RE ST AU R ATIE WE RKE N AA N D E SINT- WILLIBRO RDU SK ER K te A NT WE R PE N, Ke r kstr aat
FA SE 2 D EE L 2
TO RE N
HOOF DST UK III : T EC H NISC HE B E PA LING E N.
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 1/41
RE ST AU R ATIE WE RE N S INT W ILLIB RO RD USK E RK t e A NT WE R PE N FA SE 2 D EE L 2 TO RE N
INHOUD:
ART.1 ART.2
ART.3 ART.4
ART.5 ART.6 ART.7 ART.8
ART.9
ART.10 ART.11
ART. 12 ART. 13
ART.14 ART.15
ART.16 ART.17 ART.18
ART.19
INRICHTING WERF STELLINGEN, ONDERSCHORINGSWERKEN, BESCHERMINGSMAATREGELEN PLAATSBESCHRIJVING METSELWERK IN BAKSTEEN METSELWERK IN HARDSTEEN GEVELMETSELWERK RECHTE PROFIELSTEEN GEBOGEN PROFIELSTEEN GEWOON BEELDHOUWWERK PLASTISCH BEELDHOUWWERK BRONSWERKEN PLASTISCHE STEENRESTAURATIE STEENVERHARDING GEVELREINIGING AFSCHERMEN RAAMOPENINGEN LAGEDRUKSTRALEN MET FIJNE GRANULATEN REINIGEN VAN GEVELDETAILS HYDROFOBERING DUIVENWERING HORIZONTAAL VOEGWERKEN UITKAPPEN HERVOEGEN BEPLEISTERINGSWERKEN DAKBEDEKKING NATUURLEIEN EN BIJHORENDE LOODWERKEN LADDERHAKEN SCHALIEBERD DAKLEIEN LOODBEKLEDING VOETPAD NAAST DE TOREN TRAPPEN EN INKOMPARTIJ RIOLERING EN PUTTEN TEGELVLOEREN IN BLAUWE HARDSTEEN TRAPPEN IN BLAUWE HARDSTEEN TRAPLEUNINGEN HERSTEL HEKWERK MET POORTEN ELEKTRICITEITSWERKEN TIMMERWERKEN EIK EN GRENEN POLYMEERCHEMISCHE RESTAURATIE TORENHAAN EN KRUIS SCHILDERWERKEN GLAS IN LOOD UITNEMEN GLAS HERSTELLEN, REINIGEN, HERLODEN RAAMBRUGGEN KLEMLATTEN TERUGPLAATSEN GLAS BESCHERMGLAS REINIGEN VAN GLAS IN SITU DUIVENWERING: BESCHERMNETTEN WERKEN AAN KLEINE RAMEN
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
3 4 6 8
12 13 15
19
20
23
26 28 29 30 32 33 36 39
41
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 2/41
Art. 1. INR ICHT ING V A N DE WE RF . De aannemer zal op de werf voorzien: 1°
De inrichting van een bureel. Het zal uitgerust zijn met de nodige meubelen zoals kast, tafel, stoelen, een bord voor ophangen van tekeningen, een verbandkast voor EHBO. Het lokaal zal verwarmd en verlicht worden en een telefoonaansluiting op het openbaar net is te voorzien. Lokalen ter beschikking van de aanbestedende overheid: zie typebestek VL100.
2°
Een loods van voldoende afmetingen voor het opbergen van kalk, cement, al het nodige materieel en materialen.
3°
Een schaftlokaal voor de arbeiders, goed verlicht en verwarmd, en alle nodige sanitaire inrichtingen.
4°
Elektrische stroom- en waterleidingen voor de uitvoering der werken.
5°
De nodige schuttingen te plaatsen volgens de plaatselijke politievoorschriften en volkomen beantwoordend aan de behoeften. Deze afsluiting zal stevig zijn en goed onderhouden worden. Deze afsluiting is te voorzien op plaatsen waar er werken worden uitgevoerd en zal de toegang aan vreemden op het werk beletten. De nodige verbodsborden zijn hiervoor te voorzien. Alle verplaatsingen en opruimingen zijn mede te voorzien. De toegang tot de kerk moet steeds verzekerd blijven.
6°
Opruimen van het struikgewas en bomen, daar waar het strikt noodzakelijk is om de restauratiewerken mogelijk te maken. Dit zal echter dienen te geschieden NA overleg en akkoord van het opdrachtgevend bestuur en de architect.
7°
Het terug in orde brengen van het terrein na volledige uitvoering der werken. Hieronder is te verstaan het verwijderen van alle afval van het terrein rond het gebouw. Het terug aanleggen van de tuin is niet in deze bieding begrepen.
8°
Werfinfobord: zie HOOFDSTUK I, art. 30
NOTA: DE KOSTEN VOOR VOORNOEMDE POSTEN DIENEN DOOR DE AANNEMER TE WORDEN VERDEELD OVER HET GEHEEL VAN DE POSTEN WAAROP ZE BETREKKING HEBBEN, EN DIT IN EVENREDIGHEID MET DE BELANGRIJKHEID VAN DE VERSCHILLENDE POSTEN.
Art. 2. STE LLING E N - O ND E RS CHO RING E N E N BE SCH E RMING SM A ATR EG E LE N. - De bepalingen in HOOFDSTUK I dienen in acht genomen te worden. 2.0. Al gem ee n. Tijdens begrafenisdiensten en huwelijksplechtigheden mag er NIET binnen in de kerk gewerkt worden.
2.1. Ste lli nge n
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 3/41
Er zijn stellingen te voorzien voor de restauratie en reiniging van gevels en ramen en voor de constructie van alle nieuwe onderdelen. De stellingen zijn uit te voeren in stalen buizen, welke gegalvaniseerd zijn, of op andere wijze roestvrij gemaakt. De draagbalken kunnen ook in houten juffers uitgevoerd worden. Schildering wordt slechts als aanvullende bescherming beschouwd. Alle verbindingen geschieden met klemmen en bouten of spieën of andere hulpstukken, speciaal vervaardigd en aangepast voor de sectie der buizen. De verbindingsstukken laten toe de verschillende onderdelen stevig, onvervormbaar en vast met elkaar te verbinden. De afstanden tussen de stellingspalen zullen afhankelijk zijn van de toe te passen belastingen en de hoogte tussen de verschillende onderlinge horizontale verbindingen. Teneinde een stevig geheel te bekomen, het doorknikken of zijwaarts uitwijken der stellingen in alle richtingen te vermijden, zullen op verschillende plaatsen dwars- of kruisgewijze geplaatste regels aangebracht worden. Op de bodem opgestelde stellingspalen zullen rusten op stalen platen, geplaatst op een draagvlak dat voldoende groot moet zijn in verhouding tot de te dragen belasting. De voeten der stellingen zullen vastgelegd worden, derwijze dat zij niet kunnen wegschuiven of verplaatsbaar zijn. Geen enkel deel der stellingen mag aan de gevels verbonden worden. Er mogen bijgevolg geen bindgaten gekapt worden. Tevens moeten de stellingen voldoende van de gevels verwijderd blijven om bij eventuele beweging onder invloed van storm of dergelijke, niet tegen de gevels of onderdelen daarvan te wrijven of te schuren. Op iedere verdiepingshoogte van de stelling zijn borstweringen te plaatsen van 90 cm hoog, bestaande uit een horizontaal aangebrachte buis. Opvatting der stellingen: De stellingen moeten derwijze opgevat zijn, dat zij de architect, of aangestelden, toelaten alle delen van het gebouw en de gevels veilig te bereiken met het oog op het uitvoeren van onderzoek, de te nemen metingen, het nemen van foto's en vooral om de nodige herstellingen en restauratiewerken uit te voeren. De afstand tussen de stellingspalen zal minstens 2 m bedragen. De afstand tussen de verschillende stellingsverdiepingen zal maximum 2,10 bedragen. De stelling zal in plan het verloop van de gevels volgen. Boven de daken zullen de stellingen derwijze geplaatst worden dat geen drukking op de dakbedekking uitgeoefend wordt. In de goten mogen de stellingen steun vinden, mits het draagvermogen dezer zulks toelaat, en in dit geval, mits het plaatsen van verdeelbalken onder de stellingspunten. Uitrusting der buizenstelling Bij de buizenstellingen behoren de nodige stellingsplanken en ladders. De stellingsplanken zullen in grenenhout zijn, goed gezond, niet door verrotting aangetast, en van voldoende dikte om alle nodige belasting te kunnen dragen. De ladders moeten in onberispelijke staat verkeren. Stellingsplanken worden in voldoende aantal voorzien om steeds alle delen van het gebouw te kunnen bereiken waaraan moet gewerkt worden. daartoe zullen tevens de nodige ladders moeten aanwezig zijn. Vertikale metalen ladders, direkt tegen de stellingen gebonden, worden NIET aanvaard. De ladders zullen in normale schuine stand van stellingsverdieping naar stellingsverdieping leiden. Alle stellingsplanken, ladders en andere losse delen, zullen steeds stevig aan de buizenstelling moeten verbonden worden, zodat zij bij ruk- of stormwinden niet kunnen losgerukt worden. Bij de uitrusting behoort tevens een hefkraan of lift welke toelaat de nodige lasten veilig te verplaatsen. Vanzelfsprekend moet dan ook het draagvermogen van de stellingen aangepast zijn.
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 4/41
Tijdens de werken aan de portaalgevels wordt er boven de ingangen van de kerk op het voetpad een afdak getimmerd, van stevige constructie, zodat de kerkgangers beschermd worden tegen vallende voorwerpen. Ook eventuele stellingen in het interieur van de kerk worden gemaakt met aaneengesloten delen welke telkens met een eenvoudige afsluiting van het in gebruik blijvend deel van de kerk afgesloten worden. Stofvorming in het interieur is niet toegelaten. NOTA: De p rij s va n d e stel li nge n v o or bi nne nwe rke n ( aa n r am e n) i s t e ver re ke nen i n de p rij s v an d ie wer ke n. 2.2.
Ond er sc hor ings wer ke n
De aannemer voorziet eveneens in zijn bieding alle onderschoren, noodzakelijk bij het uitvoeren van alle af- of uitbraakwerken, alle metsel- en hardsteenwerken, onderschoringswerken.... enz. Deze onderschoringen geschieden met stalen buizen, houten stutten, al naargelang de omstandigheden en de noodwendigheden. Zij zullen alleszins op stevige wijze en met ruime veiligheidsmarge geschieden, teneinde iedere instorting of zetting ten gevolge van het uitbreken van bepaalde constructieëlementen, te voorkomen. 2.3.
Besc her mi ngsm aat re gele n
De beschermingsmaatregelen hebben tot doel de beschadiging en bevuiling te voorkomen, veroorzaakt door: 1° door inwateringen langs uitgenomen ramen 2° door neerstorten van materialen of materieel of bij het plaatsen van stellingen, ladders of andere voorwerpen. Maatregelen tegen inwatering: Inwateringen kunnen voorkomen worden door het plaatsen van zeilen, het timmeren van waterdichte afdekkingen en het afsluiten met panelen van ramen waaruit het glas werd weggenomen of die in hun geheel verwijderd werden. Dekzeilen zullen steeds in voldoende aantal ter plaatse aanwezig zijn. Afsc her mi ng v a n r a am o pe ni nge n wo rdt a pa rt v oo rz ie n o nd er a rti ke l "Gev el rei ni ging". Maatregelen tegen neerstorten van materialen of materieel of andere beschadigingen : Deze maatregelen bestaan vooral in het opbouwen van veilige en stevige stellingen met vertikale of schuine stutwanden. De te behouden waardevolle voorwerpen zullen door panelen of omkastingen beschermd worden. De stellingen in het interieur zullen afgeschermd worden met zeildoeken of zware gewapende PVC-folie, zodat wegspringende stenen of ronddwarrelend stof geen schade kunnen aanbrengen. 2.4. He fkra an o f li ft De hefkraan of lift zal opgesteld worden direkt aansluitend tegen de stelling. Hij zal een bedieningshoogte hebben van minimum 45 m en een nuttig draagvermogen van minimum 1.000 kg. Hij zal verder beantwoorden aan alle veiligheidsvoorschriften, gesteld door de arbeidsinspectie.
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 5/41
PRIJ SO PG A VE: DE KOSTPRIJS VAN DE HUU R W AA R DE VOOR STELLINGEN EN HEFKRAAN OF LIFT ZIJN TE VERDELEN OVER HET GEHEEL VAN DE POSTEN WAAROP ZE BETREKKING HEBBEN, EN DIT IN EVENREDIGHEID MET DE BELANGRIJKHEID VAN DE VERSCHILLENDE POSTEN. 2.1.Stellingen en toebehoren: 2.1.1. Montage: 2.1.2. Huurwaarde: 2.1.3. Demontage en opruiming (minstens 50% v.h. bedrag v.d. montage): 2.2.Onderschoringen: 2.3.Beschermingsmaatregelen 2.4.Hefkraan of lift (met verbruik): 2.4.1. Montage: 2.4.2. Huurwaarde: 2.4.3. Demontage en opruiming (minstens 50% v.h. bedrag v.d. montage):
G.P. PM G.P. G.P. G.P. G.P. PM G.P.
2.5. PLA AT SB ES CH RIJ V ING. Alvorens de werken aan te vangen, zal tegensprekelijk een plaatsbeschrijving worden opgemaakt van de omgeving rond de kerk en het inwendige van de kerk. De plaatsbeschrijving zal in drie exemplaren opgemaakt worden en zal alle bestaande gebreken en tekortkomingen aan gebouw en meubilair vermelden. Indien de aannemer zulks verzuimt zal hij alle gevolgen hiervan zelf dragen, zonder de minste tussenkomst van de opdrachtgever, die desnoods de nodige sommen zal achterhouden totdat eventuele geschillen definitief geregeld zijn. Er wordt op gewezen dat op geen enkele wijze zal mogen gebruik gemaakt worden van eventuele open ruimtes van gebuureigendommen, ZONDER uitdrukkelijke toestemming van de desbetreffende eigenaars. Pr ijs o pgave : G.P. 2.6. VE ILIGHE ID. Overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke en mobiele werkplaatsen zal door de stad een ‘coördinator ontwerp’ en een ‘coördinator verwezenlijking’ aangeduid worden die instaat voor de coördinatie inzake veiligheid en gezondheid tijdens de opmaak van het ontwerp en tijdens de verwezenlijking van de bouwwerken. Deze zal regelmatig de voorgeschreven vergaderingen bijeenroepen en de nodige formaliteiten verrichten. De opdracht van de coördinator-ontwerp wordt beëindigd door de overdracht van de documenten, bedoeld in art.11,6° van het KB van 25 januari 2001. Al deze documenten (het veiligheids-, en gezondheidsplan, het coördinatiedagboek en het postinterventiedossier) worden losbladig aan het bestuur bezorgd. Ook een digitale versie wordt ter beschikking gesteld. Deze overdracht wordt vastgesteld in het coördinatiedagboek en in een afzonderlijk document. De opdracht van de coördinator-verwezenlijking wordt beëindigd door de overdracht van de documenten, bedoeld in artikel 22,7° van het KB van 25 januari 2001. Al deze documenten (het geactualiseerde veiligheids-, en gezondheidsplan, het geactualiseerde coördinatiedagboek en het postinterventiedossier) worden losbladig aan het bestuur bezorgd. Ook een digitale versie van het geactualiseerde veiligheids-, en gezondheidsplan wordt ter beschikking gesteld. Deze overdracht wordt vastgesteld in en proces-verbaal dat bij het postinterventiedossier wordt gevoegd. Enkel het coördinatiedagboek mag in handschrift bijgehouden worden De aannemer zal zijn volle medewerking verlenen en handelen volgens de richtlijnen van de coördinator.
