Rapport vissterfte op de Boezingegracht augustus 2013
© Politiezone Spoorkin Kristof Vlietinck Beleidsthemabeheerder Visserij Agentschap voor Natuur en Bos Centrale Diensten Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 8 te 1000 Brussel Tel. 02-553 81 50 Fax 02-553 81 05
[email protected] www.natuurenbos.be
Beschrijving gebied De Boezingegracht is een onbevaarbare waterloop van categorie 2 en wordt en valt onder het werkingsbegied van de Zuidijzerpolder. De waterloop heeft een lengte van 7 kilometer. De Boezingegracht mondt uit in de IJzer. Volgens de Databank Vismigratie van de Vlaamse Milieumaatschappij bevinden zich op de Boezingegracht geen knelpunten die de vrije migratie van vissen belemmeren.
Vissterfte In opdracht van de waterbeheerder Zuidijzerpolder werden door een aannemer werken verricht op de Boezingegracht. Op donderdag 22 augustus 2013 werd door de heer Aloïs Duyck van de lokale politie, politiezone Spoorkin (Alveringem, Lo-Reninge, Veurne) een vissterfte vastgesteld op de Boezingegracht in LoReninge. Dode vissen dreven op het water. De brandweer werd verwittigd en verzamelde de dode vis in bakken. Dhr. Duyck deelde mee dat Rendac een vervoerbon invulde voor 500 kilogram vis. De dode vis lag van aan de Brabanthoek tot tegen de IJzer. Door de politie werd een PV opgesteld met nummer VU.64.L1.2793/2013. In het kader van het parketsamenwerkingsverband wordt dit overgemaakt aan het parket Kortrijk. De Zuidijzerpolder deelde mee dat de aannemer ruimingswerken uitvoerde in een traject van 3.500 meter. De werken gebeurde tijdens een warme dag. Er bevonden zich ook redelijk veel waterplanten (waterpest) in het water. Het incident werd ook geregistreerd door de Milieu-incidentenwerking van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). Gelet op het feit dat door de politie PV werd opgesteld, werd geen verdere actie ondernomen vanuit de VMM-permanentie.
Foto’s vissterfte Er werden diverse foto’s genomen van de vissterfte door de lokale politie (© Politiezone Spoorkin).
Visbestand Boezingegracht Het visbestand in de Boezingegracht werd een laatste keer onderzocht door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek in 2001. Er werd elektrisch gevist op 3 locaties op het grondgebied van Lo-Reninge. Er weden 12 verschillende vissoorten werden gevangen: baars, bermpje, bittervoorn, blankvoorn, driedoornige stekelbaars, giebel, kolblei, paling, snoek, snoekbaars, tiendoornige stekelbaars en zeelt. In totaal werden 938 individuen gevangen met een gewicht van 14,2 kg. De destijds aangetroffen soorten wijzen op een gevarieerd visbestand met diverse plantenminnende soorten (zoals snoek, rietvoorn en zeelt). Bittervoorn is een soort van bijlage II van de Richtlijn van de Raad van 21 mei 1992 (RICHTLIJN 92/43/EEG) inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (de ‘Habitatrichtlijn’) en is tevens opgenomen in bijlage 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 mei 2009 met betrekking tot soortenbescherming en soortenbeheer (het ‘Soortenbesluit’). Opmerkelijk is dat destijds geen brasem werd gevangen. Zonder recente visstandgegevens kunnen evenwel geen uitspraken gedaan worden over de huidige vissoortensamenstelling. Belang voor visserij De Provinciale Visserijcommissie van West-Vlaanderen is huurder van de visrechten van de waterlopen die vallen onder het beheer van de Zuidijzerpolder en huurt als dusdanig ook het visrecht in de Boezingegracht. In de provincie West-Vlaanderen werden in 2012 12.685 visverloven verkocht (bron: Agentschap voor Natuur en Bos – Databank Visverloven). Oorzaak en omvang vissterfte In een zone van 3.500 meter net boven de monding in de IJzer werd door de aannemer het waterpeil verlaagd tot ongeveer 30 à 50 cm. De watertemperatuur was hoog (volle zomerperiode en een hele warme dag). Tevens waren er veel waterplanten aanwezig. Een hoge watertemperatuur brengt een lagere oplosbaarheid van zuurstof in het water met zich mee. Omwille van de zuurstofproductie door de planten overdag (fotosynthese) stelt zich overdag geen probleem