VVE-RAPPORT RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL DOOMIJN TROMPSTRAAT
Peuterspeelzaal Plaats Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling rapport
Vve Rapport 12165 Hb2922640
: : : : :
Doomijn Trompstraat Zwolle 12165 1 april 2010 3 juni 2010
Onderzoeksdatum: 1 april 2010
Pagina 1 van 8
1
INLEIDING
Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken. In
dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken: De voorwaarden van VVE De ouders De kwaliteit van de educatie Het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden Het pedagogisch klimaat Het educatief handelen De ontwikkeling, zorg en begeleiding De kwaliteitszorg De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool De resultaten van VVE
Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen: 1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden. 2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt. 3. Voldoende 4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren. 1.1 Opbouw van het rapport Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen (indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna in hoofdstuk 4 een toelichting als dat nodig is. Conclusies en eventuele afspraken staan in hoofdstuk 4. 1.2 Context en condities Peuterspeelzaal Trompstraat is onderdeel van de organisatie Kinderopvang Doomijn in Zwolle en is gevestigd in het wijkcentrum in de wijk Wipstrik. De binnenruimte die de peuterspeelzaal ter beschikking staat, wordt ook voor andere activiteiten gebruikt, waardoor de ruimte dagelijks moet worden ingericht. Dat legt beperkingen op aan de inrichting van de hoeken. Overigens is de ruimte aantrekkelijk, ordelijk en overzichtelijk ingedeeld en zodanig groot dat deze in tweeën gedeeld kan worden. Hoeken en spelmateriaal aan de ene kant van de zaal en aan de andere kant – gescheiden door banken – het rijdend materiaal. Dit voegt een extra dimensie toe voor de sensomotorische ontwikkeling. De buitenruimte voor de peuters is onderdeel van de wijkspeeltuin en biedt eveneens optimale mogelijkheden voor de motorische activiteiten. Peuterspeelzaal Trompstraat kenmerkt zich als Piramide-peuterspeelzaal, waar het programma in een lichte vorm wordt gehanteerd. Op dit moment zijn twee groepen ingericht met in totaal 18 peuters waaronder twee doelgroepkinderen. De peuters met een taalachterstand krijgen vanaf 3 jaar vierdagdelen aangeboden. Dit betekent dat de peuters minder tijd de voorschool bezoeken dan de bedoeling is van de OKE-wet. De leidsters en groepshulp zijn gekwalificeerd en gecertificeerd. Op de groepen is sprake van een dubbele bezetting. De tutor komt enkele uren per week en is tevens werkzaam op andere peuterspeelzalen.
Vve Rapport 12165 Hb2922640
Onderzoeksdatum: 1 april 2010
Pagina 2 van 8
2
HET TOTAALBEELD
De inspectie stelt vast dat de kwaliteit van VVE op peuterspeelzaal Trompstraat van een voldoende niveau is. Uit het kwaliteitsprofiel blijkt dat de kwaliteitsaspecten, op de doorgaande lijn na, op nagenoeg alle indicatoren positief zijn beoordeeld. De inspectie concludeert dat er aandacht is voor ouderbetrokkenheid en de benadering van de peuters plaats vindt in een positief klimaat. In het educatief handelen van de leidsters is zichtbaar dat de uitvoering van Piramide planmatig verloopt. De zorg en begeleidingsactiviteiten zijn als voldoende beoordeeld, evenals het kwaliteitsaspect kwaliteitszorg. Op het kwaliteitsaspect de doorgaande lijn is verbetering wenselijk. Meerdere indicatoren zijn als verbeterpunt aangemerkt. Tot op heden beperkt het contact met het basisonderwijs zich tot het peuter-kleuteroverleg maar hierin zit geen continuïteit. De inspectie stelt dan ook vast dat aan afstemming op het gebied van aanbod, oudercontracten, educatief en pedagogisch handelen nog geen vorm en inhoud is gegeven. Dit is deels te verklaren uit contextuele factoren. De peuterspeelzaal heeft namelijk geen directe relatie met een bepaalde basisschool. De kinderen stromen door naar verschillende basisscholen in Zwolle. Verbetering is eveneens wenselijk op een viertal indicatoren. Allereerst geldt dit voor de wijze waarop de peuterspeelzaal ouders stimuleert om thuis met hun kinderen VVE gerelateerde activiteiten te ondernemen. Dit kan sterker worden aangezet. De tweede indicator betreft eveneens het ouderbeleid. De inspectie constateert dat de peuterspeelzaal beperkt invulling geeft aan het organiseren van inhoudelijke thema-activiteiten. De derde en vierde indicator die voor verbetering vatbaar zijn, maken deel uit van het educatief handelen. De inspectie stelt daarbij vast dat de uitwerking van het planmatig handelen versterkt kan worden wanneer deze wordt vastgelegd in te bereiken doelen, zowel voor de groep als voor individuele kinderen of groepjes kinderen. De vierde indicator betreft het versterken van het aanpakgedrag van kinderen.
