Reglement voor de commissie toelaatbaarheidsverklaring speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs clusters 3 en 4 en extra ondersteuning Versie 24 juni 2014
Het bestuur van het Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs aan den IJssel Overwegende dat:
het samenwerkingsverband op grond van artikel 18a lid 6 onder b en c van de Wet op het primair onderwijs Wpo) tot taak heeft het verdelen en toewijzen van ondersteuningsmiddelen en ondersteuningsvoorzieningen binnen de kaders van de Wpo, alsmede het beoordelen of leerlingen toelaatbaar zijn tot het onderwijs aan een speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband of tot het speciaal onderwijs clusters 3 en 4;
het samenwerkingsverband deze wettelijke taak wil uitoefenen door de oprichting en instandhouding van een Commissie Toelaatbaarheidsverklaring en extra ondersteuning;
het samenwerkingsverband ervoor kiest de Commissie ook de taak op te dragen aanvragen te beoordelen voor extra ondersteuning in haar gebied. B E S L U I T:
het volgende Reglement voor de commissie toelaatbaarheidsverklaringen en extra ondersteuning vast te stellen: Artikel 1
Begripsbepalingen
Dit reglement verstaat onder: a) commissie
de Commissie Toelaatbaarheidsverklaring en extra ondersteuning
b) samenwerkingsverband
het Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs aan den IJssel
c) speciaal (basis)onderwijs
speciaal basisonderwijs dan wel speciaal onderwijs cluster 3 en 4
d) dossier
een verzameling documenten betrekking hebbend op één leerling of één zaak
e) ontwikkelingsperspectiefplan
het plan met een beschrijving van het ontwikkelingsperspectief, bedoeld in artikel 40a van de Wet op het primair onderwijs (eventueel met het groeidocument als onderdeel daarvan)
f)
directeur
g) extra ondersteuning
de directeur van het samenwerkingsverband de ondersteuning voor zover deze het afgesproken niveau van de basisondersteuning, als beschreven in het ondersteuningsplan, overstijgt
h) ondersteuningsplan
het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband op grond van artikel 18a lid 6 onder a van de Wet op het primair 1
onderwijs Artikel 2
Taken commissie
De commissie besluit over: 1. • de toelaatbaarheid van de, onder de verantwoordelijkheid van het samenwerkingsverband vallende, leerlingen tot het speciaal (basis)onderwijs; • de toekenning van extra ondersteuning. 2. het monitoren van de toegekende en niet toegekende aanvragen om een toelaatbaarheidsverklaring resp. extra ondersteuning, zoals genoemd in artikel 11.
Toelichting Op grond van artikel 18a lid 6 heeft het samenwerkingsverband onder meer tot taak het verdelen en toewijzen van ondersteuningsmiddelen en ondersteuningsvoorzieningen aan de scholen en het beoordelen of leerlingen toelaatbaar zijn tot het onderwijs aan een speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband of tot het speciaal onderwijs, op verzoek van het bevoegd gezag van de school waar de leerling is aangemeld of ingeschreven. De commissie toetst aanvragen om toelaatbaarheidsverklaringen resp. extra ondersteuning en brengt daarover advies uit aan de directeur. Wanneer een toelaatbaarheidsverklaring tot het speciaal (basis)onderwijs aan de orde is wordt hierover vooraf, op het niveau van de school, een deskundigenadvies uitgebracht door een orthopedagoog of psycholoog en een tweede deskundige, zoals vastgesteld bij Algemene Maatregel van Bestuur (zie hiervoor het Beoordelingskader). Bij aanvragen om extra ondersteuning is een advies van een orthopedagoog of psycholoog vereist.
Artikel 3
Samenstelling commissie
1. De commissie bestaat uit twee leden, te weten: a) een GZ psycholoog; b) een academisch geschoold lid (onderwijs- of juridisch gerelateerd). 2. Eén van de leden bedoeld in lid 1 bezit expertise op het terrein van cluster 3 of 4. 3. De leden van de commissie zijn niet verbonden in een arbeidsrechtelijke relatie met één van de organisaties voor primair dan wel speciaal onderwijs in het samenwerkingsverband. Artikel 4
Opdrachtverlening leden commissie
1. De leden van de commissie worden ingezet op basis van een (jaarlijkse) opdracht, waarin zaken vermeld staan als: a) de omvang van de werkzaamheden op jaarbasis; b) de duur van de opdracht; c) het uurtarief; d) de verantwoording en jaarlijkse voortgangsgesprekken; e) de verplichting dat de leden hun werkzaamheden verrichten met inachtneming van dit reglement.
