RAPPORTAGE INSTROOM EN OPLEIDINGSBEHOEFTE SCHILDERSBRANCHE 2012 USP Marketing Consultancy in opdacht van sociale partners sector Schilderen en Onderhoud
April 2012 Ing. Florens van der Gaag Jeannette van der Rhee M.Sc. Laura Buijs M.Sc.
Inhoudsopgave
1
Management samenvatting
2
Onderzoeksverantwoording
3
Methodiek
4
Instroombehoefte kwantitatief en kwalitatief
5
Opleidingsbehoefte
6
Instroombehoefte naar regio
7
Overige resultaten onderzoek
2 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 1. Management samenvatting
•
Sociale partners Schilderen en Onderhoud hebben behoefte aan een goed inzicht in de behoefte aan opgeleide mensen binnen de schildersbranche. Deze informatie is noodzakelijk om beleid te ontwikkelen op het terrein van onderwijs en de arbeidsmarkt. Een belangrijke ambitie daarin is het ontwikkelen en uitvoeren van een monitoringsinstrument voor de instroom- en opleidingsbehoefte van de branche. USP Marketing Consultancy heeft in opdracht van de Branche Opleidingscommissie Schilders (BOC) de instroom- en opleidingsbehoefte in de schildersbranche in kaart gebracht.
•
USP heeft in samenwerking met de BOC een model opgesteld dat de instroom- en opleidingsbehoefte van de branche voor de komende 5 jaar voorspelt. In dit model worden bestaande bronnen (informatie pensioenfonds, BouwKennis, CBS) gecombineerd met de informatie uit een exclusief onderzoek onder schildersbedrijven en sector verlaters. Dit model is in 2010 opgesteld, het huidige onderzoek is een update van dit model met de meest recente informatie.
•
Omwille van praktische toepassing van de resultaten is er voor gekozen om de resultaten te presenteren met een zekere bandbreedte. Bepaalde onderdelen zoals het aantal schilders dat de komende jaren met pensioen gaat of dat arbeidsongeschikt raakt kan vrij exact bepaald worden. Andere relevante cijfers zoals de uitstroom naar een andere branche en het uitvalpercentage in de opleidingen kan de komende jaren sterker variëren en daarmee afwijken van de oorspronkelijke berekening.
•
Met name de uitstroom naar andere branches heeft een grote impact op de uiteindelijke berekening van de instroom- en opleidingsbehoefte. Omdat dit getal per jaar sterk kan variëren is er voor gekozen om niet van één getal uit te gaan maar te kiezen voor een bandbreedte. Daarmee wordt een bepaalde veiligheidsmarge in de berekening aangebracht. Dit leidt er toe dat er uiteindelijk ook in de eindberekening van de instroom- en opleidingsbehoefte sprake is van een bandbreedte.
•
Naast het in kaart brengen van de kerncijfers is in het onderzoek ook rekening gehouden met toekomstige ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de instroom- en opleidingsbehoefte (kwalitatieve invloeden).
•
Het onderzoeksrapport geeft tevens inzicht in de totale hoeveelheid schilderwerk in Nederland voor de komende 5 jaar en in het aantal schilders dat nodig is om dit werk uit te voeren. Daarnaast wordt in dit onderzoek de opleidingsbehoefte per opleidingsregio voorspeld en cijfermatig onderbouwd.
3 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 1. Management samenvatting
Omvang opleidingsbehoefte 2012 BOL: 100 (5%) Externe opleiding 1.230 - 1.420 (52%) BBL: 1.130 - 1.320 (47%) Benodigde instroom 2012: 2.370 - 2.720
Interne opleiding 80 - 90 (3%)
Niet opgeleid 1.060 - 1.210 (45%)
Bruto opleidingsbehoefte 1.210 - 1.500 Uitval uit de opleiding (5%-10%) 80 - 180
Uitbreidingsvraag: -60 Totale uitval opleiding (25%-35%) 380 - 710
Beginnend schilder 417 - 517 Multifunctionele schilder 352 - 437 Meters maken schilder 192 - 238 Totaal onderhoud 169 - 210
Verwachte uitstroom 2012: 2.430 - 2.780
Blijft werkzaam in de branche (20%-25%) 300 - 530
Specialist 32 - 39 Calculator, etc. 32 - 39 Administratief 16 - 20 4
Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 1. Management samenvatting
•
Uit de onderstaande prognose komt naar voren dat de opleidingsbehoefte de komende 5 jaar tussen de 1.200 en 1.800 leerlingen per jaar zal liggen. De voorspelling is dit jaar aanzienlijk lager dan in de vorige meting doordat, op basis van de meest recente informatie, de nieuwbouwproductie de komende jaren beduidend lager ligt dan in 2010 werd verwacht. Bovendien is de uitstroom dit jaar zuiverder in kaart gebracht, waardoor deze cijfers aanzienlijk minder ruis bevatten.
•
In het rapport wordt de berekening van deze cijfers toegelicht en zijn uitsplitsingen gemaakt van de instroom- en opleidingsbehoefte naar opleidingsregio. Instroom- en opleidingsbehoefte met invloed kwalitatieve factoren 2012
2013
2014
2015
2016
-60
-185
371
826
902
Uitstroom totaal
2.430 - 2.780
2.500 - 2.850
2.190 - 2.480
2.030 - 2.300
1.980 - 2.240
Instroombehoefte per jaar
2.370 - 2.720
2.320 - 2.670
2.560 - 2.850
2.860 - 3.130
2.880 - 3.140
Deel dat wordt opgeleid
1.230 - 1.420
1.210 - 1.390
1.330 - 1.480
1.490 - 1.630
1.500 - 1.630
100
100
100
100
100
1.130 - 1.320
1.110 - 1.290
1.230 - 1.380
1.390 - 1.530
1.400 - 1.530
Uitval uit de opleiding (25%-35%)
380 - 710
370 - 690
410 - 740
460 - 820
470 - 820
Uitval nog werkzaam in branche (20%-25%)
300 - 530
300 - 520
330 - 550
370 - 610
380 - 610
Bruto opleidingsbehoefte minimaal
1.210
1.180
1.310
1.480
1.490
Bruto opleidingsbehoefte maximaal
1.500
1.460
1.570
1.740
1.740
Verandering benodigde aantal fte
Via BOL Netto opleidingsbehoefte
5 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Inhoudsopgave
1
Management samenvatting
2
Onderzoeksverantwoording
3
Methodiek
4
Instroombehoefte kwantitatief en kwalitatief
5
Opleidingsbehoefte
6
Instroombehoefte naar regio
7
Overige resultaten onderzoek
6 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 2. Onderzoeksverantwoording § 2.1 Aanleiding en achtergrond onderzoek
• De organisaties FOSAG, FNV Bouw en CNV Hout en Bouw hebben in 2007 de Branche Opleidingscommissie Schilderen (BOC) opgericht. Een belangrijk aandachtspunt voor deze commissie is de vakbekwaamheid van de schilders-, afwerking- en glaszetbranche. • Een belangrijk doel van de BOC is het ontwikkelen en vaststellen van een beleid op de terreinen onderwijs en arbeidsmarkt. Een goed inzicht in de behoefte van de branche aan opgeleide mensen is om die reden voor de BOC een belangrijk uitgangspunt. Een belangrijke ambitie daarin is het ontwikkelen en uitvoeren van een monitoringsinstrument voor de instroom- en opleidingsbehoefte van de branche. •
Deze informatie is noodzakelijk om beleid te ontwikkelen op het terrein van onderwijs en de arbeidsmarkt. De BOC heeft USP Marketing Consultancy opdracht gegeven onderzoek te verrichten naar de instroom- en opleidingsbehoefte in de schildersbranche en mede te bepalen hoe een dergelijke monitoringsinstrument gestalte kan krijgen.
7 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 2. Onderzoeksverantwoording § 2.1 Aanleiding en achtergrond onderzoek
De centrale onderzoeksvraag:
• Wat is in de komende vijf jaar de regionale arbeidsmarkt- en opleidingsbehoefte van de sector Schilderen?
Concreet zal dit rapport inzicht bieden in de volgende zaken: 1.
2. 3. 4. 5. 6. 7.
De opleidingsbehoefte bestaande uit: • De extra vraag naar werkenden in de sector • Het vertrek van werkenden uit de sector • De opleidingsvraag in de sector Inzicht in het type schilder waar behoefte aan is (7 profielen) De gerealiseerde instroom van leerlingen in de sector Schilderen per regio in de afgelopen vijf jaar De diplomagraad en kwaliteiten van personeel in de branche (inclusief EVC) De opleidingscapaciteit van de schildersbedrijven (individuele leerbedrijven en lidbedrijven van samenwerkingsverbanden) De te verwachten ontwikkelingen in de sector Schilderen de komende vijf jaar (o.a. redenen voor uitstroom, ontwikkelingen in de markt en technologische ontwikkelingen) Meer inzicht in de uitstroom naar andere sectoren (omvang, richting van uitstroom, verkapte uitstroom en eventuele terugkeer)
8 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 2. Onderzoeksverantwoording § 2.2 Onderzoeksfasen
• Het in kaart brengen van de landelijke en regionale instroom- en opleidingsbehoefte van de schildersbranche vraagt om een kwalitatieve en kwantitatieve aanpak. Om tot een monitoringsinstrument te komen zijn een vijftal onderzoeksfasen nodig. • Onderstaand schema geeft het onderzoeksproces grafisch weer.
