Passend Onderwijs en excellente en (hoog)begaafde leerlingen
Inhoud 1.
Visie op talentontwikkeling ............................................................................ 3
2.
Excellente en (hoog)begaafde leerlingen ......................................................... 4
3.
Algemene beleidsdoelen van Wolderwijs .......................................................... 6
4.
Beleid op schoolniveau .................................................................................. 8
5.
Beleid op stichtingsniveau – de plusklas .......................................................... 9
6.
Innovatieplan Wolderwijs 2012 – 2015...........................................................13
7.
Tijdpad vaststelling beleidsplan ....................................................................16
8.
Literatuurlijst en/of bronvermeldingen ...........................................................20
Bijlage 1. Aanmeldformulieren
2 Het kind centraal
1.
Visie op talentontwikkeling
Op 1 augustus 2012 participeren in stichting Wolderwijs 12 scholen met in totaal ongeveer 1600 leerlingen. De visie van stichting Wolderwijs op onderwijs is gebaseerd op het feit dat iedere leerling uniek is. Het betekent niet dat een voor iedere leerling uniek onderwijsprogramma noodzakelijk, mogelijk of zelfs wenselijk zou zijn. Stichting Wolderwijs organiseert gedifferentieerd onderwijs, dat recht doet aan verschillen tussen leerlingen en dat ook uitvoerbaar is. In de afgelopen decennia is daarbij veel aandacht geweest voor de ‘zwakkere’ leerling. De deskundigheid binnen de scholen is daarin enorm toegenomen. Ook de excellente en (hoog)begaafde leerlingen hebben recht op een afgestemd aanbod. Daarvoor is het aanbod echter nog lang niet zo stevig neergezet. De vraag wordt wel eens gesteld of leerlingen met een achterstand niet meer recht hebben op extra aandacht dan excellente en (hoog)begaafde leerlingen. Op grond van de kijk op passend onderwijs vindt Stichting Wolderwijs dat dit niet het geval is. Stichting Wolderwijs streeft ernaar dat alle leerlingen gemotiveerd blijven om te leren, ongeacht hun capaciteiten. In het kader van passend onderwijs wil stichting Wolderwijs dat elke leerling optimaal gebruik kan maken van de onderwijsvoorzieningen en alle ondersteuning krijgt die daarbij geboden kan worden. Belangrijke aandachtspunten voor deze doelgroep zijn: • Een heldere (school)visie op excellente en (hoog)begaafde leerlingen in het onderwijs. • Het herkennen en diagnosticeren van intelligentie en (hoog)begaafdheid. • Aanpassingen binnen het curriculum. • Een goede communicatie/samenwerking met ouders.
3 Het kind centraal
2.
Excellente en (hoog)begaafde leerlingen
In de titel van dit beleidsplan wordt gesproken over excellente en (hoog)begaafde leerlingen. Er is bewust gekozen voor deze omschrijving om daarmee aan te sluiten bij de hedendaagse visie. In deze visie wordt meer en meer gesproken over excellente leerlingen in plaats van alleen maar (hoog)begaafde leerlingen. Met excellente leerlingen wordt feitelijk de 20% best presterende leerlingen bedoeld, leerlingen die beter kunnen presteren als ze maar uitdagender onderwijs krijgen. Onderzoek laat zien dat deze excellentie bij leerlingen veelal alleen tot ontplooiing komt als er in de omgeving van het kind voldoende ruimte wordt gegeven aan talentontwikkeling. Het lijkt erop dat dit in Nederland in onvoldoende mate het geval is. Een deel van deze excellente leerlingen noemen we (hoog)begaafd. Dit zijn leerlingen die ook de potentie hebben om tot hoge prestaties te komen, maar daarbij een afwijkende leerstijl hanteren, wat een succesvolle carrière in de weg kan staan. De diversiteit tussen deze leerlingen is echter erg groot en er kan niet worden gesproken van een eenduidige homogene groep. Wolderwijs heeft de ambitie om een aanbod voor alle excellente leerlingen, waar onder hoogbegaafde leerlingen, te realiseren.
In dit plan volgen we onderstaande definitie over (hoog)begaafdheid. Deze werkdefinitie is consistent met de belangrijkste aspecten, waarover in de meest bekende theorieën en modellen consensus bestaat, of waarin zij elkaar aanvullen:
• • • • •
•
(Hoog)begaafde leerlingen beschikken over een in aanleg aanwezig potentieel om tot uitzonderlijke prestaties te komen, behorend bij de beste 10%, op één of meerdere begaafdheidsgebieden. De ontwikkeling van talent is een langdurig en dynamisch proces. Zowel persoonlijkheidseigenschappen als de interactie met de omgeving zijn mede bepalend voor de mate waarin het aanwezige potentieel tot zijn recht komt. Een (hoog)begaafde leerling beschikt over een hoge intelligentie in combinatie met een creatief denkvermogen. Daarnaast is er sprake van een intrinsieke motivatie (doorzettingsvermogen) om een taak te volbrengen wat zich onder andere uit in een sterke gedrevenheid wanneer iets hun interesse heeft. (Hoog)begaafdheid is geen eendimensionaal begrip dat is uit te drukken in een criterium als een IQ "score" > 130. Een hoge score is wel een sterke indicatie van een hoge intelligentie, maar een lagere score sluit dit niet uit. (Hoog)begaafdheid omvat in ieder geval meer dan een hoge intelligentie en intelligentie omvat meer dan een IQ test meet. Op een gemiddelde populatie heeft 10% van de leerlingen kenmerken die kunnen duiden op (hoog)begaafdheid, waaronder indicaties die duiden op een hoge intelligentie.
Kenmerken van (hoog)begaafdheid 1.
Hoge intelligentie
(Hoog)begaafde leerlingen beschikken over hoge intellectuele capaciteiten. Een hoge score op een intelligentietest (IQ > 130) of hoge prestaties op andere test is hiervan een indicatie.
