Inleiding. Samenvattende conclusies. - Luchtkwaliteit: De Wet luchtkwaliteit vormt geen knelpunt voor de realisatie van het plan

notitie

aan

De gemeente Heemskerk

van

Bart van de Bovenkamp

t.a.v.

Carla van der Wijst

telefoon

0251-263830

cc datum

2 februari 2010

onderwerp

Actualisatie milieuadvies Coornhertstraat

Inleiding De gemeente Heemskerk wil meewerken aan het herinrichten van een plangebied aan de Coornhertstraat te Heemskerk. Dit advies is een actualisatie van het milieuadvies van 22 januari 2006 en het milieuzoneringsadvies van 22 maart 2007.

Samenvattende conclusies

-

Luchtkwaliteit: De Wet luchtkwaliteit vormt geen knelpunt voor de realisatie van het plan.

-

Externe veiligheid: De externe veiligheid is voor wat de aspecten plaatsgebonden risico (PR) en groepsrisico (GR) betreft beschouwd en voor het ruimtelijke plan Coornhertstraat minder relevant gebleken.

-

Geluid: de geluidsbelasting op de nieuwbouwwoningen, vanwege het wegverkeer over de Laan van Assumburg, maximaal 52 dB bedraagt. De voorkeursgrenswaarde bedraagt 48 dB(A), de grenswaarde 63 dB. Dit betekent dat niet aan de voorkeursgrenswaarde kan worden voldaan, maar dat de genoemde geluidsbelastingen aanzienlijk lager zijn dan het wettelijk maximum. Dit betekent dat gelijktijdig met de Wro-procedure een ‘hogere waarde Wet geluidhinder procedure’ dient te worden doorlopen. De Wro- en de Wet geluidhinder stukken kunnen gezamenlijk ter inzage worden gelegd.

Actualisatie milieuadvies Coornhertstraat – 2 februari 2010

1 - 12

-

Ecologie: Als de opgaande bomen naast het perceel niet worden gekapt dan hoeft geen floraen faunaonderzoek te worden uitgevoerd. Er zijn dan geen nadere procedures in verband met de groene wetgeving nodig. - Als de opgaande bomen naast het perceel wel worden gekapt dan dient te worden onderzocht of zich verblijfsplaatsen van vleermuizen in deze bomen bevinden. De Milieudienst IJmond kan dit onderzoek begeleiden. - Om niet in strijd te handelen met de Flora- en faunawet dient het eventueel verwijderen van vegetatie (bomen/struikgewas) buiten de vogelbroedtijd (15 maart – 15 juli) plaats te vinden. - De Milieudienst IJmond heeft een natuurtoets ter beoordeling, hiervoor zal in een separaat advies een reactie worden gezonden aan de gemeente Heemskerk

-

Bodem: Uit deze gegevens blijkt dat er een lichte verontreiniging met minerale olie is. (naast de transformator, ter hoogte van Coornhertstraat 4). Bij het huidige en toekomstige gebruikt, als park/openbaar groen zijn er uit milieukundig oogpunt geen sanerende maatregelen nodig.

-

Bedrijven en milieuzonering: Voor de aan te houden richtafstanden tussen de nieuwbouwwoningen en het atelier zijn er geen knelpunten te verwachten. De Milieudienst IJmond adviseert om een afstand van 10 meter aan te houden tussen de nieuwbouwwoningen en de transformator. Volgens het bouwplan is dit niet het geval. De Milieudienst IJmond adviseert het bouwplan aan te passen of middels een akoestisch onderzoek aan te tonen dat de geluidsbelasting op de gevels van de nieuwbouwwoningen niet te hoog is.

-

Duurzaam bouwen: De Milieudienst IJmond adviseert overeenkomstig de ambities in het milieubeleidsplan te bouwen.