Interne opstartfase
Input: Kick-off meeting bij Savantis om aangepaste onderzoek te bespreken
Output: Een duidelijk beeld van de veranderingen van dit onderzoek ten opzichte van het vorige.
Kwalitatieve fase
Afstemmen en programmeren vragenlijst
Veldwerkfase
Input: Deskresearch.
Input:Ontwikkelen, afstemmen en programmeren vragenlijst.
Input:Telefonisch en online onderzoek onder de doelgroep.
Output: Een update van alle informatie vanuit BOC, USP en BouwKennis die kan bijdragen aan de ontwikkeling van het monitoringsinstrument.
Output: Een geprogrammeerde vragenlijst die telefonisch kan worden afgenomen onder uitstromers en een geprogrammeerde vragenlijst die online kan worden ingevuld door schilders.
Output: Gedegen data betreffende de instroom- en opleidingsbehoefte in de schildersbranche.
Analyse, rapportage & advies
Input: Analyse van data in SPSS en een rapport in PowerPoint.
Output: Eindrapport en presentatie. Zowel een rapportage van de huidige situatie als van de verwachtingen op korte en lange termijn.
9 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 2. Onderzoeksverantwoording § 2.3 Doelgroepen
•
In totaal zijn er 548 enquêtes ingevuld onder schildersbedrijven; 303 van deze enquêtes zijn ingevuld door de eigenaar van een schildersbedrijf met meerdere werknemers en nog eens 69 enquêtes zijn door werknemers ingevuld. Daarnaast zijn 171 interviews afgenomen onder ZZP’ers en OZP’ers.
•
De schildersbedrijven zijn online benaderd. Het bestand met e-mailadressen is aan de hand van de databestanden van Savantis, FOSAG en BouwPanel, het online panel voor professionals van USP, samengesteld. Tijdens de vorige meting is een deel van de enquêtes telefonisch afgenomen. Er is gecontroleerd of er verschillen zijn ontstaan door de gewijzigde methodiek en dat bleek niet het geval te zijn.
•
Naast het online onderzoek onder de schildersbedrijven heeft er ook een kort telefonisch onderzoek plaatsgevonden onder personen die in 2010 of 2011 de branche hebben verlaten. Het bestand dat hiervoor gebruikt is, is afkomstig van A&O en bestaat uit personen die niet langer zijn aangesloten bij de schilder cao. In totaal zijn 255 telefonische interviews afgenomen.
Response overzicht
Verdeling response onder schildersbedrijven - Functie
Response onder schildersbedrijven
548
Directeur/ eigenaar bedrijf meerdere werknemers
303
Response onder sector verlaters
255
Werknemer
69
ZZP’ers
156
OZP’er
15
Weet niet/ geen mening
5
10 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 2. Onderzoeksverantwoording § 2.4 Achtergrondkenmerken - schildersbedrijven
• De verdeling van de schildersbedrijven in de steekproef komt niet geheel overeen met de landelijke verdeling. Om deze reden zijn de resultaten gewogen naar provincie. Door de uitkomsten van het onderzoek te wegen, worden de resultaten representatief voor Nederlandse schildersbedrijven. • Om tot een representatieve landelijke verdeling van schildersbedrijven te komen, is gebruik gemaakt van tellingen van de Kamer van Koophandel. • In het onderzoek is onderscheid gemaakt in de omvang van de schildersbedrijven. Hierbij wordt rekening gehouden met de landelijke verdeling op basis van tellingen van de Kamer van Koophandel.
Aantal en percentage schildersbedrijven - naar provincie N KvK
% KvK
N onderzoek
% onderzoek
Drenthe
283
3%
16
3%
Flevoland
241
2%
14
3%
Friesland
523
5%
17
3%
Gelderland
1546
14%
78
14%
Groningen
334
3%
24
4%
Limburg
531
5%
30
5%
Noord-Brabant
1784
16%
117
21%
Noord-Holland
1788
16%
81
15%
Overijssel
767
7%
38
7%
Utrecht
866
8%
39
7%
Zeeland
230
2%
13
2%
Zuid-Holland
2105
19%
81
15%
10.998
100%
548
100%
Totaal
Aantal en percentage schildersbedrijven - naar omvang N KvK
% KvK
N onderzoek
% onderzoek
ZZP’er/OZP’er
7.659
70%
171
31%
2- 5 fte
2.174
20%
149
27%
> 5 fte
1.165
11%
206
38%
0
0%
22
4%
10.998
100%
548
100%
Onbekend Totaal
11 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 2. Onderzoeksverantwoording § 2.4 Achtergrondkenmerken - schildersbedrijven • In de tabel rechts is het aantal geïnterviewde bedrijven verdeeld naar de 18 opleidingsregio’s weergegeven. • In de onderstaande tabel wordt een verdeling van de belangrijkste opdrachtgevers van de geïnterviewde bedrijven getoond. Belangrijkste opdrachtgevers
Aantal en percentage schildersbedrijven - naar opleidingsregio Aantal
%
Amsterdam
34
6%
Centraal Nederland
59
11%
Den Bosch
42
8%
Den Haag/Leiden/Gouda
46
8%
Dordrecht
12
2%
Particulieren
80%
Friesland
16
3%
Aannemers
50%
Geldermalsen
6
1%
Andere bedrijven
36%
Groningen/Drenthe
39
7%
Woningcorporaties
28%
Heerhugowaard e. o.
42
8%
Overheid
19%
Hengelo
24
4%
Schildersbedrijven
10%
Limburg
29
5%
Projectontwikkelaars
5%
Nünen
33
6%
VVE
3%
Nijmegen
15
3%
Gezondheidszorg(instellingen)
2%
Noord-Oost Nederland
30
5%
Scholen
1%
Rotterdam
18
3%
Beleggers
1%
Tilburg/Breda
30
5%
ZZP-ers
1%
Zuidwest
23
4%
Detailhandel/retail
1%
Zutphen
41
7%
Vastgoedbeheerders
1%
Onbekend
9
2%
Anders
6%
Totaal
539
100% 12
Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Inhoudsopgave
1
Management samenvatting
2
Onderzoeksverantwoording
3
Methodiek
4
Instroombehoefte kwantitatief en kwalitatief
5
Opleidingsbehoefte
6
Instroombehoefte naar regio
7
Overige resultaten onderzoek
13 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 3. Methodiek § 3.1 Kwantitatieve en kwalitatieve variabelen
• Om de hoofdvraag van het onderzoek, “Wat is in de komende vijf jaar de regionale instroom- en opleidingsbehoefte van de schildersbranche?”, te beantwoorden is een voorspellingsmodel ontwikkeld door USP Marketing Consultancy. • Ten eerste is bepaald welke vaste factoren van invloed zijn op de totale hoeveelheid schilderwerk. Vaste invloeden zijn factoren die altijd van invloed zullen zijn op de hoeveelheid schilderwerk. Deze factoren zijn echter geen vaststaande cijfers, maar aan verandering onderhevig. • Om ook kwalitatieve invloeden uit de markt mee te nemen in het voorspellingsmodel zijn deze allereerst in kaart gebracht. Hiervoor zijn in het kader van het onderzoek dat is uitgevoerd in 2010, de leden van de Branche Opleidingscommissie geïnterviewd. Op basis van deze interviews zijn de kwalitatieve invloeden bepaald en gemeten. Voor het huidige onderzoek zijn deze kwalitatieve invloeden nogmaals onder de loep genomen en zijn alleen die invloeden meegenomen die daadwerkelijk een bijdrage leveren aan de verandering in de instroom. • Het model dat wordt gebruikt om de instroombehoefte in de sector voor de komende 5 jaar te bepalen is uitgewerkt op de volgende pagina.
14 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 3. Methodiek § 3.2 Schematisch overzicht bepaling hoeveelheid fte
Nieuwbouw Woningbouw
Instroom Totale hoeveelheid schilderwerk Benodigd aantal schilders
Renovatie Woningbouw Nieuwbouw Utiliteitsbouw
Uitbreidingsvraag Renovatie Utiliteitsbouw
Aantal werkzame schilders
Beïnvloedende factoren Vast en variabel
Uitstroom
Arbeidsproductiviteit
Beïnvloedende factoren
15 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 3. Methodiek § 3.3 Schematisch overzicht bepaling opleidingsbehoefte
• Stapsgewijs is de opleidingsbehoefte als volgt berekend:
Bepalen instroombehoefte
Stap 1
Stap 1a: Voorspelling gemaakt op basis van (economische) indicatoren Stap 1b: Voorspelling (stap 1a) bewerken met kwalitatieve invloeden ontwikkelingen in de branche
Stap 2
Bepalen uitstroom per jaar ((pre-) pensioen, AOW, etc.) op basis van telefonisch onderzoek onder sector verlaters
Stap 3
Bepalen hoeveel instroom: onopgeleid en via BOL
Stap 4
Netto instroombehoefte voor 2012 = (stap 1 voor 20132- stap 1 voor 2011) + stap 2
Stap 5
Opleidingsbehoefte BBL 2012 = Netto instroombehoefte 2012 - stap 3
16 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 3. Methodiek § 3.4 Afsluitend
• In het volgende hoofdstuk wordt de berekening van de subtotalen die nodig waren voor de berekening van de instroombehoefte beschreven. Daarnaast worden de cijfers getoond van de achterliggende variabelen die behoren tot de kwalitatieve invloeden die zijn meegenomen om te komen tot een realistische berekening van de instroombehoefte. • In hoofdstuk 5 worden de cijfers die in hoofdstuk 4 worden besproken verder gespecificeerd naar provincie en vervolgens naar de opleidingsregio’s. • In hoofdstuk 6 wordt dieper ingegaan op de opleidingsbehoefte. Deze cijfers zijn enerzijds afkomstig uit de online enquêtes en anderzijds uit bestaande cijfers. Indien er gebruik is gemaakt van reeds bestaande cijfers is een bronvermelding aanwezig.
