MEC-V Rottedijk 10a 2751 DJ Moerkapelle Tel : (0795) 933 882 E-mail :
[email protected]
Realisatie van de projectorganisatie voor het MEC-V haalbaarheidsonderzoek Multi Energy Concept - Vierpolders: fase 1
Versie 2
Datum:
21 september-2009
© Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van MEC-V. No part of this publication may be reproduced in any form by print, photo print, microfilm or any other means without written permission of MEC-V.
MEC-V fase 1
Colofon Titel (& ondertitel)
Referentie, versie Datum Opdrachtgever Project Auteur Co-auteurs
Contactpersoon
: Realisatie van de projectorganisatie voor het MEC-V haalbaarheidsonderzoek Multi Energy Concept - Vierpolders: fase 1 : 090727 mec-v cm rapportage fase 1 v2 : 21 september 2009 : Provincie Zuid-Holland : Multi Energy Concept - Vierpolders : Koen Hellebrand (IF-WEP) Bas de Zwart (IF-WEP) Kees van der Zalm (Visser & Smit Hanab) Cees Moerman (Coöperatie Agrimaco U.A.) : Teun Biemond (Coöperatie Agrimaco U.A.)
MEC-V, sustainable and future-proof
Pag. 2 / 42
MEC-V fase 1
Inhoudsopgave 1 ...... Samenvatting........................................................................................................................5 2 ...... Projectscope MEC-V ..............................................................................................................9 2.1 2.2 2.3 2.4
Aanleiding haalbaarheidsonderzoek .................................................................................................. 9 Achtergrond ...................................................................................................................................... 9 Visie glastuinbouw Vierpolders, MEC-V ............................................................................................ 10 Doelstelling MEC-V .......................................................................................................................... 12
3 ...... State of the art tuinbouw energie .......................................................................................13 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
T4P restwarmte project................................................................................................................... 13 Warmte Kracht Koppeling................................................................................................................ 14 Geothermie ..................................................................................................................................... 16 Hoge Temperatuur-opslag ............................................................................................................... 18 Warmte- en CO2 web ....................................................................................................................... 21
4 ...... Subsidiemogelijkheden .......................................................................................................24 5 ...... Stakeholder analyse............................................................................................................26 5.1 5.2
Stakeholderanalyse ......................................................................................................................... 26 Voorlopige resultaten stakeholder analyse ...................................................................................... 29
6 ...... Offerte haalbaarheidsanalyse fase 2d .................................................................................30 6.1 6.2 6.3
Opbouw aanbieding......................................................................................................................... 30 Werkzaamheden tot eind september 2009....................................................................................... 31 Werkzaamheden fase 2d ................................................................................................................. 32
7 ...... Bijlagen...............................................................................................................................42
MEC-V, sustainable and future-proof
Pag. 3 / 42
MEC-V fase 1
1
Samenvatting
Voorliggend rapport, MEC-V fase 1, beschrijft het projectvoorstel voor het uitvoeren van het haalbaarheidsonderzoek MEC-V fase 2d. Waarom MEC-V De Provincie Zuid-Holland streeft naar verduurzaming van de economische activiteiten in de glastuinbouw. Hiertoe is op initiatief van Agrimaco in opdracht van de provincie Zuid-Holland begin dit jaar gestart met het onderzoek naar de haalbaarheid en de organisatie van een Multi Energy Concept voor de glastuinbouw in Vierpolders (MEC-V). Bij de start van dit initiatief heeft afstemming met Coöperatie T4P (Tinte Vierpolders) plaatsgevonden. Zowel de gemeente Brielle en T4P hebben hun goedkeuring gegeven aan het samenwerkingsverband MEC-V bestaande uit Agrimaco, IF-WEP en Visser & Smit Hanab (VSH). Gestreefd wordt om voor het glastuinbouwgebied Vierpolders met behulp van een Multi Energy Concept (MEC-V) een toekomstbestendig en duurzaam concept neer te zetten. Het MEC-V concept is gebaseerd op hoge temperatuur opslag (HTU) in de bodem op een diepte van circa 215 m-mv en een geothermische installatie in combinatie met een warmte- en CO2 web naar verschillende glastuinbouwbedrijven. Op het
warmteweb wordt in eerste instantie geothermie bron aangesloten overschotwarmte van WKK bedrijven en kunnen in de toekomst allerlei andere warmtebronnen zoals vergisters worden aangesloten, die vervolgens jaarrond benut kunnen worden. De voordelen van MEC-V zijn dan ook als volgt te ‘pinpointen’: laagdrempelige en continue innovatie en verduurzaming door maximale bedrijfstijd; verminderd individueel bedrijfsrisico bij overschakeling naar duurzame energie; duurzame energieconcepten zijn eerder rendabel te maken; fossiele brandstof wordt minder ingezet; en restwarmte wordt eerder aantrekkelijk. Het MEC-V concept zal bijdragen aan een aanzienlijk vermindering van het gebruik van fossiele energie. Het financieel voordeel voor de glastuinbouwbedrijven met MEC-V is gecalculeerd op gemiddeld 25% besparing op de energiekosten ten opzichte van het huidige concept voor de glastuinbouw. Daarnaast kan de reductie in CO2 emissie middels MEC-V oplopen voor het in de studie betrokken glasareaal in Vierpolders tot ongeveer30 kton per jaar. Hierbij gaat het om ca 25 ha nieuw glas en 50 ha bestaand glas. Uitgevoerde onderzoeken MEC-V Het haalbaarheidsonderzoek naar de toepassing van het MEC-V concept is inmiddels opgestart. Projectfasen 2a en 2b zijn afgerond en van 2 c wordt de rapportage medio september besproken. In fase 2a is onderzocht
MEC-V, sustainable and future-proof
Pag. 5 / 42
MEC-V fase 1
of warmteopslag vanuit technisch en financieel oogpunt interessant kan zijn om te worden gekoppeld aan MECV. In fase 2b is gerekend aan de te behalen financiële en milieu voordelen met het concept maar ook voor de individuele tuinders. Fase 2c is in concept afgerond en betreft een detailonderzoek naar de mogelijkheden van geothermie op de projectlocatie en levert na afronding een belangrijke input voor fase 2d. Het project MEC-V is aanbeland in fase 2d. Deze fase kan worden gekenmerkt als een completering, aanscherping en verfijning van de verkregen resultaten van fase 2a, b en c. Fase 2d, Haalbaarheidsonderzoek MEC-V Voordat een omvangrijk en complex project als MEC-V gerealiseerd kan worden, is het noodzakelijk om een gedegen haalbaarheidsonderzoek uit te voeren. Het haalbaarheidsonderzoek MEC-V zal bestaan uit verschillende projectonderdelen. De volgende projectonderdelen zullen in het onderzoek worden uitgewerkt. 1. effecten ondiepe en diepe HT opslag; 2. voorontwerp geothermische installatie; 3. warmte en CO2 web; 4. technische en energetische uitwerking MEC-V; 5. economische analyse 6. pilot project en juridische aspecten; 7. subsidies en regelingen; 8. organisatie;
9. 10. 11.
stakeholder analyse en communicatieplan; risico management; en conclusies en aanbevelingen.
In het haalbaarheidsonderzoek wordt het MEC-V concept (de ondiepe warmteopslag, de geothermie, het warmte- en CO2 web, de warmte en CO2 stromen naar de glastuinbouwbedrijven) geoptimaliseerd op basis van de verkregen resultaten uit eerdere onderzoeksfasen. Het onderzoek zal inzicht geven in de technische en financiële voordelen van het MEC-V concept voor de individuele tuinders en andere stakeholders. Ook zal duidelijk zijn welk milieuvoordeel wordt behaald en of het concept juridisch kan worden toegepast. Er wordt een voorstel gedaan op welke wijze het project het beste organisatorisch kan worden opgezet en op welke subsidies een beroep kan worden gedaan. Het onderzoek geeft ook inzicht in de nog mogelijk aanwezige risico’s en hoe deze kunnen worden beheerst of geminimaliseerd. Op basis van de resultaten van het bovenomschreven haalbaarheidsonderzoek, beschikken de investerende partijen over voldoende kennis om een weloverwogen keuze te kunnen maken voor het wel of niet verder gaan met MEC-V: het uitwerken van een zeer volledig businesscase en mogelijk later ook de realisatie van dit duurzame en toekomstbestendige concept. De kosten voor de afronding van het haalbaarheidsonderzoek, fase 2d. zijn door de
MEC-V, sustainable and future-proof
Pag. 6 / 42
MEC-V fase 1
werkgroep MEC-V geraamd op € 310.000 exclusief BTW. Een uitgebreide omschrijving van de werkzaamheden is opgenomen in het rapport. Het omschreven haalbaarheidsonderzoek is noodzakelijk om transparantie, vertrouwen en draagvlak te creëren bij geïnteresseerde investeerders en om met de ontwikkeling en realisatie van MEC-V een stap voorwaarts te kunnen gaan. Werkzaamheden haalbaarheidsonderzoek Volledige uitwerking haalbaarheid diepe HT Diepe warmteopslag wordt toegepast in een diepere formatie (500 m > -mv) met andere eigenschappen en dit heeft invloed op invloed op het energieconcept. In dit onderzoek wordt in het belang van het maken van een bestuurlijke afweging bij de provincie Zuid-Holland naast de ondiepe ook voor zover als technisch mogelijk de diepe variant onderzocht. Financiering onderzoek fase 2d Provincie Zuid-Holland Fasen 2a, 2b en 2c (in afronding) hebben een budget van k€ 145. Totale begroting van fase 2 bedraagt derhalve k€ 455. Bijdrage PZH: voor fasen 2a, 2b en 2c heeft PZH k€ 65 aan voorschotten verstrekt; de provincie Z-H heeft aangegeven 50% te willen bijdragen aan fase 2, derhalve k€ 227,5; en minus voorschotten ad k€ 65 resteert nog bij te dragen k€ 162,5.
Bijdragen overigen € 86.250 subsidie Productschap Tuinbouw uitgaande van positief besluit op 28 september 2009; en € 61.250 overige stakeholders Voor het Productschap is draagvlak bij de tuinders en LTO / Glaskracht van groot belang evenals kennis ontwikkeling en de toepassingsmogelijkheden van deze kennis voor andere tuindergroepen. De stakeholders zijn (zie ook hoofdstuk 6) onder andere de tuinders, werkgroep MEC-V, Visser & Smit Hanab, de gemeente Brielle en OCAP. Onderzoekstraject fase 2d De toekenning van de PT-subsidie is nog niet zeker, op 29 september wordt hier uitspraak over gedaan. Indien de subsidie niet wordt toegekend zal in overleg tussen de Provincie en de stakeholders gezocht moeten worden naar een alternatieve financiering om het onderzoek 2d in zijn volledigheid uit te kunnen voeren. Vanwege de onzekerheid rondom de PT-subsidie wordt aanbevolen om de werkzaamheden in het kader van het onderzoek 2d op te splitsen in twee delen: werkzaamheden tot eind september; en werkzaamheden na september (rest van het beschreven haalbaarheidsonderzoek) In de periode tot eind september worden alleen de werkzaamheden met hoge prioriteit uitgevoerd die
MEC-V, sustainable and future-proof
Pag. 7 / 42
MEC-V fase 1
noodzakelijk zijn voor de voortgang van het MEC-V concept. De focus van de werkzaamheden ligt op het onderzoek naar de effecten van ondiepe en diepe hoge temperatuuropslag, de aanvraag van het pilotproject "ondiepe" HT opslag en aanvragen van de subsidie Productschap Tuinbouw. Verder wordt in deze periode een aanzet gedaan voor het verfijnen van het energieconcept en de financiële rekenmodellen op basis van de nieuwe inzichten uit fase 2c. Om de vinger aan de pols te houden en om inzicht te kunnen geven over de haalbaarheid van het MEC-V concept op basis van nieuwe inzichten uit fase 2c, worden de berekeningen uit fase 2a en 2b (energetisch en financieel) op hoofdlijnen herzien. De begroting voor de werkzaamheden tot medio september, komt neer op een bedrag van € 77.500, exclusief BTW. Voorgesteld wordt om deze kosten 50/50 te verdelen tussen Provincie Zuid-Holland en de stakeholders. Derhalve elk € 38.750.