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 6/41
Voor dekking van de extra kosten om te voldoen aan de richtlijnen van de coördinator wordt een globale prijs voorzien in de offerte van de aannemer. Pr ijs o pgave : G.P.
AR T . 3 . M ET SE LWE RK E N IN B AKS TEE N Deze werken omvatten: 1- het uitkappen en hermetselen van zones beschadigd baksteenparement, en dit over een diepte van 18 cm (kops metselwerk). 2- het vervangen van gevelsteen op verspreide plaatsen 3- het uitbreken en hermetselen bij luchtbogen 4- het herstellen van barsten in gevelmetselwerk Alle af- e n uit br aa k zal met de uiterste zorg geschieden, derwijze dat de aanpalende, staande, liggende of verbonden delen van de constructie, welke dienen behouden te blijven, niet beschadigd worden. De af- en uitbraak omvat het wegnemen van alle constructies of delen daarvan, noodzakelijk voor het uitvoeren van restauratie-, herstellings- en aanpassingswerken. Over de omvang van de af- of uitbraak kan de aannemer zich een idee vormen door de aanduidingen op de plannen, de hierna volgende opsomming en de nodige onderzoekingen en vaststellingen ter plaatse. De aannemer is verantwoordelijk voor alle aangerichte schade aan de te behouden delen en zal de herstelling daarvan op zijn kosten uitvoeren. De af- en uitbraak van metselwerk in baksteen moet geschieden volgens de horizontale laag met staande of vallende tand, derwijze dat de verbindingen tussen nieuw en oud metselwerk volgens het bestaande verband kunnen uitgevoerd worden. Om een degelijke inbinding te verzekeren zal met vertandingen van telkens twee lagen weggebroken worden. Met het oog op de maximum mogelijke recuperatie zal de af- of uitbraak met voorzichtigheid geschieden. De gave en gezonde recuperatiesteen blijft ter plaatse voor uitvoering van restauraties. Het reinigen van de te herbruiken steen is in de prijs van de afbraak te begrijpen. Het voorzichtig uitbreken en vervangen van gevelsteen op ve rs pr ei de pl aat s en gebeurt slechts wanneer plastisch herstel (zie art. 6) niet mogelijk is. Meting per stuk: wanneer 2 à 3 aanliggende stenen eveneens moeten vervangenworden, wordt dit nog steeds gerekend als 1stuk. De met sel wer ken in baksteen mogen uitgevoerd worden met gave gerecupereerde baksteen of met nieuwe helderklinkende baksteen met dezelfde afmetingen, structuur en kleurschakering. Afmeting van de baksteen: 17 x 8,5 x 4,5 cm De mortel is samen te stellen als volgt: Bastaardmortel: of volumeverhouding: - 1 deel N.K.P. cement - 2 delen vette kalk - 8 delen zand van Diegem of Woluwe of gewichtsverhouding: - 150 kg N.K.P. cement - 150 kg vette kalk - per m3 droog zand. De baksteen is zat in de mortel te plaatsen. De inbindingen in de reeds bij afbraak voorziene vertandingen geschiedt eveneens derwijze dat de aansluitingen tussen nieuw- en bestaand metselwerk volledig gevuld zijn met mortel.
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 7/41
PRIJ SO PG A VE: 3.13.23.33.4-
het het het het
uitkappen en hermetselen van beschadigd baksteenparement V.H. 1 20 m2 vervangen van gevelsteen op verspreide plaatsen V.H. 8 00 st uitbreken en hermetselen bij luchtbogen V.H. 2 m 2 herstellen van barsten in gevelmetselwerk V.H. 0, 9 m3
AR T.4. MET S ELW ER KE N IN HA R DS TEE N 4.0. A l ge me ne be pal i nge n nat uur st ee n Na het plaatsen van de stellingen zal de architect de witte hardsteen aanduiden welke voor vervanging of herplaatsing in aanmerking komt. Op basis van die aanduidingen en alvorens tot de af- of uitbraak over te gaan, zal de aannemer op zijn kosten overgaan tot de zorgvuldige en volledige opmeting van de te behandelen gevelpartijen of architectuurelementen en de ze na uwke ur i g i n plan brengen op schaal van 10 cm/m. Deze plannen zullen de juiste afmetingen, laaghoogten en volledige steensnede van de bestaande toestand weergeven. Zo nodig, zullen afgietsels van plaaster gemaakt worden van bijzondere beeldhouwwerken. Belangrijke onderdelen zoals profielen, raamomlijstingen, dorpels, druiplijsten enz.. zullen op ware grootte opgenomen en getekend worden. De profielen op de detailplannen zijn benaderend en ten titel van algemene inlichting gegeven. De definitieve profielen zullen door contre-profielen bepaald worden. Al de plannen zullen in twee exemplaren aan de architect overgemaakt worden. Deze zal ze nazien en zo nodig aanvullen met de gepaste verbeteringen. Een eventueel verbeterd exemplaar wordt terug aan de aannemer bezorgd, welke volgens dit verbeterde plan moet uitvoeren, nadat daarop de delen aangeduid werden welke moeten vervangen- of uitgebroken worden. De aannemer zal bovendien, telkens de architect erom verzoekt, foto's maken van bepaalde onderdelen of details van het gebouw. De af te leveren foto's zullen minimum van formaat 13/18 zijn, moeten klaar en scherp zijn en dienen genomen te worden door een beroepsfotograaf, vertrouwd met dergelijk werk. Van ieder gelukt beeld moeten drie exemplaren afgeleverd worden aan de architect. De aannemer voorziet in zijn bieding 1 50 opnamen (hoeveelheid is vermoedelijk) hetgeen betekend dat de architect drie exemplaren ontvangt van de 150 gelukte opnamen. De te restaureren, te vervangen of bij te plaatsen stenen, alsmede de te herplaatsen stenen zijn op de plannen aangeduid. De mogelijkheid bestaat dat achteraf bij onderzoek van nabij, beslist wordt aangeduide stenen niet te vervangen, niet aangeduide stenen wel of slechts een gedeelte van de beschadigde steen te vervangen. AF - E N U ITB R AAK Alle af- en uitbraak zal met de uiterste zorg geschieden, derwijze dat de aanpalende, staande, liggende of verbonden delen van de constructie, welke dienen behouden te blijven, niet beschadigd worden. De af- en uitbraak omvat het wegnemen van alle constructies of delen daarvan, noodzakelijk voor het uitvoeren van restauratie-, herstellings- en aanpassingswerken. Over de omvang van de af- of uitbraak kan de aannemer zich een idee vormen door de aanduidingen op de plannen, de hierna volgende opsomming en de nodige onderzoekingen en
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 8/41
vaststellingen ter plaatse. De materialen, voortkomende van de af- of uitbraak en die hierna uitdrukkelijk vermeld worden, mogen of moeten herbruikt worden, of zullen ter beschikking blijven van de opdrachtgever en opgeborgen worden op een door hem aan te duiden plaats. De aannemer is verantwoordelijk voor alle aangerichte schade aan de te behouden delen en zal de herstelling daarvan op zijn kosten uitvoeren. Bij de uitvoering van af- of uitbraak van hardsteen wordt steeds rekening gehouden met de horizontale, vertikale, schuinlopende of gebogen voegen. Enkel de delen ter plaatse door de architect aangeduid, mogen af- of uitgebroken worden. Het is niet uitgesloten dat deze beslist gave delen van beschadigde stenen te behouden, zulks in zover de constructie of steensnede er niet door geschaad wordt. Indien het nodig is om voor de restauratie van sommige steen, andere, nog gezonde steen, te demonteren en hem achteraf terug te plaatsen op dezelfde plaats, dan dient deze demontage en herplaatsing van nog gezonde steen in deze post "Metselwerk in hardsteen" inbegrepen zijn. In geen geval zal dit voorwerp kunnen uitmaken van supplementen. Onder afbre ken van hardsteen wordt verstaan: het demonteren van de constructie, zoals bijvoorbeeld de losgevroren delen die terugge pl a atst kunnen worden. Onder uit br e ke n wordt verstaan: het verwijderen van ingeklemde beschadigde delen in de gevelvlakken, zoals kordons, lintelen, dorpels, druiplijsten enz.. (te ve rnie uwe n) De af- of uit te breken delen in de gevels zijn aangeduid op de plannen. Al de herbruikbare hardsteen blijft ter plaatse voor herplaatsing en eventuele herwerking; zulks volgens de beslissingen van de architect. De prijs van af-en uitbraak is in de prijs van de vervangsteen of te herplaatsen steen te begrijpen. Ve r we r ki ng: De steen is volgens groefleger te verwerken en te plaatsen. Alleen vorstvrije steen mag verwerkt worden. De voegdikte moet in overeenstemming zijn met het bestaande werk. De taille zal aansluitend zijn met het bestaande, oorspronkelijke werk en moet verder beantwoorden aan het advies van de architect. De niet zichtbare vlakken van de stenen zullen, daar waar deze zichtbare vlakken raken, op 2 cm diepte getailleerd worden en verder met de puntbeitel bewerkt. De nodige aanvullingen achter de nieuwe of herplaatste steen zijn in baksteenmetselwerk of beton uit te voeren . De prijs hiervan is in de hardsteenwerken te begrijpen. Pl aat si ng Bij de plaatsing hoort voorafgaandelijk de verwijdering van de te vervangen steen met alle omzichtigheid, zodat beschadigingen vermeden worden. De stenen zijn goed te bevochtigen VOOR het plaatsen. Zij worden vol en zat in de mortelspecie geplaatst. Bij de plaatsing zijn verder te voorzien: de houten spieën, het plaatsen van doken in brons (zie afzonderlijk artikel), het kappen en boren van dookgaten en het zorgvuldig vastzetten van alle doken in de dookgaten. De houten spieën moeten voor gebruik in het water gedompeld worden tot ze voldoende gezwollen zijn. De geplaatste nieuwe steen wordt tegen beschadiging afgeschermd. Iedere eventuele beschadigde steen wordt op kosten van de aannemer vervangen.
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 9/41
Herplaatsen van hardsteen. De hardsteen welke loszit of moet weggenomen worden om de restauratie van andere steenpartijen mogelijk te maken, is terug te plaatsen met inachtname van dezelfde werkwijze als bij het plaatsen van nieuwe steen. Bere ke ni nge n en p rij s op gave De afmetingen van de steen worden bepaald door de kleinst te omschrijven parallellepepidum na volledige afwerking van de steen. Er wordt rekening gehouden met minima van 10 dm3, d.w.z. : stenen kleiner dan 10 dm3 worden als dusdanig aangerekend. Verder zijn van toepassing de wijze van meting vermeld in de "Technische voorlichting 80 en 99 van het WTCB". Voor de oppervlaktebehandeling van de parementen wordt geen rekening gehouden met minima. De uitbraak van de te vervangen of te herplaatsen steen is in de prijs begrepen, evenals de aanvullingsmetselwerken achter de hardsteen.
MA S SA NGIS (“Roche Jaune”: geel en helder gesteente) dichtheid: 2.240 à 2.400 kg/m3 drukvastheid: 525 à 900 kg/cm2 waterabsorbtie: na 24 uur indompeling 2 à 4% van het gewicht en 5 à 9% van het volume. absolute porositeit: 10 à 17% van het volume. De volgende gebreken zullen afkeuring tot gevolg hebben: - schilferige of heterogene structuur - weke delen, steenkorst of losse fossielen in het dagvlak - holten in het dagvlak (verschil in klank) - breuken of wateropzuigende, ongezonde, witte of zwarte aders of vlekken Er wordt onderscheid gemaakt tussen rechte profielsteen, gebogen profielsteen, gewoon beeldhouwwerk en plastisch beeldhouwwerk. Profielsteen is verwerkte steen welke aan 1 of meer zijden van profiel is voorzien; bij gebogen profielsteen is het profiel gebogen. Beeldhouwwerk is driedimensioneel te kappen steen, van onberispelijke kwaliteit: vereist is “Monumentkeuze, buitengewone kwaliteit”. Gewoon beeldhouwwerk heeft eenvoudige geometrische vormen. Plastisch beeldhouwwerk heeft organische vormen, en wordt op basis van voor te leggen plaasteren modellen gekapt, na goedkeuring door het werfbestuur. Zijn in Massangissteen uit te voeren: alle te vervangen Euvillesteen, zoals - horizontale druiplijsten en cordons - afdekstenen van steunberen en dekstenen van luchtbogen - afzaten van ramen - kolomschachten - omlijstingen van ramen - kapitelen van kolommen - basementen van kolommen - delen van radvensters - spuwers en figuren (het maken en voorstellen van plaasteren model is in het werk inbegrepen) Bij geïsoleerde stenen in grotere gehelen kan de verweerde Euville vervangen worden door nieuwe Euvillesteen om onaanvaardbare kleuverschillen te vermijden. Deze beslissing zal door de architect genomen worden in samenspraak met het werfbestuur. Hoofdzakelijk gaat het
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 10/41
over een aantal gebogen profiellijsten van de typanen aan de inkomportalen. EUV ILLE (crinoïde-kalksteen) drukvastheid: 250 tot 450 kg/cm2 waterabsorptie: na 24 uren indompeling 1,5 tot 4 % van het gewicht
BLAU WE H AR D STE E N (crinoïde-kalksteen “Petit Granit”) dichtheid: 2.600 à 2.800 kg/m3 drukvastheid: 1.300 kg/cm2 (130 N/mm2) poreusheid: 0,31 vol.% Belgische blauwe hardsteen ‘‘Petit Granit’’, kategorie B. De steen is gezond en heeft een heldere klank onder de slag van een ijzeren hamer. De steen is vorstbestendig. Het gebruik van kit voor het verbergen van gebreken is verboden. De steen is vrij van vlekken, vet, olie, enz.... Alle stenen met witte aders dienen geweigerd te worden. Stenen met zwarte aders op de vlakken mogen eveneens niet gebruikt worden. De natuursteen moet vrij zijn van gebreken die mettertijd afbreuk kunnen doen aan de duurzaamheid en het uitzicht van de steen. De natuursteen moet ontdaan zijn van alle steenkorst of aarde, afgescheeld tot op de kern en volkomen gereinigd zijn. De steen behoort tot de klasse B. (volgens TV 156 van het WTCB 1984). De stenen zijn geprofileerd volgens detailtekeningen. De aannemer zal de juiste afmetingen ter plaatse nemen en aldus de steensneden aanvullen. De stenen worden horizontaal geplaatst, volgens draad en in mortelbed. De bekapping van de zichtvlakken zal overeenkomen met de bestaande bekapping. De bestaande voegbreedtes dienen gerespekteerd te worden.