Luchtkwaliteit Bij planvorming is de luchtkwaliteit één van de milieuaspecten waar onderzoek naar dient te worden verricht. Kader luchtkwaliteitseisen Wet luchtkwaliteit In 2007 is de Wet luchtkwaliteit in werking getreden. Met deze wet zijn luchtkwaliteitseisen verankerd in de Wet milieubeheer. Er is een andere wijze van toetsing van bouwen bestemmingsplannen opgenomen. Zo dient te worden onderzocht of een project ‘in betekenende’ mate van invloed is op de luchtkwaliteit. Als een bouwproject voldoet aan de gestelde criteria voor de schaalgrootte van het plan (minder dan 1500 woningen of 100.000 m2 kantooroppervlakte) dan hoeft er niet te worden getoetst aan de luchtkwaliteitsnormen.


2 - 12

Beoordeling plan Het plan betreft nieuwbouwwoningen. Er is sprake is van een kleinschalige ontwikkeling (minder dan 100 woningen), het project is gezien bovengenoemde criteria niet in betekende mate van invloed op de luchtkwaliteit. Er hoeft dus niet te worden getoetst aan de luchtkwaliteitsnormen. In verband met een goede ruimtelijke ordening wordt opgemerkt langs de Coornhertstraat ruimschoots kan worden voldaan aan de luchtkwaliteitsnormen. Conclusie In deze notitie zijn opmerkingen over de luchtkwaliteitsaspecten voor een plan aan de Coornhertstraat te Heemskerk opgenomen. In het plangebied kan ruimschoots worden voldaan aan de normen van de Wet luchtkwaliteit. De conclusie is dat de Wet luchtkwaliteit geen knelpunt vormt voor de realisatie van het plan.

Externe veiligheid Voor de toetsing van het plan zijn de risicobronnen die in of nabij het plangebied aanwezig zijn en van invloed (kunnen) zijn op het plangebied in kaart gebracht. Of een object als een risicobron dient te worden aangemerkt, is omschreven in Het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen en de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. Tevens zullen naar verwachting zullen binnen afzienbare tijd het Besluit Externe veiligheid Buisleidingen en het Besluit Transportroutes Externe Veiligheid worden vastgesteld. In de ruimtelijke onderbouwing van het bestemmingsplan dient hier rekening mee te worden gehouden.

SITUATIE

Het ruimtelijke plan betreft de bouw van 2 woontorens met daarin 54 woningen (54x2,4= 130 pers.). Voorafgaand aan de bouw vindt de sloop van 3 huizenblokken plaats (24 woningen [24X2,4 = 58 pers.]) Het aantal personen op de locatie neemt toe met 72.


3 - 12

TOETSING DSM AGRO Het plan aan de Coornhertstraat in Heemskerk ligt in het invloedsgebied (12.800 meter) van DSM AGRO IJMUIDEN. De afstand tussen het ruimtelijke plan en de risicobron is ca. 6.100 meter. De grens, waarbij het toevoegen van personen aan het invloedsgebied van een risicobron nog in betekenende mate bijdraagt aan de hoogte van het groepsrisico, ligt op 5.000 meter. Het plangebied valt hierbuiten. Door het BRZO-bedrijf DSM Agro IJmuiden is er in 2001, 2006 en 2008 een veiligheidsrapport incl. QRA opgesteld. Het VR uit 2006 wordt door de provincie NoordHolland (bevoegd gezag) als vigerend gezien. Uit het rapport kan worden opgemaakt dat de

PLAATSGEBONDEN RISICOCONTOUR

10-6/JAAR

bijna volledig binnen de terreingrenzen van Corus ligt. Alleen ter plaatse van de Noordsluisweg komt de PR-contour er buiten. Het beoogde bouwplan ligt op circa 6.100 meter van DSM Agro. DSM Agro heeft met de ministeries V&W en VROM een convenant afgesloten (2008), waarbij er door partijen uitgegaan wordt van het

DEFINITIEF BEËINDIGEN

over het spoor naar de DSM Agro-vestiging in IJmuiden

EN

van de ammoniaktransporten

de verplaatsing van de

salpeterzuurfabriek naar Geleen uiterlijk op 31 december 2009. De provincie Noord-Holland is in de tweede helft van 2009 Wm-procedures gestart voor het ambtshalve wijzigen en gedeeltelijk intrekken van de WM-vergunning van DSM Agro. DE BAANDERT Het plan aan de Coornhertstraat in Heemskerk ligt op 200 meter en meer van

DE

BAANDERT.

