Missie van de Verenigde Naties in de Democratische Republiek Congo MONUC Afdeling Mensenrechten
Rapport over de omstandigheden waarin mensen gedetineerd worden in gevangenissen en cachots van de DRC
oktober 2005
Vertaling uit het Frans van bovengenoemd Rapport van de Afdeling Mensenrechten van de MONUC Copyright van de foto’s: MONUC Het origineel in het Frans is te vinden op http://www.monuc.org/downloads/Rapport_sur_les_prisons_octobre_2005.pdf
SAMENVATTING TER INTRODUCTIE Een eerste “Rapport over detentie in de gevangenissen en cachots1 in de Democratische Republiek Congo”werd uitgebracht door de Afdeling Mensenrechten van de MONUC in april 2004, en stelde een zeer alarmerende diagnose over het niet eerbiedigen van de nationale en internationale normen betreffende omstandigheden waarin mensen gedetineerd worden waarin gevangenen in detentie worden gehouden. De talrijke sterfgevallen veroorzaakt door de hongersnood die in sommige van de detentiecentra heerst leidden in december 20052 tot het uitbrengen van een “Speciaal rapport over ondervoeding in de gevangenissen” waarin alarm werd geslagen en de aanbeveling werd gedaan voor het nemen van onmiddellijke maatregelen door de autoriteiten. Helaas moet nu vastgesteld wroden dat de detentieomstandigheden in de gevangenissen nog steeds onaanvaardbaar zijn. De ernstige mate waarin voeding, hygiëne en gezondheidszorg tekortschieten draagt ertoe bij dat bepaalde gevangenissen ware sterfhuizen zijn. Het is nog steeds niet overdreven om te stellen dat in sommige plaatsen een veroordeling door een rechtbank, soms voor lichte vergrijpen, tot enkele maanden of jaren gevangenschap, in feite gelijk staat aan een doodvonnis , vanwege de grote kans dat men van honger zal sterven in de gevangenis. Veelvuldig is er vastgesteld dat de gezondheid van de gevangenen nog steeds erbarmelijk is. De Staat doet evenmin meer iets aan voedselverstrekking als aan medische verzorging. Als er al soms verplegers en artsen van de Staat ter plaatse zijn, dan ontbreekt het hun niettemin aan medicijnen. De gezondheidstoestand van het merendeel van de gevangenen is slecht en de ziekten leiden door de algehele zwakte tengevolge van ondervoeding veelvuldig tot de dood. Overbevolking is regel in talrijke gevangenissen en is voor een groot deel te wijten aan het feit dat de penitentiaire centra , waarvan zeer velen vervallen zijn en nog slechts een deel van hun infrastructuur kunnen gebruiken, een zeer beperkte opnamecapaciteit hebben. Dat de de gevangenen allemaal door elkaar zitten is een gevolg van een gebrek aan ruimte, en heeft ernstige gevolgen voor de hygiëne en de gezondheidstoestand van de gevangenen. Zeer in het bijzonder ontbreekt het in het merendeel van de gevangenissen van de DRC die bezocht werden aan zelfs de minimale voorzieningen voor de hygiëne. Bij gebrek aan beschikbare ruimte wordt scheiding van verschillende categorieën gedetineerden, volwassenen en kinderen, veroordeelden en verdachten, mannen en vrouwen niet erg streng toegepast. De meeste bij wet vastgelegde inspecties van omstandigheden waarin mensen gedetineerd worden functioneren niet en controles of arrestatie en detentie al of niet wettig zijn worden lang niet overal regelmatig uitgevoerd door de daartoe aangestelde magistraten. In dit rapport worden aanbevelingen geformuleerd aan de Congolese autoriteiten voor verbetering van de omstandigheden waarin mensen gedetineerd worden en voor een betere naleving van de Minimum Regels3 voor de behandeling van gedetineerden, met name: - onmiddellijk de noodzakelijke maatregelen te treffen om de ondervoeding te verhelpen in de gevangenissen, wat allereerst betekent dat de gelden die bestemd zijn voor voeding van de gevangenen in de penitentiaire inrichtingen uitbetaald worden en op adequate wijze beheerd; - in de gevangenissen weer veeteelt en land- en tuinbouw activiteiten opzetten met het doel meer zelfvoorziendend te worden op het gebied van voeding om vooral door duurzame projecten op te zetten (gevangenis-boerderijen); - de overbevolking van de gevangenissen te verminderen (en dus het aantal te voeden gevangenen) door verschillende maatregelen, zoals minder toepassen van voorarrest van en voorarrest te bekorten , alsook frequent gebruik te maken van voorwaardelijke invrijheidstelling.
1
NvdV: “cachot” is een term die een kale en vaak duistere en stinkende detentieruimte aangeeft.
2
http://www.monuc.org/downloads/Rapport_monuc_malnutrition_prisons.doc (-in werkelijkheid december 2004 – M.R.) 3
Geheel van minimum regels voor de behandeling van gedetineerden, in 1957 aangenomen door de Verenigde Naties – Die regels schrijven voor hoe gevangenen moeten worden geregistreerd; aan welke eisen hun kleding , voeding, medische verzoriging en huisvesting moet voldoen; welke vormen van bestraffing niet mogen worden opgelegd; welke rechten gevangenen hebben op sport, ontspanning, lectuur en nog veel meer. (M.R.) – te vinden onder www1.umn.edu/humanrts/instree/g1smr.htm
Andere aanbevelingen richten zich op het opknappen van de penitentiaire infrastructuur en raden daarvoor aan om: na een onderzoek naar de staat van de infrastructuren en na een evaluatie van wat er nodig is, centrale en districtsgevangenissen te bouwen of op te knappen; - een militaire gevangenis in Kinshasa en een ander in de provincie te renoveren waardoor in talrijke gevangenissen de overbevolking verminderd kan worden en burgers van militaire gevangenen gescheiden kunnen worden..