Vve Rapport 12165 Hb2922640
Onderzoeksdatum: 1 april 2010
Pagina 3 van 8
3
BEOORDELING VAN DE KWALITEITSASPECTEN
A CONTEXT EN CONDITIES 0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar 0.2 De voorschool voldoet aan de VVE-subsidievoorwaarden 1 Goedgekeurd VVE-programma 1.1 Naam/namen van programma(s) Piramide 1.2 Wat is de kwaliteit van het programma? 2 De groepsgrootte voldoet aan de lokale maximumeisen 3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") 4 VVE-tijd 4.1 De peuters bezoeken de voorschool gedurende voldoende tijd (per week) 4.2 De totale, geplande VVE-periode van de kinderen is van voldoende duur 5 Beroepskrachten: kwaliteit en aantal 5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding) 5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands 5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend geschoold (voor het vve-programma) 6 B OUDERS 6.1 Gericht ouderbeleid 6.2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd 6.3 Intake 6.4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen 6.5 Participatie in VVE-activiteiten in de voorschool 6.6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind 6.7 Rekening houden met de thuistaal C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE (= PROCESKWALITEIT) 1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma 1.1 Een goedgekeurd VVE-programma 1.2 Werken met een doelgerichte planning 1.3 Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend 1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd 2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat 2.1 Het pedagogisch handelen van de leidsters is respectvol 2.2 De leidsters hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen 2.3 De leidsters stimuleren de sociale vaardigheden en competenties van de kinderen 2.4 De leidsters stimuleren de zelfstandigheid van de kinderen 2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taaluitlokkend 3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen 3.1 Het educatief handelen van beide leidsters is goed op elkaar afgestemd 3.2 Er worden effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd 3.3 De leidsters bevorderen de interactie met en tussen kinderen 3.4 De leidsters stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken 3.5 De leidsters bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen 3.6 Het gedrag van de leidsters met de kinderen is responsief 3.7 De leidsters stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van het individuele kind
Vve Rapport 12165 Hb2922640
Onderzoeksdatum: 1 april 2010
Psz Doomijn Trompstraat 3 3 3 3 3 2 3 3 3 3 3 3 3 2 2 3 3 psz Doomijn Trompstraat 3 2 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 2 3 3
Pagina 4 van 8
D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG 1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep 1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen 1.2 Bepalen van de begeleiding voor: de hele groep, de kleine/ tutor groep, het individuele kind 1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg 1.4 Specifieke aandacht voor de taalontwikkeling 2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen 2.1 Kinderen die zorg nodig hebben die de voorschool niet kan leveren, zijn bij de leidsters bekend 2.2 Leidsters melden kinderen aan voor externe zorg, wanneer de voorschool de gewenste zorg niet kan leveren 2.3 De leidsters blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden 3 E Kwaliteitszorg binnen de voor- c.q. vroegschool 3.1 Er is VVE-coördinatie in de voorschool 3.2 De vroegschool evalueert de kwaliteit van haar VVE 3.3 De voorschool evalueert de opbrengsten van alle kinderen 3.4 De voorschool formuleert op basis van evaluaties verbetermaatregelen