Deze weg maakt geen deel uit van Route vervoer gevaarlijke stoffen. Momenteel vindt er in het kader van het project ‘Routering’ een onderzoek plaats naar de noodzaak tot het wijzigen van de, in 2003 door de raad vastgestelde route voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. De Baandert zou, bij wijziging van de route, mogelijk in de nieuwe route kunnen worden opgenomen. Zoals hierboven aangegeven ligt het plangebied aan de Coornhertstraat

BUITEN

de

toetsingszone (200 meter) waarbinnen een oordeel moet worden gegeven over de toelaatbaarheid van een ruimtelijke ontwikkeling in de omgeving van een transportroute. CONCLUSIE De externe veiligheid is voor wat de aspecten plaatsgebonden risico (PR) en groepsrisico (GR) betreft beschouwd en voor het ruimtelijke plan Coornhertstraat minder relevant gebleken.


4 - 12

Geluid Hierna wordt voor de geluidgevoelige bestemming de situatie beschreven voor wegverkeers-, railverkeers-, industrie- en luchtvaartlawaai. Wegverkeerslawaai In het kader van de Wet geluidhinder liggen er geluidszones rond wegen. Wegen op een woonerf of met een maximumsnelheid van 30 km/uur hebben geen zone. Binnen een zone moet voor het realiseren van nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen, zoals woningen, onderzoek worden gedaan naar de optredende geluidbelasting. De voorkeursgrenswaarde voor wegverkeerslawaai is 48 dB, de grenswaarde is afhankelijk van de situatie. Bij nieuwbouw binnen de bebouwde kom, zoals in deze situatie, geldt dan een grenswaarde van 63 dB. Bij geluidsbelastingen van 49 tot en met 63 dB, is het mogelijk om ‘hogere waarden Wet geluidhinder’ te verlenen. Deze kunnen worden verleend door de Milieudienst IJmond. De bouwlocatie ligt binnen de geluidszone van de Laan van Assumburg Met behulp van Standaard Rekenmethode 2 is de geluidsbelasting bepaald op de bouwlocatie. De verkeersintensiteiten zijn afkomstig uit het EU-inventarisatiemodel, variant 2015. De verkeersintensiteit van het basisjaar zijn opgehoogd met 1,5 % per jaar autonome groei naar 2020. De verkeersintensiteit bedraagt dan 6200 mvt/etmaal, de wegdekverharding standaard asfalt. De geluidsbelasting vanwege de Laan van Assumburg op het plan is hieronder in tabel 1 weergegeven, inclusief aftrek van 5 dB conform artikel 110g van de Wet geluidhinder. In de bijlage zijn berekeningsoverzichten opgenomen. Tabel 1: Geluidsbelasting bouwlocatie vanwege Laan van Assumburg Geluidsbelasting [dB] Lden inclusief 5 dB aftrek artikel 110g Nieuwbouwappartementen

Afhankelijk van de beoordelingshoogte: 49 – 52 dB

Railverkeerslawaai De bouwlocatie ligt buiten de geluidszone van de spoorlijn Castricum - Uitgeest. Industrielawaai Niet van toepassing Luchtvaartlawaai Niet van toepassing Conclusie De gemeente Heemskerk wil meewerken aan het herinrichten van een plangebied aan de Coornhertstraat. Uit de resultaten van het geluidsonderzoek blijkt dat de geluidsbelasting op