17 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Inhoudsopgave
1
Management samenvatting
2
Onderzoeksverantwoording
3
Methodiek
4
Instroombehoefte kwantitatief en kwalitatief
5
Opleidingsbehoefte
6
Instroombehoefte naar regio
7
Overige resultaten onderzoek
18 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 4. Instroombehoefte kwantitatief en kwalitatief § 4.1 Kwantitatieve bepaling benodigde schilders per jaar
• Voordat getoond kan worden hoe de kwalitatieve variabelen de berekening beïnvloeden, dient allereerst een basisvoorspelling gemaakt te worden. De basisberekening gaat uit van de kerncijfers. Deze cijfers zijn voornamelijk afkomstig van externe bronnen die in de voorfase zijn verkregen middels deskresearch. De cijfers zijn gecombineerd met cijfers afkomstig uit de enquête, waaronder de verdeling van de segmenten waarin de schilders actief zijn en de daarmee samenhangende productiviteit. •
De basisberekening is opgebouwd uit de volgende elementen: Basisberekening: Bij de basisvoorspelling wordt gebruikt gemaakt van een aantal kerncijfers, namelijk: • Het aantal benodigde schilders in Nederland • Woningnieuwbouw • Woningonderhoud • Utiliteitsnieuwbouw • Utiliteitsonderhoud • De uitstroom van schilders in Nederland • Pensionering • Uitstroom naar een andere sector
• De vraag die als startpunt dient voor het maken van een uiteindelijke basisberekening is: “Voor hoeveel schilders, uitgedrukt in fte, is er de komende 5 jaar werk in Nederland?” • De volgende basiscijfers zijn afkomstig uit bestaande bronnen en zijn gebaseerd op de branche in 2011.
• Aantal schilders in Nederland: 32.976
(Bron: telling Kamer van Koophandel) 19 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 4. Instroombehoefte kwantitatief en kwalitatief § 4.1 Kwantitatieve bepaling benodigde schilders per jaar
• Bij de schildersbedrijven was in 2011 gemiddeld 72% van de omzet afkomstig uit woningbouw en 28% uit utiliteitsbouw.
Verhouding utiliteitsbouw/woningbouw
• In 2011 bestond de bestaande woningvoorraad uit ruim 7,2 miljoen woningen en bestond de woningnieuwbouw uit 60.000 nieuwe woningen.
Utiliteitsbouw 28%
• Voor de komende 5 jaar is het aantal woningen en de woningnieuwbouw verder doorberekend op basis van de woningbouwprognose van het CBS/BouwKennis. Bij het bepalen van de woningvoorraad van de komende 5 jaar is tevens rekening gehouden met de verwachte sloop van woningen. • Nieuwbouw met betrekking tot utiliteit is weergegeven in vierkante meters. De voorraad utiliteitsbouw is doorberekend op basis van de verhouding nieuwbouw en renovatie in de utiliteitsbouw. Er is hierbij uitgegaan van een onderhoudcyclus van 6 jaar. Vanwege de stimulerende maatregelen vanuit de overheid die in 2011 van kracht waren, is in 2011 met een kortere onderhoudscyclus gewerkt.
• • • •
Woningvoorraad: Woningnieuwbouw: Voorraad utiliteitsbouw Utiliteit nieuwbouw
Woningbouw 72%
Verhouding nieuwbouw/onderhoud
Onderhoud 88%
Nieuwbouw 12%
7.217.803 woningen (bron: CBS/BouwKennis) 60.000 woningen (bron: CBS/BouwKennis) 565.472.000 m2 (bron: CBS/BouwKennis) 11.543.000 m2 (bron: CBS/BouwKennis)
20 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 4. Instroombehoefte kwantitatief en kwalitatief § 4.1 Kwantitatieve bepaling benodigde schilders per jaar
• In de berekening van de productiviteit van de gemiddelde schilder is rekening gehouden met de verhouding koop/huur en het daarbij behorende percentage van het schilderwerk dat wordt uitbesteed. Daarnaast is in de berekening uitgegaan van een gemiddelde onderhoudcyclus van 6 jaar (met uitzondering van 2011). Deze onderhoudcyclus is gebaseerd op de expert interviews uit de voorfase. • Daarnaast is rekening gehouden met het aantal schilders dat in 2011 actief was volgens tellingen van de Kamer van Koophandel. Hierin zijn ook schildersbedrijven meegenomen die niet het hele jaar fulltime actief zijn geweest. In dit rapport wordt het als vast gegeven beschouwd dat er altijd nieuwe bedrijven bij zullen komen gedurende het jaar of dat er schilders zijn die parttime werken. De onderstaande productiviteit is dan ook niet de productiviteit van een schilder die een heel jaar fulltime actief is, maar van een gemiddelde schilder. • Het totaal aantal bestaande woningen geschilderd in 2011 is 865.801 • De gemiddelde productiviteit in de woningbouw per schilder in 2011: • 36,4 bestaande woningen onderhouden • 2,5 nieuwbouw woningen geschilderd
• Eind 2010 werd er vanuit gegaan dat het einde van de economische recessie was aangebroken. Het jaar 2010 was een slecht jaar voor de woningnieuwbouw, maar onder invloed van de weer aantrekkende economie zou de woningnieuwbouw de komende jaren weer groeien. Onder deze aanname was 2010 geen goed basisjaar voor het meten van de productiviteit van schilders in de woningnieuwbouw, omdat er onvoldoende werk was. Hun capaciteit zou kan naar schatting met 10% omhoog kunnen. Daarom is bij de berekening vorig jaar uitgegaan van deze hogere productiviteit. In 2011 brak echter een tweede economische neergang aan, waardoor deze productiviteitsstijging niet haalbaar is. Op basis van de meest recente voorspellingen lijkt een stijging van de woningnieuwbouw in de zeer nabije toekomst ook niet zeer waarschijnlijk. Daarom is dit jaar niet gerekend met de efficiencyverhoging waar in 2010 van uit werd gegaan.
21 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 4. Instroombehoefte kwantitatief en kwalitatief § 4.1 Kwantitatieve bepaling benodigde schilders per jaar
• In de onderstaande tabel wordt een overzicht getoond van het benodigde aantal schilders, uitgedrukt in fte, dat de komende 5 jaar nodig is in de woningbouw. De resultaten in deze tabel zijn dus exclusief het benodigde aantal schilders in de utiliteitsbouw en het benodigde aantal schilders als gevolg van uitstroom. Woningbouw: ontwikkelingen en aantal benodigde schilders 2011
2012
2013
2014
2015
2016
60.000
54.000
52.500
63.000
70.000
73.000
7.217.803
7.267.303
7.310.303
7.351.803
7.393.539
7.435.511
Bestaande woningen te schilderen
865.801
828.152
833.052
837.781
842.537
847.320
Schilders in woningbouw
23.756
23.756
23.798
24.483
24.980
25.262
Woning nieuwbouw Woning voorraad
• In de onderstaande tabel wordt een overzicht getoond van het benodigde aantal schilders dat de komende 5 jaar nodig is in de utiliteitsbouw. Utiliteitsbouw: ontwikkelingen en aantal benodigde schilders 2011
2012
2013
2014
2015
2016
Utiliteit nieuwbouw (m2 x 1.000)
11.543
10.932
10.692
10.649
11.714
12.195
Utiliteit voorraad (m2 x 1.000)
565.472
561.808
560.366
560.107
566.496
569.384
Schilderwerk (m2 x1000)
94.245
93.635
93.394
93.351
94.416
94.897
Schilders in utiliteitsbouw
9.220
9.160
9.137
9.133
9.237
9.284
22 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 4. Instroombehoefte kwantitatief en kwalitatief § 4.1 Kwantitatieve bepaling benodigde schilders per jaar
Benodigd aantal schilders per jaar (in fte) 2011
2012
2013
2014
2015
2016
Woningbouw
23.756
23.756
23.798
24.483
24.980
25.262
Utiliteitsbouw
9.220
9.160
9.137
9.133
9.237
9.284
Totaal
32.976
32.916
32.935
33.616
34.217
34.546
0
-60
19
681
601
329
Verandering aantal schilders p/j
• In de bovenstaande tabel wordt een overzicht getoond van het aantal schilders dat de komende 5 jaar nodig is om de werkzaamheden in de woning- en utiliteitsbouw uit te voeren. • Ten opzichte van 2011 zal de hoeveelheid schilderwerk in 2012 een lichte daling vertonen, waarna er in 2013 sprake is van een lichte groei en in 2014 is een duidelijk herstel zichtbaar is. Dit is ook terug te zien in de verandering van het aantal schilders; ten opzichte van 2011 zal het totaal aantal schilders licht afnemen in 2012. In 2013 is er nog geen sterke groei, maar in 2014 zal, onder invloed van de aantrekkende nieuwbouw, het aantal schilders wederom toenemen (met een inhaalslag in 2014 en 2015).