1. METHODEN VAN ONDERZOEK Het bezoeken van gevangenissen en detentiecentra vormt een van de activiteiten die de Divisie Mensenrechten (DDH) van de MONUC (Missie van de Verenigde Naties in de DRC ) ontplooit bij het toezicht houden op de naleving van mensenrechten Deze bezoeken aan de detentie-plaatsen hebben onder anderen tot doel te controleren of de normen gerespecteerd worden voor de materiële omstandigheden waarin de personen in detentie gehouden worden en die berusten op een basisbeginsel: de verplichting om gedetineerden waardig en menselijk te behandelen4. Door dit beginsel is men verplicht de minimum regels te respecteren, wat betreft de scheiding van categorieën gedetineerden, detentieruimtes, hygiëne, voeding, medische zorg, informatie aan de gedetineerden over hun rechten, discipline en straffen, contact en communicatie met de buitenwereld, werk, lichaamsbeweging, religie, toezicht op de detentieplaatsen, registers, enz. Bijzondere aandacht wordt gericht op het naleven van de normen voor vrouwen in gevangenschap die bijzonder veel gevaar lopen op het gebied van verkrachting, andere gewelddaden en seksuele uitbuiting 5. Hetzelfde geldt voor het toezicht, uitgevoerd met hulp van de Sectie Kinderbescherming van de MONUC, voor naleving van de normen voor minderjarigen, dat onderwerp is van een speciaal rapport over “Detentie van kinderen en justitie voor minderjarigen in de DRC”. De informatiebronnen waarop dit rapport is gebaseerd zijn voor het grootste deel de verslagen van gevangenis- en cachotbezoek door Officieren van Mensenrechten van de Divisie van Mensenrechten en Sectie Kinderbescherming van de MONUC, soms vergezeld door collega’s van het Hoge Commissariaat van de Rechten van de Mens (HCDH) in de DRC. Soms zijn ook de betrouwbare rapporten van Congolese niet-gouvernementele mensenrechtenorganisaties gebruikt. Dit rapport pretendeert niet volledig te zijn: - De DDH en de HCDH kunnen niet het hele land bestrijken en detentieplaatsen van sommige provincies konden dus niet bezocht worden. - Problemen met vervoer, soms samen met veiligheidsredenen hebben ook ervoor gezorgd dat sommige kantoren van de sectie geen gevangenissen ver van hun hoofdkantoor konden bezoeken. - Vaak kon een bezoek aan een cachot niet plaats vinden doordat toegang geweigerd werd door bepaalde autoriteiten en diensten, zoals de ANR (Agence nationale de Renseignement), , de DEMIAP (Dt4ction Militaire des Activits anti-patrie) , de IPK (Inspection Provinciale de Kinshasa) a (IPK) enz., De plaatsen die wel bezocht zijn vormen dus slechts een steekproef, maar zijn voldoende talrijk en representatief, om een duidelijk kijk te krijgen op de dramatische situatie van de mensenrechten in de gevangenissen en andere detentiecentra in de DRC. Het feit dat een gevangenis niet is vermeld in dit verslag betekent dus niet dat er niets valt te signaleren. Het betekent eenvoudig dat deze niet bezocht kon worden zodat er geen opmerkingen en bezoekverslagen gemaakt konden worden 6. Tenslotte: het is goed mogelijk dat bepaalde verbeteringen zijn aangebracht in bepaalde gevangenissen sinds het opstellen van de verslagen van de bezoeken die zijn afgelegd door de DDH. Het kan dus zijn dat bepaalde constateringen in dit samenvattend rapport kunnen niet meer overeenkomen met de actuele situatie.
4
Een ander belangrijk doel van de bezoeken aan de detentieplaatsen, is de gerechtelijke situatie van de gedetineerde personen te weten te komen en of hun arrestatie en detentie wettig zijn. Dit aspect van monitoring van de detentieplaatsen is onderwerp van een apart rapport over “De rechtmatigheid van arrestaties en detenties in gevangenissen en cachots van de DRC”. 5
Deze gewelddaden begaan tegen vrouwen en de schendingen van hun rechten blijven vaak onopgemerkt en worden niet gerapporteerd. Een van de redenen van de ‘onzichtbaarheid’ van deze gewelddadigheden tegen vrouwen stamt natuurlijk, zoals in zoveel landen, uit de bijna geheel mannelijke samenstelling van de politiemacht en justitie. 6
Omgekeerd is een gevangenis die vaker in dit rapport wordt genoemd niet noodzakelijkerwijs de slechtste van het land. Deze is misschien vaker bezocht en de leiding heeft niet getracht de problemen die aan het licht kwamen te verdoezelen, met de constructieve bedoeling wegen en middelen te zoeken om de problemen op te lossen en om verbeteringen aan te brengen.
2. HET WETTELIJKE KADER Specifieke normen , Zowel nationale als internationale vormen het kader ter bescherming van verdachten of mensen die van hun vrijheid zijn beroofd door de autoriteiten van hun land, in dit geval de Democratische Republiek Congo (DRC). A. Internationale en regionale normen De normen voor de behandeling van gedetineerde of gevangen genomen personen zijn het onderwerp van diverse internationale instrumenten met betrekking tot de rechten van de mens. Die instrumenten zijn aangenomen om te bevorderen dat de waardigheid van alle mensen geëerbiedigd wordt, ook van personen die verdacht worden van overtredingen.
Wat betreft de omstandigheden waarin mensen gedetineerd worden zijn de normen voor het grootste deel te vinden in het Geheel van principes voor de bescherming van alle personen die aan welke vorm van detentie of gevangenneming dan ook zijn onderworpen en in het Geheel van Minimum regels voor de behandeling van gevangenen 7 (afgekort MR). B. Nationale normen Deze zijn grotendeels te vinden in Verordening no. 344 van 17 september 1965 betreffende de organisatie van het gevangeniswezen (PR) is opgenomen en in de Verordening over de rechterlijke organisatie 87-025 van 31 maart 1987 betreffende besturen van penitentiaire inrichtingen. Volgens het door artikel 5 van verordening no. 344 bepaalde, bestaan er militaire gevangenissen naast civiele. Wat betreft burgergevangenissen voorziet de wet: een centrale gevangenis in iedere plaats waar een Gerechtshof zetelt, dat wil zeggen in iedere provincie-hoofdplaats. een districtsgevangenis in iedere plaats waar een arrondissementsrechtbank zetelt, dat wil zeggen in de districts-hoofdplaats, behalve daar waar al een centrale gevangenis is. cachots daar waar een kantongerecht zetelt, dat wil zeggen in iedere “territoire” of iedere gemeente, behalve daar waar al een centrale of districtsgevangenis is. In werkelijkheid staan er velen leeg omdat ze ingestort zijn of gesloten vanwege de slechte staat. Momenteel zouden er 52 in gebruik zijn op een totaal van 145. Er bestaan ook detentiekampen, in principe bedoeld voor tot lange straffen veroordeelden. Het bekendste is dat van Buluwo in Katanga, soms aangeduid als ‘extra beveiligde inrichting” en waar veel politieke gevangenen verblijven. Artikel 530 van het militaire wetboek voorzag in militaire gevangenissen in DRC 8. De vervallen staat en het achterstallig onderhoud van de gebouwen hebben geleid tot sluiting van die verschillende gevangenissen en tot overplaatsing van de militaire gevangenen naar burgergevangenissen. Dat is een heel belangrijke oorzaak van de overbevolking erin. In die burgergevangenissen bestaat echter geen scheiding tussen burgers en en militaire gedetineerden, hetgeen de eerste categorie blootstelt aan de onderdrukking door de militairen.