METING: 4.1 Geve lm et sel wer k 1- Uitnemen en hermetselen van plinten in blauwe steen: V.H.
0,405 m3
V.H. 3- Uitnemen en vernieuwen van speklagen in Euville door Massangis: V.H.
0,261 m3
2- Uitnemen en vernieuwen van plinten in blauwe steen:
0,336 m3
4.2. Rec ht e pr o fie lst ee n: uit bre ke n e n v e rnie uwe n do o r M a ss a ngis 123456789-
waterlijsten en cordons dekstenen afzaten van ramen kolomschachten omlijstingen van ramen Kraagstenen Stenen tussen kraagstenen Dakkapellen (delen) Puntgevel hoofdportaal (top)
V.H. 5,362 V.H. 10 ,389 V.H. 6,394 V.H. 0,588 V.H. 0,960 V.H. 2,832 V.H. 0,588 V.H. 0,988 V.H. 1,302
m3 m3 m3 m3 m3 m3 m3 m3 m3
4.3 Ge boge n pr o fie lst ee n: uitbre ke n e n ve r ni euwe n d o or M as s angis o f E uvill e 1- Waterlijsten en cordons V.H. 2- Kraagstenen V.H. 3- Raamomlijstingen V.H. waa rva n V.H. 2,0 00 m3 te v er nie uwe n in
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
1,680 m3 0,930 m3 2,504 m3 E uvil le
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 11/41
4.4 Ge woo n bee ld ho uwwe rk te ve rnie uwe n do o r M as s angis 12345-
dekstenen kapitelen van kolommen basementen van kolommen balustrades dorpelplaten - balkon - zuilengalerij 6- Baldakijnen en consoles 7- Tympanen 8- Lintelen 9- omlijstingen van ramen 10- waterlijsten
V.H. V.H. V.H. V.H. V.H. V.H. V.H. V.H. V.H. V.H. V.H.
13,490 m 3 0,666 m3 0,747 m3 6,885 m3 6,800 m3 2,880 m3 4,056 m3 1,552 m3 0,135 m3 0,063 m3 1,950 m3
1- Spuwers 2- Spuwergeheel met dekstenen 3- Kruisbloemen
V.H. V.H. V.H.
0,960 m3 2,448 m3 2,346 m3
4.9 FOTO' S: (incl.3 exemplaren van elke opname):
V.H. 150 o p na me n
4.5 Pl asti sc h bee ld houwwer k te v e rnie uwe n
AR T.5. B RO NS WE RK E N De verankeringen van de hardsteen worden uitgevoerd in gegoten brons met samenstelling volgens de beschrijving van typebestek 104 - index 06.7. De stukken moeten voldoende sterk zijn om de hardsteen veilig te kunnen verankeren en als dusdanig onvervormbaar zijn en blijven. De verankeringen zullen in de daartoe bestemde gaten vastgezet worden, en hebben de hierna vermelde afmetingen: - U-vormige verankeringsstaven 25 x 15 x 200 mm met twee haken van 40 mm - Platte verankeringsstaven met één of twee vaste of losse pinnen: 25 x 15 x 200 mm - Platte verankeringsstaven met zwaluwstaart aan een zijde en vaste of losse pin aan de andere zijde: 25 x 15 x 50 mm - of andere vormen en afmetingen volgens de noodwendigheden en de aanduidingen van de architect. METING: per kg:
V.H . 150 kg.
AR T.6. PLA STIS CHE ST EE NR EST AU R AT IE Aanvullend met de hiervoor voorziene restauraties door vervanging van de bestaande zichtof vormloze steen door nieuwe steen, voorziet de aannemer in de bieding een aantal dm2 plastische restauratie welke slechts zal toegepast worden op aanduiding van de architect in overeenstemming met de hierna volgende voorwaarden. De herstelling van het schadebeeld omvat tevens de gezondmaking van de drager. Het materiaal voor de vulling kan onderverdeeld worden in drie groepen: - bindmiddel kalk-cement + steenpoeder en steengranulaat naar oorspronkelijke tint; - bindmiddel kalk-cement + steenpoeder en siliciumkorrel met verkiezelende tintopbouw; - bindmiddel harsen + steenpoeder en siliciumkorrels.
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 12/41
De toe te passen samenstelling moet volmaakt aangepast zijn aan de te restaureren steenvariëteit. De restauraties moeten qua kleur, uitzicht , textuur enz .. perfect passen bij de oorspronkelijke steen en tevens volledig en blijvend kleurecht zijn. Desgevallend zullen voorafgaandelijk als proef stalen gezet worden en ter beoordeling voorgesteld worden aan de architect. De uitvullingen van meer dan 25 mm dikte zullen een bewapening in brons noodzakelijk maken. De dikte van de wapening ligt tussen de 2 en 6 mm. Om de oppervlaktehechting van specie en drager te verzekeren is een voorimpregnatie noodzakelijk. Voorafgaandelijk moet in de eerste plaats de drager gezond gemaakt worden ten einde een blijvende hechting te bekomen met de aan te brengen specie. Indien nodig wordt de drager verstevigd door het aanbrengen van ethyl-orthosilicaat. De uitvulling, achter, rond en boven de bewapening, zal in lagen geschieden welke nat aangebracht en aangedicht worden. De vorm die moet bekomen worden zal reeds bij het uitvullen tot stand worden gebracht. Na uitharding wordt de herstelling opgeschuurd en bekapt waar de architect zulks nodig acht. De aannemer kan zich niet beroepen op voorgaande beschrijving, om bij mislukte uitvoering, de verantwoordelijkheid van zich af te wentelen. Hij mag alle verbeteringen aan de uitvoering toepassen welke hij noodzakelijk acht, maar zal evenwel voorafgaande]ijk de architect daarvan in kennis stellen. METING : per dm2 voor vlak werk, voor profielwerk en voor vormwerk (en bevat al de voorgaande bewerkingen). Te voorzien:
vlak-werk: baksteen V.H. witsteen V.H. profielwerk: V.H. vorm-werk: V.H.
100 dm 2 100 dm 2 1200 dm 2 600 dm 2
AR T. 7. C O NS ER V ER E NDE B EH A ND E LING EU VILLE -S TEE N De verweerde E uvil le ste en zal de volgende preventieve behandeling met ste e nve rhar de r ondergaan: - het tot verzadiging behandelen met steenverharder van de nog gezonde oppervlakken (de afbrokkelende steen wordt vervangen). De steenverharder zal voldoen aan de hierna volgende eisen: 1° Pro d uct De steenverharder is een product op basis van kiezelzuurethylester (ethylsilicaat) dat na afscheiding van alcohol en water een zuiver silicium-dioxyde kristal in de steen zal opbouwen. 2° E ige ns chap pe n Het product is een éénkomponentensysteem en volledig kleurloos; het is laag moleculair, zodat het diep kan indringen; het opgebouwde SiO2 is mineraal en bijgevolg eigen aan de aard van de bouwstof; de poriën van het behandelde oppervlak worden niet afgesloten zodat de steen kan blijven ademen; na verharding kan de steen eventueel nog verder gereinigd worden of behandeld met een waterafstotend middel, zoals silikonen of silanen; Gehalte kiezelzuurethylester: 75 gew.%;
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 13/41
Dichtheid bij 25°C: ongeveer 0,94 Brekingsindex bij 25°C: ongeveer 1,38 Viscositeit 2 mm Din: 42 s Mak-waarde: 200 ppm = 590 mg/m3 Kookpunt: + 56°C. 3° We r kwijz e Het product moet toegepast worden op een zuivere en droge ondergrond en bij voorkeur bij temperaturen tussen 10 en 20°C, om te voorkomen dat het solvent-transportmedium te vlug verdampt en de stabilisator niet diep genoeg indringt. De reactie mag ook niet te vlug of te traag verlopen, waarbij het preparaat niet tot de aangetaste zone van de steen doordringt. De ondergrond moet, na reiniging of na een regenperiode, winddroog zijn gedurende 2 tot 3 dagen. Vooraf worden vensters en materialen die door het oplosmiddel aangetast kunnen worden, afgeschermd. Impregneren van te warme oppervlakken - door bestraling van de zon in de zomer - wordt vermeden. De juiste verbruikshoeveelheid van het product wordt bepaald door een v oo r onde rz o e k op de verschillende steensoorten, waarbij de indringdiepte bepaald wordt om tot voldoende consolidatie te komen. Een aantal proefvlakken wordt behandeld. De indringingsdiepte kan bepaald worden door het aanbrengen in testboorgaten van Dithizone 0,05% in aceton; deze ind icat o r maakt de ingedrongen steenverharder zichtbaar door verkleuring. Bij Euvillesteen dient de verharder vooral diep door te dringen (tot 2 cm). De oppervlakken van de te behouden Euvillesteen worden behandeld volgens het spray-flowsysteem, nl. het overspoelen van de steen onder lage druk, tot het product afloopt (tot verzadiging). Het bevloeien gebeurt door horizontale heen-en weergaande bewegingen, bovenaan te beginnen, zodat een afvloeien van ongeveer 20 cm verkregen wordt. Het product mag NIET verneveld worden, en verlaat de spuitopening van de spuitapparatuur op 5 à 10 cm van de oppervlakte. Het product kan eveneens aangebracht worden door middel van dompelen, injecteren, tamponneren met compressen of onder vacuum. De behandeling omvat 2 à 3 bevloeiingen nat in nat. Men moet rekenen op een verbruik van ongev. 2,5 liter per m2 voor Euville. Het product moet in de originele gesloten verpakking op de werf toekomen. METING Behandeling E uvil le : per m2 te bewaren steen; iedere oppervlakte kleiner dan 0,15 m2 wordt als dusdanig aangerekend. -geveloppervlakte in Euville: 817,82 m2 -min de door Massangis vervangen steen -321,99 m2 495,83 m2 afger o nd: V .H. 500 m2
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 14/41
AR T.8. G EV E LR EINIG ING 8.1. A fsc her me n ra am o pe ni nge n Alvorens met de gevelreiniging aan te vangen worden de glaspartijen langs de buitenzijde afdoende beschermd tegen beschadiging van het glas-in-lood, en tegen binnendringend water. Vóór de uitname van de glasramen dienen alle raamopeningen in de te reinigen gevelvlakken aan de binnenzijde afgeschermd te worden. Dit d.m.v. voldoende stevige houten kaders, versterkt door dwarsverdelingen, overspannen met eerst een kleurloze gewapende plasticfolie, met winddichte hechting, met daarachter waterbestendige multiplexpanelen van 18mm dik. Deze afschermingspanelen zullen nauw aansluiten tegen het binnenvlak van de buitenmuren. Deze panelen zullen eveneens dienen tijdens de werken aan de hardsteen monelen en maaswerken, alsook tijdens de glaswerken, zodat geen stof, steenbrokken e.d. in de kerk kan vallen. Alle eventueel aangerichte schade door water en stof valt ten laste van de aannemer. 8.2. Re inige n v an d e ra a mge hel e n e n geve l s (natuursteen en baksteen) De gevelreiniging neemt zoveel mogelijk vervuiling en zo weinig mogelijk materiaal weg. Door de aard van het gevelmateriaal, de vervuiling en de verschillende materialen die verwerkt zijn, werden er verschillende reinigingstechnieken geselecteerd. Voor aparte geveldelen zullen andere reinigingstechnieken gebruikt worden, zoals voor delicaat beeldhouwwerk en glad afgewerkte kalksteen. Pr o efre ini gi ng Bij het begin van de reiniging zullen de uitvoeringsparameters nauwkeurig vastgelegd worden door middel van een proefreiniging op representatieve oppervlakkken. Tijdens het reinigen zal de controle van deze parameters gebeuren op regelmatige tijdstippen, en zullen alle wijzigingen genoteerd worden . De reinigingsproeven worden uitgevoerd op proefvakken met beperkte afmetingen (1 à 2 m2). De proefvakken worden zo gekozen dat zij representatief zijn voor de gevel of voor delen van de gevel. De proeven worden uitgevoerd met gelijkaardige apparatuur en uitvoeringsparameters als degene die gebruikt zullen worden voor de eigenlijke reiniging. 8.2.1. La ged r ukst ra le n met fijne gra nul ate n. Reinigingstechniek waarbij een straalmiddel onder lage druk naar een spuitmond gestuwd wordt en daar op de gevel geprojecteerd wordt. De druk bedraagt 0.3 tot 0.4 Mpa (3 tot 4 bar). De reiniging wordt uitgevoerd van onder naar boven. Achteraf wordt de gevel nagespoeld van boven naar onder. Op basis van de resultaten van de reinigingsproeven worden de uitvoeringsparameters vastgelegd. Daarbij wordt rekening gehouden met de eigenschappen van het oppervlak (vervuiling, aanwezigheid van beeldhouwwerk, hardheid van de materialen, verwering, ...). Belangrijke uitvoeringsparameters zijn: - de gebruikte apparatuur, en geometrie van de straalmond - de eigenschappen van het straalmiddel en het straalmiddelverbruik, - de persluchtdruk en het persluchtdebiet, - de werkafstand en de straalhoek, In de straalmond wordt water toegevoegd aan de straalmiddel-persluchtstroom, en de de geometrie wordt bepaald zodat er in de straalmond een wervelende beweging ontstaat, waardoor een wisselende straalhoek bekomen wordt op de ondergrond. Eigenschappen van het straalmiddel:
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 15/41
-
kwartshoudend zand, korrelig van vorm hardheid: 6,5 à 7,5 MOHS volumieke massa: 2650 kg/m3 gespreide korrelgrootteverdeling: 90 % van de korrels heeft een grootte tussen de grenzen: 0.125 - 0.180 mm voor baksteen en Euville 0.180 - 0.250 mm voor blauwe hardsteen Het straalmiddelverbruik ligt tussen 3 kg/m2 en 6 kg/m2. Persluchtdruk: 0.3 tot 0.4 MPa. Persluchtdebieten: van 1.5 tot 6 m3/minuut. De afstand tussen straalmond(en) en geveloppervlak: tussen 0.40 m en 0.60 m. Het eindresultaat van de gevelreiniging wordt bepaald door het vakmanschap van de uitvoerder, door de zorg die besteed wordt aan de uitvoering, en door een juiste keuze van de uitvoeringsparameters. 8.2.2. R EINIG E N V A N GE VE LDET A ILS (beeldhouwwerk in portalen) Afhankelijk van de proefreiniging, zal op delicaat beeldhouwwerk een meer aangepaste reinigingsmethode toegewend worden. Het betreft vooral het beeld van St Willibrordus, baldakijn, kapitelen en bladmotieven, en mogelijk enkele spuwers. De verschillende systemen kunnen ook naast elkaar toegepast worden, afhankelijk van de aard van vervuiling en de aard van het beeldhouwwerk. a) MANUEEL REINIGEN Met een kunststofborstel of een borstel van hondsgras wordt het geveldetail geborsteld. Metaaldraadborstels mogen niet gebruikt worden. De grootte van de borstel wordt afgestemd op het reliëf van de delen: voor fijnbewerkte delen wordt een dunne borstel gebruikt. b) MICROSTRALEN Zoals bij de hoger beschreven lagedrukstraaltechniek wordt bij microstralen een fijn straalmiddel onder lage druk naar een spuitmond gestuwd en daar op het oppervlak geprojecteerd dat gereinigd moet worden. Met een speciaal ontworpen spuitmond wordt een zeer fijne perslucht-granulaatstraal op het vervuilde oppervlak geprojecteerd. Als straalmiddel wordt een fijn aluminiumoxidepoeder gebruikt. Er kan droog gestraald worden. BIOC ID E B EH A ND E LING Zowel een vochtwerende bescherming als een behandeling met een biocide worden niet onmiddellijk na de gevelreiniging aangebracht, maar naar het einde van het restauratieproces. Biocide producten worden aangebracht volgens de richtlijnen van de fabrikant, zowel wat betreft de concentratie en de wijze van aanbrengen als wat betreft de beschermmaatregelen die men in acht moet nemen. De biocide moet geschikt zijn voor het doden van algen (algiciden), schimmels (fungiciden) of korstmossen (litheniciden), en dient een curatief-preventief effect te garanderen. De handelsproducten moeten erkend zijn door het ministerie van Volksgezondheid, en aan een aantal eisen voldoen wat betreft: - de giftigheid voor de mens, - de milieutoxiciteit, - de doeltreffendheid: producten met een breed werkingsgebied, die tegelijk doeltreffend zijn tegen bacteriën, algen, schimmels en mossen, - de oplosbaarheid in water, - de indringdiepte in de ondergrond, - de neveneffecten voor de ondergrond: corrosieve of agressieve werking is niet toegelaten,
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 16/41
- de verwerking bij normale weersomstandigheden, - de weerstand tegen ultraviolette straling en andere milieuinvloeden. De prijs is in de gevelreiniging inbegrepen.
