51.584183 4.827976
RESPONS 07
15
“Rijbewijs? Nachtje meedraaien in het vak”
22
A serious game; bachelor of build environment
29
Water is een versproduct wat ook vers afgeleverd moet worden
RESPONS is een uitgave van RPS 51.996217,4.382966
“Iedereen wil ‘s avonds weer gezond thuis komen”
RPS 5 locaties: Breda Delft Hoogeveen Leerdam Rotterdam
2007 – heden 1997 – 2007
1990 – 1997
2000 – heden 1992 – 2000
51.996462 | 4.381804
Beste relaties en vrienden van RPS, 1986 – 1992
De afgelopen weken heeft de winter toegeslagen in Nederland. Voor u ligt een nieuwe Respons, ons magazine voor en door klanten, ditmaal met enige winterse tinten en de focus op veiligheid. Met 10% groei is 2012 een goed jaar geweest voor RPS in Nederland. Een groei die we te danken hebben aan onze klanten en relaties met wie we vele mooie projecten mochten uitvoeren. Na 7,5 jaar met veel plezier voor RPS te hebben gewerkt, maak ik de overstap naar een ander bedrijf. Op 1 maart aanstaande treed ik toe tot de directie van Batenburg Techniek NV in Rotterdam. RPS staat er goed voor in Nederland, daarom is er met overtuiging gekozen voor continuïteit in de directie. Frank Vrolijks, sinds 2007 lid van de directie, wordt benoemd tot algemeen directeur en vormt samen met Martin Eijkenboom, onze financieel directeur, de directie van RPS Nederland. De afgelopen jaren heb ik met plezier aan allerlei projecten gewerkt en de persoonlijke contacten met u zeer gewaardeerd. Ik hoop u in de toekomst weer te ontmoeten om bij te praten en om te zien wat we voor elkaar kunnen betekenen.
1983 – 1986
RPS is een onafhankelijk adviesen ingenieursbureau. Met een team van 350 specialisten werken we dagelijks, vanuit verschillende disciplines, aan een mooier, veiliger en gezonder Nederland. CV Frank Vrolijks RPS bv lid directie Grontmij vestigingsdirecteur/ commercieel directeur Provincie ZuidHolland/IPO projectmanager verkeer en waterstaat CV Martin Eijkenboom RPS bv financieel directeur Standaart’s Vloerenbedrijf bv financieel directeur BAK Nederland administrateur Accountantskantoor G. van Marle assistent accountant Batenburg Batenburg Techniek is een technische dienstverlener met circa 1.000 medewerkers. Zij ontwerpen, leveren en onderhouden technische installaties, producten en diensten, voor opdrachtgevers in de industrie, utiliteitsbouw en infrastructuurmarkt.
Hartelijke groet, Ralph van den Broek
02 | 03
03 Voorwoord
07 “Iedereen wil ‘s avonds weer gezond thuis komen Adri Frijters
inhoudsopgave
15 “Rijbewijs? NACHTJE meedraaien in het vak” Patrick Kuurstra
12 Nieuwbouw Deltares Delft
21 veiligheid op de weg heeft nog een lange weg te gaan
51.664071 | 3.721093
22 A SERIOUS GAME; BACHELOR OF BUILD ENVIRONMENT Directeur Hogeschool Rotterdam 25 WE DOEN HET VEILIG OF WE DOEN HET NIET Boetimann Isaack 29 WATER IS EEN VERSPRODUCT WAT OOK VERS AFGELEVERD MOET WORDEN Huib Glerum en Jeroen Schmaal
30 Schuwacht Lekkerkerk
32 Wat maakt u succesvol in de crisis
04 | 05
Asbestinventarisering van de Oosterscheldekering onder onstuimige weersomstandigheden.
“Iedereen wil ‘s avonds weer gezond thuis komen” ADRI FRIJTERS 52.333653 | 5.645420
Om de veiligheid in de bouwsector te vergroten ontwikkelden Arbouw en RPS een tool om ongevallen te registreren, en vooral te analyseren. Ook in crisistijden loont investeren in veiligheid. “Bedrijven die goed scoren op veiligheid, scoren financieel ook goed.” Net als andere arbeidsintensieve sectoren heeft ook de bouw te maken met een relatief hoog ongevallenpercentage. Jaarlijks is 4% van de werknemers slachtoffer van een meldingsplichtig arbeidsongeval. Hoe ontstaan die ongelukken? En vooral, hoe zijn ze te voorkomen? Arbouw, gevestigd op het Bouw & Infra Park in Harderwijk, heeft al 25 jaar tot doel om de arbeidsveiligheid in de bouwsector te bevorderen en het ziekteverzuim te verminderen. Afgelopen december werd een nieuw wapen in de strijd geworpen: een uniforme registratietool gebaseerd op Storybuilder. Maar eerst kijken we naar de oorzaken. Waarom ligt het percentage ongevallen zo hoog? Heeft het met de cultuur in de bouw te maken? Die suggestie wordt door
Adri Frijters, beleidsadviseur veiligheid en bouwproces bij Arbouw, direct ontkracht. “Neem van mij aan: iedereen die ’s ochtends naar de bouwplaats rijdt, wil maar één ding: ’s avonds weer gezond thuiskomen. Niemand werkt bewust onveilig. Maar de bouw is arbeidsintensief en werknemers zitten midden in het productieproces, dicht op de gevaren. Beslissingen worden snel op de werkvloer genomen en worden niet vooraf uitgebreid gewogen. Dat is kenmerkend voor alle arbeidsintensieve sectoren. Ook in het beroepsgoederenvervoer en de gezondheidszorg komen veel bedrijfsongevallen voor.” De aard van de werkomgeving maakt het lastig om verbeteringen door te voeren. Frijters werkte jarenlang in de bouw en weet hoe het er op de bouwplaats aan
06 | 07
Arbouw
08 | 09
Arbouw is een stichting die door werkgevers- en werknemersorganisaties is opgericht. Zij houdt zich bezig met het verbeteren van de arbeidsomstandigheden en het verminderen van het ziekteverzuim in de bouwsector. Arbouw kent drie afdelingen, namelijk Onderzoek en Ontwikkeling, Bedrijfstakondersteuning en Bedrijfsgezondheidszorg.