Artikel 39 van verordening no. 344 stelt dat een minderjarige slechts in de gevangenis opgevangen of opgesloten mag worden als er geen justitiële jeugdinrichting is(EGEE) in het ressort van de arrondissementsrechtbank. Door gebrek aan middelen en de vervallen staat van deze instellingen zijn ze bijna allemaal gesloten, waardoor minderjarigen bijna systematisch in volwassenengevangenissen worden opgesloten. Verordening no. 344 somt eveneens de rechten op waar iedere gedetineerde of gevangene een beroep op kan doen. Zij is in grote lijnen conform aan de minimumregels aangaande de behandeling van gedetineerden, behalve wat betreft de disciplinaire straffen. Daar waar Minimum Regel 32 bijvoorbeeld lijfstraffen, en isolering als straf verbiedt (zonder voorafgaand oordeel van een arts) raadt voornoemde verordening in artikel 78 wel als straf aan handboeien gedurende 7 dagen en cachot gedurende 45 dagen .
7
aanvaard door het eerste Congres van de Verenigde Naties ter preventie van misdaad en de behandeling van delinquenten, gehouden in Genève in 1955 en goedgekeurd door de Sociale en Economische Raad in zijn resoluties 663 c (XXIV) van 31 juli 1957 en 2076 (LXII) van 13 mei 1977. 8
Er zijn op het grondgebied van de Republiek Zaïre twee militaire gevangenissen opgericht: - de militaire gevangenis van N’Dole, - de militaire gevangenis van Angenga.
De interne organisatie van gevangenissen en huizen van bewaring is geregeld bij wet van 31 maart 1987 die stelt dat er in iedere gevangenis en in ieder huis van bewaring een bestuur moet zijn dat de dagleijkse leiding heeft. . Dit comité bestaat uit de gevangenisdirecteur, zijn adjunct en twee bestuurders. De directeur coördineert en heeft de supervisie over het geheel. Hij heeft de bevoegdheid opsluiting van een gedetineerde te weigeren als de in artikelen 30 en 34 van verordening no. 344 van 17 september 1965 genoemde aktes hem niet worden voorgelegd.
De 168 gedetineerden van de Kamina gevangenis in een beperkte ruimte
3.DE GEVANGENIS-POPULATIE Er heerst een ongelooflijke onduidelijkheid betreft de exacte omvang van de Congolese gevangenis-populatie. Omdat cijfers over aantal en duur in geheel niet bijgehouden worden, is het niet mogelijk om te bepalen of er sprake is van inflatie in de gevangenissen van de DRC . 9 Dit ontbreken van cijfers is nog ernstiger gebleken door de oorlog waardoor het onmogelijk was gegevens te verzamelen uit de gebieden die beheerst werden door verschillende autoriteiten. De veelheid en diversiteit van de cachots alsook van clandestiene detentieplaatsen, maken het nog moeilijker om het in cijfers te vangen. Bezoek aan detentieplaatsen door de DDH maken het niet mogelijk een globale et exacte telling te maken, omdat niet alle detentieplaatsen bezocht konden worden. De overzichten echter die gemaakt zijn tijdens bezoeken door de DDH, tussen april en september 2005, aan 33 van de 52 gevangenissen die thans in bedrijf zouden zijn, leveren een totaal op van 6856 gedetineerden. GEVANGENISSEN Goma Mbandaka (burg.) Mbandaka (mil) Gbadolite Isangi Isiro Kisangani Watsa Buta Beni Osio Bunia Bunia cachot PNC Kindu Bukavu Kinshasa Mbuji Mayi Mwene Ditu Uvira Kasapa Buluwo Kipushi Likasi Kolwezi Kamina Butembo Kalemie Kananga Matadi Boma Mbanza Ngungu Kasangulu Tshela Bandundu TOTAAL
DATUM BEZETTING 272 31/08/05 44 04/05/2005 19/04/05 39 14/04/05 34 04/08/2005 11 19/09/2005 45 05/03/2005 183 18/07/2005 54 10/05/2005 13 31/08/05 205 21/09/05 73 26/08/05 195 26/08/05 140 81 21 /04/ 05 04/07/2005 213 31/08/05 3049 04/12/2005 364 04/07/2005 54 15/04/05 69 368 30/08/05 09/01/2005 225 30/08/2005 106 30/08/2005 98 17/07/2005 126 09/08/05 168 57 26/08/2005 09/06/2005 93 30/08/05 163 22/04/05 195 21/04/05 92 13/01/05 84 26 31/08/2005 20/04/05 68 14/12/04 17 6856
Dit rapport kan dus geen exacte indicatie leveren van de totale penitentiaire populatie van de DRC, noch van het percentage gevangennemingen, dat wil zeggen van het aantal gevangenen ten opzichte van de totale Congolese populatie (waar ook weinig over bekend is qua cijfers )). 10
9
Het is nuttig onderscheid te maken tussen de begrippen inflatie en overbevolking. Inflatie in een gevangenis is verbonden met de toename van het aantal gedetineerden, in een gegeven periode, relatief gemeten aan de toename van de totale bevolking. De overbevolking in een gevangenis is een notie die verbonden is met de gevangenis-inflatie, maar die niet precies dekt: de overbevolking in de gevangenis-duidt op de materiële ontoereikendheid van het aantal plaatsen voor het aantal gedetineerden (de ontvangst-capaciteit) in de gevangenissen. De kwestie van de overbevolking kan op twee manieren bekeken worden: of men beschouwt een tekort aan detentieplaatsen, of er worden te veel personen gedetineerd. Actie op beide variabelen is zeker noodzakelijk.
