1 oktober 2015 - NR. 4
Rikkert Zuiderveld over christendom en socialisme Manuela Kalsky over Srebrenica: maak schoon schip Paus Franciscus zoekt verbindingen OKTOBER 2015- nr. 4
{VAN DE REDACTIE
2
{EN VERDER
3
6 Onderwijs: bezield boven zuilen 8 Ecokathedraal: bouw zonder plan 9 Column Margrietha Reinders Bas Joosse, eindredacteur
Durf schoon schip te maken. Die oproep doet Manuela Kalsky in dit blad. Het onderwerp: Srebrenica. Dat ene woord zegt genoeg, vrijwel iedereen weet wat daar gebeurd is. Kalsky is kritisch op het, zoals zij het omschrijft, onvermogen om de morele schuld te erkennen. Ook kritisch is Rikkert Zuiderveld. De hippie van weleer stelt in een openhartig interview dat socialisme en christendom meer met elkaar gemeen hebben dan sommige mensen willen toegeven. Tegenwoordig kraakt hij kritische noten over de maatschappij. Bijvoorbeeld over de vluchtelingenproblematiek die nu speelt. Als eenling kun je niet zo veel, het maakt machteloos. Maar Rikkert put hoop uit wat er in de Bijbel staat. “De hoop vanuit het evangelie helpt mij om naar de toekomst te kijken en te doen wat je kunt doen.”
dat de natuur haar gang kan blijven gaan. Om te zorgen dat dat kan, moeten we er als mensen van afblijven, juist dat wat in de Ecokathedraal gewaardeerd zou worden. Redacteur Bas Roufs laat een gedegen analyse los op de Paus’ milieu-encycliek ‘Laudato Si’, een oproep aan veel partijen. De vraag is of Franciscus’ woorden weerklank zullen vinden tijdens een milieuconferentie in Parijs. Die hoop is er. Mink de Vries zet zich in voor Moderne Devotie, een term die volgens hem gaat over de eigen verantwoordelijkheid van mensen en het zorgdragen op basis van wederkerigheid. Compassie noemt hij een sleutelbegrip van de beweging. Compassie: omzien naar elkaar, de ander hoop bieden. Hoop doet leven en drijft veel mensen, naar een betere toekomst, en misschien naar vrede? De tijd zal het leren.
We zijn die hoop nog niet voorbij. Overal in het land worden nu vluchtelingen opgevangen in sporthallen en andere tijdelijke locaties. Er wordt massaal gehoor gegeven aan de oproep van het kabinet om vluchtelingen op te vangen, kijk naar bijvoorbeeld Nijmegen waar ‘even’ drieduizend bedden geregeld worden en dan nog de talloze inzamelacties die overal in het land gehouden worden. Dat biedt hoop, het kan nog wel; de medemenselijkheid is er nog.
Rikkert Zuiderveld Manuela Kalsky wil schoon schip Franciscus zoekt verbindingen
4 14 18
10 Moderne Devotie in Zwolle 12 Fotoverhaal Voedselbank 16 Steungezin bestrijdt armoede 19 Column Enis Odaci 20 In Memoriam Jan Bulens 21 Andere Wang - Ruard Ganzevoort 22 Commentaar Hans Feddema/ recensie acht mei beweging
23 Onder Ogen/Agenda 24 Uitsmijter Jan Spijk
Dichterbij huis is er ook hoop voor mensen die in armoede leven. Sommigen van hen maken gebruik van de voedselbank. In Breda kunnen ze een beroep doen op Steungezin, het initiatief dat dit jaar de Ab Harrewijn Prijs won. Anita Broekhuizen betaalde via Steungezin de pedicure voor iemand die het nodig heeft en interviewde oprichtster Helma du Pont. In de Ecokathedraal in het Friese Mirdum wordt zonder plan gebouwd, stenen worden gestapeld zonder cement. Voor dat cement moet de natuur zorgen. Die kan daar haar eigen gang gaan, haar eigen plan trekken. Paus Franciscus doet een oproep met natuur als onderwerp: zorg
COLOFON Magazine De Linker Wang is een uitgave van stichting De Linker Wang. ‘Politiek met compassie’ is het motto van De Linker Wang, de religiewerkgroep van GroenLinks
Redactie: Theo Brand (hoofdredactie), Bas Joosse (eindredactie), Anita Broekhuizen, Carin Hereijgers, Maxine Herinx, Nadine Huiskes, Matthias Kaljouw, Albert Koot, Yfke Nawijn, Wilhelm Lagrouw, Cor Ofman,Bas Roufs, Iris Savelkouls en Ina Scholma-Huisman. Aan dit nummer werkten mee: Hans Feddema, Ruard Ganzevoort, Manuela Kalsky, Paul Klein, Enis Odaci, Margrietha Reinders en Jan Spijk Commentaartekening: Maarten Wolterink. Omslagfoto: Rikkert Zuiderveld. foto: Paul Klein Fotografie
OKTOBER 2015- nr. 4
Opmaak/vormgeving: Max Prins. Drukwerk: Twigt GrafiMedia, Waddinxveen. Gedrukt op geheel gerecycled FSC-papier. Redactiesecretariaat: Theo Brand, Wagenschuurstraat 14, 8043 XW Zwolle. E:
[email protected] Abonnee-administratie: De Linker Wang, Prins Hendrikstraat 143, 2405 AJ Alphen aan den Rijn. E:
[email protected] Jaarabonnement: € 16 (5 nummers). Betalingen en donaties: NL60TRIO0390264393 t.n.v. De Linker Wang o.v.v. ‘Abonnement De Linker Wang’ of ‘Donatie De Linker Wang’.
Stichting De Linker Wang: Politiek met compassie. Religiewerkgroep van GroenLinks. Uitgever van het gelijknamige tijdschrift. Bestuur: Ruard Ganzevoort (voorzitter), Sijtse van Veen (secretaris)en Pieter van Abshoven (penningmeester). Tjeerd de Jong, Manuela Kalsky, Bas Roufs en Petra Ybeles Smit. E:
[email protected] Website: www.linkerwang.nl. Twitter: @DeLinkerWang.
OKTOBER 2015- nr. 4
{INTERVIEW
4
5
Geloof in Jezus behoedt Rikkert Zuiderveld voor cynisme
‘Socialisme en christendom hebben veel gemeen’ Muzikant, maatschappijcriticus en woordkunstenaar. Rikkert Zuiderveld (1947) is meer dan schrijver en zanger van de christelijke kinderliedjes die hij samen met zijn vrouw Elly ten gehore brengt. Op NPO Radio 1 draagt hij wekelijks een sonnet voor als commentaar op het nieuws. Hij schrijft liedjes voor volwassenen. Zijn scherpe oneliners, spreuken en aforismen zetten aan tot denken of lachen. ‘Sommige mensen prijzen God zo luidruchtig, dat ze Hem niet meer aan de deur horen kloppen.’ Tlheo Brand
Als enigen in het dorp waar zij woonden, hadden ze die PSP-poster met koe en blote vrouw voor het raam hangen. Het was 1971. Elly Nieman en Rikkert Zuiderveld hadden een baby - later volgden nog twee kinderen en een pleegkind. Ze woonden in een klein boerderijtje in de Betuwe. Ze waren veelbelovende artiesten en omhelsden het antiburgerlijke hippiebestaan. In Amsterdam hadden ze elkaar ontmoet en daar maakten ze eind jaren zestig deel uit van een nieuwe generatie artiesten en kunstenaars onder wie Boudewijn de Groot, Armand, Jop Pannekoek, Lennaert Nijgh en Ramses Shaffy. In de hoofdstad waren Rikkert en Elly - elk op hun eigen manier - bekend geworden; in de Betuwe zochten ze samen rust en ruimte. Vegetarisch eten, macrobiotiek, yin en yang: ze leefden principieel en bewust. Ook blowen hoorde erbij. Niet stiekem maar altijd samen in een kring. Vanuit Amsterdam kwam weinig bezoek. Wel was er opvang voor tijdelijk ontheemden, mensen die er geestelijk of fysiek doorheen zaten. ‘Ik vind nog steeds dat veel elementen van dat zogenaamde hippiebestaan niet slecht zijn. Zeker in de ratrace van nu denk ik dat mensen er een stuk rustiger van zouden worden,’ blikt Rikkert terug.
Commune De elpees die ze uitbrachten zoals Parsifal en Adem waren spiritueel en mythisch van karakter. En ook toen al maakten ze muziek voor kinderen, zoals onder meer de elpee Het Oinkbeest (1972). Van de Betuwe verhuisden ze naar Uffelte in Drenthe, uiteraard weer in een vrijstaand boerderijtje. Het idealisme groeide, maar ook de OKTOBER 2015- nr. 4
teleurstellingen. Hun gastvrije huis veranderde in een soort commune van achttien mensen: allemaal stellen met kinderen die deels in een woonwagen of een tipi in de tuin woonden. Rikkert: ‘Veel ging goed. Maar er was ook profiteergedrag en er kwamen randfiguren bij, ook verslaafden en psychiatrisch patiënten. Toen werd het moeilijker. Bij thuiskomst lagen er soms wildvreemden in ons bed die vroegen: ‘Woon jij ook hier?’.’ Blowen werd een vlucht. Ze waren elkaar kwijt en ook de weg in hun zoektocht naar de zin van het leven. ‘We waren werkelijk op,’ zegt Rikkert. De commune werd opgeheven en in een autobusje begon de reis naar India. In Zuid-Frankrijk werd de tocht afgeblazen, ook omdat zoon Robin (toen 5 jaar) protesteerde. Hij verlangde naar school en een gewoon leven. De jonge ouders zaten geestelijk aan de grond. Rikkert zocht en las in de Bijbel. ‘Ik wist dat er iets moest zijn dat waar was. Maar het beeld dat ik van het geloof had, was niet florissant. De levensstijl van christenen die ik kende, sprak me totaal niet aan. Je kreeg me voor geen goud de kerk binnen. Rob en Willie, oude communevrienden die een bekering hadden meegemaakt, kwamen op ons pad. Ze leefden in zelfgemaakte huifkar en trokken ermee rond. Zij overbrugden voor ons de afstand tussen het geloof dat we wilden en de conventies die we niet wilden. Een paar dagen later brandde hun huifkar totaal af. Het stel trok bij ons in, tot ze een huis vonden waar ze ook mensen opvingen. Nog steeds zijn we met hen bevriend.’
Menswording van God 1975 Werd het jaar van overgave en de bekering. Voor familie, vrienden en veel fans was het moeilijk te bevatten. Sommigen zagen het als verraad. Hoe dan ook: het geloof in Jezus bracht Elly en Rikkert hoop, stabiliteit en vertrouwen. Later formuleerde Rikkert het zo in een aforisme: ‘Bijna iedereen is het erover eens dat Jezus zo ongeveer de meest hoogstaande figuur uit de geschiedenis is. Wie zegt een volgeling van Hem te zijn, wordt als achterlijk beschouwd.’ Ze kwamen in een nieuwe, evangeli-
De omgekeerde wereld Het levensverhaal van Elly en Rikkert is in 2006 te boek gesteld door journalist Herman Veenhof onder de titel ‘Vrije Vogels. De omgekeerde wereld van Elly en Rikkert Zuiderveld’. Hierin komen naast het duo zelf, ook anderen aan het woord zoals socioloog en publicist Herman Vuijsje met wie Rikkert op de middelbare school bevriend was, Freek de Jonge die ook zijn levenspad kruiste, en artiesten als Boudewijn de Groot en Lenny Kuhr die samenwerkten met Elly en Rikkert. Het boek is gebruikt als belangrijke bron voor een aflevering van het tv-programma Andere Tijden in 2006 over het artistieke duo als icoon van het hippiedom, en de culturele broedplaatsen in Amsterdam en Haarlem waar Elly en Rikkert in de jaren zestig doorbraken.
sche, omgeving terecht. Christelijke conventies en beperkingen speelden bewust of onbewust een rol. Het geloof is anno 2015 minder vastomlijnd dan in die begintijd. Rikkert is bijvoorbeeld geen principieel voor- of tegenstander van abortus-in-alle-gevallen: ‘Elke vrouw, elke situatie is uniek.’ Optreden doen hij en Elly even makkelijk voor kinderen in een protestants-christelijk bolwerk, op een Vlaamse toogdag voor humanisten als in een roze viering. Centrale boodschap: je mag er zijn. Rikkert zit voor het gesprek met De Linker Wang aan de eettafel in zijn woonboerderij in de buurt van Vledderveen, op de grens van Drenthe en Friesland. Elly is alternatief gekleed in het paars en schenkt een glas rode wijn in voor de interviewer, voor Rikkert en haarzelf. De sfeer is hartelijk en gastvrij. ‘Op de liefde’, zegt Elly. Er wordt geproost. Op de vraag wie Jezus voor hem is, antwoordt Rikkert: ‘De afdruk van Gods wezen, een Grote Broer. Zo komt wat ver weg is, dichtbij. Door de menswording van God, kunnen mensen Zijn kwetsbaarheid ervaren.’ Dat brengt hem ook bij de actualiteit: ‘De grote stromen mensen die uit het Midden-Oosten naar Europa vluchten. Ze kunnen het niet meer aan. Paniek,
Foto: Paul Klein
politie. De schrik slaat je om het hart. De grenzen sluiten, dat kan natuurlijk niet. Maar persoonlijk kun je zo weinig. Als je ziet hoeveel er mis gaat… dat geeft gevoelens van machteloosheid. De hoop vanuit het evangelie helpt mij om naar de toekomst te kijken en te doen wat je kunt doen.’ Verschillende keren gingen Elly en Rikkert naar Kenia en Ghana. Vrienden doen daar ontwikkelingswerk en bieden samen met de oorspronkelijke bewoners hulp aan straatkinderen. ‘We mochten zingen en muziek maken met de kinderen. Zo lever je een kleine bijdrage. Die projecten gaan met vallen en opstaan natuurlijk. Het blijft Afrika. Maar mensen hebben hoop en doen wat ze kunnen.’
