingen rondlopen.’ Locatiedirecteur Annemarie: ‘Ik ken inderdaad alle leerlingen. Dat geldt trouwens voor alle docenten. We zijn altijd zichtbaar aanwezig in de pauzes en ik verwacht dan ook van alle teamleden dat zij leerlingen aanspreken op onaanvaardbaar gedrag in de openbare ruimtes. Of dat nu een leerling van hun eigen mentorklas is of niet. Dat is belangrijk omdat leerlingen zich dan gezien voelen. Zelfs als ze van plan zijn rottigheid of een pesterijtje uit te halen, vinden ze het fijn dat wij er dan zijn om dit te voorkomen.’
Mulock 2000 is een school voor leerlingen met externaliserend gedrag. Dat is probleemgedrag dat naar buiten gericht is, zoals boze buien of brutaal of agressief gedrag. Het is een school voor vmbo en uitstroomprofiel Arbeid. Leerlingen krijgen diplomagericht onderwijs in de uitstroomrichtingen ‘techniek’ en ‘zorg en welzijn’. Op Mulock 2000 is plaats voor 100 leerlingen en er werken 24 medewerkers.
Probleemgedrag? Na een ochtend op Mulock 2000 komen Maarten en Derk tot de conclusie: ‘Probleemgedrag is zo groot als je het zelf maakt.’ Maarten: ‘In de eerste klas waar we een les meedraaiden, kwam een aantal leerlingen te laat. Docent Ronald maakte daar geen probleem van. De les werd hierdoor amper verstoord.’ Of dit ook op het reguliere onderwijs werkt, betwijfelen Derk en Maarten. ‘We hebben in ieder geval gezien dat het op Mulock 2000 werkt als je gedrag niet veroordeelt maar ombuigt naar iets positiefs. Echt mooi om te zien hoe ze dat hier doen. Respect!’
De klas van Ronald
11
Nieuws
Nieuws
knalFeest voor leerlingen Trivium College De leerlingen van het Trivium College beleefden de leukste schooldag van het jaar op 12 oktober. Een dagje niet blokken en opletten, maar lib dups opnemen en swingen in de Stadshal op muziek van Radio 538. Het was de eerste kennismaking tussen de leerlingen van de drie scholen die sinds dit schooljaar samenwerken. Een te gekke dag waar de positieve energie van afspatte.
Twee docenten van locatie Trias vormen de Lip dub crew. Op de scooter gaan ze van locatie naar locatie om te filmen.
Na de opname van de lip dub verzamelen de leerlingen zich voor de deur om te vertrekken naar locatie Mondriaan.
Leerlingen staan klaar om gefilmd te worden op locatie Mondriaan met het zelfgemaakte logo van hun school.
De locatiedirecteuren Jan Nijhof en Gerard Herkendaal verklaren het feest voor de 581 leerlingen van de drie locaties voor geopend.
Mmmmm... een lopend buffet met lekker alleen maar friet, broodjes kroket en frisdrank.
De GMR-SOoudergeleding Titia van Alphen is bijna twee jaar lid van de oudergeleding van de GMR-SO. Om haar waardering te uiten naar de organisatie die haar zoon goed onderwijs geeft, zet ze zich graag in voor de GMR-SO, als lid en als secretaris. Hoe zie je je taak als GMR-lid?
Elke klas is verantwoordelijk voor een stukje van de lip dub. Door de hele school staan leerlingen verkleed te swingen en ze hebben er zin in!
Locatiedirecteur Jan Nijhof en de leerlingen zijn klaar voor de wandeling naar de Stadshal. Ze worden opgehaald door de leerlingen van locatie Praktijkonderwijs.
In een lange optocht lopen de leerlingen naar de Stadshal.
Op de circusvloer in de danszaal nog even oefenen op minifietsjes en balanceren op een touw.