8.3. Im p re gne ri ng ( hyd ro fo be ri ng ) bij natuursteen en baksteen Na het herstellen van de natuursteen, baksteenparement en van het voegwerk, wordt een waterwerende- en oppervlakte-verstevigende impregnering aangebracht. Deze impregnering is een Siloxaanoplossing met fungicide werking en beantwoordt aan de volgende gegevens: -kleurloos impregneermiddel met grote indringdiepte, en alkalienvastheid tot 9,5 pH. -basis: oligomere siloxanen, minstens 7% in organische oplossing -vlampunt: + 32°C -viscositeit: ca. 100-120 m Pa.s. -dichtheid: ca 0,78 Voor het product zal een testr ap p ort voorgelegd worden waaruit blijkt dat het op de te behandelen steensoort een goede en duurzame hydrofobering geeft. Het product zal aangebracht worden zoals voorgeschreven door de fabrikant. Het testrapport zal minstens de volgende punten bevatten: - informatie over de chemische samenstelling van het aktieve product en van het oplosmiddel; - het drooggewicht na max. 1 week wanneer het product bij kamertemperatuur gedroogd wordt; - het verbruik per steensoort waarvoor het rapport geldig is; - de impregneringsdiepte; - de invloed op de waterdampdoorlaatbaarheid; - de initiële efficiëntie; - de efficiëntie gedurende een versnelde veroudering (volgens de SAE-J 1960 cyclus); deze cyclus wordt 280 x herhaald en om de 56 cycli wordt de waterabsorptie met behulp van het water-absorptiepijpje gemeten. WIJZE VAN AANBRENGEN: Aan te brengen op goed droge oppervlakken door drukloos afvloeien, in tweemaal zat te verzadigen bij een temperatuur tussen +5°C en +20°C. Bij het aanbrengen over een lengte van 1 m wordt ervoor gezorgd dat op weing poreuze steen een afvloei van minstens 30 cm bereikt wordt. Op poreuze baksteen of sterk poreuze natuursteen bedraagt de afvloei minder. Er wordt gewerkt van boven naar beneden en de behandeling wordt minstens éénmaal herhaald, nat in nat. Het waterwerend middel wordt aangebracht op een droge ondergrond. Het watergehalte zal minder dan 50% zijn van de totale hoeveelheid water dat de droge steen kan absorberen. Na een reiniging waarbij slechts kleine hoeveelheden water gebruikt werden (kortstondige verneveling, afstomen met natte verzadigde stoom, microwervelsystemen) zal minstens 3 opeenvolgende regenloze dagen gewacht worden. Wanneer grote hoeveelheden water gebruikt werden (afstromen, langdurig besproeien, water onder grote druk) wordt langer gewacht. Gedurende de behandeling en minstens 24 uur daarna wordt de behandelde muur afgeschermd tegen rechtstreekse zon of regeninslag. Alle glaswerk, houtwerk en blauwe hardsteen zal gedurende de behandeling afgeschermd worden om vlekvorming te vermijden. De producten en het eventueel gebruikte oplosmiddel zullen in de originele verpakking van de fabrikant op de werf aangevoerd worden en ter controle aangeboden worden aan de architect. CONTROLE OP HET PRODUCT EN DE UITVOERING: Door de opdrachtgever/architect wordt een laboratorium aangeduid dat de uitvoering zal controleren. - Controle op de gebruikte producten: Het laboratorium dient door de aannemer minstens 14 dagen voor de aanvang van de werken per aangetekend schrijven op de hoogte gebracht worden van de datum van aanvang. De aannemer dient alle medewerking te verlenen aan de personen van dit laboratorium die de te nemen monsters komen aanwijzen. De monsters van het gebruikte product zullen in twee-
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 17/41
voud genomen worden in hermetisch afgesloten en verzegelde recipiënten. Eén monster wordt naar het laboratorium overgebracht voor analyse, het andere wordt door de aannemer op de werf in een koele en donkere berging bewaard, en zal eventueel gebruikte worden voor een tegenexpertise. Binnen de week na de monstername zal het laboratorium de opdrachtgever/architect/aannemer per aangetekend schrijven de uitslag van de analyse meedelen. - Controle op de efficiëntie: Minstens één week voor de aanvang der werken zal een vertegenwoordiger van het aangeduide laboratorium op het te behandelen oppervlak waterabsorptiemetingen uitvoeren met behulp van een absorptiepijpje. Er zullen 10 metingen uitgevoerd worden, deels aan te duiden door de opdrachtgever/architect, deels door de aannemer. De gemeten waarden zullen later als referentiewaarden gebruikt worden. Ten vroegste één week na het aanbrengen van het hydrofoberingsmiddel zullen door een vertegenwoordiger van het aangeduide laboratorium nieuwe metingen uitgevoerd worden. Deze kunnen op dezelfde plaats gebeuren of op andere plaatsen, aan te duiden door opdrachtgever/architect/aannemer. Aan de hand van de referentiewaarden en de nu gemeten waarden zal de efficiëntie van de behandeling gemeten worden. De efficiëntie Effi (in %) is de verhouding van het verschil tussen de waterabsorptie vóór en na de behandeling op de waterabsorptie vóór de behandeling. Effi zal meer dan 95% bedragen. Indien een lagere waarde bekomen wordt, zal het betreffende oppervlak door de aannemer op zijn kosten opnieuw behandeld worden. Voor de definitieve oplevering worden bovenstaande metingen opnieuw uitgevoerd. Effi zal meer dan 95% bedragen. Indien een lagere waarde bekomen wordt, zal het betreffende oppervlak door de aannemer op zijn kosten opnieuw behandeld worden. GARANTIE: de aannemer dient een garantie van 10 jaar te geven; op het einde van de garantieperiode zal de efficiëntie Effi nog minstens 50% bedragen.
8.4 D uiv enwer ing o p gevel ra nde n Omvat het leveren en plaatsen van duivenwering, op plaatsen waar duiven kunnen nesten of rusten, en de gevels bevuilen. In samenspraak met werfbestuur en architect zal ten gepaste tijd bepaald worden op welke plaats welk systeem zal gebruikt worden. Voor raamgehelen worden er netten voorzien in art. 26.9 (zie verder). 8.4.1 R. V. S. d ra de n De geplastifieerde RVS-kabel van 0,7 mm dikte bestaat uit 7 gevlochten kabeltjes. De trekkracht van de kabel bedraagt 21 kg. De draad wordt gespannen tussen RVS-pennen waarbij de spankracht op de kabel behouden wordt door middel van RVS-veertjes (diameter veerdraad 0,9 mm). De RVS-pennen staan in lekvrije pluggen. De kabels kunnen ook gespannen worden tussen RVS-latten van 1 cm breed en 3 mm dikte. De manier van bevestigen (losse kabels of kabels bevestigd op latten) gebeurt in overleg met het werfbestuur. De onderlinge afstand tussen de draden bedraagt 5 cm. De hoogte van de RVS-draden boven het te beschermen oppervlak bedraagt 9 cm. Wanneer de lengte van de draden groter is dan 3 m, worden er tussensteuntjes in RVS geplaatst. De eenheidsprijs wordt opgemaakt per lopende meter te behandelen oppervlak (lijsten, richels en dorpels van ramen) waarbij telkens drie draden gespannen worden. 8.4.2 Ino x pi nne n Deze strips in UV bestendig polycarbonaat zijn voorzien van stevige veerstaafjes van 1,3 mm dikte in inox type 802. Op de strip zijn lijmgroeven aangebracht voor een optimale hechting op de ondergrond. Als lijm gebruikt men een neutrale éénkomponenten-siliconenlijm. Daar waar verlijmen niet mogelijk is zal men inox-schroeven gebruiken.
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 18/41
De veren zijn 11 cm hoog en zijn op de strips ingeplant om de 5 cm. De eenheidsprijs wordt opgemaakt per lopende meter te plaatsen strips.
METING : 8.1 Afscherming openingen in te behandelen gevels: per m2 afger o nd:
F.H.
70 m 2
8.2.1 Geveleiniging: lagedrukstralen met fijne granulaten: per m2 vol gemeten. Gevels en ramen in witsteen en baksteen afger o nd: F.H. 2230 m2 Plint in blauwe hardsteen afger o nd: F.H. 190 m2 8.2.2 Manueel reinigen/Microstralen: per m2 F.H.
20 m 2
F.H.
2250 m2
8.3. Impregnering gevels (witsteen en baksteen): per m2
8.4. Duivenwering: 1- RVS-draden 2- inoxpinnen
V.H.
20 m V.H. 75 m
AR T.9. VO EG W ER KE N De voegwerken omvatten: 9.1 U itkap p en va n o ud v oe gwe r k Het oude voegwerk van de natuursteen is overwegend versleten of loszittend. Bij het baksteenparement wort na de reiniging beslist welke delen eventueel niet uitgekapt dienen te worden. Het versleten voegwerk moet zorgvuldig uitgekapt worden tot op minstens 2 cm diepte, zulks zonder de steen te beschadigen. Daarna worden de voegen uitgespoeld, zodat alle stof en mortelresten verwijderd worden. Het verwijderen van de oude voegmortel mag niet mechanisch of door uitslijpen geschieden. De oppervlakte is gelijk aan de te hervoegen geveloppervlakte (eventueel verminderd met de oppervlakte van de vernieuwde of hermetste delen waar geen voegwerk meer aanwezig was). 9.2. He rv oe ge n De gevels (alle natuursteen en een deel van het baksteenparement) worden hervoegd. Hierin is tevens begrepen het nieuwe voegwerk van de nieuw geplaatste delen. Het voegwerk zal platvol uitgevoerd worden met kalkmortel, hierna omschreven. De vullingen van de voegen dienen op de volle diepte te geschieden. In droge periodes wordt het parementwerk en de hardsteen voorafgaandelijk bevochtigd. Het voegwerk gebeurt vóór de waterafstotoende behandeling. Type voeg: a) platvol met voegijzer b) knipvoeg zoals bestaande Stalen van dit voegwerk zullen vooraf gezet worden, ter goedkeuring door de architect. De voegen mogen geen krimpscheuren vertonen.
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 19/41
De mogelijkheid bestaat dat aan de voorgeschreven samenstelling van de mortel wijzigingen zouden kunnen aangevraagd worden. Mortelsamenstelling 1 deel schelpkalk 1/2 deel witte cement 3 delen metselzand en/of scherpe zavel van Diegem. METING: Vo lle di ge gev el op pe rvl a kte: 244 0 m2 (zie reiniging gevels) op pe rvl a kte E uvill e afgerond: op pe rvl a kte Ma s sa ngi s afgerond: op pe rvl a kte B la uwe st ee n afgerond: op pe rvl a kte ba kst ee n afgerond: zichtbare zone onderaan (voeg type b) = resterend deel (voeg type a) = 9.1.
9.2.
V.H. 500 m2 (zie art7 steenversteviging) V.H. 340 m2 V.H. 190 m2 V.H. 1410 m2 410 m2 1000 m2
Uitkap pe n o ud v oe gwer k: 1 witsteen 2 baksteenparement 1410m2– 140m2=
V.H.
Herv oe ge n: 1 natuursteen (oud en nieuw) 2 baksteenparement a) platvol b) knipvoeg
F.H.
500 m2 1270 m2
1030 m2 1000 m2 410 m2
AR T.10. BE PLE IS TE RING S WE RKE N Her ste lle n v a n bi nne nbe pl ei ste ri ng Uit te voeren werken: De herstellingen aan de ramen waar er gedeeltelijke of volledige vernieuwingen werden uitgevoerd (zoals de herstelling van metselwerk of hardsteen) De afwerklaag zal vlak en glad zijn.
METING:
per m2
V.H.