2.
Vroege ontwikkeling
(Hoog)begaafde leerlingen zijn geestelijk vroegrijp en worden gekenmerkt door een ontwikkelingsvoorsprong. Zij kunnen meestal op vroege leeftijd al lezen, praten, schrijven en hebben een vroege ontwikkeling van getalbegrip. Hierdoor kunnen zij zich gemakkelijk leerstof uit hogere leerjaren eigen maken. Ook stellen zij op jonge leeftijd al levensbeschouwelijke vragen en denken zij al vroeg na over de zin van het leven.
4 Het kind centraal
3.
Uitblinken op één of meerdere gebieden
Een bijzondere begaafdheid kan tot uitdrukking komen in motorische, sociale, artistieke en intellectuele vaardigheden. Vaak treden deze begaafdheidsvormen gecombineerd op en blinken (hoog)begaafde leerlingen uit in meerdere gebieden, zoals bijvoorbeeld in taal en wiskunde. (Hoog)begaafde leerlingen hebben op taalgebied een grote woordenschat en vertonen een zeer goed en adequaat woordgebruik.
4.
Gemakkelijk kunnen leren
(Hoog)begaafde leerlingen hebben over het algemeen een zeer goed geheugen en kunnen hierdoor goed informatie onthouden en verwerken. Zij begrijpen nieuwe leerstof dan ook aanzienlijk sneller dan gemiddelde leerlingen en zijn daardoor sneller klaar met opdrachten en huiswerk. Hierdoor hebben zij vaak een leertempo dat beduidend hoger is dan het tempo van de gemiddelde leerling.
5.
Goed leggen van (causale) verbanden
(Hoog)begaafde leerlingen kunnen gemakkelijk (causale) verbanden leggen en hebben hierover een goed overzicht.
6.
Het makkelijk kunnen analyseren van problemen
(Hoog)begaafde leerlingen zijn snelle probleemanalyseerders. Zij kunnen snel vaststellen wat de aard van een probleem is. Daarnaast zijn (hoog)begaafde leerlingen vaak vindingrijk in het ontwikkelen van eigen oplossingsmethoden. Dit kan soms problemen opleveren als zij zich een verkeerde oplossingsmethode hebben aangeleerd, omdat zij deze methode moeilijk weer los kunnen laten.
7.
Het maken van grote denk-sprongen
Een (hoog)begaafde leerling maakt grotere leerstappen en heeft daarom minder tijd nodig.
8.
Voorkeur voor abstractie
(Hoog)begaafde leerlingen kunnen goed abstract denken. Zij generaliseren gemakkelijker dan hun andere klasgenoten en hebben een goed overzicht van de kennisgehelen. Zij hebben geen behoefte aan concretisering van de lesstof door het gebruik van voorbeelden.
9.
Hoge mate van zelfstandigheid
(Hoog)begaafde leerlingen willen liever niet geholpen worden en geven de voorkeur aan zelfstandig werken. Bij het werken in groepsverband vertoont de (hoog)begaafde leerling veel initiatief en neemt hij/zij vaak de leiding. Bovendien wil de leerling dingen graag op zijn/haar eigen wijze doen, zoals het zelf bedenken van een methode voor het uitrekenen van sommen.
10
Brede of juist specifieke interesse / hoge motivatie / veel energie
Het is belangrijk dat het onderwerp van de opdracht de leerling interesseert. Bij (hoog)begaafde leerlingen is namelijk het kunnen een voorwaarde, maar het willen van even groot belang. Als het onderwerp aansluit bij de interesse van de leerling, dan is motivatie verzekerd. Er is aangetoond dat talent pas doorzet als de leerlingen plezier beleven aan de (leer)activiteiten. Een kenmerk van (hoog)begaafde leerlingen is dat zij zeer leergierig zijn. Als een onderwerp de leerling interesseert dan pluist hij het onderwerp vaak tot op de bodem uit. Maar het tegenovergestelde geldt ook: als een (hoog)begaafde leerling geen interesse heeft voor een bepaald onderwerp, dan kan hij moeilijk de motivatie opbrengen om zich erin te verdiepen.
11
Creatief/origineel
In de opdrachten laten (hoog)begaafde leerlingen vaak zien dat zij originele en creatieve ideeën en/of oplossingen hebben. Zij maken onverwachte zijsprongen en hebben grote verbeeldingskracht.
12
Perfectionistisch
(Hoog)begaafde leerlingen zijn perfectionistisch aangelegd. Zij houden niet van half werk.
13
Apart gevoel voor humor
(Hoog)begaafde leerlingen bezitten over het algemeen een apart gevoel voor humor.
14
Hoge mate van concentratie
(Hoog)begaafde leerlingen kennen een hoge mate van concentratie en hebben daarbij een langere aandachtsspanne dan de gemiddelde leerlingen.
5 Het kind centraal
3.
Algemene beleidsdoelen van Wolderwijs
Organisatieniveau De basisscholen van stichting Wolderwijs zijn in staat om excellente en (hoog)begaafde leerlingen binnen de eigen onderwijssituatie: • te signaleren. • te diagnosticeren m.b.t. leerprocessen, werkhouding en sociaal-emotionele ontwikkeling. • passend te begeleiden. • te voorzien van een passend aanbod. Op iedere school/onderwijsteam: • is de mogelijkheid voor leerlingen tot compacten, verrijking, verbreding, verdieping en eventueel versnellen. Beleid (afspraken) hierover is vastgelegd in het schooldocument. • zijn materialen aanwezig die ingezet worden bij de diverse beschreven activiteiten. • werken alle scholen van stichting Wolderwijs met SiDi-3 (volledige naam: signaleren en diagnosticeren 3). • is een coördinator excellent leren die specifiek belast is met deze problematiek. Per onderwijsteam wordt er 1 coördinator aangesteld. • is er een aanpak verrijken en compacten waarbij het beleid gebaseerd is op de Cedin kijkwijzers. • worden onderpresteerders tijdig gesignaleerd en krijgen een passend aanbod • is het eigen beleid omtrent excellente en (hoog)begaafde leerlingen vastgelegd in een schooldocument.