5 - 12

de nieuwbouwwoningen, vanwege het wegverkeer over de Laan van Assumburg, maximaal 52 dB bedraagt. De voorkeursgrenswaarde bedraagt 48 dB(A), de grenswaarde 63 dB. Dit betekent dat niet aan de voorkeursgrenswaarde kan worden voldaan, maar dat de genoemde geluidsbelastingen aanzienlijk lager zijn dan het wettelijk maximum. Ten aanzien van het luchtvaart-, industrie- en railverkeerslawaai wordt aan de grenswaarden voldaan. Voor wat betreft de Wet geluidhinder leveren de nieuwbouwwoningen dus geen knelpunten op. Dit betekent dat gelijktijdig met de Wro-procedure een ‘hogere waarde Wet geluidhinder procedure’ dient te worden doorlopen. De Wro- en de Wet geluidhinder stukken kunnen gezamenlijk ter inzage worden gelegd. Situatie

Ecologie Op het plan is wetgeving met betrekking tot de bescherming van de natuur van toepassing. Deze wetgeving richt zich op twee hoofdthema’s. Het gaat hierbij om de bescherming van natuurgebieden (gebiedsbescherming) en de bescherming van planten diersoorten (soortbescherming). Gebiedsbescherming De bescherming van natuurgebieden wordt geregeld in de Natuurbeschermingswet 1998 en de Ecologische hoofdstructuur (EHS). Ruimtelijke projecten kunnen niet zonder meer worden gerealiseerd in beschermde natuurgebieden. Projecten die in de nabijheid van beschermde natuurgebieden worden geprojecteerd, dienen te worden getoetst op de


6 - 12

mogelijke negatieve effecten die zij op deze gebieden kunnen hebben en of zij verstoring zullen veroorzaken (externe werking). Als sprake is van externe werking dan kan het noodzakelijk zijn dat bij de provincie (bevoegd gezag) een vergunning volgens artikel 19d van de Natuurbeschermingswet aangevraagd moet worden. Soortbescherming Soortbescherming wordt geregeld in de Flora- en faunawet. In deze wet is een aantal planten en dieren aangewezen als beschermd. Deze beschermde organismen mogen niet zonder reden in hun bestaan worden aangetast. Belangrijk is het feit dat beschermde organismen ook buiten natuurgebieden voorkomen. De wet maakt een onderscheid tussen licht en zwaar beschermde soorten. Indien sprake is van bestendig beheer, onderhoud of gebruik dan wel van ruimtelijke ontwikkeling of inrichting, gelden voor sommige, licht beschermde soorten, de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet niet. Als negatieve effecten op zwaar beschermde soorten optreden, dient een ontheffing volgens art. 75 van de floraen faunawet te worden aangevraagd bij het ministerie van LNV. Voor de zwaar beschermde soorten wordt deze ontheffing slechts verleend, indien: •

er sprake is van een wettelijk geregeld belang (groot maatschappelijk belang, in sommige gevallen ook ruimtelijke inrichting en ontwikkeling)

•

er geen alternatief is

•

geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort

Beoordeling plan Het plan betreft nieuwbouwwoningen op een terrein waar bebouwing aanwezig was, deze bebouwing is inmiddels gesloopt. Op basis van beschikbare foto’s van het perceel en de situering van het perceel in de bebouwde kom van Heemskerk wordt geconcludeerd dat geen beschermde flora en fauna op het braakliggende te verwachten is. Naast het perceel bevinden zich opgaande bomen die mogelijk gekapt zullen worden. Gezien de stamomvang van de aanwezige bomen (> 35 centimeter) is het mogelijk dat zich verblijfsplaatsen van vleermuizen in deze bomen bevinden. De natuurbeschermingswet 1998 is niet van toepassing op dit plan. Advies 1.

Als de opgaande bomen naast het perceel niet worden gekapt dan hoeft geen floraen faunaonderzoek te worden uitgevoerd. Er zijn dan geen nadere procedures in verband met de groene wetgeving nodig.

2.

Als de opgaande bomen naast het perceel wel worden gekapt dan dient te worden onderzocht of zich verblijfsplaatsen van vleermuizen in deze bomen bevinden. De Milieudienst IJmond kan dit onderzoek begeleiden.