‘Ik zie het als mijn taak om het perspectief van de ouder en het kind te vertegenwoordigen in de GMR. Ik kan aan de organisatie vertellen wat de uitwerking van bepaald beleid in de praktijk is. Naast lid ben ik ook secretaris. In die hoedanigheid probeer ik de vergaderingen zo soepel mogelijk te laten verlopen en iedereen op tijd te informeren. Als secretaris ben ik ook verantwoordelijk voor de communicatie met de achterban. Ik zorg dat alle notulen en andere verslagen terug te vinden zijn op de website.’
Wat komt er op jullie af?
Docent JP de Kam ontvangt de leerlingen al vuurspugend voor de ingang van de Flint.
Een goochelaar, een slangenbezweerder en de henna-tatoeëerders vermaken de leerlingen.
Kijk voor de lip dubs van alledrie de locaties op www.triviumcollege.nl 12
Bijna alle docenten van de drie locaties van het Trivium zijn er vandaag. Om een oogje in het zeil te houden en om zelf mee te feesten!
Het feest barst los!
‘Momenteel zijn niet alle locaties van Mulock Houwer en De Sprong vertegenwoordigd in de GMR-SO. Met ingang van dit schooljaar gaan alle locaties een deelraad oprichten. Daarin worden de locatiegebonden onderwerpen besproken die, indien nodig, ook teruggekoppeld worden naar de GMR-SO. Ik ben druk met de organisatie rondom het opzetten van deze deelraden waarin straks twee docenten, één ouder en één leerling per locatie zitten. Uiteraard kunnen mensen met vragen over dit onderwerp bij mij terecht.’ Lees ook het persoonlijke verhaal van Titia als moeder van een leerling van speciaal onderwijs op pagina 18 13
Werk
Wat zijn je taken?
‘Ik ben wiskundedocent, sectievoorzitter en mentor van de brugklas. Verder heb ik voor de brugklas een bijspijkerprogramma voor rekenen ontwikkeld. Dit is voor kinderen die na een screening niet het gewenste rekenniveau hebben om de wiskundelessen goed te volgen. Deze leerlingen geef ik zeven vrijdagmiddagen extra rekenles. Ook verdiep ik me in rekenproblemen door conferenties bij te wonen over dit onderwerp.’
Dezelfde baan, andere locatie
Wat zijn je taken?
‘Ik geef wiskunde en scheikunde en ik ben mentor van een 4-havoklas. Ik ben meer een mensendier dan een vakidioot. Vooral de omgang met de leerlingen en het mentorschap geven me veel voldoening. Mijn werk is niet alleen lesstof naar binnen werken, ik wil leerlingen ook een stuk zelfstandigheid meegeven. In mijn lessen kijk ik met de leerlingen vooruit en laat ik ze nadenken over hun toekomst. Dat doe ik ook door veel over mijn eigen studententijd te vertellen.'
Hoe bevalt je baan?
‘Het bevalt erg goed. Ik wist altijd al wel dat ik voor de klas wilde staan. Dat dat met het vak wiskunde zou zijn, heb ik later pas besloten. Achteraf is dat een goede keuze geweest, want ik ben een echte vakidioot. Voorop staat wel mijn behoefte om kinderen iets bij te brengen. Lesstof uitleggen zit in de aard van het beestje.’
Hoe bevalt je baan?
‘Geweldig! Dat meen ik. Het is en blijft leuk om met deze doelgroep te werken; leerlingen blijven me verrassen en verbazen. Zeven jaar geleden twijfelde ik of ik nog wel op mijn plek zat in het onderwijs. Ik heb toen tijd genomen voor zelfreflectie en ben een loopbaantraject gaan doen. Uiteindelijk kwam ik tot de conclusie dat ik zeker op mijn plek zit. Die periode van zelfreflectie is erg belangrijk geweest om er nu weer voor te kunnen gaan. Want dit werk kan ik alleen maar doen als ik er voor de volle honderd procent voor ga.'
Wat vind jij het fijnste moment van de dag?