Toelichting Signalering en diagnostisering Op alle scholen wordt het SiDi-3 protocol gehanteerd. Daarin worden een aantal stappen gezet om hoogbegaafdheid in beeld te brengen. Alle leerkrachten zijn op de hoogte van de kenmerken en specifieke leereigenschappen van excellente en (hoog)begaafde leerlingen, ook van het feit dat sommige leerlingen moeilijk te herkennen zijn. Wanneer er signalen van (hoog)begaafdheid zijn opgemerkt, worden er meer gegevens verzameld door de ib-er. Door scholing aan te bieden aan de zeven coördinatoren, wil stichting Wolderwijs bereiken dat deze kennis door de coördinator wordt doorgegeven op de scholen, zodat iedere leerkracht beschikt over voldoende kennis en in staat is signalen op te merken. De gehele route van signalering en diagnostisering wordt in het schoolbeleidsplan voor alle scholen van Stichting Wolderwijs vastgelegd met daarbij wie verantwoordelijk is voor de diverse stappen in het SiDi 3 protocol. Voorstel: Ib-er is verantwoordelijk voor het proces en de coördinator voor de inhoud. Indien hier aanleiding toe is, kan in overleg met ouders besloten worden tot het inschakelen van een extern deskundige. Aan de hand van het SiDi 3 protocol wordt nagegaan of er een sterke indicatie is van een hoge begaafdheid of dat er sprake is van een pientere leerling. Na de indicatie wordt bekeken hoe verder wordt gegaan met deze leerling. Een belangrijke factor daarbij is het welbevinden van het kind. De leerling moet gebaat zijn bij de aangeboden extra stof doordat hem/haar de uitdaging geboden wordt die hij nodig heeft. De aangeboden stof is niet vrijblijvend.
Aanpassingen binnen het onderwijsaanbod en begeleiding Invoering afhankelijk van tijdspad school. Tijdspad wordt genoteerd in het schooldocument. Binnen stichting Wolderwijs is men op de hoogte van de noodzaak voor aanpassing van het leerstofaanbod. Het besef van een ‘ander type kind’ dat anders leert en anders denkt, is bij elke leerkracht bekend. Hiaten in de leerstof bij een leerling betekent niet automatisch dat er sprake hoeft te zijn van een achterstand, maar dat dit een gevolg kan zijn van bijvoorbeeld demotivatie of een ad hoc leerstrategie.
6 Het kind centraal
Er wordt op elke school zowel binnen als buiten de groep aandacht besteed aan leerlingen die ‘zorg’ nodig hebben. Voor leerlingen die als (hoog)begaafd zijn aangemerkt worden in de eigen groep aanpassingen in de leerstof gemaakt: compacten en verrijken. Dat betekent dat er ook voor slimme kleuters een beredeneerd aanbod is.
Versnelling Soms is het beter dat een leerling ‘vervroegd doorstroomt’, dat wil zeggen een klas overslaat. Er spelen hierbij echter verschillende zaken mee, vooral de sociaal emotionele kant. Wij maken daarbij gebruik van de Versnellings WenselijkheidsLijst (CBO Nijmegen). Het blijft de voorkeur houden om niet een klas over te slaan, maar door compacten en verrijken de leerling voldoende uitdaging te bieden.
Compacten Het principe is indikken van de leerstof door al het overbodige weg te laten. Op deze manier gaat de leerling versneld door de normale leerstof en blijft er tijd over voor interessante leeractiviteiten. (Er wordt o.a. gebruik gemaakt van de compacting programma’s bij rekenen en taal).
Verrijken Verrijken is een aanvulling op compacten. Met verrijkingsmateriaal kan worden gerealiseerd dat bij een leerling een beroep wordt gedaan op het zoeken naar antwoorden in een open vraagstelling, het zoeken naar meerdere creatieve oplossingsmethoden, het werken op een hoog niveau in een hoog tempo. Bij rekenen, taal en begrijpend lezen wordt verrijking gestructureerd en met afwisseling aangeboden. Het compacten en verrijken vindt in principe in de eigen groep plaats en blijft niet alleen beperkt tot de (hoog)begaafde leerlingen, maar ook leerlingen met een duidelijke ontwikkelingsvoorsprong kunnen hier aan deelnemen.
Verbreden Verbreden betekent kennis en vaardigheden opdoen aan de hand van zelf gekozen onderwerpen en thema’s, rekening houdend met de volgende aspecten: • Het doel is zelfsturing; • Het is gericht op eigen interesse en motivatie; • De leerling is producent in plaats van consument; • Leermethoden en leerstrategieën worden versterkt; • Het ontwikkelt een goede leerhouding; • ‘Metacognitieve’ vaardigheden worden ontwikkeld; • Een goede coaching is hierbij noodzakelijk: concreet vragen stellen tijdens het plannen, uitvoeren en evalueren van de taak.
Evaluatie De maatregelen binnen de scholen ten aanzien van hoogbegaafdheid zijn een onderdeel van ons zorgbeleid. Binnen de werkwijze van stichting Wolderwijs past het aanbod van een bovenschoolse plusklas prima. Voor zover het mogelijk is, wordt er binnen de groep afgestemd op de behoeften van de leerling. En daarop is de bovenschoolse plusklas een aanvulling. Op schoolniveau wordt steeds bekeken welk effect de geboden hulp heeft gehad. Dit wordt in vrijwel alle gevallen intern behandeld: met de leerkracht, de IB-er, coördinator excellent leren, met de ouders en de leerling.
