REGLEMENT TER VOORKOMING VAN
R A N D OP HET
S T A D H U IS, ALGEMEENE BEPALINGEN TER BLUSSING VAN D E N Z E L V E N .
Te Amstcidam s ter STADS-DRUKKERIJ ^ op het
BüRGEMEESTEREN DER STAD AMSTERDAM, Gezien het Reglement ter voorkoming van brand op het Stadhuis, den 24ften October 1808, door den toenmaligen. Heer Burgemeester dez,er Stad gearrefteerd; En in aanmerking nemende den tegenwoordigen veranderden toeftand van het Stadhuis, en derhtedelijke Adminiftratie; Hebben goedgevonden te arrefteren, gelijk gearrefteerd wordt bij deze, het navolgend R E G L E M E N T , TBR
B
VOORKOMING VAN
R
A
N
,
D
OP HET
S T A D H U I S ,
en
dlgemesne bepalingen ter blusfing van éenzelven^ als anderszins. Art. i. Alle Perfonen, welke eenig dnbt of bediening op of aan het Stadhuis en de daartoe behoorende Huizen bekleeden of waarnemen, als ook alle die* op eenigerhande wijze9 in dienst van het A 2 Stad*
C
4 )
Stadhuis worden geêiqpioijeerd, zullen zich, met de meeste voor zigtigheid en zorge, 101 opzigte van het vuur en het licht, hej welk , o| <£* «Siadlmis gebffüfct wordt , iBoecen gedragen. Zij zullen zorgen fe alles behoorlijk verzorgd zij , de Kantore tAet -verktjeri, zonéer fieIHgc verzekering: -ctóvan, en zullen 2 : toór het' minfte Tei^ra éeswege Urafbaar zijn, op zóodanif wijze, ^siHeweri Bngeofeestefen, met de it&este ftrengheid, gepa zullen pordeelen. Zij zullen de meeste zorg alzoo aanweod< wegens het aanbrengen of uitdoven van vuur, fluiten van kagcheli befehutten der vuurterfen , het doen- van het vuur uit de ftovei het aanvegen -der pten-en ^daar- oma-ent, 5^t uitdoen van kaarfe lampen enz-, het donderen van hout, ttirf enz. van de haarde en daar en boven in Iset gemeen alles wat ftrekken kan , om bra óf ongemak = te Art. 2. 't
•
•
Alle geëm^orjeerSen bt} Lands- óf andere Kollegiën, welke hui zittingen, het zij voor zekeren tijd, of beftendig op of aan Stadhuis en de daartoe r%èliëoYefiée Huizen houden , of zul houden, zijn aan dezelfde bepalingen onderhevig, en worden die ove; hen gefteld zija, vetzocÊt, btt nakomen dezer bepalinj te furveilleren.
"v»
ïn alle Kamers of Kiitojen yiie * nie| «door den liamerbewaarc maar door derzelver Ambtenaren of Bedienden gefloten word za\ de; Iküfe Wi ^«e, ^öit^, of ZPO deze er uiet bijz€«dei bepaald is, de jongfte Bediende, of zoo deze niet tegenwbo: mogt zijn, de Bediende welke "herö vóóraf gaat, en zoo bij klimming, hebben te zorgen, jia t ..voor en aleer zij van de ka afgaan en, dezelve fluiten,^ de ascn ~en het vuur uit de testen <Je ftéven tn jfiea haard of kagelael gAaa -my^ de ftevem van ba 'Zijti. mgezkn, «n ^e haatd van b^ven tttet de« ijzeren rooster^ vin voren niet kct Ijzerea fefeut^. dat &| ^ hiard behoort,
C 5 ) floten is, of, 200 er in r»jt vertrek een kagchel gebruikt wordt, éat de deuren van 'een kagchel wel zijn dïgt gedaan. Voorts zal door heiri -de ttsch en liet vuur, hetwelk Ton dom den haard of kagchel mogt liggen, op de plaat moeten zijn aangeveegd, en net licht van de lampeö of de kaarfcn, -niet alle voqmgtigheid, uitgedaan; en eindelijk zal, na dat dit alles geichied is, de kamer, voor en al eer hij die fluit, in het donker door hem moeten worden ïiagczien,
Art 4. Geen Werkvolk, het zii de vaste Werklieden op het Stadhuis, of ander Stads Werkvolk, zal immer, zoo lange hetzelve aan of op het Stadhuis werkt, tabak mogen rooken, zij zullen ook geen vuur mogen hebben, ten zij dat zulks voor feun werk noodïg zij. Dit vuur gebruikt hebbende, zullen zij hetzelve, warmeer zij van het Stadhuis afgaan, in den vuurhaard moexen te rug brengen, en voorts aan den Kommandeur op het Stadhuis aanzeggen, dat zij vuur hebben gebruikt,--op dat de Kommaadeur, bij het doen der ronde, bijzonderliik daarop zou kunnen aclit geven. Die gene van het Werkvolk, welke in een of an'er tegen dit artikel zal gehandeld hebben, zal terftond uit Stads dienst worden ontflagen. Wordende de Kommandeur over het- Werkvolk op het Stadhuis ten fterkfte gelast < om niet alleen den inhoud van dit artikel ter keimisfe te brengen van de vaste Werklieden van het Stadhuis, maar ook te zorgen, dat zulks door hem aan liet andere Srads Werkvolk, -telkens als hetzelve op of aan het Stadhuis komt te werken, wordt kenbaar gemaakt, en voorts aanbevolen, om, op ftraf van zijne eigene demisile, te waken, dat zulks cxactelijk worde nagekomen, ;"' 'Art 5. ' ': * * i ' ' ' f ï)e 'Komiteaniïwr over het Werkvolk op het Stadhéisr-vcrzeld Hét een der Ruiterwachts, die de wacht op het Stadhuis heeft, zöüeti liet geheele jaar door, twee «ren na het uur dat het Werkvolk middags of des avonds eindigt met werken, de «inde moeten A 3
C 6 )
.doen, op aHe plaatfen van het Stadhuis, als ook in de Huizen welke tot Kantoren van het Stadhuis behooren, en bijzonderlijk moeten letten op zoodanige plaatfen, waar des daags eenig Werk volk gewerkt heeft. Gemelde Kommandeur, door ziekte,of door eene andere wettige en noodige afwezendheid, verhinderd wordende, om in perfoon deze ronde te doen, zal moeten zorgen, dat zulks door een der vaste Werklieden van het Stadhuis gefchiede. En hij is verpligt, Heeren Koinmisfarisfen over het Stadhuis daarvan te verwittigen. Art. 6.