Pacifisme Bij een geloofsgemeenschap is Rikkert niet aangesloten. Voor kerkelijke instituten is hij altijd huiverig gebleven. ‘Veel gemeenschappen zijn kerkje aan het spelen. De geschiedenis laat zien hoe grote instituten vergroeien met de macht. Daar gaat heel veel fout. Mensen beginnen met goede bedoelingen, maar dat slaat al gauw om in machtswellust.’ Als jongeman wist hij de militaire
dienstplicht te ontlopen en werd afgekeurd om ‘psychologische redenen’. ‘Ga jij maar met je meisje in een hutje op de hei wonen’ kreeg hij te horen. Aforismen Het pacifisme bleef hij zijn hele leven trouw. Het volgen van Jezus speelt daarin een rol, maar zijn humanistischWie denkt dat de scheidslijn tussen goed socialistische opvoeding niet minder, en kwaad parallel loopt aan die tussen stelt Rikkert. Zijn vader was onderwijzer en een trachristenen en niet-christenen, is naïef of ditioneel sociaaldemocraat. Zijn broer christen, en waarschijnlijk allebei werd PvdA-wethouder. ‘Ik ben grootgebracht met waarden als barmhartigheid en vrede: dezelfde waarden als Een mens is nooit te fout om te leren die uit het evangelie. Ook respect voor andersdenkenden speelde Kunt u ook de ontwikkelingen in de een rol bij ons thuis. We waren beslist niet antireligieus. wetenschap niet meer volgen? Troost u, Ik moet lachen hoe het Humanishet is wederzijds. tisch Verbond zich nu profileert met de slogan ‘Zonder uw steun is het humanisme aan de goden overgeleHet ergste van dakloos zijn is, dat je niet verd’. Overgeleverd dus aan goden kunt meedoen aan de postcodeloterij die niet bestaan. Wat een grap!’ ‘Socialisme en christendom hebben in beginsel meer met Godsvertrouwen: de zeespiegel stijgt en elkaar gemeen dan mensen vaak Nederland zingt. beseffen. Kijk naar de christengemeenten in de eerste eeuw. Alle bezittingen werden onderling Bron: verdeeld, dat lijkt toch veel op het De slimme Rikkert. Oneliners, spreuken, aforismen. socialistische ideaal.’ Rikkert Zuiderveld. Uitgeverij Brandaan, 2015. OKTOBER 2015- nr. 4
6
7
Vrijheid van onderwijs voorbij de oude richtingen
Onderwijs: bezield boven de zuilen Terecht stuurt staatssecretaris Dekker aan op aanpassing van het onderwijsstelsel. Het onderwijs is een van de laatste verzuilde sectoren. Deze wijziging kan echter niet zonder herbezinning op de rol van religie en levensbeschouwing in het onderwijs. Deze is verre van voorbij. Matthias Kaljouw
Staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap wil af van de verschillende onderwijsrichtingen, die vooral bestaan uit traditionele religieuze en levensbeschouwelijke stromingen (protestants, katholiek, maar ook bijvoorbeeld humanistisch). Deze richtingen bemoeilijken de stichtingsprocedure van nieuwe scholen. De noodzaak voor wijziging is een direct gevolg van de transformatie die religie in Nederland ondergaat. Tegelijkertijd is de rol van religie daarmee alles behalve uitgespeeld.
Stichtingsproblemen Wat is het probleem? Door artikel 23 van de Grondwet kent het Nederlandse onderwijsstelsel openbaar onderwijs, gesticht vanuit de overheid, en bijzonder onderwijs, gesticht vanuit
Leerlingen van de Lorentz School in Leiden. Foto: Jannes Linders, Atelier PRO. OKTOBER 2015- nr. 4
de samenleving (kerken, verenigingen, buurten). Op dit moment kan er alleen een bijzondere school gesticht worden, als deze behoort tot een van de erkende onderwijsrichtingen. Daardoor is het voor relatief nieuwe schoolconcepten, zoals persoonlijk onderwijs of montessori, lastig om een school te beginnen. Zij moeten zich onder een van de bestaande richtingen scharen, terwijl ze zich niet als levensbeschouwelijk of religieus beschouwen. Lange tijd was de oplossing om hen te scharen onder min of meer neutrale richtingen als ‘algemeen bijzonder’ of ‘vrije school’. Het volgende probleem is echter de stichtingsnorm. De school moet met een prognose aantonen dat er behoefte is aan een nieuwe school van die specifieke richting. Als metafoor: iedere richting heeft per regio zijn eigen visvijver, met een maximaal aantal vissers (scholen). Op een gegeven moment is er geen ruimte meer voor bijvoorbeeld een nieuwe algemeen bijzondere of protestantse school, omdat alle leerlingen van die achterban volgens statische prognoses bediend worden. Dit terwijl de nieuwe school wat betreft onderwijsconcept vernieuwend kan zijn en eigenlijk dus
een eigen achterban zou bedienen. Een achterban die zich zelfs over de grenzen van richtingen kan uitstrekken.
Verzuild onderwijs Het onderwijsstelsel gaat op deze manier dus nog uit van een verzuilde samenleving: per overtuiging een eigen, omgrensde gemeenschap. Protestantse kinderen gaan naar protestantse scholen, humanistische kinderen gaan naar humanistische scholen, et cetera. Dit zien we ook aan de kenmerken waaraan een religieuze of levensbeschouwelijke stroming moet voldoen, om erkend te worden als onderwijsrichting. Door de jurisprudentie op dit gebied mag alleen een geestelijke stroming als richting erkend worden die zich georganiseerd manifesteert in de samenleving, dit ook doet op andere terreinen dan onderwijs (zoals media en politiek) en tenslotte een meetbare (omvangrijke) achterban heeft. Hiermee vraagt de overheid dat iedere geestelijke beweging zich organiseert zoals de verzuilde bewegingen dat in de twintigste eeuw voor elkaar kregen en nog volhouden. Het is maar de vraag of we dat van iedere nieuwe religieuze stroming kunnen eisen. Het
vreemde gevolg is namelijk dat koptisch-orthodox, orthodox-islamitisch en boeddhistisch onderwijs niet door de staat worden gefinancierd, maar bijvoorbeeld evangelisch en algemeen islamitisch onderwijs wel. De nieterkende richtingen zijn of te klein, of te weinig onderscheidend, of manifesteren zich onvoldoende georganiseerd in de samenleving. Oftewel, ze zijn niet voldoende verzuild.
Religie voorbij de zuilen Maar de Nederlandse samenleving onttrekt zich steeds meer aan verzuilde structuren. Hoewel deze ontwikkeling evenzeer geldt voor de politieke en levensbeschouwelijke structuren, zien we dit het meest radicaal bij de gedaanteverandering van religie. Nieuwe religieuze bewegingen doen intrede, onder andere door immigratie. Daarnaast zien we steeds meer geloof buiten de institutionele religies, in vormen van individuele spiritualiteit of zingeving (hier bestaan nog geen omvattende termen voor). Bovendien blijkt uit recent onderzoek door de VU en het Dominicaans Studiecentrum voor Theologie en Samenleving dat veel mensen affiniteit hebben met meerdere religies (multiple religious belonging in vaktermen). Zij halen hun zingeving uit twee of meer religieuze tradities, die ze op persoonlijke wijze verbinden. Het is zeer waarschijnlijk dat deze ontwikkeling de toekomst van religie in Nederland en West-Europa zal bepalen, stellen diverse godsdienstsociologen en theologen. Vooral deze laatste ontwikkeling is een definitief afscheid van de verzuiling. Immers, hier staat geloof of overtuiging los van de exclusieve keuze voor één gemeenschap en één leer, hetzij religieus, hetzij levensbeschouwelijk. Atheïsten laten zich inspireren door christelijke spiritualiteit, christenen noemen zich ook boeddhist, et cetera. Geloof en levensbeschouwing is zingeving, een zoektocht naar persoonlijke inspiratie, niet meer een zuil: het overnemen en doorgeven van een compleet set aan waarheden over alle aspecten van het dagelijks leven. Deze verschuivingen maken duidelijk dat onderwijsrichtingen een obstakel
uit het verleden zijn: ze houden het onderwijsstelsel vast in een verouderd systeem dat niet langer recht doet aan de veranderde maatschappij. Dit blijkt wel uit het feit dat het grootste gedeelte van het onderwijs officieel nog steeds een religieuze of levensbeschouwelijke grondslag kent, ondanks de ingrijpende verandering van het religieuze landschap. ‘Officieel’, want veel confessionele scholen weten niet langer hoe zij deze identiteit nog gestalte kunnen geven in hun onderwijs. Door de voorwaarde dat bijzonder onderwijs vanuit een richting wordt gegeven, blijft het onderwijs een verzuilde sector. Betekent dit ook dat we het duale stelsel moeten opgeven? Hoewel het een artefact is uit de verzuiling, wijst de Onderwijsraad er terecht op dat het duale stelsel ook een maatschappelijke
Religie en levensbeschouwing zijn hierin onmisbaar. In een ontzuilde samenleving kunnen we beide termen misschien wel samen nemen en ‘zingeving’ of ‘levenskunst’ noemen. Enerzijds zijn ze een niet te negeren bestanddeel van de nationale en globale maatschappij: wie ons land en de wereld wil begrijpen heeft begrip van religie en levensbeschouwing nodig. Anderzijds, en belangrijker, stellen diverse pedagogen dat persoonsvorming enkel tot stand komt in dialoog met jezelf, anderen (medeleerlingen, docenten) en tradities als bronnen van levenskunst. Religieuze en levensbeschouwelijke tradities dragen waarden over die betrekking hebben op mens, wereld, geschiedenis en maatschappij. Nu de identiteit van scholen niet langer per se tot stand komt door een verhou-
Wie ons land en de wereld wil begrijpen heeft begrip van religie en levensbeschouwing nodig waarde in zich draagt. Juist door de vrijheid om scholen onafhankelijk van de staat te stichten en in te richten kan het onderwijs een afspiegeling zijn van de samenleving. Door bijzonder onderwijs geeft het onderwijsstelsel ruimte aan pluriformiteit en vernieuwing. Dit laatste wordt overtuigend aangetoond door het Amsterdamse project ‘Onze Nieuwe School’. Door de richtingseis te laten vallen, komt deze waarde van onderwijsvrijheid meer tot uitdrukking, en kan het onderwijs daadwerkelijk recht doen aan de diversiteit van de maatschappij. Maar ik wil hier wel een kanttekening bij plaatsen.
Verlegenheid om religie Goed onderwijs vraagt om een reflectie op samenleven en identiteit. Onderwijs bereidt leerlingen immers voor op hun leven in de maatschappij, maar, belangrijker nog, vormt leerlingen ook als persoon. De twee doelen die ik hier grofweg formuleer, zijn volledig met elkaar verweven. Samenleven in verschil gaat niet slechts om de vaststelling van gemeenschappelijke waarden, zoals respect voor elkaar, maar gaat mijn hele persoon aan: wie ben ik zelf en hoe ben ik in verbinding met anderen?
ding tot religie en levensbeschouwing, vormt het ongemak van bestuurders en leerkrachten met religie, spiritualiteit, zingeving en levensbeschouwing een grote handicap. Te vaak is religieus onderwijs nog enkel kennisoverdracht. Ofwel omdat het onderwijs vanuit één richting wordt gegeven, ofwel omdat het vak enkel gaat óver religie en levensbeschouwing. Er zijn methodes die wel een brede vorming in dialoog voorstaan, maar zij worden nog niet veel gebruikt. Het openstellen van bijzonder onderwijs is een belangrijke stap, maar er is meer nodig om leerlingen voor te bereiden op het leven in een maatschappij van verschillen. Het onderwijs van de toekomst (want dat is waar we het uiteindelijk over hebben) zal hier een brede vorming in moeten aanbieden, waarin de vaardigheden die nodig zijn voor identiteitsvorming, burgerschap en betekenisgeving samenkomen. Dit betekent dat we niet alleen voorbij de zuilen moeten gaan, maar ook voorbij ons ongemak met religie en spiritualiteit; pas dan wordt er werkelijk recht gedaan aan een pluriforme maatschappij.
Matthias Kaljouw doet bij het Dominicaans Studiecentrum voor Theologie en Samenleving onderzoek naar onderwijs en de transformatie van religie in Nederland.