Contacten met Voorschoolse instellingen en voortgezet onderwijs. Er wordt samenwerking gezocht met scholen voor voortgezet onderwijs op het gebied van onderwijsinhouden. De ambitie is om te realiseren dat er afspraken liggen die waarborgen dat het V.O. aansluit op het talent dat leerlingen hebben. Peuterspeelzalen worden geïnformeerd over ons beleid. In de toekomst zal hierover meer contact zijn tussen het basisonderwijs en peuterspeelzaal.
7 Het kind centraal
4.
Beleid op schoolniveau
Elke school van stichting Wolderwijs heeft voor de eigen situatie een pakket maatregelen beschikbaar om aan de onderwijsbehoefte van excellente en (hoog)begaafde leerlingen tegemoet te komen. Daaronder vallen in ieder geval het kunnen signaleren en diagnosticeren van (hoog)begaafdheid en het kunnen compacten en verrijken van het leerstofaanbod. Elke school streeft voor excellente en (hoog)begaafde leerlingen, in onderwijsinhoudelijk en pedagogisch didactisch opzicht, naar een passend en gestructureerd onderwijsaanbod. Op iedere school is er een aanpak verrijken, compacten, verbreden, versnellen en verdiepen waarbij de competenties van leerkrachten gebaseerd zijn op de kijkwijzers, ontwikkeld door Cedin. Dit staat beschreven in het schooldocument. Dat betekent voor de scholen van Wolderwijs het volgende: • een zorgvuldige en duidelijke wijze van signalering en diagnostisering; • een aangepaste leerlijn en een plan van aanpak voor deze leerlingen; • een gestructureerd aanbod van compacting, verrijking en verbreding van de leerstof; • de houding van de leerkracht met betrekking tot het pedagogisch-didactisch handelen is mede gericht op de (onderwijs)behoefte van de excellente en (hoog)begaafde leerling; • ten aanzien van het pedagogisch klimaat in de klas is de leerkracht extra alert op excellente en (hoog)begaafde leerlingen, omdat die zich door hun andere manier van leren wel eens een vreemde eend in de bijt kunnen voelen.
Realisatie Om het voorgaande te realiseren is het noodzakelijk dat alle leerkrachten goed op de hoogte zijn op het gebied van excellentie en (hoog)begaafdheid en in staat zijn betreffende leerlingen te signaleren en een passend aanbod te geven. Per school zal worden geïnventariseerd op welke wijze de benodigde competenties moeten worden versterkt/verbeterd. Daarnaast is er aan iedere school/onderwijsteam een coördinator excellent leren verbonden die extra scholing heeft ontvangen.
8 Het kind centraal
5.
Beleid op stichtingsniveau – de plusklas
Er is bovenschoolsbeleid ontwikkeld betreffende de opzet van enkele bovenschoolse plusklassen. Daarin staat o.a te lezen: • welke doelgroep het betreft; • werkwijze signaleren en diagnosticeren; • welke procedure vooraanmelding gehanteerd wordt; • welke formulieren gebruikt worden; Vanaf januari 2013 gaan er een aantal bovenschoolse plusklassen functioneren, waar (hoog)begaafde leerlingen één keer per week samenkomen. Deze leerlingen hebben op grond van hun talenten en prestaties een andere uitdaging nodig met betrekking tot het leerstofaanbod en contact met peers is daarbij van wezenlijk belang. De opzet van een plusklas is een logisch gevolg van beleidsontwikkeling op stichtingsniveau. Deze vorm van zorg is schooloverstijgend en richt zich expliciet op de (hoog)begaafde leerlingen uit de groepen 5 t/m 8. Daarmee is dit het speerpunt van de invulling van het ‘talentarrangement’. De werkgroep plusklas speelt hierin een coördinerende rol. Het directieberaad volgt de ontwikkelingen.
Toelichting Doel van de plusklas Uitbreiding, verbreding en verdieping van de leerstof, sterk gekoppeld aan eigen interessegebieden, aangevuld met een aanbod gericht op gespreks- en studievaardigheden. Tevens heeft de plusklas een functie in de sociaal emotionele ontwikkeling van deze (hoog)begaafde leerlingen: er wordt bijvoorbeeld structureel aandacht besteed aan onderwerpen als faalangst, aansluiting bij klasgenoten, het zelfbeeld. Door deel te nemen aan de plusklas wordt continuering van het onderwijsleerproces gerealiseerd in de overgang van primair naar voortgezet onderwijs. Doelstelling m.b.t. de leerlingen: • Kans bieden aan excellente en (hoog)begaafde leerlingen om ontwikkelingsgelijken (peers) te ontmoeten en met hen samen te werken en problemen op te lossen; • Ondersteuning bieden aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van (hoog)begaafde leerlingen - het welbevinden van deze groep leerlingen; • Optimaal gebruik maken van specifieke ICT middelen ; • Mogelijkheden om verbredingsactiviteiten uit te voeren; • Gerichter werken aan bijv. werkhoudingsproblematiek; • Stimuleren van creativiteit; • De weg wijzen naar het zelfstandig zoeken naar gegevens en het daarna formuleren van bevindingen. • Het leren luisteren naar anderen, vragen stellen over het gehoorde. • Discussiëren, leren een standpunt te eerbiedigen. • Alle meer getalenteerde leerlingen ontvangen ook op hen afgestemd (passend) onderwijs, waarin ze de kans krijgen te laten zien wat ze kunnen, hun talenten ten volle kunnen inzetten, wat resulteert in meer welbevinden en hogere prestaties; • Er wordt een instrument gebruikt dat de tevredenheid en het rendement van de doelgroep in kaart brengt. Een onderwijsomgeving is adequaat te noemen voor (hoog)begaafde (en andere) leerlingen op het moment dat deze situatie functioneert als katalysator voor het tot uiting komen van de bekwaamheden/mogelijkheden van de (hoogbegaafde) leerling. Alleen een Plusklas kan dit niet bieden voor een leerling, want niet alle leerlingen kunnen van de Plusklas profiteren. Maar ook leerlingen die wel deelnemen aan de Plusklas kunnen op een andere moment behoefte hebben aan een andere aanpak. Daarom is het belangrijk dat er per leerling gekeken wordt, welke aanpassingen op welk moment tot de beste resultaten leiden, zowel op cognitief als op sociaal emotioneel gebied. Dit wordt meegenomen in het schoolbeleidsplan.