toegaat. “Je hebt in de bouw geen vaste werkplek, vaak sta je over een uur weer ergens anders. Ook de werkmethoden verschillen per project. En dan heb je nog de wisseling van de partijen waar je mee samenwerkt. Dat zijn allemaal hindernissen om de verbetercirkel te sluiten. Het is niet stimulerend om de processen te verbeteren als je kort daarna met een compleet ander team en compleet andere bouwmethoden te maken krijgt.” Veiligheidsindex Frijters zet een aantal lijnen op papier die het bouwproces verbeelden. Eronder tekent hij een container. “In elk proces heb je afval”, doceert hij. “Procesverstoringen zijn afvalproducten en ook een ongeval zie ik als een afvalproduct. Wat je overhoudt aan het einde van het proces is een gebouw of een stuk infrastructuur.” Drie jaar geleden introduceerde Arbouw de Veiligheidsindex (VI) in Nederland. Het is een van oorsprong Finse methodiek die vertaald is naar de Nederlandse situatie. De VI is een hulpmiddel om te zien waar in het proces ‘afvalproducten’ ontstaan. Frijters: “Het is een simpele checklist met zes aandachtsvelden, zoals valgevaar of onveilig gedrag. Eens per twee weken maken medewerkers per toerbeurt een controlerondje over de bouwplaats. Ze beoordelen de fysieke veiligheid op de bouwplaats, nemen ongewenst gedrag waar en drukken dit uit in een rapportcijfer. Wat je ziet gebeuren, is dat er gesprekken ontstaan tussen de uitvoerder en de waarnemers, wat weer kan leiden tot instructieverbeteringen.” Volgens Frijters is het nog te vroeg om te beoordelen of de VI een succes is. Wel ziet hij dat het centraal, online registreren van veiligheidsprestaties nog niet hard loopt als verwacht. “Bedrijven zijn best bereid om deze informatie te delen, maar ze willen zelf het beheer over hun gegevens houden. Voor hun gevoel raken ze dat kwijt op het moment dat ze hun veiligheidsperformance invoeren in een centrale database.” Het aantal meldingen mag dan wat achterblijven, toch hoort
51.986677 | 4.383996
“Iedereen wil ‘s avonds weer gezond thuis komen”
Frijters enthousiaste geluiden. “Ik ken bedrijven die de VI heel fanatiek gebruiken. Andere bedrijven hebben de Veiligheidsindex gemodelleerd naar een eigen methode. Ze registreren niet in ons systeem, maar bouwen door het gebruik van hun eigen methode wel degelijk kennis op.” In Finland, waar de Veiligheidsindex is ontwikkeld, is het wettelijk verplicht om de bouwplaats wekelijks te controleren. Moeten we daar in Nederland ook naartoe? Frijters vindt van niet. “Een verplichting werkt alleen als je de naleving kunt controleren en sanctioneren. Daarvoor zou je dan weer een heel administratief systeem moeten opzetten. Mijn belangrijkste bezwaar is echter dat maatregelen die van buitenaf worden opgelegd, zelden tot duurzame veranderingen leiden.”
51.986849 | 4.384446
Nieuwbouw Deltares
Storybuilder Bouwbedrijven hebben vaak hun eigen systemen om ongevallen te registreren, al stijgen deze zelden boven het niveau van een Excel-sheet uit. Voor middelgrote bedrijven ontbreekt vaak de noodzaak. Een bedrijf met 75 medewerkers heeft statistisch gezien jaarlijks te maken met drie bedrijfsongevallen die onder de meldplicht vallen. Frijters: “En die ongevallen zijn vaak zo divers dat het lastig is om daar maatregelen op te nemen. De ene keer valt iemand van een steiger omdat die niet is opgeruimd, een volgende keer omdat de leuningen ontbreken en een derde keer wordt iemand geraakt door een last. Wat moet je dan doen? Beter opruimen, leuningen plaatsen of kranen met rubber buffers inhuren? Je kunt je geld maar één keer uitgeven.” Tot op heden was er geen eenduidige methode om bouwongevallen te registreren en – belangrijker nog – te analyseren en ervan te leren. De behoefte daaraan groeide. Door gegevens landelijk te bundelen worden patronen zichtbaar. Voorlichtingscampagnes kunnen er op worden afgestemd en een veiligheidsdeskundige kan met een onderbouwd verhaal naar zijn directie stappen om verbeteringen af te dwingen. De vraag voor een registratiesysteem kwam vanuit de bouwbedrijven zelf. RPS en Arbouw hebben dit systeem gezamenlijk ontwikkeld en zijn daarbij als partners opgetrokken. Ze maakten gebruik van Storybuilder, een grafische methode die ontwikkeld is door de Arbeidsinspectie. “Het mooie van Storybuilder is dat je vrij eenvoudig kunt inzoomen op de achterliggende oorzaken”, licht Frijters toe. “Als je een ongeval in het systeem invoert, word je langs een vragenlijst geleid. De vragen zijn gebaseerd op de daarvoor gegeven antwoorden. Door deze methodiek ontstaat niet alleen een beeld van wát er mis ging, maar ook waar het mis ging, hoe het kon gebeuren en waarom het is gebeurd. In tegenstelling tot de VI krijg je met Storybuilder direct zicht op de achterliggende oorzaken: heeft het ongeval te maken met tegenstrijdige belangen, met materieel of bijvoorbeeld met competenties van medewerkers?