Noodzaak tot voortgang De noodzaak om het besluit van PT niet af te wachten ligt enerzijds in het feit dat het huidige fiscale / subsidie stelsel eind 2010 afloopt. Om deze deadline te halen is uitstel van het onderzoek nu niet verstandig omdat daarmee de reservetijd tot eind 2010 nu al wordt verspeeld. Daarnaast is het - om MEC-V succesvol te maken - erg belangrijk om resultaten en voortgang van het project te kunnen communiceren met de geïnteresseerde en onmisbare tuinders, zodat zij niet voor een andere oplossing zoals WKK kiezen. Dit geldt in het bijzonder voor de tuinders, die zich op het nieuwe Glaspark 4P oriënteren. In volgende hoofdstukken wordt het doel van MEC-V, het concept en de middelen nader omschreven.
Het onderzoek tot eind september zal naar de PZH als het ware op zich zelfstaand geheel worden verantwoord in een bondige rapportage. Het resultaat van het eerste deel van fase 2d kan tevens worden gezien als een extra ijkmoment.
MEC-V, sustainable and future-proof
Pag. 8 / 42
MEC-V fase 1
2 2.1
Projectscope MEC-V Aanleiding haalbaarheidsonderzoek
De Provincie Zuid-Holland streeft naar verduurzaming van de economische activiteiten. Op initiatief van Agrimaco is in opdracht van de provincie Zuid-Holland begin dit jaar gestart met het onderzoek naar de haalbaarheid en de organisatie van een Multi Energy Concept in Vierpolders. Bij de start van dit initiatief heeft afstemming met Coöperatie T4P plaatsgehad. Zowel de gemeente Brielle en Coöperatie T4P hebben hun goedkeuring gegeven aan het samenwerkingsverband MEC-V bestaande uit Agrimaco, IF-WEP en Visser & Smit Hanab (V&SH). MEC-V kan bijdragen aan een aanzienlijk vermindering van het gebruik van fossiele energie, een hogere energie efficiency en een grote CO₂ emissie reductie.
2.2
Achtergrond Glastuinbouwgebied Vierpolders en Tinte Vierpolders is een dorp in de gemeente Brielle, gelegen in het Voornse deel van het Zuid-Hollandse eiland Voorne-Putten. Ten noorden, westen en zuidwesten van het dorp zijn kleine glastuinbouwconcentratiegebieden gelegen. Deze gebieden vormen samen het
glastuinbouwgebied Vierpolders. De gemeente Brielle heeft de afgelopen jaren de verspreid liggende glastuinbouwbedrijven gesaneerd. Hierdoor kan het concentratiegebied Vierpolders met 20 – 25 ha glas worden uitgebreid. Op enkele kilometers ten westen van Brielle (en bij het gehucht/dorpje Tinte, in de gemeente Westvoorne), ligt het glastuinbouw intensiveringgebied Tinte. De gemeente Westvoorne is voornemens om de verspreide glastuinbouwbedrijven te saneren en te herstructureren. Er wordt hiermee ruimte gecreëerd voor ca 50 ha nieuwe glastuinbouwbedrijven. Beide glastuinbouwgebieden vormen in allerlei opzichten (sociaal economisch, cultuur, organisatie, keten, etc.) eigenlijk één glastuinbouwgebied. Zo zijn velen aangesloten bij de Inkoopvereniging en bij coöperatie T4P die verduurzaming van de Voornse tuinbouw als doel heeft. Kengetallen (afgerond) In het glastuinbouwgebied Vierpolders zijn thans twintig tuinders gevestigd met ca 65 ha glas en tien WKK’s met een vermogen va twintig MW. Er is 35 ha uitbreidingsruimte. Het glastuinbouwgebied Tinte is twee keer zo groot. Noodzaak tot verduurzaming Verduurzaming is een dominant thema in de glastuinbouw. Vanuit de triple P gedachte kunnen een
MEC-V, sustainable and future-proof
Pag. 9 / 42
MEC-V fase 1
aantal aspecten worden genoemd waarom verduurzaming belangrijk kan zijn: • People: o arbeidsomstandigheden; o huisvesting buitenlandse seizoensarbeiders; en o robotisering – werkgelegenheid. • Planet: o landschap; o energie; en o water. • Profit: o marktontwikkeling tuinbouwproducten (overproductie – marktafstemming); o internationale concurrentiekracht – kostprijs; o beschikbaarheid en kosten vestigingslocaties; en o duurzaamheidcertificering (foodmiles, carbon food printing, MPS). Inzoomend op het duurzaamheidthema energie zijn de belangrijkste drijfveren kostenbesparing en vermindering CO2 uitstoot. Het marketing perspectief van duurzame energie wordt nog niet of nauwelijks benut. De Voornse tuinbouw heeft in 2006 en 2007 als Coöperatie T4P (waar in eerste instantie alle tuinders uit de doelgroep binnen de glastuinbouwgebieden lid van waren) zwaar geïnvesteerd in het restwarmteproject T4P (zie paragraaf 3.1).
Probleem van verduurzaming glastuinbouw Een generiek probleem bij verduurzaming is dat het ten opzichte van een conventionele energievoorziening (gebaseerd op gas) in welhaast alle gevallen de volgende kenmerken heeft: een hogere initiële langere termijn investering met dito hoge vaste kosten die terugverdiend moet worden door (veel) lagere variabele kosten (goedkope, duurzame = niet fossiele, brandstof); en een groter marktrisico, omdat de grondstofprijzen van niet fossiele brandstoffen fluks kunnen variëren (en in de veelal volledig vrije markt sterk kunnen stijgen bij gewijzigde vraag / aanbod verhouding). Hierdoor kan de concurrentiepositie van de tuinder t.o.v. zijn collegae sterk verslechteren. Deze risico’s kunnen verminderd worden wanneer een technische en financieel interessante oplossing wordt gezocht voor een glastuinbouwgebied, die aansluit op de behoeften van de verschillende lastuinbouwbedrijven en waarbij de risico’s niet op een individueel bedrijf terecht komen. Dit vormt de kern van het Mulit Energy Concept Vierpolders (MEC-V concept).
2.3
Visie glastuinbouw Vierpolders, MEC-V Middels MEC-V is het mogelijk om allerlei (Multi) energieconcepten relatief eenvoudig te koppelen aan het concept op het moment dat ze aantrekkelijk worden. Vanaf aansluiting kunnen de concepten tegen
MEC-V, sustainable and future-proof
Pag. 10 / 42
MEC-V fase 1
een maximale bedrijfstijd ingezet worden, waardoor de - in principe hoge - vaste kosten geminimaliseerd kunnen worden. Kern van MEC-V is een warmte- en CO2-web gecombineerd met HT-opslag (hoge temperatuur) als seizoensbuffer. De HT-opslag vindt plaats op een diepte van circa 200 tot 700 m diepte. Bij MEC-V wordt in eerste instantie uitgegaan van CO2 levering via OCAP. Zo mogelijk kan dit worden aangevuld worden met bijvoorbeeld CO2 uit vergisting, hierbij vormt de kwaliteit van de CO2 een belangrijk aandachtspunt. Voor de opzet van het web geldt: zo klein als mogelijk en zo groot als nodig. Voor het warmte web wordt gedacht aan ongeveer vier bedrijven. Voor het CO2 web zal het aantal mogelijk twee keer zo groot en ongeveer acht gaan bedragen. Op het warmteweb kunnen allerlei warmtebronnen worden aangesloten die vervolgens jaarrond benut kunnen worden. Onderstaand zijn mogelijk warmtebronnen weergegeven: aardwarmte; WKK’s (die ’s zomers warmte over hebben); thermofiele vergisters; composteringsinstallaties (met wellicht een aansluiting op zowel WKO als op het warmteweb); biomassa verbranders; restwarmte; enzovoorts (bijvoorbeeld in de toekomst vergassers en pyrolyse installaties; een overschot aan
elektriciteit van windmolens kan in de vorm van warmte worden opgeslagen). Het MEC-V concept biedt de mogelijkheid om met de juiste automatisering een continue optimalisatie (zowel economisch als qua CO2 uitstoot) plaats te laten vinden tussen de diverse warmte en CO2 bronnen. Bij toepassing van het warmte en CO2 web is het individuele bedrijfsrisico kleiner omdat het investeringsrisico in een duurzame energie-installatie gedeeld wordt door alle aangeslotenen (al dan niet via een energiebedrijf dat het beheer eventueel op zich genomen heeft). Het concept wordt op relatief kleine schaal als één schakel / kraal opgestart. Indien deze startinvestering kan worden terugverdiend, dan is het mogelijk om het concept autonoom uit te breiden door steeds meer mini webs aan te sluiten, het zogenaamde kralen rijgen. In het meest ultieme geval kunnen andere potentiële restwarmte bronnen, zoals de Botlek, gekoppeld worden omdat dan alleen nog maar de uitkoppeling en transport de investeringsdrempel bepalen. De voordelen van MEC-V zijn dan ook als volgt te ‘pinpointen’: laagdrempelige en continue innovatie en verduurzaming door maximale bedrijfstijd; vermindering individueel bedrijfsrisico bij overschakeling naar duurzame energie middels het MEC-V concept;
MEC-V, sustainable and future-proof
Pag. 11 / 42
MEC-V fase 1
-
2.4
duurzame energieconcepten zijn eerder rendabel te maken; fossiele brandstof wordt minder ingezet (elke vijf minuten wordt geoptimaliseerd); en restwarmte wordt eerder aantrekkelijk.
Doelstelling MEC-V Het boogde MEC-V concept betreft het op gang brengen van een majeure ontwikkeling middels kleine stappen. Om MEC-V te kunnen uitvoeren moet financieel draagvlak worden gevonden. Om investerende partijen te kunnen overtuigen van dit duurzame en toekomstbestendige concept moet gedegen onderzoek worden uitgevoerd.
In fase 2d, haalbaarheidsonderzoek MEC-V, wordt ook aandacht besteed aan het vormen van een consortium (wat geheel of gedeeltelijk kan bestaan uit het consortium dat fase 2 in dit rapport offreert) en een projectorganisatie dat aan de realisatie van het concept MEC-V gaat werken middels het uitwerken van een businessplan (fase 3). In fase 2d is inbegrepen het inventariseren van de financieringsmogelijkheden voor MECV-fase 3 en 4, het onderzoek naar de definitieve technisch en energetische haalbaarheid en de subsidiemogelijkheden bij realisatie van aardwarmte benutting, hoge temperatuur opslag en het benodigde energie en CO₂ web. Het resultaat van fase 2d is een beslisdocument voor investeerders in het businessplan (fase 3).
Het haalbaarheidsonderzoek MEC-V bestaat uit verschillende fasen. Voorliggend rapport (fase1) beschrijf het projectvoorstel voor het volledige haalbaarheidsonderzoek fase 2d. De voorafgaande fase 2a, b en c vormen bouwstenen voor fase 2d en zijn reeds afgerond of in afronding. Na oplevering van fase 1, het bijeenbrengen van een consortium, wat bereid is 50% van het haalbaarheidsonderzoek te financieren, kan met steun van de PZH voor de aanvullende 50% financiering, overgegaan worden tot fase 2d.
MEC-V, sustainable and future-proof
Pag. 12 / 42
MEC-V fase 1
3
State of the art tuinbouw energie
Voor het bereiken van een verduurzaming van de glastuinbouw in Vierpolders wordt gedacht aan de toepassing van het MEC-V concept. Toepassing zal leiden tot aanzienlijke vermindering van het gebruik van fossiele energie, een hogere energie efficiency en een grote CO₂ emissie reductie. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de voorloper, en deels overlappend project T4P, de toepassing van WKK, van warmteopslag, van geothermie en het warmte- en CO2 web.