2
2. Een lid van de commissie kan tussentijds terugtreden door middel van een schriftelijke mededeling aan de directeur van het samenwerkingsverband, met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden. 3. De directeur van het samenwerkingsverband kan te allen tijde besluiten de opdracht aan een lid van de commissie in te trekken indien sprake is van een onbehoorlijke vervulling van de aan hem / haar opgedragen taken. Alvorens deze beslissing te nemen stelt de directeur het lid in kennis van dit voornemen en wordt het lid in de gelegenheid gesteld om zijn / haar zienswijze naar voren te brengen. 4. De directeur van het samenwerkingsverband kan besluiten de commissie collectief te ontslaan indien de commissie naar haar / zijn mening haar taken niet verricht met inachtneming van de beleidskaders volgens het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverbanden. Alvorens deze beslissing te nemen stelt de directeur de commissie in kennis van dit voornemen en wordt de commissie in de gelegenheid gesteld haar zienswijze naar voren te brengen. Artikel 5
Secretariële ondersteuning commissie
1. De commissie wordt secretarieel ondersteund vanuit het secretariaat van het samenwerkingsverband. 2. De inhoud en reikwijdte van de secretariële ondersteuning waarop de commissie aanspraak kan maken, worden nader bepaald in het huishoudelijk reglement van de commissie, zoals bedoeld in artikel 15. Artikel 6
Procedure en grondslag toetsing commissie
1. De Commissie is bevoegd tot het nemen van beslissingen ten aanzien van de volgende aanvragen: a. De aanvraag extra ondersteuning, afkomstig van het bevoegd gezag van de school voor basisonderwijs, gelegen binnen het samenwerkingsverband, waar de leerling is aangemeld of staat ingeschreven. b. De aanvraag toelaatbaarheidsverklaring SBO, afkomstig van het bevoegd gezag van de school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs gelegen binnen het samenwerkingsverband, waar de leerling is aangemeld of ingeschreven. c.
De aanvraag toelaatbaarheidsverklaring SO, cluster 3 of 4, afkomstig van het bevoegd gezag van de school voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs cluster 3 of 4, gelegen binnen het samenwerkingsverband, waar de leerling staat ingeschreven;
d. De aanvraag toelaatbaarheidsverklaring SO, cluster 3 of 4, afkomstig van het bevoegd gezag van een school voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs cluster 3 of 4, gelegen binnen het samenwerkingsverband, indien de leerling: 1. bij die school is aangemeld én 2. onmiddellijk voorafgaand aan de aanmelding niet ingeschreven heeft gestaan op een school voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs cluster 3 of 4 én 3. buiten Nederland woonachtig is. e. De aanvraag toelaatbaarheidsverklaring SO, cluster 3 of 4, afkomstig van het bevoegd gezag van een school voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs cluster 3 of 4, gelegen buiten het samenwerkingsverband, indien de leerling: 1. bij die school is aangemeld én 3
2. onmiddellijk voorafgaand aan de aanmelding niet ingeschreven heeft gestaan op een school voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs cluster 3 of 4 én 3. woonachtig is in een woonplaats, gelegen binnen het samenwerkingsverband; f.
De aanvraag toelaatbaarheidsverklaring SO, cluster 3 of 4, afkomstig van het bevoegd gezag van een school voor speciaal onderwijs cluster 3 of 4, gelegen buiten het samenwerkingsverband, indien de leerling: 1. bij die school staat ingeschreven én 2. buiten het samenwerkingsverband woonachtig is én 3. op grond van een eerder besluit van het samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring als in deze bepaling bedoeld, heeft ontvangen en de aanvraag een aansluitende verlenging van de duur van die verklaring betreft.