OKTOBER 2015- nr. 4
{COLUMN
8
9
De natuur gaat haar gang in de ecokathedraal
Oneindig bouwen zonder plan
KOPJE ONDER Margrietha Reinders
In het Friese Mildam, op een kleine tien kilometer afstand van Heerenveen, ligt het levenswerk van Louis le Roy. Hoe het er precies uit moet komen te zien, heeft hij niet bedacht. En als er al een plan zou zijn, zou het nooit af zijn gekomen. In Le Roys ecokathedraal werken plant, dier en mens namelijk oneindig samen aan een bouwwerk. Zonder plan en zonder einddoel. Maxine Herinx
muren gestapeld zonder cement, waar de natuur in en om mocht groeien. Het bleek de opmars naar een groter plan: in de jaren zeventig kocht Le Roy drie hectare grond aan en startte met zijn plannen voor de bouw van een ecokathedraal. Een plek waar de mens niet de natuur beheerst, maar met haar samenwerkt en waar de kracht van planten, dieren en mensen elkaar versterkt.
Stenen en putten
Foto’s: Peter Wouda
Louis le Roy (1924-2012) was tekenleraar aan de Rijksscholengemeenschap in Heerenveen, beeldend kunstenaar en ‘ecotect’. Toen in 1964 een commissie, waar Le Roy vice-voorzitter van was, moest adviseren over een strook openbare ruimte aan de Europalaan (later ook de Kennedylaan) in Heerenveen, bedacht Le Roy om de invulling van de strook groen op een natuurlijke manier te ontwikkelen. Er werden
Na het planten van een aantal bomen startte de daadwerkelijke bouw. De gemeente Heerenveen leverde – en levert – vrachtwagens vol stenen, stoepranden en putten. Samen met ander puin werden ze gestapeld tot er muren, torens en platforms ontstonden. Als cement klommen planten tussen de stenen omhoog, dieren nestelden zich in de schaduw van het bouwwerk. Hoewel de natuur zich dus lijkt te
voegen naar de bouw van de kathedraal, rijst de vraag of het storten van al dat puin geen belasting vormt voor de natuur. Volgens Siebe Homminga van Stichting Tijd, de stichting die het gedachtegoed van Le Roy voortzet en de ecokathedraal beheert, moet men dat niet zo zien. Hij benadrukt dat het geleverde materiaal geen rotzooi mag zijn. ‘Alles wat aangeleverd wordt, moet geschikt zijn als bouwmateriaal. Inderdaad, waar mensen bouwen, kunnen tijdelijk geen planten groeien. Net zoals alle levende wezens samenwerken, concurreren ze ook met elkaar.’
Zondagmorgen, elf uur. Aan de rand van het Vondelpark verzamelt zich een klein groepje mensen dat langzaam aangroeit en plaatsneemt op klapstoeltjes en houten banken. Iemand speelt gitaar en sommige mensen zetten een lied in. Het is een bont gezelschap . Mensen uit alle hoeken en gaten van de stadssamenleving zitten bij elkaar onder de lage herfstlucht, ongeveer tachtig in getal. De stemming stijgt ten top als een paar mensen in witte kleren naar voren lopen en te water gaan, het met algen bezwangerde koude water van het Vondelpark in. Het is er ondiep, maar de bodem is glibberig dus het kost even tijd om vaste grond onder de voeten te vinden.
Eeuwig Op dit moment bouwen naast Homminga nog twee bouwers iedere dinsdagmiddag aan de kathedraal: Jaap Bos en Bauke Visser. Peter Wouda is verantwoordelijk voor de Le Roy-tuin aan de Europalaan en de Kennedylaan, waar nu aan een theater wordt
gebouwd. Af en toe schuiven studenten en andere vrijwilligers aan om een dag mee te bouwen. Homminga: ‘Het is plezierig om lichamelijk zwaar
Hopelijk zal de bouw nooit eindigen werk te doen. Maar het leukste is het creatieve proces: je moet voortdurend bedenken hoe je verder zal gaan.’ Le Roy had namelijk geen bouwtekening of eindproces voor ogen. Net zoals de mensen die bouwden aan grote kathedralen in de Middeleeuwen, zullen Le Roy en andere bouwers van de ecokathedraal het gebouw nooit af zien komen. ‘Le Roy vond het proces belangrijker dan het resultaat. Hij wilde het proces waarnemen waarin planten en dieren samenwerken. Daarbij past geen tekening, geen einddoel, maar ook geen beperking van tijd. Voordat de mens en natuur echt met elkaar verwikkeld zijn, moet er heel wat tijd verstrijken. Er is wel eens gesproken dat het project in het jaar 3000 afgerond wordt, maar hopelijk zal de bouw nooit eindigen,’ aldus Homminga. De ambitie van Stichting Tijd reikt bovendien verder: ze zien
Siebe Homminga aan het werk in de Ecokathedraal OKTOBER 2015- nr. 4
graag dat in iedere plaats één procent van het grondgebied als ecokathedraal wordt ontwikkeld.
Een keertje meebouwen, of de ecokathedraal bezoeken? Kijk voor meer informatie op www.ecokathedraal.nl of de website van Stichting Tijd, www.stichtingtijd.nl.
Wie Le Roys levenswerk moet voortzetten in de toekomst? Misschien is het Friese nuchterheid, maar daarover maakt Homminga zich geen zorgen. ‘Er is genoeg belangstelling voor de kathedraal.
Blijven bouwen Onder die geïnteresseerden zitten genoeg mensen die het leuk lijkt om in de toekomst mee te komen bouwen, bijvoorbeeld na hun pensioen. En ik ben voorlopig ook nog niet weg hoor, ik ga nog een aantal jaar door!’ Mochten zich echt geen vrijwilligers melden die het werk van Le Roy willen voortzetten, dan is dat volgens Homminga ook geen ramp. ‘De mens heeft de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in de kathedraal. Het zou ook wel mooi zijn als dat een tijd stil zou liggen. Dan zou het even aan de planten en dieren zijn, tot er weer mensen komen om verder te bouwen.’ Het past geheel in de filosofie van Le Roy: een eeuwigdurend, organisch proces waarin de mens en natuur samenwerken aan een bouwwerk. Wat dat moet worden of hoe het eruit moet komen te zien, is ondergeschikt. Het proces is wat telt.
Het is nu zondagavond. Ik was een van de mensen in de vijver en kijk terug op een bijzondere doopviering in een vredige hoek van het drukste park van Amsterdam. Voor het eerst in mijn bestaan nam ik deel aan een volwassendoop met volledige onderdompeling. Samen met een andere predikant duwde ik met een zachte druk van mijn arm de dopeling onder water en trok haar snel weer overeind. Ze ging helemaal kopje onder maar herrees onder groot applaus van alle omstanders met een stralende lach op haar gezicht. Na de overhandiging van doopkaars en bijbel waren er broodjes en wijn en felicitaties. De christelijke doop lijkt weinig relevantie te hebben en zeker geen politieke. Maar niets is minder waar! De oerdoop die bekend is uit de vroege kerk maakte mensen participant van een gemeenschap waarbinnen het bestaan geheel vernieuwd en veranderd werd. De basiswaarden van het koninkrijk van God werden, in al hun vreugde en radicaliteit, de fundamenten van het leven. De doopvraag: ‘Wil je God dienen en Jezus Christus volgen?’ kon niet zonder consequenties blijven. Gedoopt worden was niet vrijblijvend en luidde een levensstijl in die zich niet conformeerde aan het gangbare. Het lijkt erop dat die oude doop-beginselen ingekapseld zijn door een veilig soort christendom dat aangepast en ongevaarlijk is geworden. De revolutionaire en explosieve kracht die het nieuwtestamentische geloof had lijkt te zijn ingedamd. Het heeft weinig politieke en sociale zeggingskracht meer. Maar voor mijn dopeling in het Vondelpark speelde dat bij de keuze voor de doop gelukkig geen rol. Voor haar was het erop of eronder, alles of niets en nu of nooit. Zo zou het moeten zijn! Christen worden met huid en haar. Kopje onder gaan voor het visioen van een nieuwe wereld. Margrietha Reinders, predikant te Amsterdam
OKTOBER OKTOBER20152015-nr. nr.4 4
10
11
Eeuwenoude waarden als bron om nieuwe wegen in te slaan
Moderne Devotie inspireert tot zinvol samenleven De Moderne Devotie – een Middeleeuwse vernieuwingsbeweging in Noordwest Europa met het epicentrum langs de IJssel bij Deventer en Zwolle – inspireert ook vandaag tot nieuwe gemeenschappelijkheid. Een gesprek met Mink de Vries over de vlammende actualiteit van een eeuwenoude maatschappelijke beweging. Yfke Nawijn
De Moderne Devotie is deze zomer formeel erkend als deel van de identiteit van de stad Zwolle. De beweging uit de vijftiende eeuw wordt gezien als fundament voor het sociale hart van de stad. Deze erkenning kwam na jaren voorbereiding en bewustwor-
maatschappelijke betrokkenheid door burgers, gemeenten, verenigingen en bedrijven, zoals dat gebeurde in de beweging van Thomas à Kempis, Geert Groote en Joan Cele.
Innerlijke vernieuwing De Moderne Devotie is een hervormingsbeweging die aan het eind van de veertiende eeuw ontstond uit ontevredenheid over misstanden in de katholieke kerk. Ze richtte zich op innerlijke vernieuwing en verandering van de samenleving. De beweging heeft drie stromingen. Er was de bezinnende en onderwijzende richting van Thomas à Kempis, in kloosters. Thomas schreef ‘De Navolging van Christus’, na de Bijbel het meest verspreide christelijke boek ter wereld. Daarnaast was er de maatschappelijke
‘Het boek van Thomas à Kempis… Gandhi haalde het aan, Mandela is erdoor beïnvloed en Clinton las het twee keer’ ding. Mink de Vries, initiatiefnemer van de Actuele Moderne Devotie, hoopt dat meer steden volgen. Hij is bezig met een rondreis langs 133 steden in Nederland waar de Moderne Devotie in de Middeleeuwen actief was. ‘Doel van mijn rondgang is bewustwording van een stuk identiteit van Nederland en van een groot deel van Noordwest Europa waar wij te weinig van weten’, vertelt Mink. Deze bewustwording moet in alle steden leiden tot Mink de Vries (1962) is leraar godsdienst en maatschappijleer op een middelbare school. Daarnaast is hij initiatiefnemer van de Actuele Moderne Devotie. Hij geeft lezingen, leiderschapstrainingen en rondleidingen over de geschiedenis, de waarden en de praktische toepassing van de Moderne Devotie. Hij ontdekte de Moderne Devotie toen hij in 2007 als jongerenwerker gevraagd werd een activiteit te organiseren in een project van de gemeenten Zwolle en Kampen rond zingeving. Sindsdien laat het hem niet meer los: ‘Ik ben het zelf. Ik kan niet anders dan vanuit mijn hart spreken.’ OKTOBER 2015- nr. 4
beweging van Geert Groote. Hij stichtte woongemeenschappen, de ‘Zusters en Broeders (Fraters) des Gemeenen Levens’. Dit waren leken die zich inzetten voor hun stad. De derde groep zat daar tussenin, de kloosters van de derde regel. Die hoorden niet bij een orde en bestonden deels uit leken. Ze hadden een regel nodig om een kapel of klooster te mogen bouwen, ze kozen de derde regel van Franciscus. In de Moderne Devotie ging het om gelijkwaardigheid, gelijke toegankelijkheid en zorg voor elkaar. Met die motivatie ontstond onder leiding van Joan Cele in Zwolle voor het eerst in de geschiedenis gratis onderwijs voor arm en rijk. Arme leerlingen kregen onderdak in het Fraterhuis. Cele zorgde voor onderwijsvernieuwing door onderwijs in leeftijdsgroepen. Tijdens de Reformatie aan het einde van de zestiende eeuw verdween de Moderne Devotie grotendeels uit Nederland. Mink de Vries brengt sinds een aantal jaar het gedachtengoed onder de aandacht omdat de waarden van de Moderne Devotie passen in de huidige tijd. Hij verbaast zich over de onbekendheid in eigen land, terwijl
de Moderne Devotie wereldleiders inspireert: ‘Mandela is erdoor beïnvloed, de regels van de broederschap stonden op zijn huis. Clinton heeft het boek van Thomas à Kempis twee keer gelezen, Gandhi heeft het nadrukkelijk vaak genoemd, en wij kennen het zelf niet! Paus Johannes Paulus II heeft in 1993 alle Nederlandse bisschoppen opgeroepen om meer te gaan doen met de Moderne Devotie, maar het is niet gelukt, waarschijnlijk omdat het hiërarchisch werd ingesteld. De Moderne Devotie is juist omgekeerd, Geert Groote had niks met hiërarchie. Geert Groote spreekt zelfs D66 aan vanwege de ruimte voor persoonlijke verantwoordelijkheid, voor eigen keuzes en ontwikkeling. Vrijheid is een van de kernbegrippen van de Moderne Devotie.’ Dat het gedachtegoed van de Moderne Devotie nu wel aanslaat heeft volgens De Vries te maken met de huidige tijd: ‘Men is op zoek is naar identiteit en verankering, er is een sterke crisis, ook in de kerken. Je ziet een omslag, mensen zijn na een periode van individualisering weer op zoek naar gemeenschappelijkheid. En de overheid gaat minder doen. Moderne Devotie gaat over de eigen verantwoordelijkheid van mensen en het zorgdragen op basis van wederkerigheid.’