Er zou dus eigenlijk gezegd niet echt sprake zijn van inflatie in de gevangenissen in de DRC , maar wel van toestanden van overbevolking in vergelijking met de reële en huidige opnamecapaciteit van de penitentiaire inrichtingen (dus niet vergeleken met de capaciteit die zij hadden bij de bouw, meestal in het koloniale tijdperk, en die zij nu niet meer hebben) 11. Overbevolking is regel in talrijke gevangenissen, zoals blijkt, op enkele uitzonderingen na, uit bezoekrapporten door de Sectie Mensenrechten van de MONUC. De oorzaken van deze in vele penitentiaire instellingen voorkomende overbevolking zijn divers. Allereerst is daar het gebrek aan opnamecapaciteit in de instellingen die actief zijn (zie hieronder Detentie-gebouwen), verergerd door de aanwezigheid van talloze militaire gedetineerden 12, maar ook door de abnormaal lange duur van de detentie, een wijd verbreid fenomeen dat zelf weer diverse oorzaken heeft, voornamelijk een excessief gebruik van overdreven lang voorarrest. 13 Er is een schreeuwend gebrek aan opnamecapaciteit op vele plaatsen. De overgrote meerderheid van de Congolese gevangenissen is gebouwd vóórr de onafhankelijkheid. Sommige zijn vervallen tot ruïne en al verscheidene jaren gesloten. Op veel plaatsen worden de gedetineerden in bewaring gehouden in gebouwen die opgetrokken zijn voor een geheel ander gebruik (fabriek, opslagplaats). In andere gevangenissen (Buluwo, Beni, Kananga, Bandundu, enz.), die van oorsprong gebouwd zijn om 1000 of 1500 gedetineerden te herbergen, zijn verscheidene gebouwen ingestort en 200 à 300 gedetineerden worden gedwongen opeengepakt te zitten in die paar ruimtes, gebouwtjes en slaapzalen die nog bruikbaar zijn.
Detentieruimtes en hygiëne Zowel de internationale 14als nationale 15 normen noemen bepaalde minimumeisen waaraan de huisvesting van gedetineerden in detentieruimtes en de hygiëne daarin moet voldoen 10
De totale penitentiaire bevolking overtreft waarschijnlijk niet de 10.000, hetgeen op een bevolking van 60 miljoen in de DRC een relatief laag is. . 11
Het begrip opvang-capaciteit wordt bepaald door de som van het aantal cellen en slaapzalen die in gebruik zijn voor het onderbrengen van de in gewone detentie geplaatste gevangenen, of het nu om mannen, vrouwen, minderjarigen of volwassenen gaat. 12
Een andere oorzaak van overbevolking in vele penitentiaire inrichtingen is zeker de aanwezigheid van een groot aantal militaire gedetineerden. Velen van hen zijn gearresteerd en voorgeleid voor de militaire rechtbanken (waaronder de COM) tijdens de oorlog, terwijl vele anderen nog steeds in voorlopige hechtenis zijn (het disfunctioneren van de militaire rechtspraak vergroot nog de duur van hun detentie). Tegenwoordig begaan de slechtbetaalde militairen vele misdaden (diefstal, afpersing, plundering, verkrachting, enz.). De meesten van hen worden gearresteerd en in ‘burger’-gevangenissen gedetineerd, dit in verband met het onbeduidende aantal militaire gevangenissen (de drie militaire gevangenissen van NDOLO in Kinshasa, van TSHINKAKASA in Boma (Bas-Congo) en van ANGENGA (Equateur) zijn momenteel niet operationeel. 13
Dit fenomeen wordt meer in detail geanalyseerd in het “Rapport over arrestatie en detentie en de wet in de DRC” Het aantal inhechtenisnemingen en de abnormaal lange duur van de detentie hebben verscheidene oorzaken: Allereerst bepaalde excessen bij veroordelingen tot langdurige hechtenis. Veel magistraten, met name militaire, geven blijk van een overdreven strengheid en veroordelen tot straffen van 20 jaar of levenslang voor feiten als het verlaten van de wachtpost. Het te weinig gebruik maken van de mogelijkheid tot voorwaardelijke invrijheidstelling is een andere oorzaak. De voorwaardelijke invrijheidstelling van de veroordeelden bestaat in het Congolese recht maar wordt zeer zelden toegepast. Om welke redenen? Sommige bewakers kennen de mogelijkheid niet, andere voeren hem niet uit bij gebrek aan middelen (formulieren, papier, enz.). En tenslotte: heel wat mensen worden ontmoedigd door de traagheid in de top van justitie en de penitentiaire molens. . Maar een van de belangrijkste oorzaken van de overbevolking van de gevangenissen in de DRC is gelegen in het plaatsen en overdreven lang vasthouden van een te groot aantal personen in voorwaardelijke detentie. Dat preventieve detentie steeds langer duurt ligt aan het vooronderzoek dat zo lang duurt en aan het steeds uitstellen van de zittingen die aan de berechting voorafgaan. Een en ander is een gevolg van het slecht functioneren van het justitiële systeem. Duizenden gedetineerden kunnen zo maanden, een jaar of nog langer in detentie blijven alvorens in vrijheid gesteld of veroordeeld te worden. 14
MR 10. De detentieruimtes en in het bijzonder de ruimtes bestemd voor verblijf ’s nachts, moeten beantwoorden aan de eisen van hygiëne, rekening houdend met het klimaat, met name wat betreft hoeveelheid lucht, minimum oppervlakte, verlichting, verwarming en ventilatie. 12 De sanitaire voorzieningen moeten de gedetineerde in staat stellen zijn natuurlijke behoeften te doen op het moment dat hij/zij dat wil op een nette en betamelijke wijze. 13. De bad- en douche-installaties dienen voldoende te zijn opdat iedere gedetineerde er zo vaak gebruik van kan maken als de algemene hygiëne het vereist al
Het opeenpakken van gevangenen door ruimtegebrek heeft uiteraard ook ernstige gevolgen voor de hygiëne et de gezondheid van de gedetineerden. Verscheidene Minimumregels (12 tot 17) die betrekking hebben op hygiëne en waaraan men zich dient te houden in detentieruimtes, worden volstrekt niet nageleefd. De minimale hygiënische omstandigheden ontbreken geheel in de meeste Congolese gevangenissen die we bezochten. De centrale gevangenis van Bukavu beschikt over 12 cellen, maar daarvan zijn er slechts 5 operationeel. De slaapzalen zijn overbevolkt vanwege het aantal beschikbare cellen. De sanitaire infrastructuur is verouderd en vaak kapotgeslagen. Er is wel water , maar de wc’s zijn vaak verstopt. Geen matrassen. De gedetineerden slapen op de grond. De gevangenis beschikt wel over een grote binnenplaats waar de gevangenen de dag mogen doorbrengen. Het gebouw waar de gevangenis van Kamituga is gevestigd werd vroeger gebruikt als laboratorium door de SOMEKI (Mijnexploitatiebedrijf Kivu). Enkele gedetineerden zeggen dat zich ongerust maken wegens gevaar van mogelijke chemische vergiftiging. In de Oostprovincie is de gevangenis van Isangi in erbarmelijke staat. Deze was ingestort, waarna men een cel heeft opgeknapt (wat inhoudt dat er een deur bij gemaakt is en de andere uitgangen gesloten zijn) plus een kantoor om de gedetineerden in bewaring te houden. Er is nu een cel (van 6 bij 5 meter) waar 11 gedetineerden opeengepakt zitten, en een kantoortje van 2 m² waar een tot 45 dagen veroordeelde vrouw is opgesloten. Er is geen verlichting en geen ventilatie. De gedetineerden klagen erover dat ze stikken. Sanitaire voorzieningen zijn er niet, er is buiten een gat. De twee cellen zijn vuil, de bodemis van aarde, wat niet erg help om het schoon te houden. De gedetineerden slapen op de grond op stromatten.