3.

Om niet in strijd te handelen met de Flora- en faunawet dient het eventueel verwijderen van vegetatie (bomen/struikgewas) buiten de vogelbroedtijd (15 maart – 15 juli) plaats te vinden.


7 - 12

Bodem Op grond van artikel 52a van de Woningwet is een aanhoudingsplicht bij een ernstige bodemverontreiniging. Om hier uitsluitsel over te geven, moeten bij de bouw altijd gegevens over de kwaliteit van de bodem bekend zijn. Een bodemonderzoek start met een verkennend onderzoek, dit bestaat uit een historisch onderzoek (conform de NVN 5725) en veldwerk (conform NEN 5740). De resultaten van dit onderzoek worden getoetst aan de Wet bodembescherming. Deze wet stelt dat de kwaliteit van de bodem beschikt moet zijn voor het beoogde gebruik van de locatie. De mate waarin de bodem verontreinigd mag zijn, is hiervan afhankelijk. Als uit de resultaten van het verkennend onderzoek blijkt dat geen belemmering bestaat voor het beoogde gebruik, kan een geschiktheidverklaring worden afgegeven. Als uit de resultaten blijkt dat er mogelijk wel een belemmering is wordt nader bodemonderzoek geadviseerd. In een nader bodemonderzoek wordt de ernst van de verontreiniging beoordeeld en de saneringsurgentie bepaald. De bouwvergunning wordt afgegeven als de bodem, eventueel na sanerende maatregelen, geschikt is voor het beoogde gebruik. Bodemkwaliteitskaart Medio 2007 is er voor het plangebied een bodemkwaliteitskaart beschikbaar gekomen. Hierdoor kan in veel gevallen worden volstaan met alleen historisch onderzoek. Voorwaarde hiervoor is dat het historisch onderzoek uitwijst dat op de locatie geen bodembedreigende activiteiten hebben plaatsgevonden. Ook mag grond met een gelijke kwaliteit vrij worden hergebruikt binnen het gebied van de kaart. Rol Milieudienst IJmond De Milieudienst IJmond onderzoekt of nog bodemonderzoek moet worden uitgevoerd ten behoeve van de bouwaanvraag. De Milieudienst IJmond toetst de resultaten van het uitgevoerde bodemonderzoek en geeft vervolgens een geschiktheidverklaring af, of een advies over de te nemen vervolgstappen. Het bodemonderzoek moet in principe worden uitgevoerd door degene die het project en/of de bouwaanvraag indient. Als de gemeente initiator is van een project of bouwplan kan de gemeente de Milieudienst opdracht geven het onderzoek te laten uitvoeren en begeleiden. De gemeente geeft de milieudienst hiertoe opdracht via een aanvraagformulier. De uitvoer van een verkennend bodemonderzoek duurt gemiddeld 8 weken. Beschikbare gegevens plangebied Voor de locatie zijn bij de Milieudienst IJmond zijn gegevens beschikbaar over de kwaliteit van de bodem. Uit deze gegevens blijkt dat er een lichte verontreiniging met minerale olie is. (naast de transformator, ter hoogte van Coornhertstraat 4). Bij het huidige en toekomstige gebruikt, als park/openbaar groen zijn er uit milieukundig oogpunt geen sanerende maatregelennodig.


8 - 12

Conclusie Uit deze gegevens blijkt dat er een lichte verontreiniging met minerale olie is. (naast de transformator, ter hoogte van Coornhertstraat 4). Bij het huidige en toekomstige gebruikt, als park/openbaar groen zijn er uit milieukundig oogpunt geen sanerende maatregelennodig.