10 | 11
“Iedereen wil ‘s avonds weer gezond thuis komen”
Als je vanuit kostenoverwegingen een kraan inzet die de last maar net kan dragen, moet je niet raar opkijken als die kraan een keer omvalt. Storybuilder legt feilloos bloot dat je de voorwaarden hebt gecreëerd om dat ongeval te laten plaatsvinden.” Na invoering krijgt de melder direct feedback in de vorm van mogelijke verbeterpunten. Storybuilder gaat daarmee veel dieper dan wanneer een KAM-medewerker zelf een feitenrelaas zou opschrijven. Lange termijn Frijters is realist. De Veiligheidsindex en Storybuilder zullen de wereld niet veranderen. “Tools zelf zijn nooit de oplossing. Maar ze zijn wel een aanleiding om naar een oplossing toe te werken. Het kan aanzetten tot nadenken over de werkomgeving. Is die wel goed ingericht? Wat kunnen we doen om veilig werk
Nieuwbouw Deltares Deltares is een onafhankelijk instituut voor toegepast onderzoek en specialistisch advies op het gebied van water en ondergrond. Deltares is per 1 januari 2008 ontstaan vanuit een fusie tussen de volgende partijen: WL | Delft Hydraulics, GeoDelft, TNO Bouw en Ondergrond / bodem en grondwater, Rijkswaterstaat / DWW, RIKZ en RIZA. Deltares telt in totaal ongeveer 900 medewerkers en is gevestigd in Delft en Utrecht.
12 | 13
In Delft heeft Deltares twee locaties, namelijk de Stieltjesweg en de Rotterdamseweg. Op beide locaties beschikt Deltares over eigen grond en gebouwen. Aan de Rotterdamseweg heeft men echter onvoldoende kantoorruimte beschikbaar. Er wordt gebruik gemaakt van tijdelijke huisvesting, waarvan de vergunning in 2011 afloopt. Ook bevinden zich op deze locatie grote fysieke onderzoeksfaciliteiten die moeilijk verplaatst kunnen worden. Naar aanleiding van een (aantal) huisvestingsstudies heeft Deltares besloten om aan de Rotter-damseweg een campus te realiseren met een nieuwbouw van circa 6.000 m2 bruto vloeroppervlak. De doelstelling van Deltares: “De kracht van de directe verbindingen: samenwerking, kennisuitwisseling en innovatie worden het best gefaciliteerd door fysieke verbondenheid van de kennisinstituten” ligt aan dit besluit ten grondslag. Dit besluit betekent dat de Stieltjesweg in zijn geheel, op de Geocentrifuge en enkele kantoorvoorzieningen na, naar de Rotterdamseweg verhuist. Op de Rot-
te bevorderen? Het houdt niet op bij instructie geven. Het gaat ook om coachen en begeleiden en om de juiste inzet van materieel.” De tool mag dan enkele jaren geleden door de bouwsector zelf zijn geïnitieerd, diezelfde sector verkeert momenteel in zwaar weer. Is er nog wel draagvlak om te investeren in een veilige werkplek? “Bedrijven zien in dat veiligheid zich uiteindelijk terugverdient door lagere faalkosten. Jaren geleden werkte ik als assistent-uitvoerder bij een bouwbedrijf. Onze calculator vond het onzin om hekken rond de vloervelden te plaatsen. Daar valt toch niemand van af, zei hij. Totdat de inspectie kwam, we een boete kregen en we die hekken alsnog moesten plaatsen. Hij dacht slim bezig te zijn, maar uiteindelijk legden we op het werk toe. Zo zijn er nog legio voorbeelden te bedenken. Het is kortetermijndenken; het schiet niet op.”
Frijters kent ook de andere kant van het verhaal. “In Finland is al 15 jaar ervaring met de Veiligheidsindex. Die heeft aantoonbaar geleid tot minder ongevallen. En het mooie is: bedrijven die goed scoren op de VI, scoren financieel ook goed. Laat dat een stimulans zijn. Daarnaast zijn deze tools een prima acquisitiemiddel. Opdrachtgevers vragen vaak naar VCA en ISO, maar dat is
allemaal papierwerk. In ons systeem zie je wat de praktijk is. Je kunt een uitdraai van je eigen bedrijf vergelijken met het marktgemiddelde. Dat zegt veel meer over de daadwerkelijke veiligheid dan een ISO-certificaat.” Storybuilder is pas sinds december in de lucht. Het is nog veel te vroeg om conclusies te trekken. Frijters is tevreden als binnen een jaar 10% van
terdamseweg zullen tevens een aantal gebouwen gesloopt worden (ca. 30.000 m2) en zullen alle andere gebouwen gerenoveerd worden (ca. 20.000 m2), waarna een onderlinge verschuiving van de fysieke faciliteiten plaats zal vinden. De nieuwbouw is gebaseerd op de wiskundige vorm tetra, waarbij de glazen werkruimte op het dak de vierde poot symboliseert. Aanpak en planning Een proces- en projectmanager van RPS ondersteunt en adviseert de directeur Vastgoed & Bouwzaken tijdens de definitiefase tot en met de realisatie en oplevering. Daarnaast helpt RPS door middel van huisvestingsadvies bij het nieuwe kantoorconcept en de implementatie van dit concept binnen de Deltares organisatie. Medio april 2013 zal het nieuwe kantoor en multifunctionele paviljoen opgeleverd en in gebruik genomen worden. Vanaf dat moment tot eind 2015 zullen diverse sloopwerkzaamheden, verbouwingen aan bestaande gebouwen, realisatie nieuwe onderzoeksfaciliteit en terreinwerkzaamheden starten en afgerond worden.
51.986730 | 4.384253
de bouwongevallen in het systeem belandt. “Met die meldingen kunnen we sociale partners adviseren om campagnes op te zetten en kunnen we ons eigen voorlichtingsmateriaal aanpassen.” En op langere termijn? “Het zou mooi zijn als over vijf jaar het veiligheidsniveau in de bouw is verhoogd en dat deze tool daar een aantoonbare bijdrage aan heeft geleverd.”