3.1
T4P restwarmte project Historie Het restwarmteproject T4P was een samenwerking (50/50 joint venture) tussen Visser & Smit Hanab BV en Coöperatie T4P. Het concept voor T4P kan in het kort worden omschreven als het uitkoppelen van restwarmtestromen en CO2 uit de Botlek om deze te transporteren naar en te distribueren binnen het glastuinbouwgebied. Het concept had als doel verduurzaming van het glastuinbouwgebied.
In 2006/2007 is het vergevorderde onderzoek (een business plan) voor geheel Vierpolders en Tinte (alle glastuinbouw op Voorne Putten) in een vergevorderd stadium gestaakt. Een aantal omstandigheden werkten niet mee om het project door te zetten. Er werd mede onder druk van de financierende banken voor korte termijn zekerheid van de WKK gekozen in plaats van lange termijn duurzaamheid gekozen. Verder was de lange termijn glastuinbouwvisie voor West Voorne niet duidelijk. Op grond van onvoldoende deelname is toen de financiering voor het onderzoek naar het T4P concept met een warmte- en CO2 web, gestopt. In bijlage A is een inventarisatie van potentiële participanten (A-2)voor T4P weergegeven en een lay out van de deelnemende bedrijven (A-1) met de locatie waar deze bedrijven globaal aangesloten zouden worden in het netontwerp. Tot op de dag van vandaag wordt door de aanvrager van de toegezegde subsidies (UKR en een realisatiesubsidie van provincie Zuid-Holland) de rapportage periodiek ingediend omdat hier nog steeds kansen worden gezien. In het najaar staat een up date van de voortgangsrapportages op het programma waarbij provincie Zuid-Holland en Senter Novem betrokken zullen zijn. Als het voorliggende MEC-V project voor verduurzaming van de warmte en CO2 voorzieningen in Vierpolders voldoende omvang en haalbaarheid kent, is de verwachting dat de
MEC-V, sustainable and future-proof
Pag. 13 / 42
MEC-V fase 1
ontwikkeling van Vierpolders, in een kleinere vorm dat de oude T4P projectomvang door kan gaan.
3.2
Warmte Kracht Koppeling In deze paragraaf wordt het belang en de ontwikkeling van de warmte kracht koppeling (WKK) toegelicht. Hierbij wordt ingegaan op aspecten als het gebruik van de WKK, de opbrengst en het belang van deze toepassing. Een uitgebreidere uitleg over de WKK in overeenstemming met de zienswijze vanuit LTO Glaskracht in 2008 is opgenomen in bijlage B.
Voor inzicht in de huidige omvang van het project “MEC-V Vierpolders”, wordt verwezen naar de rapportage van fase 2a en 2b van zomer 2009, die voor provincie Zuid-Holland zijn opgesteld. In de bestuurde projectomvang van 2009 voor Vierpolders zijn de scenario’s A t/m F gedefinieerd om daaruit de beste optie te zoeken voor de start van MEC-V.
Groei van het WKK-vermogen De groei van WKK over het afgelopen decennium en de verwachte groei van WKK in de glastuinbouw is in onderstaande grafiek weergegeven (prognose 2008). 5000 4500 4000 3500
Tuinders eigen beheer
3000
Energiebedrijven bij tuinders
Om het project MEC-V niet te belemmeren is vastgesteld dat de projecten organisatorisch niets met elkaar van doen hebben. Wat betreft financiering is besproken dat bij doorgang van project MEC-V mogelijk een deel van het eigenlijke budget voor T4P kan worden benut.
2500 2000 1500 1000 500
ja
ja
n92 n9 ja 3 n9 ja 4 n9 ja 5 n96 ja n9 ja 7 n98 ja n9 ja 9 n00 ja n0 ja 1 n0 ja 2 n03 ja n0 ja 4 n05 ja n0 ja 6 n07 ja n0 ja 8 n09 ja n1 ja 0 n11 ja n12
0
Het huidige overblijvende areaal voor de “potentie warmteleidingen” in het netontwerp voor MEC-V Vierpolders is in bijlage A-3 weergegeven.
Figuur 3.1:
Ontwikkeling WKK in de glastuinbouw (prognose 2008).
MEC-V, sustainable and future-proof
Pag. 14 / 42
Opgesteld WKK vermogen januari [MWe]
Toekomst T4P Inmiddels is door MEC-V met het bestuur van T4P besproken wat de mogelijke inpassing van T4P kan zijn in de nieuwe situatie. Het bestuur van T4P is positief over het project MEC-V. Er wordt beseft dat er beter gestart kan worden met een eerste kraal in het energienetwerk, dan dat gewacht wordt op de oude omvang van potentiële deelnemers.
MEC-V fase 1
De groei van de toepassing van WKK’s past in het beeld dat tuinders meer WKK vermogen willen opstellen met grotere buffers om daarmee te streven naar het minimaliseren van warmte uit de ketel in verband met de hoge gasprijs in 2008. De ontwikkeling van de WKK is afhankelijk van o.a. de spark spread, de gasprijs, de ontwikkeling van energiebesparing in de glastuinbouw. Opbrengst (Spark spread) De spark spread is het verschil tussen de opbrengst van elektriciteit en warmte uit een WKK en de kosten voor gas (zie ook bijlage B). Uit de spark spread moeten de rente en afschrijving en de overige kosten zoals onderhoud en beheer worden bekostigd. De opbrengst van de WKK is sterk afhankelijk van de grillige gasprijs, de kosten voor inkoop van CO2 en concurrentie op de elektriciteitsmarkt. Maatschappelijk belang van WKK Glastuinbouw Naar verwachting wordt in 2009 wordt 40% van de elektriciteitsopwekking voor huishoudens in Nederland verzorgd met WKK’s. In 2010 zal dit percentage naar verwachting toenemen tot ca. 60%. De WKK’s zijn een onlosmakelijk onderdeel van het Nederlandse energiesysteem. Van deze 40% in 2009 neemt de WKK in de glastuinbouw ongeveer een derde voor haar rekening. Dankzij WKK in de glastuinbouw wordt, in de uren dat stroom duur is, extra stroom geproduceerd. Hierdoor kunnen de (consumenten)prijzen voor elektriciteit worden verlaagd. (Bron: LTO Noord Glaskracht)
De WKK kan tevens uitstekend in combinatie met andere duurzame toepassing worden ingezet. De WKK is voor de tuinbouw een zeer rendabele techniek, naast elektriciteit komt bij het proces ook warmte en CO2 vrij. Deze producten kunnen binnen de glastuinbouw allemaal worden benut. Dit maakt de toepassing van de WKK zeer aantrekkelijk. Daarnaast is de productie van elektriciteit met wind en zonne-energie weersafhankelijk en moeilijk voorspelbaar. Vanuit betrouwbaarheidsoogpunt groeit derhalve de behoefte van flexibele en beheersbare productie van elektriciteit om pieken en dalen op te vangen. De WKK biedt daarom een perfecte combinatie met het groeiende vermogen windenergie en zonne-energie. WKK Glastuinbouw heeft een zeer hoog rendement door nuttig gebruik van warmte en CO2. Warmte wordt voor circa 95% gebruikt voor verwarming van de kassen en CO2 wordt benut als meststof voor de planten. De totale CO2 reductie die bereikt wordt met WKK in de glastuinbouw is momenteel circa 0,7 Mton per jaar. De WKK is daarmee een goede aanvulling op de gasgestookte- of kolencentrales. Overige sterke punten WKK glastuinbouw WKK zoals toegepast in de glastuinbouw heeft een aantal sterke kanten: relatief grote gasmotoren en daardoor lage investeringen (ook ten opzichte van grootschalige WKC’s); zeer hoge elektrische en thermische rendementen;
MEC-V, sustainable and future-proof
Pag. 15 / 42
MEC-V fase 1
-
betrouwbare oplossing; optimale lokale oplossing; flexibel vermogen; korte bouwtijd (1 jaar); geen vergunningplicht (valt onder AmvB glastuinbouw); noodstroom mogelijk (eilandbedrijf); verbetering van stabiliteit en betrouwbaarheid van het elektriciteitsnet; relatieve korte afschrijftijd mogelijk (10 jaar bij prognoses in 2008); en goede financieringsmogelijkheden (lease e.d.).
Voor de korte termijn wegen de voordelen van WKK voor veel bedrijven met intensieve teelt zwaar. Voor de samenleving telt de optimale benutting van aardgas in combinatie met een lage CO2-uitstoot per kWhe als een belangrijk voordeel. Kantekeningen bij WKK Er zijn ook een aantal kanttekeningen te maken bij WKK: gebruik van fossiel aardgas voor semigrootschalige warmte en electra opwekking; methaanslib dat een veel groter broeikaseffect heeft als CO2 ; geluidsoverlast van WKK in de nabijheid van woningen; sparkspread komt onder druk te staan vanwege ruim aanbod van elektra uit andere bronnen.
3.3
Geothermie Principe geothermie Onder geothermie wordt in dit kader verstaan het gebruiken van warmte uit diepere aardlagen om huizen, kantoren of kassen te verwarmen. De warmte ontstaat uit energie die vrijkomt in de kern van de aarde, op een diepte van 5.000 tot 6.500 km. De korst van de aarde is opgebouwd uit verschillende afzettingen (formaties) die bestaan uit verschillende materialen. Niet alle formaties zijn geschikt voor geothermie. Allereerst moet er voldoende water aanwezig zijn, hierbij speelt de porositeit een grote rol. Daarnaast moet temperatuur van het water in het gesteente hoog genoeg zijn. Tevens moet de doorlatendheid (permeabiliteit) groot genoeg zijn om water aan de formatie te onttrekken. De mogelijkheden van geothermie ten behoeve van de verwarming van de kassen in het gebied Vierpolders zijn onderzocht. Toepassingsmogelijkheden geothermie Uit onderzoek blijkt dat de toepassing van geothermie bij Vierpolders projectlocatie goed mogelijk is. Door de projectlocatie loop een geologische breuk, zie figuur 3.2. De perspectieven voor toepassing van geothermie variëren ten opzichte van de oriëntatie van de breuk die zich in de ondergrond van het gebied bevindt.
MEC-V, sustainable and future-proof
Pag. 16 / 42
MEC-V fase 1
437000
436000
435000
434000
433000
432000
431000
430000
429000 65000 66000
Figuur 3.2
67000 68000 69000 70000 71000 72000 73000 74000 75000
76000
Bovenaanzicht projectlocatie (geel) en breuken (rood)
Ten zuidwesten van de breuk Bij gecombineerd gebruik van de zandsteenlagen uit de Onder-Germaanse Trias Groep met het IJsselmonde Zandsteen Laagpakket, ten zuidwesten van de breuk, kan een geothermisch vermogen van maximaal 5 tot 6 MW gerealiseerd worden. De maximale diepte van een geothermisch doublet bedraagt dan circa 2.400 m-NAP. Op deze diepte kan water worden onttrokken met een temperatuur van 70 tot 75°C. De perspectieven voor toepassing van geothermie is voor dit gebied gunstig.
Ten noordoosten van de breuk Ten noordoosten van de breuk kan in het IJsselmonde Zandsteen Laagpakket, op een diepte van circa 2.100 m-NAP, een geothermisch vermogen van maximaal 3 à 4 MW gerealiseerd worden met een temperatuur van circa 70 °C. Ten noordoosten van de breuk ligt de Onder-Germaanse Trias Groep dieper. De temperatuur in de Onder-Germaanse Trias Groep bedraagt daarbij circa 100°C. Er bestaat voor deze laag echter zeer veel onzekerheid met betrekking tot het doorlaatvermogen. Om meer zekerheid te krijgen over het haalbare debiet en daarmee het thermisch vermogen, wordt aanbevolen om aanvullend onderzoek te verrichten naar de transmissiviteit. Dit aanvullende onderzoek bestaat uit bijvoorbeeld uitbreiding van het aantal opgevraagde boorkernen, het bestuderen van de boorrapporten, het analyseren van boorgruismonsters en het opnieuw analyseren van de beschikbare kernen. Vooralsnog wordt geconcludeerd dat de perspectieven voor toepassing van geothermie is voor dit gebied minder gunstig zijn dan het gebied ten zuidwesten van de breuk. Het geothermisch vermogen kan zowel ten noorden als ten zuiden van de breuk nog verhoogd worden door het verlagen van de retourtemperatuur of door middel van fraccen of zuren of door gebruik te maken van horizontale putten.