en voert die aantoonbaar en planmatig uit 3.5 De voorschool borgt de kwaliteit van haar educatie 4 F Doorgaande lijn 4.1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool 4.2 Voldoende kinderen stromen door naar de bijbehorende vroegschool 4.3 De voorschool zorgt voor een warme overdracht 4.4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd 4.5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd 4.6 De voor- en vroegschool gaan op een vergelijkbare manier met ouders om 4.7 De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op een gelijke wijze georganiseerd
Vve Rapport 12165 Hb2922640
Onderzoeksdatum: 1 april 2010
psz Doomijn Trompstraat 3 3 3 3 3 3 3 3 X 3 3 3 2 3 2 1 1 1 1
Pagina 5 van 8
TOELICHTING OP DE INDICATOREN
Ouders Het ouderbeleid is vastgesteld op Doomijn niveau en beschreven in het Pedagogisch Beleidsplan. De inspectie stelt vast dat de invulling van de oudercontacten in lijn van het vastgelegde beleid verlopen. Uit het gesprek dat de inspectie met de ouders heeft gevoerd blijkt dat zij bewust gekozen hebben voor peuterspeelzaal Trompstraat vanwege het vertrouwen dat de leidsters bij hen oproepen. Tijdens de intake zijn ouders geïnformeerd over het werken met Piramide en ontvangen zij regelmatig thema-informatie met suggesties voor activiteiten in de thuissituatie. De leidsters gaan echter niet bij de ouders na in hoeverre zij de activiteiten hebben kunnen doen met hun kinderen. De ouders blijven de uitvoering een lastig punt vinden. De inspectie stelt daarmee vast dat de aandacht voor stimulerende thuisactiviteiten versterkt kan worden. Dit geldt ook voor de participatie van ouders in VVE-activiteiten. De peuterspeelzaal beperkt dit tot een jaarlijkse ouderavond. Gelet op de verschillen in opvoedingsstijl die de leidsters bij ouders ervaren is uitbreiding naar bijeenkomsten met opvoedingsthema’s mogelijk gewenst. De ouders ervaren een laagdrempelig contact met de leidsters, hetgeen door hen op prijs wordt gesteld. Het meer formele contactmoment vindt plaats op het moment dat de peuter drie jaar wordt. De leidsters rapporteren dan over de voortgang in de ontwikkeling van hun kind. Bij het verlaten van de peuterspeelzaal vindt een eindgesprek plaats gericht op overdracht naar de basisschool. Educatief en pedagogisch handelen Piramide wordt in peuterspeelzaal Trompstraat, in verband met het geringe aantal doelgroepkinderen, in de lichtste vorm toegepast. De leidsters volgen systematisch de thematische opzet van Piramide. De voorbereiding vindt plaats in het gezamenlijk clusteroverleg. Uit de planning van de leidsters blijkt dat zij het thema aanbieden binnen de Piramidestructuur. Wel merkt de inspectie op dat de uitwerking sterk activiteit gericht is en de doelen voor de groep of specifieke kinderen ontbreken. Dit punt vraagt dan ook versterking in de voorbereiding en uitwerking (1.2). Tijdens de observatie in de groep bieden de leidsters alle ruimte voor keuzeactiviteiten waaronder motorische activiteiten. Dit laatste is mogelijk door de inrichting van de binnenruimte. De kinderen maken hier veelvuldig gebruik van. De sfeer in de peuterspeelzaal is positief en ondersteunend naar de kinderen. Tegelijkertijd is zichtbaar dat de leidsters grenzen stellen en op een kindvriendelijke wijze corrigeren. In het educatief handelen stelt de inspectie vast dat de afstemming tussen de leidster en de tutor zichtbaar aanwezig is. De tutoractiviteiten worden bepaald op basis van de signalering en de planning van de leidster. De tutor voert uit, noteert een korte schets van haar bevindingen en waardeert de activiteit van het kind met een plus en min beoordeling. Het educatief handelen van de leidsters en tutor vraagt op een indicator