Bedrijven en milieuzonering Sterk bepalend voor de kwaliteit van de leefomgeving is een juiste afstemming tussen bedrijfsactiviteiten en daarvoor gevoelige functies. Geur, geluid en andere vormen van hinder kunnen bijvoorbeeld het wonen en recreëren negatief beïnvloeden. Met behulp van milieuzonering wordt een ruimtelijke scheiding aangehouden, waardoor de milieubelasting wordt beperkt. VNG- publicatie De Vereniging van Nederlandse Gemeente doet in de publicatie "Bedrijven en milieuzonering" (editie 2009) een handreiking ten behoeve van de afstemming tussen ruimtelijke ordening en milieu op lokaal niveau. In deze publicatie wordt een indicatie gegeven van een afstand die in acht moet worden genomen tussen bedrijfsmatige activiteiten en geluidgevoelige bestemmingen. De afstanden in de VNG- publicatie gaan uit van de afstand tussen de perceelsgrens van het bedrijf (niet de bebouwingsgrens) en de gevel van de geluidgevoelige bestemming. Reden hiervoor is dat hinder niet alleen optreedt vanuit de bedrijfsbebouwing, maar ook door bedrijfsmatige activiteiten op de bijbehorende onbebouwde gronden. Het is mogelijk om eventueel met aanvullende maatregelen overlast te beperken en daardoor af te wijken van de afstanden. In dit geval zal aangetoond moeten worden welke maatregelen worden genomen om de overlast te beperken. Aan de hand hiervan kan dan beoordeeld worden of het afwijken van de standaard toegestaan kan worden. Het toetsen van het plan bestaat uit:

Het toetsen van de afstanden van de te bouwen bedrijven aan de reeds bestaande gevoelige objecten, en

Het toetsen van de afstanden van de bestaande bedrijven aan de te bouwen gevoelige objecten.

Situatie In het plangebied ligt een atelier van een kunstenaar en een transformator. Op grond van de VNG-publicatie adviseert de Milieudienst IJmond een ruimtelijke scheiding aan te houden tussen bedrijfsmatige activiteiten en gevoelige bestemmingen (bijvoorbeeld woningen). Bij onderhavig plan gaat het om de volgende afstanden:

sbi-code

omschrijving activiteit

geluid

gevaar

stof

geur

9251,9252

Bibliotheken, musea, ateliers, e.d.

10

0

0

0

00044

transformatoren < 1 MVA

10

0

0

0


9 - 12

Het is mogelijk dat de aard en omvang van een bestaand bedrijf afwijkt van het ‘gemiddelde’ uit de afstandentabel. Dit kan aanleiding zijn om gemotiveerd af te wijken van het advies van de Milieudienst IJmond. Echter, een goede ruimtelijke onderbouwing dient een deugdelijke motivatie te bevatten om af te wijken van de richtafstand. Uit uitspraken van de Raad van State blijkt in die zin dat aan de richtafstanden wel degelijk recht kan worden ontleend indien er onvoldoende gemotiveerd wordt afgeweken van deze afstand. De afstand van de nieuw te bouwen woningen tot het atelier is 10 meter. De afstand van de nieuw te bouwen woningen tot de transformator is minder dan 10 meter Conclusie De milieudienst adviseert om een minimale afstand van 10 meter aan te houden tussen de transformator en de nieuw te bouwen woningen. Daarnaast adviseert de Milieudienst IJmond 10 meter aan te houden tussen het atelier en de nieuw te bouwen woningen. Uit de het voorlopig ontwerp van het plan blijkt dat deze voor het atelier worden aangehouden, de Milieudienst IJmond ziet geen belemmering met betrekking tot bedrijven en milieuzonering voor het atelier. Met betrekking tot de transformator blijktuit de het voorlopige ontwerp dat een afstand van 10 meter ten opzichte van de nieuwe te bouwen woningen niet wordt aangehouden. Indien het niet mogelijk de richtafstanden aan te houden is adviseert de Milieudienst IJmond te onderbouwen waarom er een kleinere afstand aangehouden kan worden. Voor een transformator is geluid de maatgevende factor. De werkelijke geluidsbelasting op de nieuw te bouwen woningen kan onderzocht worden middels een akoestisch onderzoek. Indien er uit dit onderzoek blijkt dat de geluidsbelasting op de woningen een aanvaardbaar niveau heeft, kunnen de uitkomsten van dit onderzoek (in combinatie met eventuele geluidreducerende maatregelen) als onderbouwing dienen bij een besluit om af te wijken van de richtafstanden. Duurzaam bouwen Gemeentelijk beleid voor duurzaam bouwen Gemeente Heemskerk en de Milieudienst IJmond hebben ter ondersteuning en invulling van deze beleidsdoelstellingen een lokaal beleid geformuleerd in “Kwaliteit en duurzaam bouwen” en in het milieubeleidsplan 2008-2012. De gemeente Heemskerk streeft naar een ontwikkeling die in eerste instantie voorziet in de behoefte van de huidige generatie, zonder daarmee de toekomstige generaties de mogelijkheid te onthouden om ook in hun behoefte te voorzien. Een belangrijke doelstelling van de gemeente met het beleid over duurzaam bouwen is de terugdringing van het energieverbruik. Klimaatakkoord Gemeenten en Rijk 2007-2011 Het Rijk en de gemeenten hebben een klimaatakkoord ondertekend. Hierin staan afspraken over energiebesparing en de overgang naar duurzame energie. De gemeenten onderschrijven de ambities van het kabinet: een reductie van de uitstoot van broeikasgassen van 30% in 2020 ten opzichte van 1990, een energiebesparingspercentage van 2% energiebesparing per jaar en een aandeel van 20% duurzame energie in 2020. De ambitie is


