VVE-RAPPORT RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL DOOMIJN MUURMEESTERSTRAAT BASISSCHOOL DE KRULLEVAAR
Peuterspeelzaal Basisschool Brinnr. Plaats Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling rapport
: : : : : : :
Doomijn Muurmeesterstraat De Krullevaar 26AA 8043 EA Zwolle 12338 + 12339 29 april 2010 5 juli 2010
Vve Rapport 12338 + 12339 Hb3072933
Onderzoeksdatum: 29‐4‐2010
Pagina 1 van 8
1. INLEIDING Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken. In
dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken: De voorwaarden van VVE De ouders De kwaliteit van de educatie Het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden Het pedagogisch klimaat Het educatief handelen De ontwikkeling, zorg en begeleiding De kwaliteitszorg De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool De resultaten van VVE
Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen: 1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden. 2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt. 3. Voldoende 4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren. Opbouw van het rapport Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen (indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna een toelichting. In hoofdstuk 4 staat de conclusie en eventueel gemaakte afspraken. Context en condities Basisschool De Krullevaar is in 2004 gestart met het werken met de methode Piramide omdat dit structuur bood in het beredeneerde aanbod voor de groepen 1 en 2. De leidsters en leraren hebben in 2004 gezamenlijk de Piramidecursus gevolgd en zijn daarmee gecertificeerd. Vanwege wisselingen in de groepen zijn op dit moment niet alle leraren gecertificeerd. Dit geldt ook voor de groepshulp in de peuterspeelzaal. In 2006 heeft een verhuizing plaatsgevonden voor de peuterspeelzaal naar basisschool De Krullevaar. Deze nabije omgeving heeft echter niet geleid tot intensivering van de contacten of tot inhoudelijke afstemming. De peuterspeelzaal heeft uitstroom naar meerdere peuterspeelzalen. De school telt dit jaar 380 leerlingen en laat in de onderbouw een toenemende heterogeniteit zien in de samenstelling van de leerlingenpopulatie (15 % gewogen leerlingen). De kleuters zijn verdeeld over vier groepen: groep 1, groep 1-2, groep 2 en een instroomgroep. De groepsgrootte is respectievelijk: 22, 25, 23 en 21 kleuters waarvan achtereenvolgend 5, 1, 2, 3 doelgroep kleuters. Peuterspeelzaal Muurmeesterstraat heeft op dit moment 26 peuters waarvan 5 doelgroepkinderen. Twee groepen zijn ingericht met een aanbod op vier dagdelen. Groep 1 telt 16 peuters. Groep 2, de zogenaamde Piramidegroep, telt 15 peuters. De peuters zijn toegelaten vanaf 2 jaar en 3 maanden en bezoeken vanaf drie jaar twee extra dagdelen de peuterspeelzaal.
Vve Rapport 12338 + 12339 Hb3072933
Onderzoeksdatum: 29‐4‐2010
Pagina 2 van 8
2. HET TOTAALBEELD
De inspectie stelt vast dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op basisschool De Krullevaar in beperkte mate is aangetroffen. De school heeft in 2004 besloten te gaan werken met het programma Piramide om structuur aan te brengen in het aanbod in de groepen 1 en 2 en daarmee een verantwoord en beredeneerd aanbod te waarborgen. Deze keuze is echter niet gerelateerd aan een beleidskeuze in de richting van voor- en vroegschoolse educatie. In de kwaliteitszorg van de school en in de zorg en begeleiding is dan ook geen verfijning aangebracht op kenmerkende aspecten. Ook blijkt de doorgaande lijn met de peuterspeelzaal geen vanzelfsprekendheid te zijn ondanks de nabijheid van deze ingerichte voorziening. Ook de opbrengsten van VVE in termen van resultaten zijn geen onderwerp van nadere analyse en vragen de nodige versterking. Peuterspeelzaal Muurmeesterstraat is eveneens in 2004 gestart met het werken met Piramide en volgt in de uitwerking het door Doomijn opgestelde beleid. Aansturing op kwaliteitszorg en zorg en begeleiding is belegd bij de coördinatoren en gebaseerd op de inhoud van het Kwaliteitshandboek. Ondersteuning in de richting van het werken met Piramide ligt in handen van de Piramidetrainer. Vanuit de peuterspeelzaal bezien beperkt de doorgaande lijn zich tot afstemming van de volgorde