VVE-RAPPORT RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL AL ISLAAH
Locatie(s) Brinnr. Plaats Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling rapport
VVE-rapport 16167 HB.nr. 3252787
:Al Islaah :24MW-4 :3842 ZZ Harderwijk :16167 :17 januari 2012 :14 maart 2012
Onderzoeksdatum: 17-1-2012
Pagina 1 van 8
1. INLEIDING Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken. In
dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken: De voorwaarden van VVE De ouders De kwaliteit van de educatie Het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden Het pedagogisch klimaat Het educatief handelen De ontwikkeling, zorg en begeleiding De kwaliteitszorg De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool De resultaten van VVE
Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen: 1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden. 2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt. 3. Voldoende 4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren. Dit rapport is gebaseerd op versie 2.2 van het VVE-toezichtkader (zie de internetsite van de onderwijsinspectie). Opbouw van het rapport Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen (indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna een toelichting als dat nodig is. Als er op basis van dit onderzoek afspraken gemaakt zijn, staan die in hoofdstuk 4. Groepsinformatie kleutergroepen: Aantal kleuters in groep 1: 9, waarvan 4 doelgroepkleuters Aantal kleuters in groep 2: 11, waarvan 6 doelgroepkleuters Context Basisschool Al Islaah is sinds een zestal jaren gevestigd in een wijk in Harderwijk waar het aantal meertalige kinderen relatief groot is. De school ressorteert met nog vier basisscholen onder het bevoegd gezag van Stichting Islamitische Scholen El Amal, gevestigd in Amsterdam. Tot januari 2011 was een peuterspeelzaal met VVE-aanbod gevestigd in schoolgebouw van Al Islaah. Een substantieel deel van de kinderen uit deze voorschool stroomde door naar de voorschool van Al Islaah. Om (voor de school) onduidelijke redenen is deze peuterspeelzaal verhuisd naar een andere locatie. Voor een deel van de ouders is de afstand van thuis naar een andere peuterspeelzaal te groot geworden om hun kinderen er gebruik van te kunnen laten maken. Dit heeft dan ook gevolgen voor het instroomniveau van de betreffende kleuters. De school heeft in de afgelopen jaren te kampen met discontinuïteit in de personele bezetting. Recent is ook een wisseling geweest in de uitvoering van de taken voor de interne begeleiding. Op het moment van onderzoek was in de week ervoor een intern begeleider op interim-basis benoemd. Zijn opdracht is om in de komende maanden de interne zorgstructuur aan te sturen en vanuit het zorgdocument verder uit te bouwen.
VVE-rapport 16167 HB.nr. 3252787
Onderzoeksdatum: 17-1-2012
Pagina 2 van 8
De school heeft gedurende een deel van het schooljaar ten behoeve van de extra ondersteuning voor het onderwijs in groep 2, een schakelklas. Op het moment van het onderzoek (17 januari 2012) was deze schakelklas echter niet in bedrijf vanwege de tijdelijke afwezigheid van de verantwoordelijke leraar. De school is voornemens de onderwijstijd die daarom niet kan worden benut, in te halen in de tijd tot de zomervakantie.