9 Het kind centraal
Doelgroep plusklas De doelgroep bestaat uit (hoog)begaafde leerlingen uit de midden- / bovenbouw waarbij sprake kan zijn van demotivatie en/of onderpresteren (of die in ernstige mate gevaar lopen zich in die richting te ontwikkelen) als gevolg van een tekort in het onderwijsaanbod, maar tevens die leerlingen waarbij de oplossing gevonden moet worden in een reguliere onderwijssetting. Het betreft dus geen leerlingen waarbij problemen die verband houden met de sociaalemotionele ontwikkeling zo ernstig zijn dat externe (psychotherapeutische) hulp gewenst is. De plusklas richt zich ook niet op die leerlingen waar de emotionele problemen exclusief voortkomen uit een problematische thuissituatie, waarbij er binnen de schoolse situatie geen aanleiding tot handelen is. Ook voor leerlingen die minder duidelijk geïndiceerd zijn kan de plusklas een goede ondersteuning bieden.
Beleid uitvoering plusklas • • • •
•
•
• • • • • •
Er is een toelatingsbeleid. Er zijn eenduidige selectiecriteria afgesproken voor de plusklas. Hierbij maken we gebruik van het Sidi-3 en/of een extern onderzoek. De plaatsing vindt plaats op basis van het toelatingsbeleid en is in ieder geval voor een periode van een jaar. De maximale groepsgrootte in een plusklas is 15 leerlingen. De interne begeleider van de toeleverende school is – vanzelfsprekend – op de hoogte van de gang van zaken. Hiermee dient voorkomen te worden dat er leerlingen in de plusklas terecht komen bij wie plaatsing een ongewenst effect oplevert. Sommige leerlingen kunnen bijvoorbeeld heel goed rekenen en presteren in de eigen groep heel goed, maar worden, wanneer ze bijvoorbeeld niet creatief zijn door het aanbod in de plusklas overvraagd. Gespecialiseerde leerkrachten. Een positieve relatie, frequent verbale interactie op hoog niveau, flexibiliteit en humor, kennis van diverse vakgebieden, passie voor en kennis over (hoog)begaafdheid en een natuurlijke instructietechniek zijn belangrijke voorwaarden voor het goed functioneren van de leerlingen. De plusklasbijeenkomsten vinden wekelijks plaats op de woensdagmorgen. Continuïteit is heel belangrijk. De ervaring van andere plusklassen leert dat leerlingen erg uitkijken naar de plusklasbijeenkomsten en het missen als het niet door gaat. Het is voor vele van hen echt het hoogtepunt van de week. Op andere dagen krijgen de plusklasleerlingen nog een aantal klokuren om in de eigen groep door te werken aan de opdrachten. Activiteiten van de plusklas gaan voor de schoolactiviteiten van de thuisklas. Hiervoor wordt een document door de ouders ondertekend als de leerling geplaatst wordt. Een vaste locatie voor de plusklas is van groot belang. Het is erg onrustig voor de leerkracht en leerlingen wanneer er geen vaste plek beschikbaar is. Er vindt een regelmatige terugkoppeling vanuit de plusklas plaats naar de leerkracht van de leverende school (thuisklas). Voor elke leerling wordt bij de aanname een doel omschreven, dat als leidraad gebruikt kan worden voor de informatie-uitwisseling tussen plusklas – thuisklas – ouders – kind- onderwijsaanbod. Bij situaties die niet voorzien zijn, wordt door de coördinator van de basisschool en de plusleerkracht, in overleg met de toelatingscommissie, naar een oplossing gezocht.
Aanmeldingsprocedure Plusklas 1. De coördinator + IB-er van de basisschool overleggen met de ouders of hun zoon/dochter in aanmerking wil komen voor de Plusgroep en melden de leerling aan. o De ouders melden niet zelf aan, maar via en samen met de basisschool. o De basisschool legt de procedure van aanmelding aan de ouders uit. o De basisschool legt de doelstelling en werkwijze van de Plusklas aan de ouders uit. o De basisschool communiceert met ouders over plaatsing of afwijzing voor de Plusklas.
10 Het kind centraal
2. De coördinator + IB-er van de basisschool melden de leerling aan en gebruiken hierbij de volgende formulieren: De SiDi- 3 observatielijst (Recente) toetsgegevens Eventuele externe testgegevens Het aanmeldingsformulier – school (1/2) (De leerling moet een hulpvraag hebben die moeilijk binnen de school opgelost kan worden) Het aanmeldingsformulier – ouders en leerling (2/2) 3. De aanmelding wordt voorgelegd aan de toelatingscommissie. Deze commissie kan contact met school opnemen en om aanvullende informatie vragen. De toelatingscommissie bestaat uit: - De werkgroep Plusklas Bij behandeling eigen leerling, beslist desbetreffende leerkracht niet mee. De toelatingscommissie is zorgvuldig, bepalend en autonoom. 4. De toelatingscommissie besluit over toelating en plaatsing. Een aanmelding is geen garantie voor plaatsing. 5. In samenspraak met de leerling, ouders en school wordt een (handelings)plan opgesteld door de plusleerkracht. Het doel van de plaatsing en de werkwijze wordt hierin opgenomen. 6. De toelatingscommissie komt op 14-12-2012 samen. De leerlingen moeten vóór 12-12-2012 aangemeld zijn.
