Lesmap OORcollege deFilharmonie
Reis door het middelpunt der aarde rond de wereld naar de maan in 80 dagen (en terug...)!
Beste leerkracht, Binnenkort woon je met je klas een OORcollege van deFilharmonie bij: Reis door het middelpunt der aarde rond de wereld naar de maan in 80 dagen (en terug...)! Omdat we graag willen dat je samen met je leerlingen ten volle kan genieten van de muziek, ontwikkelden we deze lesmap. Je vindt er alles in om Reis door het middelpunt der aarde… goed voorbereid aan je leerlingen voor te schotelen. De kinderen maken kennis met de Franse componist Camille Saint-Saëns en worden tijdens het concert volledig ondergedompeld in de Franse uitvinderscultuur van het fin de siècle en de boeken van Jules Verne. Kwaliteitsvolle achtergrondinformatie en bronnen, tips en interessante (luister)links helpen om de voorstelling nog beter te begrijpen en sluiten aan bij de onderwijspraktijk. De lesopdrachten stimuleren de kinderen om zelf actief op zoek te gaan naar het leven aan het einde van de negentiende eeuw en naar componist Saint-Saëns en zijn Carnaval des animaux. In deze lesmap vind je een aantal filmpjes en geluidsopnames die je gemakkelijk online kan raadplegen. Er wordt ook regelmatig verwezen naar het YouTube-kanaal van Jeugd en Muziek. Surf naar www.youtube.com/jeugdenmuzieklesmap en klik op de speellijst van Reis door het middelpunt der aarde… voor een overzicht van de filmpjes die bij de lesopdrachten horen.
Hoe past reis door het middelpunt der aarde... in de opleiding van je leerlingen? Ongeacht het onderwijsnet waarin je les geeft, zijn er algemene basiscompetenties vastgelegd in eindtermen die elke leerling moet verwerven gedurende zijn of haar schooltijd. Hoe deze concreet worden ingevuld, hangt af van de inrichtende macht. Wij baseren ons op de algemene leerdoelstellingen van de Vlaamse Gemeenschap en duiden aan welke leerdoelstellingen uit het basisonderwijs centraal staan bij Reis door het middelpunt der aarde… . Zo heb je desgewenst een snel overzicht van de kennis, vaardigheden en competenties die aan bod komen tijdens het concert en/of de workshop.
MUZISCHE VORMING - MUZIEK • De leerlingen kunnen muziek beluisteren en ervaren, muzikale impressies opdoen uit de geluidsomgeving met aandacht voor enkele kenmerken van de muziek: klankeigenschap en functie/gebruikssituatie. • De leerlingen kunnen improviseren en experimenteren, klankbronnen en muziekinstrumenten uittesten op hun klankwaarde en in een muzikaal (samen)spel daarvan gebruikmaken. • De leerlingen kunnen openstaan voor hedendaagse muziek, muziek uit andere tijden, andere landen en culturen. • De leerlingen kunnen genieten van zingen en musiceren en dit gebruiken als impuls voor nieuwe muzikale spelideeën of andere aanverwante expressiewijzen. • De leerlingen kunnen vanuit het eigen muzikaal aanvoelen praten over het zingen en het musiceren.
MUZISCHE VORMING - DRAMA • De leerlingen kunnen genieten van een gevarieerd aanbod van voor hen bestemde culturele activiteiten. • De leerlingen kunnen geconcentreerd luisteren naar een gesproken tekst (verteld of voorgelezen) en die mondeling, schriftelijk, beeldend of dramatisch weergeven. • De leerlingen kunnen ervaringen, gevoelens, ideeën, fantasieën uiten in spel.
MUZISCHE VORMING - ATTITUDES • De leerlingen kunnen blijvend nieuwe dingen uit hun omgeving ontdekken. • De leerlingen kunnen zonder vooroordelen naar kunst kijken en luisteren. • De leerlingen kunnen genieten van het muzisch handelen waardoor hun expressiemogelijkheden verruimen. • De leerlingen kunnen vertrouwen op hun eigen expressiemogelijkheden en durven hun creatieve uitingen tonen.