‘Ik geniet er erg van als ik na de klassikale uitleg zie dat leerlingen zelfstandig aan het werk zijn. Als ik rondloop om vragen te beantwoorden, merk ik dat leerlingen een-op-een net weer andere vragen durven stellen. Het werken met gymnasiumleerlingen bevalt ook erg goed. Ik kan bij hen uitdagende opdrachten kwijt. Ze verrassen me regelmatig met hun kennis en inzicht. Ook stellen ze ingewikkelde vragen waardoor ik veel kennis met ze kan delen. Waar ik ook van geniet zijn de wiskundewedstrijden (Kangoeroewedstrijden en de Wiskunde Olympiade) waaraan we meedoen met onze school. In Europa doen daar jaarlijks miljoenen leerlingen aan mee.’
Wat vind jij het fijnste moment van de dag?
Werk
‘Als een les goed en volgens lesplan verlopen is en leerlingen tevreden naar buiten lopen. Ik wil graag dat er een goede sfeer in mijn klas heerst en dat er gelachen wordt. Als de leerlingen dan ook nog zeggen: ‘Goh, is de les nu al afgelopen?’ dan ben ik helemaal tevreden.’
Wat vind je een uitdaging in je werk?
Wat vind je een uitdaging in je werk?
‘Ik heb het gevoel dat ik me nog op zoveel vlakken kan ontwikkelen op deze school. Ik moet daarin een keuze maken en daarin voel ik me gelukkig gesteund door mijn collega’s en het management. Ik kan me namelijk niet voorstellen dat ik jaar na jaar, tot mijn pensioen, hetzelfde repertoire zou moeten herhalen. Ik houd van vernieuwing. Anders word ik gek.’
‘Ik vind het een uitdaging om alle honderddertig leerlingen die ik op een dag zie voldoende aandacht te geven. Ik wil namelijk niet dat ze het gevoel hebben dat ze er voor spek en bonen bij zitten. Daarom wil ik tegen elke leerling iets gezegd hebben zodat ze zich gezien voelen. Helaas lukt dat niet altijd.’
Wat leer je van collega’s?
‘Van jongere collega’s leer ik goed met de computer omgaan. Praten met collega’s over de verschillende invalshoeken waaruit je dingen kunt uitleggen, doe ik ook graag en vind ik belangrijk. In een sectie moet je elkaar dingen kunnen bijbrengen. Dat gebeurt ook en we zijn erin geslaagd op één lijn te komen. Dat werkt erg prettig samen. We hoeven onze energie niet te steken in het overtuigen van elkaar, want iedereen werkt op dezelfde manier.’
14
Wat leer je van collega’s?
Naam: Mieke Delver Functie: Docent wiskunde In dienst: 18 jaar School: Johan van Oldenbarnevelt Gymnasium E-mail:
[email protected]
Naam: Marco Schot Functie: Docent wiskunde/scheikunde In dienst: 11 jaar School: ‘t Atrium E-mail:
[email protected]
‘Ik ben blij dat er op onze school een aanzet is gegeven om vaker bij elkaar in de lessen te kijken. Ik sta namelijk altijd open voor nieuwe smaken, zowel vakinhoudelijk als didactisch. Maar ik leer niet alleen van collega’s. Ook leerlingen en ouders kunnen me inspireren. Zelf heb ik twee puberende meiden. Oudergesprekken zijn soms een feest van herkenning.’
15
Passend onderwijs Expert
Vraag het Henk Deskundige passend onderwijs
Wie is Henk?
Henk stond zelf, voordat hij onderwijsadviseur werd, tien jaar voor de klas in het basisonderwijs. Hij was van 2007 tot 2011 coördinator Passend Onderwijs en werd aangesteld door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Hij was betrokken bij het Experiment Passend Onderwijs Eemland, waaraan Onderwijsgroep Amersfoort heeft deelgenomen.
Passend onderwijs roept veel vragen op bij docenten. Henk Keesenberg, voormalig coördinator Passend Onderwijs en onderwijsadviseur beantwoordt vragen van medewerkers van de Onderwijsgroep.