“RIJBEWIJS? NACHTJE MEEDRAAIEN IN HET VAK” 51.918451 | 4.315953
Patrick Kuurstra Aangepaste snelheden, wegomleidingen, afgesloten snelwegen. Als er aan de weg wordt gewerkt, heeft de weggebruiker er last van. Volgens Patrick Kuurstra, verkeers- en omgevingsmanager van MNO Vervat, zijn al die maatregelen hard nodig om wegwerkers veilig hun werk te laten doen. “Draai eens een nachtje mee in het werkvak. Je hebt geen idee hoe het voelt als een Porsche met 180 voorbijraast.” We spreken Patrick Kuurstra tijdens een echte winterdag. Buiten is het kwik tot onder het vriespunt gedaald en de aarde is bedekt met een flinke laag sneeuw. Wordt er op een dag als deze aan de weg gewerkt? “Nee, zeker niet”, zegt hij beslist. “Dat is onverantwoord. Met dit weer doen we alleen spoedreparaties.” Kuurstra werkt voor MNO Vervat, aannemer van grote infrastructurele projecten, zoals spoor-, wegen- en tunnelbouw. Het bedrijf is ruim een jaar onderdeel van Boskalis. De 44-jarige Kuurstra is al twintig jaar actief als verkeers- en omgevingsmanager en verantwoordelijk
voor de verkeersmaatregelen tijdens wegwerkzaamheden. Hij tovert een informatieboekje uit zijn tas. “Integraal variabel onderhoud droog 2012-perceel 3” staat erop. Het twintig pagina’s tellende informatieboekje over werkzaamheden aan de A13 en A27 beschrijft de veiligheidsvoorschriften waar alle wegwerkers aan moeten voldoen èn waarvoor ze vooraf moeten tekenen. Persoonlijke beschermingsmiddelen als fluorescerende jassen en veiligheidsbrillen, gedragsregels voor werkverkeer, omgang met gevaarlijke stoffen, de noodzaak van een Last Minute Risico Analyse; het
14 | 15
“RIJBEWIJS? NACHTJE MEEDRAAIEN IN HET VAK”
komt allemaal aan bod. Kuurstra is bij grote werkzaamheden ruim voor aanvang aanwezig. Eerst controleert hij of de omleidingsroutes zijn opengedraaid en een uur voor aanvang worden de toeritten dichtgezet. Hij is erbij als de afzettingen
worden opgebouwd en geeft het sein aan de projectleider als het werkvak kan worden betreden. Tijdens de werkzaamheden ziet hij toe op de regels. “Een van de regels is dat er honderd meter vrije ruimte achter een pijlwagen moet zijn. Als iemand zijn
vrachtwagen op 95 meter afstand zet, zeg ik dat hij zijn auto moet verplaatsen. Vooral beginnende wegwerkers moeten daar soms aan wennen. ‘Ja, maar het scheelt maar vijf meter’, zeggen ze dan. Vijf meter is vijf meter, punt. Je voldoet niet aan de eisen.”
STATISTIEKEN
51.918451 | 4.315953
Wereldwijd raken jaarlijks 20 tot 50 miljoen mensen gewond als gevolg van een verkeersongeluk. Hiervan komen er 1,3 miljoen te overlijden. Dit zijn 150 mensen per dag. Zo’n 90% van de ongevallen vindt plaats in ontwikkelingslanden. In Europa zijn naar schatting in 40% van de ongevallen op de weg mensen betrokken die aan het werk zijn of op weg zijn van of naar het werk. Uit onderzoek van de Wereld Gezondheids Organisatie (WHO) blijkt dat, als de trend zich voortzet, in 2030 het aantal verkeersslachtoffers nog verder zal toenemen en dat ‘wegverkeer’ de op 4 na grootste doodsoorzaak is voor mensen wereldwijd.
Spoedreparatie A20
16 | 17
“RIJBEWIJS? NACHTJE MEEDRAAIEN IN HET VAK”
Google Maps Veiligheid gaat voor alles. Kuurstra: “Voordat ik een verkeersplan indien bij een opdrachtgever maak ik schetsen en bekijk ik in- en uitvoegstroken en vluchtstroken. Google Maps helpt daarbij, maar zeker bij af- en toeritten ga ik altijd ter plekke kijken of er voldoende ruimte is om veilig te kunnen werken. Voor een rechte weg met drie 3 rijstroken, waar we rijstrook 1 (rijstroken worden vanaf de middenberm geteld) moeten aanpakken, hoef ik niet te kijken. Ik ken de situatie en weet waar de signalering hangt. Het wordt anders als je iets moet doen op rijstrook 2 nèt voor een vrij scherpe bocht naar rechts. Wat gebeurt er als een vrachtwagen met aanhanger die bocht maakt? Mogelijk gaat de aanhanger te ver naar binnen en komt hij in de gevarenzone. In dat geval mag er geen verkeer langs en ben ik verplicht een afsluiting aan te vragen.” Een afsluiting is de meest ingrijpende maatregel en leidt bovendien tot de langste voorbereidingstijd: 26 weken voor aanvang van de werkzaamheden moet de aanvraag worden ingediend (bij Rijkswaterstaat, provincie, gemeente of waterschap) en de omgeving worden geïnformeerd. Bij het afsluiten van een af- of toerit is dat zes weken en bij gewone werkzaamheden drie weken. Bij spoedreparaties zijn deze termijnen niet van kracht. Zodra het werkvak is vrijgegeven, wordt het voor Kuurstra een stuk rustiger. Tussentijds houdt hij overleg met het doorstromingsteam van RWS en hij controleert ieder etmaal de verkeersmaatregelen. In het werkvak is ondertussen het realisatieteam hard aan het werk onder aanvoering van de projectleiding. De werkzaamheden, zoals onderhoud aan voegovergangen, kunstwerkrenovatie en asfaltverharding, zijn strak geregisseerd en gedetailleerd voorbereid. Tijdens één slot kan het gaan om 500 verschillende werkzaamheden, die door RPS tot in het kleinste detail
18 | 19