- 2 -
Lesidee 1: Orkestkwartet (zie bijlage 1)
Lesidee 2: De uitvindersperiode De negentiende eeuw wordt ook weleens de ‘Eeuw van de Vooruitgang’ genoemd. En dat is niet zomaar. Door de enorme technologische vooruitgang die de Industriële Revolutie teweegbracht, verscheen een nieuw soort mens ten tonele: de uitvinder. Er werden nieuwe grondstoffen zoals aardolie en aardgas ontdekt, maar ook elektriciteit werd voor het eerst opgewekt in deze eeuw. Deze dingen waren van wezenlijk belang voor uitvinders. Zij wilden vooral het leven vergemakkelijken en de vooruitgang helpen met hun ‘nieuwigheden’. Tal van (gebruiks)voorwerpen kwamen op de markt. Denk maar aan de telefoon, de telegraaf, de auto, de cinematograaf, fotografie en plastic. Allemaal dingen die vandaag niet meer weg te denken zijn uit ons eigen leventje. De evolutie stond niet stil en zeker vanaf de jaren 1880 werden er aan de lopende band nieuwe dingen uitgevonden. Zonder de uitvinding van de cinematograaf zou er vandaag misschien geen televisie zijn. De cinematograaf werd uitgevonden door de gebroeders Lumière in 1895 en zou de wereld veroveren. Mensen zagen bewegende beelden die van over de hele wereld kwamen. Daardoor leek de wereld kleiner en bereikbaarder te worden. Marie Georges Jean Méliès kocht in 1896 (illegaal) een cinematograaf en organiseerde filmvoorstellingen in zijn eigen theater, het theater Robert-Houdin. Hier kreeg hij echter al snel genoeg van. Hij bouwde de cinematograaf om tot een filmcamera en begon films te maken voor zijn eigen productiemaatschappij. Hij bouwde zelfs de eerste filmstudio in Europa! Zijn bekendste film is Le voyage dans la lune uit 1902. Hij zou een pionier worden voor de filmindustrie. Zo vond hij onder andere de stop-motiontechniek uit. Het jaar 1889 was voor de uitvinders van de negentiende eeuw erg belangrijk. In dat jaar werd in Parijs de Wereldtentoonstelling georganiseerd. De uitgelezen kans dus om alle vernieuwingen en uitvindingen aan het grote publiek te laten zien. Een van de grootste trekpleisters van de tentoonstelling was de Eiffeltoren van Gustave Eiffel, die opgetrokken werd om de honderdste verjaardag van de bestorming van de Bastille te herdenken. De Eiffeltoren diende als toegangspoort tot de tentoonstelling. (Ook het Belgische Atomium werd in 1958 ter ere van zo’n Wereldtentoonstelling gebouwd.) Ondanks het grote succes van de Wereldtentoonstelling leefden er onder uitvinders en mensen twee meningen over de uitvinderseeuw. Enerzijds had je mensen die geloofden dat de toekomst enkel beter kon worden door de voortdurende ontwikkeling van de wetenschappen, uitvindingen en technieken. Anderzijds waren er mensen die door deze ontwikkelingen net schrik hadden voor de toekomst en wat nog zou volgen. Deze periode duiden we aan met de term Fin de siècle.
Opdracht Verdeel de klas in groepjes van drie of vier leerlingen en laat ze samen een nieuwe uitvinding in elkaar steken. Ze kunnen per groepje eerst op internet enkele uitvindingen opzoeken (als er internet beschikbaar is voor de kinderen) en van daaruit vertrekken. Misschien kunnen ze zelfs een nieuw instrument uitvinden? Of zoals Verne vaak deed een nieuw transportmiddel? Tekenen, schilderen of knutselen... Alles kan en alles mag! Op het einde presenteren ze hun uitvinding aan elkaar en wordt er gestemd over de beste uitvinding. Vraag ook waarom ze voor een bepaalde uitvinding hebben gestemd.