Toelatingscriteria De plusklas is bestemd voor leerlingen uit de groepen 5 t/m 8. 1. De kinderen moeten beschikken over een hoge intelligentie (Cito/SiDi3). 2. Er mag geen sprake zijn van een te grote “naastliggende” problematiek. 3. De leerling moet gemotiveerd zijn om actief mee te doen aan de activiteiten van de Plusklas. Daarnaast gelden de volgende voorwaarden: o De leerling blijft ingeschreven op de eigen basisschool. De basisschool blijft formeel verantwoordelijk. o Van de thuisklas leerkracht wordt verwacht dat hij/zij in de groep ruimte en tijd creëert voor de plusklasopdrachten die de leerling moet uitvoeren. o De plusleerkracht organiseert enkele contactmomenten voor de school en ouders, waarbij de voortgang en ontwikkeling wordt besproken. o De leerlingen kunnen gebruik maken van de faciliteiten van: O.b.s. de Horst (de Wijk)
o o o o o o
De leerlingen zijn tijdens de lesdag (woensdag) van de Plusklas verzekerd. De ouders zijn zelf verantwoordelijk voor het halen en brengen van hun kind naar de Plusklas. De op het aanmeldingsformulier aangegeven leer- aandachtspunten worden meegenomen in het handelingsplan. Er zitten niet meer dan 15 kinderen in de Plusklas. Schooljaar 2012-2013 start met 1 Plusklas (pilot). Aanmelding Wij verzoeken u de betreffende gegevens aan te leveren vóór 12-12-2012 Opsturen naar: Toelatingscommissie Plusklas Stichting Wolderwijs Dijkhuizen 28 7961 AK Ruinerwold
11 Het kind centraal
Aanmeldformulieren, zie bijlage 1.
12 Het kind centraal
6.
Innovatieplan Wolderwijs 2012 – 2015
Onderwerp Passend onderwijs aan excellente en (hoog) begaafde leerlingen.
Doel De directie van Wolderwijs wil in het kader van Passend Onderwijs en de ‘zorgplicht’ een goed doordacht en passend aanbod voor alle leerlingen binnen haar scholen realiseren, dus ook voor leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong. Ieder schoolbestuur heeft de verantwoordelijkheid om aan iedere leerling die zich bij een school van dat schoolbestuur aanmeldt of daar is ingeschreven, een passend onderwijs-zorgarrangement aan te bieden. Wolderwijs wil een passend aanbod binnen de groep realiseren, maar daarnaast ook een aanbod buiten de groep onderzoeken. Het opzetten van een aantal bovenschoolse plusklassen is één van de mogelijkheden. Doel is te komen van een incidenteel en fragmentarisch beleid naar een integraal beleid op stichtingsniveau.
Voorstel voor beleidsuitvoering Van maart 2012 tot juli 2013 1 De start Een bijeenkomst met directeuren en intern begeleiders, waarin wordt ingegaan op de ambitie van Wolderwijs, de koers wordt bepaald en de opzet van het traject wordt besproken. De deelnemers ontvangen een eerste versie van de concepttekst van het beleidsplan (concept tekst wordt geleverd door Cedin). Dit integraal beleidsplan wordt in een werkgroep verder ontwikkeld en na enkele meningsvormende vergaderingen vastgesteld door de algemene directie, door de directies en door de teams van de scholen. De onderwijsadviseur van Cedin kan deel uitmaken van de werkgroep.
2. Een studiedag Een algemene studiedag op dinsdag 6 november 2012 voor alle leerkrachten van Wolderwijs, waarin nader wordt ingegaan op verschillende facetten bij de aanpak voor deze leerlingen. Cedin zal een rol spelen bij de opzet en de uitvoering van deze studiedag.
3. Scholing van coördinatoren Er worden zeven coördinatoren excellent leren (op elk onderwijsteam 1 coördinator) binnen de Wolderwijs benoemd. De directeur bespreekt dit in zijn team en meldt deze coördinator aan bij de algemeen directeur. Deze scholing wordt betaald uit de impulsgelden. Dit wordt 18 juni besproken op het directieberaad. Deze coördinatoren worden de eerstelijnsondersteuner in de eigen scholen. Deze coördinator volgt de opleiding Specialist excellent talent en (hoog)begaafdheid. Voor de volgende onderwijsteams wordt een coördinator opgeleid: 1. De Lindert – Reestzicht – De Bosrand 2. De Vaarboom – De Esdalschool 3. Het Groene Hart 4. De Dissel 5. De Wezeboom – De Rozebottel 6. ‘t Echtenest – ’t Oelebröd 7. De Horst
13 Het kind centraal
De inhoud van deze scholing is als volgt: De opleiding start met een introductiebijeenkomst om opzet, werkwijze en verwachtingen op elkaar af te stemmen. De opleiding zelf is opgebouwd rond zes thema’s. In elk thema staat de samenhang tussen de theorie, de toepassing in de praktijk en de eigen ontwikkeling centraal.
De zes thema’s zijn: 1. Theorie en signalering/diagnostiek. 2. Hulp bij onderpresteren en leren leren. 3. Aanbod in de groep/buiten de groep. 4. Voorlichting en communicatie met ouders. 5. (Hoog)begaafd en een naastliggende problematiek. 6. Beleid in school. Opdrachten Tijdens de opleiding legt u onder meer een portfolio aan en bestudeert u achtergrondinformatie en materialen. U probeert oefeningen uit in de praktijk en u legt uitwisselingsbezoeken af en voert maatjesoverleg. Tot slot schrijft u uw eigen interventieaanpak. Het resultaat is dat er op uw school of bovenschools daadwerkelijk een veranderingsproces uitgevoerd is. Met deze opleiding is de coördinator in staat om op te treden als: -
inspirator, coördinator voor de schoolaanpak, begeleider voor schoolbeleid, vraagbaak voor collega’ s, mentor voor de leerlingen , deskundige in contacten met ouders, leerkracht plusgroep.