VVE-rapport 16167 HB.nr. 3252787
Onderzoeksdatum: 17-1-2012
Pagina 3 van 8
2. HET TOTAALBEELD Binnen de scholen van El Amal is ruime ervaring opgebouwd in het werken met VVE-programma’s. Vandaar ook dat in de groepen 1 en 2 van basisschool Al Islaah wordt gewerkt met een integraal VVE-programma. De school vult het aanbod aan met het kleuterpakket van de rekenmethode omdat zij vond dat deze leerinhouden van het VVE-programma niet toereikend waren voor haar kleuters. De leraren die werken met het VVE-aanbod worden hiervoor geschoold. De school heeft een ouderpopulatie die zich kenmerkt in de (bewuste) keuze die is gemaakt voor islamitisch onderwijs en die tegelijkertijd bestaat uit diverse nationaliteiten. Dat maakt dat de kinderen in de school veelal tweetalig zijn en thuis een andere taal spreken dan op school. De school erkent de gecompliceerde onderwijssituatie waarin zij dient te handelen. Recent is dan ook door de taalcoördinator een taalplan geschreven waarin het beleid op het gebied van taal en lezen voor de komende jaren is vastgelegd. Ook de doelen in groep 2 zijn hierin expliciet aan de orde. De ouders van leerlingen uit de vroegschool met wie de inspectie een gesprek voerde, zijn tevreden over de wijze waarop de school hen informeert over de vorderingen en ontwikkelingen van hun kinderen. De inloop die in de kleutergroep plaatsvindt, draagt hieraan ook bij. Ouders krijgen aan het begin van de dag de gelegenheid om in de klas met hun kinderen te spelen. De leraar is daarbij duidelijk beschikbaar en gebruikt de inlooptijd ook om in gesprek te gaan met de ouders en spelsituaties te creëren of te verrijken. Wel geeft de school aan dat het hen veel energie kost om de ouders, en met name de vaders, te bereiken als participant in het educatief en pedagogisch handelen, in het bijzonder in de vroegschool. Tijdens het bezoek van de inspectie in de les, is gezien dat het pedagogisch handelen van de leraar respectvol is naar alle kinderen. Daarbij gaf zij -waar dat nodig was- de gedragsgrenzen aan die gelden in de groep en was er aandacht voor de ontwikkelingen voor de sociale vaardigheden en competenties. In de groepsdocumentatie was zichtbaar welke leerlingen de zorgleerlingen zijn en welke betrokkenheid de externe instanties daarmee hebben. Tijdens het bezoek van de inspectie zijn ook verbeterpunten vastgesteld. Deze punten zijn in het vervolg van dit rapport onderbouwd. Het betreft hier verbeterpunten in alle VVEkwaliteitsaspecten.
VVE-rapport 16167 HB.nr. 3252787
Onderzoeksdatum: 17-1-2012
Pagina 4 van 8
3. DE OORDELEN MET EEN TOELICHTING ALS DAT NODIG IS Naam gemeente
Harderwijk
A CONDITIES A1 Een integraal VVE-programma A1.1 Naam/namen van programma(s) Piramide A3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") A5 Kwaliteit leidsters/leerkrachten A5.4 Alle leidsters zijn toereikend geschoold (voor het vve-programma)
Al Islaah
B OUDERS B1 Gericht ouderbeleid B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd B3 Intake B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen B5 Participatie in VVE-activiteiten in de vroegschool B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind B7 Rekening houden met de thuistaal
Al Islaah 2 2 2 2 3 3 3
3 3
Op basisschool Al Islaah is geen gerichte visie op ouderbeleid geformuleerd. Een dergelijk beleid is gebaseerd op een analyse van de ouderpopulatie, de wensen van de ouders en de eigen doelen van de school betreffende de ouders in de vroegschool. In het schoolplan van de school staat de evaluatie met behulp van de kwaliteitskaart Contacten met ouders geagendeerd voor het volgende schooljaar. Dit geeft mogelijkheden om ouderbeleid te formuleren. Uit het gesprek dat de inspectie voerde met ouders, werd duidelijk dat de ouders niet op de hoogte zijn van een VVE-beleid, het ambitieniveau en de doelen van de vroegschool (B1, B2). De intake van kleuters in de school is een verbeterpunt. Er wordt een intake uitgevoerd maar de informatie die de school bij de instromende kleuters verzamelt, is veelal oppervlakkig. In ieder geval vraagt de intake om verdieping van de gegevens over de ontwikkeling- en kindkenmerken van het kind (zoals taalverwerving en gedragskenmerken, eventueel aangevuld met ervaringen uit de voorschool) die bij kunnen dragen aan doelgerichter handelen in het onderwijsaanbod. Ook de wijze van opvoeden en stimuleren van de ontwikkeling in de thuissituatie van de leerlingen kan een duidelijker plaats krijgen in de intake (B3). De school heeft aandacht voor de algemene activiteiten waarin ouders kunnen participeren maar waar het gerichte VVE-thuisactiviteiten betreft, zoals thuis (voor)lezen of spelen, zijn geen afspraken gemaakt. Het gaat hier ook om de wijze waarop in de informatievoorziening de ouders worden gestimuleerd om, eventueel met behulp van (spel)materialen, actief te participeren in het aanbod van de vroegschool. Wellicht biedt de inloop in de ochtend gelegenheid om deze accenten te leggen (B4).
