Reclame A1-zone 25 november 2015
1
Reclame A1-zone Inleiding en positionering Met de ontwikkeling van het bedrijvenpark A1 springt de stad Deventer letterlijk over de snelweg A1. Ondernemers zien volop kansen om hun bedrijf en producten prominent in de etalage van de snelweg te tonen. De afgelopen tijd hebben diverse partijen de wens kenbaar gemaakt om de zichtbaarheid van hun bedrijf vanaf de snelweg te vergroten en andere reclame-uitingen mogelijk te maken waar onder de plaatsing van reclamemasten nabij de snelweg A1. Tot nu toe is de plaatsing van reclameborden en reclamemasten langs de A1 door de gemeente geweerd. De veranderende ruimtelijke context van de A1 ter hoogte van Deventer door de ontwikkeling van het bedrijvenpark A1, de (mondiale) trend om meer reclame te maken, de wens van reclame- en/of verwijsmasten langs de A1 als voorwaarde voor bedrijfsvestiging etc. zijn aanleiding om te onderzoeken hoe met handelsreclame in de A1-zone om te gaan. Deze notitie geeft inzicht in het beleid en de regels voor handelsreclame die vanaf de snelweg in de A1-zone zichtbaar is. Daarbij wordt ingegaan onder welke ruimtelijke en economische voorwaarden reclamemasten en reclameborden worden toegestaan in de A1-zone. Naast de separate beleidsnotitie voor reclames op rotondes, de notitie met betrekking tot reclamebeleid op Tvschermen, wordt deze A1-bouwsteen na inspraak en besluitvorming door college en raad een integraal onderdeel van de reclame- en uitstallingennota van de gemeente Deventer.
A1-zone het Groen-Blauwe stadsfront De A1-zone met haar verkeersaansluitingen vormt samen met de Schipbeek, de bijbehorende dijklichamen, de zwaar beplante taluds en restgebiedjes een wereld op zich (zie figuur 1). Deze wereld en de aangrenzende bebouwing van de omliggende bedrijventerreinen noemen we de A1zone. In het kader van de verbreding van de A1 is recent door Rijkswaterstaat in samenwerking met de provincie Overijssel en stadsregio’s de ‘Inpassingsvisie – Gebiedsbeeld A1 Apeldoorn–Azelo (concept 04/08/2015)’ opgesteld. Vanuit de inpassingsfilosofie van de A1 als parkway is het idee om ter hoogte van het stedelijk gebied Deventer een streekeigen stadsfront te ontwikkelen: vanaf de A1 een parkachtige voorgrond met daarachter gelegen bedrijven.
2
Fguur 1: Groen-blauwe stadsfront Deventer, voorbeeldprojecten. Uit Inpassingsvisie –gebiedsbeeld A1 zone Apeldoorn-Azelo; Concept V15-04-08
Dit zogenaamde Groen-Blauwe stadsfront Deventer beslaat het trajectdeel IJsseldijk-Handelspark de Weteringen en bouwt voort op het Masterplan Schipbeek, de gewenste transformatie van de Stadsentree (Structuurvisie Stadsaszone) en het beeldkwaliteitsplan voor het bedrijvenpark A1 . Centraal staat het omvormen van de huidige boom- en struweelbeplanting tot een parkachtig zone tussen stadsfront en snelweg, zodat vanaf de snelweg een gedoseerd zicht op de bedrijvigheid van Deventer mogelijk wordt. Samen met o.a. duurzame energiewinning (wind en zon) biedt dit kansen om de A1-zone uit te laten groeien tot een beeldmerk van de Duurzame Maakstad Deventer dan wel Cleantechregio Stedendriehoek.
Het Groen-Blauwe stadsfront en reclame De gewenste parkachtige setting van de A1 zone met doorzichten op de omliggende bedrijven vraagt om een subtiel samenspel van snelweg, groen- en waterelementen, zichtlijnen en bedrijfsbebouwing. Reclame uitingen in de A1-zone zijn ruimtelijk mogelijk, mits ze een vanzelfsprekend onderdeel uitmaken van dit samenspel. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen reclame op gebouwen (of eigen terrein) en reclamemasten in de openbare ruimte.