- 3 -
Lesidee 3: Jules Verne Wat heeft deze eeuw van vernieuwingen nu te maken met ons OORcollege? Wel, alles! Het onderwerp van het concert werd namelijk gebaseerd op een aantal boeken van Jules Verne, die stuk voor stuk weergeven waarvoor de ‘Eeuw van de Vooruitgang’ staat. Veel verhalen gaan over avontuurlijke reizen die mogelijk gemaakt zijn door nieuwe uitvindingen. Jules Verne werd geboren op 8 februari 1828, midden in de negentiende eeuw. Zijn familie bestond grotendeels uit advocaten en ook hij studeerde rechten. Nog tijdens zijn studies verhuisde hij naar Parijs waar hij aan zijn literaire carrière begon. Aanvankelijk schreef hij vooral theaterstukken, maar zijn eerste roman Vijf weken in een luchtballon werd zijn eerste grote succes! Dit boek zette de toon voor zowat zijn hele oeuvre. Hij schreef het boek op vraag van Pierre-Jules Hetzel, die om een reisroman vroeg zoals nog nooit eerder was verschenen. Het boek werd vooral een succes door het onderwerp: op expeditie gaan naar Afrika. Dit continent was voor de meeste Europeanen nog onbekend gebied en juist daarom zo interessant om over te lezen. Maar ook in zijn boek De reis om de wereld in 80 dagen speelt hij in op de vernieuwingen van de tijd, zoals de stoomboot en de trein. Later zou hij zelfs met zijn 20.000 mijl onder zee anticiperen op de lange reizen van duikboten. En hij werpt een blik in de toekomst en voorspelt de komst van het (zweef)vliegtuig (dat in 1891 ook effectief werd uitgevonden). De manier waarop hij in zijn boeken deze elementen presenteerde en uitwerkte, maakt van hem een van de grondleggers van het sciencefictiongenre. En net door zijn grote succes in dit nieuwe genre trekt hij de aandacht van Méliès en andere filmmakers. Vernes boeken vormen een grote bron van inspiratie en er werden al meer dan 300 films en series gemaakt die zich op de een of andere manier baseren op zijn boeken. Kijktip: misschien kennen sommige leerlingen Around the World in 80 Days uit 2004 of Journey to the center of the earth uit 2008, gebaseerd op het gelijknamige boek van Verne. Luistertip: een leuk muziekstuk op basis van Jules Vernes De reis om de wereld in 80 dagen is Around the world in 80 days van Otto M. Schwarz.
Opdracht Laat ons nu eens zelf een wereldreis in elkaar steken! Weten de kinderen welke continenten er allemaal bestaan? Het zijn er zes! Vorm zes groepjes en geef elk groepje een bepaald continent: Afrika, Azië, Europa, Oceanië, Noord-Amerika en Zuid-Amerika (Antarctica laten we eventjes weg als continent). Laat ze brainstormen over de 4 trekpleisters en bezienswaardigheden op hun continent die zij graag zelf zouden bezoeken en bekijken. Leg alles vervolgens samen en zoek uit hoe je van plek naar plek kan gaan. Er mag nooit 2x hetzelfde vervoersmiddel gebruikt worden! (Tijd speelt hier geen rol. Al gebruiken ze een skateboard en zouden ze maanden onderweg zijn.)
- 4 -
Lesidee 4: Camille Saint-Saëns zijn leven en zijn werk Camille Saint-Saëns werd geboren in Parijs in 1835. Als kleine jongen werd Camille opgevoed door z’n moeder Clemence en z’n oudtante Charlotte. Beiden waren dol op de kleine Camille. Alleen het beste was goed genoeg. Van z’n tante kreeg Camille zijn eerste pianolessen. Al snel werd duidelijk dat hij een muzikaal wonderkind was. Toen hij twee jaar oud was, slaagde hij erin om op één maand tijd een eerste pianomethode te doorworstelen (‘normale’ kinderen van 8 jaar of ouder doen daar een half jaar over). Als vierjarige uk schreef Camille zijn eerste composities. Zijn eerste officiële piano-optreden vond plaats in 1846 in een van de bekendste concertzalen van Parijs, de Salle Playel. Saint-Saëns was niet alleen buitengewoon muzikaal, hij was ook briljant op andere gebieden. Toen hij 7 jaar was, kon hij al Latijn lezen en hij was erg geïnteresseerd in natuurwetenschappen. Hij verkocht zelfs een paar composities om een telescoop te kunnen kopen. Op 13-jarige leeftijd werd hij toegelaten op het conservatorium van Parijs. De volwassen Saint-Saëns zag eruit als de droom van elke karikaturist. Hij was klein en had een snavelvormige haakneus. Hij trippelde meer dan hij