23 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 4. Instroombehoefte kwantitatief en kwalitatief § 4.1 Kwantitatieve bepaling benodigde schilders per jaar - Uitstroom
36
Werkloos
Wil werken in schildersbranche
30
Wil werken in andere branche
6
Instroom
Uitbreidings vraag
Arbeidsongeschikt
4
Met pensioen/vut
8 5
Bouwbranche
2
Transport
2
Zorg
1
Anders
6
Niet bekend
2
11
Werkzaam in andere branche
Uitstroom 2011
Beveiliging
18
1
Bezig met opleiding/studie
2
Andere situatie
38% van de sector verlaters uit het bestand van A&O heeft de sector niet daadwerkelijk verlaten
Uitzendkracht schildersbranche
4
Uitzendkracht andere branche
1
5
Werkzaam als uitzendkracht
(Weer) in loondienst schildersbranche
22 Bewust ZZP’er geworden
Actief als ZZP’er in schildersbranche
11
12 Geen baan in loondienst te krijgen
1
Redenen: - Wilde iets anders gaan doen (41%); - Onvoldoende werk in schildersbranche (17%); - Vanwege gezondheid (14%); - Betere werkomstandigheden (10%). 24
Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 4. Instroombehoefte kwantitatief en kwalitatief § 4.1 Kwantitatieve bepaling benodigde schilders per jaar
• De uitstroom is bepaald aan de hand van het telefonische onderzoek onder personen die in 2010 en 2011 de schilder cao hebben verlaten. • Op de vorige pagina is inzichtelijk gemaakt hoe deze uitstroom er in detail uitziet. Het merendeel van de sector verlaters is werkloos geworden (36%), maar is wel weer op zoek naar een baan in de schildersbranche. Daarnaast geeft 22% aan inmiddels al weer een baan gevonden te hebben. Een deel van de sector verlaters is als ZZP-er aan de slag gegaan (12%), wat veelal een bewuste keuze was en een ander aanzienlijk deel is in een andere branche gaan werken (11%). De omvang van de pensionering is niet berekend op basis van de uitkomsten van de enquête daar een analyse van de leeftijdsopbouw van alle schilders in Nederland een nog betrouwbaarder beeld geeft. • De absolute omvang van de uitstroom in 2011 is bepaald aan de hand van het bestand van A&O. Een verdere berekening van de totale uitstroom in de overige jaren is gemaakt aan de hand van de conjunctuurontwikkeling. Aan de hand van de uitkomsten van het telefonische onderzoek is de uitstroom ook voor de overige jaren verder gespecificeerd. Hierbij is dus uitgegaan van een vast percentage. Alleen voor de ontwikkeling van de pensionering is hiervan afgeweken. Hier is rekening gehouden met de toenemende vergrijzing van de beroepsbevolking, die ervoor zorgt dat het aandeel schilders dat met pensioen gaat toeneemt. Prognose uitstroom aantal schilders 2011
2012
2013
2014
2015
2016
Pensionering
615
645
659
655
651
658
Arbeidsongeschikt
147
164
168
140
126
121
Werkzaam in andere sector*
590
600 - 730
620 - 750
510 - 620
460 - 560
440 - 540
Werkloos
1.010
1.020 - 1.240
1.050 - 1.270
880 - 1.060
790 - 960
760 - 920
Uitstroom totaal*
2.360
2.430 - 2.780
2.500 - 2.850
2.190 - 2.480
2.030 - 2.300
1.980 - 2.240
*Getallen zijn afgerond op tientallen 25 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 4. Instroombehoefte kwantitatief en kwalitatief § 4.2 Kwalitatieve bepaling benodigde schilders per jaar
• Er zijn diverse kwalitatieve invloeden onderzocht die van invloed kunnen zijn, of van invloed kunnen worden, op de instroombehoefte gedurende de komende 5 jaar. Tijdens een voorbespreking van de resultaten is besloten om alleen kwalitatieve invloeden die cijfermatig kunnen worden onderbouwd in de doorberekening van het model mee te nemen. Het gaat daarbij om de onderstaande kwalitatieve invloeden
Kwalitatieve invloeden: • Technische innovatie: bijvoorbeeld het gebruik van spuitapparatuur • Professionalisering van de schildersbranche, verbetering van de planning van de schilder waardoor minder fte ingezet hoeft te worden om dezelfde hoeveelheid schilderswerk te verrichten.
• Deze kwalitatieve invloeden zijn met behulp van de enquête gekwantificeerd. De kwantitatieve resultaten uit de enquête zijn weergegeven op de volgende pagina’s.
26 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 4. Instroombehoefte kwantitatief en kwalitatief § 4.2 Kwalitatieve bepaling benodigde schilders per jaar
Efficienter te werk om productiecapaciteit in 2012 te verhogen
ZZP'er/OZP'er
58%
11%
31%
Gemiddelde verhoging productiecapaciteit: 20%
2 - 5 werknemers
54%
19%
27%
Gemiddelde verhoging productiecapaciteit: 15%
> 5 werknemers
47%
32%
Manieren om efficiënter te werken:
• Beter plannen/ organiseren(10%) • Meer met flexibel personeel werken (7%) • Scherpere werk-/ tijdschema’s (6%) • Goede werkvoorbereiding (4%)
21%
Gemiddelde verhoging productiecapaciteit: 10% Ja
Nee
Weet niet/geen mening
• Voornamelijk schildersbedrijven met meer dan 5 werknemers verwachten dat zij efficiënter kunnen werken om de productiecapaciteit in 2012 te verhogen (32%). Schildersbedrijven geven aan dat efficiënter werken vooral gerealiseerd kan worden door middel van een beter plannen/organiseren (10%). • Vergeleken met 2010 is men iets minder optimistisch over de mate waarin men efficiënter kan werken. Dit verschil kan worden verklaard door de scherpere vraagstelling. De gemiddelde verhoging van de productiecapaciteit ligt wel in lijn met 2010. 27 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 4. Instroombehoefte kwantitatief en kwalitatief § 4.2 Kwalitatieve bepaling benodigde schilders per jaar
Gebruik spuitapparatuur
ZZP'er/OZP'er
42%
2 - 5 werknemers
58%
57%
> 5 werknemers
41%
85%
Ja
Nee
2%
12%
3%
Weet niet/geen mening
6% van de schildersbedrijven wil in 2012 gebruik maken van spuitapparatuur • Met name schildersbedrijven met meer dan 5 werknemers maken gebruik van spuitapparatuur (85%). Daarnaast maken ruim vier op de tien ZZP’ers/OZP’ers gebruikt van spuitapparatuur (42%) en maakt 57% van de middelgrote schildersbedrijven gebruik van spuitapparatuur. • Vergeleken met 2010 is men iets minder vaak gaan werken met spuitapparatuur, hoewel de verschillen minimaal zijn. 28 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 4. Instroombehoefte kwantitatief en kwalitatief § 4.2 Kwalitatieve bepaling benodigde schilders per jaar
Gebruik spuitapparatuur besparing manuren
ZZP'er/OZP'er
76%
2 - 5 werknemers
71%
> 5 werknemers
21%
19%
75%
Ja
15%
Nee
3%
10%
11%
Weet niet/geen mening
• Op de vorige pagina kwam naar voren dat veel schildersbedrijven gebruik maken van spuitapparatuur. Verreweg de meeste van deze schildersbedrijven geven aan dat het gebruik van spuitapparatuur manuren bespaart. • In 2010 gaf 74% van de ZZP’ers en OZP’ers, 76% van de bedrijven met 2 tot 5 werknemers en 81% van de bedrijven met meer dan 5 werknemers aan dat het gebruik van spuitapparatuur een besparing van manuren oplevert. 29 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 4. Instroombehoefte kwantitatief en kwalitatief § 4.2 Kwalitatieve bepaling benodigde schilders per jaar
Besparing door gebruik spuitapparatuur Op een gemiddeld project uitgedrukt in tijd
ZZP'er/OZP'er
2 - 5 werknemers
> 5 werknemers
24%
22%
17%
Gering (0%-5%)
29%
40%
31%
37%
42%
Behoorlijk (5%-10%)
7%
10%
30%
Zeer groot (>10%)
11%
Weet niet/geen mening
• Ruim twee derde van de schildersbedrijven geeft aan dat zij door gebruik te maken van spuitapparatuur behoorlijk tot zeer veel tijd besparen (ZZP’ers/OZP’ers: 69%, middelgrote schildersbedrijven: 68% en grote schildersbedrijven: 72%). • Vergeleken met 2010 geven iets meer ZZP’ers en OZP’ers aan dat de besparing gering is (14% ten opzichte van 24%). De groep die een behoorlijke besparing bemerkt is kleiner geworden (37% ten opzichte van 29%).
30 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 4. Instroombehoefte kwantitatief en kwalitatief § 4.2 Kwalitatieve bepaling benodigde schilders per jaar
Instroombehoefte zonder invloed kwalitatieve factoren • Allereerst tonen we de instroombehoefte exclusief de kwalitatieve invloeden. De instroombehoefte in de schildersbranche bestaat uit de verandering in het benodigde aantal schilders en de uitstroom in de branche. Voor de komende 2 jaar is jaarlijks sprake van een positieve instroombehoefte die tussen de 2.400 en 2.800 schilders per jaar ligt. In de jaren daarna ligt de instroom weer rond de 3.200 tot 3.800 schilders per jaar. De instroombehoefte wordt in de eerste 2 à 3 jaar nog voornamelijk veroorzaakt door de uitstroom naar andere sectoren en pensionering. In 2014 en 2015 wordt de instroombehoefte in sterkere mate veroorzaakt doordat er absoluut gezien meer schilders nodig zijn, onder andere door de toegenomen nieuwbouw.