Herstellen van bepleistering rond ramen: zone van 25 cm rond de ramen type 1.3 en 2.6/3.5 en mogelijk type 7 AF GE RO NDE V E RMOE D ELIJKE HO EV EE LH EID: 15 m2
AR T.11. D AKBE DE KKING IN NATU UR LE IE N E N BIJBE HOR E ND E LOO D WE RK E N 11.1. e n 4. LA D DE RH AKE N E N A NK E RPU NTE N: Vei li ghei d sha ke n (ha ke n m et e e n anker p unt o nd er a an) Plaatsing: Één rij 1 m onder de nok (schuin gemeten volgens de dakhelling) Één rij 1,2 m boven de goot of dakvoet Tussenliggende rijen op 4 m van de andere rijen, verspringend van de andere. Horizontale afstand van de onderste rij: 1,4 m ; erbovenliggende rijen 2,8 m
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 20/41
Bevestiging en kwaliteit: Volgens norm EN 517: vervaardigd uit metaal met een minimum weerstand tegen corrosie die gelijk is aan de weerstand van warm gegalvaniseerd staal met een beschermlaag van 50µm. Het materiaal mag geen fouten vertonen die de prestaties kunnen verminderen. Bij voorkeur worden veiligheidshaken in RVS gebruikt. Type A (om enkel verticaal belast te worden) Type B (om horizontaal én verticaal belast te worden). De opening van de haak mag niet kleiner zijn dan 80mm en niet groter dan 150mm; de hoogte is minimum 120mm. Het gesloten oog heeft een minimale opening van 20x40 mm. Alle haken moeten voldoen aan de vereiste testen; ze moeten een werklast van minstens 1,5 kN kunnen opnemen. De haken moeten gemarkeerd zijn met: - het nummer van de norm EN 517 en EN 795 - de letter van het type (type B vereist) - de naam of het handelsmerk van de fabrikant Bevestiging volgens de voorschriften van de fabrikant. Vast te zetten aan de kepers met roestvrije draadstang M10 en moer, 3 stuks per haak, die aan de binnenzijde zichtbaar en controleerbaar zijn. A nker p unte n worden aan de binnenzijde geplaats, bij openingen die toegang geven tot de daken. METING: - klimhaken - veiligheidshaken naast dakkapellen - veiligheidshaken onderaan spits - veiligheidshaken hoektorens
V.H. 33 st V.H. 16 st V.H. 16 st V.H. 12 st
- veiligheidshaken lage daken - veiligheidshaken traptorens
V.H. 4 st V.H. 20 st
11.2 H er st elli nge n a an sc hal ie be r d Voor deze werken is gezond rood noors grenenhout te voorzien, met dichte jaarringen, zonder spint, lamme kanten, grote of losse weren. In de opgegeven prijzen zijn telkens de afbraak en de opruiming van het te vernieuwen timmerwerk te begrijpen. Grenenhout van 4/4" dik. Iedere plank wordt op iedere keper met twee nagels bevestigd. METING: V.H. 20 m2 11.3 Ve r ni euwe n va n d a kle ie n Het verwijderen en wegvoeren van de leien is inbegrepen in deze post (vernieuwen of herstellen van dakbekledingen in natuurleien). Het eventueel demonteren en terugplaatsen van daalleiders van de (vernieuwde) bliksemafleiderinstallatie op de daken is eveneens inbegrepen, maar dient wel door gespecialiseerde vaklui uitgevoerd te worden. Da kl ei en: kwaliteit van nieuwe leien en wijze van plaatsing Volgens Typebestek 104, en STS 34 Index 03.6 - Natuurleien, mits volgende wijzigingen en aanvullingen: De leisteen voor metselwerk en voor het vervaardigen van dakleien is samengesteld uit phyllades met een fijne en dichte textuur, een zuiver breukvlak en eenvormige kleur. De gebruiksgeschiktheid en de constante kwaliteit van het product kan aangetoond worden ofwel door controles op de levering van de door STS 34 (punt 03.61 - dakleien) voorziene kenmerken ofwel door voorlegging van een geldig ATG-homologatie van de B.U.t.g.b.
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 21/41
Al de proeven opgelegd in deze voorschriften zijn van toepassing. De uitslagen beantwoorden aan de criteria van S.T.S. Voorafgaandelijk aan de levering op de werf van natuurleien, moet de aannemer aan het bestuur een proces-verbaal van beproeving voorleggen, die uitgevoerd werd volgens de voorschriften van index 03.6 van STS 34 - uitgave 1987; dit proces-verbaal moet op aanvraag van de verkoper door een Belgisch laboratorium opgemaakt zijn en mag niet ouder zijn dan 6 maanden. Het proces-verbaal zal aan het opdrachtgevend bestuur overgemaakt worden, en vermeldt: -oorsprong -gemiddelde dikte van de lei -gemiddelde dikte in het breukvlak -afmetingen van de leien -breukweerstand -breuklast De leien moeten helder van klank zijn, gelijk van kleur, met rechte hoeken en kanten gekapt, vrij van naden, scheuren, afschilferingen en andere onregelmatigheden. Schaliewerken worden door specialisten uitgevoerd. Voorlopige waterdichte beveiliging tijdens de werken is in de prijs begrepen. Sortering: Op het werk gebracht, moeten de dakleien gesorteerd worden in drie loten: de dikke, de normale en de dunste. De dikste worden eerst onderaan geplaatst. Plaatsing: De leien worden alle met DUBBELE overlapdekking geplaatst (tenminste 2/3 over elkaar dekkend). De eigenlijke overlapdekking is het deel van de lei dat door de dubbele laag leien is overdekt. Het zichtbare gedeelte van de geplaatste leien is gelijk aan de helft van de totale hoogte van de lei, min de helft van de gebruikte overlapping. De schaliën zullen onderling dicht tegen elkaar aansluiten, terwijl er geen gapingen mogen bestaan tussen de op elkaar liggende rijen. De rijen liggen horizontaal en waterpas. Vooraleer de nieuwe leien worden geplaatst, wordt het schalieberd grondig onderzocht en de vergane delen vervangen. Beschadigde of gebarsten leien mogen niet herbruikt worden; zij worden vervangen door nieuwe leien van dezelfde aard, vorm en dikte. Bevestiging: De bevestiging gebeurt met ROODKOPEREN nagels van 3 cm lengte, met grote kop. Per lei zijn twee nagels te voorzien. Twee leien zullen nooit door dezelfde nagel doorboord worden. Een lei mag niet op verschillende dakplanken genageld worden. Naargelang van noodzaak en locatie, dient de plaatsing van leihaken in RVS voorzien te worden. Loo d we r ke n: Bij de te herstellen leiendekking zijn de volgende loodwerken inbegrepen: - de bekleding van de graten Het te verwerken lood weegt 18 kg/m2. Het is telkens tussen iedere rij leien in te vlechten. De ingevlochten stroken lood zijn eveneens met koperen nagels vast te spijkeren. - het invlechten rond schuine luiken Het te verwerken lood weegt 18 kg/m2. Het is in te vlechten tussen iedere rij leien, vast te nage en en waterdicht aan te sluiten tegen de luiken. - loodomkleding onder rand van schalieberd torenspil en galmberden De omkleding zal geschieden met lood van 18 kg/m2. De onderste plank is aan onder- en bovenzijde te omkleden met panden van 0,20 m ontvouwing en aan onder- en bovenzijde alle 10 cm met rood koperen nagels vast te spijkeren. - het inkleden van de ladderhaken Het te verwerken lood weegt 30 kg/m2. Het is derwijze tussen de leien te verwerken dat inwatering uitgesloten is. - het invlechten van loketten tegen de muren Het te verwerken lood weegt 18 kg/m2. Het is in te vlechten tussen iedere rij leien, vast te zetten en waterdicht aan te sluiten tegen de muren, waarbij horizontaal in de muur gewerkte overhangsbanden het loketlood overlappen. - de afwerking van dakkapellen De bekleding van nokken, randen en kilgoten zal geschieden met lood van 18 kg/m2. - het inkleden van kruisen
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 22/41
Het te verwerken lood weegt 30 kg/m2. Het is derwijze tussen de leien te verwerken dat inwatering uitgesloten is. Voor de aard en de kwaliteit van het lood, zie typebestek nr.104 index 06.41 en 06.42 - het stevig bevestigen van de topbekroningen in lood van de traptorenspitsen. METING: - dakleien torenspits - dakleien hoektorens - dakleien traptorenspits oost - herstellingen achthoekige traptorenspits west
FH FH FH V.H.
355,1 0 m2 30,14 m2 18,84 m2 3,0 m2
11.5 Ve r ni euwe n va n l oo d be de kki ng o p nat uur ste en Betreft de bekleding van spuwers en vergaarbakken. Op een aantal plaatsen is het lood beschadigd, en op plaatsen waar de natuursteen vervangen wordt dient het lood gedemonteerd te worden en teruggeplaatst. Het te verwerken lood weegt 40 kg/m2. Het is derwijze aan te sluiten dat inwatering uitgesloten is; de aanwerking tegen muren gebeurt met horizontaal in de muur gewerkte overhangsbanden. De uitvoering van de te herplaatsen of te vernieuwen loodafwerkingen gebeurt op dezelfde wijze als de bestaande toestand. Voor de aard en de kwaliteit van het lood, zie typebestek nr.104 index 06.41 en 06.42 METING: V.H. 5 m2
AR T.12. V OET PAD NAA ST TO RE N Naast de toren is een voetpad aan te leggen volgens de algemene aanduidingen op plan. Dit werk omvat: a) Het opbreken van bestaande dals en zerken, met opruiming van puin en het wegvoeren van de werf. De grafstenen worden gerecupereerd. b) Het herplaatsen van de gerecupereerde grafstenen, zoals aanduiding op plan. c) De graafwerken, nodig voor het aanleggen van de voetpaden en de aanleg van een bedding in gestabiliseerd zand. De overtollige grond is van het terrein weg te voeren. d) Het aanleggen van het voetpad. De verharding wordt gemaakt uit klinkersteen uit de klampoven, Waalformaat. De afwatering zal 2 cm per meter bedragen, afhellend van de gevels weg. De stenen worden in verband gelegd op een straatlaag. e) Het plaatsen van boordstenen in beton 5 cm, te plaatsen op een betonnen fundering. METING: a) Het opbreken van bestaande dals en zerken b) Het herplaatsen van de gerecupereerde grafstenen c) De graafwerken en aanvullingen d) Het aanleggen van het voetpad e) Het plaatsen van boordstenen
FH FH FH FH FH
11,0 m2 5,0 m2 16,0 m2 11,0 m2 10,5 m
AR T.13. T RA PPE N E N INKO MPA RT IJ 13.1. O p ruim ing be sta ande be str ati ng en r i ole ri ngs we r ke n. 13.1.1 Opruiming van bestrating in betondals. Alle betondals voor de trappenpartij wordt verwijderd, met opruiming van puin en het wegvoeren van de werf. METING: FH 63 m2
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 23/41
13.1.2 RIOLERING EN PUTTEN De bestaande zinkput is te reinigen en te herstellen zodat een direkte afvoer van het regenwater verzekerd is. Er worden nieuwe aansluitingen op deze zinkput voorzien. Nieuwe putten worden voorzien en uitgevoerd als syphonputten met schepmogelijkheid om slib te kunnen verwijderen. Kader in blauwe hardsteen (zie art 13.5), rooster in smeedijzer. De putten worden gemetseld in volle baksteen en aan de binnenzijde zorgvuldig glad bepleisterd met waterdichte cementmortel en de hoeken uitgerond. De putten worden aangesloten op de zinkput met nieuwe rioleringsbuizen Ø 110. De graafwerken en aanvullingen voor putten en buizen is in de prijs van de putten en buizen inbegrepen. METING: - rioleringsbuizen Ø110 - afvoerputten met rooster - syphonput 40x40 - syphonput 30x45 - herstelling bestaande zinkput
V.H.
17 m
FH FH G.P.
2 st 2 st
13.2. e n 3. TE GE LV LOE RE N De bestaande verharding voor de trappenpartij wordt vernieuwd, en de afwateringshellingen worden aangepast aan de nieuwe inplanting van afvoerputten. De bestaande randstenen in blauwe steen waarop het hekwerk gemonteerd is worden gereinigd en hervoegd; de stabiliteit wordt gecontroleerd en verzakte randstenen worden terug pas geplaatst. De fundering wordt uitgevoerd in ongewapend beton; alle nodige uitgravingen zijn hierin begrepen om de afgewerkte pas zolas aangeduid op plan te bekomen. Tegels in blauwe hardsteen: Belgische blauwe hardsteen ‘‘Petit Granit’’, kategorie B. Afmetingen: 30 x 30 cm; dikte 3cm Afwerking: gepunthamerd Stalen van afwerking worden ter goedkeuring voorgelegd. Plaatsing: op vol mortelbed. Voegwerk van de tegels: breedte 5mm, donkergrijs METING: 13.2 graafwerken en fundering 13.3 tegelvloeren blauwe hardsteen stabiliseren, reinigen, hervoegen van bestaande randstenen
FH FH FH
63 m2 63 m2 28 m
13.4. e n 5. He r stel li nge n aa n t ra pp e np art ij De bestaande trapen in blauwe steen zijn beschadigd en verzakt. De gebarsten en verweerde stenen worden vervangen. De overige treden worden gedemonteerd en teruggeplaatst. Op plaatsen waar verzakkingen zijn wordt het funderingsmetselwerk aangepast of vernieuwd. Nieuwe funderingen op staal worden uitgevoerd in lichtgewapend beton; daar waar nodig worden de bordesplaten ondersteund door platen in gewapend beton. De bestaande bekapping (frijnslag) wordt hernieuwd, om gladheid van de treden te vermijden. BLAUWE HARDSTEEN (crinoïde-kalksteen “Petit Granit”) dichtheid: 2.600 à 2.800 kg/m3 drukvastheid: 1.300 kg/cm2 (130 N/mm2) poreusheid: 0,31 vol.% Belgische blauwe hardsteen ‘‘Petit Granit’’, kategorie B. De steen is gezond en heeft een heldere klank onder de slag van een ijzeren hamer. De steen is vorstbestendig. Het gebruik van kit voor het verbergen van gebreken is verboden. De steen is vrij van vlekken, vet, olie, enz.... Alle stenen met witte aders dienen geweigerd te worden. Stenen
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 24/41
met zwarte aders op de vlakken mogen eveneens niet gebruikt worden. De natuursteen moet vrij zijn van gebreken die mettertijd afbreuk kunnen doen aan de duurzaamheid en het uitzicht van de steen. De natuursteen moet ontdaan zijn van alle steenkorst of aarde, afgescheeld tot op de kern en volkomen gereinigd zijn. De steen behoort tot de klasse B. (volgens TV 156 van het WTCB 1984). De traptreden zijn geprofileerd volgens detailtekeningen. De aannemer zal de juiste afmetingen ter plaatse nemen en aldus de steensneden aanvullen. De stenen worden horizontaal geplaatst, volgens draad en in mortelbed. De bekapping van de zichtvlakken zal overeenkomen met de bestaande bekapping. METING: 13.4 Fundering van trappen - afbraak en vernieuwen van funderingsmetselwerk - lichtgewapende betonplaat 15cm dikte 13.5 Trappen in blauwe hardsteen 1- demonteren en terugplaatsen van traptreden - herbekappen van zichtvlakken (bovenvlak en tegentreden) - verlijmen van barsten - vernieuwen van voegwerk 2–vernieuwen van traptreden in blauwe hardsteen - rechte treden - bordessen - gebogen treden 3–randstenen voor afvoerputten 14,5x10 –randstenen voor afvoerputten 12,5x15
VH VH
8,0 m3 2,0 m3
VH VH VH G.P.