liep en hij sliste als hij sprak. Dit deerde zijn populariteit echter niet. Hij raakte bevriend met veel andere componisten, o.a. met Hector Berlioz en Maurice Ravel. Hij hield van een stevige portie sarcasme en kende een grote drang naar succes, vaak ten koste van anderen. Hierdoor maakte hij ook heel wat vijanden. Rond 1860 begon de gelukkigste periode in het leven van Saint-Saëns. Hij was populair, succesvol en werd omringd door de liefdevolle zorgen van zijn moeder. Hij componeerde vaak twaalf uur per dag en was nooit moe. Het promoten van de Franse muziek was zijn levensdoel geworden. Hij had ook heel wat leerlingen. Een daarvan, Gabriel Fauré, werd een goede vriend. In 1875 huwde Camille de 19-jarige Marie Truffot. Hun relatie was vanaf het begin een grote mislukking. De grote klap kwam echter in 1879, toen hun twee zoontjes binnen zes weken na elkaar overleden: de 2,5 jaar oude André viel uit het raam van de derde verdieping van hun huis en baby Jean stierf aan een kinderziekte. Saint-Saëns gaf zijn vrouw de schuld van alles en liet haar in de steek. Hij ging opnieuw bij zijn moeder wonen. Na haar overlijden verviel hij in een diepe depressie. Hij vereenzaamde en zijn enige gezelschap bestond uit twee honden en zijn trouwe vriend Gabriel Fauré. Het enige waar Camille nog plezier aan beleefde, waren zijn vakanties. De sfeer en de muziektradities van de landen die hij bezocht, inspireerden hem tot het schrijven van vele composities. De rest van zijn leven was hij dan ook voortdurend op reis. In Frankrijk was zijn roem inmiddels getaand. De nieuwe generatie Franse componisten beschouwde hem als ouderwets. Saint-Saëns, vroeger de grote voorstander van alles wat Frans en nieuw was, overleed op 16 december 1921 in Algiers. Saint-Saëns was ook erg geïnteresseerd in alle nieuwe technologische ontwikkelingen van zijn tijd. Hij schreef bijvoorbeeld de eerste filmscore.
- 5 -
Danse macabre - De dodendans Danse macabre is een symfonisch gedicht van Camille Saint-Saëns en is gebaseerd op een gelijknamig gedicht van Henri Cazalis. Het werk ging in 1875 in première. ‘Danse macabre’ betekent letterlijk ‘De dodendans’.
Opdracht 1: Toondichters Luister naar het muziekstuk van Camille Saint-Saëns. Geef de leerlingen de opdracht enkele woorden neer te schrijven die dit muziekstuk bij hen oproept. Lees het gedicht waarop Camille Saint-Saëns zich heeft gebaseerd om De dodendans te componeren. Waarover gaat dit gedicht volgens de leerlingen? Herkennen ze dit gedicht in de muziek?
De dodendans – Henri Cazalis (1840 – 1909) Tap, tap, tap, de Dood schopt ritmisch tegen een grafzerk met zijn hiel. De dood speelt een dansmuziekje op zijn viool om middernacht. De winterwind blaast en de nacht is donker. Gekerm klinkt uit de lindebomen. Witte skeletten dolen door de schaduwen, Hollend en springend onder hun wijde doodskleden. ~ Tap, tap, tap, iedereen is in de weer. Je hoort de botten van de dansers rammelen. Een wulps stelletje zit op het mos, terugdenkend aan vroeger genot. ~ Tap, tap, tap, de Dood gaat maar door op zijn schrille viool te krassen. Een sluier valt! De danseres is naakt! Haar partner omarmt haar liefdevol. ~ Men zegt dat zij een markiezin of barones is en haar groene geliefde een arme kruier. Afschuwelijk! En daar vergooit ze zich aan alsof die kinkel een baron was! ~ Tap, tap, tap, Wat een Sarabande! Kringen van lijken hand in hand. Tap, tap, tap, In het gedrang zie je koning en boer samen dansen. ~ Maar Stil! Plotseling is de dans ten einde. Vluchtend verdringen zij elkaar, De haan kraaide. Oh! Mooie nacht voor een arme wereld en leve de dood en de gelijkheid!
- 6 -
opdracht 2: Handig met pen en potlooD Als je goed luistert, hoor je dat alles tot in de kleinste details wordt weergegeven in de muziek. Hieronder lees je een leidraad die je helpt om de muziek te beluisteren. Deze leidraad omschrijft hoe het gedicht De dodendans beeldend wordt weergegeven in de muziek. Gebruik dit om samen met jouw leerlingen een grafische partituur uit te tekenen. Je kan hiervoor op verschillende manieren te werk gaan. Laat je inspireren door de voorbeelden op ons YouTube-kanaal.