Reclame op gebouwen De bedrijfsgebouwen rondom de A1 zijn op enige afstand van de snelweg gelegen. Een parkachtige setting vormt in de toekomst de voorgrond. Reclame uitingen aan de gevel, op het dak en/of vrijstaand op eigen terrein kunnen op een vanzelfsprekende manier in het groen-blauwe stadsfront worden ingepast, mits ze integraal deel uit maken van de vormgeving/architectuur van de bebouwing c.q. terreininrichting. Gezien de afstand tussen snelweg en reclame-uitingen én de snelheid van de automobilist vraagt dit wel om specifieke criteria. Deze zijn opgenomen in de ’Reclame- en uitstallingennota Deventer 2015’.
3
Reclamemasten Vanuit het concept Groen-Blauwe stadsfront zijn masten ofwel bouwwerken in de bermen direct langs de A1 niet wenselijk. Dit betekent niet dat er geen reclamemasten mogelijk zijn, maar het stelt eisen aan het aantal, situering, omvang en vormgeving van de masten. Situering & aantal Criteria voor de situering zijn: Niet in het beheergebied van Rijkswaterstaat. In principe staan zij geen commerciële reclame in hun beheergebied toe.* Aan de noordzijde van de snelweg niet in de groenzone tussen de Schipbeek en A1 (overeenkomstig het Masterplan Schipbeek) en aan de zuidzijde niet in de groenzone tussen A1 en eerste lijnbebouwing van het bedrijventerrein A1; een deel van deze groenzone is gerealiseerd in het kader van natuurcompensatie. In verband met een logische samenhang tussen de locatie van de mast en de ligging van bedrijven, die gebruik maken van de reclame- c.q. verwijsmogelijkheid op de mast, is het voorstel om de masten aan de zuidzijde van de A1 binnen een straal van 600m van de aansluiting Deventer Oost en aan de noordzijde binnen een straal van 600m bij de aansluiting Deventer centrum te situeren. De voorkeur gaat uit naar een situering waarbij de masten behalve aan de aansluiting op de A1 ook gekoppeld zijn aan de beide stadsentrees vanaf de A1, te weten Zutphenseweg en Siemelinksweg. Dit betekent tevens dat er in principe twee masten mogelijk zijn. De voorkeur gaat uit naar het plaatsen van de mast op gemeentelijke grond. Behalve mogelijke opbrengsten uit de verhuur van de grond biedt dit de gemeente Deventer de mogelijkheid om te sturen op het gebruik van de reclamemast.
Voorkeurlocaties Op grond van bovenstaande ruimtelijke en economische criteria zijn er twee voorkeurslocaties, te weten: in de driehoek tussen spoor en Siemelinksweg bij de aansluiting Deventer Oost in de driehoek in de oksel van Schipbeek en Zutphenseweg bij de aansluiting Deventercentrum.
*Volgens de Wet beheer rijkswaterstaatswerken (Wbr) is Rijkswaterstaat verantwoordelijk voor het veilig en doelmatig gebruik van auto(snel)wegen. Afleiding in de vorm van visuele informatie kan een veilig gebruik in de weg staan. Een reclamemast is een vorm van deze visuele afleiding. Om te kunnen beoordelen in hoeverre de verkeersveiligheid in het geding is, heeft Rijkswaterstaat het kader “Objecten langs auto(snel)wegen” (KOLA) opgesteld als basis voor vergunningverlening. Voor wat betreft commerciële uitingen wordt in dit kader vastgehouden aan het beleid dat eerder is vastgelegd in de Richtlijn Bewegwijzering: verwijzingen zonder verkeersbelang, zoals reclameborden, zijn niet toegestaan binnen het beheersgebied van de weg met enkele uitzonderingen zoals een bord met een vooraanduiding voor tankstations en de merkaanduiding.