VVE-rapport 16167 HB.nr. 3252787
Onderzoeksdatum: 17-1-2012
Pagina 5 van 8
C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE C1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma C1.1 Een integraal VVE-programma C1.2 Werken met een doelgerichte planning C1.3 Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd C2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat C2.1 Het pedagogisch handelen van de leerkrachten is respectvol C2.2 De leerkrachten hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen C2.3 De leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen C2.4 De leerkrachten tonen respect voor de autonomie van het kind C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taaluitlokkend C3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen C3.1 Het educatief handelen van beide leerkrachten is goed op elkaar afgestemd C3.2 Er worden de hele 'dag' effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd C3.3 De leidsters/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen C3.4 De leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken C3.5 De leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de leerkrachten met de kinderen is responsief C3.7 De leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen
Al Islaah 3 2 2 2 3 3 3 3 2 3 2 2 3 2 3 2
In de planning van het aanbod in de vroegschool is vastgelegd welke activiteiten dagelijks aan de orde zijn. Deze planning wordt gemaakt met behulp van diverse bronnen maar is niet inzichtelijk verbonden met leerdoelen. Daarnaast vindt de planning ook niet plaats op langere termijn, gekoppeld aan streefdoelen. Het gaat hier bovendien om een evenredig aanbod van sociale, motorische en creatieve vaardigheden en cognitieve ontwikkelingen (taalvaardigheden, geletterdheid en rekenen-wiskunde). In het activiteitenaanbod dat is gericht op de taalontwikkeling van de kleuters, is het voor de school een verbeterpunt om dit aanbod dekkend te maken, passend bij de ontwikkelingen van de kinderen (“beredeneerd aanbod”). Omdat het aanbod niet is gebaseerd op tussendoelen of deelvaardigheidsdoelen, is ook niet zichtbaar op welke wijze het opklimt in moeilijkheidsgraad (C1.2, C1.3 en C.4). De inrichting van de leeromgeving was op het moment van bezoek van de inspectie, voor verbetering vatbaar. Hoewel het lokaal overzichtelijk en verzorgd was ingericht, kunnen de spelen leeractiviteiten die betrekking hebben op (tussendoelen van) taal en geletterdheid en meer uitnodigend worden geïntegreerd in het onderwijs. Ook concrete en multiculturele materialen kunnen verdieping en verrijking in het spel aanbrengen (C2.5). De school betrekt meerdere leerkrachten bij de uitvoering van het onderwijs in de vroegschool (zoals de leraar van de schakelklas). Dat maakt dat gerichte afspraken noodzakelijk zijn over de wijze waarop het educatief handelen vormt moet krijgen in de groep. Deze afspraken zijn in de school vastgelegd en de leraren zijn momenteel doende ze toe te passen en in te bedden in hun dagelijks werk. Met name zijn deze afspraken relevant waar het gaat om de voortdurende gerichtheid op de taalontwikkeling van de leerlingen. Te denken valt aan de wijze waarop de talige interactie met en tussen de kinderen wordt uitgevoerd door de leraren. Ook de wijze van vragen stellen, woorden aanleren en het realiseren van uitnodigende en leerzame gesprekken (in de kleine kring) zijn voorbeelden die het onderwijs aan deze leerlingen kunnen versterken. Te weinig is gezien dat dat ook daadwerkelijk gebeurde (C3.2, C3.3).