MEC-V, sustainable and future-proof
Pag. 17 / 42
MEC-V fase 1
Uit de analyse blijkt dat de waarschijnlijkheid dat in de Rijnland Groep een transmissiviteit van 12 Dm aanwezig is, ligt tussen 10% en 50%. Uit de analyse blijkt dat het aannemelijk is dat in het Hoofd Bontzandsteen een permeabiliteit van minimaal 20 Dm aanwezig is. De waarschijnlijkheid dat deze transmissiviteit aanwezig is onder Vierpolders ligt tussen de 50% en 90%.
De zekerheid over het te behalen debiet hangt samen met de zekerheid van de transmissiviteit. Om meer zekerheid te verkrijgen wordt aanbevolen aanvullend onderzoek te doen. Dit aanvullende onderzoek bestaat uit bijvoorbeeld de uitbreiding van het aantal geanalyseerde boorkernen, het bestuderen van de boorrapporten, het analyseren van boorgruismonsters en het opnieuw analyseren van de beschikbare kernen. Uiteindelijk doel van dit verdere onderzoek is om het risico sterk te verlagen.
Olie en Gas Het aangevraagd gebied ligt gedeeltelijke binnen de Botlek concessie van de NAM (Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V.). De NAM heeft het alleenrecht voor de winning van koolwaterstoffen binnen het concessiegebied. Binnen de Botlek concessie liggen meerdere gasvelden. Het dichtstbijzijnde gasveld is het Botlek gasveld op een afstand van circa 10 km. Verwacht wordt dat de aanwezige olie- en gasvelden geen belemmering vormen voor geothermie. Geadviseerd wordt in overleg te treden met de concessiehouder van de Botlek concessie (NAM).
Geadviseerd wordt om de in de omgeving aanwezige 3D seismiek te herinterpreteren. Op basis hiervan kan een zo gedetailleerd mogelijk geologisch model gemaakt worden. Met reservoir modellering worden de puttrajecten vervolgens gedimensioneerd en worden de gevolgen van de breuken voor het putontwerp in kaart gebracht. Dit alles moet leiden tot een zo klein mogelijk risico met betrekking tot het succes van het toepassen van het geothermisch doublet. Analyse onzekerheden De grootste onzekerheid is dat het ingeschatte debiet niet gehaald wordt. Het haalbare debiet hangt af van de permeabiliteit en de dikte van het gesteente. Het product van de dikte en permeabiliteit wordt transmissiviteit genoemd. In de geologische studie is aangenomen dat in de Rijnland Groep een transmissiteit van 12 Dm en in de Trias Groep een transmissiviteit van 20 Dm aanwezig is.
3.4
Hoge Temperatuur-opslag Warmteopslag voor korte termijn (dag, week) buffering, is reeds een bekend concept. Met name in de glastuinbouw worden veel korte termijn buffers toegepast om overtollige warmte uit bijvoorbeeld warmtekrachtkop-peling te bufferen om op een ander tijdstip in te kunnen zetten of met een lagere capaciteit gascontract te kunnen. Voor lange termijn
MEC-V, sustainable and future-proof
Pag. 18 / 42
MEC-V fase 1
warmteopslag (seizoen) is een hele grote buffer benodigd, voorzien van goede warmte-isolerende eigenschappen. De bodem kan daarbij uitstekend fungeren als buffer.
215 m-mv. Door meerdere bronnen te clusteren kan het vermogen worden vergroot. Bij voorkeur moeten de warme bronnen dan dicht bij elkaar worden geplaatst om warmteverliezen in de bodem te reduceren.
Een warmteopslagsysteem bestaat ondergronds uit twee of meerdere bronnen met een diepte van circa 200 tot 800m-mv. Een bronnenpaar (doublet) beschikt, afhankelijk van de bodemopbouw en de temperatuurniveaus, over een opslagvermogen van circa 3 à 6 MWt.
De toepassing van warmteopslag in de Formatie van Maassluis is vergunningplichtig in het kader van de Grondwaterwet. Het concept van warmteopslag met temperaturen hoger dan 30 °C, conflicteert met de voorschriften in de Grondwaterwet. De provincie ZuidHolland heeft echter in Grondwaterplan 2007 - 2013 ruimte gelaten voor het realiseren van pilot-projecten met warmteopslag. Geadviseerd wordt om in overleg met de provincie Zuid-Holland de mogelijkheden voor warmteopslag in de Formatie Maassluis te onderzoeken.
De toepassingsmogelijkheden voor warmteopslag op de projectlocatie is in fase 2a zijn onderzocht. Op basis van de beschikbare informatie wordt verwacht dat warmte-opslag kan worden toegepast op verschillende dieptes. Warmteopslag ondiep Voor de toepassing van warmteopslag in ondiepere formaties lijkt de Formatie van Maassluis het meest geschikt. Van de permeabiliteit en de waterkwaliteit in de Formatie van Maassluis zijn in de omgeving van Vierpolders weinig gegevens beschikbaar. Geadviseerd wordt een proefboring uit te voeren indien gekozen wordt voor warmteopslag in de Formatie van Maassluis. Op basis van de beschikbare informatie wordt vooralsnog ingeschat dat met één doublet een debiet van circa 150 m³/h kan worden gerealiseerd. Dat komt overeen met een thermisch vermogen van circa 6 MWt. De benodigde diepte van de bronnen bedraagt circa
Warmteopslag diep Voor de toepassing van diepe warmteopslag lijkt de formatie Het Zand van Brussel geschikt. Het nadeel van de formatie van Brussel is dat weinig exacte gegevens over de permeabiliteit en waterkwaliteit bekend zijn. Deze aspecten zijn belangrijk om het technisch en energetische functioneren van de warmteopslag nader te specificeren. Als gekozen wordt voor warmteopslag in het Zand van Brussel Laagpakket wordt eveneens geadviseerd een proefboring uit te voeren. Op basis van de beschikbare informatie wordt vooralsnog geschat dat met één doublet een debiet van circa 100 m³/h kan worden gerealiseerd. Dat komt overeen met een thermisch vermogen van circa 4 MWt.
MEC-V, sustainable and future-proof
Pag. 19 / 42
MEC-V fase 1
De benodigde diepte van de bronnen bedraagt circa 600 m-mv. Als gevolg van de hogere omgevingstemperatuur zal het opslagrendement bij diepe warmteopslag naar verwachting hoger zijn dan bij toepassing van ondiepe warmtesoplag. De toepassing van warmteopslag in de Formatie Zand van Brussel valt binnen de werkingssfeer van de Mijnbouwwet. Derhalve zal de vergunningverlening onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Economische Zaken vallen. Aanbevolen wordt om met EZ in overleg te treden met betrekking tot de toepassing van hoge temperatuur warmteopslag. Waterbehandeling warmteopslag Bij verwarming van het grondwater kan kalkneerslag optreden. Kalk wordt slechter oplosbaar bij verhoging van de temperatuur, waardoor het een neerslag vormt op de oppervlakten waar het water mee in aanraking komt. Kalkneerslag kan voorkómen worden door het water voor verwarming te behandelen. Er zijn diverse methoden om het water te conditioneren zodat neerslag voorkomen wordt: Ca/Na uitwisseling door zoutdosering (NaCl), zoals toegepast bij de warmteopslag voor de Universiteit Utrecht; Zoutzuurdosering (HCl). Deze methode is toegepast bij de warmteopslag voor De Bruggen in Zwammerdam.
De neerslag reactie kan ook geblokkeerd worden door zogenaamde (afbreekbare) inhibitoren toe te voegen. In de vervolgfase zal onderzoek moeten plaatsvinden naar eventueel benodigde waterbehandeling. Ervaringen warmteopslag In Nederland zijn tot op heden twee opslagprojecten gerealiseerd voor hoge temperatuur warmteopslag, te weten de Universiteit in Utrecht en De Bruggen een zorginstelling in Zwammerdam. Beide systemen zijn inmiddels uit bedrijf genomen. Uit de evaluatie van de warmteopslag van de Universiteit Utrecht blijkt dat los van de aandachtspunten ten aanzien van de waterkwaliteit, de koppeling met de gebouwinstallaties en onderhoud en beheer, de warmteopslag goed heeft gefunctioneerd. Uit contact met de beheerder van de warmteopslag van Zwammerdam kan worden opgemaakt dat de installatie technisch en energetisch heeft gefunctioneerd zoals beoogd. Lessen zijn geleerd uit ervaringen rondom waterbehandeling en onderhoud bij de warmteopslag van de Universiteit waardoor de installatie van Zwammerdam goed heeft gefunctioneerd. Helaas is de, relatief kleine installatie, omwille van financiële redeneren uit bedrijf genomen. Bij beide projecten is gebleken dat deze techniek een goede aanvulling kan zijn binnen een energieconcept.
MEC-V, sustainable and future-proof
Pag. 20 / 42
MEC-V fase 1
Naar verwachting heeft de toepassing van warmteopslag in Vierpolders een goede kans van slagen omdat er meer restwarmte in het gebied aanwezig is, waardoor het systeem energetisch beter zal functioneren. Daarnaast zijn qua uitvoering en onderhoud lessen geleerd uit eerdere projecten. Overwegingen ondiep/diepe opslag In onderstaande tabel zijn de overwegingsfactoren vermeld die betrekking hebben op de keuze van het watervoerende pakket. Aspect investeringen opslagrendement juridisch technische risico's (+ voordelig; - nadelig)
ondiep + +
diep + + +/-
In een vervolgstadium zal aan de hand van de resultaten van een haalbaarheidsonderzoek de keuze gemaakt kunnen worden. De voornaamste criteria zijn daarbij de kostprijs voor geleverde warmte uit de opslag en het juridisch kader.
3.5
Warmte- en CO2 web
optie. Er dient altijd een netwerk voor warmte en voor CO2 te komen om de doelstellingen van verduurzaming en prijsoptimalisatie en flexibiliteit te bereiken. In deze paragraaf wordt op hoofdlijnen ingegaan op het ontwerp, de aandachtsgebieden en realisatie van dit web. In bijlage E is de ontwikkeling van het web in meer detail uitgewerkt. Ervaringen warmtenetten In het verleden zijn in Nederland omvangrijke warmte netwerken aangelegd in landbouwgebieden en stedelijke omgeving. Deze netwerken zijn nog steeds operationeel en op dit moment zijn er vergevorderde initiatieven om deze netwerken uit te breiden. In sommige tuinbouwgebieden liggen de netten al meer dan 25 tot wel 40 jaar en de kwaliteit is betrouwbaar. Aandachtspunten voor het behoud van de netwerken zijn onder andere de mofverbindingen, uitzetting door temperatuursveranderingen en de besturingscomponenten. Een belangrijk aandachtspunt bij de ontwikkeling van een warmte en CO2 web in een glastuinbouwgebied is de fasering en het volloopscenario. Over het algemeen gaat het om grootschalige ontwikkelingen met grote vermogens. De voorinvestering voor het netwerk zijn hierdoor aanzienlijk en kunnen drukken op de haalbaarheid van het project.