4
Figuur 2: Voorkeurlocaties Reclamemasten A1-zone
Vormgeving De commerciële waarde van een reclamemast wordt in grote mate bepaald door de zichtbaarheid van de mast, waarbij aspecten als de hoogte, het ontwerp, omvang, het aantal schermen, verlichting en aanlichting, alsmede de (bijzondere) architectonische vormgeving en rol speelt: Hoogte Voor de zichtbaarheid van de reclame vanaf de A1 is het van belang dat deze niet wegvalt achter of tegen bebouwing of alleen afhankelijk is van doorzichten op de masten. Dit betekent dat de reclame masten hoger moeten zijn dan de boombeplanting (ca.15-25m), evenals de bestaande en geplande bebouwing. Alleen dan krijgt een reclame een eigen vrij zichtniveau en daarmee een commerciële waarde. Op het nieuwe bedrijventerrein A1 is de maximale bouwhoogte van de eerste lijnsbebouwing 30m en op Kloosterlanden varieert deze van 15 tot 36m langs de Zutphenseweg. Daarnaast worden dit jaar (2015) in de A1-zone twee windmolens met een ashoogte van 85 m en een tiphoogte van 131 gerealiseerd. Het voorstel is daarom om een masthoogte van tussen ca. 40 – 60m toe te staan. Reclamemasten met een dergelijke hoogte staan er nog weinig in Nederland. Ze zullen vooral op relatief grote afstand werken. Omvang, aantal Het aantal en omvang van de reclame-uitingen per mast is afhankelijk van het ontwerp van de mast en de verschijningsvorm van de reclame-uitingen, dynamisch, statisch of een combinatie daarvan.
5
De markt is erg in beweging en beweegt zich van een statische naar een led-gedreven, bewegende reclame-uitingen. De omvang van een dynamisch led-verlichte Tv-reclamebord hangt nauw samen met de hoogte en leesbaarheid van de reclame-uitingen. In Amersfoort staat bijvoorbeeld langs de A1 een geïntegreerde reclamezuil met 3 TV-schermen, die afzonderlijk gericht zijn op een andere richting. Elk Tv-scherm heeft een omvang van 12 bij 9 meter. Bij een mast met statische borden is nu een aantal van circa 6 reclameborden gangbaar. Om te voorkomen dat de hele mast wordt volgehangen is de vuistregel dat ca. een derde van de mastlengte door borden met reclame-uitingen in beslag mag worden genomen. Daarnaast zijn er ook hybride denkmodellen denkbaar, een combinatie van statische borden en ledverlichte dynamische Tv-borden. Tenslotte kan de reclame-uitingen ook verwerkt zijn als een geïntegreerd onderdeel bij het ontwerp van een gebouw. Kortom de markt is voortdurend in beweging. Oriëntatie De reclame-uitingen zijn in eerste instantie gericht op de A1, maar ook reclame-uitingen gericht op de Siemelinksweg en de Zuphenseweg zijn vanuit commercieel oogpunt denkbaar. Hierbij moet wel de bestaande contracten en afspraken ten aanzien van bestaande reclame-uitingen in de openbare ruimte gerespecteerd worden. Verlichting De verlichting en aanlichting maakt integraal deel uit van het ontwerp van de mast. Bij dynamische led–verlichte reclame is de verlichting onderdeel van de reclame-uiting zelf. Statische reclameborden worden veelal indirect aangelicht. De verlichting kan hinder geven voor omwonenden, automobilisten, natuur, piloten etc. Om hinder te voorkomen zullen de masten met de reclame-uitingen moeten voldoen aan de Richtlijn Lichthinder van de Commissie lichthinder NSVV (2014). Daarnaast zijn van toepassing de Richtlijnen voor het Ontwerp van Autosnelwegen (ROA), waarin ook voorwaarden voor omgevingsverlichting zijn aangegeven. Duurzaamheid Bij het ontwerp zal ook getoetst worden op aspecten van duurzaamheid met dan met name ten aanzien van het energieverbruik. Daarom zal er bij het ontwerp ook beoordeeld worden naar mogelijkheden van energiebesparing, zoals bijvoorbeeld door het toepassing van energiezuinige lampen, zonnepanelen, de mogelijkheid tot het dimmen van de verlichting, bijvoorbeeld gedurende de nacht etc.. Architectonische vormgeving Het voorstel is om de masten meer te laten zijn dan de standaard reclamemast met zogenaamde driehoekborden. Door een bijzondere vormgeving vallen masten meer op en daarmee wordt de commerciële waarde groter. Voor Deventer kunnen de masten een positieve bijdrage leveren aan de herkenbaarheid van Deventer, de exposure van Deventer als duurzame Maakstad dan wel Stedendriehoek als Cleantech-regio etc.. Kortom de inzet is om te komen tot een win-winsituatie, waarbij zowel de commerciële waarde, als de meerwaarde voor de stad tot uiting komt in de architectonische vormgeving.