worden ingemeten en vastgelegd. Na openstelling moeten alle werkzaamheden immers worden vastgelegd in het af- en opleverdossier. Van a naar beter.nl De afgelopen jaren zag Kuurstra de veiligheid rondom wegwerkzaamheden toenemen. “Vroeger mocht je nog met een bord de snelweg oversteken naar de middenberm, dat mag allang niet meer. En als je de pijlwagen ging opzetten, keek de een naar het verkeer, terwijl de ander de pootjes met de hand uitdraaide. Inmiddels gaat dat hydraulisch en dus sneller. Bovendien werken we met botsabsorbers, vrachtwagens van minimaal 7,5 ton die de wegwerkers erachter beschermen. Een groot verschil is ook dat alle wegwerkers een vca-certificaat op zak hebben. Ze zijn zich bewust van de veiligheidsvoorschriften.” Ook de veilige ruimte is vergroot. Binnen zestig centimeter van de kegel mogen geen voertuigen komen en pas buiten 1,20 meter mogen mensen lopen. De kegel zelf is 40 centimeter breed, zodat 1,60 meter van de rijstrook wordt ‘afgesnoept’. Kuurstra: “Bij een smalle rijstrook van 3,75 meter houd je dan maar 2,15 meter over. Dat is te smal, in dat geval kun je niet anders dan een rijstrook onttrekken.” Daarnaast is de signalering verbeterd. Waar vroeger werd volstaan met twee matrixborden, zijn dat er nu vier: eerst twee portalen met het opschrift 90, dan een pijl en daarna een rood kruis. Vervolgens liggen er na 50 meter andreasstrips op de weg, 150 meter verderop staat de pijlwagen en de eerste honderd meter daarna is een bufferruimte waar niemand mag komen. Kuurstra: “De veiligheid wordt steeds verder geoptimaliseerd. Ook is de informatievoorziening aan weggebruikers verbeterd, denk aan de signaleringen naast en boven de weg, het 0800-nummer van Rijkswaterstaat en de website van a naar beter.nl.”
51.918451 | 4.315953
Spoedreparatie A20
“RIJBEWIJS? NACHTJE MEEDRAAIEN IN HET VAK”
51.975762 | 4.138038
Veiligheid op de weg heeft nog een lange weg te gaan
Dochter team Milieu & Veiligheid RPS
Politiecontroles Het grootste veiligheidsrisico vormt diezelfde weggebruiker. Incidenten zullen er altijd zijn, weet Kuurstra. “Een vrachtwagen die een klapband krijgt, een chauffeur die in slaap valt en een werkvak inrijdt. Dat is niet te voorkomen. Maar ik heb ook eens meegemaakt dat er vijf omleidingsborden hingen en dat een ouder echtpaar alsnog stilstond op de snelweg om te vragen waar ze heen moesten. Levensgevaarlijk.” Het grootste risico lopen de wegwerkers op rustige tijden. Mensen willen snel naar huis, zijn moe en nemen het niet zo nauw met die 70 km/uur. “Vandaar die 1,20 meter afstand vanaf de kegel. Vroeger werd er meer door de vingers gezien, werd er meer tegen de norm aan gewerkt. Nu worden de regels strikt nageleefd.” De belangrijkste vooruitgang die nog te boeken is, is bewustwording bij verkeersdeelnemers. “Ik zeg weleens: iemand die zijn rijbewijs haalt zou eigenlijk een nacht
moeten meedraaien in het werkvak om te zien waar wegwerkers aan bloot staan. Als een Porsche met 180 km/uur voorbij raast, als iemand begint te toeteren of een vinger opsteekt, schrik je enorm.” Filevorming is gunstig voor de veiligheid. Politiecontroles ook. Kuurstra ziet meteen effect als politieagenten zichtbaar staan te controleren. Het werken aan de weg mag dan veiliger zijn geworden, tegelijkertijd neemt het aantal werkzaamheden toe en komen er steeds meer weggebruikers. Zijn er nog verbeteringen mogelijk? “Meer politiecontrole zal helpen, maar je kunt niet overal een flitsteam neerzetten. Het belangrijkste verbeterpunt ligt bij de weggebruiker. Zorg dat je goed geïnformeerd van huis gaat, kijk eens op van a naar beter. Het heeft allemaal met bewustwording te maken. En met het begrip dat autosnelwegen nou eenmaal onderhoud nodig hebben, zodat ze bruikbaar en comfortabel blijven.”
Voor RPS staat veilig werken op de eerste plaats. De openbare weg is voor veel mensen hun werklocatie en RPS helpt graag om deze zo veilig mogelijk te maken. RPS werkt samen met een van de grootste bedrijven ter wereld om de verkeersveiligheid wereldwijd te verbeteren. Het ‘road safety programma’ van dit bedrijf richt zich op de chauffeur (eigen personeel en chauffeurs van ingehuurde transportbedrijven), de voertuigen, de weg en de interactie tussen deze drie. Een ander belangrijk onderdeel van het programma richt zich op verkeerseducatie van omwonenden of andere belanghebbenden. Zo wordt bijvoorbeeld in Qatar samengewerkt met scholen om schoolkinderen te onderwijzen over verkeersveiligheid. Iets dichter bij huis
werkt onze klant samen met Veilig Verkeer Nederland om kinderen veilig te leren fietsen. RPS verzorgt voor deze klant onder meer risicoanalyses, ondersteuning bij incidentenanalyse, interne en externe communicatie, trainingen en workshops en ondersteuning bij het veiligheidsmanagementsysteem. In 2011 heeft RPS een ‘road safety’ audit uitgevoerd in Pakistan. Voor enkele bedrijven die zich bezighouden met olie- en gaswinning heeft RPS een road safety workshop gefaciliteerd in Saoedi Arabië. RPS is tevens gastspreker geweest voor een Post-Graduate Road Safety Course van de TU Delft.