10 - 12

dat in 2020 de nieuwbouw energieneutraal is en dat het energieverbruik van woningen en gebouwen in 2020 met meer dan 50% is verlaagd. Om resultaten te boeken en om innovatie te stimuleren wordt de energieprestatie coëfficiënt voor nieuwe woningen in 2011 aangescherpt naar 0,6 en in 2015 naar 0,4. Nu er afspraken zijn gemaakt over energiebesparing en de overgang naar duurzame energie, zal er ook naar toe gewerkt moeten worden. GPR Gebouw 4.0 Om inzicht te krijgen in de duurzaamheid van nieuwbouwprojecten stimuleert de Milieudienst IJmond en de gemeente Heemskerk het gebruik van GPR Gebouw 4.0. GPR Gebouw 4.0 is een relatief eenvoudig instrument waarmee prestaties gemeten kunnen worden, compleet met rapportcijfers van 1 tot 10. Een score van 6.0 is representatief voor het wettelijke niveau van het Bouwbesluit. Dit instrument kijkt breder dan alleen energie. De GPR-lijst kan online ingevuld worden. De kosten van het gebruik van GPR Gebouw 4.0 worden gedragen door de Milieudienst IJmond. De ambitie van de gemeente is een 7.0 te scoren op het thema energie en gemiddeld een 7.0 voor de thema’s milieu, gezondheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde. Beoordeling project Gelet op het aantal woningen, twee appartementgebouwen van ieder 27 woningen, is het plan is kansrijk voor het duurzaam realiseren overeenkomstig het beleid van de gemeente. Verzoek verstuurd Met Woon op Maat, de heer Van Keulen, zal binnenkort een afspraak worden gemaakt door de Milieudienst IJmond over de invulling van GPR Gebouw 4.0 en duurzame bouw. Conclusie Overeenkomstig het beleid van de gemeente dient duurzaam te worden gebouwd. Het bouwplan biedt kansen om duurzaam te bouwen. Van belang is dat duurzaamheid / energiebesparing vroeg in het bouwproces wordt meegenomen en dat daarvoor in de realisatiefase budget beschikbaar wordt gesteld. Het gebouw is afhankelijk van de


11 - 12

Bijlage 1: Berekeningsresultaten woningbouw Coornhertstraat, exclusief aftrek art 110 Wgh


12 - 12

Inleiding. Samenvattende conclusies. - Luchtkwaliteit: De Wet luchtkwaliteit vormt geen knelpunt voor de realisatie van het plan

Recommend Documents