Prognose instroombehoefte 2012
2013
2014
2015
2016
32.916
32.935
33.616
34.217
34.546
-60
-41
640
1.241
1.570
Uitstroom totaal*
2.430 - 2.780
2.500 - 2.850
2.190 - 2.480
2.030 - 2.300
1.980 - 2.240
Instroombehoefte per jaar *
2.370 - 2.720
2.460 - 2.810
2.830 - 3.120
3.270 - 3.540
3.550 - 3.810
Benodigde schilders totaal Verandering benodigd aantal schilders
* Getallen zijn afgerond op tientallen
31 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 4. Instroombehoefte kwantitatief en kwalitatief § 4.2 Kwalitatieve bepaling benodigde schilders per jaar
Instroombehoefte met invloed kwalitatieve factoren • Met het meenemen van kwalitatieve factoren wordt bedoelt dat ook factoren die niet direct meetbaar zijn in harde cijfers worden meegenomen in het model. Dit gebeurt bijvoorbeeld door kwantitatieve informatie in een praktisch kader te plaatsen. Deze kwantitatieve informatie is afkomstig uit de enquête. Het gaat hierbij om de efficiencyslag die de bedrijven kunnen maken oftewel in hoeverre kunnen de schilders efficiënter gaan werken waardoor er voor dezelfde klus minder mankracht nodig is. • In de onderstaande tabel is deze invloed op de verandering in de instroombehoefte doorberekend. Hierbij is er van uitgegaan dat er in 2012 nog geen sprake zal zijn van een efficiency stijging. Vanwege de economische situatie zal 2012 voor veel bedrijven nog in het teken staan van overleven, waardoor er geen sterke focus zal zijn op het verbeteren van de efficiency. Met inachtneming van de kwalitatieve invloeden is er voor de komende jaren sprake van een positieve instroombehoefte die tussen de 2.000 tot 2.500 schilders per jaar ligt. • In vervolgberekeningen in deze rapportage zal worden uitgegaan van de instroombehoefte waarbij rekening is gehouden met de invloed van kwalitatieve factoren. Prognose instroombehoefte met invloed kwalitatieve factoren 2012
2013
2014
2015
2016
32.916
32.731
33.208
33.602
33.724
-60
-185
371
826
902
Uitstroom totaal
2.430 - 2.780
2.500 - 2.850
2.190 - 2.480
2.030 - 2.300
1.980 - 2.240
Instroombehoefte per jaar
2.370 - 2.720
2.320 - 2.670
2.560 - 2.850
2.860 - 3.130
2.880 - 3.140
Benodigde schilders totaal Verandering benodigd aantal fte
32 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Inhoudsopgave
1
Management samenvatting
2
Onderzoeksverantwoording
3
Methodiek
4
Instroombehoefte kwantitatief en kwalitatief
5
Opleidingsbehoefte
6
Instroombehoefte naar regio
7
Overige resultaten onderzoek
33 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 5. Opleidingsbehoefte § 5.1 introductie
• In hoofdstuk 4 zijn stap 1 en 2 van het onderstaande model behandeld. Om de opleidingsbehoefte te bepalen worden in dit hoofdstuk stap 3 tot en met 5 besproken. Daarnaast biedt dit hoofdstuk meer inzicht in het type opleidingen waar vanuit de markt behoefte aan is.
Stap 1
Bepalen instroombehoefte
Stap 2
Bepalen uitstroom per jaar ((pre-) pensioen, AOW, etc.)
Stap 3
Bepalen hoeveel instroom: onopgeleid en via BOL
Stap 4
Netto instroombehoefte
Stap 5
Opleidingsbehoefte BBL = netto instroombehoefte - stap 3
Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 5
34 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 5. Opleidingsbehoefte § 5.2 Omvang opleidingsbehoefte
• Het opleiden van personeel door schildersbedrijven is een factor die ervoor kan zorgen dat de instroombehoefte in de markt groter is dan de opleidingsbehoefte. Gemiddeld wordt 6% van de leerlingen opgeleid door de schildersbedrijven zelf. • Tevens zijn er leerlingen die via de BOL opleiding op niveau 4 direct de branche instromen. Op basis van expert interviews, uitgevoerd in het kader van het onderzoek in 2010, is dit aantal vastgesteld op 100.
Leerlingen/stagiaires zelf in dienst of geplaatst 63%
In dienst van samenwerkingsverband en werkzaam in het bedrijf
41% 63%
Gemiddeld wordt 6% van alle leerlingen en stagiaires door het bedrijf zelf opgeleid, zonder dat daar een opleiding bij betrokken is.
19%
Zelf in dienst en ze volgen de opleiding bij een ROC
50% 36%
Zelf in dienst en leidt ze op het werk op, zonder dat daar een opleiding bij betrokken is
6% 4% 7% 12%
Weet niet/geen mening
9% 6%
ZZP'er/OZP'er 2 - 5 werknemers > 5 werknemers
35 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 5. Opleidingsbehoefte § 5.2 Omvang opleidingsbehoefte
• Naast dat er leerlingen worden opgeleid in de branche zelf, wil ook een deel van de instromers niet meer opgeleid worden vanwege hun leeftijd of is dit niet meer nodig is omdat zij in het verleden al een opleiding hebben genoten. Op basis van het A&O bestand is een analyse uitgevoerd naar de schilders die in 2010 zijn gestart in de branche en momenteel nog steeds actief zijn als schilder. Uit deze analyse blijkt dat de meerderheid van de instromers ouder is dan 25 jaar (53%). • Bij het berekenen van de opleidingsbehoefte gaan we er in dit rapport vanuit dat instromers boven de 25 jaar niet meer starten met een BBL opleiding, maar al een opleiding hebben voltooid of onopgeleid de branche instromen. Bij de groep jongeren wordt er vanuit gegaan dat, zoals uit de enquête blijkt, 6% zal worden opgeleid door het bedrijf zelf.
Instroom in schildersector 2011 naar leeftijd
30+ jaar 34%
Ongeveer 45% van alle instromers in de sector is 25 jaar of ouder en wordt daarom waarschijnlijk niet meer opgeleid
<18 jaar 17%
25-29 jaar 11%
18-20 jaar 27% 21-24 jaar 11%
36 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 5. Opleidingsbehoefte § 5.2 Omvang opleidingsbehoefte
Omvang opleidingsbehoefte 2012 BOL: 100 (5%) Externe opleiding 1.230 - 1.420 (52%) BBL: 1.130 - 1.320 (47%) Benodigde instroom 2012: 2.370 - 2.720
Interne opleiding 80 - 90 (3%)
Niet opgeleid 1.060 - 1.210 (45%)
Bruto opleidingsbehoefte 1.210 - 1.500 Uitval uit de opleiding (5%-10%) 80 - 180
Uitbreidingsvraag: -60 Totale uitval opleiding (25%-35%) 380 - 710
Verwachte uitstroom 2012: 2.430 - 2.780
Hoewel een deel van de schilders die in 2012 wordt aangenomen ervaren schilders zijn die van een ander bedrijf komen en dus niet meer hoeven worden opgeleid, zullen deze schilders op lange termijn wel moeten worden opgeleid, want ook over een paar jaar is er behoefte aan deze schilders en die moeten voor de lange termijn wel worden opgeleid.
Beginnend schilder 417 - 517 Multifunctionele schilder 352 - 437 Meters maken schilder 192 - 238 Totaal onderhoud 169 - 210
Blijft werkzaam in de branche (20%-25%) 300 - 530
Specialist 32 - 39 Calculator, etc. 32 - 39 Administratief 16 - 20 37
Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 5. Opleidingsbehoefte § 5.2 Omvang opleidingsbehoefte
• In de onderstaande tabel wordt de totale opleidingsbehoefte weergegeven. Hierin wordt zowel de netto opleidingsbehoefte, als de bruto opleidingsbehoefte getoond. Het percentage leerlingen dat uitvalt is bepaald op basis van historische uitvalpercentages van diverse opleidingen, deze aantallen zijn verkregen via Savantis.