Hoe ziet passend onderwijs eruit zonder de bezuinigingen?
je merkt dat je grens snel bereikt is, ga dan in gesprek met een docent die wel een goede aanpak heeft ontwikkeld of neem eens een kijkje bij elkaar in de klas. Als een kind naar het speciaal onderwijs gaat, vraag jezelf dan af of het alleen aan de problemen van het kind lag of dat jijzelf ook een rol hebt gespeeld in deze overgang.’
‘Er komt meer geld voor oplossingen en dat is hard nodig. Voorheen deelde de overheid geld uit volgens één vaste systematiek. Geen stempel betekende geen geld. In het Experiment Passend Onderwijs van het Samenwerkingsverband Eemland (waaraan Onderwijsgroep Amersfoort deelnam) hebben scholen in de regio Eemland geoefend met het loslaten van deze systematiek. In 2014 wordt dat, vanwege Passend Onderwijs, van alle scholen verwacht. We ontdekten in het experiment al snel dat het gunstig is om zelf aan het roer te staan. Nu het geld naar eigen inzicht verdeeld kan worden, ontstaan er meer mogelijkheden voor ideeën en oplossingen. Voor het ene kind is € 1000,- genoeg, een ander kind heeft € 8000,- nodig voor passende ondersteuning. Daarnaast krijgen we door het uitstel van het Passend Onderwijs meer tijd voor reflectie en onderzoek.’
Ik maak me zorgen dat ik straks kinderen met een ernstige handicap in de klas krijg. Wat staat me te wachten?
‘De centrale vraag is: ‘past deze leerling op onze school?’ Als dit kind bij ons op school komt, is er dan een goede balans tussen draagkracht en draaglast van leerkracht, leerling, groep en lesstof? Als dat niet het geval is, dan kunnen het kind, de groep en de docent niet optimaal functioneren. Je bekijkt dus als school kritisch of je kunt beantwoorden aan de onderwijskundige vraag van een kind en die vraag leg je neer bij de mensen die het uiteindelijk moeten doen: de docenten.’
Ik zie er tegenop om kinderen met en zonder beperking in de klas te hebben. Meer kinderen komen daardoor onnodig in de knel. Bovendien kan ik niet de aandacht geven die de leerlingen verdienen en nodig hebben.
‘Er is altijd een grens aan wat er mogelijk is in een klas met dertig leerlingen. Die grens verschilt van docent tot docent. Sommige docenten draaien een klas met veel verschillen zonder veel problemen, voor anderen is dat erg lastig. Er is dus geen wet te maken over hoeveel kinderen met een beperking je in een klas kunt hebben. Docenten moeten voor zichzelf gaan nadenken wat ze willen en wat ze kunnen. Wanneer is jouw grens bereikt? Wat kun je aan? Als 16
‘Je kunt dit onderwerp bespreekbaar maken in de klas. Leerlingen zijn goed in staat verschillen tussen henzelf en hun klasgenoten te begrijpen. Vaak beter dan je denkt.’
Ik vind het leuk om mijn vak te geven, maar ik zit er niet op te wachten kinderen te gaan verzorgen. Daar ben ik ook niet goed in en daar heb ik niet voor gekozen. ‘In het onderwijs zijn pedagogiek en didactiek onlosmakelijk verbonden met elkaar. Bedenk voor jezelf wat jij te bieden hebt en waar je grens ligt.’
Het Passend Onderwijs wordt gebracht als een vooruitgang, terwijl het mijns inziens om een verkapte bezuiniging gaat.
‘Het is belangrijk inzicht te krijgen in je eigen vaardigheden en tekortkomingen. Neem je les eens op met een videocamera of vraag een collega je aanwijzingen te geven. Misschien ontdek je dan wat je anders kunt doen. Werk samen met collega’s en onderzoek wat je zelf nodig hebt om beter met verschillen om te gaan.’
‘Het is inderdaad een budgetteringsmaatregel maar daaraan zitten ook goede kanten. Het doet namelijk een groot beroep op de creativiteit. Voorheen besloot de overheid over het budget, nu bemoeit de overheid zich er niet meer mee. De regio’s en de samenwerkingsverbanden krijgen veel meer te zeggen; dat vind ik positief. De mensen die het moeten doen, krijgen meer inspraak. Dat lijkt mij een groot winstpunt. Of het voor jezelf een vooruitgang is, dat bepaal je zelf. En wat je wilt bijdragen in dit proces, bepaal je ook zelf.’