20 | 21
A SERIOUS GAME Bachelor of built environment Wijnand van den Brink Begin bij ‘Start’ en vervolg je weg door Hogeschool Rotterdam (HR) In het speelveld van een studie kom je langs vele plaatsen. Praktijkervaringen, stage en afstuderen zijn hierin bekende ijkpunten. Om daar te komen is het vergaren van kennis over duurzaamheidsvraagstukken, het multidisciplinair werken en internationale ervaring opdoen van belang. Een kritische, onderzoekende en ondernemende houding creëert de sterke spelers die we morgen nodig hebben. Wijnand van den Brink is Directeur Instituut voor de Gebouwde Omgeving bij Hogeschool Rotterdam.
Een nieuwe strategie vergt teamplayers In december 2011 heeft de ‘Sectorale Verkenningscommissie HBO Techniek’ een onderzoek uitgevoerd naar de ontwikkelingen in het kader van de HBO-techniek in Bedrijf. Verwacht wordt dat zonder goed opgeleide ingenieurs het bedrijfsleven zijn internationale concurrentiepositie niet kan behouden. Twee op de drie Nederlandse ingenieurs worden opgeleid door hogescholen. Eind 2011 heeft HR ervoor gekozen zich sterker te profileren. Dit besluit heeft geresulteerd in het Instituut voor de Gebouwde Omgeving (IGO) waarbinnen sinds september 2012 de technische en bedrijfskundige opleidingen verenigd zijn. Het IGO leidt op tot bachelor in Built Environment of bachelor in Business Administration. U heeft hoge ogen gegooid, ga stappen vooruit Docenten en management binnen HR zijn het erover eens dat werkmethoden veranderen. Een ontwikkeling waar HR op in wil spelen is de groter wordende behoefte aan daadwerkelijk vakmanschap en plug & play (eenvoudige montage). Uitvoerende partijen, zoals architecten, ingenieurs en andere professionals in de gebouwde omgeving zullen vaker
22 | 23
werkzaam zijn bij conceptleveranciers. Zij werken niet meer na elkaar, maar vanaf de projectstart al met elkaar. Ook onderzoek gaat een steeds grotere rol spelen in het hoger onderwijs. IGO heeft nauwe banden met RDM Campus en de kenniscentra Sustainable Solutions en Mainport Innovation, zowel voor onderwijs als voor onderzoek. Op deze campus zie je talloze voorbeelden van innovatieve projecten waar studenten en bedrijfsleven elkaar vinden, veelal in de creatieve en inspirerende ruimtes van de oude Rotterdamse Droogdok Maatschappij. Gefeliciteerd, u heeft gewonnen! De maatschappelijke vraagstukken die in het bedrijfsleven moeten worden opgelost, vergen steeds vaker een integrale benadering. De sleutel hiervoor is een gerichtheid op menselijke interactie en op de maatschappelijke context. Dat veronderstelt een grote nieuwsgierigheid, een open blik, de mindset van een interdisciplinair onderzoeker die door dwarsverbanden meerwaarde creëert. Deze professional van de toekomst is de student van nu en dit is waar wij hem toe opleiden. Wij hopen en verwachten dat deze kennis en vaardigheden hem in de toekomst een mooie carrière op gaat leveren.
51.975438 | 4.139780
Kinderen team Milieu & Veiligheid RPS
Aluchemie
“We doen het veilig of we doen het niet.” 51.872603 | 4.312767
Boetimann Isaack
Aluminium & Chemie Rotterdam is onderdeel van Rio Tinto, een internationale mijnbouw groep. Rio Tinto bestaat uit vijf productgroepen: aluminium, koper, diamanten & mineralen, energie en ijzererts. Aluchemie produceert anoden, deze worden wereldwijd gebruikt om aluminium te vervaardigen. Het maken van deze anoden is een ingewikkeld proces van mengen, vormen en bakken.
Dat het produceren van aluminium niet eenvoudig is, is goed voor te stellen. Medewerkers van Aluchemie zijn dagelijks bezig met het produceren van een halffabricaat voor aluminium, een anode. Tijdens dit proces wordt gewerkt met verschillende fracties koolstof, petroleumcokes en steenkoolteerpek. Het verwerken van deze materialen is een risicovol en vuil karwei. Bij Aluchemie komen de medewerkers en hun veiligheid en gezondheid op de eerste plaats. Regelmatig onderzoek draagt daar aan bij. De manier waarop wij werken Aluchemie ziet haar medewerkers als de spil van de organisatie. Deze medewerkers zijn dagelijks bezig met processen waarbij veiligheid een belangrijke rol speelt. Boetimann Isaack, arbeidshygiënist bij Aluchemie, vindt dat veiligheid een onderdeel van de organisatie is. “Het is de manier waarop wij werken. We doen het veilig of we doen het niet. Onze mensen houden van hun werk, maar niet van vuil. Zij hebben hoge verwachtingen van ons als het gaat om hun veiligheid. Niet alleen ons management maar juist onze medewerkers geven de grootste push.” Om het werk voor de medewerkers zo veilig mogelijk te maken wordt er continu gezocht naar verbetering van de werkprocessen.
24 | 25
“WE DOEN HET VEILIG OF WE DOEN HET NIET.”