6
Toetsing De vormgeving van de reclamemast zal aan Planadviesraad worden voorgelegd. Op basis van de algemene criteria uit de welstandsnota wordt het ontwerp getoetst. Hierbij is de ambitie om tot een hoogwaardige architectonische vormgeving te komen. Daarnaast is een belangrijke rol voor Rijswaterstaat weggelegd. Het ontwerp zal ook getoetst moeten worden aan aspecten van lichthinder voor het wegverkeer, omwonenden en het spoor. Met name Rijkswaterstaat is hierin een belangrijke partij. Figuur 3: voorbeelden van vormgeving en typen reclamemasten
Eindhoven Brainmarker; https://www.youtube.com/watch?v=KO_bRBzO2l0
7
Doorkijkje: benodigde RO-Procedures en risico-analyse Om zicht te krijgen op de uitvoerbaarheid van het voorgestelde beleid is een eerste risico-analyse uitgevoerd en zijn de belangrijkste benodigde onderzoeken geïnventariseerd. Voor beide voorkeurslocaties zal in ieder geval een bestemmingsplanwijziging nodig zijn om de bouw van een reclamemast mogelijk te maken. De voor deze RO-procedure benodigde onderzoeken kunnen eventueel leiden tot beperkingen met betrekking tot de situering en de bouwhoogte. Naast de standaard onderzoeken maakt de bouwhoogte van 40-60m onderzoek naar een aantal specifieke aspecten noodzakelijk. Dit geldt in het bijzonder voor de oostelijke locatie bij de aansluiting centrum vanwege de ligging in een laagvlieggebied, luchtzijdig gebruik vanaf het vliegveld Teuge, vrijwaringscontour rond de KPN-mast aan de Teugseweg, radarverstoring, etc. Een quick scan risicoanalyse ten aanzien van de uitvoerbaarheid laat het volgende zien: - externe veiligheid in geval van betreding door mensen van de mast; er zal een faalberekening nodig zijn o.a. ook in relatie tot de geplande windturbines; en vooral bij de locaties rond de aansluiting Deventer Centrum zijn veel risicobronnen in de omgeving. Een eerste analyse laat zien dat voorkeurgebieden buiten de 10-6- contour externe veiligheid liggen. - natuurtoets ; hierbij spelen aspecten zoals beïnvloeding fouarageer- en trekroutes, impact (obstakel) verlichting; Hoewel er geen bewegende delen zijn, de voorkeurlocaties buiten de Natura 2000 gebieden liggen, dienen de gevolgen van lichtuitstraling op verstoring voor uilen, vleermuizen e.d. verder onderzocht te worden. - laagvlieggebied voor oefenlandingen; In de uiterwaarden langs de IJssel is het z.g. simulated forced landing area Deventer gelegen. Dit is een gebied waar voorzorglandingen kunnen worden geoefend, waarbij vliegtuigen tot 100 voet (33m) kunnen dalen. Het westelijke zoekgebied voor reclamemasten ligt binnen dit gebied en is dus een kritisch onderwerp voor de westelijke voorkeurlocatie en dient nader afgestemd te worden met Inspectie Leefomgeving en Transport van het ministerie I & M. De Luchtverkeersleiding Nederland, die gaan over een ongestoorde werking van de communicatie-, navigatie- en surveillanceapparatuur heeft aangegeven dat de plangebieden niet binnen de invloedsfeer liggen. - luchtzijdig gebruik vanaf luchthaven Teuge en de GPS aanvliegroute over Deventer. Doordat de hoogte van 60 meter lager is dan de hoogte van de winturbines en de KPN-mast aan de Teugseweg zal de hoogte van 60 meter naar verwachting niet tot onoverkoombare belemmeringen leiden. - Er geldt een 600m vrijwaringscontour rond de Alticom-mast aan de Teugseweg, die door de KPN gebruikt wordt. De westelijke locatie ligt dus binnen de aandachtgebieden voor de vrijwaringsgebieden. Punt van zorg is in hoeverre een reclamemast het zendbereik van het verzorgingsgebied van de KPN nadelig beïnvloedt en wat nog acceptabel. Het ontwerp zal dus getoetst worden op de eventuele verslechtering van de kwaliteit van de FM-zenders en kwaliteit van digitale televisie door de nabije ligging nabij de straalpaden.