qua zuurstofbeschikbaarheid voor aquatische organismen (waaronder vissen). Tijdens de nacht verbruiken de planten echter zuurstof (respiratie). De talrijke aanwezigheid van planten, het lage waterpeil, de hoge watertemperatuur en mogelijk de opwoeling van sediment door de werken van de aannemer (waardoor eveneens zuurstofvragende processen in werking treden) hebben er toe bijgedragen dat de beschikbaarheid van zuurstof tijdens de nacht onder een kritische drempel is gekomen waardoor een aanzienlijke vissterfte is opgetreden die werd vastgesteld op donderdag 22 augustus 2013. Wellicht hebben de vissen (of een deel ervan) ook niet tijdig kunnen vluchten naar de IJzer omdat omwille van de werken de doorgang versperd was. Door de brandweer werd naar schatting 500 kg dode vis geruimd op donderdag 22 augustus 2013. Op basis van de foto’s is enkel brasem te zien van de grotere lengteklasse (20 à 50 cm). Op vrijdag 23 augustus 2013 werden door de lokale politie nog enkele dode vissen waargenomen in een kleinere hoeveelheid en ook kleinere exemplaren. De omvang was niet meer van die aard om de brandweer in te schakelen en er waren toen ook meeuwen actief om de dode vis op te ruimen. Rekening houden met het feit dat er de volgende dag na de ruiming nog dode vis werd waargenomen, predatie door meeuwen en dat er bij vissterfte ook een deel van de dode vis naar de bodem afzinkt of afdrijft, wordt deze bijkomende hoeveelheid vis geschat op minstens 40%. De totale hoeveelheid gestorven vis wordt aldus op 700 kg geraamd (500 kg + 40% van 500 kg). Op basis van de foto’s konden geen andere gestorven vissoorten dan brasem gedetecteerd worden hetgeen niet impliceert dat andere vissoorten niet getroffen zouden zijn. Met name de kleiner exemplaren of kleinere soorten kunnen bijv. aan meeuwen ten prooi gevallen zijn. Gelet op het gevarieerde visbestand dat in 2001 werd aangetroffen, is het zeer waarschijnlijk dat ook andere vissoorten werden getroffen.
Rekening houdend met de commerciële marktwaarde van brasem van € 3,2 per kg bedraagt het financieel verlies € 2.240 excl. BTW. Dit bedrag is evenwel een onderschatting omdat bij een onmiddellijk herstel tot het oorspronkelijk niveau er minsten dubbel zoveel vis dient uitgezet te worden (rekening houdend met de te verwachten mortaliteit bij uitzettingen) en omdat waarschijnlijk ook andere vissoorten getroffen zijn. De financiële raming van de vissterfte bedraagt dus minsten € 4.748,8. Herstel van het visbestand Het deel van de Boezingegracht dat getroffen werd door de vissterfte bedraagt 3.500 meter en heeft een oppervlakte van 2,75 hectare. 700 kg vis op 2,75 ha komt overeen met 255 kg vis per hectare. Dit is een (naar Vlaamse normen) aanzienlijke densiteit. Gelet op het feit dat er wellicht nog andere vissoorten voorkomen kunnen we het natuurlijke visbestand mogelijk schatten op een biomassa van 350 à 450 kg. Naar schatting 60 à 70% van het visbestand is dus gestorven in het betrokken waterlooptraject. In de Boezingegracht is enkel in 2001 (2.500 snoekbroedjes) en in 2007 (3 kg kroeskarper) uitgezet in het verleden. Vermits de Boezingegracht in vrije verbinding staat met de IJzer is uitwisseling mogelijk en kunnen vissen vanuit de IJzer de Boezingegracht optrekken. Op de IJzer wordt wel regelmatig vis uitgezet, maar werd nooit brasem uitgezet. Er wordt ingeschat dat een natuurlijk herstel van het visbestand ongeveer 3 jaar zal duren. Dit herstel wordt enerzijds bereikt door natuurlijke aanwas (10 à 20% biomassa per jaar) en anderzijds door vissen die kunnen optrekken vanuit de IJzer. Gelet op de mogelijkheid tot vrije optrek vanuit de IJzer en het feit dat in de IJzer nooit brasem werd uitgezet, wordt vanuit visserijbiologisch oogpunt aangeraden om het herstel van het visbestand op natuurlijke wijze te laten verlopen. Om het natuurlijk herstel haar beloop te laten kennen, mogen er evenwel geen nieuwe incidenten meer plaatsvinden. Accidentele of bewuste lozingen, en ruimingen bij hoge watertemperaturen moeten dus vermeden worden in de mate van het mogelijke.