De Vuurftokers-Knechts op het Stadhuis zullen zorg dragen, dat in alle de kamers, waarin geftookt wordt, en welke tot geene bijzondere of geflotetie Kantoren behooren, als daar zijn: De kamer van Heeren Burgemeesteren ; Het kabinet van Heeren Burgemeesteren; Het vertrek van Heeren Burgemeesteren; De kamer van den Raad; Alle de kamers van den Burgerftand ; Alle de kamers van de Regtbank vati Eerden Aanleg, en der Heeren Procureurs bij denzelven; De kamer van Broodwegers en die van Komtnisfarisfen van de kleine Pandjes; nadat de zitting" in dezelve is afgeloopen, de . haarto met de iizeren fchutten, die daartoe behooren, ftellig in orde gefloten en van boven met hun ijzeren rooster gedekt zijn; zoo ook in de kamers, waarin geen haard maar een kagchel is,de dturen van den kagchei behoorlijk gefloten worden; verder worden /ij gelast, ota voor en a! eer zij het Stadhuis verlaten, in perfoon te gaan bezigtigen of dit alles naar behooren gedaan, en, ter voorkoming van
7
)
van 'brand, genoegzaam bezorgd is, en het vuur genoegzaam uit is. Deze orde ftrekt zich ook uit tot alle zoodanige andere kamers, welke, aan of op het-tegenwoordige Stadhuis, tot Kollegiën of otigeflotene kamers, thans of in het vervolg zullen of mogten worden geoccupeerd. Zij zullen almede op hunne verantwoording hebben zorg te dragen, dat, voor en al eer zij van het Stadhuis afgaan, al het vuur in den vuurhaard wel bezorgd is, alsmede al het vuur uit de testen van de ftoven, die in de zoo evengemelde vertrekken mogten gebruikt zijn, ftellig geledigd is. . In het faizoen dat het ftoken op het Stadhuis ophoudt,doch dat er nog van ftoven worde gebruik gemaakt, zal een hunner niet alleen met de zoo evengemelde zaak belast zijn, maar zal hij daar en boven ook nog de testen van de ftoven, welke op de vertrekken of kantoren gebruikt zijn, moeten afhalen en in den vuurhaard ledigen; en zich daartoe aan de Kantoren bij tijds aanmelden. Art. 7.
De Kamerbewaar'der zal, verzeld met den Ruiterwacht, welke de wacht op het Stadhuis heeft, alle avonden, één uur na donker, moeten vifiteren alle de kamers of vertrekken, in het bovengemelde artikel gefpecificeerd; en vooits zoodanige andere kamers en vertrekken, als in het huis, waarin zijne woning is, door het een of ander Kollegie, thans mogten zijn of in het vervolg zullen worden geoccupeerd. • Ten tijde dat er op het Stadhuis geftookt wordt, zal hij bijzonder moeten acht geven, dat in deze kamers, door de Vuürfïókers-Kaechts, de haarden met de ijzeren fchutten van voren, en met de roosters van boven, of de kagchels met hunne deuren wel gefloten zijn. Voorts zoo er vuur in de ftoven is gebruikt geworden, dat de testen door de Vunrftokers-Knechts wel zijn leeg
C
8- )
genaakt» ?üllen4e \&j^ bij ontdekking van eenig verzuim*m dezen, -zulks dadelijk aan Hccren Kommisfansfen over het Stadhuis moeteia opgeven, op verbeurte van de boete van ƒ 25:-, zoo als .bij fijne ïnftructie is bepaald geworden. ' : ïngevalle, ^^nmidéag^ Vergadering in een of ander te bo* veagemelde vertrekken gehouden wordt, zal hij de lönde van deze kamer of kamers,, do.cn, een en een half uur na dat de vergadering gefchcKbn b —^ Bij noodige afwezendheid zal de Kamerbewaar~ tier, tot deze v^fitatfe der kamers, eenen der Adfiftent-Kamerbewaarders ^mogen entploijeeren, mits dat het zoo wel ter zijner verantwoording als* van •• dezen Adfiftent- Kamerbewaar der is, dat deze vifitatie wel en behoorlijk gefchiedt.
Voorn wordt ê&b Kamerbewaar der de bijzondere zorg van het vuur en licht -aanbevolen, voor de kamers of vertrekken van Kollcgiën, welke m het hrris zijn, waarin zijne woning is; alsmede het hais» waarin- de R'egtbank geplaatst is, gelijk ook voor de vertrekken,.wel&e-éoor hem rot zijne woning worden geoccupeerd; zijnde hij ten. opzigte va»- dit httis, voor de niet wel bezorging van vuur en licht, als ook wanneer in hetzelve eenig ongemak van brand mogte ontftaan, ftrafbaar als bij Art. i. Art. ^.