Boetimann benadrukt dat de medewerkers het hart van de productie zijn. “Natuurlijk komen er steeds meer technische producten die het werk makkelijker maken, maar wij hebben onze mensen altijd nodig. Daarom is het belangrijk dat we de risico’s begrijpen, dat we weten welke regels er zijn en hoe we hier binnen onze organisatie op kunnen inspelen. Hierbij creëren we passende procedures en persoonlijke bescherming voor al onze medewerkers. Zo bieden we speciale pakken en hebben we ook aparte kleedruimtes voor mensen met vervuilde en schone werkkleding. ” Omgevingsgericht Aluchemie houdt niet alleen de uitstoot op de werkplekken in de gaten maar controleert ook de omgeving. Door middel van verschillende metingen en analyses kan Aluchemie haar uitstoot van schadelijke stoffen meten. “Bij Aluchemie werken we dan ook omgevingsgericht. We willen dat onze werkzaamheden zo min mogelijk gevolgen hebben voor de omgeving. Andersom werkt dat net zo.” De omgeving van Aluchemie is het industrierijke Botlek-gebied. Regelmatig verricht DCMR Milieudienst Rijnmond hier metingen om bedrijven te controleren. “Er zijn verschillende grenswaarden in uitstoot waar wij ons aan dienen te houden. Deze zijn vastgesteld door de branche. Bij Aluchemie leggen we de grens altijd nog een stuk lager, om onszelf, maar ook de omgeving te beschermen. Veel van onze medewerkers wonen hier namelijk ook in de buurt.” Veiliger product Aluchemie heeft de ambitieuze doelstelling om binnen vijf jaar de procedures en grondstoffen zo te verbeteren dat de mogelijke risico’s voor medewerkers en omgeving aanzienlijk gereduceerd worden. Op die manier kunnen medewerkers met minder bescherming werken, wat het bewegen en dus het werken vereenvoudigt. Boetimann legt uit dat dit een
26 | 27
reis is die Aluchemie moet en wíl maken. “Binnen Aluchemie streven we uiteindelijk naar een veilig product. Hiervoor zijn we op zoek naar alternatieve grondstoffen zodat we onze medewerkers een veiligere werkomgeving kunnen bieden. Op dit moment is dat onze topprioriteit.”
51.872205 | 4.315621
“WATER IS EEN VERSPRODUCT, DAT OOK VERS AFGELEVERD MOET WORDEN.” HUIB GLERUM | JEROEN SCHMAAL Bij elk huishouden en elk bedrijf in Nederland stroomt schoon drinkwater uit de kraan. Ervoor zorgen dat dit water daadwerkelijk kranen bereikt is letterlijk een verborgen proces. In Nederland zijn verschillende drinkwaterbedrijven in hun eigen regio verantwoordelijk voor het winnen, zuiveren en transporteren van water. In het oosten van Zuid-Holland zorgt Oasen ervoor dat er dagelijks bij 750.000 mensen en 7.200 bedrijven schoon drinkwater uit de kraan stroomt.
51.895569||05º63’52.89 4.640951 52º34’34.28
v.l.n.r. Jeroen Schmaal en Huib Glerum bij de Schuwwacht in Krimpen aan de Lek
In het kantoor van Oasen in Gouda hangt een grote kaart waarop het werkgebied van Oasen aangeduid is. In dit gebied wordt op verschillende plaatsen water gewonnen en gezuiverd. Daarna wordt het water via een enorm leidingnetwerk onder de grond door het gebied verspreid. Jeroen Schmaal, manager bij Oasen, beschouwt dit water als een versproduct. “Binnen Oasen willen we ervoor zorgen dat ons drinkwater binnen twee dagen gewonnen en opgedronken wordt. Wij zien water als een versproduct, dat dus ook vers afgeleverd moet worden. Hierbij kijken we niet alleen naar het leveren van water tot aan de meterkast, maar juist ook daarna. In de zomer proberen wij bijvoorbeeld mensen ervan bewust te maken dat zij na hun vakantie alle leidingen in het huis goed doorspoelen. Water kan namelijk tijdens lange afwezigheid bederven. Wij voelen ons ook verantwoordelijk voor het laatste stuk leiding tot het uiteindelijke gebruik.” Van aanleggen naar onderhouden In 1883 werd de eerste leiding van Oasen gelegd. Op dit moment ligt er in het werkgebied van Oasen meer dan 4.000 kilometer waterleiding verspreid door het gebied. Het is goed voor te stellen dat dit leidingnet een keer aan vervanging toe is. Oude en beschadigde leidingen kunnen leiden tot tijdelijke onderbrekingen in de drinkwaterlevering. Huib Glerum, omgevingsmanager bij Oasen, legt uit dat er een transitie gaande is. “In het begin legde Oasen voornamelijk leidingen aan. Dit gebeurde grotendeels in nieuwbouwwijken.
Oasen
In Nederland zijn verschillende waterleidingbedrijven in hun eigen regio verantwoordelijk voor het winnen en transporteren van water. In het oosten van Zuid-Holland zorgt Oasen ervoor dat er dagelijks bij 750.000 mensen en 7.200 bedrijven schoon drinkwater uit de kraan stroomt. Het voorzieningsgebied van Oasen betreft een oppervlakte van 1115 km² waarin zij jaarlijks ongeveer 45 miljoen m³ water levert.
28 | 29
“WATER IS EEN VERSPRODUCT, WAT OOK VERS AFGELEVERD MOET WORDEN.”
Op dit moment passen onze werkzaamheden zich aan van het aanleggen van leidingen naar het onderhouden en vervangen van oude leidingen. Leidingen gaan namelijk ongeveer 60 jaar mee. Nu vervangen we circa 40 kilometer leiding per jaar en dat moet over een jaar of 10 bijna 100 kilometer per jaar worden. Dat heeft de komende jaren onze aandacht nodig. Zowel op het gebied van planning en afstemming met de omgeving als op het gebied van technologische ontwikkeling.” In de toekomst verwacht Glerum een leidingnet met verschillende meetsystemen erin. “Ik ga ervan uit dat er over ongeveer 20 jaar leidingen bestaan die niet alleen een meetsysteem hebben voor de conditie van de leiding, maar ook de kwaliteit van het water in de buis kan meten. Onze ambitie is een leiding zo goed te kennen, dat we hem een dag voordat hij lek gaat kunnen vervangen.”