Ik vind dat ik alle kinderen hetzelfde moet behandelen. Met meer verschillen in de klas is dat lastiger. Het ene kind heeft een flinke uit-
Henk heeft een kijkwijzer ‘omgaan met verschillen’ ontwikkeld. Interesse? Stuur een mail naar
[email protected]
Ik zou graag extra aandacht besteden aan kinderen met een beperking maar dat lukt gewoonweg niet met dertig leerlingen in de klas.
Naam: Henk Keesenberg Functie: Onderwijsadviseur/voormalig coördinator Passend Onderwijs
brander nodig. Terwijl een kind met autisme al snel dichtklapt als die fors wordt aangesproken. Als ik kinderen anders ga behandelen, reageren de leerlingen daar zeker op.
Wist je dat? Onderzoek heeft uitgewezen dat de prestaties over het algemeen zwak zijn als je in een klas allemaal zwakke kinderen zet. Zet je zwakke en sterke kinderen bij elkaar, dan verbeteren de prestaties van de zwakke kinderen. Wanneer je in een klas alleen maar sterke kinderen zet, zijn de prestaties zeer sterk. Voor de prestaties van sterke kinderen zou je kunnen zeggen dat het beter is om niet met zwakke kinderen in de klas te zitten. Máár dat geldt alleen voor het cognitieve stuk. Sterke kinderen die in een klas zitten met zwakke kinderen krijgen een belangrijke sociale les. Namelijk dat de maatschappij pluriform is!
17
Passend onderwijs nieuws
Ouders als gelijkwaardige gesprekspartners
Naam: Machteld Loeff & Martha de Roos Locatie: Gymnasium & Mulock de Tinne Rowin, leerling Mulock Fornhese Functie: Docent Frans & Directeur E-mail:
[email protected] &
[email protected]
Martha
blijven en als alle kinderen weer binnen waren, mocht hij in zijn eentje in de zandbak spelen. Van die ontdekking zijn we vreselijk geschrokken.’
Gesprek op school Uiteindelijk werden de ouders van Rowin toch uitgenodigd voor een gesprek op school. ‘In dat gesprek kregen we te horen dat onze zoon ‘zo gek als een deur’ was. Ze vroegen ons of wij hem alsjeblieft zo snel mogelijk van school wilden halen.’ Het ergste vindt Titia nog altijd dat haar zoon in die tijd zo veroordeeld werd. ‘Over Rowin werd gesproken alsof hij kwaadaardig was en anderen bewust kwaad deed. Maar hij gedroeg zich zo extreem uit machteloosheid. De school gaf ons bovendien de schuld van zijn gedrag: we waren slechte ouders in hun ogen.’
Naam: Titia van Alphen Functie: GMR-lid & moeder van Rowin, leerling Mulock Fornhese
De zoon van Titia volgt speciaal onderwijs op Mulock Fornhese. Zij en haar man hebben veel omzwervingen gemaakt om de juiste school voor hun autistische zoon te vinden. Nu Rowin zijn plek gevonden heeft, kijkt ze terug en vertelt ze over het onbegrip waar ze jaren tegenaan liep. ‘Eindelijk hebben we een school gevonden die communiceert met ouders.’
18
Welkom ‘Mijn zoon Rowin heeft een zware vorm van autisme (MCDD). Op de peuterspeelzaal ging het al flink mis. Omdat we zagen dat zijn sociaal-emotionele ontwikkeling extra aandacht verdiende, ging hij als kleuter naar een Vrije School. Dit draaide uit op een totale ramp. Rowin luisterde niet, hij volgde niet, was altijd moe en zonderde zich af. Uit angst gedroeg hij zich soms zelfs agressief.’