Waarden in praktijk De waarden van de Moderne Devotie richten zich op de hele mens, het gaat om activiteit, stilte, bezinning en de maatschappij. Een mens heeft al deze aspecten nodig. De Actuele Moderne Devotie wil waarden als gelijkwaardigheid, niet oordelen, verbinding en wederkerigheid in de praktijk brengen, vanuit het motto ‘doen wat nodig is, goed en recht’. In Zwolle gebeurt dat in gemeenschapskringen. Die kunnen uitgaan van een kerkelijke gemeente, maar ontstaan ook daarbuiten. De Vries: ‘Activiteiten waarmee je als kerkelijke gemeenschap iets kunt betekenen voor een wijk zijn bijvoorbeeld een kerkdienst op het plaatselijke voetbalveld, of een middag in een speeltuin kinderen vermaken. Ik vind dat een kerk duidelijk zichtbaar in de gemeenschap moet zijn. Dan zie je
dat de totale gemeenschap positief reageert. Het gaat gewoon om het ‘er zijn’.’ Momenteel zijn er vijftien kringen, elke kring geeft zelf aan wat ze in de buurt kan doen. Zeven kringen doen een pilot gekoppeld aan het sociale wijkteam in Zwolle-zuid. De waarden zijn niet exclusief christelijk, ze zijn universeel en sluiten daarom in de huidige tijd goed aan, aldus De Vries. ‘De vrijheid en persoonlijke verantwoordelijkheid spreken liberalen aan, de gelijkwaardigheid en alles delen is écht communistisch. En als ik groepen uit andere religieuze of culturele achtergronden spreek, maak ik in mijn verhaal vergelijkingen met barmhartigheid in de moslimcultuur en de familiegemeenschap in de Afrikaanse cultuur.’ Niet oordelen is ook een waarde in de Moderne Devotie. Veel mensen denken juist zwart-wit, of in vooroordelen. Toch is dat voor De Vries geen belemmering. Hij illustreert dit met een voorbeeld: in december werd in Zwolle een groep Syrische vluchtelingen gehuisvest in de IJsselhallen. Bij de wijkbewoners riep dit weerstand op naar de vluchtelingen en naar de gemeente. Er vonden bijeenkomsten over de problematiek in het Midden Oosten plaats waar alle levensbeschouwingen deelnamen, om te zoeken naar verbindingen. De Vries nam deel vanuit de Actuele Moderne Devotie. Naarmate de wijkbewoners zicht kregen op wat er gebeurt, wordt de weerstand minder en is er een relatie ontstaan. Een volgende groep is nu welkom. ‘Het heeft wel tijd nodig maar het kenmerk van Moderne Devotie is het naast elkaar staan en niet tegenover elkaar. Je kunt je profileren tegenover de ander, maar uiteindelijk zul je toch moeten samenwerken met de ander. Dan is het de kunst naast elkaar te blijven staan maar wel met je verschillen, met je eigenheid.’
Rechts of links Wat de politieke kleur van mensen ook is, velen herkennen zich in het gedachtegoed van de Moderne Devotie. Mink wordt door verschillende
politieke partijen gevraagd te spreken of een training te verzorgen. ‘Het kan dat mensen heel rechts denken of heel links. Dat zit er allemaal in, mensen van allerlei achtergronden vinden iets van hun gading. We gaan wel in gesprek. Maar het blijft altijd met de ruimte voor de mening van de ander. Het blijft het delen van meningen en niet het overtuigen van meningen, dat is een cruciaal verschil.’
Compassie Voor De Vries is compassie een centraal begrip: ‘Als je met één woord aangeeft wat deze beweging kenmerkt, dan is het compassie. Vroeger noemden ze dat de Geest. Binnenkort spreek ik voor CDA Overijssel, daar verheug ik me op maar dat gaat soms ook wel op scherp, ik vind bijvoorbeeld dat bij hen compassie wat verdwenen is: aandacht voor het middenveld van de samenleving. Dus dat mag ook wel terug.’ In Zwolle verenigt het gedachtengoed van de Moderne Devotie inmiddels op grote schaal: van de wethouders tot de directeur van PEC Zwolle, maar ook banken, bedrijven en grote onderwijsinstellingen. Zij ontmoeten, bevragen en inspireren elkaar. De wens van De Vries is dat steeds meer steden hun identiteit in de Moderne Devotie erkennen. ‘Het geeft zoveel ruimte en vrijheid voor mensen, wat hun achtergrond ook is.’
Mink de Vries bij het Fraterhuis in Zwolle. In de vijftiende eeuw boden de ‘Broeders des Gemeenen Levens’ hier onderdak aan arme studenten voor hun opleiding aan het gymnasium van Joan Cele. Foto: Paul Klein. OKTOBER 2015- nr. 4
1
12
Altijd een verrassing wat je krijgt bij de voedselbank
7
6
13
Iris Savelkouls
2
3
OKTOBER 2015- nr. 4
De voedselbank deelt voedsel uit aan mensen die het niet zelf kunnen kopen. Het komt uit winkels die het voedsel niet meer mogen verkopen. In de Verenigde Staten bestaan voedselbanken sinds de jaren zeventig. Eén van de eerste voedselbanken in Nederland werd opgericht door Sjaak en Clara Sies in Rotterdam, in 2002. Niet alleen mensen worden geholpen met de voedselbank: doordat het overtollige voedsel niet meer wordt vernietigd, worden miljoenen tonnen aan CO2-uitstoot voorkomen. Een klant, die liever anoniem blijft, vertelde onlangs aan De Linker Wang: ‘De ouders van Sjakie uit het boek Sjakie en de Chocoladefabriek van Roald Dahl, waren arm. Zó arm dat er geen geld was voor chocola. Sjakie moest het doen met één klein reepje per jaar, die hij voor zijn verjaardag kreeg. Als Sjakie in deze tijd had geleefd, waren zijn ouders in aanmerking gekomen voor de voedselbank en had Sjakie zijn hart kunnen ophalen aan bergen chocola... met name ná de feestdagen. Zo’n twee weken na Pasen bijvoorbeeld. Dan kunnen winkels hun zakken paaseieren en -haasjes niet meer verkopen, terwijl de chocola nog prima is. Bij de voedselbank is het telkens een verrassing wat je meekrijgt. En vervolgens moet je creatief zijn met de gekregen spullen. Hoe vind je een passend gerecht? En dan zijn er de producten die je eigenlijk niet lust... Maar ook dan kun je creatief zijn. Zo kregen we een keer een pak kant-enklare hutspot mee. Hutspot krijgen we allebei maar moeilijk weg. Maar ik had een recept gevonden voor hutspotkoekjes, die je bakt in de koekenpan. Het was een succes. Is naar de voedselbank gaan dus leuk? Tja, soms wel. Maar het is niet de bedoeling en dat voelen wij allebei ook wel. We hopen dat het zo snel mogelijk niet meer nodig is. Wat mij verbaast, is dat we soms zoveel meekrijgen: een keer wel vier bakken met tomaten. Een deel moesten we alsnog weggooien. Onlangs was ik op de open dag van het asielzoekerscentrum in mijn stad. De gezinnen in zo’n centrum krijgen maar zo’n vijftig euro boodschappengeld per week. Ik vroeg of ze naar de voedselbank mochten, maar nee. Als ik naar de hoeveelheden voedsel kijk, vraag ik me of er niet toch wat naar het asielzoekerscentrum zou kunnen.’
4
8
5
9
1) Een tas vol etenswaren, zojuist opgehaald bij de voedselbank (Foto: Iris Savelkouls, 2015). 2) Een vrijwilliger van de voedselbank staat bij de tafels met voedselpakketten (Foto: Iris Savelkouls, 2015). 3) Tafels met voedselpakketten: voor iedere klant van de voedselbank is de inhoud van één pakket bestemd (Foto: Iris Savelkouls, 2015). 4) Soms worden er in de voedselbank ook nog wat gratis spullen verstrekt, in dit geval kinderkleren en koffiekannen (Foto: Iris Savelkouls, 2015). 5) Deze medewerker zit bij de ingang en registreert de klanten die binnenkomen. Alleen degenen die op de lijst voorkomen, krijgen een voedselpakket (Foto: Iris Savelkouls, 2015). 6) Gebouw van de Triumfatorkerk in Utrecht waar iedere woensdag een voedselbank wordt georganiseerd (Foto: Iris Savelkouls, 2015). 7 t/m 10) Impressie van een voedselbank in Californië, Verenigde Staten (Foto’s: Alameda County Community Food Bank, Flickr Creative Commons).
10
OKTOBER 2015- nr. 4
14
15
‘Durf schoon schip te maken,’ zegt Manuela Kalsky
Twintig jaar later – Srebrenica Sommige beelden verdwijnen niet uit je geheugen. Het vliegtuig dat zich op 9/11 als eerste in de New Yorkse Twin Towers boorde, bijvoorbeeld. Of recent nog de foto van het verdronken Syrische jongetje Aylan dat de boottocht naar Griekenland niet overleefde en aanspoelde op het strand in Turkije. Iconische beelden, verstilde menselijke drama’s met hartverscheurende persoonlijke verhalen op de achtergrond. Hetzelfde effect als het zien van deze foto’s heeft het woord Srebrenica. Manuela Kalsky
Onlosmakelijk is de naam van de Bosnische stad Srebrenica verbonden met de moord op zo’n achtduizend moslimmannen en -jongens door het Bosnisch-Servische leger. Een misdaad tegen de menselijkheid. Niemand had gedacht dat zo kort na de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog weer op Europese bodem genocide zou plaatsvinden. Het gebeurde onder de ogen van Dutchbat, het Nederlandse bataljon dat onder commando van de Verenigde Naties deel uitmaakte van de UNPROFOR-vredesmacht. Zij faalden in hun opdracht de moslimbevolking te beschermen in deze door de VN tot safe area uitgeroepen enclave.
Parlementaire enquête
Prof. Dr. Manuela Kalsky is bestuurslid van De Linker Wang.
Over de oorzaken en de vraag in hoeverre de Nederlandse militairen en de Nederlandse regering verantwoordelijk zijn voor dit drama, is in de afgelopen twintig jaar veel geschreven, gespeculeerd en gedebatteerd. Onderzoeksrapporten bleven vaag, verklaringen tegenstrijdig, fotorolletjes met bewijzen verdwenen. Op het NIOD-rapport over de val van Srebrenica volgt een kabinetscrisis. In april 2002 trekt het tweede kabinet Kok de politieke consequentie en treedt terug. Maar met het nemen van de politieke verantwoordelijkheid is het hoofdstuk Srebrenica nog niet gesloten. Er is geen schuld bekend en dus gaat het verhaal door. Er volgt een parlementaire enquête en in 2007 spannen de nabestaanden van de slachtoffers een kort geding aan tegen de Nederlandse staat en de VN. In drie gevallen geeft het Gerechtshof in Den Haag
OKTOBER 2015- nr. 4
de nabestaanden gelijk en acht het de Nederlandse regering schuldig. En al die anderen dan? Wie vraagt de echtgenotes en moeders, dochters en zusters om vergiffenis voor de begane misdaad? Wie geeft hun de mogelijkheid om te kunnen vergeven? En, niet te vergeten, wie wordt de mogelijkheid ontzegd te worden vergeven? Met deze geschiedenis en vragen in mijn achterhoofd vertrek ik op 3 mei 2015 naar Sarajevo. Op uitnodiging van het Joan B. Kroc Institute for Peace and Justice van de University of San Diego, het Network of Religious and Traditional Peacemakers en Medica Zenica neem ik deel aan een conferentie met ‘peacemakers’ uit zestien landen. Onder hen zijn beleidsmakers, academici, leden van veiligheidstroepen, vredesactivisten, jeugdleiders, en trainers die in crisisgebieden bemiddelen. Een zeer diverse groep mensen, van wie sommigen ervaringsdeskundige op het gebied van extremisme waren, zoals een jonge moslima uit
Groot-Brittannië, die lid was van een extremistische moslimorganisatie en nu trainingen verzorgt ter preventie van radicalisering. Of een jonge man uit Noorwegen die in de zomer van 2011 aan het zomerkamp op het eiland Utøya deelnam toen de rechtsextremist Anders Behring Breivik het vuur opende en 69 van de deelnemers vermoorde. Ook zijn islamitische en christelijke vrouwen uit Bosnië op de conferentie aanwezig, die direct na de oorlog initiatieven hebben opgericht, zoals het eerder genoemde Medica Zenica, om psychosociale en medische zorg aan verkrachte vrouwen en getraumatiseerde kinderen te bieden.