8
Figuur 4. Ligging straalpaden zendmast -
-
-
-
In geval van een uitkijkplatform zal het ontwerp van de reclamemast getoetst worden of de veldsterkte ter hoogte van het uitkijkpunt voldoet aan de voor het publiek toelaatbare waarden. Ook het (dis) functioneren van de led-verlichting op de westelijke reclamemast als gevolg van de zendstraling van de zendmast zal onderzocht worden en is onderdeel van de toetsing van het ontwerp. Radarverstoring (defensie) dynamisch en statisch. Het westelijk deel van het buitengebied is gelegen in het radarverstoringsgebied van de radar Nieuw Milligen. Ter voorkoming van radarverstoring gelden hier beperkingen ten aanzien van de hoogte van gebouwen en bouwwerken. Voor nieuw te bouwen gebouwen en bouwwerken die hoger zijn dan 45 m boven maaiveldhoogte dient een radarverstoringsonderzoek uitgevoerd te worden. Als deze gebouwen een vermindering van het radarbereik van meer dan 10% tot gevolg hebben, worden deze gebouwen en bouwwerken niet toegestaan. Gezien het feit dat de veel hogere windturbines geen onacceptabele verstoring van de radardekking tot gevolg had is het aannemelijk dat hier geen problemen komen. Voor de uiteindelijk te kiezen locaties voor reclamemasten zal een historisch bodemonderzoek noodzakelijk zijn om te bepalen of er in het verleden voor bodemverontreiniging verdachte activiteiten hebben plaatsgevonden. Onderzoek windblokkerende effecten voor bestaande windturbines. De voorkeurlocatie voor de westelijke reclamemast ligt op circa 320 meter van de westelijke windturbine en de oostelijke voorkeurlocatie voor de reclamemast is op 2600 meter van de oostelijke windturbine gelegen. Het definitieve ontwerp zal getoetst worden op de eventuele windblokkerende effecten voor de bestaande twee windturbines. Dit zal onderzocht moeten worden door de initiatiefnemer van de reclamemasten. 9
Samenvattend is te concluderen dat - op basis van een quick scan - er op het eerste gezicht (nog) geen belemmeringen lijken te zijn, die de ontwikkeling van de twee voorkeurlocaties met masten van 40-60m onmogelijk maken. Een aantal kritische inpassingonderzoeken moet hierover definitief uitsluitsel geven, in het bijzonder voor de westelijke locatie. Dit kan eventueel tot aanpassing van de gewenste hoogte/situering van de reclamemast leiden. De ontwikkelingsrisico’s liggen bij de initiatiefnemers.
Afstemmingsoverleg RWS Vanuit vooral verkeersveiligheid worden door Rijkswaterstaat eisen gesteld aan situering, verlichting, veiligheid, etc. Bij de uitwerking van de masten en reclame-uitingen zal afstemming met RWS moeten plaats vinden.
Verdienmodel Kortweg komt het verdienmodel neer op het verhuren van de ondergrond door de gemeente en de bouw en de exploitatie van de mast door derden. De mogelijke opbrengstwaarde van een mast is afhankelijk van het soort mast, de soort reclames, de duur van de overeenkomst etc. Een en ander zal ook afhankelijk zijn van de gemeentelijke eisen ten aanzien van de met de vormgeving samenhangende bouwkosten en de vertaling daarvan in de erfpachtsom bij de ondergrond. Een reclamemast met een bewegende Tv led-reclame brengt naar verwachting zo’n € 40.000 a 50.000 per jaar huur op. De verwachting is dat statische reclamezuil daar onder ligt. Een en ander is ook afhankelijk van het ontwerp, aantal reclame-uitingen/schermen, de lokale markt, de economische conjunctuur en de scherpte in de onderhandelingen zelf.
Voorstellen: 1. In de A1-zone maximaal twee reclamemasten in principe mogelijk te maken op de aangegeven voorkeurlocaties in de oksel A1/Zutphenseweg en oksel A1/Siemelinkseweg op gemeentelijke grond, onder de voorwaarden dat: 2. een hoogwaardige architectonische vormgeving, wordt nagestreefd, waarbij zowel de commerciële meerwaarde als de meerwaarde voor de voor de stad Deventer tot uitdrukking komt. 3. Waarbij de opgestelde richtlijnen met betrekking tot de vormgeving (hoogte, omvang, verlichting, architectuur) als uitgangspunt voor uitwerking wordt genomen en 4. waarbij de geïnventariseerde planologische ontwikkelingsrisico's bij de initiatiefnemers liggen. 5. Dit deeladvies samen met de deeladviezen met betrekking tot reclame op rotondes en het reclamebeleid op Tv-schermen in de inspraak te brengen.
10