Afgezonderd ‘Een opmerkzame preventief ambulant begeleider zag ook dat Rowin erg angstig was. Met verschillende aanpassingen in de klas probeerde ze hem te helpen maar niets hielp. Toen mijn zoon naar groep 3 ging, kwam er een nieuwe juf die in het speciaal onderwijs gewerkt had. We waren blij en optimistisch maar ook dit werd een drama. Het was in die tijd letterlijk een gevecht om hem naar school te krijgen. Wekelijks stuurde ik de juf briefjes met het verzoek om een gesprek maar nooit kreeg ik daarop antwoord. Na een jaar kwam ik erachter dat Rowin al die tijd was afgezonderd van zijn klas, zelfs in het speelkwartier. Hij moest binnen
‘Het was voor ons dan ook een grote opluchting toen we eindelijk de juiste plek voor hem vonden op Mulock Fornhese.’ Het raakt Titia nog altijd als ze terugdenkt aan het moment waarop de juf haar zoon welkom heette in de klas. ‘Ze zei tegen mijn zoon: ‘Wat fijn dat je er bent.’ Die opmerking raakt mij nog altijd diep. Dat gevoel had ik nooit eerder gehad. Mijn zoon was altijd een outcast; hij was nergens welkom.’ Inmiddels gaat het een stuk beter met Rowin. ‘Voor het eerst voel ik dat mijn zoon veilig is op school. Ik ben niet meer bang dat er over hem geoordeeld wordt. Ze weten op Mulock Fornhese dat mijn zoon de dingen niet doet vanuit onwil; ze zien zijn onmacht.’ Voor Titia is het helder dat haar zoon nooit naar een reguliere school zal kunnen. ‘Daarvoor is zijn problematiek te heftig. Er zijn natuurlijk ook kinderen met een beperking die wèl regulier onderwijs kunnen volgen. Ik hoop dat docenten de ouders van deze kinderen als gelijkwaardige gesprekspartner zien. Het is namelijk niet erg als je het niet meer weet als docent maar blijf hier altijd open en eerlijk over communiceren.’
Machteld
Een speciale docent Frans Machteld geeft Frans op het Gymnasium Johan van Oldenbarnevelt, maar twee keer per week fietst zij naar Mulock de Tinne om daar les te geven aan leerlingen met autisme. ‘Ik raad iedere docent aan eens les te geven aan een andere doelgroep: het is een waardevolle aanvulling op mijn werk.’
O
p Mulock de Tinne krijgen leerlingen met autisme havoonderwijs. Omdat het een kleine school is, is het voor schooldirecteur Martha de Roos lastig eerstegraders te vinden voor een paar lesuren per week. Machteld geeft er nu een jaar Frans. Ze maakte kennis met de doelgroep toen ze een leerling van de Tinne in de klas kreeg. ‘Het meisje zat nog op de Tinne maar oefende voor terugkomst in het reguliere onderwijs bij mij in de les.’ Die begeleiding deed Machteld met zoveel plezier dat ze direct ‘ja’ zei toen ze gevraagd werd om voor twee lesuren gedetacheerd te worden naar de Tinne. Natuurlijk moest Machteld wel even wennen toen ze voor het eerst voor een groep met autistische leerlingen stond. ‘Van de leerlingen op het gymnasium ben ik gewend dat ze snel werken. Op de Tinne heb ik mijn tempo moeten aanpassen. Ook heb ik ontdekt hoe belangrijk structuur en duidelijkheid zijn voor leerlingen met autisme. Zo moet ik niet de ene keer ‘tekstboek’ zeggen
en de volgende keer het boek bij de titel noemen. Je moet gewoon altijd dezelfde omschrijving gebruiken.’
Gericht op lesstof Op de Tinne werkt nog een aantal docenten van reguliere vo-scholen. Martha is ontzettend blij met hun input. Martha: ‘Docenten die werken in het reguliere onderwijs brengen veel expertise mee. Zo zijn we al geholpen met het PTA (programma voor toetsing en afsluiting) en met onze lesstofplanningen.’ Waardevol vindt Martha ook de uitwerking die deze docenten op de leerlingen hebben. ‘Ze zijn meer gericht op de lesstof dan op de beperking van de leerling.’ Machteld ziet dat ook. ‘Het is mijn streven leerlingen Frans te leren maar natuurlijk moet ik ook rekening houden met de beperking van deze leerlingen. Dat is juist het bijzondere aan werken op Mulock de Tinne.’ Machteld heeft in haar eerste jaar op de Tinne vooral moeten leren omgaan met de grote verschillen in de klas.