Leidraad Danse macabre In het begin hoor je 12 klokslagen die aangeven dat het nacht wordt. Van de vijfde tot de twaalfde klokslag hoor je de wind, vertolkt door de violen. Deze wind hoor je na de twaalfde klokslag nogmaals. Het spookuur is begonnen. We horen de dood tegen de grafzerken schoppen. De violen spelen pizzicato (tokkelen in plaats van strijken). Vervolgens stemt de Dood zijn viool en dat klinkt behoorlijk schril. De Dood nodigt uit tot dansen en hij hoeft niet lang te wachten. Na twee slagen op de pauk (maat 32) klinkt een lokkende melodie. Dan kruipen de doden uit hun graven en een weemoedige walsmelodie weerklinkt. Dit wordt een paar keer herhaald door verschillende instrumenten. Tussendoor speelt de Dood een solopartijtje op zijn viool. Weer stemt de Dood zijn viool, twee paukslagen, opnieuw de eerste melodie, nu aangevuld met triangel en bekkens. Nog een keertje de walsmelodie. Voor de derde maal stemt de Dood zijn viool. Er klinkt een variatie in de walsmelodie met telkens wisselende instrumenten. Het volgende instrument begint te spelen, voordat de vorige klaar is. Daarna volgt nog een walsmelodie, afwisselend als vioolsolo en violen. Ook de harp is nu goed te horen. Daarna gaat het stormen en onweren. Het dans wordt steeds wilder. Regen en windvlagen met tussendoor het krijsen van de viool. De stormt groeit aan tot een vulkaan. Plots wordt het opnieuw rustig. De dageraad breekt aan. De haan kraait. Nu duiken de dansers hals over kop weer in hun graven. Een kort naspel, een beetje weemoedig. Nog een paar laatste trillers en twee paukslagen sluiten het stuk af.
- 7 -
Opdracht 3: Luistervinken Zijn de oren van de leerlingen goed getraind? Onderstaande oefening test de instrumentenkennis en luistervaardigheid van je leerlingen. a)
Het muziekstuk start met het luiden van de klok. Hoeveel klokslagen horen de leerlingen?
b)
Welk instrument speelt de klokslagen? Klarinet – trompet – harp
c)
De dood wordt wakker. De skeletten kruipen uit hun graven.
Welke strijkinstrumenten worden gebruikt om dit uit te beelden?
d)
Nadien verschijnen de geesten. Er wordt een heel mysterieus geluid gespeeld. Welke houtblazer speelt de melodie?
e)
Welke percussie-instrument wordt gebruikt om het geluid van krakende skeletbeenderen uit te beelden?
Xylofoon – pauken – triangel
f)
Wat gebeurt er tijdens het stuk? De muziek … blijft stil. … blijft luid. … wordt luider en weer stiller.
g)
Het is ochtend. De luide instrumenten stoppen plots met spelen. De haan kraait.
Welk instrument beeldt de haan uit? Fluit – hobo – trompet
h)
De geesten en skeletten keren terug naar hun graf. Op het einde speelt de viool de melodie van de Dood.
Is deze melodie snel – middelmatig – traag?
Opdracht 4: De Dood doet een dansje Hoewel het muziekstuk eerder somber, zelfs luguber is van aard, zit er toch een zekere ironie in. Camille Saint-Saëns heeft er namelijk een heuse wals van gemaakt. Een wals is een muziekstuk dat steeds in de maat van ¾ wordt gecomponeerd. 1.
Herkennen de leerlingen de wals in het muziekstuk?
2.
Stap op de maat van de muziek. Bij elke eerste tel van de maat doe je een stap naar voor.
3.
De wals komt ook in veel andere muziekstukken voor. Deze zijn meestal vrolijk van aard.
4.
Luister naar de volgende fragmenten en… dansen maar!
- Strauss An den schönen blauen Donau
- Sjostakovitsj Wals
Laat de leerlingen nu zelf op zoek gaan naar een wals.