van de Piramide thema’s en tot incidentele contacten met leraren en intern begeleider. Aan het ouderbeleid is door de peuterspeelzaal en de basisschool in voldoende mate vorm en inhoud gegeven, maar ook hier geldt dat de verbijzondering naar VVE minimaal is. In het educatief handelen staat het werken met Piramide centraal en is de structuur van het programma herkenbaar. Dit aanbod vindt plaats in een pedagogisch klimaat dat voldoende ondersteunend is en ruimte biedt voor zelfstandigheid van kinderen. Tegelijkertijd vraagt de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie ook versterking op een aantal indicatoren van het educatief handelen. Het betreft de afstemming tussen de tutor en de leidster/leraar, de interactie met en tussen kinderen, het ondersteunen van het aanpakgedrag van kinderen en de differentiatie in het aanbod. Daarnaast kan verbetering aangebracht worden in de evaluatie van de geboden zorg en in de uitwerking van de doorgaande lijn. De inspectie stelt tegelijkertijd vast dat het schoolverbeteringsproces van basisschool De Krullevaar nadrukkelijk gericht is op versterking van de zorgactiviteiten, met name het opstellen van adequate handelingsplannen en de uitvoering van de extra zorg in de groepen. Daarnaast staat het realiseren van een op opbrengsten gerichte houding van het team en individuele leraren centraal. De intern begeleider en de directeur hebben de nodige kengetallen verzameld en zijn gestart met een analyse op groepsniveau. Deze worden met het team en met individuele leraren besproken op consequenties voor het daarop aansluitende (ortho)didactisch handelen. Deze verbeteractiviteiten zijn echter, zoals hiervoor is aangegeven, niet direct VVE-gerelateerd. De directie herkent zich in het geschetste kwaliteitsprofiel en geeft daarop aan dat het bezoek en het kwaliteitsoordeel VVE aanleiding is om in het schoolbeleid de verbijzondering naar de voor- en vroegschoolse educatie vorm en inhoud te gaan geven.
Vve Rapport 12338 + 12339 Hb3072933
Onderzoeksdatum: 29‐4‐2010
Pagina 3 van 8
3. BEOORDELING VAN DE KWALITEITSASPECTEN A CONTEXT EN CONDITIES
Doomijn Muurmeesterstraat Ja 3
0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar 0.2 De voorschool voldoet aan de VVE-subsidievoorwaarden 1 Goedgekeurd VVE-programma 1.1 Naam/namen van programma(s) Doomijn Muurmeesterstraat: Piramide De Krullevaar: Piramide 1.2 Wat is de kwaliteit van het programma? Ja 2 De groepsgrootte voldoet aan de lokale maximumeisen Ja 3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") Ja 4 VVE-tijd 4.1 De peuters bezoeken de voorschool gedurende voldoende tijd (per Ja week) 4.2 De totale, geplande VVE-periode van de kinderen is van voldoende Ja duur 5 Beroepskrachten: kwaliteit en aantal 5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding) Ja 5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands Ja 5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend geschoold (voor het vveNee programma) 6 B OUDERS 6.1 Gericht ouderbeleid 3 6.2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd 3 6.3 Intake 3 6.4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen 3 6.5 Participatie in VVE-activiteiten in de voorschool 2 6.6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind 3 6.7 Rekening houden met de thuistaal 3 C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE (= PROCESKWALITEIT) 1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma 1.1 Een goedgekeurd VVE-programma 1.2 Werken met een doelgerichte planning 1.3 Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend 1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd 2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat 2.1 Het pedagogisch handelen van de leidsters is respectvol 2.2 De leidsters hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen 2.3 De leidsters stimuleren de sociale vaardigheden en competenties van de kinderen 2.4 De leidsters stimuleren de zelfstandigheid van de kinderen 2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taal-uitlokkend 3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen 3.1 Het educatief handelen van beide leidsters is goed op elkaar afgestemd 3.2 Er worden effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd 3.3 De leidsters bevorderen de interactie met en tussen kinderen 3.4 De leidsters stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken
De Krullevaar -
Ja Ja Ja Nee 3 3 3 3 2 3 3
Doomijn Muurmeesterstraat
De Krullevaar
3 2 3
3 2 3
2
2
3 3
3 3
3
3
3 2
3 2
3
2
3
3
2 3
2 2
Vve Rapport 12338 + 12339 Hb3072933
Onderzoeksdatum: 29‐4‐2010
Pagina 4 van 8
3.5 De leidsters bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen 3.6 Het gedrag van de leidsters met de kinderen is responsief 3.7 De leidsters stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van het individuele kind D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG
2
2
3 2
2 2
Doomijn Muurmeesterstraat
1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep 1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen 3 1.2 Bepalen van de begeleiding voor: de hele groep, de kleine/ 3 tutor groep, het individuele kind 1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg 2 1.4 Specifieke aandacht voor de taalontwikkeling 3 2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen 2.1 Kinderen die zorg nodig hebben die de voorschool niet kan 3 leveren, zijn bij de leidsters bekend 2.2 Leidsters melden kinderen aan voor externe zorg, wanneer 3 de voorschool de gewenste zorg niet kan leveren 2.3 De leidsters blijven de ontwikkeling van kinderen met extra 3 zorg bijhouden 3 E Kwaliteitszorg binnen de voor- c.q. vroegschool 3.1 Er is VVE-coördinatie in de voor- c.q. vroegschool 3 3.2 De voor- c.q. vroegschool evalueert de kwaliteit van haar 3 VVE 3.3 De voor- c.q. vroegschool evalueert de opbrengsten van alle 2 kinderen 3 3.4 De voor- c.q. vroegschool formuleert op basis van evaluaties verbetermaatregelen en voert die aantoonbaar en planmatig uit 3.5 De voor- c.q. vroegschool borgt de kwaliteit van haar 3 educatie 3.6 Ook VVE in de kwaliteitszorg van de school 4 F Doorgaande lijn 4.1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool 2 4.2 Voldoende kinderen stromen door naar de bijbehorende 3 vroegschool 4.3 De voorschool zorgt voor een warme overdracht 2 4.4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar 3 afgestemd 4.5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de 2 voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd 4.6 De voor- en vroegschool gaan op een vergelijkbare manier 2 met ouders om 4.7 De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en 2 vroegschool op een gelijke wijze georganiseerd 7 G OPBRENGSTEN VAN VVE 7.1 Er zijn weinig kinderen met een verlengde kleuterperiode 7.2 De resultaten worden gemeten conform de afspraken 7.3 De resultaten zijn van voldoende niveau -
De Krullevaar 3 3 2 3 3 3 3 2 1 2 2 2 1 2 3 2 2 2 3 2 Geen waardering
Vve Rapport 12338 + 12339 Hb3072933
Onderzoeksdatum: 29‐4‐2010
Pagina 5 van 8
Toelichting op de indicatoren Condities De condities die aan voor- en vroegschoolse educatie (VVE) gesteld worden zijn merendeels op orde. Peuterspeelzaal en school werken met een goedgekeurd programma en er is voldoende bezetting op de groepen. Bij een indicator maakt de inspectie een opmerking. Dit betreft de certificering van het personeel. De groepshulp en niet alle leraren in de groepen 1 en 2 hebben de Piramidecursus gevolgd en zijn daarmee niet gecertificeerd. Het is wenselijk, mede ook vanwege de vernieuwing van het Piramide programma, dit alsnog te realiseren. Ouders De inspectie heeft op dit kwaliteitsaspect nagenoeg alle indicatoren als voldoende beoordeeld. Daarbij merkt zij op dat de verbijzondering naar VVE met name op de basisschool onderbelicht is. Ook is door de peuterspeelzaal en de basisschool geen onderlinge verbinding gelegd tussen de voorkomende ouderactiviteiten. Deze vertonen hier en daar overeenkomsten maar staan geheel los van elkaar. Daarmee zijn kansen onbenut gebleven om een effectieve afstemming van een (gezamenlijk) ouderbeleid te realiseren. Gelet op de beperkte invulling van de voor- en vroegschoolse educatie zijn specifieke ouderbijeenkomsten, gericht op participatie van ouders, niet ingevuld. Deze indicator is daarom als verbeterpunt aangemerkt. Zowel peuterspeelzaal als basisschool informeren de ouders adequaat en vanuit verschillende invalshoeken