2. De commissie beoordeelt de aanvraag om een toelaatbaarheidsverklaring met inachtneming van de criteria genoemd in het Beoordelingskader aanvraag TLV/extra ondersteuning, dat deel uitmaakt van het reglement. Artikel 7
Inhoud advies commissie
1. Ingeval van een aanvraag toelaatbaarheidsverklaring omvat het besluit van de commissie: a) een besluit over de toelaatbaarheid tot het speciaal (basis)onderwijs; b) een besluit over de duur van de toelaatbaarheidsverklaring; c) in het geval het een besluit over toelaatbaarheid speciaal onderwijs betreft: de categorie waarop de toelaatbaarheidsverklaring betrekking heeft, onderverdeeld in: • SO categorie I:
cluster 4, ZMLK, LZ
• SO categorie II:
LG
• SO categorie III:
MG
2. Ingeval van een aanvraag middelen extra ondersteuning omvat het besluit van de commissie: a) een besluit tot toekenning of afwijzing; b) bij een positief besluit, bedoeld onder a: • de inhoud van het arrangement; • de duur van het arrangement; • de toegekende vergoeding voor het arrangement.
Toelichting Op grond van artikel 40 lid 15 van de Wet op de expertisecentra heeft de toelaatbaarheidsverklaring betrekking op een periode van één of meer schooljaren. Indien de toelaatbaarheidsverklaring in de loop van een schooljaar wordt gegeven, wordt de periode tot de eerste dag van het eerstvolgende schooljaar toegevoegd aan deze genoemde periode. In het laatste schooljaar waarop de toelaatbaarheidsverklaring betrekking heeft, draagt het bevoegd gezag van de school van inschrijving er zorg voor dat terugplaatsing of overplaatsing van de leerling naar het primair onderwijs plaatsvindt, tenzij het bevoegd gezag van oordeel is dat voortgezet verblijf van de leerling in het speciaal (basis)onderwijs noodzakelijk is en het samenwerkingsverband een nieuwe toelaatbaarheidsverklaring heeft verstrekt.
4
Artikel 8
Bekostiging commissie
1. Jaarlijks voor 15 april stelt de directeur van het samenwerkingsverband een begroting op voor de instandhouding van de commissie in het eerstvolgende schooljaar, welke ter instemming wordt voorgelegd aan het dagelijks bestuur van het samenwerkingsverband. 2. De kosten van instandhouding hebben in ieder geval betrekking op de personele kosten, huisvestingskosten en overige materiële kosten. Artikel 9
Huisvesting en bereikbaarheid
1. Het bestuur van het samenwerkingsverband draagt zorg voor een adequate huisvesting van de commissie en de overige materiële voorzieningen. 2. Het bestuur van het samenwerkingsverband maakt het (post)adres van de commissie bekend aan alle personen en instellingen binnen het samenwerkingsverband die uit hoofde van hun taak of functie bij de werkzaamheden van de commissie zijn betrokken. Het adres van de commissie wordt vermeld op de website van het samenwerkingsverband. Tenzij anders vermeld is de secretariële ondersteuner van het samenwerkingsverband het eerste aanspreekpunt van de commissie. Artikel 10
Informatievoorziening
1. Het bestuur van het samenwerkingsverband draagt er zorg voor dat de leden van de commissie beschikken over het actuele ondersteuningsplan en voorziet de leden van de commissie van alle informatie die noodzakelijk is om haar taak uit te oefenen. 2. De commissie draagt er zorg voor dat zij op de hoogte is van de onderwijskundige mogelijkheden van de scholen in het samenwerkingsverband, zoals vastgelegd in het schoolondersteuningsprofiel, en van het beleidskader van het samenwerkingsverband, zoals vastgelegd in het ondersteuningsplan. 3. Minimaal twee keer per jaar vindt overleg plaats tussen de directeur van het samenwerkingsverband en de commissie. Artikel 11
Jaarverslag
1. De commissie stelt jaarlijks voor 1 november een verslag van haar werkzaamheden op over het vorige schooljaar. Het jaarverslag wordt ter kennis gebracht van de directeur van het samenwerkingsverband, alsmede aan de schoolbesturen en de scholen van het samenwerkingsverband. 2. In het jaarverslag geeft de commissie in elk geval aan: a) de gehanteerde procedures en criteria; b) haar werkwijze, waaronder het aantal bijeenkomsten en contacten met betrokkenen; c) een omschrijving van de door de commissie verrichte werkzaamheden als bedoeld in artikel 2; d) haar bevindingen – waarnemingen, tendensen, knelpunten e.d. – ten aanzien van de door haar behandelde aanvragen. 3. Tevens wordt in het jaarverslag opgenomen: a) het aantal aanvragen om een toelaatbaarheidsverklaring, uitgesplitst naar SBO, cluster 3 resp. cluster 4, en onderverdeeld naar aanvragende scholen; 5