Instroom- en opleidingsbehoefte met invloed kwalitatieve factoren 2012
2013
2014
2015
2016
-60
-185
371
826
902
Uitstroom totaal
2.430 - 2.780
2.500 - 2.850
2.190 - 2.480
2.030 - 2.300
1.980 - 2.240
Instroombehoefte per jaar
2.370 - 2.720
2.320 - 2.670
2.560 - 2.850
2.860 - 3.130
2.880 - 3.140
Deel dat wordt opgeleid
1.230 - 1.420
1.210 - 1.390
1.330 - 1.480
1.490 - 1.630
1.500 - 1.630
100
100
100
100
100
1.130 - 1.320
1.110 - 1.290
1.230 - 1.380
1.390 - 1.530
1.400 - 1.530
Uitval uit de opleiding (25%-35%)
380 - 710
370 - 690
410 - 740
460 - 820
470 - 820
Uitval nog werkzaam in branche (20%-25%)
300 - 530
300 - 520
330 - 550
370 - 610
380 - 610
Bruto opleidingsbehoefte minimaal
1.210
1.180
1.310
1.480
1.490
Bruto opleidingsbehoefte maximaal
1.500
1.460
1.570
1.740
1.740
Verandering benodigde aantal fte
Via BOL Netto opleidingsbehoefte
38 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 5. Opleidingsbehoefte § 5.3 Opleidingscapaciteit
Werken met leerlingen en/of stagiaires ZZP'er/OZP'er
2% 6%
7%
6%
63%
15%
Gemiddeld 0,7 leerlingen Gemiddeld 1,0 stagiaires
2 - 5 werknemers
10%
17%
10%
8%
39%
15%
Gemiddeld 1,2 leerlingen Gemiddeld 1,1 stagiaires
> 5 werknemers
40%
33%
3% 3%
11%
9%
Gemiddeld 2,6 leerlingen Gemiddeld 1,5 stagiaires Ja, met leerlingen en stagiaires Nee, maar wel van plan
Ja, alleen met leerlingen Nee
Ja, alleen met stagiaires Weet niet/geen mening
• De schildersbedrijven is gevraagd of zij werken met leerlingen en/of stagiaires. Indien men dit doet is gevraagd hoeveel plekken voor leerlingen of stagiaires men heeft. Grote schildersbedrijven (>5 fte) die met leerlingen werken hebben gemiddeld 4 leerling-plekken. Van de zelfstandige schildersbedrijven had 85% in 2011 geen leerling-plekken. Opvallend is ook de totaliteit aan leerling-plekken bij de middelgrote schildersbedrijven. • Ten opzichte van 2010 is het aantal leerlingen (1,3) en stagiaires (1,3) bij ZZP’ers en OZP’ers gedaald, terwijl het aantal leerlingen bij bedrijven met meer dan 5 medewerkers is gestegen (2,1). 39 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 5. Opleidingsbehoefte § 5.3 Opleidingscapaciteit
Komend jaar werken met leerlingen/stagiaires Leerlingen
ZZP'er/OZP'er
2 - 5 werknemers
> 5 werknemers
21%
50%
18%
7%
21%
62%
10%
18%
61%
3%
24%
Gemiddeld aantal leerlingen 2012 ZZP’er/OZP’er: 0,8 2-5 werknemers: 1,1 >5 werknemers: 2,4
5%
Stagiaires
ZZP'er/OZP'er
24%
2 - 5 werknemers
> 5 werknemers
53%
31%
18%
45%
18%
10%
54% Meer
Evenveel
14% Minder
6%
14%
Gemiddeld aantal stagiaires 2012 ZZP’er/OZP’er: 1,2 2-5 werknemers: 1,2 >5 werknemers: 1,5
13%
Weet niet/geen mening
• Het aandeel van de schilders dat voor komend jaar verwacht meer met leerlingen en/of stagiaires te gaan werken is groter dan het aandeel van de schilders dat verwacht minder met leerlingen en/of stagiaires te gaan werken. Dit is een opvallend resultaat omdat dit bij de meting in 2011 nog andersom was. De meerderheid van de schildersbedrijven verwacht met evenveel leerlingen en/of stagiaires te gaan werken. • Ten opzichte van 2010 geeft men vaker aan komend jaar met meer leerlingen en stagiaires te gaan werken. 40 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 5. Opleidingsbehoefte § 5.4 Type opleidingsbehoefte
• Om de instroombehoefte per opleiding te bepalen is gekeken naar het aantal werknemers dat schildersbedrijven van plan zijn aan te nemen. Deze cijfers zijn afkomstig uit de enquête. Er is deze keer gevraagd naar wat voor type schilder men van plan is aan te nemen en niet naar welke opleiding de schilders die men aan wil nemen moet hebben gevolgd. Uit het onderzoek dat is uitgevoerd in 2010 kwam naar voren dat er een groot verschil zat tussen de marktvraag en wat er daadwerkelijk werd opgeleid. Dit verschil werd zeer waarschijnlijk verklaard door verwarring over of gebrek van kennis over de opleidingsstructuur. Daarom is deze vraag nu meer ingestoken vanuit de behoefte van de schilder. Deze behoefte kan weer worden teruggekoppeld naar de opleidingsrichtingen. • Er is met name behoefte aan een multifunctionele schilder. Eén op de vijf bedrijven verwacht één of meerdere multifunctionele schilders aan te nemen. Wanneer we de instroom wegen naar het aantal schilders dat men verwacht aan te nemen wordt duidelijk dat er, naast multifunctionele schilders, ook een sterke vraag is naar beginnende schilders. Instroombehoefte 2012 - Naar profiel Behoefte aan type schilder
Verwacht type aan te nemen
Gewogen naar aantal schilders*
Een beginnend schilder
34%
12%
417 - 517 (34%)
Een schilder die meters kan maken
27%
9%
192 - 238 (16%)
Een multifunctionele schilder
61%
20%
352 - 437 (29%)
Een werknemer voor totaal onderhoud
38%
10%
169 - 210 (14%)
Een gespecialiseerde schilder
21%
5%
32 - 39 (3%)
Een calculator, uitvoerder of werkvoorbereider
12%
3%
32 - 39 (3%)
Administratief personeel
6%
2%
16 - 20 (1%)
* Bedrijven die komend jaar een schilder willen aannemen van een van de bovenstaande profielen zijn gevraagd aan te geven hoeveel van dit type schilders zij verwachten aan te nemen. Door ook de grootte van de behoefte mee te nemen ontstaat een duidelijker beeld van de gewenste instroom
41 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Inhoudsopgave
1
Management samenvatting
2
Onderzoeksverantwoording
3
Methodiek
4
Instroombehoefte kwantitatief en kwalitatief
5
Opleidingsbehoefte
6
Instroombehoefte naar regio
7
Overige resultaten onderzoek
42 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 6. Instroombehoefte naar regio § 6.1 Verdeling naar provincie
• Om de instroombehoefte te verdelen naar regio kunnen twee methoden gehanteerd worden: 1. Er kan per regio worden bekeken hoeveel schilderwerk en uitstroom er is. Dit is dezelfde rekenmethode als in de landelijke berekening is gebruikt. 2. De landelijke verandering in instroombehoefte kan naar rato verdeeld worden over de regio’s • In eerste instantie is de berekening uitgevoerd op basis van de eerste methode. Dit bleek echter onrealistische getallen op te leveren doordat schildersbedrijven niet aan provinciegrenzen gebonden zijn. Daarom is gekozen om er vanuit te gaan dat de huidige marktverdeling een gegeven is. Oftewel dat schildersbedrijven die gevestigd zijn in een provincie ook in andere provincies werken en dit zullen blijven doen. • In de tabel wordt de verdeling van het aantal schildersbedrijven per provincie getoond.
Aantal schilders per provincie Aantal 2011
Aantal schilders
Groningen
1.001
3%
Friesland
1.568
5%
Drenthe
849
3%
Overijssel
2.300
7%
Gelderland
4.635
14%
Utrecht
2.597
8%
Noord-Holland
5.361
16%
Zuid-Holland
6.312
19%
690
2%
Noord-Brabant
5.349
16%
Limburg
1.592
5%
723
2%
Zeeland
Flevoland Totaal
32.976
43 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 6. Instroombehoefte naar regio § 6.1 Verdeling naar provincie
• In de onderstaande tabel wordt een doorberekening van het aantal schilders dat de komende jaren per provincie nodig is weergegeven. Behoefte aan schilders per provincie 2012
2013
2014
2015
2016
Groningen
1.000
1.000
1.021
1.039
1.049
Friesland
1.565
1.566
1.599
1.627
1.643
Drenthe
847
847
865
880
889
Overijssel
2.296
2.297
2.344
2.386
2.409
Gelderland
4.627
4.630
4.725
4.810
4.856
Utrecht
2.592
2.593
2.647
2.694
2.720
Noord-Holland
5.351
5.354
5.465
5.563
5.616
Zuid-Holland
6.300
6.304
6.434
6.549
6.612
688
689
703
716
722
Noord-Brabant
5.339
5.342
5.453
5.550
5.604
Limburg
1.589
1.590
1.623
1.652
1.668
721
722
737
750
757
32.916
32.935
33.616
34.217
34.546
Zeeland
Flevoland Totaal
44 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 6. Instroombehoefte naar regio § 6.1 Verdeling naar provincie
• In de onderstaande tabel wordt de verandering in het aantal schilders dat de komende jaren per provincie nodig is doorberekend. Omdat er gerekend wordt vanuit de landelijke verandering, welke positief is en verdeeld wordt per provincie, is er in alle provincies sprake van een groei in het aantal benodigde schilders. Instroombehoefte per provincie 2012
2013
2014
2015
2016
Groningen
72 - 83
70 - 81
78 - 87
87 - 95
87 - 95
Friesland
113 - 129
110 - 127
122 - 136
136 - 149
137 - 149
Drenthe
61 - 70
60 - 69
66 - 73
74 - 81
74 - 81
Overijssel
165 - 190
162 - 186
179 - 199
199 - 218
201 - 219
Gelderland
333 - 382
326 - 375
360 - 401
402 - 440
405 - 441
Utrecht
187 - 214
183 - 210
202 - 224
225 - 246
227 - 247
Noord-Holland
385 - 442
377 - 434
416 - 463
465 - 509
468 - 510
Zuid-Holland
454 - 521
444 - 511
490 - 545
547 - 599
551 - 601
50 - 57
49 - 56
54 - 60
60 - 65
60 - 66
Noord-Brabant
384 - 441
376 - 433
415 - 462
464 - 508
467 - 509
Limburg
114 - 131
112 - 129
124 - 138
138 - 151
139 - 152
52 - 60
51 - 59
56 - 62
63 - 69
63 - 69
2.370 - 2.720
2.320 - 2.670
2.560 - 2.850
2.860 - 3.130
2.880 - 3.140
Zeeland
Flevoland Instroombehoefte in de markt
45 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 6. Instroombehoefte naar regio § 6.2 Omvang opleidingsbehoefte
• De onderstaande tabel toon de bruto opleidingsbehoefte verdeeld naar de provincies.