Middels het MEC-V concept wordt warmte en CO2 geleverd aan de afnemers in Vierpolders. Een concept met een lage kostprijs voor warmte zonder CO2 is geen
MEC-V, sustainable and future-proof
Pag. 21 / 42
MEC-V fase 1
Beschikbaarheid CO2 Glastuinbouwbedrijven met een WKK in het energieconcept beschikken over warmte, CO2 én elektriciteit. Wanneer een glastuinbouwbedrijf aansluit op het warmtenetwerk beschikt deze niet (of in beperkte mate) over CO2 voor bemesting van de teelt. Voor de haalbaarheid van het MEC-V concept noodzaakt dit tot een CO2 netwerk naast het warmtenetwerk. In het Westland en in de B Driehoek is een aantal jaren terug een nieuwe leverancier (OCAP) in de markt gekomen die, via een netwerk, gasvormige CO2 van hoogwaardige kwaliteit aanbiedt. De aansluiting van het MEC-V CO2 web op de voorzieningen van de OCAP voor CO2 –levering is noodzakelijk om de bemesting van de teelt in een groot aandeel van de glastuinbouwbedrijven in Vierpolders mogelijk te maken. Het CO2 net wordt separaat van het warmtenet gerealiseerd in het gebied en naar de verschillende glastuinbouwbedrijven geleid. Beschikbaarheid warmte Uitgaande van een CO2 voorziening vanaf OCAP is het mogelijk om te denken aan alle mogelijke warmtebronnen die voorradig zijn. Voor warmtelevering aan de glastuinbouwbedrijven in Vierpolders zal naast de WKK en ketels gebruik worden gemaakt van aardwarmte (zie paragraaf 3.3). Voor de
opslag van restwarmte zal van warmteopslag in de bodem gebruik gemaakt worden. De vraag naar warmte is in de zomer lager zijn dan in de winter waardoor in de zomer een warmteoverschot ontstaat. Dit overschot wordt in eerste instantie gedistribueerd naar de aanwezige ketel-tuinen in het gebied. Het resterende warmteoverschot kan opgeslagen worden in de bronnen van de hoge temperatuur opslag in het gebied (zie paragraaf 3.4). De opslagen warmte kan in de winter als aanvullende warmtebron worden ingezet voor het leveren van warmte aan de aardwarmte- , WKK- en ketel-tuinen. Wanneer bestaande bedrijven aansluiten op het MEC-V concept dienen wellicht in de ketelhuisinstallaties te worden aangepast. Inpassing warmte- en CO2 web MEC-V Door de implementatie van het warmte en CO2 netwerk in Vierpolders ontstaat de mogelijkheid voor bedrijven om op een duurzame, financieel interessante en flexibele wijze warmte en CO2 af te nemen te opzichte van een conventionele en individuele oplossing met bijvoorbeeld alleen een ketel of een WKK. Om de realisatie van het netwerk financieel haalbaar te maken, is een minimale omvang nodig van een aantal glastuinbouwbedrijven dat aansluit op de voorzieningen. Bij het ontwerp van het warmte- en CO2 web moet ook rekening worden gehouden met toekomstige groei van het gebied of toekomstige
MEC-V, sustainable and future-proof
Pag. 22 / 42
MEC-V fase 1
uitbreiding met andere warmte bronnen. Hierbij ontstaat het dilemma of reeds rekening moet worden gehouden met deze ontwikkelingen, waardoor de investeringen toenemen Of dat uit moet worden gegaan van een concept aansluitend op de noodzakelijke huidige investering. Dit dilemma kan het beste worden opgelost vanuit de visie “wie betaald, die bepaald”. Om deze keuze te beargumenteren kan naar subsidieverstrekkers inzicht worden verschaft welk effect de keuze voor grotere diameters (lange termijn denken) heeft op de financiële haalbaarheid van het concept. Bij een gedegen en realistisch ontwerp kan een grote stap worden gezet op weg naar verduurzaming van de glastuinbouw in Vierpolder. Geleerd moet worden van T4P, de eerste kraal in het netwerk kan ontstaan in Vierpolders als partijen niet gaan voor maximalisering van de tuinder, maar kiezen voor een duurzame en toekomstbestendige oplossing middels MEC-V met als eerste stap een zo klein mogelijke kraal. Voor de realisatie van het MEC-V concept, moet voldoende aandacht worden besteed aan de commitment van potentiële glastuinbouwbedrijven. Bij het uitvoeren van een bench-mark is de tariefvorming voor de verschillende tuinen (WKK/aardwarmte/ketel) een belangrijk aandachtspunt, waarbij gelet moet worden op de voor- en nadelen van de verschillende warmtebronnen voor de verschillende bedrijfstypen.
MEC-V, sustainable and future-proof
Pag. 23 / 42
MEC-V fase 1
4
Subsidiemogelijkheden
In dit hoofdstuk beschrijft mogelijke subsidieregelingen. Daarnaast wordt ingegaan op bijkomende faciliteiten onder andere die een fiscaal karakter hebben. Mogelijke regelingen en subsidies Onder de huidige marktomstandigheden met lage opbrengsten, rendementen en kritische financiers, waarbij het lastig is om lange termijn investeringen te doen, zijn investeringssubsidies voor geothermie noodzakelijk. De volgende subsidieregelingen zijn in beeld voor MEC-V: • Unieke Kansen Regeling (UKR) vanaf 2006/2007 (/- al gemaakte projectkosten tot en met 2007) mits Senter Novem voortgang accepteert in het najaar; • realisatiesubsidie van Provincie Zuid Holland (-/gemaakte kosten door Coöperatie T4P) mits provincie Z-H voortgang accepteert in najaar; • MEI-regeling voor de doubletten aardwarmte en/of hoge temperatuur opslag; • subsidieregeling voor energienetwerken warmte en CO₂ van het Ministerie van LNV. Vanuit MEC-V is er contact met LNV over deze nog gepubliceerde regeling; • Programma Schitterend Nederland (FES middelen). Mogelijkheden voor MEC-V verdienen nog de
•
•
aandacht. Er zijn vanwege MEC-V contacten gelegd.; Provincie Zuid-Holland heeft zich bereid verklaard om (vervolg) fasen in het bereiken van een haalbaar project te ondersteunen. Op dit moment is de hoogte 50% voor fase 2a en 2b en 2d samen en 33,33% voor fase 2c (90% zekerheidsonderzoek aardwarmte). onderzoeksbijdrage Productschap Tuinbouw (PT). In fase 2d, het haalbaarheidsonderzoek voor onder andere de toepassing van hoge temperatuur warmteopslag in bodem, zal verder onderzoek worden uitgevoerd naar de nieuwe technieken binnen MEC-V, welke ook in andere glastuinbouwgebieden toegepast kunnen worden.
Geraamd wordt dat de fiscale aftrek van de EIA (Energie Investering Aftrek) en de mogelijke subsidies gezamenlijk ongeveer 40% van de investering kunnen gaan bedragen. In de rapportages van fase 2a en 2b is gerekend met een bijdrage aan subsidies en fiscaliteiten van 40% van de benodigde investeringen. Nadere weging van de mogelijkheden is noodzakelijk. Aandachtspunten subsidieaanvraag Om meer inzicht te krijgen in hoeverre de mogelijke regelingen en subsidies ook daadwerkelijk wordt toegekend is het nodig dat: er voldoende duidelijkheid wordt verkregen over de beschrijving van de regelingen en de beschikbaarheid van fondsen;
MEC-V, sustainable and future-proof
Pag. 24 / 42
MEC-V fase 1
-
-
-
-
-
-
bekend is op welke datum de LNV “energienetwerken” regeling definitief is en per welke datum deze aangevraagd kan worden; bij ministerie EZ en LNV de regeling voor de MEI subsidie voor de bronnen van de warmteopslag en de geothermie en de benodigde voorzieningen bekend is. Ook dient bekend te zijn dat Brussel de regeling accepteert. Aangezien voor het MEC-V concept meerdere bronnen voor aardwarmte en voor hoge temperatuur opslag gerealiseerd moeten worden, is het de moeite waard om te onderzoeken of dit ook per doublet kan. Bij individuele aanvragen gaat het om één doublet (bronnenpaar) en het lijkt logisch dat bij meerdere doubletten een veelvoud per bron aangevraagd kan worden; medio september bij een positieve uitkomst van het 90% zekerheidsonderzoek (fase 2c) is een belangrijke stap om t.z.t. een beroep te kunnen doen op de garantieregeling voor aardwarmte; het indienen van een projectaanvraag bij het Productschap Tuinbouw om de haalbaarheid te onderzoeken van nieuwe technieken en voorzieningen uit het MEC-V concept; de realisatiesubsidie van provincie Zuid-Holland ge(her)toetst zal worden ten einde deze over te kunnen dragen na 31 december 2009; de UKR subsidie van Senter Novem ge(her)toetst zal moeten worden op aanvaardbare verandering van de projectomvang.
Samenvatting subsidies en regelingen Alle betrokken ministeries en partijen lijken te beseffen dat de regelgeving geoptimaliseerd moet worden om de realisatie van aardwarmte, warmteopslag en warmte en CO2 netwerken te stimuleren. De haalbaarheid van het vernieuwende MEC-V concept is deels afhankelijk van subsidieregelingen. In fase 2d van het MEC-V haalbaarheidsonderzoek zullen de mogelijke subsidies worden onderzocht en worden de bijbehorende subsidieaanvragen ingediend. Aandachtspunten hierbij zijn dat het niet duidelijk is of de regelingen van het ministerie van LNV en de MEIregeling tijdig voldoende duidelijkheid geven. Andere belangrijke financiële aspecten welke aan bod zullen komen in fase 2d zijn: in de glastuinbouw moeten voldoende bedrijven meedoen met het MEC-V concept; en of publieke partijen willen investeren in het MEC-V concept.
MEC-V, sustainable and future-proof
Pag. 25 / 42
MEC-V fase 1
5 5.1
Stakeholder analyse Stakeholderanalyse
De doelstelling bij aanvang van deze fase was om minimaal met tien stakeholders een interview te houden. In de gesprekken van de afgelopen maanden met stakeholders is naar voren gekomen dat de stakeholders onder te verdelen zijn in vier categorieën: publieke partijen met diverse belangen; direct commercieel betrokken belangstellenden (waaronder potentiële bedrijven welke duurzaamheid in aardwarmte en CO2 ambiëren); bedrijven die in de marge de bedrijfsresultaten kunnen verbeteren (zoals bestaande WKK ketelbedrijven); overige geïnteresseerde partijen. De belangrijkste resultaten van de interviews (overzicht tabel 5.1) zijn hieronder opgesomd per categorie. En als besluit wordt als analyse een conclusie van de stakeholder bezoeken gegeven. Publieke partijen met diverse belangen 1 Provincie Zuid-Holland De provincie Zuid-Holland heeft de duurzaamheidambitie (20% reductie van CO2 in 2020) hoog in het
vaandel staan. Gedurende het traject heeft zij grote belangstelling getoond door delen van het haalbaarheidsonderzoek MEC-V, welke nodig zijn om tot een goede besluitvorming te komen, te bekostigen. 2 Senter Novem Via provincie Zuid-Holland is ook Senter Novem bereidt gevonden om duurzaamheid details, kostenberekeningen en aardwarmte opties te onderzoeken. Met een rapportage van fase 2a en fase 2b is aangetoond dat er mogelijkheden zijn om de duurzaamheid te vergroten in het glastuinbouwgebied Vierpolders. 3 Glaspark 4P Met provincie Zuid-Holland en gemeente Brielle voor Glaspark 4P en enkele direct commercieel betrokken partijen, is een 90% zekerheidsonderzoek uitgevoerd om aan te kunnen tonen dat voldoende potentieel aardwarmte aanwezig is. Direct commercieel betrokken belangstellende 4 Tuinder 1 Het glastuinbouwbedrijf doet risicodragend mee in onderzoek 2c en in de opsporingsvergunning voor aardwarmte. Het bedrijf heeft uitbreidingsplannen en heeft hiervoor belangstelling in aardwarmte mits dit commercieel aantrekkelijk is. 5
Tuinder 2
MEC-V, sustainable and future-proof
Pag. 26 / 42
MEC-V fase 1
Dit bedrijf heeft tot op heden ook geïnvesteerd in het P 90 haalbaarheidsonderzoek en in een opsporingsvergunning voor aardwarmte en heeft voor de beoogde uitbereiding interesse in aardwarmte. 6 Visser & Smit Hanab Visser & Smit Hanab levert een bijdrage aan het haalbaarheidsonderzoek MEC-V. Het bedrijf wil de aanleg van het warmte en CO2 web verzorgen mits het project financieel haalbaar is. Dit bedrijf doet mee met fase 2d. 7 OCAP De OCAP zal de levering van CO2 aanbieden en heeft enige bijdragen in natura geleverd aan de reeds uitgevoerde haalbaarheidsonderzoeken MEC-V. Het bedrijf wil de CO2 leveren mits dit commercieel aantrekkelijk is. Aan dit bedrijf is gevraagd mee te doen met fase 2d. In verband met vakanties en beslistraject wordt een positieve bijdrage verwacht (in eigen uren) per eind augustus. De levering moet uit een 3e bron en zal pas najaar 2011 ten vroegste beschikbaar zijn. Met OCAP zal op dringend verzoek van afnemers, de bedrijfuitval uren worden meegenomen in de gesprekken. Bedrijven die in de marge de bedrijfsresultaten kunnen verbeteren 8
Tuinder 3
Dit bedrijf levert een bijdrage aan het haalbaarheidsonderzoek door middel van het beschikbaar stellen van zijn bedrijfsgegevens en wil ook een bijdragen leveren voor fase 2d in de vorm van een intentieverklaring. 9 Tuinder 4 Deze kwekerij is op vergelijkbare wijze betrokken als tuinder 3. 10 Tuinder 5 Het berekende voordeel van MEC-V voor dit bedrijf is aanzienlijk. De eigenaren werken toe naar een bedrijfsoverdracht en willen zich niet vastleggen op een lange verbintenis. Daarom hebben zij besloten niet mee te doen. 11 Tuinder 6 Dit bedrijf is geïnteresseerd in fase 2d. De belangstelling ligt meer op gasvormige CO2 dan op warmte. Maar omdat voor dit bedrijf een relatief lange aanvoerleiding aangelegd moet worden, kijkt dit bedrijf “de kat nog uit de boom”. 12 Kleinere ketelbedrijven etc. Er zullen in fase 2d, na het beslismoment van Productschap Tuinbouw, ook met andere bedrijven gesproken worden welke wellicht wel interesse hebben voor CO2. Hierbij wordt met name gedacht aan de kleinere ketelbedrijven en aan de grotere WKK bedrijven die nog niet zijn benaderd.