b) het aantal afgegeven toelaatbaarheidsverklaringen, uitgesplitst naar SBO, cluster 3 resp. cluster 4, en onderverdeeld naar aanvragende scholen; c) het aantal niet toegekende aanvragen om een toelaatbaarheidsverklaring, uitgesplitst naar SBO, cluster 3 resp. cluster 4, en onderverdeeld naar aanvragende scholen, en de aard van de adviezen die in die gevallen zijn gegeven; d) het aantal aanvragen extra ondersteuning; e) het aantal toegekende aanvragen extra ondersteuning, met een onderverdeling naar aard en duur van de toegekende arrangementen, alsmede de toegekende bedragen; f) het aantal niet toegekende aanvragen extra ondersteuning. Artikel 12
Beveiliging van persoonsgegevens
1. De commissie houdt met inachtneming van de wettelijke voorschriften daaromtrent de gegevens over aangemelde leerlingen niet langer in bezit dan strikt noodzakelijk is voor de uitvoering van de aan haar opgedragen taken, zoals bedoeld in artikel 3. 2. Het bestuur van het samenwerkingsverband stelt een privacyreglement vast dat betrekking heeft op het functioneren van de commissie. De commissie houdt zich bij de uitvoering van de aan haar opgedragen taken aan de inhoud van het privacyreglement. 3. Ten behoeve van de noodzakelijke beveiliging van persoonsgegevens van leerlingen gedurende de periode dat deze in het bezit zijn van de commissie, draagt de commissie zorg voor een zodanige opslag van deze gegevens dat de privacy redelijkerwijs is verzekerd.
Toelichting In artikel 18a, lid 13, van de Wet op het primair onderwijs is hierover het volgende bepaald: Het samenwerkingsverband is bevoegd zonder toestemming van degene die het betreft persoonsgegevens betreffende iemands gezondheid als bedoeld in artikel 16 van de Wet bescherming persoonsgegevens te verwerken met betrekking tot leerlingen, voor zover dit noodzakelijk is voor de uitoefening van de taken, bedoeld in het zesde lid, onderdelen b tot en met d. Het samenwerkingsverband verstrekt de gegevens, bedoeld in de eerste volzin, niet aan derden, met uitzondering van het bevoegd gezag van de school waar de desbetreffende leerling is aangemeld of ingeschreven. Het samenwerkingsverband bewaart de gegevens op een plaats die uitsluitend toegankelijk is voor het samenwerkingsverband en de deskundigen, bedoeld in het elfde lid. Het samenwerkingsverband bewaart de gegevens tot drie jaar na afloop van: a. de beoordeling van de toelaatbaarheid van de leerling tot het onderwijs aan een speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband of tot het speciaal onderwijs, b. de advisering over de ondersteuningsbehoefte van de leerling aan het bevoegd gezag van de school waar de leerling is aangemeld of ingeschreven, of c. de toewijzing van ondersteuningsmiddelen of ondersteuningsvoorzieningen aan de school, voor zover het voor die toewijzing nodig was gegevens van de leerling als bedoeld in de eerste volzin te verwerken.
Artikel 13
Termijnen
De commissie neemt de beslissing op de aanvraag om toelaatbaarheid resp. extra ondersteuning zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 6 weken na ontvangst van de aanvraag. Indien de beslissing, bedoeld 6
in de vorige volzin, niet binnen 6 weken kan worden gegeven, deelt de commissie dit aan de school mede en noemt deze daarbij een zo kort mogelijke termijn waarbinnen de beslissing wel tegemoet kan worden gezien, welke termijn ten hoogste 4 weken bedraagt. Artikel 14
Bezwaar inzake toelaatbaarheid tot het speciaal (basis)onderwijs
1. Tegen een besluit van het samenwerkingsverband inzake toelaatbaarheid tot het onderwijs aan een speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband of tot het speciaal onderwijs clusters 3 en 4 het speciaal (basis)onderwijs staat bezwaar open voor de ouders, verzorgers of voogden van de leerling en het bevoegd gezag van de school waar de leerling is ingeschreven of aangemeld voor wie een besluit over toelaatbaarheid is aangevraagd. 2. Een bezwaar dient te worden ingediend binnen zes weken nadat de commissie het besluit bekend gemaakt heeft.