41,4 m2 64,3 m2 30 d m
VH VH VH FH FH
2,490 m3 2,484 m3 1,444 m3 4,8 m 1,6 m
13.6. Nie uwe tr ap le uni ng Zijdelings van de centrale inkom worden nieuwe trapleuningen voorzien, zoals de bestaande aan de zijportalen van de hoofdgevel. De leuningen bestaan uit een smeedijzeren handleuning in zeskantvorm, bevestigd tegen de natuurstenen zoals de bestaande. De vrijstaande uiteinden (met krul) worden tegen een paal in smeedijzer gemonteerd. Deze nieuwe palen (75 x 75 mm) worden op de traptrede in blauwe hardsteen gemonteerd door middel van een voetplaat (150 x 150 mm) en chemisch verankerde bouten, 4 per voetplaat. Alle delen worden warm gegalvaniseerd, en geschilderd (zie verder). METING: Voor de 2 leuningen (palen en bevestigingen inbegrepen), samen in lm:
FH
11 m
13.7. He rst el hekwer k m et p oo rte n Het hekwerk rondom de trappenpartij bestaat uit gietijzeren palen en smeedijzeren hekkens en poorten. Een aantal delen en bevestigingen ontbreken, het hang en sluitwerk is op een aantal plaatsen weggeroest. De herstelling omvat het vervolledigen van de ontbrekende elementen, en het terug stevig verbinden en rechtzetten van hekwerk en poorten. Het behandelen en schilderwerk is voorzien in art 17. METING: 1- nieuw smeedijzeren poortje 55x90cm naar bestaand model 2- vernieuwen van pivot-scharnieren van poorten 3- vertikaal zetten en bevestigien van palen 4- vernieuwen van sloten en grendels aan poorten 5- herstel van ijzeren bevestigingen
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
FH VH VH VH G.P.
1 2 2 5
st st st st
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 25/41
AR T 14 . E LEKT RICITE ITS W E RKE N Deze werken omvatten in hoofdzaak: - het plaatsen van de bekabeling, stopkontakten en verlichting op de zolders van de torenspits. Deze bekabeling wordt in nieuw aan te brengen kabelbanen gelegd. - het aansluiten op het bestaand verdeelbord en schakelpaneel in de toren. - het vernieuwen van de leidingen voor buitenverlichting aan de 3 portalen zuidgevel. - het vernieuwen van de lantaarnkoppen naar bestaand model (met TL-lampen) Bij de voorlopige oplevering worden volgende documenten in drievoud afgeleverd: - de plannen as-build: alle installatieplannen, bordenschema's en alle andere tekeningen. - de gedetailleerde technische documentatie van de aangewende materialen - de keuringsverslagen opgemaakt door een erkend keuringsorganisme naar keuze van de opdrachtgever. Het rapport dient zonder opmerkingen te zijn. Reglementaire voorschriften De elektrische installatie wordt uitgevoerd overeenkomstig de geldende normen, voorwaarden en voorschriften (A.R.E I., CEBEC, bijzondere voorschriften van de elektriciteitsmaatschappij). De installateur neemt de nodige maatregelingen om tot de keuring van de installatie over te gaan. Le idi nge naa nl e g bi nne n. - de bestaande elektriciteitsinstallatie die vervangen wordt, zal worden afgebroken, evenals de resten van vroeger aangelegde, buiten dienst geraakte leidingen, en de te vervangen schakelaars. Voor de buitenverlichting zal de installateur het tracé voorstellen om de aansluiting op de bestaande installatie binnen te kunnen realiseren zonder beschadigingen aan het interieur, en zonder deze te moeten uitvoeren in opbouw. - op torenzolders en trapkokers wordt de installatie opgebouwd. Bekabeling: VVB-F2 kabel, onder buis of op kabelbaan. - alle doorvoeren van kabels, kabelbanen, enz. door vloeren en door brandwerende muren zullen voorzien zijn van een brandwerende afdichting (Rf minstens 60 min.) - bij buisleidingen wordt gebruikt gemaakt van versterkte plastische buizen (Tth-buizen); deze voldoen aan de voorschriften van het type-bestek 400. De buizen worden aangelegd met open bochten, de uiteinden zijn voorzien van tullen. De bevestiging van de buizen gebeurt om de 0,8 m voor metalen buizen, en 0,5 m voor versterkte kunststofbuizen. Er wordt gebruik gemaakt van beugels die toelaten dat de buis uitzet. Er wordt voor en na elke bocht, alsook voor en na een aftakdoos een beugel geplaatst. De bevestigingswijze dient goedgekeurd te worden. Inst all atie s v o or ve rlic hti ng e n c o ntact d oz e n. Alle bedieningstoestellen en contactdozen dienen het keurmerk CEBEC te dragen. Kleur te bepalen tijdens de uitvoering door de architect. Schakelaars: - de schakelaars zijn van het type met ingewerkte vlakke tuimelplaat (d.w.z. dat de tuimelplaat niet zomaar kan worden afgerukt). Voorzien van een verklikkerlampje. - ze zijn geschikt voor 10 A/ 250 V. - te plaatsen op ongeveer 110 cm boven de pas van de afgewerkte vloer, tenzij anders vermeld. De plaatsing gebeurt in samenspraak met de architect. Stopcontacten: - ze bevatten een aardingspin en kinderbescherming, m.a.w. bij het uittrekken van de stekker worden de contacthulzen van de stopcontacten afgeschermd. Waterdicht model. - ze zijn geschikt voor 16 A/ 250 V. - te plaatsen op ongeveer 20 cm boven de pas van de afgewerkte vloer, tenzij anders vermeld. De plaatsing gebeurt in samenspraak met de architect. Ve rli cht ingst oe stel le n De verlichtingstoestellen voldoen aan de voorschriften van de norm NBN C71-121. De lichtoestellen dienen voor plaatsing aan het bestuur en de architect te worden voorgelegd ter
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 26/41
goedkeuring. In de prijs van het toestel zit alles inbegrepen, d.w.z. lampen, lampenhouders, voorschakelapparatuur, bevestigingsmateriaal, enz. ; alles met een CEBEC-keuring. Alle verlichtingstoestellen met gloeilampen dienen de warmte optimaal te kunnen afgeven, hetzij door de ventilatie of door het totaaloppervlak van de armatuur. Hierdoor zal de levensduur van de lampen maximaal zijn. Verlichtingstoestellen zolders: waterdicht armatuur voor TL-lampen of spaarlampen; lichtsterkte 50 lux. Beschermingsgraad IP54 en IP65 (torenruimten) METING: - vernieuwen leidingen buitenverlichting; aansluiting G.P. - vernieuwen lantaarns naar bestaand model - grote lantaarnkop op bestaande paal - kleine lantaarn tegen gevel - elektriciteitsinstallatie torenspits - schakelkast en aansluiting op bestaande installatie G.P. - lichtpunten (armaturen inbegrepen) FH - stopkontakten
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
FH FH
2 st 2 st
7 st FH
3 st
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 27/41
AR T.15. TIMM ER W ERK E N Na de het plaatsen van de stellingen en de afbraakwerken zal door de architect nauwkeurig bepaald worden welke timmerwerken uit te voeren zijn. Al de hierna opgegeven uit te voeren werken zijn dus als vermoedelijk te beschouwen. De timmerwerken zijn uit te voeren in eiken of grenenhout. 15.1. E i ke n ti m me r De timmer is uit te voeren in inlandse eik van gezonde hoedanigheid, recht gezaagd, zonder lamme kanten, zonder rotte weren of spint, zonder schadelijke of overdreven windbarsten. De eik zal droog zijn en moet na verwerking en VOOR het plaatsen gedrenkt worden in een bad van verduurzamingsmiddel, zoals hierna bepaald. De timmer zal op technisch verantwoorde wijze en aangepast aan de bestaande constructiewijze, uitgevoerd worden. De verbindingen geschieden met pen en gat half en half, zwaluwstaartvormig of met liplas, en waar zulks nodig blijkt, versterkt met stalen bledden van 10/40 mm of met bout en moer. Dit alles volgens aanduidingen ter plaatse door de architect gegeven. De afmetingen van het hout kunnen afwisselen van de normale afmetingen van kepers tot de zwaardere secties van balken. In de prijs van de eiken timmer moeten alle hulpmiddelen welke nodig zijn ter versterking, zoals nagels, bouten, bledden van voldoende lengte enz.. begrepen zijn, alsook de drenking in een bad met verduurzamingsmiddel. METING: Voor de uitvoering van de nodige herstellingen of vernieuwingen aan dakstructuren, kepers, gootbodems, boenselplanken. V.H. 0,5 m3 15.2. Gr ene n ti m me r Voor deze werken is gezond rood noors grenenhout te voorzien, met dichte jaarringen, zonder spint, lamme kanten, grote of losse weren. De verbindingen geschieden met pen en gat half en half , of met liplas, waar het de koppeling van de juffers betreft, en bovendien versterkt met stalen bledden van 6/40 mm en 70 cm lengte. Dit alles volgens de aanduidingen welke ter plaatse door de architect zullen gegeven worden. Iedere opleg der juffers van de loopbruggetjes, op de dakstoelbalken zal aan beide zijden met klossen gestut worden. NOTA: in de opgegeven prijzen zijn telkens de afbraak en de opruiming van het te vernieuwen timmerwerk in 't algemeen te begrijpen. - Vloeren in torenspil (ongeschaafde noordse grenen) Om de bereikbaarheid van de timmer en de luiken in de torenspil te vergemakkelijken met het oog op onderhoud, zijn verbeteringen uit te voeren volgens de aanduidingen ter plaatse door de architect te geven. De vloeren zijn te vernieuwen met 4/4" planken van minstens 12 cm breed, te plaatsen op 0,5 cm van elkaar en met vrijlating van mangaten. Iedere plank is met twee nagels op iedere juffer of balk te bevestigen. METING: per m2, juffers inbegrepen V.H. 20 m2 - Ladders: Nieuwe ladders zijn te voorzien ter vervanging van de bestaande, welke in slechte toestand zijn en voor aanvulling van de ontbrekende. Nieuwe ladders in aluminium. De ladders zullen beantwoorden aan alle veiligheidsvoorschriften ter voorkoming van arbeidsongevallen. Ze dragen het keurmerk VGS-Veiligheidsgarantie. De ladders steunen op vloer of bordes (niet op constructieonderdelen) Er wordt een bordes voorzien om de 12 treden, minimum 1 m2 groot. Ladders steken 1m uit boven bordes; zijn verankerd; lange ladders zijn te stutten tussenin.
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 28/41
METING: per lm
V.H. 25 m
- Leuningen: Elk platform en elk tussenbordes dient beveiligd te worden met handgrepen of leuningen van 1 meter hoog met tussenregel, te bevestigen op vertikale stijlen. METING: per lm (alles inbegrepen) V.H. 30 lm
15.3. Pr eve nti ef be ha nde le n v an nie uw t im me r we r k Hierbij is begrepen: - alle eiken timmer - alle grenen timmer - het schalieberd - de plankenvloeren Beschrijving van het te gebruiken product: De gebruikte middelen moeten voldoen aan de Belgische Norm NBN 439 en moeten de kwaliteitslabel "B" Probois bekomen hebben. De producent dient ook kwaliteitsattesten kunnen voorleggen. Het product moet beschikken over een geldige verkoopsvergunning van het Ministerie van Volksgezondheid en Leefmilieu zonder beperking van gebruik in woon- en leefruimten. Erkenningsnummer: 9584 B. Een staal van het product moet ter goedkeuring voorgelegd worden aan de opdrachtgever/architect, samen met de technische toelichtingsfolders en een geldig afschrift van de verkoopstoelating van het Ministerie van Volksgezondheid en Leefmilieu. Het product moet een organische vloeistof zijn, onverdund te gebruiken, bevattend organische fungiciden, actief tegen houtaantastende zwammen en bacteriën, alsook organische insektendodende middelen, actief tegen houtaantastende insekten. Het middel moet werken als contactgif, ademhalingsgif en maaggif tegen dierlijke parasieten. Het zal eveneens verschillende hulpstoffen bevatten om de biologische uitwerking te verbeteren, het uitlogen te vermijden, en de lange werkingsduur op het gebied van doeltreffendheid in de toekomst te verzekeren. De actieve stoffen mogen nooit uitkristalliseren aan de oppervlakte van het behandelde hout. Pr ijs o pgave e n meti ng: de voormelde behandeling is in de kostprijs van het timmerwerk in grenen of eik te begrijpen.
15.4. Pol ym ee rc he mi sc he r est a ur atie va n ho utc onst ructie s Sommige constructiedelen, zoals bv. moerbalken, onderdelen van gebinten enz., kunnen aangetast zijn door insekten of rot, en zijn vanwege hun constructieve aard moeilijk te vervangen. Deze delen worden als volgt behandeld: De aangetaste delen worden volledig verwijderd, met dien verstande dat de buitenste of zichtbare delen zoveel mogelijk behouden blijven en behandeld worden door impregnering; dit om esthetische redenen. Daarna worden op vakkundige wijze gaten geboord voor wapeningsstaven, waarvan de ligging bepaald wordt door de statische berekening, opdat, net zoals bij gewapend beton, de wapening zodanig is aan te brengen dat de constructie voldoet aan de te stellen mechanische eisen. Vervolgens worden de wapeningsstaven aangebracht, welke bestaan uit evenwijdig lopende voorgestrekte glasvezels, gebonden met kunsthars. Ze zullen de elasticiteitsmodulus bezitten die
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 29/41
met deze van het hout overeenkomt. Na het stellen van eventuele bekisting wordt alles afgevuld met een kunstharsbeton, of een mengsel van zand, grind, kwartsmeel, in afgestelde hoeveelheden en korrelgradaties, gebonden met een voor dit doel ontwikkeld en afgestemd epoxysysteem. De ruimte tussen de wapeningsstaven en de gaten wordt afgevuld met eenzelfde mengsel, met dien verstande dat de grindfractie vervalt. Pr ijs o pgave e n meti ng: per dm3 inhoud van behandelde balkkoppen en balkgedeelten V.H. 200 dm 3 15.5. Na zic ht en he rst el v a n ha ng- en s l uit wer k Betreft: sluitingen en scharnieren van buitenschrijnwerk zoals deuren van torenbalkons, luiken van dakkapellen en dakluiken, opengaande ramen. De goede werking en sluiting van het opengaande buitenschrijnwerk wordt gecontroleerd, bijgesteld en de bewegende delen van hang-en sluitwerk worden ingevet. De delen van het sluitwerk waarvan de werking door beschadiging of roestvorming niet meer kan verzekerd worden, worden vervangen. Pr ijs o pgave : G.P. 15.6. Na zic ht en he rst el v a n a nker s en met ale n beve sti gi nge n Betreft: de ankers van balken en spanten, muurankers en bevestigingen van galmborden. De ankers dienen opgespannen te worden en de verbindingen dienen stevig te zijn. Door roest aangetaste verbindingsstukken met hout of metselwerk worden vernieuwd in RVS. Pr ijs o pgave : G.P. 15.7. To e ga ngsl ui ke n in z ol de ri nge n Betreft: de toegankelijkheid van de 2 achtkantige torendakconstructies wordt bekomen door het plaatsen van plafondluiken boven de trapbordessen. Afmetingen: 60 x 80 cm, naar beneden klapbaar paneelluik Inbegrepen: afbraak en aanwerking met bestaande plafondafwerking, randafwerking met aanslaglat, hang en sluitwerk. Pr ijs o pgave : per luik FH 2 st
AR T.16. TO RE NH A A N E N K RU IS Het noksmeedwerk met kruis en torenhaan is roestig en een aantal decoratieve elementen zijn in slechte staat of verdwenen. De nodige herstellingen worden terplaatse uitgevoerd, en neiuwe elementen naar bestaand model aangebracht. De bevestigingen met dakstructuur en de verbindingen onderling worden nagezien en hersteld. Indien de herstellingen onmogelijk terplaatse kunnen uitgevoerd worden is een aparte post voorzien voor de demontage en het terugplaatsen na herstel. Het werfbestuur zal bepalen of deze post vereist is. De schilderwerken zijn voorzien in art 17. Vergulden: Het vergulden van de haan en het centraal deel van het torenkruis mag pas gebeuren na het volledig zuiveren van het grondmateriaal, d.w.z. al de delen moeten worden ontdaan van de oude goudlaag, kopergroen en mixion, enz. Het vergulden gebeurt door het aanbrengen van torenbladgoud van 22 karaat, zuiver en fijn dubbel bladgoud, vast te kleven met mixion. Na het vergulden zal de afdekking met bladgoud volledig gebeuren, zonder puntjes, scheurtjes of
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 30/41
spleten tussen de blaadjes, zodat nergens het koper of de mixion zichtbaar blijft. De aannemer bezorgt aan het werfbestuur een waarborg van 10 jaar betreffende het goed behoud van de verguldingswerken. METING: - herstellingen aan smeedwerk - demontage en terugplaatsen - vergulden van haan en deel kruis
(vermoedelijk)
G.P. G.P. G.P.