Öe Kamerfowaardfter is belast met de zorg voor vuur et licht, in alle de vertrekken of kamers hoegenaamd, die in hè huist door haar bewoond, zich.bevinden, op de wijze zoo als hie lïöyen" MUS- Is. tanfchreveik. Zij zal, daar de vertrekken in hè feuis, door baar bewoond, niet worden gerond, vefpligt zijn, ter naaawkcurigilem» aa het eindigen der -Kantoren en ,fieiblgiie§, dej mot§5BS 'Ot' iwiddigs, en -daar e» boven des avoads yooc zij ziel ter ruste begeeft, alle kamers ea kantoren waar geftpo^t is r Q licht gebraad is, naauwkeurig infpecteren, af alle& ;Whoorlijk m orde ea v®rz0r$i zij, ond^r f oenalweit- als bij Ar^, i is begaald Aft,
De Bode ter Secretarie, wonende in het huis aldaar, zal mede zorgen, dat in de kamers van Heeren Secretarisfen en den Heer Griffier', alsmede in alle de anderen, die in dat huis zijn, waar ttiet gerond wordt, n* dat de kantoren of vergaderingen des middags of des avonds zijn geëindigd, naauwfceung naar vuur en licht wordt gezien, overeenkomftig het bovengemelde en onder dezelfdt poenaliteit. Art i D. De Bode ter Thefaurie zal aan dezelfde verpligringen onderworpen zijn, onder dezelfde poenaliteit, voor de kamers in h2t huis der Thefaurie. Art. ii.
De Bode van de Weeskamer zal zorg dragea voor het vuur en licht aldaar, bij het fluiten vaa de kamer * of het eindigen dei Befoignes, ook zal de Geëmpk>i|eerde aan de kamer der kleine Politie daarvoor zorg dragen, wat de vertrekken aangaat tot haar behoorendc, de Deurwaarders zullen voor hunne kaner en het overige de noodige zorg dragen, en zal de Kamerbewaarder een en ander nagaan* en voor de handhaving hkarvatu alsmede voor de overige vertrekken in dat huis, verantwoordelijk zijn.
Art* ra.. De Bode v$n MiMre Zaken, bewonende het hö&s,, thans geferu&s den'He^r Kommis&rts van MiHtake Zake» ea *.& legéaalt liaophandel, is gehouden tot dezelfde verpjigt&g, sis w^art^e hier voormeld bij Art. 9, de Bock van, het ^ecr^rie yerpligt i$3
onder dezelfde poenaliteit, en zal,_ wat de kamers gebruikt tot den RegeMrdc ¥a» Koopfemdëï l>etufefD, 1^,- wien het toevoorzigr deswege fe ^nèevelen, • de meese irfdgêfejke omzfetrtiglleid en- naatiwktiirfehelé H^ ^aeht nemen,- m& «mtrént het vmtr en Kek, als de
B
C
behoorlijke infpectie en ronding deswege. deswege verantwoordelijk.
Hij is voor verzuim
Art. 13. Ook.de Heer Conciërge, Kaïnerbewaarders, Directeur der Ge» vangenis, en alle Bewaarders, Bewoners, losfe en vaste Geënv 'ploijeerden, Knechts of anderen, zullen in woningen of vertrekken, 5oor hen gebruikt of bewoond, fpecfaal toezien, en zorge dragen omtrent vuur en licht, onder poenaliteit en verantwoordelijkheid als boven, en behoorlijk ronden* Art. I4r Niemand zal op het Stadhuis, op eenig Kantoor, tabak of ïègaren mogen rooken, op poene van zes Guldens, en bij herhaling van twaalf Guldens, en voor de derde maal van fufpenfie r »oor die genen,: welke onder de Stedelijke Adminiftratie ftaan, en met verzoek aan de hoofden der atidere Kantoren, om hunne oadefhoorigen öflder dezelfde poenaliteit te ftelien.
Art. 15. ' De JCommandeur over bet Werkvolk, de vaste Metfelaar en de vaste Smid, worden Ipeckal op hunne verantwoordelijkheid gelast, om, van het begin tot het einde van den ftooktijd op het Stadhuis, en dus van primo November tot ultimo April, preciefelijk alle maanden, in elke kamer, waar met een kagchel of mer Mstt tiaard geftookt wordt, waarvan dé pijp m den fcboorfteen uit-
IcMft, dezelve pijpen behoorlijk te doen fchoon veegen, twet aüe { ^i^flieid 'nazien -of a^es wel in goede orde is, en het daaraan ontbrekende onverwijld m orde ce brengen. Dat, ten einde aaa deze orde ftiptelijk wotde voMaa», en het echter inogt komen te gebeuren-, dat er op deze of gene wijze eenig verzuki plaats had,, zoo wordt ia da* geval het hoofd van
elke kamer of kamers geautorifeerd, om de vbrenftaancfe perfb* Hen in het ferieufe tot het naarkomen van deze orde aan te manen, en dit niet gelukkende, daarvan dadelijk kennis te geven aan Kommisfari sfen vanhet Stadhuis. En zal de Kamerbewaarder zorgen, dat, gelijk gebruikelijk,.om de twee maanden, de fchoorfteenen, gedurende den ftooktijd, worden geveegd. Art. 16. Van den tijd af, dat er op het Stadhuis geftookt wordt, tot dat zulks ophoudt, zullen er alle nachten vier ronden gelchieden; de eerfte des avonds om half elf ure, de tweede des nachts ten één ure, de derde ten drie ure en de vierde of iaatfte des morgens ten vijf ure, welke ronden zich vervoegen zullen aan alle de geflotene kamers, te weten: Op de Thefaurie alle de kamers, die van den Stedelijken Ontvanger daaronder begrepen. Alle de kamers van den Burgerftand. Het tweede Kantoor der Secretarie. De kamer, waarmede men van het tweede Kantoor naar het portaal voor de Raadkamer komt. De kamers van de Heeren Zetters der Directe Belastingen. De kamers .van den Kommisfaris over de Kazernering.
De kamers van de Weeskamer. , - , . . Die der Regtbank van enkele Politie. . . De kamer der Deurwaarders. . De kamers bij-de, Regtbank, 4ie van Koophandel daaronder begrepen. Ba Die
PI
HM? iwi;
.
C ->.'•-•
•
»
PJ pn 1% ,Hwm Officieren vun Jaftirfe, De Dienders - kamer. Die (Ier T
f
Alle de vertrekken van hét Kommisfariaat van Militaire Zake». E>e Vuurhaard.