Opleidingsbehoefte per provincie 2012
2013
2014
2015
2016
Groningen
37 - 46
36 - 44
40 - 48
45 - 53
45 - 53
Friesland
58 - 71
56 - 69
62 - 75
70 - 83
71 - 83
Drenthe
31 - 39
30 - 38
34 - 40
38 - 45
38 - 45
Overijssel
84 - 105
82 - 102
91 - 109
103 - 121
104 - 121
Gelderland
170 - 211
166 - 205
184 - 221
208 - 245
209 - 245
Utrecht
95 - 118
93 - 115
103 - 124
117 - 137
117 - 137
Noord-Holland
197 - 244
192 - 237
213 - 255
241 - 283
242 - 283
Zuid-Holland
232 - 287
226 - 279
251 - 300
283 - 333
285 - 333
25 - 31
25 - 31
27 - 33
31 - 36
31 - 36
196 - 243
191 - 237
212 - 255
240 - 282
242 - 282
Limburg
58 - 72
57 - 70
63 - 76
71 - 84
72 - 84
Flevoland
27 - 33
26 - 32
29 - 34
32 - 38
33 - 38
Bruto opleidingsbehoefte minimaal
1.210
1.180
1.310
1.480
1.490
Bruto opleidingsbehoefte maximaal
1.500
1.460
1.570
1.740
1.740
Zeeland Noord-Brabant
46 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 6. Instroombehoefte naar regio § 6.2 Omvang opleidingsbehoefte
• De onderstaande tabel toont een doorberekening van de opleidingsbehoefte voor de komende jaren per opleidingsregio. Het aantal is berekend op basis van de opleidingsbehoefte per provincie en gaat in de verdeling uit van de grootte van de opleidingsregio’s uitgedrukt in het huidige aantal leerlingen. Opleidingsbehoefte per opleidingsregio 2012
2013
2014
2015
2016
Opleidingsregio Groningen/Drenthe
68 - 85
66 - 82
74 - 88
83 - 98
83 - 98
Opleidingsregio Friesland
58 - 71
56 - 69
62 - 75
70 - 83
71 - 83
Opleidingsregio Noord-Oost Nederland
32 - 40
31 - 39
35 - 42
39 - 46
40 - 46
Opleidingsregio Hengelo
52 - 65
51 - 63
56 - 67
64 - 75
64 - 75
Opleidingsregio Geldermalsen
50 - 62
49 - 60
54 - 65
61 - 72
61 - 72
Opleidingsregio Zutphen
74 - 92
72 - 89
80 - 96
90 - 106
91 - 106
Opleidingsregio Nijmegen
46 - 57
45 - 56
50 - 60
56 - 66
57 - 66
Opleidingsregio Centraal Nederland
122 - 151
119 - 147
132 - 158
149 - 175
150 - 175
Opleidingsregio Amsterdam
161 - 199
157 - 194
174 - 208
197 - 231
198 - 231
36 - 45
35 - 43
39 - 47
44 - 52
44 - 52
108 - 134
105 - 130
117 - 140
132 - 155
133 - 155
Opleidingsregio Dordrecht
53 - 66
52 - 64
58 - 69
65 - 76
65 - 76
Opleidingsregio Rotterdam
71 - 87
69 - 85
76 - 91
86 - 101
87 - 101
Opleidingsregio Zuidwest
25 - 31
25 - 31
27 - 33
31 - 36
31 - 36
Opleidingsregio Nünen
36 - 45
35 - 43
39 - 47
44 - 52
44 - 52
107 - 133
104 - 129
116 - 139
131 - 154
132 - 154
Opleidingsregio Tilburg/Breda
53 - 66
52 - 64
57 - 69
65 - 76
65 - 76
Opleidingsregio Limburg
58 - 72
57 - 70
63 - 76
71 - 84
72 - 84
Opleidingsregio Heerhugowaard en omgeving Opleidingsregio Den Haag/Leiden/Gouda
Opleidingsregio Den Bosch
47 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 6. Instroombehoefte naar regio § 6.3 Opleidingscapaciteit bij bedrijven per regio
• In de onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de opleidingscapaciteit van schildersbedrijven per provincie. Op basis van gegevens uit de vragenlijst is vastgesteld hoeveel bedrijven per provincie leerlingen plaatsen en hoeveel leerlingen dit zijn. Hierbij is uitgegaan van de totale instroombehoefte. Gegeven het feit dat er nu minder enquêtes zijn afgenomen dan tijdens de vorige meting, is het gemiddeld aantal leerlingen per bedrijf berekend voor heel Nederland, daar een berekening per provincie zou leiden tot onbetrouwbare resultaten.
Opleidingscapaciteit bij schildersbedrijven per provincie Leerling plaatsen
Instroombehoefte per provincie
Tekort / overschot
Groningen
126
68
58
Friesland
197
106
91
Drenthe
107
57
49
Overijssel
289
155
134
Gelderland
583
313
270
Utrecht
327
175
151
Noord-Holland
674
362
312
Zuid-Holland
794
426
368
Zeeland
87
47
40
Noord-Brabant
673
361
312
Limburg
200
107
93
Flevoland
91
49
42
4.147
2.224
1.922
Totaal
48 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 6. Instroombehoefte naar regio § 6.4 Behoefte aan uitvoerende schilders • Onderstaande tabel geeft historie instroom BBL leerlingen schilderen niveau 1 en 2 weer. Deze meting was het niet mogelijk om een prognose te maken voor de opleidingsbehoefte aan leerlingen schilderen niveau 1 en 2, daar er nu is gevraagd naar de behoefte aan een bepaald type schilder en niet naar de behoefte. Nu zijn de beginnende schilders en de schilders die meters kunnen maken gebruikt voor de prognose voor 2012. Een deel van de multifunctionele schilders valt ook in deze groep, maar de exacte verdeling is niet bekend. De prognose is daarom de ondergrens. Opleidingsbehoefte per opleidingsregio voor uitvoerende schilders 2007/ 2008
2008/ 2009
2009/ 2010
2010/ 2011
2011/ 2012
Prognose 2012
Opleidingsregio Heerhugowaard e.o.
56
69
64
59
62
18 - 22
Opleidingsregio Amsterdam
113
108
80
57
56
81 - 100
Opleidingsregio Groningen/Drenthe
47
68
47
57
36
34 - 43
Opleidingsregio Den Bosch
72
62
57
51
43
54 - 67
Opleidingsregio Den Haag/Leiden/Gouda
89
82
81
91
84
54 - 67
Opleidingsregio Dordrecht-Geldermalsen
78
73
62
57
54
52 - 64
Opleidingsregio Friesland
33
42
21
30
29
29 - 36
Opleidingsregio Hengelo
61
50
41
38
35
26 - 33
Opleidingsregio Nijmegen
41
35
42
30
27
23 - 29
Opleidingsregio Nuenen
43
58
45
28
18
18 - 22
Opleidingsregio Rotterdam
57
63
44
42
50
36 - 44
Opleidingsregio Tilburg/Breda
60
57
90
40
35
27 - 33
Opleidingsregio Zutphen
53
59
46
35
39
37 - 46
Opleidingsregio Noord-Oost Nederland
61
61
38
42
46
16 - 20
Opleidingsregio Centraal Nederland
95
122
104
143
108
61 - 76
Opleidingsregio Zuid West
78
43
57
29
33
13 - 16
Opleidingsregio Limburg
16
14
8
12
23
29 - 36
1.053
1.066
927
841
778
600 - 750
Totaal opleidingsregio’s
49 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Inhoudsopgave
1
Management samenvatting
2
Onderzoeksverantwoording
3
Methodiek
4
Instroombehoefte kwantitatief en kwalitatief
5
Opleidingsbehoefte
6
Instroombehoefte naar regio
7
Overige resultaten onderzoek
50 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 7. Overige resultaten onderzoek § 7.1 Inleiding
• In dit hoofdstuk worden de resultaten van het onderzoek onder werkgevers (directeur/eigenaar van een bedrijf met meerdere werknemers) en ZZP’ers/OZP’ers weergegeven. Het betreft alle vragen uit het onderzoek die niet voor het voorspellingsmodel zijn gebruikt. De resultaten worden aan de hand van de volgende thema’s gepresenteerd: §7.2 §7.3 §7.4 §7.5 §7.6
Bedrijfsvoering Werknemers Leerlingen en stagiaires Spuitapparatuur Dubbel/HR glas
• De resultaten worden, waar mogelijk, uitgesplitst naar omvang (ZZP’er/OZP’er, 2 tot 5 werknemers en meer dan 5 werknemers). • De resultaten zijn, zoals aangegeven in de onderzoeksverantwoording, gewogen naar provincie.
51 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 2. Onderzoeksverantwoording § 7.2 Bedrijfsvoering
Percentage gerealiseerde omzet per activiteit % omzet Schilderwerk in woningbouw
40%
Schilderwerk in utiliteitsbouw
15%
Verbouwingen
8%
Glaszetten
6%
Behangen
6%
Binnenafbouw
5%
Timmerwerkzaamheden
3%
Metaalconservering
3%
Industriële lakverwerking
2%
Gevelreiniging
1%
Plaatsen systeemwanden
0%
Anders
11%
• Bovenstaande tabel geeft de gerealiseerde omzet per activiteit weer. De meeste omzet is gerealiseerd met schilderwerk in de woningbouw. Op de volgende pagina’s zal dieper worden ingegaan op de ontwikkeling en verwachting van de omzet en werkgelegenheid.