MEC-V, sustainable and future-proof
Pag. 27 / 42
MEC-V fase 1
Tabel 5.1 organisatie
Overige geïnteresseerde partijen: 13 Gemeente Brielle De gemeente Brielle ondersteunt het onderzoek met een financiële bijdrage in het haalbaarheidsonderzoek fase 2c. Daarnaast heeft de gemeente ook interesse getoond in de aardwarmte opties voor Glaspark 4P en zal een bijdrage leveren aan verder onderzoek van fase 2d. 14 Coöperatie T4P Bij de start is aangegeven dat Coöperatie T4P in eerste instantie niet direct betrokken hoeft te zijn, maar dat bij doorstart van het energieconcept de oude case voor T4P geëvalueerd moet worden. Wellicht kan de opgebouwde subsidiepositie op deze wijze toch nog tot rendement gemaakt worden. T4P is geïnteresseerd, mede omdat van de in 2006/2007 betrokken tuinders / leden het stoort dat duurzame warmte en de CO2 nog niet naar het eiland zijn gekomen. 15 Productschap Tuinbouw Productschap Tuinbouw heeft aangegeven het concept positief te benaderen (bij voldoende onderbouwing van de nieuwheid en voldoende enthousiasme in tuinbouwkringen) om ruim ¼ bij te dragen aan de onderzoeksfase 2d. De beslissing valt eind september. Het PT kan de kennis gebruiken om de glastuinbouw in haar totaliteit een duurzaamheids “boost” te geven.
•
• • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Financiers/contacten MEC-V contactpersoon
Ministerie van LNV - directie Landbouw - directie Kennis VROM CO2 credits EZ Borgstellingsfonds /Garantieregeling RCI / ROM Rijnmond Senter Novem (overige subsidies) Senter Novem (geothermie) Rabo Bank Westland Rabo Bank (verzekering) ASN bank Triodos Bank Productschap Tuinbouw OCAP EBN (Energie Beheer NL) NAM Raedthuys (investeringen) SN Curnet (FES 2e tranche) Glaspark 4P Brielle Coöperatie T4P Aardwarmte Delft / Den Haag
MEC-V, sustainable and future-proof
A. Nieuwehuyse L. Oprel J. Willemse H. vd Laan / P. Jongerius H. Dekkers (EZ) G. Brouwer F. Smedema P. Ramsak F. van Heijningen n.t.b. W. Didgos J. Smits / D. Medema J. Limbeek Scheffers Resink
PZH, Arend Bosma W. van Noord W. Dingemans F.C. Schoof
Pag. 28 / 42
MEC-V fase 1
16 LNV Met directie Kennis van het ministerie van LNV is ook een positief gesprek geweest ondermeer in verband met het oog op de regeling warmteweb. De aanpak van MEC-V wordt positief benaderd.
5.2
Voorlopige resultaten stakeholder analyse De benaderde patijen zijn overwegend positief. Onder deze belangrijkste stakeholders is voldoende enthousiame om het vervolg van het haalbaarheidsonderzoek op te starten. Wel wordt aandacht gevraagd voor de inpassing van de bestaande WKK-bedrijven in het concept. De toepassing van de hoge temperatuuropslag, aardwarmte en het meervoudig gebruik van het warmteweb bieden goede mogelijkheden om in Vierpolders een duurzaam en toekomstbestendig energieconcept te realiseren. Wel speelt de uitwerking van de recessie ook in de tuinbouw op dit moment een grote rol op de investeringsbereidheid en de financieringsmogelijkheden, welke op dit momenteel op een zeer laag niveau zijn aangeland.
-
aardwarmte op 90% zekerheid (fase 2c) bekend zal worden; het 2e beslismoment valt eind september als Productschap Tuinbouw beslist over de bijdrage aan het project van MEC-V fase 2d. Als de beslissing positief is, zal van oktober tot en met december het haalbaarheidsonderzoek fase 2d worden uitgevoerd. Tot die tijd zal met deelname van Provincie Zuid-Holland en particuliere gelden de absoluut noodzakelijke voortgang van fase 2d worden uitgevoerd.
Alle partijen ondersteunen de optie duurzaamheid. In het haalbaarheidsonderzoek fase 2d zal gerekend worden met nieuwe informatie uit fase 2c en wordt extra aandacht besteed aan de organisatievormen en mogelijke financiering. Dit alles kan mogelijk leiden tot lagere tarieven waardoor de deelname zal kunnen toenemen. De mogelijke – financierende - stakeholders zijn in het stadium tot nu toe niet bezocht omdat dit het beste kan worden gedaan met de meest relevante en actuele gegevens.
In fase 2d zal met twee beslismomenten gewerkt worden: het 1e beslismoment is medio september wanneer de uitslag ven het haalbaarheidsonderzoek
MEC-V, sustainable and future-proof
Pag. 29 / 42
MEC-V fase 1
Fase 1
6
Offerte haalbaarheidsanalyse fase 2d
Projectvoorstel MEC-V 2a, Onderzoek toepassing HT 2b, Onderzoek warmte en CO2 web
Fase 2 Haalbaarheidsonderzoek
Fase 1 van het haalbaarheidsonderzoek MEC-V betreft een projectvoorstel/offerte voor het haalbaarheidsonderzoek fase 2d. In dit hoofdstuk is de aanbieding opgenomen voor fase 2d. De werkzaamheden en begroting worden in dit hoofdstuk nader omschreven.
6.1
Opbouw aanbieding Het haalbaarheidsonderzoek naar de toepassing van het MEC-V concept is in volle gang. In figuur 7.1 zijn de verschillende projectfase weergegeven. Projectfasen 2a en 2b zijn afgerond en fase 2c wordt momenteel afgerond. Het project MEC-V is aanbeland in fase 2d. Deze fase kan worden gekenmerkt als een aanscherping en verfijning van de verkregen resultaten van fase 2a, b en c). Op basis van de resultaten van 2d kan een wel overwogen beslissing worden genomen om tot een projectorganisatie en uiteindelijk realisatie te kunnen komen van het MEC-V concept.
2d, werkzaamhe den tot september 2d, haalbaarheid MEC-V concept
2c, Geologisch onderzoek
2d, rest van het onderzoek start na september
Fase 3 Businesscase MEC-V
Figuur 6.1
Projectfasen haalbaarheidsonderzoek MEC-V
De financiering van het onderzoek 2d zal geschieden middels bijdragen van de provincie Zuid-Holland, de stakeholders en een subsidie van het Productschap Tuinbouw (PT). Op dit moment is de toekenning van de PT-subsidie nog niet zeker. Er is op 1 september 2009 een definitieve aanvraag bij het PT ingediend. Het besluit over de toewijzing valt eind september te verwachten. Indien de subsidie niet wordt toegekend zal in overleg tussen de Provincie en de stakeholders gezocht moeten worden naar een alternatieve kostenverdeling/financiering om het onderzoek 2d in zijn volledigheid uit te kunnen voeren. Vanwege de onzekerheid rondom de PT-subsidie zijn de
MEC-V, sustainable and future-proof
Pag. 30 / 42
MEC-V fase 1
werkzaamheden voor het onderzoek 2d opgesplitst in twee delen: werkzaamheden tot eind september; en werkzaamheden na september. Noodzaak tot voortgang De noodzaak om het besluit van PT niet af te wachten ligt in het feit dat: de tijdsas tot eind 2010 (de horizon van het huidige fiscale / subsidie stelsel); en het voor een succesvol concept essentiële aandeel nieuwbouw kassen kunnen absoluut geen enkel uitstel dulden (dan zien die tuinders ondermeer op Glaspark 4P zich alsnog genoodzaakt om ook voor WKK te kiezen omdat ze niet zolang kunnen wachten, zeker niet in onzekerheid).
In volgende paragraaf worden de werkzaamheden in het kader van onderzoeksfase 2d nader omschreven. Hierbij worden de werkzaamheden tot september en de totale werkzaamheden voor fase 2d omschreven.
6.2
Werkzaamheden tot eind september 2009 Werkzaamheden In deze periode worden alleen de werkzaamheden met hoge prioriteit uitgevoerd die noodzakelijk zijn voor de haalbaarheid van het MEC-V concept. De focus van de werkzaamheden ligt op het onderzoek naar de effecten
van hoge temperatuuropslag, de aanvraag van het pilotproject "ondiepe" HT opslag en aanvragen van de onderzoekssubsidie Productschap Tuinbouw. Voor het overleg met de Provincie voor de aanvraag van de pilot zal ook gekeken worden naar de toepassing van diepe warmteopslag waardoor op bestuurlijk niveau een bredere afweging kan worden gemaakt. Verder wordt in deze periode een aanzet gedaan voor het verfijnen van het energieconcept en de financiële rekenmodellen op basis van de nieuwe inzichten uit fase 2c. Om de vinger aan de pols te houden en om inzicht te kunnen geven over de haalbaarheid van het MEC-V concept op basis van nieuwe inzichten uit fase 2c, worden de berekeningen uit fase 2a en 2b (energetisch en financieel) op hoofdlijnen herzien. In september zal tevens meer duidelijkheid komen over de vergunbaarheid van ondiepe warmteopslag en de toekenning van de PT-subsidie. De eerste fase van 2d vormt hiermee een afgekaderd geheel. Op basis van deze resultaten is het mogelijk bij te sturen. De werkzaamheden die worden uitgevoerd tot eind september worden kort beschreven in paragraaf 6.3 en uitvoeriger met begroting in bijlage F. De kostenverdeling tussen de betrokken partijen is indicatief, de partijen zijn vrij om de werkzaamheden en de kosten anders onder te verdelen.