En 'Voorts zoodaoige andere geflotene kamers of kantoren > al* bij tij4 en wijlen, 4oor een ofte ander Kollegie, op of aan het Stadhuis n?o,gten worden geoccupeerd, ea welke deKaaierbewaarder Jt^* deze eens yoor al gelast wordt, om, wanneer zulks plaats heeft, aan het hoofd der Ronde en den Kommandeur op ce -gevent
"••' ' ^'
!>
" ' '
^Ard 17.
pe perfonen» welke aan eer hoofd der ronde zijn, en met het opzigt over dezelve belast, zijn: De Kommandeur over het Werkvolk op het Stadhuis, of vaste Timmerman.
De De
,
De imstë Knecht van een Vauriaatd. «•*;'"'<•
' " / - '*•' -
'<• \
Welke leder op hunne "beurt, en èas om den vijfden nacht, de ronden zullen doen, geadfisteerd m& :
'®én któWtó!ts : wefte leen ttöcïit de wacht op te* Stadhuis heeft, En
m met 'een -imn de volgende ï>e iraste
De Waterhaalder. i' * Be \&ste Simd, *t f •* \ j I>e S&flder.' Een der Knechts van den VourhaarcL ^
Van het Stadhuis,
Welke vijf laatfte pedhnen .zulks mede, ieder om den vijfden
tracht, pp htmtie tairt sullen moeten verrijden. ^
'Art 18.
,, •* * '.'. ' De CoraiBandfUï ^ de {ïerfocèi, Wiens beurt het is aan het koof d xkr ronde te ^n,4 ml des avonds voor half elf ure bij den Conciërge moeten afdialen dé noodige Sleutels, en voorts den rai^dke de tjfeien iratien, in de deum ^jn*-** VBrvolgens zal hij
«maten, b Q ^ s e t f r n w r a c l H f aat te: Stadhuis^ om aldaar, van den koaOTS^ereöieti Officier, een vasten Schutter ter bijwoning van de ronde voor dien nacht te verzoeken, en zoo zuilen zij met hun vieren de.TOtife gaan doen aan all» de genoemde kamers; .als wanneer de Kommandeur ,of hij, wiens beurt %t is, tan tïet iiqëJ8''&ar*ropdé te zijn, fle kleppert in de deuren ] der oöéerfcheiöetie tóïïéfs^zoö Mft' d«zÊ terfaallende huizen, als
óf mtee plaatieii van het Stadhuis, zal open fluiten, en ziin feoilfó 2al Ae'keti doof %et ïöo>tërWèrt èït achter deze kleppen is,
^ tm li^m, vtfk tfööt ie antoe öeribnen,c(ie de remde met ; - 1 • '" *-
'
i
En zal op de?e wijze door hen worden opgenomen, of het vuur lies itófit behoé^ljk W^gé en uitgedaan is f als Ook, rf ergens m d€« ei* tesig ongenA v^ï hetzelve te vreten zi] ; vouns, in^a»Ë alles -hl orde bevonden woHt, door hein,4ie %an hét hoofd
de kleppen : vttf ^B'*TÓ*östers!::i|ï*fJcie -Heoren; alsmede de beitendeuren gefloten, en de fleutels dezer buitendeuren, gelijk mede de looper van de kleppen der deuren van de- onderfcheidene kantoren , bij hem bewaard worden ,, ora die bij de volgende ronde weder. -op dezelfde., wijze te gebruiken, en zulks zal ook gefchieden bij de derde, vierde of laatfte ronde, welke des morgens ten -vijf ure gedaan wordt, als wanneer de voornoemde fleutels en de Jooper van de kleppen dqor hem . weder aan de woning van den Conciërge, zal worden te rug gebragt. Voorts zal ook nog door het hoofd der ronde, na den afloop der laatfte ronde, "aan den komïnandereriden Officier van de Burgerwacht op het Stadhuis , rapport moeten worden gedaan, van de bevinding bij elke ronde, en in deszelfs bijzijn, door hen, welke bij de ronde geadfifteerd hebben, en dus ook door den «Schutter, welke" ^aar den geheelen nacht is bij geweest, een Deciaratoir gefchrev*en en onderteekend worden , hoedanig zij alles bevonden heb&ëü, m~mn hot gene ton mogt ontmoet zijn : En zal dit Declaratoir, 'door den komraanderendea (Meier mede onderteekend , en voorts vèlrzegeM» des. morgens voor acht ure, ten huize van den Heer Prefident Burgemeester moeten bezorgd worden.
r, jp.
Indien meti, bij het doen dei ronden, moge bevinden, dat in
«enig vertrek eenïge twijfel is, of het vuur en net licht wel behoorlijk verzorgd zijn, zal een der genen, die de ronde heeft gedaan, bij dit vertrek vertoeven i om de zaak te blijven gadeflaan, en vindende, na e,ea half uu* „of eerder, dat de twijfeling daar omtrent nog niet verdwenen J$|, £al men., den Conciërge gaan waarfchuwen, en hem verzoeken deze kamer te openen. * * '* " ' •. i f Ingevalle men, bij het doen der roade, in eenig vertrek slechte eenige twijfelachtige blijken van fmeuling of reuk van brand mogte waafnemen* zal de Ruiterwacht ten eerden den Conciërge
gaan waarfclmwen om dit vertrek te ©penen , terwijl inmiddels 4~
C 'os Kofmmndeur* of MJ, ^«.éetiftoofd^der.iondeiois,, met behulp
vande andere perfo»ehl^a^dBt^tfide.^5dfiD'iï:le^ ^puit» :die het naaste bij . is , met hèt^ajeï , .ufoqr< deze toner tal. ^aanbrengen.