Toelichting Op grond van artikel 18a, lid 12, van de Wet op het primair onderwijs stelt het samenwerkingsverband een adviescommissie overeenkomstig artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht in, die adviseert over bezwaarschriften betreffende beslissingen van het samenwerkingsverband over de toelaatbaarheid van leerlingen tot het speciaal (basis)onderwijs. Hiervoor is inmiddels een model-reglement vanuit de PO-Raad / VO-raad opgesteld. Het samenwerkingsverband heeft in dit kader aansluiting gezocht bij de Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaringen SB)/(V)SO, ondergebracht bij de landelijke Onderwijsgeschillen.
Artikel 15
Huishoudelijk reglement
De commissie stelt, na goedkeuring van de directeur, een huishoudelijk reglement vast waarin haar werkwijze is neergelegd en al hetgeen de commissie voorts noodzakelijk acht om de aan haar opgedragen taken naar behoren te kunnen vervullen. Artikel 16
Slotbepalingen
1. Het reglement treedt in werking met ingang van 1 augustus 2014. 2. Het reglement kan worden aangehaald als “Reglement voor de commissie toelaatbaarheidsverklaringen en extra ondersteuning voor het Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs aan den IJssel”; 3. Het reglement kan worden gewijzigd door het bestuur van het samenwerkingsverband; 4. Het reglement is gepubliceerd op de website van het samenwerkingsverband.
Aldus vastgesteld door het dagelijks bestuur van het Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs aan den IJssel,
7
………………………………….
………………………………….
secretaris
voorzitter
8
Beoordelingskader toelaatbaarheidsverklaring SBO of SO / extra ondersteuning Samenwerkingsverband Aan den IJssel
1) begripsbepaling a) commissie
de Commissie Toelaatbaarheidsverklaring en extra ondersteuning
b) samenwerkingsverband
het Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs aan den IJssel
c) speciaal (basis)onderwijs
speciaal basisonderwijs dan wel speciaal onderwijs cluster 3 en 4
d) dossier
een verzameling documenten betrekking hebbend op één leerling of één zaak
e) ontwikkelingsperspectiefplan
het plan met een beschrijving van het ontwikkelingsperspectief, bedoeld in artikel 40a van de Wet op het primair onderwijs (eventueel met het groeidocument als onderdeel daarvan)
f)
directeur
g) extra ondersteuning
de directeur van het samenwerkingsverband de ondersteuning voor zover deze het afgesproken niveau van de basisondersteuning, als beschreven in het ondersteuningsplan, overstijgt
h) ondersteuningsplan
het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband op grond van artikel 18a lid 6 onder a van de Wet op het primair onderwijs
2) algemene bepaling De commissie betrekt in haar oordeel over de ingediende aanvraag in ieder geval: - het ondersteuningsplan - het dossier met ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) - het schoolondersteuningsprofiel 3) aanvraag middelen extra ondersteuning Aanvraag De Commissie is bevoegd tot het nemen van beslissingen van ten aanzien van aanvragen extra ondersteuning, afkomstig van het bevoegd gezag van de school voor basisonderwijs, gelegen binnen het samenwerkingsverband, waar de leerling is aangemeld of staat ingeschreven voor wie de extra ondersteuning bestemd is. Inspanningsverplichting school De aanvraag beschrijft gemotiveerd, met ten minste verwijzing naar bijlage 2 van het ondersteuningsplan en naar het schoolondersteuningsprofiel van de school:
waarom de school niet in staat is de leerling binnen de basisondersteuning op te vangen;
waarom de leerling niet binnen de basisondersteuning algemeen kan worden opgevangen.
9
Inhoudelijke voorbereiding dossier a. De aanvraag is inhoudelijk voorbereid en voorzien van een advies door het ondersteuningsteam van de school. Dit advies bestaat tenminste uit:
Beschrijving van de stimulerende en belemmerende factoren voor de leerling op de gebieden cognitieve ontwikkeling, didactische ontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling en de lichamelijke/motorische ontwikkeling.