52 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 7. Overige resultaten onderzoek § 7.2 Bedrijfsvoering
Ontwikkeling omzet 2011 t.o.v. 2010
ZZP'er/OZP'er
3%
2 - 5 werknemers
5%
> 5 werknemers
6%
25%
35%
23%
34%
24%
Sterk toegenomen
24%
27%
31%
Toegenomen
Gelijk gebleven
30%
Afgenomen
Sterk afgenomen
9%
5%
8%
3%
6%
4%
Weet niet/geen mening
• Zoveel de grote, middelgrote als kleine bedrijven geven per saldo aan dat de omzet van het afgelopen jaar is afgenomen ten opzichte van 2010.
53 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 7. Overige resultaten onderzoek § 7.2 Bedrijfsvoering
Ontwikkeling werkgelegenheid 2011 t.o.v. 2010
ZZP'er/OZP'er
3%
24%
2 - 5 werknemers
3%
17%
> 5 werknemers
2%
20%
Sterk toegenomen
40%
20%
46%
27%
40%
Toegenomen
Gelijk gebleven
7%
33%
Afgenomen
Sterk afgenomen
6%
6%
4%
Weet niet/geen mening
• De bedrijven met meer dan 5 werknemers en de middelgrote schildersbedrijven geven aan dat de werkgelegenheid het afgelopen jaar per saldo is afgenomen. Bij ZZP’ers/OZP’ers is te zien dat het percentage toename en afname gelijk is..
54 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 7. Overige resultaten onderzoek § 7.2 Bedrijfsvoering
Verwachting omzet 2012 t.o.v. 2011
ZZP'er/OZP'er
2 - 5 werknemers
> 5 werknemers
2%
23%
45%
24%
46%
16%
Sterk toenemen
17%
23%
38%
Toenemen
Gelijk blijven
39%
Afnemen
Sterk afnemen
10%
2%
3% 3%
2% 4%
Weet niet/geen mening
• Ten opzichte van 2011, wordt in 2012 door de bedrijven met meer dan 5 werknemers verwacht dat er eerder sprake zal zijn van een afname in omzet dan van een toename. Bij ZZP’ers/OZP’ers en middelgrote bedrijven is te zien dat de verwachting wat betreft een toename of afname nagenoeg gelijk is.
55 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 7. Overige resultaten onderzoek § 7.2 Bedrijfsvoering
Verwachting werkgelegenheid 2012 t.o.v. 2011
ZZP'er/OZP'er
2%
23%
2 - 5 werknemers
> 5 werknemers
47%
20%
51%
13%
Sterk toenemen
17%
22%
43%
Toenemen
Gelijk blijven
40%
Afnemen
Sterk afnemen
9%
3%
4% 3%
2% 2%
Weet niet/geen mening
• Ten opzichte van 2011, wordt in 2012 met name door de bedrijven met meer dan 5 werknemers verwacht dat er sprake zal zijn van een afname in werkgelegenheid. Bij ZZP’ers/OZP’ers en middelgrote bedrijven is te zien dat de verwachting wat betreft een toename of afname nagenoeg gelijk is.
56 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 7. Overige resultaten onderzoek § 7.3 Werknemers
Verwacht in 2012 personen aan te nemen Een beginnend schilder
Een schilder die meters kan maken
8% 13% 16% 1% 5% 20% 7%
Een multifunctionele schilder
15% 35%
Een werknemer voor totaal onderhoud Een gespecialiseerde schilder Een calculator, uitvoerder of werkvoorbereider
5% 6% 17% 2% 6% 6% 1% 6% ZZP'er/OZP'er
Administratief personeel
1% 4%
2 - 5 werknemers > 5 werknemers
• Schildersbedrijven, en met name de schildersbedrijven met meer dan 5 werknemers, verwachten voornamelijk multifunctionele schilders en beginnende schilders aan te nemen.
57 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 7. Overige resultaten onderzoek § 7.3 Werknemers
Belangrijk dat nieuwe medewerkers een schildersdiploma hebben
ZZP'er/OZP'er
2 - 5 werknemers
> 5 werknemers
35%
33%
48%
9%
30%
45%
41%
22%
8%
13%
8%
Ja, ik neem alleen mensen met diploma aan
Nee, maar degene moet wel ervaring hebben
Nee, ervaring is ook niet nodig; wij leiden ze zelf op
Weet niet/geen mening
6%
• Bijna de helft van de bedrijven met 2 tot 5 werknemers en de bedrijven met meer dan 5 werknemers vinden het belangrijk dat nieuwe medewerkers een schildersdiploma hebben (respectievelijk 48% en 45%).
58 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 7. Overige resultaten onderzoek § 7.3 Werknemers
Inzet van flexible personeel Samenwerken met ZZP'ers
ZZP'er/OZP'er
74%
2 - 5 werknemers
25%
61%
> 5 werknemers
36% 72%
2% 3%
27%
ZZP’er/OZP’er 2012: 1,2
Uitzendpersoneel
ZZP'er/OZP'er 2 - 5 werknemers
21%
76% 32%
2% 65%
> 5 werknemers
3%
74%
Gem. flexibel personeel (fte)
2-5 werknemers 2012: 1,8 > 5 werknemers 2012: 7,6
24%
Onderling ingeleend personeel
ZZP'er/OZP'er 2 - 5 werknemers > 5 werknemers
23%
75%
32%
2% 66%
42% Ja
3% 55%
Nee
3%
Weet niet/geen mening
• Vooral ZZP’ers/OZP’ers werken samen met collega ZZP’ers (74%). Meer dan de helft van de schildersbedrijven met meerdere werknemers werkt samen met ZZP’ers (61% en 72%). De meeste bedrijven met meer dan 5 werknemers geven aan uitzendpersoneel in te schakelen (74%). Daarnaast geeft ruim vier op de tien de bedrijven met meer dan 5 werknemers aan dat zij personeel van andere schildersbedrijven inlenen (42%). 59 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 7. Overige resultaten onderzoek § 7.3 Werknemers
Afgelopen jaar met buitenlandse werknemers gewerkt
ZZP'er/OZP'er
5%
95%
Gemiddeld vast (fte): 0,1 Gemiddeld tijdelijk (fte): 1,8
2 - 5 werknemers
7%
93%
Gemiddeld vast (fte): 0,5 Gemiddeld tijdelijk (fte): 1,7
> 5 werknemers
16%
83%
Gemiddeld vast (fte): 0,7 Gemiddeld tijdelijk (fte): 3,3 Ja
Nee
Weet niet/geen mening
• Iets minder dan twee op de tien schildersbedrijven met meer dan 5 werknemers heeft het afgelopen jaar met buitenlandse werknemers gewerkt (16%). Onder ZZP’ers/OZP’ers ligt dit percentage een stuk lager (respectievelijk 5% en 7%). Het begrip ‘buitenlandse werknemer’ is dit jaar scherper geformuleerd, waardoor er minder ruis zit in het gemiddeld aantal vaste buitenlandse werknemers. 60 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 7. Overige resultaten onderzoek § 7.4 Leerlingen en stagiaires
Leerlingen/stagiaires zelf in dienst of geplaatst 63%
In dienst van samenwerkingsverband en werkzaam in het bedrijf
41%
Reden om leerlingen zelf op te leiden
63%
n=14
19%
Zelf in dienst en ze volgen de opleiding bij een ROC
Goedkoper
21%
Kwaliteitsbewaking: kwaliteit opleiding voldoet niet Leerling kan bedrijfsspecifieke kennis opdoen
6% 4% 7% 12%
Weet niet/geen mening
21%
50% 36%
Zelf in dienst en leidt ze op het werk op, zonder dat daar een opleiding bij betrokken is
Meer inzicht in kennis en kunde leerling
9% 6%
ZZP'er/OZP'er
7%
7%
Anders
29%
2 - 5 werknemers > 5 werknemers
Weet niet/geen mening
14%
• In de meeste gevallen hebben de schildersbedrijven één of meerdere leerlingen en/of stagiaires in dienst van een samenwerkingsverband en is de leerling en/of stagiaire werkzaam in het bedrijf. In ongeveer een derde van de gevallen is de leerling en/of stagiaire zelf in dienst en volgt deze een opleiding bij een ROC. • De meest genoemde reden om een leerling zelf op te leiden, is dat het bedrijf dan meer inzicht heeft in de kennis en kunde van de leerling (21%). 61 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 7. Overige resultaten onderzoek § 7.5 Spuitapparatuur
Gebruik spuitapparatuur
ZZP'er/OZP'er
42%
2 - 5 werknemers
58%
57%
> 5 werknemers
41%
85%
Ja
Nee
2%
12%
3%
Weet niet/geen mening
• Met name schildersbedrijven met meer dan 5 werknemers maken gebruik van spuitapparatuur (85%). Iets minder dan de helft van de ZZP’ers/OZP’ers geeft aan gebruik te maken van spuitapparatuur (42%) en 57% van de middelgrote schildersbedrijven gebruikt spuitapparatuur. 62 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012
Hoofdstuk 7. Overige resultaten onderzoek § 7.6 Dubbel/HR glas
• Met name de bedrijven met meer dan 5 werknemers geven aan dat er een toename is geweest in het plaatsen van dubbel/HR-glas in de afgelopen jaren. Deze toename heeft met name te maken met de aandacht voor energiezuinig wonen.
Toename plaatsing dubbel/HR-glas laatste jaren ZZP'er/OZP'er
2-5 werknemers
62%
30%
>5 werknemers
56%
Ja
11%
53%
36%
8%
38%
Nee
6%
Weet niet/geen mening
63 Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012