.. ..,. Op de ;eerfte ontdekking van eenig wezenlijk ongemak van
brand , zal :
. De opper ft & of^hct.'ffQofd Aer rond? zich *. begeven naar den komraandérendea ; OMcier .van, de Burgerwacht op het Stadhuis, die. aan hem ter zijner adfiitentte zal geve» twee Schutters, die, nevens den Schutter, welke dien nacht de ronde heeft bijgewoond, de?en opperften .der Tonde adfifteren zullen, om de kleine Spuit, welke het naast bij is3 in, het vertrek; te brengen,, waar de brand plaats heefteen aldaar ^et dezelve- te werke^. ^Ingeval de Kominandeur de ronde dien nacht niet bijwoont* ^1, net hoofd der .ronde, wanneer, hij zich begeeft naar den kommanderenden Officier van de Burgerwacht, óèfe ter -zeffdejr tijd den Koötmandeur aan zijne Avoming van het ongemak .ny>^tea gaan ,waarfchuwen. . **
-
*
*^
*
•
, ^T
'
-«,*'.,
<
J^4-l
•
^•» w
,
^ .» .
(,
ë tinêe tfÜl %\jmnènde, zarl , zoo dra de kleine Spuit in werking is gebragt, de 'Bewerking daarvan aan de drie Schutters overlaten., en zich voort begeven naar de perfonen , welke belast zijn om de groote Brandfpuit , ftaande achter het Stadhuis op <ïen Otrcfezijds Acnterburgwal , mt te halen, ten ware dat hij zeker mogte zijn 'van, -door mkldel van de kleine Spuit, den Brand te, mailen: meester worden y in. welk ^val Mj bij de kleine Bramdfpu|t zal blijven, adfisteren. - •
- De Kvmmandeur, de nnié met bijwonende^ zdl, zoodra hij va® het hoofd der ronde de^waarfchawirigi'vsn^eli Brand ontvangt,, 2ich onmiddellijk moeten tegeyen om de zoo aanftonds te noemenperibnen, de groote Braridfpuk", die op den Achterburgwal achter het Stadhuis in een Brandfpuithuisje geborgen is,, te helpen uithalen en in gereedheid brengen, • ' • • . ' * • " '>
Öe Metfelaar? Qfeperm&n, fiTater kaler van het Stadhuis, Smid ea 'Scktféer, de vaste Knecht van dm Jfuur$ok&r > sf dié
ia»
,\.
Va» deze vijf jaJefUftea ,' wcU&dtes: stackt $if fa vw4e adfitfeert ± zal ziehy- ^; ge^feifees^deit OpperHem of ,het hoofd der ronde, op he^ Stadhuis, en aldaar aan <Jü* komraanderenden Officier verzoek ea „drie Schutters, om de -zoo even gemelde -groote ^Brèie^uie »e helpen uMiaten en in gereedheid brengen.
De 'Rmterwacht 'zal ifr 'ftttzëi&e tf}dfti^, dat de opperfte1 of het hoofd der ronde naar ie Burgerwacht is , zkh begeven naaiden Conciërge , onr hem va» den brand te verwittigen , en zal voorts met den Conciërge naar de kamer van Burgemeesteren gaan, ten einde aldaar } van den Conciërge te ontvangen den fleutel of de öetnds' van het vertrek of de vertrekken, alwaar de brand ia, of ^èjke tlaéraih 'b'eféftéeiie zij», om die vervolgens daar > r
t De %vwmmêwen$$ Qfficktf yan de Bwgerw4cht zal;, a» Twee Schutters 'geien- -aan: -den opperften of het hoofd der i-oade^. om, he% i| \y$ ,^|nspo^te|en en het bewerken dêj^ kkine Spuit te'adfisieretJ/ v .V-u./" fj • b. Drie S'chatters-' om d0 ^pö^ ^?aiï(^MMt uit te haten. k Iemand, van de, Wadk ze»4ea Haar dea Qen&rakn we$*tsr*,'ow, hem va» $en trpi te verwittigen,
f
C '7 > Dit alles zal zonder verwijl terftond moeten gefchieden, ook zulten die gene, welke met'deze boodfchappen belast zijn, dezelve, met de meest mogelijke fnelheid, moeten verrigten.
Voorts zal de kommanderende Officier ook dadelijk: g. Eenen Schutter zenden naar Burgemeesters vertrek, om voor hetzelve post te'houden.
h. Eenen Onder-Officier en twee of drie Schutters, om de kamer waar 4e braad is, of de toegangen tot dezelve af te zetten. i Voorts zal de kommanderende Officier ook terflond de noodige order geven, dat. het Stadhuis rondom, tn bijzonderlijk •bit dat gedeelte, waar de brand is, tot op genoegzamen afftand is afgezet? wijders zal deze bezetting, die rondom het Stadhuis is, niemand tot het Stadhuis of de-huizen,-welke daartoe behooren, moffen toelaten, ten .zij< dat "idëzdven volgens Art. 47. van eene kaart tot den toegang bij brand op f het Stadhuis gemuniëerd zijn.
Art. ar. De Conciërge, of bij zijne afwezigheid de perfoon, welke van hem daarmede belast, is, .zal «op «de eerfte waarfchuwing van het gevaar, zich met den-Rukerwacbt terflond/begeven naar de kamer van Heeren Burgemeesteren, ter ontfluiting van de -kas, waarin de dubbelden van alle de fleutels van de hier b ovengenoemde vertrekken geborgen zyn, en zal uit deze kas aan den Ruiterwacht afgeven alleen dien fkatel of die fleutels, die hij het éxteerende geval vereischt worden, ten einde dat-dóór den'Ruiterwacht de noodige «leuren en vertrekken zouden kunnen; .geopend worden. ; De -Conciërge- zal- zich ook al -dien 'tijd, tot dat het gevaar over is, in 'de kamer- van Burgemeesteren moeten blijven onthouden , zoo wel ter «afgifte der fleutels van meerdere vertrekken, als mog'ten benoodigd zijn-, als ook ter bewaring van de anderen.
v ~ft
#-,'
'\ 4«*V°
C
'3 )
Wanneer het gevaar .dvër -is,, en er dus, .geene ïleutels meer voor het openen van vertrekken noodig zïjn ? zal de Conciërge, met goedvinden van 'de Heeren^ Burgemeesteren ^ ZQQ , dezen of een Van H. Ed. Aclitb. tegenwoordig zijn, de kas in de kamer van Burgemeesterea wederom fluiten, na alvorens de gebruikte fleutels, ten zij die niet gemist konden worden, daarin te hebben geborgen, en zal hij voorts deze fleutel of fleutels aan den Heer voorzittend Murgemeemr ter hand ftellen, om die wederom in een pakefc te verzegelen} els wanneer hij deze fleutels weder ondel: Mjftê feèwaring neemt. .