- 8 -
carnaval des animaux - Carnaval der Dieren Carnaval des animaux – Grande Fantaisie Zoölogique (Carnaval der dieren) werd in 1886 door Saint-Saëns geschreven. Het stuk was een muzikale grap, alleen bedoeld voor het plezier van zichzelf en zijn vrienden. Dit 14-delige werk voor klein orkest werd tijdens zijn leven slechts één keer opgevoerd. Saint-Saëns wilde niet dat het in het openbaar werd uitgevoerd omdat het maar een muzikaal tussendoortje was dat niet paste bij een componist op het hoogtepunt van zijn carrière. De compositie bleef dan ook vele jaren liggen. Pas in zijn testament heft Saint-Saëns het verbod op uitvoering en publicatie op en het stuk werd voor het eerst uitgegeven in 1922. Zou hij dan toch beseft hebben dat dit een groot meesterwerk was? Carnaval des animaux gaat niet over dieren die carnaval willen vieren. Het werk bestaat uit 14 korte stukjes waarin telkens een bepaald dier wordt uitgebeeld. De karakteristieke eigenschappen van het dier zijn vaak spottend, maar geven het dier zeer treffend weer. I. De leeuw II. Kippen en de haan III. Snelle dieren IV. Schildpadden V. Olifant
VI. Kangoeroes VII. Aquarium VIII. Personages met lange oren IX. De koekoek
X. XI. XII. XIII. XIV.
De vogels Pianisten Fossielen Zwaan Finale
OPDRACHT 1: kleurplaten Beluister de verschillende delen van Carnaval des animaux op ons YouTube-kanaal. Sluit je ogen en probeer je in te beelden over welk dier elk stukje gaat. Probeer de juiste kleurplaat bij het juiste deel te plaatsen. (Bijlage 2: Kleurplaten dieren)
OPDRACHT 2: de verschillende dieren I.
De leeuw: Introduction et Marche Royal du Lion Beluister Deel I - De koninklijke mars van de leeuw. De leeuw is de koning der dieren, hij is groot en statig en heerst trots over zijn rijk. Kunnen de leerlingen een gepaste tekst maken bij het thema van de leeuw? Denk eraan dat Saint-Saëns dit stuk schreef met de nodige humor. Ook de tekst van de leerlingen mag best grappig zijn. Thema van de leeuw (vanaf 1min)
- 9 -
II.
Kippen en hanen In dit deel kakelen de kippen er lustig op los. Hun hoge geluid klinkt achter het lawaaierige gekraai van de haan, maar wat gebeurt er dan… Luister naar dit deel en probeer de prenten in de juiste volgorde te zetten. Het kan zijn dat je een prent meerdere keren moet gebruiken. Weet je welke instrumenten er allemaal gebruikt worden in dit deel? (piano, klarinet, violen)
IV. Schildpadden In De schildpadden maakt Saint-Saëns een parodie (= grappige of spottende nabootsing) op een bekend muziekstukje van een andere Franse componist, Jacques Offenbach. In de tweede helft van de negentiende eeuw was Parijs een culturele en bruisende stad. Opera’s en operettes waren toen erg in de mode. Offenbach was een heel bekende en populaire operette-componist. Het vrolijke melodietje van zijn cancan kon je zelfs in de straten horen zingen. Saint-Saëns maakt op dit overbekende melodietje een parodie door het uiterst langzaam te spelen en zo een schildpad uit te beelden. Thema
Beluister de cancan van Offenbach. Zing het thema snel op “la-la-la” en probeer zeker de dans. Kan je het volhouden? Beluister nadien de versie van Saint-Saëns (Carnaval des animaux - Tortues). Zing nu het thema langzaam op “ploem-ploemploem” en vertraag ook de dans.
- 10 -
V.
De olifant Ook in De olifant maakt Saint-Saëns een parodie op een werk van een andere componist, namelijk op Dans van de luchtgeesten van Hector Berlioz. Leer het themalied aan, gebaseerd op De olifant van Saint-Saëns.
VI.
De kangoeroes Laat de kinderen het stuk beluisteren. Hoe wordt de kangoeroe verklankt? Bij een tweede beluistering kan je hen op een blad papier laten tekenen terwijl ze luisteren. Vergelijk de resultaten met het schema hieronder. Zijn er gelijkenissen? Je kan het stukje nog een keer beluisteren met het schema bij de hand.
VII.
Het aquarium
De ronde, golvende bewegingen van planten in het water komen echt tot uiting in deze muziek. Ook de lichtweerkaatsingen en fonkelende kleuren van de vissen in het water kan je je hierbij voorstellen. Zing het themalied.