zoals intake, zorgactiviteiten, ouderavonden, schriftelijke nieuwsbrieven en Piramide themabladen. De peuterspeelzaal wordt daarbij ondersteund door een actieve ouderwerkgroep. In het gesprek dat de inspectie met een aantal ouders heeft gevoerd, benadrukken de ouders hun tevredenheid over de peuterspeelzaal en de betrokkenheid van de leidsters bij hun kinderen. Ook geven zij aan dat overgang naar de basisschool soepel is verlopen. De school hanteert daarin de dialoog en maakt samen met de ouder de start in de basisschool op maat. Pedagogisch en educatief handelen De activiteiten in de peuter- en kleutergroep vinden plaats in een pedagogisch klimaat dat zich kenmerkt door een respectvolle benadering van de kinderen waarin leidsters en leraren hen stimuleren tot samen spelen en de zelfstandigheid ondersteunen. Daarbij is in de peuterspeelzaal een hoge betrokkenheid van de peuters zichtbaar op de aangeboden activiteiten. In de basisschool is dit beeld meer divers en laat verschillen zien tussen de groepen. Basisschool Krullevaar en peuterspeelzaal Muurmeesterstraat werken beide met het Piramideprogramma op basis van een extern opgestelde jaarplanning. Er zijn afspraken gemaakt over de volgorde van de aan te bieden thema’s in de peuter- en kleutergroep. Uit deze planning blijkt dat niet alle thema’s aan bod komen waardoor het bedoelde effect van het programma mogelijk niet behaald wordt. Een tweede aandachtspunt in het aanbod is de differentiatie. Uit de registratie maar ook tijdens de uitvoering van de activiteiten door leidsters, leraren en totoren blijkt onvoldoende dat afstemming van het aanbod en van activiteiten plaatsvindt op verschillen in ontwikkelingsbehoeften van de kinderen. De koppeling tussen de kindobservaties en gericht geplande activiteiten op basis van geformuleerde tussendoelen zijn onvoldoende aangetroffen. In het educatief handelen vragen daarnaast de afstemming tussen de leraren en de instructiegroep, de interactie met en tussen kinderen, de ontwikkeling van het aanpakgedrag van de kinderen en responsiviteit, nadere aandacht. Deze gelden deels voor de basisschool en deels voor de peuterspeelzaal. De afstemming van het educatief handelen tussen de leraren en instructiegroep is onvoldoende zichtbaar. Uit de registratie is niet te achterhalen welke specifieke doelen in de instructieklas aan bod komen en hoe deze zijn afgestemd op het aanbod in de groep. Ook is geen tussentijdse evaluatie voorhanden die leidt tot bijstelling van geplande interventies. Voor de interactie met kinderen geldt dat leidsters en leraren te weinig onderscheid maken in hun vraagstelling in relatie tot de aangeboden structuurfase (oriënteren, demonstreren, verbreden, verdiepen). Het accent ligt veelal op gesloten vragen waarbij de kinderen te weinig mogelijkheden wordt geboden tot actief taalgebruik. Ook worden te weinig mogelijkheden geboden om interacties
Vve Rapport 12338 + 12339 Hb3072933
Onderzoeksdatum: 29‐4‐2010
Pagina 6 van 8
tussen kinderen te laten ontstaan. Een vergelijkbaar beeld is aangetroffen tijdens de tutoractiviteit en in de instructiegroep. Versterking is tevens wenselijk voor het bevorderen van het aanpakgedrag van de kinderen. Te weinig naar voren komt dat leidsters en leraren zijn gericht op de oplossing van het kind, hierop samen reflecteren en nagaan of het kind de oplossing echt begrijpt. Tenslotte heeft de inspectie in het handelen van de leraren te weinig gerichte spelinterventies aangetroffen waardoor mogelijkheden om het spel te verrijken en de actieve betrokkenheid van de kleuters te verhogen, achterwege bleven. Verrijking van het spel vindt eveneens plaats via de inrichting van de peuterspeelzaal en het klaslokaal. De binnenruimte van de peuterspeelzaal wordt mede gebruikt door de buitenschoolse opvang, dit legt beperkingen op aan de inrichting. Desondanks biedt de ruimte een verzorgde indruk en is aantrekkelijk ingericht. Wel is de inspectie van mening dat de leidsters meer accent kunnen leggen op taaluitlokkende activiteiten. In de kleuterbouw laat de kwaliteit van de inrichting van het lokaal en van de hoeken te wensen over. Het is niet vanzelfsprekend dat de leeromgeving regelmatig mee verandert bij de