MEC-V, sustainable and future-proof
Pag. 31 / 42
MEC-V fase 1
Financieel In tabel 6.1 geeft een korte omschrijving weer van de werkzaamheden en de bijbehorende onderzoekskosten. De vermelde kosten zijn exclusief BTW. Tabel 6.1
Begroting van de projectkosten (x € 1000) exclusief BTW kzaamheden tot medio september 2009 25,0 - vervolgonderzoek effecten ondiepe HT opslag - warmte en CO2 web
6.3
Werkzaamheden fase 2d In de periode vanaf eind september bestaat meer duidelijkheid over de financiering van het volledige onderzoek 2d en de vergunbaarheid van ondiepe warmteopslag. In deze paragraaf zijn de werkzaamheden omschreven voor het volledige haalbaarheidsonderzoek conform de oorspronkelijke kostenraming en financieringsvoorstel. Dus inclusief het werk tot eind september 2009!
5,0
- optimalisatie en uitwerking systeemconcept - economische analyse
5,0
- mogelijkheden voor pilotproject
5,0
- organisatie
2,5
- stakeholder analyse
7,5
- projectcoördinatie
7,5
- rapportage en communicatie
5,0
5,0
- subsidies en regelingen (alleen PT)
10,0
totale kosten
77,5
De begroting voor de werkzaamheden tot eind september, komt neer op een bedrag van € 77.500, exclusief BTW. Voorgesteld wordt om deze kosten 50/50 te verdelen tussen Provincie Zuid-Holland en de stakeholders, elk € 38.750.
Werkzaamheden De hoofdcomponenten in fase 2d zijn als volgt: 1. technische en energetische uitwerking MEC-V; 2. economische analyse; 3. subsidies en regelingen; 4. juridische aspecten; 5. organisatie; 6. stakeholder analyse en communicatieplan; 7. risico management; 8. projectcoördinatie; en 9. rapportage en communicatie. De werkzaamheden worden onderstaand per projectonderdeel nader omschreven. Ad 1) Technische en energetische uitwerking MEC-V a) Vervolgonderzoek effecten ondiepe en diepe HT opslag In dit onderdeel wordt een literatuur- en modelstudie uitgevoerd om de effecten van een hoge temperatuur
MEC-V, sustainable and future-proof
Pag. 32 / 42
MEC-V fase 1
warmteopslag (HT) op de omgeving nader in beeld te brengen. In de studie zal gekeken worden naar de thermische effecten van een dergelijk systeem op de omgeving. Aspecten die hierbij aan de orde komen zijn: 1.
2.
3.
Grootte van het thermisch invloedsgebied en de invloed op andere belangen. Door het lokaal opslaan van water met een hoge temperatuur neemt de temperatuur in de omgeving van de bron ook toe. Hoe groot dit invloedsgebied is hangt af van diverse factoren zoals de thermische eigenschappen van de bodem, de dikte van het pakket, hoeveel water wordt opgeslagen en de bodemopbouw. Door middel van diverse modelberekeningen wordt de invloed van deze parameter gekwantificeerd. Uit deze berekeningen kan tevens het opslagrendement bepaald worden. Grondmechanische effecten. Door het verhogen van de temperatuur veranderen de viscositeit en de dichtheid van het water (het water zet uit). Deze veranderingen kunnen grondmechanische effecten tot gevolg hebben. Hoe groot deze effecten zijn is op dit moment nog niet bekend. De invloed van de hoge temperatuur op de waterkwaliteit. Door de temperatuurverandering verschuiven chemische evenwichten. Deze verschuiving kan onder andere leiden tot neerslagreacties die bronverstopping tot gevolg hebben. Er zijn diverse methoden om deze neerslagreacties te voorkomen, iedere methode
4.
5.
heeft zijn eigen voor- en nadelen op technisch en financieel gebied. In dit onderdeel zullen deze op een rijtje worden gezet. Verder wordt aangegeven wat de eventuele risico’s zijn van de veranderde chemische evenwichten voor andere grondwater gebruikers. De invloed van de hoge temperatuur op de aanwezige microbiologie. De veranderde temperatuur heeft niet alleen chemische effecten, ook in de microbiologie zal een verschuiving naar thermofobe meer thermofiele bacteriën. Globaal ontwerp HT. Aan de hand van het bodemonderzoek zal gerekend worden naar een optimaal bronontwerp voor de bronnen van de hoge temperatuur warmteopslag. Op hoofdlijnen zal ook worden nagedacht over regelingen, leidingen, richtlijnen, afwerking etc. Ook zal parallel worden gekeken naar de toepassing van een variant met diepe warmteopslag. Op basis van de informatie uit 2c wordt gekeken naar het opslagrendement, de kosten en het aantal benodigde bronnen voor MECV. Deze variant wordt meegenomen voor overleg met de Provincie voor het bespreken van de mogelijkheden voor het pilotproject. Het onderzoek wordt uitgevoerd in overleg met medewerkers/deskundigen van/namens de Provincie, hetgeen effecten kan hebben op accenten van het uit te voeren onderzoek. Het onderzoek zal leiden tot het meest optimale
MEC-V, sustainable and future-proof
Pag. 33 / 42
MEC-V fase 1
putontwerp in relatie tot minimalisatie van de effecten op de omgeving en optimalisatie van het rendement. De resultaten van studie zullen als input worden gebruikt voor de afstemming met de Provincie Zuid-Holland ten behoeve van het aanvragen van een vernieuwend pilotproject met hoge temperatuur warmteopslag op een diepte van ruim200 m-mv, zie onderdeel e). In later stadium kan deze rapportage worden aangevuld en worden gebruikt voor het aanvragen van een vergunning in het kader van de Grondwaterwet. b) Voorontwerp geothermische installatie Hierbij wordt op basis van de resultaten van het geologisch onderzoek (fase 2c) een eenvoudig reservoirmodel opgesteld om tot een optimale putconfiguratie te komen. Om de benodigde afstand tussen onttrekking en injectieputten te bepalen wordt in het reservoirmodel het gedrag van het water in het reservoir gesimuleerd. Het model levert inzicht in zowel de drukveranderingen in het reservoir als de winbare hoeveelheid warmte en de haalbare onttrekkingstemperaturen. Uiteindelijk resulteert dit in een optimale putconfiguratie. De optimale putconfiguratie geeft het aantal doubletten aan, de bovengrondse boorlocaties en de boortrajecten (richting en diepte). Met een reservoirmodel worden de benodigde thermische en hydraulische berekeningen uitgevoerd. In het model wordt rekening gehouden met de
bovengrondse putlocaties, de warmtevraag en de volgende randvoorwaarden: o de geologische opbouw en de aanwezige geologische structuren (b.v. breuken) zoals deze bepaald zijn in fase 2c. De geologie bepaald in belangrijke mate de stromingsrichting en stroomsnelheid van het grondwater; o gewenste levensduur van het geothermie systeem: deze bepaalt mede de afstand tussen de injectieen productieputten; o acceptabele doorbraaktijd: deze is van belang voor het temperatuurniveau van het onttrokken water; o acceptabele onderlinge drukbeïnvloeding; o doordat verschillende systemen in de nabijheid van elkaar worden gemaakt zal er onderlinge beïnvloeding optreden van de drukken in het systeem; o beheersing risico’s: voor de verschillende bovenomschreven aspecten wordt nagegaan wat acceptabele risico’s zijn en op welke wijze deze beheerst kunnen worden. In het voorontwerp zal tevens aandacht worden besteed aan verdere optimalisatie van het te onttrekken geothermisch vermogen. Hierbij wordt de mogelijkheid onderzocht voor het uitvoeren van boringen, waarbij de putfilters horizontaal door de formatie worden geboord (hoger debiet door groter aangeboord oppervlak). Ook zal de mogelijkheid voor fraccen worden onderzocht. Fraccen is een techniek waarbij water of een andere vloeistof onder hoge druk
MEC-V, sustainable and future-proof
Pag. 34 / 42
MEC-V fase 1
het gesteente ingepompt wordt. Door de hoge druk ontstaan kleine breuken in het gesteente waardoor het water beter door kan stromen en een hoger debiet onttrokken kan worden. Door het uitvoeren van kostprijsberekeningen zal een optimum gezocht worden in de verhouding van de hoeveelheid benodigde elektrische (pomp)energie ten opzichte van de hoeveelheid onttrokken thermische energie. Hieruit volgt een optimum voor een geothermische installatie met een zo hoog mogelijke COP1 en een zo laag mogelijke kostprijs van de geothermische warmte. c) Warmte- en CO2 web Voor het warmte- en CO2 web zal aan de hand van een globale tracéstudie worden bepaald hoe het leidingnet zo optimaal mogelijk in het gebied kan worden uitgelegd. Om tot een optimaal, flexibel en toekomstbestendig warmte- en CO2 web te komen zal onder andere rekening worden gehouden met de locaties van de bronnen voor geothermie en HT warmteopslag, de afnemers (en potentiële afnemers) in het gebied, de bestaande infrastructuur, eigendomsgrenzen, bestaande nutsvoorzieningen, realiseer- en bereikbaarheid van web, onderhoud en beheer en fasering.
1
COP = Coëfficiënt of performance. Vermogen uit vermogen B.v. een besparing van 100 MWh vraagt 20 MWh elektra kosten dan is de COP 5.
De toepassing van het MEC-V concept draagt bij aan een vermindering in de uitstoot van CO2. Een aantal afnemers zal voor bemesting van de teelt afhankelijk zijn van externe bronnen voor CO2 levering. In de tracéstudie zal ingegaan worden op mogelijke bronnen voor CO2 levering in het bijzonder OCAP in de omgeving van de projectlocatie en worden de voorwaarden omschreven die gelden voorde CO2 levering. d) Optimalisatie systeemconcept Aan de hand van de resultaten van het geologisch onderzoek naar de toepassing van geothermie, worden herberekeningen gemaakt van het energieconcept MECV. Dit betreft een verdere verfijning van de energieberekeningen die in het kader van fase 2b zijn opgesteld. Middels deze berekeningen wordt getracht om vraag en aanbod van warmte en CO2 zo optimaal mogelijk op elkaar af te stemmen, waarbij gebruik wordt gemaakt van nauwkeurigere uitgangspunten op basis van fase 2c. Voor het bepalen van het optimale energieconcept wordt onderscheid gemaakt tussen de ketel-, de wkken aardwarmtebedrijven. Van deze bedrijven wordt inzichtelijk gemaakt hoeveel warmte, met welke temperaturen en wanneer beschikbaar of benodigd is. Daarnaast wordt gekeken naar het beschikbaar vermogen, de hoeveelheid warmte en met welke temperatuur deze warmte geleverd kan worden met de geothermische installatie.
MEC-V, sustainable and future-proof
Pag. 35 / 42
MEC-V fase 1
Een zelfde exercitie wordt uitgevoerd voor de hoge temperatuur warmteopslag. Aan de hand van de warmte-uitwisseling tussen de glastuinbouwbedrijven en de geothermie, wordt op basis van het putontwerp HT en het opslagrendement gerekend aan de hoeveelheid terug te leveren warmte en temperaturen.
Tevens zal worden gekeken naar de toepassing van een concept met diepe warmteopslag. Het energieconcept wordt doorgerekend. De resultaten van deze berekeningen vormen input voor het overleg met Provincie Zuid-Holland voor het bespreken van de mogelijkheden voor een pilot “ondiepe warmteopslag”.
Op de overeenkomstige wijze zal gerekend worden met het aanbod en de vraag naar CO2 voorziening van de teelt. Enige oriëntatie op alternatieven zal plaatshebben.
Ad 2) Economische analyse Aan de hand van de optimalisatie van het energieconcept en de technische uitwerking daarvan, worden de reeds geraamde investeringen en exploitatiekosten uit fase 2a en 2b van het MEC-V haalbaarheidsonderzoek herijkt (onnauwkeurigheid van 15%).
Betrouwbaarheid van de levering van warmte en CO2 is belangrijk gedurende de exploitatie. In deze fase van het onderzoek zal ook indringend gekeken worden naar de noodzakelijke back-up voorzieningen. Wat zijn de mogelijkheden en welke kosten en voorwaarden daaraan gekoppeld zijn. De warmteopslag functioneert als omvangrijke lange termijn buffer en kan ook worden ingezet als back-up voorziening. Voor de bovenomschreven warmtestromen zal naar een optimum worden gezocht tussen de warmte en CO2 stromen. Wanneer bekend is welke afnemers interesse hebben in warmte en of CO2 en om welke capaciteiten het gaat, wordt het tracéontwerp uit fase 2b van het haalbaarheidsonderzoek herzien. De resultaten van de optimalisatie worden als input gebruikt voor de economische analyse.