Gevonden botten Tijdens de eerste dag staat de huidige situatie in Bosnië-Herzegovina centraal. Wat is er bereikt sinds het vredesverdrag van Dayton in 1995? Hoe kan oplaaiend politiek extremisme en religieuze radicalisering een halt worden toegeroepen? Hoe
Op bezoek bij het Podrinje Identification Project.
islamofoob is Europa en welke rol kan de interreligieuze dialoog spelen in conflictgebieden? Vragen en mogelijke antwoorden, discussies en het zoeken naar mogelijke oplossingen volgen. Na een korte nacht staat vroeg in de ochtend de bus klaar om ons naar Tuzla en Srebrenica te brengen. We bezoeken het Podrinje Identification Project (PIP), waar wij naar een magazijn worden gebracht waar grote stellages vol met plastic zakken te zien zijn. Ze blijken menselijke resten te bevatten. Botten worden hier verzameld, afkomstig uit de tot nu ontdekte massagraven. Hier worden ze in kaart gebracht en indien mogelijk tot een geheel lichaam samengevoegd. Dankzij nieuw DNA onderzoek gaat de identificatie van de slachtoffers in de laatste jaren met sprongen vooruit. De meeste vermisten zijn inmiddels geïdentificeerd dankzij een database met ruim honderdduizend DNA-profielen die de Internationale Commissie voor Vermiste Personen (ICMP) in Bosnië heeft aangelegd. Monsters uit de gevonden botten worden gekoppeld aan het profiel van nabestaanden die een vermiste hebben opgegeven. Als er een match is, worden de familieleden ingelicht dat hun geliefde is gevonden. ‘Soms zijn het maar een paar botten die kunnen worden begraven’, vertelt een medewerker van dit forensische instituut ons. ‘De rest is nog niet gevonden. ‘Hoezo nog niet gevonden?’ vraag ik met oprechte verbazing. ‘Sommige lichamen werden uiteengereten omdat ze met bulldozers over de verschillende massagraven werden verdeeld’, luidt het zakelijke antwoord. Alleen al van die gedachte word ik misselijk. Hoe hard moet dit aankomen bij de nabestaanden? Sommige van hen wachten twintig jaar na dato nog steeds op dat ene telefoontje: de DNA-match is er, het is uw zoon, uw man, uw broer, uw vader, uw oom, uw neef … Eindelijk zekerheid. Opluchting dat er een einde komt aan het wachten. Maar de nieuwe techniek is behalve een zegen ook een vloek. Wanneer zal het verlossende telefoontje komen? Morgen, of over een jaar, of over vijf of tien jaar? Nog steeds zijn zo’n honderd personen zoek en
worden regelmatig nieuwe massagraven ontdekt. Wanneer komt een einde aan het rouwproces? Niemand kan het voorspellen.
Verdoving We gaan weer de bus in en rijden naar het Srebrenica-Potočari Memorial Centre. Een groot terrein bezaaid met witte mezars, islamitische grafstenen, ligt voor ons. De witte ‘palen’ zijn me al eerder in Sarajevo opgevallen. Ze staan in parken en tuinen, overal liggen moslims begraven. Op de begraafplaats in Potočari wordt een interreligieuze ceremonie ter nagedachtenis van de overledenen gehouden, samen met de ‘moeders van Srebrenica’, die ons later hun verhalen vertellen en hun angsten met ons delen, dat de wereld hen na twintig jaar vergeet. We
leven worden gelaten om de lijken het bos in te slepen, vervolgens worden ook zij vermoord. Alles was als een soort zegetocht gefilmd. Elk spoor van medemenselijkheid was uitgewist. De overeenkomsten met de deportatie van de joden door de Nazi’s, ook wat de werkwijze betrof, zijn schrijnend. Iedereen van de aanwezigen verlaat in een soort verdoving en diep geraakt het museum, velen in tranen. De tas met mijn Nederlands paspoort erin, hangt loodzwaar aan mijn rechter schouder. In de Zembla-uitzending Andere Tijden van 6 september 2015 hoor ik onze toenmalige minister-president Kok over Srebrenica zeggen: “Nederland heeft als deel van de internationale gemeenschap, maar ook als Nederland, gefaald om die bescherming te
‘De tas met mijn Nederlands paspoort erin, hangt loodzwaar aan mijn rechter schouder’ verlaten de gedenkplaats en steken de straat over naar het toenmalige Dutchbat-kampement. Ik herinner mij de op televisie uitgezonden beelden van de massa wanhopige moslims die hier naartoe waren gevlucht in de hoop op bescherming door de Nederlandse militairen. Een fototentoonstelling aan de muur van deze lege gigantische hal is de stille getuige van wat er twintig jaar geleden was gebeurd – vergeelde foto’s, aangetast door het vocht. De film die in het documentatiecentrum naast het toenmalige hoofdkwartier van Dutchbat wordt vertoond, laat geen ruimte voor verbeelding. Alles werd op film gedocumenteerd: de aanrollende tanks die de enclave binnendringen; het dramatische scheiden van de moslimmannen en -vrouwen; de bergen met koffers en bezittingen die de gevangenen achter moesten laten; de angst van de mensen; de machteloosheid van de Dutchbatters en hun assistentie om het transport van de mensen in bussen zo vlekkeloos mogelijk te laten verlopen. En tot slot de standrechtelijke executies van zeven moslimmannen, waarbij twee van hen eerst nog in
bieden die op het moment suprême nodig was.” De persoonlijke pijn die dit “inktzwarte hoofdstuk” in de Nederlandse geschiedenis voor hem betekent is niet te overzien. Een vraag, die zich in de afgelopen jaren regelmatig aan me opdrong, steekt bij het zien van deze beelden ook nu weer de kop op: waarom hebben Nederlanders zo’n ongelofelijke moeite met het bekennen van morele (mede)schuld? Waarom is de angst voor de schonungslose zelfkritiek bij gemaakte fouten zo groot, niet alleen wat de gebeurtenissen in Screbrenica aangaat, maar ook ten aanzien van het koloniale verleden van Nederland?
Schoon schip Als Duitse-Nederlandse ben ik opgegroeid met de pijn maar ook met het louterende van het naoorlogse Duitse schuldbewustzijn en het daarmee verbonden verwerkingsproces. Vanuit die ervaring kan ik alleen maar aanbevelen: durf schoon schip te maken met de schuld die je op je hebt geladen en open de deur naar echte vergeving voorbij het ‘wir haben’s nicht gewusst’.
OKTOBER 2015- nr. 4
{INTERVIEW
16
17
Je kunt een hoop willen, maar het leven gaat vaak anders
Geld is belangrijk maar het doel is hoger Dit jaar ging de Ab Harrewijn Prijs naar het online platform ‘Steungezin.nl’ Dit platform biedt een persoonlijke match tussen mensen met een minimuminkomen en particulieren die hen financieel willen steunen. Helma du Pont oprichtster van Steungezin, vertelt meer over haar initiatief. Anita Broekhuizen
Mensen met een minimuminkomen krijgen gratis een online profiel, waarop ze een oproepje kunnen doen voor iets wat ze niet kunnen betalen, zoals de schoolreis van de kinderen, steunzolen, een rekening van de zorgverzekering of dierenarts. Iedereen kan deze profielen, die anoniem worden weergegeven, inzien. Je kunt dus zelf kiezen wie je helpt en waarvoor je zou willen betalen. Steungezin.nl bemiddelt in het (anonieme)contact en de financiering. Hoe ben je op het idee gekomen van Steungezin.nl? Du Pont: ‘Ik weet zelf hoe het is om te moeten leven van een uitkering en hoe het is als iets niet kunt betalen. Ik heb ook zelf ervaren wat het dan betekent als iemand dan toch iets voor je betaald. Ik gun iedereen die ervaring. Niet iedereen heeft in zijn omgeving mensen die hulp willen bieden. Mijn idee was dat er eigenlijk een plek op internet zou moeten zijn, waar mensen elkaar kunnen vinden. Er zijn best wel mensen die een schoolreisje van een ander willen betalen, maar het niet weten en niet vragen. Er is een taboe op het hebben van financiële problemen. Je gaat niet op het schoolplein vragen: kun jij het schoolreisje van je kinderen betalen? Via de website van Steungezin kunnen mensen anoniem hulpvragen en hulp bieden.’
Keerpunt Op de website vraagt Steungezin van de mensen die steun vragen om een keerpunt in hun leven te beschrijven. Voor Du Pont was het oprichten van Steungezin.nl zo’n keerpunt, hoewel de geboorte van haar dochter ook bijHelma du Pont, oprichtster van Steungezin OKTOBER 2015- nr. 4
zonder was. ‘Wat wij nu doen met ons team, betekent veel voor de mensen die geholpen worden. Dat is fantastisch om mee te maken. We hebben als team veel overleg met maatschappelijke organisaties, stichtingen, bedrijven en gemeente. We worden breed gesteund.’ In Breda wordt er veel hulp geboden aan mensen door hen één op één te benaderen. Er is nog weinig online hulp. Wat merken jullie daarvan? ‘Je merkt wel dat de organisaties bezig zijn met een vertaalslag. Dat duurt bij sommige organisaties vaak wat langer. Als je goed ben in het helpen van mensen betekent niet meteen dat je goed ben met internet en sociale media. En andersom ook. Je merkt wel dat het steeds dichter bij elkaar komt. Wij zijn ook niet alleen online actief, we hebben ook vier dagen in de week bezoekuren. Daar komen vooral veel ouderen die geen computer hebben, of het invullen te moeilijk vinden. Om je bij ons aan te melden moet je in het bezit zijn van een Breda(minima) Pas, zo weten wij zeker dat wij de doelgroep bereiken. Via lokale media en internet zorgen wij voor naamsbekendheid. Verder zijn we actief op sociale media. We zijn goed zichtbaar bij maatschappelijke organisaties in Breda. Overal liggen folders van ons. We richten ons nu alleen nog op Breda, maar we hopen dat andere gemeenten ook geïnteresseerd zullen zijn in ons platform.’ Steungezin probeert als kennisorganisatie bij te dragen bij de armoedebestrijding. ‘We weten veel over het armoedevraagstuk in Breda. We kunnen advies geven, maar kunnen het nog niet concreet maken. Je moet echter niet onderschatten wat voor een kracht het geeft als er een match plaats vindt. Door de gift kunnen mensen weer hoop krijgen. Dat is ook structureel. Het doet best wel wat met je als een vreemde iets voor je betaalt. Je denkt ineens: ik ben het wél waard om geholpen te worden. Steungezin.nl gaat niet alleen om het geld. Het geld
is het middel, maar het draait om de liefde. De liefde om elkaar, de aandacht voor de ander die in de ellende zit. Geld is in die zin belangrijk maar het doel is hoger.
pens when your busy making plans’. Je leert ook vooral te relativeren. Je kunt wel een hoop willen, maar het leven gaat vaak anders, dat je zie je terug bij de gezinnen van Steungezin.nl.’
Zuiver houden
Vorige week heb ik een online donatie gedaan voor een pedicurebehandeling van 19 euro, hoe gaat dat nu verder? ‘Wat ontzettend leuk! Fijn dat je met iemand een stukje gelukt deelt. Deze mevrouw heeft bij ons tijdens de inloop haar profiel ingevuld, dat heb je online kunnen lezen. (zie hiernaast haar profiel). Er gebeurt veel achter de schermen. Wij controleren nu de match en via ons kunnen jullie met ons communiceren. Zij gaat naar de pedicure en wij betalen rechtstreeks het geld aan de pedicure. Zo houden we het zo veilig mogelijk.’
De financiële hulp gaat rechtstreeks naar de persoon die het nodig heeft. Een bijdrage aan de organisatie van steungezin is vrijwillig. ‘We willen het zuiver houden. We bieden persoonlijke oplossing zonder dat we het geld voor iets anders gebruiken’, legt Du Pont uit. ‘Je hoort wel dat er organisaties zijn die financiering voor de doelgroep breed inzetten. We vragen bewust of mensen naast de match ook een vrijwillige bijdrage willen geven voor de organisatie van Steungezin.nl.’ Het platform kreeg een opstartsubsidie van de gemeente en vraagt nu meer subsidies aan. De boel moet immers wel draaiende worden gehouden. ‘Zeker nu we gemerkt hebben dat we een proof-of-concept hebben. Het werkt echt. We werken met tien vrijwilligers van ambassadeurs tot juristen. Verder krijgen we veel advies van het bedrijfsleven.’ Is er één gezin dat een speciale indruk op je maakte? ‘Er zijn zoveel gezinnen die indruk maakten. Iedereen heeft zo zijn eigen verhaal. Je leert veel van dit werk. Je merkt dat het leven niet altijd loopt zoals je had gehoopt. ‘Life hap-
Na een week krijg ik het volgende berichtje via mijn email:
Dank u wel, donateur!!! Ik ben er reuze blij mee, met uw steun! Ook al is het een klein beetje.... voor mij is het een heleboel..... écht waar!!! Ik kan weer even adem halen. HEERLIJK!!! nogmaals dank u wel! Met vriendelijke groet van een door u blijgemaakt persoon.
Websiteschermafbeelding: www.steungezin.nl OKTOBER 2015- nr. 4
{COLUMN
18
19
Een verkenning van de dynamiek rondom de ‘milieu-encycliek’.