De centrale gevangenis van Kisangani
De centrale gevangenis van Kisangani is in enorm haveloos. Van de 27 mannenslaapzalen en afdelingen zijn er slechts 3 operationeel. Van de 4 vrouwenslaapzalen en -afdelingen is er niet een operationeel, zodat alle vrouwen worden gehuisvest in de EGEE (justitiële jeugdinrichting). Er is geen verlichting. Er zijn onhygiënische sanitaire voorzieningen op de binnenplaats van de gevangenis en in iedere cel gaten aangebracht voor nachtelijk toiletgang. Sommige gedetineerden slapen op matten en andere op een stenen vloer of op dekens. Om de opnamecapaciteit van de centrale gevangenis van Kisangani te verhelpen, heeft de MONUC, door middel van een flitsproject, geholpen bij het opknappen van het detentiecentrum van Osio, gelegen op ongeveer 15 kilometer van de hoofdstad van de provincie, zodat daar meer gedetineerden kunnen worden ondergebracht in aanvaardbare omstandigheden.
naar het seizoen en de geografische streek, , maar minimaal een keer per week in een gematigd klimaat. 14. Alle ruimtes waarin de gedetineerden regelmatig verblijven dienen perfect onderhouden en schoongehouden te worden. 15
Artikel 48 PR. Iedere gevangenis, ieder detentiekamp en ieder huis van bewaring dient te beschikken over hygiënische installaties en, voor zover mogelijk, over douches en desinfectiekuipen. Het huishoudleijk reglement schrijft alle maatregelen voor met betrekking tot netheid en onderhoud van de ruimtes, slaapattributen, kleding, alsook tot het toilet van de gedetineerden.
De gevangenis van Bunia, ook gesitueerd in een opslagruimte die er niet voor bedoeld was als gevangenis te dienen, beschikt over een ruimte die ontworpen is voor ongeveer 100 personen, maar waarin tot meer dan 150, zelfs 190 gevangenen opeengepakt leven. Het gebouw is ook in zeer slechte staat, maar er zullen verscheidene ruimtes kunnen worden opgeknapt, wat een betere scheiding tussen categorieën gevangenen mogelijk zal maken.
Chachot van de PNC in Bunia
De bijzonderheid van het cachot van de PNC in Bunia is dat die wordt gebruikt als huis van bewaring vanwege het gebrek aan plaats in de centrale gevangenis die een capaciteit heeft van 102 plaatsen en soms 150 tot zo’n 200 gedetineerden herbergt. Deze cel met een capaciteit van 25 personen, die alleen door de politie gebruikt had moeten worden voor periodes van 48 uur tot 72 uur tijdens de verhoren bij voorlopige hechtenis van gearresteerde personen, is een bijgebouw van de gevangenis geworden en bevat een honderdtal verdachten die ter beschikking staan van de Militaire Rechtbank en de Arrondissementsrechtbank. De gezondheid van de gedetineerden laat te wensen over aangezien er geen medische zorg verstrekt wordt en de hygiënische omstandigheden onmenselijk zijn. Tijdens een bezoek door de DDH-Kisangani, de CIVPOL et de Officier van Justitie aan de gevangenis van Isiro (district Hoog-Uele, 660 km van Kisangani), op 22 april 2005, is er geconstateerd dat er 41 personen gevangen gehouden werden. De gevangenis is ondergebracht in een opslagplaats van het Maritieme Agentschap van Congo (AMICONGO), dat het na de oorlog verlaten heeft. Deze opslagplaats is ongeschikt om gevangenen te herbergen. Hij is vuil, heeft geen ramen, geen licht en geen ventilatie. Er is geen enkele sanitaire installatie of iets dergelijks. Bovendien is het dak van een deel van de opslagplaats vernield door een storm. De gevangenis is niet goed beveiligd, er zijn veel gevallen van ontvluchting.
Het toilet van de gevangenis van Isiro
De gevangenis van Buta is gelegen in een voormalige opslagplaats van de firma CODENOR, en is in deerniswekkende bouwvallige staat. Er zijn twee zalen waar de gevangenen worden vastgehouden en toiletten noch douches.
In Westelijk Kasaya is de centrale gevangenis van Kananga in zeer vergaande staat van verval. Een enkele slaapzaal is er nog voor de gevangenen van de vijf die gebouwd zijn sinds het koloniale tijdperk. Van de andere staan alleen nog maar de muren overeind, omdat het dak en ander materiaal verdwenen is. Het gebouw dat opgericht is omstreeks de jaren 1950 om dienst te doen als gevangenis voor het “Territoire” van Mweka bestaat niet meer, omdat het totaal vervallen is en ingestort. De gevangenen worden momenteel vastgehouden in een voormalig levensmiddelenmagazijn. De gevangenis van Tshikapa is door een aardverschuiving weggespoeld. De gedetineerden worden vastgehouden in de geheel haveloze gebouwen van de voormalige gebouwen voor het sorteren van diamanten van de firma Forminière. Ze worden met meer dan 80 man 14 uur per dag opeengepakt in twee minuscule slaapzalen gehouden met totaal ondermaatse ventilatie. In de Equateur heeft de militaire cachot-gevangenis van Mbandaka 16 slechts één gebouw. De ruimten zijn erg onhygiënisch en vormen een broedplaats voor besmettelijke ziekten. De gedetineerden slapen gewoon op de grond, zonder lakens of dekens en met z’n allen opeengepakt. Sommigen leggen matten en karton neer. De gedetineerden doen hun behoeften binnen in emmers en legen die later buiten. De centrale gevangenis van Mbandaka is een bouwval, verouderd en ongezond. De gevangenen slapen op de grond op een mat. Geen bedden, matrassen, lakens of dekens. Er is een wc aanwezig maar in zeer onhygiënische staat. Mannen en vrouwen doen hun behoeften op de binnenplaats van de gevangenis. Als het regent komt het water binnen in de slaapzalen. In Noord-Kivu is de Centrale gevangenis van Goma(Munzenze) ook erg vervallen. De slaapzalen zijn slecht uitgerust. Niets om op te slapen of de cellen mee schoon te maken. Er is geen elektriciteit in de gevangenis. Als het donker valt, verkeren de gevangenen in totale duisternis. De cellen hebben geen ventilatie. De meeste wc’s zijn verstopt. Drie op de elf zijn in gebruik, maar hebben geen deur. Na ingrijpen van het lokale Rode Kruis zijn de hygiënische omstandigheden relatief verbeterd. Belangrijk is echter om te vermelden dat de douches totaal vervallen zijn. . Geen bedden, geen matrassen. De gevangenen slapen op de stenen vloer. Er zijn te weinig dekens, want twee tot drie gevangenen gebruik dezelfde deken. Dat vermeerdert de risico’s van besmettelijke ziekten.