‘Dat betreft niet alleen de niveauverschillen. Leerlingen reageren ook erg verschillend op moeilijke situaties. De een wordt verdrietig, de ander boos en weer een ander klapt dicht. Met die verschillen kan ik nu veel beter omgaan dan in het begin. Je moet de leerlingen echt leren kennen.’ Machteld vindt het een waardevolle aanvulling op haar werk met kinderen. ‘Ik ben meer leerlinggericht gaan werken. Als ik zie hoe hard deze kinderen mijn aandacht nodig hebben, bedenk ik dat ik dat ook op het gymnasium niet mag vergeten.’
Speciale docenten gezocht! De Tinne zoekt nog meer docenten: • Eerstegraads docent economie (4 lesuren van 60 min) • Eerstegraads docent Engels (6 lesuren van 60 min) Voor meer informatie
[email protected]
19
Wat drijft Aart ?
Naam: Aart Mastebroek School: Mulock Fornhese Functie: Docent & oprichter schoolband E-mail:
[email protected]
Wie is Aart? Aart werkt sinds 2006 op Mulock Fornhese. Hij is docent en oprichter van de schoolband. In de schoolband komt zijn passie voor muziek samen met zijn drijfveer om jongeren met complexe internaliserende problematiek (veelal autistisch) te begeleiden in het speciaal onderwijs.
Hoe kwam je op het idee om de schoolband op te richten? ‘Ik ben me vanuit mijn passie voor muziek gaan verdiepen in de betekenis van muziek voor autisten. Bij sommige leerlingen zag ik namelijk grote veranderingen als ze met muziek bezig waren: ze kwamen helemaal tot leven als ze een gitaar in handen kregen. Dat fascineerde me.’
Hoe draagt muziek bij aan het welzijn van de leerlingen? ‘Autisten willen het liefst zoveel mogelijk alleen doen en dan vooral op hun eigen manier. In een band kan dat niet. Je moet samenspelen en samenwerken om tot een mooi resultaat te komen. De sociale component van het samenspel is dan ook een grote uitdaging voor mijn leerlingen. Bij sommige leerlingen zie ik een enorme groei. Eerst zijn ze helemaal gefixeerd op hun eigen ding maar na een tijdje kunnen ze een stap zetten richting samenspelen. Dat dit lukt, heeft vooral met hun grote motivatie te maken. Sommigen worden zo geraakt en gedreven door muziek, dat ze extra hun best doen om samen te kunnen spelen. Muziek heeft nog een andere aantrekkingskracht op autistische jongeren: muziek bestaat met haar coupletten en refreinen uit structuren. Die voorspelbaarheid trekt autisten aan. Tegelijkertijd geeft muziek maken vrijheid. Een leerling vertelde me eens dat de muren in zijn hoofd wegvallen als hij muziek maakt. Deze ervaring is voor jongeren erg belonend. Omdat de jongeren enorm gemotiveerd zijn, heeft de band een grote uitstraling. Ze spelen ook écht goed, alhoewel dat geen doel op zich is. Het gaat erom dat de bandleden genieten van muziek maken. Maar ik stel ook eisen aan ze want dat doet de maatschappij ook. Ik probeer met mijn band bij te dragen aan een veelzijdige ontwikkeling van deze jongeren. Muziek kan daarbij helpen, is mijn overtuiging. Het geeft ze de kans te oefenen met ‘samenwerken’ en ‘flexibiliteit’, vaardigheden die voor hen extra belangrijk en uitdagend zijn.’ Voor meer informatie over wat muziek voor autisten kan betekenen: www.stichtingpapageno.nl