VVE-rapport 16167 HB.nr. 3252787
Onderzoeksdatum: 17-1-2012
Pagina 6 van 8
Daarnaast is ook het leren werken met strategieën een verbeterpunt. Kleuters zelf leeractiviteiten laten doen en die (laten) benoemen, waarna ze ook op de leerervaringen kunnen reflecteren, is daarvan een voorbeeld. Ook het uitvoeren van model-gedrag (door hardop na te denken) en begeleide instructie door de leraar, behoort daartoe (C3.5). In de groepsplannen leggen de leraren vast welke onderverdeling zij binnen hun groep maken -in de subgroepen- om te kunnen differentiëren in de leerinhouden. De school geeft aan dat het werken aan afstemming op de verschillen tussen leerlingen in de groepen, een schoolbrede ontwikkeling is. In de kleutergroep is daarvan een aanzet zichtbaar. Het huidige groepsplan in groep 1 en 2 is een organisatiemodel om de taal- en rekendoelen in de basisgroep en de subgroepen in beeld te hebben. De doelen die bij deze (sub)groepen zijn geformuleerd, zijn afgeleid van een te behalen toetsscore. Daarmee is deze afstemming nog te globaal en bovendien niet verbonden met de ontwikkelingen van de leerlingen op een kortere termijn. Het afstemmen van de activiteiten op de verschillen in ontwikkeling van de individuele kinderen is dan ook een ontwikkelpunt (C3.7). D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG D1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg D1.4 Specifieke aandacht bij de begeleiding en zorg voor de taalontwikkeling D2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen D2.1 Leidsters/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg D2.2 Leidsters/leerkrachten melden kinderen aan voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De leidsters/leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden
Al Islaah 2 2 2 2 3 3 2
De vroegschoolse uitvoering van de zorg en begeleiding kent een aantal verbeterpunten. Deze verbeterpunten vallen samen met de schoolbrede verbeteringen waaraan de school werkt onder de (tijdelijke) intern begeleider. Het gaat om de volgende punten. De signalering van de (zorg)leerlingen heeft in het afgelopen jaar niet tijdig plaats gevonden (D1.1). Daarvoor zijn observaties en toetsen noodzakelijk. Observaties moeten in de vroegschool minimaal vier keer en ten minste op de vier VVE-domeinen worden uitgevoerd: taal, rekenen, sociaal-emotionele en motorische ontwikkeling. Gegevens hieruit dienen te worden ingezet om, na een aantoonbare analyse, de afstemming op de verschillen en met name op de onderwijsbehoeften van de zorgleerlingen te plannen en uit te voeren (D1.2). Evaluaties van de uitgevoerde zorgactiviteiten zijn niet aangetroffen. Kenmerken hiervan zijn dat na een vastgestelde periode met behulp van het observatie- of toetsinstrument wordt geëvalueerd of het doel is bereikt. Ook conclusies waarin de vervolgstappen staan voor het vervolg van het onderwijs aan de zorgleerling(en), zijn deel van deze evaluaties (D1.3). De zorgactiviteiten op het gebied van taalontwikkeling, waaronder de uitwerking van het groepsplan, kunnen in de vroegschool versterkt worden. De uitwerking van deze zorgactiviteiten is te globaal en niet voor alle betreffende kinderen voorhanden (D1.4). Het ontbreken van een duidelijke aansturing in de zorg en begeleiding tijdens het afgelopen jaar, is er debet aan dat de communicatie met externe zorgverleners niet inzichtelijk wordt uitgevoerd (D2.3). De school onderkent deze verbeterpunten en heeft bij het verschijnen van dit rapport actie ondernomen om haar organisatie te versterken met behulp van de inzet van de onderwijsassistent. Er is zodoende tijd voor de leraar ingepland om de observatie- en toetsgegevens efficiënt te verzamelen en tutor-taken te verrichten.