Het gebouw waar de gevangenis van Beni in gehuisvest is, gebouwd in 1935, bevindt zich in een vergaande staat van verval en staat op instorten. Toentertijd bestonden er twee slaapzalen met een opnamecapaciteit van dertig personen. Momenteel is er maar een slaapzaal (van 6 bij 12 m) in gebruik en die herbergt gemiddeld 150 personen. Er is maar een deur en geen luchtopening of raam. De tweede slaapzaal is letterlijk met de grond gelijk door vergaande aftakeling. De binnenmuren vertonen scheuren en het risico is groot dat ze op de gevangenen vallen. Een cel van 4 bij 2 m is bestemd voor vrouwen.
16
De militaire gevangenis van Angenga, 25 – 40 km ten oosten van Lisala, 426 km ten noordoosten van Mbandaka aan de rivier de Congo, was sinds de koloniale tijd de enige hoogbeveiligde gevangenis en de meest bekende van de provincie Equateur. In deze gevangenis zaten vroeger militairen en burgers die veroordeeld waren tot middellange tot lange straffen uit de provincie Equateur en uit omliggende provincies, zelfs uit Kinshasa. De infrastructuur van deze hoogbeveiligde militaire gevangenis Angenga wordt al ongeveer 15 jaar niet meer gebruikt vanwege veiligheidsproblemen, problemen met de aanvoer- en overplaatsing van de gevangenen en daardoor gebrek aan onderhoud. Hij is daardoor in vervallen staat en kan niet gebruikt worden. Dat heeft ervoor gezorgd dat wat eens een militair cachot was in Mbandaka, de hoofdplaats van de Equateurprovincie, gewoonlijk GLM genoemd, is veranderd in een cachotgevangenis waar zowel militairen zitten die veroordeeld zijn , als verdachte. . Omdat het zo ongeschikt is voor dit gebruik en plaats tekort heeft, , zouden veroordeelden die hier zitten voor een straf die langer is dan een jaar, systematisch overgeplaatst moeten worden naar de centrale gevangenis van Kinshasa CPRK, waar zij ver van hun streek en hun familie zouden zitten. . Sommige gevangenen zitten hun straf helemaal uit in deze militaire cachot-gevangenis in de GLM van Mbandaka.
De gevangenis van Beni met een van de vergane slaapzalen
De gevangenis beschikt over vier toiletten op de binnenplaats, waarvan een voor de vrouwen, maar geen douche. Vandaar dat de toiletten ook als douche gebruikt worden. ’s Nachts worden de grote en kleine behoeften in een doormidden gesneden jerrycan gedaan. De gevangenen slapen op de stenen vloer, zonder deken of matras.
Een van de vervallen paviljoens van Bulowo (Katanga)
In Katanga is er in het gevangenkamp van Buluwo, dat vroeger beschikte over verscheidene gebouwen, tegenwoordig nog maar een gebouwtje dat het cellencomplex bevat. De gevangenis van Musochi in Kasumbalesa beschikt maar over twee cellen van 10 m² voor 25 gedetineerden. Er zijn geen matrassen of dekens, de gedetineerden slapen gewoon op de grond. Ze verblijven binnen een soort omheining die lijkt op een kooi waar zij niet uit kunnen vanwege veelvuldige ontsnappingen. De gevangenis van Kasumbalesa, die eigelijk slechts voor doorvoer zou moeten dienen, herbergt te veel gedetineerden. Sommigen moeten meer dan anderhalve maand wachten alvorens naar de gevangenis van Kipushi te worden overgebracht en ter beschikking van de rechtbank van Kipushi te worden gesteld. Het schijnt ook dat de rechters moeten betalen voor het transport van de gedetineerden vanaf het Parket tot aan de gevangenis. De gebouwen van de gevangenis van Mbuji May in Oost-Kasayi zijn in zeer slechte staat en er is zelfs gevaar voor instorting. De slaapzalen zijn overbevolkt. Er is geen licht en geen ventilatie. Er zijn 7 douches en 5 wc’s maar zonder deuren. Er is geen stromend water. De gevangenen kunnen zich niet regelmatig wassen. Er zijn geen bedden, geen matrassen, de gevangenen slapen gewoon op de grond. Om het lot van de gevangenen enigszins te verlichten heeft de MONUC matrassen en ander materiaal aan de gevangenis geschonken.
Matrassen geschonken door de MONUC aan de gevangenis van Mbuji Mayi
De centrale gevangenis van Kindu telt 7 slaapzalen (6 in de mannenafdeling, maar daar zijn er slechts 3 in gebruik en 1 in de vrouwenafdeling), 2 wc’s en 2 douches, in goede staat, gebouwd door het Internationale Rode Kruis. (CICR) De gevangenis van Bandundu is ook erg vervallen. De sanitaire voorzieningen zijn er onder de maat; er is geen keuken; de slaapzalen zijn ongezond. De gedetineerden slapen gewoon op de grond, hoogstens op een stromat.