Paus Franciscus slaat bruggen
GELD IN EEN POT Enis Odaci
Wereldwijd vindt Paus Franciscus weerklank na zijn ‘milieuencycliek’ Laudato Si. Vanuit zijn zorg voor de aarde slaat hij uitdrukkelijk bruggen naar diverse kanten tot ver buiten het katholieke erf. Dit artikel verkent de dynamiek die rondom de encycliek op gang kwam, op weg naar een grote milieuconferentie in Parijs eind dit jaar. Bas Roufs
Onder meer de milieubeweging, de wetenschap, de politiek, orthodoxe en protestantse kerken, de Raad van Kerken, net als niet-christelijke religies en groeperingen werden door de paus aangesproken.
de presentatie mee hebben gedaan is de metropoliet John Zizioulas van Pergamon (Bergama, Izmir, WestTurkije). Ook andere ongebruikelijke katholieke én niet-katholieke bronnen zijn essentieel voor Laudato Si. Naast de reeds genoemde wetenschap en milieubeweging gaat het onder meer om de documenten uit het Conciliaire Proces voor Gerechtigheid, Vrede en Heelheid van de Schepping: van de Raad van Kerken. Bisschoppenconferenties uit vooral zuidelijke landen worden aangehaald – zelfs dat is bepaald niet gebruikelijk in een encycliek. Zelfs de negende eeuwse Sufi-mysticus Ali al-Khawas wordt aangehaald. In het algemeen wordt de encycliek door experts beschouwd als een poging van de paus om ‘ongebruikelijke allianties’
De encycliek kan wellicht bijdragen aan een zinnig resultaat van de conferentie Eén van de bronnen waarnaar hij uitdrukkelijk verwijst, is patriarch Bartholomeus I van Constantinopel: de ‘groene patriarch’ die in mei 2014 een lezing hield in de Utrechtse Gertrudiskerk. Sterker nog, inhoudelijk leunt Laudato Si sterk op de inbreng van deze orthodoxe geestelijke. Laatstgenoemde wijst erop dat iedere mens zich bewust moet zijn van diens impact op de schepping: positief én negatief. Hij vindt acties zoals ontbossing, water- en luchtvervuiling zonden die bovendien de biodiversiteit in gevaar brengen. Hoe dan ook, bij mijn weten is dit de eerste keer dat een orthodoxe patriarch zo’n prominente rol speelt bij de totstandkoming van een pauselijke encycliek.
te smeden rondom het milieu, een ‘controversieel thema’.
Goede timing De timing van de uitgifte lijkt heel bewust te zijn gekozen: Pinksterzondag, 24 mei 2015 – een half jaar voor de grote milieuconferentie in Parijs. Zo kan de encycliek wellicht bijdragen aan een zinnig resultaat van deze conferentie. Eén van de aanwijzingen dat deze aanpak lijkt te gaan werken is het gedrag van president Obama. Laatstgenoemde grijpt het einde van zijn presidentschap aan voor een intensieve aanpak van het milieu-, energie- en klimaatprobleem in de VS. Ook ten aanzien van ‘Parijs’ lijken de VS een stuk coöperatiever te worden.
Gebedsdag voor het klimaat De paus heeft 1 september uitgeroepen tot ‘gebedsdag voor het klimaat’, in navolging van de orthoxe kerken. Ook onder andere de PKN en de Raad van Kerken haken op dit initiatief aan. Inmiddels heeft het Nederlandse
Impressie van Franciscus’ Zorg voor ons Gemeenschappelijke Huis Zorg voor ons Gemeenschappelijke Huis is de ondertitel van milieu-encycliek Laudato Si. Hier een korte schets van de bruggen die paus Franciscus slaat naar diverse groeperingen binnen en (ver) buiten de rooms-katholieke kerk. Laudato Si, geprezen zijt Gij, zijn de eerste woorden van het Zonnelied van Franciscus van Assisi: een middeleeuwse katholieke heilige met een sterk gevoel voor schepping en natuur die contact zocht met een sultan in een tijd van kruistochten. Met zijn keuze voor de eerste woorden van dat Zonnelied als titel van diens milieuencycliek lijkt Paus Franciscus diens principieel-open houding te willen onderstrepen. Enerzijds bevat deze encycliek puur praktisch - inhoudelijk weinig nieuws. Paus Franciscus drukt er zijn zorgen uit ten aanzien van overmatig consumeren, niet-duurzame verspilling en winstmaximalisatie. Pregnant roept hij op tot aanzienlijke matiging. Tevens vat hij recente wetenschappelijke inzichten samen ten aanzien van milieu- en klimaatproblematiek. Kort samengevat deelt hij visies die inmiddels gemeengoed zijn bij onder meer de milieubeweging en diverse onderzoeksinstituten. Het document is geschreven vanuit Franciscus’ visie op integrale ecologie – ook een denk-
smaldeel van de Raad van Kerken een verklaring uitgegeven onder het motto ‘Maak haast met de aanpak van klimaatsverandering’. Deze verklaring is bedoeld voor de deelnemers aan de conferentie in Parijs.
Ongebruikelijke allianties De zware inhoudelijke inbreng vanuit de orthodoxie is ook tot uiting gekomen tijdens de presentatie van de encycliek in Vaticaanstad op 18 juni 2015. Eén van de drie prelaten die aan Korean Culture and Information Service, via Flickr creative commons OKTOBER 2015- nr. 4
Ook bij religieuze groeperingen buiten het christendom vindt Paus Franciscus steeds meer resonans. De progressief-vrijzinnige Amerikaansjoodse Rabbi Michael Lerner heeft zich in de Huffington Post van 17 juni 2015 enthousiast uitgelaten over Laudato Si. Hij heeft het gevoel de paus
richting die de afgelopen dertig jaar wortel heeft geschoten in en rond de milieubeweging. Vanuit zo’n benadering heeft de mens weliswaar een unieke positie in de natuur, maar is hij en zij daar tegelijk onafscheidelijk mee verbonden. Inhoudelijk steunt Laudato Si op diverse soorten bronnen die ongebruikelijk zijn bij eerdere pauselijke encyclieken. Met name de inbreng van de ‘Groene Patriarch’ Bartholomeus I van Constantinopel is wezenlijk. Laatstgenoemde wijst op ethische en spirituele wortels van de milieucrisis. Technische remedies alleen zijn onvoldoende; de mens zelf moet veranderen. Ook allerlei andere ongebruikelijke bronnen spelen sterk mee in de totstandkoming van deze encycliek: bijvoorbeeld spiritualiteit van een Soefi-mysticus en die van natuurvolkeren, zoals Indianen en Aboriginals. Zo brengt Franciscus een dynamiek op gang van verbinding, dialoog en ongebruikelijke allianties voor behoud van de aarde. Wellicht is dat gegeven nog belangrijker dan exacte inhoudelijke finesses van deze encycliek. De encycliek is immers bepaald niet alleen op katholieken gericht, maar op alle mensen van goede wil.
de wereld zou kunnen ‘redden’: mits de koers van laatstgenoemde door interreligieuze initiatieven ondersteund wordt. Vanuit hindoeïstisch perspectief laat Amma van zich spreken met haar Green Friends en haar sociale initiatieven. Ook bij moslims zie ik zo hier en daar vergelijkbare initiatieven opkomen.
Wat mij opviel tijdens mijn dienstverband bij een gemeente en provincie was de nervositeit bij het naderen van de jaarwisseling. Bestuurders en hun ambtenaren werken namelijk met jaarrekeningen. Als de budgetten aan het einde van het jaar niet helemaal ‘uitgeput’ zijn, dan is er een probleem. Wat is dan het probleem? Om te beginnen heeft de wethouder of gedeputeerde niet voldoende geïnvesteerd. Ze hebben niet al het geld dat hen toebedeeld is besteed aan hun projecten. Stel dat ze 2 miljoen euro krijgen om te investeren in het openbaar vervoer, en aan het einde van het jaar is er nog vijf ton over, dan is er politiek wat uit te leggen. Andere bestuurders gaan daarom vaak óver hun budget heen. Als nu het ene budget niet is uitgeput, en het andere budget is niet toereikend, dan zal er een zogenaamde ‘overheveling’ van budgetten plaats vinden. Zo ontstaat in overheidsland na de zomer een race om zoveel mogelijk geld uit te geven. De angst om volgend jaar minder budget te krijgen wint het van de erkenning dat niet al het geld nodig is. Probleem met dit systeem is dat efficiënte en effectieve bestuurders indirect worden gestraft. Ze krijgen volgend jaar minder budget en het uitgespaarde geld wordt gebruikt om elders in de organisatie financiële gaten te dichten. Deze vervlechting van budgetten is in de basis problematisch omdat er nooit consistent meerjarenbeleid opgesteld en uitgevoerd kan worden. Het zou niet zo moeten zijn dat wij meer belasting voor de auto moeten betalen om het zorg- of defensiebudget rond te krijgen. Of dat er op het ene beleidsprogramma bezuinigd wordt om zo een ander beleidsprogramma in de lucht te houden. Dat is oneerlijk. Een euro investering of bezuiniging op zorg is niet gelijk aan een euro investering of bezuiniging op infrastructuur. Maar in overheidsland zijn ze wel degelijk met elkaar vervlochten. Hoe zouden we dan de overheidsfinanciën moeten organiseren? We moeten weer werken met het geld-in-een-potje model. Belasting op auto’s alleen investeren in wegen. Punt. Inkomsten uit de woningsector alleen investeren in onderhoud en toegankelijkheid van woningen voor alle mensen. Punt. Brandstofaccijnzen alleen investeren in duurzame energie. Punt. Zorgpremies alleen investeren in de kwaliteit en innovatie van de zorg. Punt. Omzetbelasting alleen investeren in de economie. Punt. Kortom, als we gesloten circuits maken van sector gerelateerde inkomsten en uitgaven, zou er binnen die sector een zelfvoorzienend systeem kunnen ontstaan. De overheid kan daarin faciliterend zijn met specifieke wet- en regelgeving, en kan vervolgens toezien op de werking van dat systeem. Zo zwart-wit als ik het wil voorstellen is het natuurlijk niet, maar het gaat mij om het principe. Zou dat niet pas echt een hervorming van de overheid betekenen? Hervormen is dan geen sjiek woord voor kille bezuinigingen, maar staat dan weer voor innovatief denken. Het vraagt wat lef en een toefje durf. Het is hoe dan ook een beetje sociaal, groen, dwars en links, nietwaar? Enis Odaci, @Humanislam OKTOBER OKTOBER20152015-nr. nr.4 4
{EEN ANDERE WANG
20
21
Ik weet het niet zo zeker. Jesse Klaver: zingeving boven rekenmodel Carin Hereijgers
IN MEMORIAM
Ir. Jan Bulens (1923-2015) Een man met een missie. Dat was Jan Bulens die op 22 juli overleed, vijf dagen voordat hij 92 zou worden. Opgegroeid in een gereformeerd gezin in Rijswijk, ging hij als tiener naar de christelijke HBS in Den Haag. Hij zat in het verzet, samen met onder andere Chiel von Meijenfeldt die later generaal-majoor werd en bekendheid verwierf als ‘generaal voor de vrede’: boegbeeld in de strijd tegen plaatsing van kruisraketten in Nederland. Bulens was opgeleid als ingenieur in Delft en begon als docent in het voortgezet onderwijs in Den Haag. Daar wist hij scholieren te boeien met zijn bevlogen verhalen. Hij was geïnteresseerd in geschiedenis, filosofie en theologie. In de jaren zestig stond hij met andere gangmakers van de gereformeerde emancipatie aan de wieg van de christelijke kunstacademie (tegenwoordig ArtEZ Hogeschool). Ook was hij directeur van vormingscentrum De Witte Hei. Later zouden de oude verzetsvrienden Jan en Chiel elkaar treffen binnen de progressieve Evangelische Volkspartij (EVP). Voor deze partij stond Von Meijenfeldt twee keer nummer twee op de kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen; Bulens zat in het landelijk partijbestuur. De overstap naar GroenLinks – waar de EVP in 1990 samen met PPR, PSP en CPN in opging – was voor Bulens een brug te ver. Hij bleef partijloos. In het CDA herkende Bulens onvoldoende het kritische en sociale geluid dat de ARP in de jaren zeventig kenmerkte. Hij sympathiseerde weliswaar met GroenLinks maar miste hier de beginselpolitiek. Christelijk geloof is bij uitstek de bron van radicale maatschappijkritiek, zeker vanwege de joodse wortels van de Bijbel, zo geloofde Bulens. Hij begon in 1988 met Schering & Inslag, kaderblad van de EVP. Terwijl deze partij in 1990 ophield te bestaan, ging hij door met het blad. Voormalige antirevolutionaire politici als Willem Aantjes en Bob Goudzwaard schreven artikelen. En ook politici als Jan Pronk, Sicco Mansholt, Ruud Lubbers, Gert Schutte en Ina Brouwer, alsmede theologen als Hans Bouma en Ab Harrewijn en oud-ambassadeur Edy Korthals Altes. In 1996 stopte Bulens met het blad; politiek commentator Willem Breedveld wijdde er een column aan in dagblad Trouw. Bulens was tot zijn dood abonnee van De Linker Wang. Hij bracht de redactie in contact met onder andere Cathy Ubels-Veen en de voormalige Russische vredesgeneraal Nozhin wat leidde tot enkele artikelen. Deze zomer overleed Jan Bulens, liefdevol omringd door zijn vrouw en kinderen. Theo Brand OKTOBER 2015- nr. 4
Met Jesse Klaver heeft GroenLinks een nieuwe fractievoorzitter. En daarmee klinkt een nieuw geluid dat ook buiten GroenLinks weerklank vindt. Bijvoorbeeld bij het Christelijk Sociaal Congres waar hij afgelopen zomer sprak. Zijn boodschap is er een van gedeeld zoeken naar waarden die bepalend zijn voor economie, maatschappij en politiek. Een verlangen ook naar zingeving en hoop. In zijn boek De mythe van het economisme legt Klaver de vinger op de zere plek. Waarom krijgt de zo voor de hand liggende duurzaamheidsagenda geen voet aan de grond? Waarom is de politiek afgedreven van de mensen? Waarom is solidariteit niet leidend in veel besluitvormingsprocessen? De oorzaak is dat politici boekhouders zijn geworden, die menen dat ze objectief handelen. Klaver: ‘Democratie lijkt steeds meer een systeem waarin kiezers bepalen welke politicus gaat uitvoeren wat de financiële sector dicteert’, zo citeert Klaver antropoloog en journalist Joris Luyendijk. Klavers persoonlijke ontwikkeling is leidend in zijn boek en daarbij benoemt hij nadrukkelijk ook spiritualiteit. Zijn verhaal nodigt mensen uit om de levensbeschouwelijke dimensie van hun identiteit, hoe anders of veelvormig ook, te onderkennen en te waarderen bij de afwegingen die ze maken. Klaver vertelt hoe zijn oma – die een belangrijke rol speelde in zijn opvoeding – hem de rijkdom heeft laten ervaren van compassie. Zij gebruikt vanuit haar Indische achtergrond hiervoor de term kassian. Zij zorgde voor een warm nest voor hem en zijn familie met oog voor de hele wereld. ‘De maatschappij kan meer kassian gebruiken. Het is een waarde waar ik me als politicus met hart en ziel voor inzet’. Ook zijn opa – een heel betrokken en maatschappijkritische man – oefende grote invloed op hem uit. Klaver schrijft waarom hij juist bij het CNV solliciteerde. Daar werd hij
voorzitter van de CNV-jongeren. De signatuur van zijn nieuwe werkgever vond hij wel een pre: ‘Hoewel ik mij nooit gelieerd heb aan één bepaald kerkgenootschap, ben ik wel gelovig opgevoed en heb ik me altijd met het geloof verbonden gevoeld; verbonden met de rituelen van de katholieke kerk, maar ook met het idee dat er meer is dan het waarneembare. Geloof kan echter nooit voorschrijven hoe precies te leven, is mijn overtuiging. Het kan inspireren, richting geven, maar geen absolute waarheid verkondigen. Anders slaat geloof om in intolerantie, fanatisme en het buitensluiten van andersdenkenden. Wat mij aanspreekt in het christelijk-sociaal denken is dat het er niet van uitgaat dat mensen alleen maar uit eigen belang handelen, en veel waarde hecht aan normen en waarden.’ In de politiek zegt hij te balanceren tussen ‘verheven idealen en de inhoud’ en ‘het stevige spel waar de winst voor de één ook vaak het verlies van de ander is.’ Het is een dunne draad om op te dansen. Maar hij is er de afgelopen vijf jaar als Tweede Kamerlid in geoefend. Hij hoopt die balans vast te houden nu hij op het hoogste niveau in de Nederlandse politiek meedraait.