Beschrijving van de stimulerende en belemmerende factoren voor de leerling in de interactie met de leerkracht, de groep en de eigen sociale (leef)omgeving.
Beschrijving van de onderwijs (-en opvoed)behoeften van de leerling op de gebieden cognitieve ontwikkeling, didactische ontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling en de lichamelijke / motorische ontwikkeling.
Beschrijving van de onderwijs (-en opvoed)behoeften van de leerling in de interactie met de leerkracht, de groep en de eigen sociale (leef)omgeving.
b. De aanvraag is voorzien van relevante dossiervorming, bestaande uit tenminste:
Het traject voorafgaand aan het opstellen van het OPP. Denk hierbij aan: verslagen en afspraken uit leerlingbesprekingen en oudergesprekken, onderzoeken, zorg voor jeugd en een geëvalueerd (groeps)handelingsplan. Een groeiwerkdocument kan worden gezien als een ondersteunend document voor de scholen in dit traject.
het juist en volledig ingevuld ontwikkelingsperspectiefplan, bedoeld in artikel 18a van de Wet op het primair onderwijs resp. 41a van de Wet op de expertisecentra;
een advies van een orthopedagoog of psycholoog;
een beschrijving van het arrangement, naar inhoud, duur en kosten;
(indien van toepassing) in aanvulling op de beschrijving van het arrangement een beschrijving van de gemeentelijke component ‘zorg voor jeugd’ daarbinnen.
de instemming van de ouders / verzorgers op het handelingsdeel van het ontwikkelingsperspectiefplan.
c.
De aanvraag omschrijft afdoende de voorgenomen extra ondersteuning, waaronder in ieder geval de inhoud, de duur en de kosten daarvan.
d. De aanvraag is voorzien van een dag- en handtekening van zowel de directeur van de school als de orthopedagoog / psycholoog. Gevolgde route en fasering De commissie TLV / extra ondersteuning stelt vast dat:
de toepasselijke termijnen in acht zijn genomen;
de route van ondersteuningstoewijzing, zoals beschreven in het ondersteuningsplan, is gevolgd;
de ouders / verzorgers voldoende gelegenheid hebben gehad hun zienswijzen naar voren te brengen;
de betreffende leerling, voor zover mogelijk, voldoende gelegenheid heeft gehad zijn / haar zienswijze naar voren te brengen;
het schoolondersteuningsteam onvoldoende mogelijkheden ziet de leerling binnen de eigen school toereikend te ondersteunen binnen de basisondersteuning;
10
4) aanvraag toelaatbaarheidsverklaring SBO of SO cluster 3 en 4 Aanvrager toelaatbaarheidsverklaring SBO De Commissie is bevoegd tot het nemen van beslissingen ten aanzien van de aanvraag voor een toelaatbaarheidsverklaring wordt gedaan door de school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs binnen het samenwerkingsverband waar de leerling is aangemeld of ingeschreven. Aanvrager scholen toelaatbaarheidsverklaring SO cluster 3 of 4 De commissie bevoegd tot het nemen van beslissingen ten aanzien van: a. De aanvraag toelaatbaarheidsverklaring SO, cluster 3 of 4, afkomstig van het bevoegd gezag van de school voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs cluster 3 of 4, gelegen binnen het samenwerkingsverband, waar de leerling staat ingeschreven; b. De aanvraag toelaatbaarheidsverklaring SO, cluster 3 of 4, afkomstig van het bevoegd gezag van een school voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs cluster 3 of 4, gelegen binnen het samenwerkingsverband, indien de leerling: 1. bij die school is aangemeld én 2. onmiddellijk voorafgaand aan de aanmelding niet ingeschreven heeft gestaan op een school voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs cluster 3 of 4 én 3. buiten Nederland woonachtig is. c.