Het vervallen gebouw van de gevangenis van Bandundu
De centrale gevangenis van Kasangulu is opgezet in het koloniale tijdperk, in 1953. Indertijd een was het de plaatselijke gevangenis maar in 1993 is het de districtsgevangenis van Lukaya geworden. De gevangenis van Kasangulu is op 21 mei 1997 leeggeroofd en bevindt zich nu in een staat van volledig verval. Deze vrij algemene staat van verval brengt voor de gevangenissen vele zeer negatieven gevolgen met zich mee voor de omstandigheden waarin mensen gedetineerd worden De omstandigheden waarin mensen gedetineerd worden in de cachots zijn soms erger dan in bepaalde gevangenissen, wat zelfs heeft geleid tot onmiddellijke sluiting door de Openbaar Aanklager 17. De cachots zijn over het algemeen zeer klein en overbevolkt. Geen voldoende licht en geen gepaste ventilatie, zodat de gevangenen vaak op de grens van verstikking verkeren. De cachots zijn zelf in staat van vergaand verval. Vermeld dient te worden dat er steeds meer bij
17
De SDH heeft op 10 januari 2005 de cachotten van de Congolese nationale politie in de gemeenten Mangobo, Tshopo en Makiso geïnspecteerd met de nieuwe inspecteur-generaal die van de gelegenheid gebruik gemaakt heeft om de staat waarin de amigos verkeren te bekijken. In totaal waren 30 personen opgesloten in de verschillende cachotten die bezocht werden, waarvan 8 in Mangobo en 22 in het stadspolitiebureau van de gemeente Kamiso. De officier van justitie heeft, samen met de SDH, geconstateerd dat de cachotten van Mangobo niet voldoen aan de minimumregels van hygiëne en heeft bevel tot sluiting ervan gegeven.
gekomen zijn, namelijk bij iedere vestiging van een politiebureau. Iedere politiecommandant zoekt zijn eigen plek en geen enkele bijzondere formaliteit is nodig om een cachot te installeren
Het cachot van het commissariaat van Dibindi in Mbuji Mayi
Men treft er zelden sanitaire voorzieningen aan. Sommige gedetineerden doen hun behoeften overdag in de toiletten van de belendende gebouwen. ’s Nachts echter zijn zij ertoe gedwongen die ter plekke te doen, dat wil zeggen in een hoek van de cel of in een pot die zij dan iedere morgen moeten gaan legen. Hier volgen nog enkele voorbeelden, temidden van de vele tientallen, bij wijze van illustratie van dit gebrek aan hygiëne: De SDH, heeft samen met de commissaris van de CIVPOL het cachot van het commissariaat van politie van Isangi bezocht. Het cachot bevat twee cellen, een voor de vrouwen en een voor de mannen. Deze twee cellen zijn in een staat van vergaand verval; het dak is aan het instorten aan de kant van de vrouwen. De cellen hebben een oppervlakte van ongeveer 3 m², zijn in slechte staat, zijn vuil, hebben geen sanitaire voorzieningen, geen ramen, geen licht en geen ventilatie. De SDH/Mbuji Mayi heeft samen met de verpleger van de gevangenis, op 5 augustus 2005 een bezoek gebracht aan het cachot van Lufwalanga, waar een deel van de gevangenen van de centrale gevangenis zit opgesloten na een vluchtpoging op 30 juni 2005. Het totale aantal gevangenen is buitensporig groot. Er zitten tot wel 72 mannen in een cel van ongeveer 10 bij 6 meter en 1 vrouw die verblijft in een kamer. De mannenruimte beschikt slechts over twee raampjes met traliewerk beveiligd . Vijf veroordeelden, waaronder 1 vrouw, verklaren dat hun straftijd er al lang op zit, maar ze zijn nog steeds niet vrijgelaten . De SDH heeft trouwens een twintigtal ziektegevallen geconstateerd, waaronder gevallen van tuberculose en schurft. De gevangenen slapen gewoon op de grond, anderen op matten. Ze krijgen vier keer per week te eten van het Comité Begeleiding Gevangenissen. De gevangenen hebben in bijzijn van de Adjunctdirecteur van het cachot van Lufwalanga gezegd dat ze het hele etmaal lang achter slot en grendel worden gehouden. Ze hadden al twee dagen lang geen water gekregen en zeggen dat ze zich slechts een keer per week mogen wassen. Het cachot beschikt slechts over een toilet voor ongeveer tachtig gevangenen. De SDH heeft ook een bezoek gebracht aan het cachot van het commissariaat van de gemeente Diulu in Mbuji Mayi. Dit cachot met een afmeting van ongeveer 4 bij 2 m heeft geen raam. De ventilatie gaat via 4 claustra’s. Het totaal aantal gevangenen bedraagt 13. De hygiënische en gezondheids-omstandigheden zijn beneden de maat. In een hoek van de cel bevinden zich een hoop afval en de bak die de natuurlijke behoeften van de gevangenen moet opvangen. Zij slapen op panen op de grond. Het cachot van de MIBA in Mbuji Mayi, gelegen binnen de omheining van deze onderneming, herbergt gearresteerde diamantgravers die clandestien in de concessie van deze mijnmaatschappij zijn binnen gekomen. Ze zitten hier opeengepakt in een aan drie zijden door traliewerk afgesloten ruimte en blootgesteld aan alle weersgesteldheden.
Het chachot van de MIBA in Mbuji Mayi
De SDH is met de commissaris van de CIVPOL het cachot gaan bezoeken van het politiebureau van Isangi. Dat cachot heeft twee cellen, een voor de vrouwen en een voor de mannen. Deze cellen bevinden zich in een vergaande staat van verval, het dak staat op instorten aan de kant van de cel van de vrouwen. Die cellen zijn ongeveer 3 vierkante meter, zijn in slechte staat, zijn vuil, hebben geen sanitair, geen nramen, geen licht en geen lucht.
Tijdens het bezoek aan de IPK op 20 mei 2005 heeft de DDH/Kinshasa de negen cellen, zeven kleine en twee grote, geïnspecteerd. De cel waar zich de vrouwen bevonden had geen deur; net als de precies daarnaast gelegen mannencel. Het sanitair is onhygiënisch. Op basis van een kleine enquête onder een vijftiental gedetineerden ter peiling van de omstandigheden waarin mensen gedetineerd worden , is gebleken dat verscheidene personen geen voedsel verstrekt hadden gekregen sinds hun arrestatie, die voor sommigen al vier dagen daarvoor had plaatsgevonden; sommigen hadden geen gebruik gemaakt van de toiletten, hetzij omdat ze niet hadden gegeten, hetzij omdat ze klaagden over de vieze staat ervan. De omstandigheden waarin mensen gedetineerd worden kunnen nog verergeren in bepaalde situaties. Tengevolge van de arrestaties van 10 januari zijn de gevangenen opgesloten ofwel in de cachots, ofwel overdag buiten in de hangars en in de nacht in een gang binnen in de IPK , alvorens zij overgebracht werden naar een cachot. Gezien het aantal gedetineerden zijn de cachots overvol geweest, de mensen konden geen vin verroeren en hadden geen plaats genoeg om te slapen. Gedurende hun detentie zouden sommigen geleden hebben aan verstikking en ondervoeding (ze kregen niets te eten en te drinken). Bovendien waren er geen behoorlijke sanitaire voorzieningen, geen toiletten, geen plek om zich te wassen.