VVE-rapport 16167 HB.nr. 3252787
Onderzoeksdatum: 17-1-2012
Pagina 7 van 8
E KWALITEITSZORG BINNEN DE VROEGSCHOOL E1 Er is VVE-coördinatie in de vroegschool E2 De vroegschool evalueert de kwaliteit van VVE regelmatig E3 De vroegschool evalueert de opbrengsten van alle kinderen E4 De vroegschool formuleert op basis van evaluaties verbetermaatregelen en voert die aantoonbaar en planmatig uit E5 De vroegschool borgt de kwaliteit van haar educatie E6 In de kwaliteitszorg van de basisschool wordt ook specifiek naar VVE gekeken
Al Islaah 2 2 2 2 2 2
Kwaliteitszorg die is gericht op de vroegschoolse educatie is op alle indicatoren een ontwikkelpunt voor Al Islaah. Van VVE-coördinatie is geen sprake maar het beleidsdocument Taalbeleid kan hier in belangrijke mate een inhoudelijke bijdrage leveren, alsmede de expertise van de recent benoemde leraar in groep 3 en de taalcoördinator (E1, E4). De taakinhouden zijn echter nog niet beschreven en afgestemd met de peuterspeelzalen waar kleuters in de basisschool vandaan komen. Een systematische borging van afspraken, organisatie en educatief handelen betreffende VVE zal in het verlengde moeten liggen van de verbeteringsactiviteiten. Evaluatie van het proces en van de effecten van VVE vindt nog niet systematisch plaats. Dit is verklaarbaar omdat VVE geen deel uit maakt van de reguliere kwaliteitszorgactiviteiten (E2, E3, E6). F DOORGAANDE LIJN F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool F3 De basisschool wint doelmatige informatie in bij de voorschool over de instromende peuters en maakt daar aantoonbaar gebruik van F4 Het aanbod van de vroegschool is afgestemd op dat van de voorschool F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de vroegschool is afgestemd op dat van de voorschool F6 De manier om met ouders om te gaan op de vroegschool is afgestemd op die van de voorschool F7 De interne begeleiding en zorg op vroegschool zijn afgestemd op die van de voorschool
Al Islaah 2 2 2 2 2 2
Van een VVE-coördinatie tussen voor- en vroegschool is geen sprake. Ongeveer de helft van de leerlingen uit groep 1 en 2 van basisschool Al Islaah komen van diverse peuterspeelzalen. Er is echter ook een deel dat niet heeft geprofiteerd van de voorschoolse educatie. De school heeft geen werkwijze in gebruik om doelmatig informatie in te winnen bij voorscholen. Al eerder werd in dit rapport vermeld dat ook bij de intake daarop specifieker kan worden bevraagd (F1, F3). Hoewel de vroegschool een VVE-aanbod kent, is niet bekend welk aanbod kleuters in de voorschool hebben gehad. Er vindt geen inhoudelijke afstemming plaats over het aanbod tussen de voor- en de vroegschool. Dat geldt ook voor andere aspecten als pedagogisch en educatief handelen, zorg en begeleiding en ouderbeleid (F4, F5, F6, F7). G OPBRENGSTEN VAN VVE G1 De resultaten worden gemeten conform de gemeentelijk afspraken G2 De resultaten zijn van voldoende niveau G3 Verlengde kleuterperiode
Al Islaah 3
De school is niet bekend met de gemeentelijke afspraken over de resultaten van voor- en vroegschoolse educatie. De inspectie heeft de beoordeling hiervan achterwege gelaten (G1, G2). 4. VERVOLGAFSPRAKEN Het bezoek heeft geen aanleiding gegeven voor het maken van vervolgafspraken.
VVE-rapport 16167 HB.nr. 3252787
Onderzoeksdatum: 17-1-2012
Pagina 8 van 8