4. Opzet plusklassen Er worden voorbereidingen getroffen om in enkele scholen een bovenschoolse plusklas op te zetten. Deze plusklassen zijn bedoeld voor (hoog)begaafde leerlingen (groep 5 t/m 8) uit de omliggende scholen. Cedin neemt deel aan de werkgroep. Doel is vanaf januari 2013 te starten met de bovenschoolse plusklassen. In deze plusklassen wordt een aangepast leeraanbod aangeboden, die redelijkerwijs niet op de eigen school geboden kan worden. Er wordt een werkgroep opgericht, die belast is met dit voorbereidend onderzoek, de oriëntatie en de uitwerking. (deel)beleidsplan schrijven, procedure aanmelding, benoemingsprocedure plusklas leerkracht(en), curriculum ontwikkelen, koppeling thuisklas/plusklas, nadenken over ruimte en middelen. Cedin ondersteunt de werkgroep plusklas in haar taak. De werkgroep bestaat uit: • Martijn Mulder (AD) • De 7 coördinatoren excellent leren • Jan Kuipers (senior adviseur Cedin)
14 Het kind centraal
Van augustus 2013 tot juli 2015 5. Implementatie van beleid op schoolniveau. Het beleidsplan wordt op schoolniveau tot uitvoering gebracht,waarbij de directeuren aangeven op welk terrein de externe ondersteuning wordt uitgevoerd. De specialisten spelen hierin een actieve rol. Deze uitvoering kan gestalte krijgen in 2013 – 2014 of in 2014 – 2015 Cedin kan hiervoor concrete kijkwijzers leveren.
6. Monitoring van inhoud door werkgroep plusklas. Deze groep komt bijeen om na te gaan op welke wijze het beleid op de scholen wordt uitgevoerd. Knelpunten worden in kaart gebracht en verholpen. Er is ruimte voor intervisie.
7. Borging van beleid door een werkgroep directie. 8. Begeleiding plusklasleerkracht(en). De ervaring leert dat de plusklasleerkrachten in het eerste (plusklas)jaar veel behoefte hebben aan ondersteuning en deskundige feedback. Begeleiding door de werkgroep plusklas.
Uitvoerder(s) De opdracht wordt uitgevoerd door één of meerdere specialisten excellent leren en (hoog)begaafdheid van Cedin, waaronder tenminste Jan Kuipers.
15 Het kind centraal
7.Tijdpad vaststelling beleidsplan Stappen: Wanneer: 1. 26 maart 2012
2.
15 mei 2012
3.
4 juni 2012
4.
8 juni 2012
5.
12 juni 2012
6.
18 juni 2012
Wat: Ambitieplan Voorlichting aan directies en ib’ers Elke school heeft concept ontvangen. Eerste screening, aanpassingen bespreken. Aanpassingen doorvoeren Tweede screening
Wie: Martijn en Jan
Definitief beleidsplan van de werkgroep wordt verstuurd naar algemeen directeur. Versturen stukken naar directieberaad Aanbieden aan en bespreken in directieberaad + toelichting Wijzigingsvoorstellen worden geïnventariseerd.
Karin
Werkgroep
Werkgroep
Martijn Martijn
Overleg over de 7 coördinatoren Dit wordt vastgelegd in de die de opleiding gaan volgen. notulen. Directeur overlegt in onderwijsteams wie de specialist gaat worden.
7.
26 juni 2012
8.
27 juni 2012
9.
4 juli 2012
10.
12 juli 2012
11.
13 juli 2012
13.
13 juli 2012
14.
14 juli 2012
15.
21 juli 2012
Status: ter advisering Overleg met dagelijks bestuur GMR Status: informatief Versturen stukken naar GMR
Martijn/Ankelien
Aanbieden aan en bespreken in GMR + toelichting Wijzigingsvoorstellen worden geïnventariseerd. Status: ter advisering AD stelt plan vast
Martijn
Definitief beleidsplan Wolderwijs versturen aan de scholen/directies Specialisten zijn bekend bij de algemeen directeur. Deze gaan de opleiding specialist excellent talent en hoogbegaafdheid volgen. Coördinatoren excellent leren zijn bekend bij Wolderwijs en Jan Kuipers. Cursus op de vrijdagmorgen. De coördinatoren excellent leren vormen ook de werkgroep plusgroep.
Martijn
16 Het kind centraal
Martijn
Martijn
Martijn en Wobke Dragstra (Promess)
Martijn
Martijn
Er wordt een datum gepland voor een eerste bijeenkomst. 16.
Uiterlijk 25 september 2012
Directies bespreken plan in eigen teams Hoofdlijn ligt vast Op detail kunnen per school wijzigingen worden aangebracht.
Directeur en team per school Ondersteuning door coördinator excellent leren.
Scholen krijgen hiervoor een concept schoolbeleidsplan. Deze wordt tijdens de studie aangeboden. April 2013 ligt er een schoolbeleidsplan op alle scholen. 17.
25 september 2012 Beleidsplan wordt per school vastgesteld
Directeur/team/mr - per school Ondersteuning door coördinator excellent leren.
18.
5 oktober 2012
Overleg werkgroep plusklas
19.
19 oktober
Overleg werkgroep plusklas
20.
6 november 2012 Wolderwijsdag Thema: excellent onderwijs Centrale inleiding + diverse workshops
Coordinatoren, Jan Kuipers en Martijn Mulder. Coordinatoren, Jan Kuipers en Martijn Mulder. Allen
21.