Geen der Heeren Burgenteesteren tegenwoordig zijnde, én de Conciërge 'm de verpligting geweest zijnde, om de zegels van het paket , waarin de fleutels zijn , te openen , geeft daarvan den volgenden Biorgea kennis, mn dea Heer voorzittend Burgemeester, met verzoek ^ 0$ «tóe ieuteJ^ weder te verzegelen. Aft. 23.
•
Ingevalle er in de nabuur f chap van het Stadhuis* en wel in de Prinfea&offteegsj of vis deze tot de Agnietenftraat , op den Fluweelea Burgwal ©f Achterbürgwal , brand kwam te ontftaan , die. ,van .jtfvaarlijke gevolgen voor let Stadhuis fcheen te zullen
De Ko'iiïmandtur , of dié, welke op dien tijd het hoofd der ronde is, zfeh bi| den Èómmanderenden Officier van de Bufferw^eht oj3 het Stadhuis, om de noodige manfchap aanmelden.^ jen, met ^iz^, alsmefe Éiet £ ferïbfien, welke by d,e ronde aÉlftéren, en alle %fe atn Mel|>i!É vê^bóiiaén zijn,
dien nacht het- hoofd der ronde niet zijnde, zoo zal het hoofd der
•(
«9 )
der ronde,wanneer h^ ï|m ie'Itorfferwacht gaat, de Kommandeur aan zijne woning van het gevaar, gaan waarfchuwen. * **,, . ï - f c f ^ , . » , . * » De Ruiterwacht zal zich aan de woning van den Conciergie moeten begeven, om hem van den brand te verwittigen, en bij den Conciërge blijven, om hem, wanneer zulks noodig zijn mogt, bij het afgeven der Üeutels te. adfifteeren. Voorts zal de kommanderende Officier van den brand kennis geven aan den Generalen Brandmeester. en andere Prefonen, even \s dit hier voren bij Art. 20 is omfchreven. Voorts zal hij,het Stadhuis behoorlijk doen afzetten, en niemand anders door de bezetting of tot het Stadhuis toelaten, ten zij dat ^ezelve met' eene \Jtaart tot toegang bij brand op het Stadhuis
zij gemunieerd.
"
'
j
Art. 24.
Ten einde de Perfonen, bij Art. 20 genoemcl, die in geval van brand, zoo bij de bewerking van de draagbare"of kleine Brandfpuit, ds bij het uithalen en het in orde brengen der groote Brandfpuit moeten - atMïfterèti,' in een m ander de genoegzame ervaring kunnen bekomen, zal onder directie van den Generalen -Brandmeester* door hen , eens om de drie maanden, op de Binnenplaats van het Stadhuis, met z&ne der kleine Spuiten, en wel bij beurten, door twee hunner te gelijk,worden gemaneuvreerd, .ook zullen, mede, om de drie maanden, echter op een anderen tijd dan die voor de kleine Brandfpuit bepaald is, onder directie van den Generalen Brandmsester, in het uithalen, in orde brengt, £&,,.(# ket werken met de. gro$t& $f0$4fpuit, geoefend wor<je&t fe^halve de na te meidene .ge^ec,te.er$e,n uit de nabuurfchap, ez
4? voigen4e Perfpnen, welke bij 4 S .JWV^n dienst vaji gemelde 4pwit worden verbonden, namenlijk: 3De Brandmeester van het Stadhuisï Dé Kamer«w.^ar..,
C "a
De
De Kommandeur -over' het Werkvolk op het Stadhuis. De twee adfirtent Kamerbewaarders. De'vaste Metfelaar. De vaste .Opperman. De Waterhaler. ' Van het Stadhuis. De Schilden De Smid. De vaste en een der losfe Vuurftokers Knechts. De twee Ruiterwachts, zijnde die Ruiterwacht, welke dien dag de wacht heeft, voor dien tijd daarvan vrijgefteld. De Aanplakker in dienst van den Kamerbewaarder. De Boden van :de Thefaurie, de Secretarie, en het Kommisfariaat van Militaire Zaken. - •,. . ..- . . i,- :/.- . - t . . . - • . - ; ; . : . . . • t t Behalve de voocmetóe,zal, op de meest gefchikte wijze, uit de aan het Stadhuis • aHeenattt aangrenzende Bewoners,: zoo veel aan deze Spuit geaffecteerd worden, ajs gelijk ftaat met geaiFec teerden aan andere Brandfpuïten * de voormelde achttien lieden daaronder begrepjeö,- en ztïllen feunne namen en woonplaatfen voorhangen in Set Wachthuisje fvan de Wijk, en zal jaarlijks die lijst worden tutgezien en naar eisch veranderd. Art' 25. !
-
*
" 'Be{ Héeren Sufëfmttnê&nten van het Nachtwachtswtzen zul; |^i^- ^)ó fpöedig ti^gel^k 1 tm het arrefteren dezes, en * voorts 's jaarlijks in dé mktrid^Mer , -aan elke Wijk van de Nachtwachts opgeven, de door de Secretarie dezer Stad aan hen geüippedfteerde namen en woonplaatfen van ~de Ferfonen, die, in de refpective Wijken der Nachtwachts woonachtig zijn, en moeten gewaarfchuwd worden; «i welke alhier onder-Letter B is geannexeerd. '
.