uitwerking van het thema. Een kritische reflectie op de mogelijkheden voor kleuters om vanuit de leeromgeving hun ervaringen te verbreden en te verdiepen, is dan ook wenselijk. Zorg en begeleiding Het merendeel van de indicatoren op dit kwaliteitsaspect is als voldoende gewaardeerd en kunnen gezien worden als reguliere zorgactiviteiten. Verbijzondering naar VVE is niet aanwezig. Uit de gesprekken en uit de registratie blijkt dat zowel school als peuterspeelzaal hulpverlenende instanties inschakelen wanneer dit noodzakelijk is. De inspectie constateert dat een indicator, de evaluatie van de aangeboden zorg, versterking vraagt in de uitwerking. Het merendeel van de afgesproken zorg vindt plaats in de instructieklas. Uit de registratie is echter nauwelijks op te maken hoe tussentijds is geëvalueerd en welke consequenties de uitkomst heeft voor het handelen van de leraar in de groep en de leraar in de instructieklas. In de peuterspeelzaal is recentelijk een aanzet gegeven voor een tussentijdse evaluatie tussen de tutor en de leidster. Dit zal echter nog verder vorm en inhoud moeten krijgen. Ten slotte plaatst de inspectie bij indicator B 2.1 de volgende opmerking. Het vaststellen van extra zorg in de basisschool vindt plaats na drie maanden onderwijs in groep 1. Daar waar de peuterspeelzaal mogelijk al signalen heeft gegeven over specifieke ontwikkelingsbehoefte moet dit proces aansluitend voortgezet worden. Kwaliteitszorg De waarborg voor de uitvoering van de kwaliteitszorg is voor peuterspeelzaal Muurmeesterstraat belegd op Doomijnniveau. De procedures zijn vastgelegd in het Handboek dat op de peuterspeelzaal aanwezig is. Bewaking van en aansturing op kwaliteitsverbetering vindt plaats in het clusteroverleg waaraan de peuterspeelzaal deel neemt. Op basisschool De Krullevaar heeft kwaliteitszorg in het kader van voor- en vroegschoolse educatie nog geen invulling gekregen. Voor sommige indicatoren zijn weliswaar activiteiten vanuit de reguliere kwaliteitszorg herkenbaar maar niet nader verfijnd naar VVE. De inspectie concludeert dan ook dat op dit gebied verbeteringen wenselijk zijn. Doorgaande lijn Het realiseren van een doorgaande lijn is niet geplaatst in het perspectief van VVE waardoor onvoldoende inhoud is gegeven aan de te onderscheiden aspecten. Daarbij merkt de inspectie bij indicator 4.3 op dat de peuterspeelzaal handelt conform het gestelde Doomijn beleid en geen warme overdracht kan zijn zonder instemming van ouders. Het eindgesprek van de peuterspeelzaal en de intake op de basisschool staan echter los van elkaar en zijn niet als middel benut om de doorgaande lijn te versterken. Opbrengsten
Vve Rapport 12338 + 12339 Hb3072933
Onderzoeksdatum: 29‐4‐2010
Pagina 7 van 8
De basisschool heeft de resultaten via haar leerlingvolgsysteem in beeld, maar niet geëvalueerd in het kader van VVE. Daarbij merkt de inspectie op dat in het eerste kleuterjaar op twee onderdelen wordt getoetst en dat dit afwijkt van de OKE-wet. De school heeft dit jaar een proces in gang gezet om de opbrengsten nadrukkelijk te evalueren en daarmee een omslag te maken naar een op opbrengsten gerichte houding. De eerste evaringen zijn positief en directie en intern begeleider speken over draagvlak in het team. 4. Conclusies en eventuele vervolgafspraken. De inspectie concludeert dat de kwaliteit van de voorschoolse educatie op peuterspeelzaal Muurmeesterstraat over het geheel genomen van voldoende kwaliteit is. Op een aantal indicatoren kan de peuterspeelzaal haar kwaliteit versterken. De inspectie heeft er vertrouwen in dat de peuterspeelzaal de aangeven verbeterpunten opneemt in haar werkplan en mogelijkheden heeft om de kwaliteit te verbeteren. Voor basisschool De Krullevaar is het schoolverbeteringsproces niet gericht geweest op de uitwerking van de vroegschoolse educatie. De school zal op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie en de evaluatie van de opbrengsten een beleidskeuze moet maken in hoeverre zij gericht uitwerking wil gaan geven aan VVE. Indien dit het geval is levert het onderhavige rapport voldoende aanknopingspunten om de kwaliteit te versterken.
Vve Rapport 12338 + 12339 Hb3072933
Onderzoeksdatum: 29‐4‐2010
Pagina 8 van 8