AR T. 1 7 SC HILDE R WE RKE N De materialen en werkwijze zijn overeenkomstig de beschrijvingen van het typebestek nr.104 van 1963 index 07.3 en de daarop verschenen addenda. Aanvullend aan die voorschriften dient ook rekening gehouden met wat volgt: Geen enkel werk mag geschilderd worden zo het niet volledig droog is en vrij van stof, roest of andere bevuiling. De verven moeten gelijkmatig uitgestreken worden, mogen geen blaren trekken, niet afschilferen of barsten vertonen. De materialen zullen in hun oorspronkelijke verpakking van de fabrikant op de werf gebracht worden en mogen niet aangelengd worden met vreemde producten, tenzij uitdrukkelijke vermeldingen of onderrichtingen van de fabrikant. Voor de kleurensamenstelling zal de aannemer de architect raadplegen en stalen schilderen op zijn verzoek. Buite nsc hil de r we r ke n Schilderwerk op bestaand houtwerk - Voorafgaandelijk worden alle losse verflagen afgestoken met een plamuurmes; het hout wordt gereinigd en geschuurd. - het aanbrengen van een grondlaag - stoppen en bijplamuren, en afwerken met twee lagen lakverf of een UV-bestendige krasvaste vernis. Schilderwerk op bestaand ijzerwerk - zorgvuldig verwijderen van alle losse verfdelen, volledig schuren met schuurpapier en staalwol of stalen borstel tot op het blank ijzer. - tweemaal schilderen met een roestwerende grondverf op alkydharsbasis - tweemaal schilderen met krasvaste zijdeglanslak, zwart METING: a) schilderwerken op bestaand ijzerwerk - torenkruis, haanstaaf en noksmeedwerk - deurbeslag inkomdeuren - hekwerk met poorten en palen - handgrepen naast trap b) schilderwerken op nieuw, gemetalliserd ijzerwerk - trapleuning c) gietijzeren voetstukken van regenafvoerbuizen d) schilderwerken op bestaand houtwerk - kleine torendakkapellen - grote torendakkapellen - deurtjes in stenen dakkapellen - deuren balkons - boenselplanken - inkompoorten kerk - kleine ramen d) schilderwerken op nieuw houtwerk - kleine ramen
G.P. G.P. FH FH
32,0 m 9,0 m
FH FH
3,2 m 2 st
FH FH FH FH FH FH FH
4 st 4 st 4 st 3 st 6,5 m 19,2 m2 8 st
FH
10 st
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 31/41
AR T.18. G LA S IN LOO D 18.0 A l ge me en - p a nel en met r uitv or mi g gla s-i n- lo o d: Dit glas in lood komt voor in de ramen Type 1.3 en 2.6 en 3.5 - p a nel en met gla s-i n- lo o d met ge om etri sc h pat ro o n: Dit glas in lood komt voor in de ramen Type 1.6 en 1.7 en 1.8 Aan al deze ramen zijn de volgende werken uit te voeren: - reinigen binnen en buiten van het glas in het maaswerk en kleine rondvensters; indien het steenwerk beschadigd is, dient het glas uitgenomen te worden en na herstel van het maaswerk teruggeplaatst. - uitnemen van het overige glas, nodig om het herstel van de steen mogelijk te maken - volledig reinigen, ontroesten en schilderen van de ijzeren raambruggen die terplaatse blijven. - verwijderen en vervangen van een aantal ijzeren raambruggen - tussentijdig tochtvrij en waterdicht afschermen der ramen (deze werken zijn beschreven in art.8.1) - vernieuwen van het lood der panelen, reinigen van de glaasjes en terugplaatsen - vervangen/verlijmen van alle gebroken ruitjes. - het herstellen en bijmaken van grisailleschilderingen - mastieken langs beide zijden - ijzeren verstevigingsstaafjes vervangen door roodkoperen van 8 mm diameter - vervangen van aantal ijzeren raambruggen - ijzeren klemlatten vervangen door roodkoperen en zonodig het aanpassen van de spiegaten - bij het plaatsen van be sc he r m gla s : ijzeren klemlatten vervangen door roodkoperen en het bijvoegen van 2 klemlatten aan de binnenzijde - terugplaatsen van de herstelde panelen - het opvoegen langs binnen-en buitenzijde van de panelen in de raamsponningen Al de hiervoor opgesomde uit te voeren werken zullen uitgevoerd worden in overeenstemming met de hierna volgende beschrijvingen. VOORONDERZOEK EN DOCUMENTATIE VOOR ELKE INGREEP. Vóór elke ingreep zal een dossier worden geopend met alle mogelijke gegevens betreffende het raam. Dit vooronderzoek behelst een materieel-technisch onderzoek en een restauratievoorstel. Het zal volgende elementen bevatten: - fotografische documentatie: fotosurvey van binnen- en buitenzijde van het geheel en van elk paneel apart; de aannemer bezorgt van iedere opname 3 afdrukken in kleur 10x15 cm aan het werkbestuur. - materieel-technische gegevens: opmetingsplannen, beschrijving en schema's van de bewaringstoestand, detailfoto's van het schadebeeld; - diagnose en evaluatie van de schade, gevolgd door een beschrijving en verantwoording van de noodzakelijke restauratie-ingreep . Om de staat van bevinding op te maken worden de beschikbare modelfiches en codering gebruikt. Bij het einde van de werken zal het ganse dossier (omvattend fiches, foto's) aan het bestuur bezorgd worden in 2 exemplaren.
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 32/41
18.1. Uit ne me n v a n be st aa nd e gl a s i n lo o d pa ne le n Deze werken geschieden naargelang de vordering van de restauratiewerken in hardsteen. De aannemer is verantwoordelijk voor bijkomende beschadiging door uitname en transport, en zal de eventuele herstelling ten zijne laste nemen. Vóór elke manipulatie moeten de nodige verzekeringen afgesloten worden voor zowel demontage, transport en opberging als de eventuele restauratie zelf. De panelen worden voorzichtig losgemaakt en uit het raamwerk gehaald. Het verwijderen van de voegmortel gebeurt met kleine beiteltjes. De werkwijze is afhankelijk van de wijze van plaatsing. In elk geval moet elke bijkomende beschadiging bij het uitnemen vermeden worden. Hiertoe dient het glas voorlopig beschermd worden met karton, vezelplaten en doeken. Historisch meubilair, schilderijen en muurschilderingen in de onmiddellijke nabijheid worden eveneens afgeschermd. Risico's in dat verband dienen vooraf met de betrokken diensten besproken te worden. Indien een eerste oppervlakkige reiniging bij het demonteren noodzakelijk is, dan moet dit steeds droog, zonder gebruik van water, gebeuren. Alleen een droge bewaring is toegelaten. Stof, zand e.a. kunnen voorzichtig met een zachte borstel worden verwijderd. Tijdens de demontage worden de vensteropeningen, zowel dag- als slagmaten, nauwkeurig opgemeten, alsook de panelen zelf. Voor bepaalde delen van een glasraam, zoals maaswerk, is het nodig kartonnen mallen te maken. Overeenkomstig de vooropgestelde schema's wordt elk paneel onmiddellijk na uitname genummerd op een kleefband aangebracht aan de buitenkant. Tijdens de uitname worden alle tijdens het vooronderzoek nog niet opgemerkte of nieuwe beschadigingen aan glas, steenwerk en bruggen genoteerd. De dag- en slagmaten van de raamopeningen moeten bij de steenrestauratie behouden blijven. De panelen van glasramen mogen nooit vergroot of verkleind worden om te passen in de gerestaureerde raamomlijsting. TRANSPORT EN BERGING. Elke verpakking moet vervaardigd zijn uit stevige, niet-wateraantrekkende producten. Zo mogelijk is een vochtpermeabele plastiek te gebruiken. De panelen dienen altijd van elkaar gescheiden te zijn door polystyreen-platen 6 mm. De panelen moeten verpakt zijn in draagbare volumes, zo mogelijk draagbaar door één persoon. Onbevoegden dienen steeds geweerd van de werf. In elk geval dient elke manipulatie te gebeuren door vaklui. Tijdens transport en berging moeten de panelen verticaal staan. Voor de berging tijdens de behandeling is in het atelier horizontale bewaring noodzakelijk. De panelen worden dan elk afzonderlijk in een stevige schuif, op een uitneembare plaat, geborgen. Daarbij mogen losse glasstukken nooit op elkaar gelegd worden. Voor het transport dient een aangepast vervoermiddel benut te worden. Om het risico's voor schokken of zelfs ongevallen zo laag mogelijk te houden dient een veilige transportroute vooraf uitgestippeld te worden. 18.2. Uit ge nom e n pa ne le n he r stel le n, uit el ka a r ne me n, r ei ni ge n e n op ni e uw i n lo od z ette n. ONDERZOEK IN HET ATELIER Het onderzoek in situ wordt in het atelier vervolledigd met nauwkeurig onderzoek van elk onderdeel van het kunstwerk: de staat van het lood, het glas, de aanwezigheid van breuken, de lacunes en de corrosie. Dit onderzoek gebeurt in hoofdzaak visueel. Voor dit aanvullend onderzoek kunnen de modelfiches verder worden aangewend. Indien ontloding van het paneel noodzakelijk blijkt moet een loodafdruk vervaardigd worden. Deze rubbi ng is een wrijftekening, op een dun maar sterk papier vervaardigd. Het vormt de basis voor het opmaken van alle toekomstige schema's en werktekeningen. Uitgaande van de rubbing wordt een loodzettekening, met de ziellijnen, en een werktekening gemaakt. Op de werktekening worden alle gegevens aangeduid welke van pas komen of noodzakelijk zijn voor een eventuele restauratie:
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 33/41
-
loodverloop (met pijltjes aan te duiden) en soorten profielen (vorm, breedte, ...) lacunes, groot of klein (eventueel opgevuld met mastiek, cement of lood); breukverloop; zones met corrosie; bindingen van bindroeden; andere verstevigingen (staaldraad, e.d.).
ONTLODING VAN HET PANEEL. Op basis van de conclusies van het onderzoek kan al dan niet tot een gehele of gedeeltelijke herloding worden overgegaan. Daar demontage altijd een risico voor nieuwe breuken met zich meebrengt, lijkt het van belang te benadrukken dat het herloden niet steeds noodzakelijk is. Afhankelijk van de grootte, de sterkte, de ouderdom, de oriëntatie in het monument kan overwogen worden de loodvatting te bewaren, waar buitenbeglazing wordt voorzien. Het lood is niet te verwijderen: - als het loodnet in goede staat verkeert en er geen glasbreuk voorkomt; - als het lood van historisch belang is ; - als er enkel gereinigd dient te worden. Het lood kan gedeeltelijk verwijderd worden: - als er glasbreuk voorkomt, moeten de gebroken stukken verwijderd worden, om een degelijke verlijming te kunnen uitvoeren. Het lood zal volledig verwijderd worden: - als het lood sprok is worden en geen historische waarde heeft; - als de mastiek sprok is geworden en zijn waterdichtende functie verloren heeft; - als het schadebeeld van het glas een volledige behandeling vraagt: veel breuken, sterke vervuiling en ontglazing. De ontloding moet zeer voorzichtig gebeuren om breuk te vermijden. Het lood wordt voorzichtig losgeduwd en doorgesneden of doorgeknipt. Lostrekken van het lood is te vermijden. Bij riskante of kleine stukken worden de soldeerpunten eerst met een warme bout losgesmolten. REINIGING VAN HET GLAS. Vóór elke reiniging moet het glas aan voor- en achterzijde grondig onderzocht worden naar de toestand van het glas en naar de aard van de vervuiling (stof, olie, vet, teer, corrosieproducten, mortelresten, roestsporen, verfsporen, enz....). Dit alles heeft tot doel vast te stellen of dan niet mag gereinigd worden en, zo ja, met welke methoden. Ma nuee l- mec hanis che rei ni ging: de oppervlakkige reiniging van stof, zand en dergelijke gebeurt met een zachte borstel. Deze techniek wordt eveneens aangewend voor de reiniging in situ, en voor de behandeling van panelen die niet ontlood moeten worden. Rei ni ging m et gedi sti lle rd o f ged eï o ni se er d water: als eerste reiniging van oppervlakkig vuil (mastiekresten, uitwerpselen van vogels). Chemische reiniging is principieel te mijden; mits overleg en goedkeuring van de bevoegde instanties kan deze reiniging toegepast worden, wanneer de andere reinigingsmethoden geen aanvardbaar resultaat geven. VERLIJMINGEN. De ontbrekende of gebarsten ruitjes (bij geometrisch glas in loodramen) worden vervangen. De vervangglaasjes zullen van dezelfde dikte, tint, kleur en textuur zijn als het bestaande glas. De gebarsten ruitjes van waardevol glas worden verlijmd. Ve rlij mi ngstec hni ek: d e im pr e gnati em et ho de Na reinigen en ontvetten van de breukvlakken, worden de stukken perfect tegen elkaar gelegd en voorlopig aan elkaar vastgezet met dunne zelfklevende strookjes. De lijm trekt in de breuk
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 34/41
door de capillaire werking van de, dichtbij elkaar liggende, breukvlakken. Na uitharding kunnen de weinige lijmresten van de druppels en de zelfklevertjes verwijderd worden, met een scalpel en/of aangepaste oplosmiddelen. Verlijmingen gebeuren optimaal in droge omstandigheden. HERLODEN. - Vorm en breedte van de loodprofielen moeten overeenkomen met het origineel lood. - De loden moeten ziel-tot-ziel geplaatst worden: daar waar twee loden elkaar raken, mag er geen spatie zijn tussen de zielen of loodkernen. Het soldeerwerk moet eveneens ziel-tot-ziel gebeuren: het soldeersel moet tussen de loodflenzen in lopen. De soldeerpunten moeten afgewerkt, glad en plat zijn. Hierbij moet zo weinig mogelijk vloeimiddel of oleïne gebruikt worden, daar dit het glasoppervlak en de grisaille kan schaden (Het vloeimiddel moet zo neutraal mogelijk zijn). Na het solderen worden oleïneresten onmiddellijk verwijderd met een zacht doek, om zwarte vlekken veroorzaakt door de oxydatie van het lood te vermijden. Als er gesoldeerd moet worden op of in de buurt van lijmnaden, moeten deze op voorhand bij de loodzetting volledig rondom beschermd worden met aluminiumfolie, dit om het verlijmingshars, dat niet resistent is tegen hoge temperaturen, te isoleren van de hitte van de soldeerbout en van het lood. MASTIEKEN. Het mastieken van de panelen zal langs één of twee zijden geschieden met mastiek. Pas veertien dagen na het mastikeren mogen de panelen herplaatst worden. De klassieke mastiek wordt gemaakt van lijnolie en krijt (100 à 125 cl lijnolie op 250 à 350 g krijt). De olie-krijtmastiek mag niet te vast vervaardigd zijn. Ook mogen geen harsen, pigmenten of kleurstoffen worden toegevoegd. Algemene werkwijze: Na het mastieken worden de loodflenzen dichtgewreven met een loodmes of een wrijthoutje. Alle nog aanwezige resten moeten zorgvuldig verwijderd worden. Het mastieken gebeurt als volgt: - tweezijdig als het glas terug blootgesteld wordt aan de buitenatmosteer, zonder beschermende buitenbeglazing; - eenzijdig als het glas achter beschermende buitenbeglazing wordt teruggeplaatst. In dit geval gebeurt dit aan de buitenkant; Achteraf gewoon reinigen met lompen en nadien verwijderen van de laatste resten met een fijn houten pennetje. Eventueel kunnen met alcohol vetsporen verwijderd worden. Het gebruik van zaagmeel voor het reinigen van het gemastiekte paneel is NIET toegelaten. Het oppoetsen van het lood met staalwol, harde borstel of dergelijke mag NOOITgebeuren. De panelen worden voorzien van opgesoldeerde loodjes, welke achteraf door torsing om de horizontaal nieuw te plaatsen rood koperen staven van 8 mm diameter verbonden worden. Er worden minimum drie opgesoldeerde loodjes per verstevigingsroede (bindroede)voorzien. Per paneel worden 2 verstevigingsroeden aangebracht, voor kleine paneeltjes 1 roede. De koperen staven zijn aan de uiteinden voorzien van een platgesmede kop, welke in de hardsteen wordt bevestigd. De ijzeren verstevigingsroeden, welke in de maaswerken voorkomen worden nagezien, ontroest en herschilderd. Diegene die volledig verroest zijn dienen vervangen door koperen. Omlijsting van de panelen bij het plaatsen van voorzetbeglazing: De uitgenomen panelen zullen aan hun omtrek worden voorzien van dunne roodkoperen Uvormige profielen met een binnenmaat van 7 mm tussen de vleugels en een zichtbreedte van 10 mm, 0,5 à 0,6 mm materiaaldikte, welke de panelen nauw omsluiten. Aan de hoeken worden de profieltjes in verstek verzaagd en aan elkaar gesoldeerd. A rato van 1 maal per 20 cm zal het omlijstingsprofieltje gesoldeerd worden aan een kaliberverbindend loodje. Aan de rechte panelen zal aan de opgaande zijkanten een strookje lood, dikte 1 mm en breedte 30 mm, op het omlijstingsprofieltje worden gesoldeerd.