Schuwacht Krimpen aan den IJssel
ding van deze transitie (van nieuw leggen naar vervangen van bestaande leidingen) een afdeling Assetmanagement ingericht. Deze afdeling beheert al onze leidingen met oog op het technische aspect. Hierbij staat goede bedrijfsvoering hoog in het vaandel. We willen ervoor zorgen dat iedereen in onze regio 24 uur per dag voldoende water onder voldoende druk geleverd krijgt.”
Deze overgang brengt ook verandering binnen Oasen en in de regio. Schmaal: “Binnen Oasen hebben we naar aanlei-
Onlangs heeft Oasen een convenant getekend omtrent kabels en leidingen in waterkeringen. De waterschappen en netbeheerders spreken hierin af dat ze bij werkzaamheden aan dijken beter gaan samenwerken. Glerum vindt het jammer dat dit convenant zich beperkt tot waterkeringen. “Het stedelijk gebied waar wij voornamelijk in werken valt buiten dit convenant. Wij zouden ook graag zo’n convenant bij gemeenten zien. Binnen onze regio zien we namelijk graag een partij die de totale coördinatie en afstemming organiseert tussen àlle ondergrondse infrastructuur.”
Voor de continuering en verbetering van de leveringszekerheid, samen met het verbeteren van de waterkwaliteit wordt een nieuw rein waterreservoir op het pompstation Schuwacht gebouwd. Vanaf deze locatie tot aan de bestaande infrastructuur van de Krimpenerwaard worden twee nieuwe watertransportleidingen van elk 2.200 meter aangelegd. Oasen heeft voor de aanleg van deze beide leidingen RPS gevraagd om de tracéstudie en engineering te verzorgen met de daarbij behorende onderzoeken. De ligging van het pompstation maakt de aanleg van de leidingen naar de bestaande infrastructuur complex. Samen met de projectleider van Oasen zoekt RPS naar mogelijkheden om de aanleg van deze leidingen te kunnen realiseren. Dit gebeurt in de vorm van een bouwteamconstructie. In het geformeerde bouwteam zijn naast de projectleider van Oasen, adviseurs van
RPS ondergebracht, die specialist zijn op hun eigen vakgebied (HHD-engineer, 3D-specialist, acquisiteur) Door de complexiteit staat creativiteit en oplossingsgerichtheid centraal. Daarbij is omgevingsmanagement een belangrijke activiteit. Het zo goed mogelijk informeren en het betrekken van de belanghebbende partijen vraagt een actieve houding van het team. Voor de direct omwonende is in een vroeg stadium een informatieavond gehouden. Vanaf de start is het bevoegd gezag betrokken bij de tracékeuze van de leidingen. In een goede onderlinge samenwerking wordt gewerkt naar de aanvraag van de definitieve vergunningen. Het overgrote deel van het tracé gaat over particulier terrein, waarvoor zakelijk recht is overeengekomen. De inzet van het team heeft inmiddels geresulteerd in een uitvoerbaar tracé, dat akkoord is bevonden door de omgeving en opdrachtgever.
30 | 31
Omgevingsmanagement De regierol binnen de regio voert Oasen op dit moment voornamelijk zelf uit. Zij kijkt niet alleen naar de eigen projecten, maar juist ook naar de projecten van andere nutsbedrijven en Rijkswaterstaat die in haar omgeving plaatsvinden. Oasen wacht aanvragen van andere partijen niet af, maar werkt proactief naar een samenwerking toe. Hierbij maakt zij met behulp van externe partijen een inventarisatie van de ondergrondse infrastructuur, waarna zij een voorstel doet voor een oplossing of samenwerking. Glerum vertelt dat het in de gaten houden van deze plannen bovenaan het prioriteitenlijstje staat. “We proberen continu ver naar voren te kijken. We kijken niet alleen naar wat er komend jaar moet gebeuren, maar juist ook over 5 en 10 jaar. Daarnaast kijken we niet alleen naar onze eigen werkzaamheden en plannen. We houden ook de bestem-
mingsplannen van de regio die invloed kunnen hebben op ons leidingnetwerk, in de gaten. Onze belangrijkste leidingen liggen nogal eens naast grote wegen, dus de aanleg van een afslag heeft een grote invloed op onze leidingen. We willen werkzaamheden zeker niet blokkeren, maar zoeken altijd naar slimme oplossingen. Naast plannen die de openbare ruimte aangaan proberen we te inventariseren welke plannen andere nutsbedrijven in de regio hebben. Hiermee kijken we of we plannen kunnen combineren. Op deze manier hoeft een straat maar één keer open. Zo zorgen we ervoor dat onze klanten, de burgers in onze regio, het minste overlast ondervinden. Uiteindelijk streven we niet naar maximalisering van ons eigen belang, maar naar maximalisering van het collectieve belang, van klanten, burgers, bestuurders en netbeheerders.”
51.895338 | 4.640951
Zoals de hoes van Supertramp laat zien, is er ook in crisistijden zonneschijn. Onze volgende editie gaat over succes. Wat maakt u succesvol deze crisis? Vertel het ons, in de volgende editie publiceren we alle respons. Lees daar wellicht ook uw eigen verhaal terug. Met vriendelijke groet, Martin Eijkenboom en Frank Vrolijks
COLOFON RPS Elektronicaweg 2 2628 XG Delft T +31 15 750 16 00
[email protected] REDACTIE Jojanneke Langevoord Liza Bakker
FOTOGRAFIE Paulien de Gaaij Maarten Laupman
[email protected] TEKST Koen van Santvoord Liza Bakker
VORMGEVING Grafisch Ontwerpbureau Onze Jongens DRUK Grafisch Bedrijf Crezée Oplage 5.000 exemplaren