De aanvraag toelaatbaarheidsverklaring SO, cluster 3 of 4, afkomstig van het bevoegd gezag van een school voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs cluster 3 of 4, gelegen buiten het samenwerkingsverband, indien de leerling: 1. bij die school is aangemeld én 2. onmiddellijk voorafgaand aan de aanmelding niet ingeschreven heeft gestaan op een school voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs cluster 3 of 4 én 3. woonachtig is in een woonplaats, gelegen binnen het samenwerkingsverband;
d. De aanvraag toelaatbaarheidsverklaring SO, cluster 3 of 4, afkomstig van het bevoegd gezag van een school voor speciaal onderwijs cluster 3 of 4, gelegen buiten het samenwerkingsverband, indien de leerling: 1. bij die school staat ingeschreven én 2. buiten het samenwerkingsverband woonachtig is én 3. op grond van een eerder besluit van het samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring als in deze bepaling bedoeld, heeft ontvangen en de aanvraag een aansluitende verlenging van de duur van die verklaring betreft. Motivering aanvraag toelaatbaarheidsverklaring De aanvraag beschrijft, met verwijzing naar de vastgestelde Criteria voor de toelaatbaarheidsverklaring SBO of SO, op welke gronden de leerling toegelaten zou moeten worden tot een school voor speciaal basisonderwijs dan wel een school speciaal onderwijs, cluster 3 of 4.
11
Inhoudelijke voorbereiding dossier a. De aanvraag is inhoudelijk voorbereid en voorzien van een advies door het ondersteuningsteam van de school. Dit advies bestaat tenminste uit:
Beschrijving van de stimulerende en belemmerende factoren voor de leerling op de gebieden cognitieve ontwikkeling, didactische ontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling en de lichamelijke/motorische ontwikkeling.
Beschrijving van de stimulerende en belemmerende factoren voor de leerling in de interactie met de leerkracht, de groep en de eigen sociale (leef)omgeving.
Beschrijving van de onderwijs (-en opvoed)behoeften van de leerling op de gebieden cognitieve ontwikkeling, didactische ontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling en de lichamelijke / motorische ontwikkeling.
Beschrijving van de onderwijs (-en opvoed)behoeften van de leerling in de interactie met de leerkracht, de groep en de eigen sociale (leef)omgeving.
Een beargumenteerde keuze voor een onderwijsvoorziening in het speciaal (basis) onderwijs die tegemoet kan komen aan de beschreven onderwijs (- en opvoed)behoeften van de leerling.
b. De aanvraag is voorzien van relevante dossiervorming, bestaande uit tenminste:
Het traject voorafgaand aan het opstellen van het OPP. Denk hierbij aan: verslagen en afspraken uit leerlingbesprekingen en oudergesprekken, onderzoeken, zorg voor jeugd en een geëvalueerd (groeps)handelingsplan. Een groeiwerkdocument kan worden gezien als een ondersteunend document voor de scholen in dit traject.
het juist en volledig ingevuld ontwikkelingsperspectiefplan, bedoeld in artikel 18a van de Wet op het primair onderwijs resp. 41a van de Wet op de expertisecentra;
het deskundigenadvies: een advies van zowel een orthopedagoog / psycholoog als een tweede deskundige (volgens voorwaarden algemene maatregel van bestuur);
een beschrijving van het arrangement, naar inhoud, duur en kosten;
(indien van toepassing) in aanvulling op de beschrijving van het arrangement een beschrijving van de gemeentelijke component ‘zorg voor jeugd’ daarbinnen.
de instemming van de ouders / verzorgers op het handelingsdeel van het ontwikkelingsperspectiefplan.
c.
De aanvraag is voorzien van een dag- en handtekening van zowel de directeur van de school als de orthopedagoog of psycholoog en een tweede deskundige, als bedoeld in de desbetreffende Algemene Maatregel van Bestuur1.
d. De aanvraag is voorzien van een advies over duur van de plaatsing en eventuele terugplaatsingsmogelijkheden. Gevolgde route en fasering De commissie TLV / extra ondersteuning stelt vast dat wordt voldaan aan de criteria voor de toelaatbaarheidsverklaring speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs cluster 3 en 4. 1
Algemene Maatregel van Bestuur nr. 95, artikel 34.8: De deskundigen, bedoeld in artikel 18a, elfde lid, van de wet zijn een orthopedagoog of een psycholoog en afhankelijk van de leerling over wiens toelaatbaarheid wordt geadviseerd ten minste een tweede deskundige, te weten een kinder- of jeugdpsycholoog, een pedagoog, een kinderpsychiater, een maatschappelijk werker of een arts. 12