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 35/41
18.3. He rst el o f v erv anging va n ra a m br uggen. 1)Reinigen en schilderen van bestaande raambruggen : Alle te herbruiken raambruggen welke vrijkomen na het uitnemen van de glaspanelen worden ontdaan van alle roest en bevuiling of versleten verflagen met een stalen borstel en schuurpapier. Daarna worden de glasroeden tweemaal behandeld met een roestwerende grondverf op alkydharsbasis, en na voldoende droogtijd tweemaal met krasvaste zijdeglanslak geschilderd. 2)Vervanging. De raambruggen worden vervangen door nieuwe, glasroeden in R V S 31 6 (niet-gepolijste, donkermat wordende inox) van dezelfde afmetingen, voorzien van gaten voor de bevestiging van de panelen met schroefdraad en bouten. Een aantal raambruggen zal vervangen worden om steenbeschadiging door roestvorming in de toekomst te vermijden. De demontering gebeurt zonder demontage van de steen: dwz de glasroeden worden gefragmenteerd, en de uiteinden die vervat zitten in de steen worden zorgvuldig verwijderd door uitboren of uitslijpen. De nieuwe raambruggen dienen dan ook gemonteerd worden terwijl de steen meestal niet vernieuwd wordt, en dus reeds terplaatse is. Dit zal geschieden door het opdelen van de raambruggen in kleinere delen die in de steen kunnen vastgezet worden, en die onderling aan elkaar worden doorverbonden door middel van boutverbindingen. Deze boutverbindingen mogen de plaatsing van het glas niet hinderen, en worden daarom uitgevoerd doorheen een liplasverbinding, half op half, telkens met twee bouten waarvan de koppen ingefreesd worden. Dit geldt zowel voor een aantal rechte als voor een aantal ronde raambruggen. 18.4. R oo d kop er e n kl eml atte n Al de raambruggen worden langs de buitenzijde voorzien van roodkoperen klemlatten van minstens 4 mm dikte, en hoogte gelijk aan de hoogte van de raambruggen. De klemlatten worden van gaten voorzien op de afstanden van de opspiegaten. De spiegaten zijn aan te passen aan de dikte van de klemlatten. Het vastzetten van deze klemlatten geschiedt met koperen spieën van 3 mm dikte. Klemlatten bij nieuwe raambruggen en daar waar beschermglas geplaatst wordt, worden voorzien van 3 gaten van 10 mm diameter, op dezelfde afstand als de nieuw gemaakte gaten in de raambruggen. Vastzetten van de klemlatten: - voor ramen met vernieuwde raambruggen: met RVS schroefdraad van 8 mm diameter met RVS moeren. Rond de draadstang zal een huls in thermoplastisch materiaal worden aangebracht, en de moer zal beschermd worden door een tussenring, eveneens uit thermoplastisch materiaal. Als afstandshouder tussen de raambrug en de klemlat zal een stukje inoxbuis van 15 mm en wanddikte 1 mm, worden geplaatst. - voor de glasramen met beschermglas: langs de binnenzijde worden bovendien twee bijkomende klemlatten voorzien, met dezelfde sektie als de buitenste klemlat, en voorzien van 3 gaten van 10 mm diameter, op dezelfde afstand als de nieuw gemaakte gaten in de raambruggen. Het vastzetten van de klemlatten geschiedt met RVS schroefdraad van 8 mm diameter met RVS moeren en een tussenmoer, en een RVS stukje buis van 15 mm diameter en wanddikte 1 mm, als afstanshouder tussen de twee latten. Rond de draadstang zal een huls in thermoplastisch materiaal worden aangebracht, en de moer tegen de raambrug zal beschermd worden door een tussenring, eveneens uit thermoplastisch materiaal.
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 36/41
SCHEMA BEVESTIGING KLEMLATTEN
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 37/41
SCHEMA BEVESTIGING KLEMLATTEN BIJ GLASRAMEN MET BESCHERMGLAS
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 38/41
18.5. T e rugpl aat se n v a n de her ste ld e pa ne l en De panelen worden vol in de mastiek tegen de raambruggen aangedrukt, terwijl de klemlatten op hun beurt tegen de vol in de mastiek gezette glaspanelen worden aangedrukt. Bij terugplaatsing van de panelen zonder beschermende buitenbeglazing, moet er voorzien worden in condenswaterafvoer naar buiten toe, in de vorm van loodslabben, bij voorkeur paneel per paneel. De plaatsing gebeurt van onder naar boven. De panelen worden in het moneelwerk geschoven, vastgezet met de losse brug, waarna ze in de sponning aangestreken worden met een bastaardmortel. De terugplaatsing van de panelen waar beschermende buitenbeglazing voorzien is, gebeurt langs binnen, en de bevestiging door middel van hiervoorbeschreven moeren. De panelen worden zijdelings aansluitend (dmv de aangesoldeerde loodstrookjes) met de monelen geplaatst zodat er geen lichtspleten over blijven; onder-en bovenaan blijft er wel een ventilatieopening aan de binnenzijde. 18.6. B es cher m gl a s Op de plaats van de gebrandschilderde glasramen wordt een beschermglas aangebracht: Floatglas 6 mm dikte. Het glas zal nauwkeurig de afmetingen hebben van de ruimte tussen de sponningen, en vooral bovenaan tegen het maaswerk, en wordt geplaatst met mastiek van dezelfde kleur als de hardsteen; aan de mastiek wordt een verharder toegevoegd. Tussen raambruggen en klemlatten wordt het glas geplaatst met tussenvoeging van kleurloze siliconenmastiek, met een speling van 3 mm aan weerszijden. Verder zullen de paneeltjes op hun plaats worden gehouden door het inboren van 3 cm lange staafjes in roestvrij staal van 2 mm diameter, om de 30 cm omtrek van de paneeltjes aan te brengen aan de buitenzijde (2 cm diep in te boren). 18.7. R ei ni ge n v a n gl as i n l o od i n de m aa s we r ke n (i n sit u) Manueel-mechanische reiniging: de oppervlakkige reiniging van stof, zand en dergelijke gebeurt met een zachte borstel van varkenshaar, zonder te wrijven. De fijne mechanische vuilverwijdering (bij ondoorschijnende plekken en matte vuilaanslag op de buitenzijde van het glas) gebeurt met het glasvezelborsteltje. Er wordt op gelet dat geen schade toegebracht wordt aan lood, glas, mastiek, voegwerk of witte steen. Tijdens het reinigen worden alle ontbrekende voegen tussen glas en steen bijgewerkt. 18.8. EINDRAPPORT EN DOCUMENTATIE VAN DE RESTAURATIE. Na de restauratie wordt een eindrapport samengesteld, waarin behalve het onderzoek in atelier ook een verslag van de restauratiebehandeling wordt vervat. Daarvoor moet de restaurateur tijdens de uitvoering van het werk alle specifieke behandelingen, de gebruikte materialen en technieken noteren en detailfoto's nemen voor en na de belangrijkste behandelingen zoals het reinigen, vervangen, verlijmen, aanvullen, retoucheren van de glaasjes. Samen met dit eindrapport van de restauratie moeten alle tekeningen voor de toekomst bewaard worden. 18.9. Besc her m nette n i n PE: d uiv e nwe ri ng ve rti kaal Voor de radvensters en bijbehorende lancetramen worden er Poly-ethyleennetten gespannen: deze bestaan uit netten met maaswijdte 50 x 50 mm, gemaakt op maat van de ramen, waaraan een RVS-kabeldraad Ø2mm rondom bevestigd is om het net te kunnen spannen tegen de dagkant van de ramen. De bevestiging van de kabel gebeurt door middel van RVS oogvijzen, om de 30 à 80 cm, met keilbouten in de dagkanten te plaatsen. De geknoopte netten uit PE-draad 10/7 zijn stevig (breeksterkte 18 à 22 kg), UVgestabiliseerd en hebben een steenkleur. Alle toebehoren, zoals inox netringen en kabelspanners zijn inbegrepen.
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 39/41
GLAS IN LOOD METING: 18.1 . Uitnemen bestaande glas in loodpanelen: 1- panelen geometrische tekeningen en ruitvormig g-i-l 2- glas van maaswerken en kleine rondvensters 3- verwijderen van oude voorzetbeglazing 4- verwijderen van duivenwering 5- verwijderen van PE-netten (te recupereren) 18.2.
18.3.
18.4.
18.5.
18.6.
18.7. 18.8. 18.9.
V.H. V.H. FH FH FH
22,06 m2 1 m2 9,4 m2 6,78 m2 39,69 m2
Herstellen, reinigen, herloden (glas-in-lood met geometrische patroon en ruitvormig): a- Herstellen, reinigen, herloden V.H. 41,63 m2 b- Herstellen, reinigen V.H. 5,04 m2 c- Herstellen, reinigen in situ: 1- glas van maaswerken, kleine rondvensters V.H. 1 m2 2- glas van tympanen V.H. 6,11 m2 d-Nieuwe koperen bindroeden FH 77,30 m Raambruggen: 1- reinigen en schilderen van bestaande: a) rechte: b) rondvormige:
V.H. V.H.
25,05 m 51,30 m
2- vervanging door nieuwe in RVS: a) rechte: b) rondvormige:
V.H. V.H.
18,65 m 4,5 m
FH FH
10,80 m 13,80 m
FH FH
135,0 m 80,10 m
Terugplaatsen herstelde panelen: 1- panelen geometrische tekeningen en ruitvormig 2- glas van maaswerken en kleine rondvensters
V.H. V.H.
46,68 m2 1 m2
Beschermglas 1- floatglas 2- demonteren en terugplaatsen van bestaand glas
FH FH
8,4 m2 24,62 m2
Reinigen glas in lood van maaswerken in situ zie art 18.2c. Eindrapport Beschermnetten in PE herplaatsen van bestaande netten
G.P. FH FH
18,17 m2 39,69 m2
Roodkoperen klemlatten: 1- enkele latten speciale vormen rechte stukken en spitsbogen 2- ramen met 3 latten: speciale vormen rechte stukken en spitsbogen
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 40/41
19. W er ken a a n kl ei ne r am e n met st ructuurgla s 27.1 Vernieuwen van gebroken glas: In de langwerpige openingen van de traptorens en torenruimten wordt structuurglas geplaatst, 8 à 10 mm dik. Het glasplaat wordt in de gleuf van de dagkant of in de sponning zo er geen gleuf is, vastgezet met kalkmortel langs de binnenkant. Bij houten ramen die in goede staat zijn worden ze met mastiek in de sponning geplaatst. Bij een aantal kleine ramen is het lichtgroen structuurglas beschadigd, en dient vervangen worden door hetzelfde type glas. Algemeen wordt het te vervangen glas geraamd op een % van de totale hoeveelheid m2. METING: per m2
V.H. 3 ,70 m2
27.2 Vernieuwen van eikenhouten ramen van beperkte afmetingen: Sommige ramen in de toren zijn onderaan weggerot. De ramen die niet meer hersteld kunnen worden zullen vervangenworden door nieuwe ramen, identiek aan de bestaande. Alle nodige toebeoren worden voorzien, en de verbeterde uitvoering van de onderregel van de ramen door het aanbrengen van een dichtingslat en druiplat in gemoffeld aluminium. METING: per m2
V.H. 3 ,00 m2
Opgemaakt te Antwerpen, op 16 juni 2003, door ir.-architect Jan FRATEUR. (actualisatie op 15/06/2007)
ir.-architect J. Frateur Desguinlei 166 2018 Antwerpen DSNR 20275 Restauratiewerken aan de Sint-Willibrorduskerk te Antwerpen fase 2 deel 2
Besteknr. TL/2003/6026 HOOFDSTUK III p 41/41