Ruard Ganzevoort Sommige mensen weten precies hoe de wereld in elkaar zit. Ze weten met zekerheid te vertellen dat windmolens op subsidie draaien. Dat het nooit rendabel zal kunnen worden. Dat we nu eenmaal overgeleverd zijn aan olie en gas en dat het naïeve luchtfietserij is om te denken dat we daar los van kunnen komen. Of dat we beter kunnen wachten tot de techniek zo ver is dat het ooit wel zal kunnen, maar dat we nu vooral pragmatisch moeten zijn en voor de korte termijn moeten kiezen voor bijvoorbeeld betaalbaar schaliegas. En elke keer dat het met die techniek even tegen zit, meten ze het breed voor je uit, ook al is het betekenisloos in verhouding tot de miljarden waarmee fossiele brandstoffen worden gesteund. Sommige mensen weten precies wat anderen drijft. Ze kunnen voor je uittekenen dat mensen met een uitkering luie wezens zijn die liever op de bank gaan zitten zappen als je ze niet zou dwingen om een tegenprestatie te leveren voor de samenleving. Dat mensen uiteindelijk niet te vertrouwen zijn en dat je daarom veel scherper moet controleren op fraude, want gratis geld is immers veel te verleidelijk. Dat het beter voor mensen met een uitkering is als ze geestdodend werk doen in een zogenaamd werkervaringstraject van wasknijpers maken. En elke keer dat er iemand voor 15.000 euro heeft gefraudeerd, halen ze hun gelijk, ook al valt het in het niet bij de miljoenen die door topverdieners worden onttrokken aan de belastingen. Sommige mensen weten precies hoe je de vluchtelingenstroom doet opdrogen. Ze hebben een helder verhaal van muren om Europa, alle bootvluchtelingen afzetten op het strand van Libië, en opvang in de regio. Ze vertellen dat al die vluchtelingen of getraumatiseerd - en dus gevaarlijk ontplofbaar zijn - of ordinaire gelukszoekers die beter in hun eigen land kunnen helpen aan de wederopbouw. Dat ons land bovendien vol is en dat we het geld hard nodig hebben voor onze ouderen en gehandicapten. En elke keer dat er op het strand in Griekenland een Syrische jongeman een smartphone – god betere het – blijkt te hebben of dat er in een overvol asielzoekerscentrum een gevecht uitbreekt, bewijzen ze voor wie het horen wil dat zij het al die tijd al bij het rechte eind hadden. Sommige mensen weten precies waarom in onze tijd geweld zo vaak een Islamitisch jasje draagt. Ze kennen de Koran nog beter dan Mohamed zelf en kunnen je precies de Soera’s reciteren die geweld legitimeren. Ze kunnen uitleggen waarom dat echt anders is dan Bijbelteksten met een vergelijkbare inhoud en ze weten dat alleen moslims die dat helemaal letterlijk nemen echte moslims zijn. En elke keer dat een gewelddadige fanatiekeling met de eeuwigheid voor ogen het leven van anderen opoffert aan zijn misplaatste idealen, zijn ze er als de wiedeweerga bij om – het schuim op de mond – te zeggen dat alle anderen wegkijken en bijna medeplichtig zijn.
Ik weet dat allemaal niet zo zeker. Ik weet dat er ook een ander verhaal is en dat vind ik vaak overtuigender. Met zon, wind en water komen we een heel eind, maar ik weet niet zeker hoe snel we van onze fossiele verslaving af kunnen komen en of we bereid zijn daar de prijs voor te betalen. Ik ben ervan overtuigd dat de meeste mensen zich heel graag willen inzetten voor de mensen om hen heen als je ze motiveert en ruimte geeft, maar ik weet niet zo goed wat je moet met de profiteurs, die er immers altijd ook zijn. Ik denk dat ieder weldenkend mens zou proberen oorlog en armoede te ontvluchten en op zoek zou gaan naar een beter leven, maar ik weet niet zo goed hoe we de drama’s op de Middellandse Zee moeten voorkomen. En ik denk dat elke religie – van de Islam in het Midden-Oosten tot het Boeddhisme in Myanmar of Sri Lanka kan aanzetten tot vrede en tot geweld en dat het altijd aan mensen zelf is om te kiezen hoe ze hun religieuze inspiratie gestalte geven. Maar ik heb niet altijd een goed antwoord op de one-liners en zwart-wit-redeneringen die bij elk Allahu Akbar het einde van de beschaving zien.
Ik weet dat er ook een ander verhaal is en dat vind ik vaak overtuigender. Ik vind die positieve verhalen overtuigender, maar ik lees ook de negatieve berichten. Die wil ik serieus nemen omdat je alleen dan aan echte oplossingen kunt werken. Maar eerlijk gezegd heb ik geen zin me voortdurend te moeten verzetten tegen het cynisme van die sommige mensen. Ik kan niet zo goed tegen de verlekkerde manier waarop die sommige mensen reageren op het afschuwelijke en ingewikkelde nieuws dat we bijna dagelijks langs zien komen. Want wat ik wel weet, is dit: dat woede en bitterheid opwekkende cynisme is in elk geval geen oplossing. Daarvoor hebben we uiteindelijk toch dat positieve verhaal nodig.
Prof. Dr. Ruard Ganzevoort is voorzitter van De Linker Wang.
OKTOBER maart 20152015- nr. nr. 41
{RECENSIE
{COMMENTAAR
22
{ONDER OGEN
{AGENDA
VERZOENING IN SRI LANKA Hans Feddema In een vorige column schetste ik dat we volgens Harvardonderzoeker Steven Pinker leven in ‘de meest vreedzame tijd ooit’. Sinds de Middeleeuwen neemt oorlogsgeweld en het aantal moorden bijna elke vijftig jaar af, terwijl empathie volgens Pinker juist groeit. Dit laat zich moeilijk rijmen met het nieuws over brandhaarden in Afrika en het Midden-Oosten. Oorlogen zijn er de laatste decennia overigens veel minder tussen landen terwijl het aantal burgeroorlogen groeit. Wat meespeelt is de vraag hoe om te gaan met de rechten van minderheden. Zeker als een minderheid gesteund wordt door een verwante buur zoals nu bijvoorbeeld in Oekraïne, Irak, Syrië en Jemen het geval is, door respectievelijk Rusland, Iran, Turkije en Saoedi-Arabië. In Sri Lanka – dat ook door een burgeroorlog verscheurd werd – verricht ik als religieus-antropoloog een onderzoeksproject. Deze zomer was ik er een maand. In Sri Lanka lag de fout niet bij ‘grote buur’ India. Voorheen hadden de Britten aan de Tamils – en ook aan christenen en moslims – juist minderheidsrechten gegeven wat betreft taal en godsdienst. De latere afschaffing van taalrechten was juist oorzaak van de bloedige burgeroorlog. Zoals meestal bij geweld domineerden aan beide zijden de haviken. Toch kon en wilde ik hulp bieden aan het in 2004 door de tsunami zwaar getroffen boeddhistische kustdorp Dodanduwa. In dit dorp heb ik jarenlang telkens een periode van zes tot zeven weken gewoond en gewerkt als onderzoeker. Hulp kon ik bieden dankzij geld van een vriendenclub, de fooienpot van Sociëteit De Burcht in Leiden en van de gemeente Leiden. Vorig jaar brachten verkiezingen de sterk op verzoening gerichte president Sirisena aan de macht. Hij heeft met zijn uitstraling iets van Gorbatsjov of Desmond Tutu. Het land lijkt z’n aloude vriendelijkheid terug te krijgen. Dat maakt me blij. Het was een feest om er weer te zijn. Mogelijk hielp bij dit alles de geest van Boeddha. En ook die van de goden? Goden die wij vaak zien als polytheïsme en als bijgeloof, maar die de bewoners van Sri Lanka ervaren als dimensies van de Oerbron (Brahman) die mensen kracht geeft. Een hoge geestelijke vertrouwde mij toe: ‘Het gaat mij als boeddhist om de innerlijke transformatie of wedergeboorte, zoals ook Jezus dat noemde. Dat is iets waartoe wij de mensen oproepen in onze tempels. Maar als mensen in hun dagelijkse overlevingsstrijd hulp krijgen van de goden als dimensies van het goddelijke, dan is daar toch niets mis mee?’. Dr. Hans Feddema is antropoloog, polemoloog en publicist.
OKTOBER 20152013 -nr. NR.45
23 23
9 oktober Presentatie ‘Geloven onder bezetting’
GroenLinks en progressieve katholieken Carin Hereijgers Onlangs verscheen de geschiedschrijving van de progressief-katholieke Acht Mei Beweging. Deze ontstond rond het bezoek van paus Johannes Paulus II aan Nederland in 1985. Het bezoek was bedoeld om de geloofsgemeenschap bijeen te brengen en als glorierijk te presenteren, maar legde een grote verdeeldheid bloot. Zoals vaker leverde deze confrontatie ook veel energie op: progressieve energie binnen de kerk. Want de Acht Mei Beweging wilde de kerk van binnenuit veranderen en verbeteren. In het begin was dat de kracht van de beweging. Van den Beld beschrijft dat dit later juist de achilleshiel werd. Mensen die geen vrede meer hadden met de kerk, hadden weinig moeite om de hele kerk gedag te zeggen. Geëmancipeerde gelovigen zochten hun eigen weg. Opvallend is dat op vrijwel alle jaarlijkse bijeenkomsten GroenLinksers als kopstukken aanwezig waren. Ria Beckers, Ina Brouwer, Bas de Gaay Fortman, Leonie Sipkes, Paul Rosenmöller en Ab Harrewijn werden gevraagd om deel te nemen aan debatten. Helaas zijn er weinig verslagen van behouden gebleven, maar het wederzijdse gevoel was eigenlijk altijd positief, zegt Van den Beld. Ook van andere partijen waren soms politici aanwezig. Zo was er in 1993 een debat ‘of links nog nodig was’ met Pim Fortuijn. Opvallend is dat vrijwel altijd een GroenLinkser op de poster stond. Wat is de verbinding tussen GroenLinks en deze progressieve religieuze internationalen - de rooms-katholieke kerk is immers een internationale beweging? Op dit moment zie ik iets van deze verbinding omdat fractievoorzitter Jesse Klaver zich katholiek noemt en religie niet schuwt. De periode Femke Halsema was in de beeldvorming waarschijnlijk een wat eenzijdig intermezzo. Want binnen de partij zijn nog altijd veel mensen actief die hun progressieve standpunten herleiden op religieuze inspiratie.