Het betreft hierbij de kosten voor de ondiepe HT opslag, de geothermische installatie, het warmteweb en de het CO2 web, inclusief aansluitkosten voor de individuele glastuinbouwbedrijven. Tevens zullen op hoofdlijnen ook deze kosten worden vergeleken met de huidige situatie van de afzonderlijke glastuinbouw bedrijven. Hieruit volgt per bedrijf een update van de financiële voordelen van het MEC-V concept ten opzichte van de huidige situatie. Aspecten die hierbij aan de orde komen zijn: o benchmark aardgasprijs en waarde CO2 reductie; o spark spead analyse WKK bedrijven; o onderzoek financieringsmogelijkheden; en o gevoeligheidsanalyse.
MEC-V, sustainable and future-proof
Pag. 36 / 42
MEC-V fase 1
In de economische analyse zal naast het beoogde MECV concept met ondiepe HT ook gerekend worden met een variant diepe HT. Deze informatie zal ook aan de provincie Zuid-Holland worden gepresenteerd ter overweging van de vergunbaarheid van een pilotproject met ondiepe HT. Ad 3) Subsidies en regelingen Vanwege het duurzame concept, waarbij gebruik wordt gemaakt van een combinatie van vernieuwende en innovatieve technieken, die ook toepasbaar zijn voor andere glastuinbouwgebieden in Nederland, komt het project voor verschillende subsidieregelingen in aanmerking. Dit geldt voor zowel het benodigde onderzoek als voor de uiteindelijke investeringen in het concept MEC-V. In deze fase van het onderzoek wordt een plan van aanpak opgesteld waarin de werkzaamheden zijn opgenomen voor aanvraag van de MEI regeling (LNV), PT subsidie (Productschap Tuinbouw) en het verlengen van de UKR regeling en realisatiesubsidie van Provincie Zuid-Holland. Wanneer de subsidie van LNV in het kader van energienetwerken in 2009 wordt gepubliceerd, worden de mogelijkheden voor MEC-V onderzocht. In de bouwfase kan deze subsidie mogelijk worden aangevraagd ten aanzien van het CO2 en warmtenetwerk.
Ad 4) Juridische aspecten a) Mogelijkheden voor pilotproject Voor het onttrekken en infiltreren van grondwater op lagen ondieper dan 500 m-mv is een vergunning nodig in het kader van de Grondwaterwet. De Provincie is hierin het bevoegd gezag. Het voorgestelde concept is vanwege de hoge infiltratietemperatuur in strijd met het huidige beleid. Het grondwaterplan van de Provincie biedt echter ruimte voor een pilotproject met hoge temperatuur warmteopslag. Deze pilot moet bewijzen dat hoge temperatuuropslag een goede kans biedt voor de verdere verduurzaming en dat er geen nadelige effecten worden veroorzaakt op andere of toekomstige gebruiksdoeleinden. Om tot een pilotproject te kunnen komen zal overleg moeten plaatsvinden met de provincie Zuid-Holland. Tijdens dit overleg zal ingegaan worden op de rapportage van de effecten van warmteopslag op de omgeving en de effecten op de microbiologie in de bodem (resultaat onderdeel 2a van deze offerte). De doelstelling van het overleg is om gezamenlijk met de Provincie de randvoorwaarden op te stellen waaraan de warmteopslag moet voldoen om een pilotproject mogelijk te maken. Voor de aanvraag van de pilot zal tevens worden gekeken naar de toepassing en de kosten van een concept met diepe warmteopslag. Hierdoor kan op bestuurlijk niveau een betere afweging gemaakt worden tussen diepe en ondiepe warmte opslag en ontstaat tevens een escape als een pilot met ondiepe opslag niet mogelijk is.
MEC-V, sustainable and future-proof
Pag. 37 / 42
MEC-V fase 1
b) Inpassing MEC-V op projectlocatie Het MEC-V concept betreft een grootschalige ontwikkeling van bronnen, het leidingwerk ten behoeve van het onder andere warmte- en CO2 web en technische ruimtes. Voor het inpassen van deze componenten zal mogelijk gebruik moeten worden gemaakt van openbaar terrein, maar mogelijk ook van private gronden in het gebied. In deze fase van het onderzoek zal aan de hand van de resultaten uit het tracéonderzoek en het bronontwerp inzicht worden verkregen waar mogelijk juridische knelpunten liggen bij de inpassing van het concept. Daarnaast wordt advies uitgebracht over het vervolgtraject, te denken valt aan opstalrechten voor de collectieve voorzieningen, het verwerven van benodigde grondposities, erfdienstbaarheden of bijvoorbeeld het herzien van het leidingtracé of bronlocaties. Daarnaast wordt in deze fase van het haalbaarheidsonderzoek aandacht besteed aan de benodigde vergunningen (vergunningen voor bijvoorbeeld lozingen, bouw en leidingen) voor de realisatie van het warmte en CO2 web. Resultaat van deze fase geeft inzicht in de vergunbaarheid van het beoogde MEC-V concept en de mogelijke acties en onderzekerheden om het project te kunnen realiseren.
Ad 5) Organisatie In deze fase van het haalbaarheidsonderzoek zal aandacht worden besteed aan de wijze waarop de realisatie en de exploitatie van MEC-V concept georganiseerd kan worden. Deze analyse geeft inzicht in de mogelijkheden van organisatie (consortium van partijen, eigen beheer of volledige outsourcing) en de voor- en nadelen daarvan. De wijze van organisatie zal bepalend zijn voor de financiële rendementseis die zal worden nagestreefd tijdens de exploitatie en is daarmee bepalend voor het uiteindelijke financiële voordeel voor de tuinders. Het resultaat van deze analyse is een globaal businessmodel. Dit globale businessmodel vormt input om in latere MEC-V fase 3 nader uit te werken tot een definitief businessplan. Ad 6) Stakeholder analyse en communicatieplan Belangrijk in de verscheidene projectfasen in de totstandkoming van het MEC-V concept is het behoud en uitbreiding van de commitment van de stakeholders. Allereerst zal een inventarisatie worden uitgevoerd naar de huidige stakeholders en de potentiële nieuwe stakeholders voor het MEC-V concept, waarbij verschillende belangen inzichtelijk worden gemaakt. Daarnaast worden verschillende middelen aangereikt, een zogenaamd communicatieplan, met als doel commitment te behouden of te vergroten. Hierbij valt te denken aan: o het organiseren van bijeenkomsten, waarbij de tussentijdse resultaten worden gepresenteerd aan
MEC-V, sustainable and future-proof
Pag. 38 / 42
MEC-V fase 1
o
de betrokken partijen en waarbij het draagvlak voor het MEC-V concept wordt bewaakt; en het opstellen van een handreiking van het MEC-V concept voor toepassing in andere gebieden in Nederland met duurzame ambities.
Ad 7) Risico management Aan de hand van een gevoeligheidsanalyse wordt onderzocht welke risico's het zwaarst wegen in de totale haalbaarheid van het MEC-V concept en op welke wijze deze risico's beheerst kunnen worden. Hierbij wordt ingegaan op mogelijke technische, financiële, organisatorische, planologische, juridische en publieke / politieke risico's. Input komt o.a. uit de stakeholderanalyse. Een belangrijk onderdeel hierbij is de beslisboom van de tuinbouwbedrijven om tot afname te beslissen.
De resultaten per onderdeel worden samengevoegd en gerapporteerd aan de opdrachtgever. Het rapport en tussentijdse notities worden door de werkgroep opgesteld. De rapportage zal worden besproken met de opdrachtgever en daarnaast zal aandacht worden besteed aan het communiceren van de resultaten aan de stakeholders. Het haalbaarheidsonderzoek wordt afgesloten met één rapport waarin de belangrijkste resultaten van het onderzoek worden samengevat. In aanbevelingen wordt op basis van de resultaten van het risicomanagement een voorstel gedaan voor het vervolgtraject om tot realisatie (businessplan) te kunnen komen van het MEC-V concept.
Ad 8) Projectcoördinatie Het haalbaarheidsonderzoek MEC-V betreft een dynamisch project en behoeft derhalve een goede coördinatie. Om het project goed te laten verlopen zal één van de leden de verantwoordelijkheid dragen voor het arrangeren van de benodigde projectoverleggen. Het verzorgen van een goede communicatie tussen de leden van de werkgroep MEC-V. Budget- en kwaliteitsbewaking en het adequaat inspelen op planningstechnische aspecten. Ad 9) Rapportage en communicatie
MEC-V, sustainable and future-proof
Pag. 39 / 42
MEC-V fase 1
Financieel In tabel 6.2. geeft een korte omschrijving van de begrote kosten per deelaspect voor fase 2d, welke totaal € 310.000 bedragen. Tabel 6.2
Totale begroting voor de gehele fase 2d 2 (x € 1000) exclusief BTW. - vervolgonderzoek effecten ondiepe 30,0 opslag HT - voorontwerp geothermische 30,0 installatie - warmte en CO2 web 15,0 - optimalisatie en uitwerking systeemconcept - economische analyse
30,0
- subsidies en regelingen
20,0
- mogelijkheden voor pilotproject
10,0
- overige juridische aspecten
27,5
- organisatie
30,0
25,0
- stakeholder analyse
17,5
- risico management
15,0
- projectcoördinatie
25,0
- rapportage en communicatie
35,0
Totale kosten
310.0
Voorstel financiering Provincie Zuid-Holland Fasen 2a, 2b en 2c (in uitvoering) hebben een budget van k€ 145. Totale begroting van fase 2 bedraagt derhalve k€ 455. Bijdrage PZH: o voor fasen 2a, 2b en 2c heeft PZH k€ 65 aan voorschotten verstrekt; o de provincie heeft aangegeven 50% te willen bijdragen aan fase 2, derhalve k€ 227,5; en o minus voorschotten ad k€ 65 resteert nog bij te dragen k€ 162,5. Bijdragen overigen o ca 28% subsidie Productschap Tuinbouw (besluit eind september 09); en o ca 22% stakeholders. Voor het Productschap is draagvlak bij de tuinders en LTO / Glaskracht van groot belang evenals kennis ontwikkeling en de toepassingsmogelijkheden van deze kennis voor andere tuindersgroepen. De o o o o o
stakeholders zijn (zie ook hoofdstuk 6): tuinders regio Vierpolders; gemeente Brielle / Glaspark 4P; OCAP; Coöperatie T4P; en Visser & Smit Hanab.
2
Hierin ook de kosten van fase 2d1, die in tabel 6.1 zijn vermeld.
MEC-V, sustainable and future-proof
Pag. 40 / 42
MEC-V fase 1
Op dit moment hebben enkele stakeholders, waaronder twee tuinders een financiële toezegging gedaan en nog eens zes tuinders een verklaring van commitment met het project getekend. De Coöperatie T4P heeft een eveneens een verklaring van commitment afgegeven. Begroting naar organisatie en medewerkers In bijlage G is de begroting voor de gehele fase 2d opgenomen naar organisatie en tarieven voor projectleiders en project medewerkers. De kostenverdeling tussen de betrokken partijen is indicatief, de werkgroep MEC-V is vrij om de werkzaamheden en de kosten anders onder te verdelen.
MEC-V, sustainable and future-proof
Pag. 41 / 42
MEC-V fase 1
7
Bijlagen A. B. C. D. E. F.
T4P restwarmte project WKK Geothermie HT opslag Warmte – en CO2 web Projectvoorstel fase 2d (werkzaamheden tot eind september) G. Begroting totale onderzoek fase 2d
N.B. De bijlagen behorend bij MEC-V fase 1 zijn opgenomen in het rapport: Bijlagen bij: Realisatie van de projectorganisatie voor het MEC-V haalbaarheidsonderzoek
MEC-V, sustainable and future-proof
Pag. 42 / 42