, i
Art,
C « ) Zoodra de aanzegging ontvangen, of tijding van den brand ter hunner kennisfe gekomen is, zullen de Perfonen, behoorende tot de kantoren of vertrekken van het , Stadhuis, zich terftond derwaarts begeven, en zieh dadelijk moeten vervoegen naar hunne onderfcheidene kamers of kantoren , ten einde aldaar de wacht over hunne papieren, boeken en andere zaken te houden, én, wanneer de nood zulks mogt vorderen, voor derzelver berging en beveiliging te zorgen, waarom zij dan ook zich niet van hunne kamers o cantoren zullen mogen verwijderen, voor en aleer de brand is opgehouden. Art 37.
Ten einde niemand van de op de lijst ter Secretarie genoemde Peribnen, de toegan'g, tot het Stadhuis, bij brand, door de Burgerwacht- mogte geweigerd worden, zal aan elk hunner door de Heeren Kommisfarisfen over het Stadhuis, of éénen detzelven, na voorafgaande kennisgeving aan Heeren Burgemeesteren , eene kaart worden afgegeven , Waarop' de liaam en kwaliteit van elk Perfoon gefteld is, en welke dezelve, om op het Stadhuis bij den brand te worden toegelaten, aan den kommanderenden Officier van de Burgerwacht zal moeten vertoonen, en zal het model daarvan aan den Heer Kommandant van de Schutterij worden gecommuniceerd , ten einde het. door denzelven ter "kennisfe zijner Officieren kan gebragt worden. Art. a 8. Ten einde het, bij ongemak van brand, alles geregeld mei het ^enmakea der .kamers toega, zullen 's jaarlijks in, maand September, na voorafgaande kennisgeving 'aan de Heeren Burgemeesteren, door den Heer Kommisfaris over de Publieke Werken, in het bijzijn van den Conciërge en den Kamerbewaarder , alle.de Hemels van de onderfcheidene geüotene kamers of kantoren , die in de kas in 1de kamer van Burgemeesteren berusten, op de floten van de C a
•
deu-
4ezer kamers worden gepast. ~— Zullende dit werk in eenen dag moeten gefchied zijn , en na dat hetzelve is afgeloopen , en ét flénfels wederom in gemelde te geborgen zijn, de fleutels van -;bé!de ïaatften wederom door den Heer Prefident Bitrgemeesverzegeld," eti in dien ftaat aan den Conciërge te rug gegeven
'•""Ha worJf voorts, om voor te komen, dat er geene verandering aan de floten gemaakt worde, en dos om zeker te zijn, dat de fietttels welke in Burgemeesters Kamer bewaard zijn, op de floten j^ésfèn, aan een iegelijk zonder ouderfcheid geïnterdiceerd, van door den Stads Smid, veel minder door eenig anderen vreemden Smid, eenige verandering, vernieuwing of reparering aan eenig flot of fleutel te laten maken. Terwijl al verder gelast wordt, dat, wan-
peer zoodanige verandering, vernieuwing of reparering van eenig flot of ..flewtel poodig is, dat zulks door die gene, welke aan het hoofd of kamers zijn, en door geen ander, aan Heeren ? ,pgr .het Stadhuis, bij een onderteekend billet, Woedende d.en £tad$ Sniid bij deze ten flerkften -v g^.'.fieraBderjng aan een flot of fleucej op het te tnaken^ ten zij dat hij daartoe, het zij bij wijze van iarteering, of fchriftelijken last, door Heeren Kommisfarisfen over liet Stadhuis, Is geautorifeerd geworden. Art, 29,
Ter iufófniade van een ieder, die ingevolge dé bovengemelde Artikelen, eenigefl dienst moet presteeren, is ftrekkende, dat op j|^„, öïiderftlieidene t plaat fen van het Stadhuis een kleine "Btand-
^^^ep. bij elk örie eminerén water in een daartoe gemaakt
foijea of kas geplaatst zijn, voor hetwelk het wwrd éö Haat, als 2
kamer*
C «3 Een in het portaal van de kanjer der Burgerwacht. Een in het portaal bij de Regtbank. Verder dat achter. het. Stadhuis op den Acliterburgwal, naast de woning van den Directeur der Gevangenisfen, een Brandfpuithuisje is, waarin een gtoofe Btandfpuït flaat, in hetwelke ook een fteut'l is opgehangen van de groots Pomp op de Binnenplaats van het Stadhuis*"
- •<
Dat de flcutds van .de hokjes of kastjes van de kleine Brandfpuiteiu als ook' die 'van -fret BranHFpuithuisje ó.p den Achterburgwai, te vinden zijn;
#. Ih -de- ÜJlfièTs kamer van de Burgerwacht op het Stadhuis. b. Bij den Conciërge;
&» Bij dtn IMr&Gttur der Gevangenissen* _ *
r
.
.d. Bi}* den Kemvwancleür over h&t Werkvtfk-èp Jtêt St&éhufa hél hoofö der ronde deze fleucels, bij het doen der ronde, verpligt zijn bij 2i'ch te hebben, zullende deze perfoon de gemelde 'ïteutéis den Volgt^idê iflFèrgén wsdèt ter behoorlijke plaatfe
moeten w rug krengen. Dat de Adfiftent Brandmeestfcr, wowendè aan het Stadhuis > is de Karaerbewaarder. Art. 30,
Dit $l%glème&t zal worden f*fctfrukt 'én 'aan alle perfonfen^ welke daartoe betrekking hebben,, een exemplaar worden ter hand geÜeM; ook zal' er ie de Burgerwacht - Kamer , in- de woning van den Kominlïndéir én in de tanet vaft ^e Ruiterwachn worden
opgehangen * een exemplaar van de volgende la
,i
i»
l
i
*
'
~<
ORDE, ingeval van brand op het Stadhuis, door de navolgende perfonen te obferveren» ^ Kommandeür, J Metfelaar^ Opperakhij de ronde bij' \ man , Waterhaler, ITOM* ." U^i7^5tó,F««r\flookers-Krnchts, of Heeft kennis Geeft kennis aan ^ ^ ^^ y^ , !M* den Officier, &n Officier. , .. ^ ^^ ^«iw. Vraagt twee SchutSchut- \
D*t>tperfi9if*# hoofd eer ronde. , -,
ters aan ^ten Officfee.
i Officier.