Luister nog één keer naar de aquariummuziek en probeer je in te beelden welke vis jij graag zou zijn en hoe die op de muziek zou bewegen. Zoek de juiste materialen en begin te knutselen aan jouw vis. Gebruik je fantasie! Vorm nu samen met je leerlingen de klas om tot een groot aquarium. Gebruik alles wat je kan vinden en maak er een heuse onderwater sprookjeswereld van. We zetten de muziek terug op en laten onze vissen vrij, beweeg op de sferen van de muziek. Maak een vissendans met heel je klas.
- 11 -
VIII. Personages met lange oren De violen voeren hier het woord, wie zijn deze personages met de lange oren? •
Hoeveel keer horen we het gebalk van de ezel? (15 keer)
•
We gaan op zoek in de klas naar materialen waarmee we het geluid van de ezel kunnen nabootsen.
•
We spelen nu met de hele klas mee met de muziek.
X. Vogels Vogels zijn bekend om hun zangtalent en dat hoor je in dit deel van Carnaval des animaux. Ga met de hele klas naar buiten en zoek een plekje waar je veel verschillende vogels kan horen, in het bos of een park. Luister gedurende 1 minuut heel aandachtig en probeer zoveel mogelijk verschillende gezangen te onthouden. We bespreken even met de klas wat er allemaal gebeurd is in die minuut. We luisteren nu een tweede keer en proberen zoveel mogelijk van de gezangen op te schrijven of te tekenen, zodat we ze kunnen onthouden tot we terug in de klas zijn. Eens in de klas proberen we de minuut te reconstrueren. Bespreek met iedereen welke geluiden er in de minuut aanwezig moeten zijn en wanneer. Iedere leerling kiest een geluid en gaat op zoek naar de beste manier om dit uit te voeren. We oefenen een aantal keer en onze eigen vogelcompositie is klaar.
XIII.
De Zwaan
De zwaan is één van de bekendste delen uit Carnaval des animaux en vertelt het verhaal van een stervende zwaan. Choreograaf Michel Fokine zou er een legendarische balletsolo voor maken en zette daarmee ballerina Anna Pavlova’s carrière op de kaart. Bekijk het filmpje met Anna Pavlova in de hoofrol op ons YouTube-kanaal.
- 12 -
Bijlage 1
download extra exemplaren op www.defilharmonie.be/lesmap
Familie: Instrument:
Eigenschappen
Familie: Instrument:
Aantal
Eigenschappen
Aantal
Materiaal
Materiaal
Hoe wordt het instrument bespeeld?
Hoe wordt het instrument bespeeld?
Klank
Klank
Familie: houten blaasinstrumenten fagot Instrument:
Familie: Instrument:
Eigenschappen
Aantal
Eigenschappen
Aantal
Materiaal
Materiaal
Hoe wordt het instrument bespeeld?
Hoe wordt het instrument bespeeld?
Klank
Klank
Bijlage 1
Familie: houten blaasinstrumenten klarinet Instrument:
Familie: houten blaasinstrumenten dwarsfluit Instrument:
Eigenschappen
Eigenschappen
Materiaal
Aantal
2
hout
Materiaal
Aantal
2
metaal
Hoe wordt het instrument bespeeld? enkel riet op mondstuk geplaatst
Hoe wordt het instrument bespeeld?
Klank
Klank
lucht wordt over mondstuk geblazen (zoals op een flesje
warm en vol
warm en vol
Familie: houten blaasinstrumenten hobo Instrument:
Familie: houten blaasinstrumenten fagot Instrument:
Eigenschappen
Eigenschappen
Materiaal
Aantal
hout
2
Aantal
Materiaal hout
Hoe wordt het instrument bespeeld? dubbelriet
Hoe wordt het instrument bespeeld? dubbelriet op een bokaal geplaatst
Klank
Klank
klagend (nasaal), maar ook fris en vrolijk
laag
2
Bijlage 1 Familie: Instrument:
Eigenschappen
Familie: Instrument:
Aantal
Eigenschappen
Aantal
Materiaal
Materiaal
Hoe wordt het instrument bespeeld?
Hoe wordt het instrument bespeeld?
Klank
Klank
Familie: Instrument:
Familie: Instrument:
Eigenschappen
Aantal
Eigenschappen
Aantal
Materiaal
Materiaal
Hoe wordt het instrument bespeeld?
Hoe wordt het instrument bespeeld?