Uit de geschiedschrijving van de Acht Mei Beweging wordt duidelijk dat idealistische bewegingen kunnen ontstaan bij een dringende urgentie en daarna kunnen bloeien, maar dat ze ook goed onderhoud en tijdsbesef vereisen. Als de tijden veranderen, moet een beweging nieuwe urgentie vinden. Anders dooft zij uit. Opvallend is dat de ‘tegenpartij’, de Nederlandse bisschoppen, moeizaam reageerden. Op alle slakken werd zout gelegd, bijvoorbeeld als het ging om een tafelgebed of om een keuze voor sprekers tijdens een bijeenkomst van de beweging. De bisschoppen leken in een keurslijf te zitten en hielden zich strikt aan de regels. De richting die paus Franciscus nu is ingeslagen, kan hoop bieden aan nieuwe mensen met nieuwe idealen. Op 31 oktober 2015 organiseert de Mariënburgvereniging, waar mensen uit de Acht Mei Beweging bij betrokken zijn, een congres over de nieuwe pauselijke agenda rondom vluchtelingen en armoede. Hier blijft iets zichtbaar van de idealen van de beweging die twaalf jaar geleden ten grave werd gedragen.
Het andere gezicht van de kerk, de Acht Mei Beweging 1985-2003, Tom van den Beld, Uitgeverij Valkhof Pers, 207 pagina’s, ISBN 978 90 56254438.
Model met hoofddoek bij H&M Het gebeurt niet vaak dat een wereldbekend kledingmerk moslima’s met hoofddoek inzet als model. Voor de nieuwe collectie doet H&M dit. Dat is massaal onthaald in de sociale media. De foto van de moslima ging meteen viraal. Binnen twee dagen werd de foto 1400 keer geretweet. Het model, Mariah Idrissi, verschijnt ook in de promo-video. Naast moslims krijgen ook sikhs een rol zoals Pardeep Singh Bahra. Hij is grondlegger van Singh Street Style en een stijlicoon. Bron: www.kifkif.be.
Belgische kerken samen voor duurzaamheid Enkele honderden mensen waren op 7 september in de Brusselse Sint Michiels- en Sint Goedelekathedraal voor een oecumenische viering op Scheppingszondag. De viering werd geleid door RK-aartsbisschop Léonard, orthodox aartspriester Psallas, dominee Steven Fuite (Protestantse Kerk in België) de Anglicaanse kerkleider Jack McDonald en priester Zadik Avedikian van de Armeens-Apostolische kerk in België. ‘Het klimaat verandert ook mij’ was het thema. De viering stond nadrukkelijk in het teken van de VNklimaatconferentie eind 2015 in Parijs. Voorganger Fuite vroeg de aanwezigen een petitie te tekenen die politici in België oproept om dringend werk te maken van de klimaatinspanningen. Na de viering tekenden de kerkleiders de petitie, gevolgd door vertegenwoordigers van deelnemende organisaties en bijna alle aanwezigen.
Grote groep kan zichzelf niet redden Het aantal mensen dat zichzelf niet kan redden groeit. De directies van de regionale GGD’s en GHOR’s kwamen op 17 september bijeen in Veenendaal. Ze hadden een klantenpanel uitgenodigd van diverse organisaties die met het thema ‘zelfredzaamheid’ te maken hebben; dat varieerde van het Rode Kruis tot de Raad van Kerken, van het Leger des Heils tot een stichting die zich bezighoudt met zwerfjongeren. De rode draad in de gesprekken vormde de constatering dat de groep die zich niet staande weet te houden groeit, terwijl de overheid wel aandringt op een samenleving waarin mensen zelf hun broek op moeten houden. De verschuiving in de zorg gaat gepaard met bezuinigingen. Dat stelt mensen voor keuzeproblemen. Het Leger des Heils becijferde dat zestig procent van de mensen aan de onderkant niet bij de huisarts komt, maar wel van alles onder de leden heeft. Bron: Raad van Kerken.
Symposium ter gelegenheid van het verschijnen van de Nederlandse vertaling van het boek ‘Faith in the Face of the Empire’ van Mitri Raheb. De Palestijnse auteur is zelf aanwezig. Verder spreekt o.a. Erik Borgman. Organisatie: Vrienden van Sabeel Nederland en Kairos Palestina Nederland. Tijdstip: 14.00 – 17.00 uur. Locatie: De Nieuwe Liefde, De Costakade 102, Amsterdam. Entree: 10 euro.
10 oktober Bio1000 De biologische sector gaat in dialoog met duizend mensen over de toekomst van biologisch: de Bio1000. Duizend betrokken mensen gaan met elkaar nadenken over de verdere ontwikkeling van ons gezamenlijke landbouw- en voedingssysteem. Van 9.00 tot 17.30 uur in het Plantion in Ede, Wellensiekstraat. Zie: www.bio1000.nl.
21 oktober Bisschop De Korte over Laudato Si Bisschop mgr. Gerard de Korte spreekt woensdag 21 oktober om 10.00 uur ‘s morgens in de Oosterkerk, Koewegje 2 te Zwolle over de pauselijke encycliek Laudato Si over schepping en duurzaamheid. Organisatie: 50-plus Gespreksgroep Oosterkerk; ook mensen van onder de 50 zijn welkom. Kosten 5 euro inclusief koffie en thee. Informatie:
[email protected].
24 oktober Landelijke manifestatie Klimaatloop Eind dit jaar wordt in Parijs een nieuw klimaatverdrag opgesteld. Een cruciaal moment in de strijd tegen de klimaatverandering. Om dat te onderstrepen organiseert een groot aantal kerkelijke en christelijke organisaties een klimaatloop van september tot begin december door heel Nederland. Als onderdeel hiervan is op 24 oktober in Utrecht een landelijke manifestatie. Kijk op www.klimaatloop.nl.
Pelgrimage van recht en vrede
31 oktober Mariënburg Congres 2015
‘Wij, mensen, zijn onderweg. Sommigen bewust, anderen zonder besef. Vanuit de kerken lopen we graag een stukje mee. We noemen het een pelgrimage.’ Deze woorden staan te lezen op de website van de Raad van Kerken in Nederland.
‘Werk in Uitvoering. Diaconie in de knel?’ is het thema van het jaarcongres in Utrecht van de Mariënburgvereniging van kritisch rooms-katholieken. Inleidingen door Jetta Klijnsma, staatssecretaris Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Jozef Wissink, priester en emeritushoogleraar praktische theologie. Informatie en opgave: www.marienburgvereniging.nl.
6 november The Death of God and the War on Terror Edward Schillebeeckx Lezing door literatuurwetenschapper Terry Eagleton (onder meer hoogleraar aan de Lancaster University en columnist voor The Guardian). Gaan secularisme en consumentisme religie vervangen? Is een volledig atheïstische samenleving realistisch? En wat is de connectie tussen deze verschuivingen en religieus fundamentalisme? Locatie en tijd: Aula Radboud Universiteit Nijmegen om 19.30 uur. Voertaal is Engels. Deelname €5. Zie: www.ru.nl/radboudreflects.
Op de homepage www.raadvankerken. nl staat het logo van de wereldwijde ‘Pelgrimage of justice and peace’ vanuit de Wereldraad van Kerken. Wie dit logo aanklikt komt op een speciale webpagina over de pelgrimage in Nederland. Er zijn vijf rubrieken: levensstijl, engagement, actueel, materialen en achtergronden. Mensen kunnen ervaringen en kennis uitwisselen. Contact:
[email protected].
11 november Israël-Palestina: één staat of twee staten? Mouin Rabbani (Institute of Palestine Studies) gaat in debat met Diana Buttu, voormalig PLO-onderhandelaar. Rabbani ziet de twee-statenoplossing als richtlijn maar Buttu ziet een andere weg. Na afloop ruimte voor discussie. Voertaal is Engels. Organisatie: Leonhard-Woltjerstichting en Een Ander Joods Geluid. Locatie en tijd: De Nieuwe Liefde in Amsterdam om 20.00 uur. Voorverkoop: €10, deurprijs: €11. Zie: www.denieuweliefde.com. Uw bijeenkomsten in de agenda? Mail naar;
[email protected]
OKTOBER 2015- nr. 4
24
De geestkracht van die Nazarener Jan Spijk
Toneelgroep De Appel uit Den Haag/ Scheveningen doet de laatste jaren wel een beroep op het uithoudingsvermogen van bezoekers. Klassieke stukken als Tantalus en Herakles duurden in totaal elf uur, inclusief enkele pauzes. Wat dat betreft was ‘Zie de mens’ over de volgelingen van Jezus dit jaar een makkie. De matineevoorstelling op zondagmiddag begon om 14.30 uur en om 20.00 uur stond je buiten (inclusief een soep- en dinerpauze). Regisseur Arie de Mol – geboren en getogen in een christelijk gezin in Katwijk – zei in Kerk in Den Haag over Jezus: ‘Ik wilde hem gewoon een mens laten zijn, die bovenmenselijke dingen heeft bedacht om de wereld beter te maken. Ik denk dat hij fel was, menselijk, hij maakte ook fouten.’ Dat zagen we in de toneelvoorstelling: geen heiligen, maar mensen van vlees en bloed. Vooral Judas (Bob Schwarze) vond ik fenomenaal. Hij voelt als het ware aan zijn theewater dat er maar één vonk naar het volk hoeft over te slaan en het is over met de Romeinen. Hij ziet Jezus als de ideale, charismatische leider om dit te bewerkstelligen. Een beetje zoals de Oostduitsers dat voelden in het najaar van 1989. ‘Wir sind das Volk.’ En de Muur viel. We weten dat het verhaal van Jezus anders afliep. In de gereformeerde kerk in mijn geboorteplaats Roodeschool werd er in mijn herinnering maar weinig gepreekt over de Bergrede van Jezus. In die gereformeerde kerk werd toen (jaren zestig en zeventig) nog de Heidelbergse Catechismus letterlijk nagevolgd. Er zou geen mus van een tak vallen als God dat niet zou willen. Toen er in mijn dorp een jongetje verongelukte, kon ik niet begrijpen waarom dat God’s wil was zoals in de overlijdensadvertentie stond: ‘Op Zijn tijd is thuisgehaald’…. Na een lange geloofsstrijd besloot ik de kerkdeuren achter mij dicht te gooien. Dat was echter niet het einde van mijn religieus gevoel. De bijbelse verhalen en gelijkenissen van die Nazarener bleven mij fascineren. De Bergrede OKTOBER 2015- NR. nr. 4
in het Mattheusevangelie en de bijna identieke rede in het Lukasevangelie, geven mij ook nu nog energie en als het ware geestkracht. Alsof je wordt opgetild. Enige tijd geleden werd ik gegrepen door een preek van ds. Margreet Klokke in de Kloosterkerk in Den Haag waarvan ik enkele jaren geleden lid werd. Het gaat over dat ogenschijnlijk onbegrijpelijke verhaal over de arbeiders in de wijngaard (Mattheus 20). De arbeider die negen uur heeft gewerkt, krijgt net zo veel loon als de arbeider die slechts één uur heeft gewerkt. Dat zou in onze tijd meteen leiden tot een spontane werkonderbreking. Termen als ‘asociaal’ en ‘onrechtvaardig’ zouden uit de monden van vakbondsbestuurders klinken. Volgens Margreet Klokke kun je dit verhaal ook anders lezen. De dagloners staan op de markt klaar om aan het werk te gaan. Misschien staan ze wel vooraan omdat ze de grootste mond hebben en net iets handiger zijn dan de rest. Zij worden dan als eerste uitgekozen. Maar de eigenaar van de wijngaard laat het daarbij niet. Hij gaat zelfs vier keer terug naar de markt, zodat ook de dagloners die achteraan staan, toch een paar uurtjes kunnen werken. Margreet Klokke in haar preek: ‘Ze zijn misschien ziek of ze hebben een handicap. Ze zijn misschien te oud of hebben moeilijkheden thuis. Het zijn misschien mensen als onze vluchtelingen of onze Grieken.’ Ik vond dit een geweldige eye opener. En dat vind ik het mooie aan de persoon van Jezus. Hij zet je vaak op het verkeerde been en gaat om met mensen die niet geliefd zijn bij wat we dan het gewone volk noemen. Als iemand jou slaat, dan keer je hem de linker wang toe. Verrassend en revolutionair. In onze tijd zou Jezus naar het Wereldhuis gaan om de verhalen aan te horen van ongedocumenteerden of zou voorgaan in gebed bij de daklozen voorafgaand aan de vrijdagse maaltijd in het Haagse Stadsklooster. Daarom voelde ik mij de afgelopen jaren bij De Linker Wang als een vis in het water. Eerst als bestuurslid, later als eindredacteur (tot deze zomer). In ons blad komen onderwerpen aan bod die mij enorm aanspreken: het lot van daklozen,
vluchtelingen, het milieu, vrede en veiligheid, het Palestijnse vraagstuk en het lot van zo vele ontheemden in deze wereld. Allemaal mensen die net als die arbeiders in de gelijkenis niet vooraan staan. Ik heb bij De Linker Wang mensen leren kennen die zich niet willen neerleggen bij de ‘ploert en schenders’ van deze tijd (Huub Oosterhuis), maar ‘hongeren en dorsten naar gerechtigheid’. Want zoals Henriëtte Roland Holst al dichtte: ‘de zachte krachten zullen zeker winnen – in ’t eind’. Jan Spijk (1960) is journalist & tekstschrijver en in die hoedanigheid werkzaam bij de vakbond CNV Connectief. Hij was eindredacteur van De Linker Wang van 2013 tot 2015. Hij heeft een eigen tekstbureau: www.spijkschrift.nl