Vraagt drie Schutl ters aan den Officier,
- : Geeft kermis -naa den
en brengt del
•wer.J
Gaat de groote Spuit uithalen.
Haalt en werkt met Spuit uithalen. , Uoncier», *,a* \ . 1Maar'4en
^e '-bliift "bij tem
™-
Conciërge.
ü. D , i, Naar Burgemeester* Helpt 'de' groote J kamer tot de afgifte
I Spuit uithalen,
l der fleuteïs,
Kommandcrends Officier Zendt tijding:
.Plaatst bezetting:
Laat volgen:
Aan BurgemeesteTwee Schutters tot i°. Aan den Generaadfistentie bij de len Brandmeester. ren vertrek. kleine Spuit. Aan de kamer waar 2*. Aan het BurgerDrie Schutters om de brand is. Weeshuis. (*) de groote Spuit te Op behoorlijke af- helpen uithalen. 3"°. Aan het Nachtwachtshuisje van ftand rondom het de Wijk, om de Stadhuis. geaffec teerden aan de Brandfpuit, te
wekken, 4°. Aan de Brandmeesteren van de Wijken 6,7,8 enp.
(*) Aan te kloppen aan de poort op bet pleintje in de St* Luciên* fteeg, en tevens te trekken aan de fcèffl én de hoek naast het venster ter zijde van gemelde poort*
D
O R»
. ,..,**,
ORDE, ingeval van brand in de ' PrinfenhofTteég, of op den Flu.weelen Burgwal of Achterburgwal, van de Prinfenhoffteeg tot de Agnietenftraat. w
-
-
\
De opperfle of het Ruiterwacht der ronde. Geeft kennis aan Geeft kennis aan, den Officier. den Conciërge. Geeft kennis aan - Blijft bij den Conden Kommandeur. ciërge. Vraagt den Officier de noodige Manfchappen om de groote Spuit uit te halen. Brengt de groote Spuit in gereedheid. Transporteert die naar de Binnenplaats, of naar dat gedeelte van het Stadhuis , hetwelk het meest bedreigd wordt, . .
,
Metfelaar, Opperman , Waïerhaler , Smid , Schilder , Knecht van de Vuurftookper, of die van
hen, welke de ronde bijwonen. Helpen den opperften of het hoofd der ronde om de Spuit uit te halen.
• Te transporteren en voor het werk gereed te maken.
Kommariiïer'ende 'Officier even als op de Tabel Np. L Let-
C -v Letter A.
LIJ S T *fer loodfchappen , J Burger -Weeshuis te verrigten. Heeren Burgémees teren . . . . . . . . . . . . . . 4 Heeren Secretarïsfen . . . . . . . . . . . . . . 2 Heer Thefaurier . . . . . . . . . . . . . . . ^ i Heer Kommisfaris van de Publieke Werken . . . . . . . i H-eer Griffier . . . . . . . . . . . . . . . . i Heer Kommisfaris van Militaire Zaken . . . . . . . . . i Heer Boekhouder-der Officiën . . . . . . . . . . . Heeren Prefident en Secretaris van de kamer van Koophandel . Jieeren Prelident en Grifiiers van de Regtbank van eerden Aanleg Heer Officier Civiel van de Regtbank . . . . . . . . Heer Secretaris van de Weeskamer . . . . . . . . . . Een der Heeren Raden van den Burgerlijken Stand . . . . Heer Hoofd -Kommies van den Burgerlijken Stand . . . . Heer Stedelijke Ontvanger . . . . . . . . . . . . Heer Hoofd - Kommies van de Thefaurie . . . . . . . . Heer Boekhouder der Rekenkamer . . . . . . . .- .
i 2 3 i i i i i i i
Heeren Hoofd Kommiefen van de Secretarie . Heeren Hoofd -Kommïefen van Militaire Zaken Jeer Kommisfaris van de Kafernering . . . . Heeren Repartiteureri . . . . . . ' . . . . .
a a i 6
. . . . . . . . . . . . - , . - .
. . . .
34
Let-
C**) Letter B.
LIJST der kwaliteiten, waarlij de namen en woonplaatfen moeten worden gefield ter Secretarie en aan Heer en Superinten danten van het Nachtwachtswezen opgegeven.
[, ; ; | j ; j j
i i | j i 'f
De Kommandant der Stad en deszelfs Plaatsmajoors. De Kolonellen der Schutterij. De Heer Directeur en Onder - Directeur der Policie. De Heeren Kommiefen en Klerken, ter Thefaurie, Secretarie, bij Militaire Zaken, bij het Kabinet, bij 'Kafernering, bij den Burgerlijken Stand. De Heeren Weesmeesteren, Boekhouder, Kommies en Bode. De Adjunct Secretaris van de Kamer van Koophandel. De Beienden van den Conciërge. De Stads Boden. De Adfiftent Kamerbewaarders. De Ruiterwadhts; • De Kommiefen -Griffiers, Kommiefen en verdere Bedienden bij de Begtbank en bij den Officier Civiel. De vaste Werklieden op het Stadhuis. De Waterhaler.op het Stadhuis. De vaste Vuurftokers Knecht. De losfe Vuurftokers -Knecht. ~~ De twee Knechts u^t de Boeijen De Aanplakker in dienst van den Kamerbewaarder.
.
. .'
Aldus gearrefteerd bij Heeren Burgemeester en eer . Stad Amfterdam^ den f dm
-W.
-D.
B L I A S.
Ter ordonnantie van Heeren Burgemeesteren voornoemd,
H. VAN S L I N G E L A N D T ,