Klank
Klank
Bijlage 1 Familie: koperen blaasinstrumenten Instrument: trompet
Familie: koperen blaasinstrumenten trombone Instrument:
Eigenschappen
Eigenschappen
Materiaal
Aantal
3
Materiaal
metaal
Aantal
metaal
Hoe wordt het instrument bespeeld? lucht wordt door trechtervormig mondstuk geblazen
Hoe wordt het instrument bespeeld?
Klank
Klank
helder, stevig & droog
3
lucht wordt door trechtervormig mondstuk geblazen
laag
Familie: koperen blaasinstrumenten tuba Instrument:
Familie: koperen blaasinstrumenten trombone Instrument:
Eigenschappen
Eigenschappen
Materiaal
Aantal
1
metaal
Aantal
4
Materiaal metaal
Hoe wordt het instrument bespeeld? lucht wordt door trechtervormig mondstuk geblazen
Hoe wordt het instrument bespeeld? lucht wordt door trechtervormig mondstuk geblazen
Klank
Klank
zeer laag
vol, diep & warm
Bijlage 1 Familie: slagwerk pauken Instrument:
Eigenschappen Materiaal
Aantal
metaal + vel
Familie: slagwerk grote trom Instrument:
3 tot 5
Eigenschappen Materiaal
Aantal
metaal + vel
Hoe wordt het instrument bespeeld?
Hoe wordt het instrument bespeeld?
men slaat met stokken op het vel van de pauken
men slaat met grote stok op het vel van de trom
Klank
Klank
zowel zacht als hard (afhankelijk van de stokken)
Materiaal
Aantal
hout
laag, zowel zacht als hard (afhankelijk van de stokken)
Familie: slagwerk tam tam Instrument:
Familie: slagwerk xylofoon Instrument:
Eigenschappen
1
Eigenschappen Materiaal
Aantal
metaal
Hoe wordt het instrument bespeeld? men slaat met harde stokken op de blokjes van de xylofoon
men slaat met een grote stok op de tam tam
Klank
Klank
hard, droog en scherp
1
Hoe wordt het instrument bespeeld?
luid
1
Bijlage 1 Familie: Instrument:
Eigenschappen
Familie: Instrument:
Aantal
Eigenschappen
Aantal
Materiaal
Materiaal
Hoe wordt het instrument bespeeld?
Hoe wordt het instrument bespeeld?
Klank
Klank
Familie: Instrument:
Familie: Instrument:
Eigenschappen
Aantal
Eigenschappen
Aantal
Materiaal
Materiaal
Hoe wordt het instrument bespeeld?
Hoe wordt het instrument bespeeld?
Klank
Klank
Bijlage 1 Familie: Instrument:
Familie: Instrument:
Aantal viool1
Eigenschappen
Aantal viool 2
Eigenschappen
Aantal
Materiaal
Materiaal
Hoe wordt het instrument bespeeld?
Hoe wordt het instrument bespeeld?
Klank
Klank
Familie: Instrument:
Familie: Instrument:
Eigenschappen
Aantal
Eigenschappen
Aantal
Materiaal
Materiaal
Hoe wordt het instrument bespeeld?
Hoe wordt het instrument bespeeld?
Klank
Klank
Bijlage 1 Familie: snaarinstrumenten Instrument: viool
Eigenschappen Materiaal
Familie: snaarinstrumenten altviool Instrument:
Aantal viool1
12 tot 16
Aantal viool 2
12 tot 16
hout
Eigenschappen Materiaal
Aantal
hout
10 tot 14
Hoe wordt het instrument bespeeld? met een strijkstok wordt over de snaren gestreken, het instrument ligt op de schouders van de muzikant
Hoe wordt het instrument bespeeld? met een strijkstok wordt over de snaren gestreken, het instrument ligt op de schouders van de muzikant
Klank
Klank
hoog
warm, hees & ietsje lager dan de viool
Familie: snaarinstrumenten Instrument: cello
Familie: snaarinstrumenten contrabas Instrument:
Eigenschappen Materiaal
Aantal
6 tot 10
hout
Eigenschappen Materiaal
Aantal
8 tot 12
hout
Hoe wordt het instrument bespeeld? met een strijkstok wordt over de snaren gestreken het instrument wordt staand gespeeld
Hoe wordt het instrument bespeeld? met een strijkstok wordt over de snaren gestreken het instrument wordt zittend gespeeld (tussen benen)
Klank
Klank
zeer laag
vol, diep & warm
Bijlage 2