9 november 2012 Overleg werkgroep plusklas
22. 23.
Coordinatoren, Jan Kuipers en Martijn Mulder. 23 november Overleg werkgroep plusklas Coordinatoren, Jan Kuipers 2012 en Martijn Mulder. 1 december 2012 Specifieke scholingswensen voor W Directeur en team - per tot 1 juni 2013 de school school worden geïnventariseerd Ondersteuning door de Op welke wijze willen scholen specialisten. ondersteund worden in de uitvoering?
24.
7 december 2012 Overleg werkgroep plusklas
Coordinatoren, Jan Kuipers en Martijn Mulder. Coördinator excellent leren
25.
Uitvoeringsplan maken
26.
Uitvoeringsplan aanbieden aan scholen 2013 – 2014 2014 - 2015
Coördinator excellent leren
27.
Start stap 2*
Coördinator excellent leren
Start plusklassen Schoolbeleidsplan op alle scholen.
Werkgroep plusklas
28. 29.
Januari 2013 April 2013
* Stap 1 is het beleid op bestuursniveau: - algemeen beleidsplan maken en vaststellen
17 Het kind centraal
- Wolderwijsdag voorbereiden en uitvoeren - voorbereiden plusklas Stap 2 behelst de uitvoering van het beleid op schoolniveau, waarbij de directeuren aangeven op welk terrein eventuele ondersteuning/scholing wordt uitgevoerd. De specialisten spelen hierin een actieve rol.
Tijdpad aanmelding en uitvoering Plusklas Wolderwijs
Wanneer: Wat: 19 oktober 2012 Bijeenkomst Pluswerkgroep • Bespreken SIDI (Jan) • Aanmeldformulieren (Saskia) • Tekst beleidsplan (Karin) • Tijdspad (Karin) • Vanaf welk moment start de plusleerkracht?
6 november 2012
7 november 2012
12 december 2012 14 december 2012 13.00 – 15.00 Ruinerwold 17 december 2012
’s Middags 9 januari 2012
Vaststellen: • Start datum plusklas • Locatie • Leden toelatingscommissie • Plusleerkracht Voorlichting aan scholen tijdens de Wolderwijsdag 6 november. De volgende punten worden genoemd: • Start datum plusklas • Locatie • Leden toelatingscommissie • Plusleerkracht • Tijdspad • SIDI3 Aanmeldingsprocedure naar de basisscholen. Leerkrachten vullen SIDI3 in voor leerlingen die eventueel in aanmerking komen voor de Plusklas (groep 5-8). Aanmeldingen zijn binnen
Selectieprocedure plusklas.
Voorlopige uitslag plaatsing aan de school. Bij niet plaatsen wordt er een reden van afmelding vermeld.
Gesprekken Plusklasleerkracht en basisscholen (op locatie van de plusklas)
18 Het kind centraal
Wie: Coördinatoren Jan Kuipers Martijn Mulder
Martijn Mulder
Saskia past formulieren aan. De coördinatoren begeleiden de leerkrachten op eigen school.
Basisscholen
Toelatingscommissie + overige leden van de werkgroep. Martijn zorgt voor kopieën van de aanmeldformulieren. Toelatingscommissie De coördinator koppelt dit terug naar de ouders.
Plusklasleerkracht en ondersteuning (2 leden van de werkgroep)
Tussen 9 januari Afstemmen handelingsplan met en 6 februari Ouders 2013.
Basisschool en ondersteuning plusklasleerkracht
Voor 1 februari 2013.
Definitieve plaatsing
Toelatingscommissie
6 februari 2013
Start plusklas + kennismaking leerlingen en ouders.
Plusklasleerkracht
Ouderavond
Werkgroep + Plusklasleerkracht
Contact moment met basisscholen
Werkgroep + Plusklasleerkracht
Tien minuten gesprekken:
Plusklasleerkracht
Contact moment met basisscholen
Werkgroep + Plusklasleerkracht
19 Het kind centraal
8.Literatuurlijst en/of bronvermeldingen • • •
Ministerie van OCW (2011) Actieplan PO Beter presteren. Segers, E. & Hoogeveen, L. (2012) Programmeringstudie Excellentieonderzoek in primair, voortgezet en hoger onderwijs. Nijmegen: Radboud Universiteit, Behavioural Science Institute & Centrum voor Begaafdheids Onderzoek. www.slo.nl
Dit beleidsplan is na een positief advies van directeuren en de GMR van Stichting Wolderwijs vastgesteld op 05 juli 2012.
M.H. Mulder, algemeen directeur.
20 Het kind centraal
Bijlage 1.
21 Het kind centraal
Aanmelding Plusklas - School Datum: Ingevuld door: Gegevens betreffende de leerling Naam: Adres: Woonplaats: Telefoon: Geboortedatum: Basisschool: Informatie van de school (1e aanmelding) Reden om de leerling aan te melden voor de Plusklas:
Informatie van de Plusklas leerkracht (vervolg aanmelding) Reden om de leerling aan te melden voor de Plusklas:
Wat zijn de leerpunten om aan te werken in de Plusklas?
Handtekening leerkracht:
Bijlagen toevoegen:
_________________________
- SiDi-3 observatielijst - (Recente) toetsgegevens - Evt. externe testgegevens
22 Het kind centraal
Aanmelding Plusklas - Ouders en leerling Datum: Naam kind: Informatie van de ouders Ik wil graag dat mijn kind naar de Plusklas gaat, omdat:
Een aandachtspunt voor mijn kind in de Plusklas is:
Informatie van de leerling Ik wil graag naar de Plusklas, omdat:
Ik wil in de Plusklas graag leren …….
Ik wil in de Plusklas graag werken aan (onderwerpen):
Handtekening ouder(s):
Handtekening kind:
_______________________
___________________ 23
Het kind centraal
24 Het kind centraal