versterking. Het betreft een meer gerichte aandacht voor het aanpakgedrag van de kinderen tijdens het spel en spelactiviteiten. Tijdens de observatie in de groep lieten de leidsters vooral een begeleidende rol zien en bleven ondersteunende spelinterventies min of meer achterwege. Dit geldt ook voor het samen met het kind terugkijken hoe een activiteit is uitgevoerd. Het educatief handelen kan op deze aspecten het aanpakgedrag meer ondersteunen dan nu het geval is. Zorg en begeleiding De inspectie stelt vast dat de zorgactiviteiten op peuterspeelzaal Trompstraat herkenbaar aanwezig zijn. Op basis van het intakegesprek, de peuterobservatielijst en eigen observaties is sprake van een vroegtijdige signalering. De ouders bevestigen dit oordeel en zijn positief gestemd over de observerende en signalerende houding van de leidsters. Tevens zijn de ouders van mening dat de leidsters voldoende veiligheid bieden aan de groep. Uit de registratie van de tutor blijkt dat zij mede op basis van de signalering van de leidster en de resultaten van de peutertoetsen een handelinsplan tutoring opstelt. Hoewel de doelen aangescherpt kunnen worden is de inspectie van mening dat dit een eerste aanzet is tot planmatig
Vve Rapport 12165 Hb2922640
Onderzoeksdatum: 1 april 2010
Pagina 6 van 8
handelen. Wanneer de zorgvraag van de peuter zodanig is dat de peuterspeelzaal deze niet kan leveren doen zij een beroep op externe zorg. Daar waar dit zich heeft voorgedaan is de ervaring van de leidsters dat evaluatie met de externe partner wenselijk is. Kwaliteitszorg De kwaliteitszorg is op Doomijn niveau vastgesteld. Procedures en protocollen zijn beschreven in het Kwaliteitshandboek en in het Pedagogisch Beleidsplan. De interne kwaliteitszorg is belegd bij de coördinator. Bewaking van kwaliteit, scholing en inhoudelijke verbeteractiviteiten vinden plaats in het clusteroverleg, waaraan ook peuterspeelzaal Trompstraat deelneemt. Daarnaast heeft de tutor trainer de peuterspeelzaal een bezoek gebracht en een feedbackverslag opgesteld. Doorgaande lijn De inspectie constateert dat aan de doorgaande lijn nog onvoldoende vorm en inhoud is gegeven. Dit is voor een deel te verklaren uit de context. Het ontbreekt echter ook aan coördinatie tussen peuterspeelzaal en basisschool. Het peuter-kleuteroverleg dat op Zwols niveau is ingericht, heeft geen verdere doorgang gevonden vanwege te geringe belangstelling uit het basisonderwijs. Het realiseren van een dergelijk overleg is voor peuterspeelzaal Trompstraat eveneens lastig omdat zij te maken heeft met een uitstroom van peuters naar meerdere basisscholen. Met geen van de toeleverende basisscholen zijn afspraken gemaakt over afstemming in aanbod, pedagogisch klimaat en educatief handelen, het ouderbeleid en de zorg en begeleidingsactiviteiten. De overdracht naar de basisschool beperkt zich tot het afgeven van het peutervolgsysteem en de behaalde resultaten op de peutertoetsen, mits ouders daarmee instemmen.
Vve Rapport 12165 Hb2922640
Onderzoeksdatum: 1 april 2010
Pagina 7 van 8
4
CONCLUSIES
De inspectie concludeert dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op peuterspeelzaal Trompstraat op het merendeel van de indicatoren van voldoende kwaliteit is. De doorgaande lijn vraagt noodzakelijke aandacht binnen de (beperkte) mogelijkheden. Daarnaast is het wenselijk verbetering aan te brengen op de vier genoemde indicatoren. De leidinggevende van de peuterspeelzaal herkent zich in het geschetste kwaliteitsprofiel. De inspectie heeft er vertrouwen in dat de peuterspeelzaal de aangegeven verbeterpunten opneemt in haar werkplan en mogelijkheden heeft om de kwaliteit te verbeteren.
Vve Rapport 12165 Hb2922640
Onderzoeksdatum: 1 april 2010
Pagina 8 van 8