Scheiding van categorieën gevangenen Bij gebrek aan beschikbare huisvesting wordt niet de hand gehouden aan scheiding van categorieën gedetineerden, volwassenen en minderjarigen, veroordeelden en verdachten, mannen en vrouwen. Dat is met name het geval in de gevangenis van Mweka, waar al de gedetineerden door elkaar opgesloten zijn in één ruimte: mannen, vrouwen, minderjarigen, veroordeelden, mensen in voorarrest, ., burgers en militairen, dit in strijd met de voorgeschreven Minimum Regels (MR) Volgens regel 8 van de MR moeten de verschillende categorieën gescheiden worden 18. De Congolese wetgeving onderschrijft deze verplichting 19. Het onderscheiden en scheiden van de 18
MR 8. De verschillende categorieën gedetineerden moeten geplaatst worden in onderscheiden instellingen of inrichtingsafdelingen, waarbij rekening gehouden dient te worden met hun geslacht, leeftijd, antecedenten, reden van detentie en de vereisten voor hun behandeling. Dientengevolge: a) moeten mannen en vrouwen indien mogelijk in verschillende instellingen opgenomen worden; in instellingen waar zowel mannen als vrouwen zitten moet het geheel van de voor vrouwen bestemde ruimtes geheel apart liggen ; b) moeten verdachten gescheiden worden ondergebracht van veroordeelden; c) moeten veroordeelden vanwege schulden of een andere vorm van burger-overtreding, gescheiden ondergebracht worden van overtreders van strafwetten;
gedetineerden naar geslacht, leeftijd, strafstatuut (verdachte of veroordeelde), alsook naar hun criminele verleden, wordt in essentie gemotiveerd door de potentiële kwetsbaarheid van de verschillende groepen binnen de gestraften-populatie en door de eruit voortvloeiende behoefte hen te beschermen. De scheiding tussen mannen/vrouwen, volwassenen/minderjarigen wordt vaak niet gerespecteerd in de cachots bij gebrek aan beschikbare ruimte. Ondanks de verklaringen die soms worden afgelegd over de maatregelen om mannen en vrouwen te scheiden, bevinden de laatsten zich vaak in de cachots binnen bereik van de mannen.
Gedetineerde vrouwen met hun kindertjes
De scheiding tussen gedetineerde mannen/vrouwen wordt over het algemeen gerespecteerd in de gevangenissen, al laten bepaalde praktische omstandigheden bij die scheiding veel te wensen over. Gevangenis van Ghadolite: Overdag zijn allen bij elkaar. ’s Nachts zijn de vrouwen gescheiden van de mannen. Centrale gevangenis van Mbandaka: Mannen en vrouwen delen één omheinde ruimte. alsook één slaapzaal ’s nachts. In de gevangenis van Bunia is er wel een scheiding maar het is niettemin mogelijk dat zij elkaar ontmoeten omdat de deuren niet dicht kunnen en er geen sloten op zitten. Gevolg: twee vrouwen zijn in de gevangenis zwanger geraakt, waarvan er een abortus heeft laten plegen. De gevangenis van Uvira beschikt over vier gescheiden cellen (1 voor vrouwen, 1 voor minderjarigen, 2 voor mannen). Overdag echter zijn al de gedetineerden op de binnenplaats, behalve de militairen. Soms vinden er onderling seksuele contacten plaats, waarschijnlijk in de cellen die leeg zijn overdag. ’s Nachts worden zij gescheiden gehouden in de cellen. De gedetineerde vrouwen van de gevangenis van Beni beschikken over een gescheiden cel, bestaande uit twee ruimtes van ongeveer 3 bij 3 m², met ingerichte toiletten en douches. Maar hoewel de vrouwen beschikken over een gescheiden slaapzaal, zijn ze overdag niet gescheiden van de mannen, hetgeen een risico inhoudt van verkrachting en ongewenste intimiteiten. De scheiding van minderjarigen en volwassenen levert problemen in bepaalde gevangenissen en vooral in de cachots, maar de situatie is enigszins verbeterd in bepaalde instellingen ten gevolge van interventie van organisaties als het Internationale Katholieke Bureau voor de Jeugd (BICE) of de Afdeling Bescherming van het kind van de MONUC (zie het Rapport over detentie van kinderen en Rechtspraak voor minderjarigen).
d) 19
moeten minderjarige gedetineerden gescheiden worden van volwassenen.
Artikel 39 PR: Over het algemeen dienen gedetineerden opgesloten te worden in ruimtes die bestemd zijn voor opsluiting van groepen. Vrouwen worden gescheiden van mannen. Jongeren van onder de 18 jaar worden alleen in gevangenissen opgesloten als er in het district van de arrondissementsrechtbank geen gesloten staatsinrichting voor heropvoeding bestaat. Bij gebrek aan zo’n inrichting worden ze in een speciale afdelingondergebracht.
De scheiding tussen burgers / militairen bestaat niet meer sinds de opheffing van enkele militaire gevangenissen. De aanwezigheid van een groot aantal militaire gevangenen in de centrale gevangenissen, die geacht worden alleen voor burgergevangenen te worden gebruikt, zorgt voor de overbevolking van veel van die gevangenissen, maar ook voor bepaalde wantoestanden. Volgens de leiding van de gevangenis van Beni bijvoorbeeld spelen overtroeven de militaire gevangenen, dat is bijna de helft van het totaal, de baas over de andere gevangenen om het voedsel dat er is in te pikken en zijn zij de schuld van de massale uitbraken. De scheiding tussen veroordeelden / en mensen in voorarrest wordt nergens gerespecteerd. De verdachten, vaak meer dan 70 – 80% van de gevangenispopulatie, bevinden zich in dezelfde cellen en zijn onderworpen aan hetzelfde regiem als de veroordeelden. Deze situatie doet zich voor in bijna het hele land en is in strijd met het principe van scheiding van gedetineerden dat is afgekondigd in het internationale verdrag betreffende de burger- en politieke rechten. 20
De ingang van de slaapzaal voor de “ontwikkelden” van de gevangenis van Mwene Ditu en het interieur van de “VIP-afdeling”
Daarentegen wordt in talrijke gevangenisinstellingen wel een andere vorm van scheiding toegepast, hoewel deze niet voorzien is in de nationale en internationale regelgeving. Dat is de scheiding tussen gegoede en minder gegoede gevangenen, tussen armen en rijken. Het gevangenispersoneel is ambtenaar van de publieke sector en wordt dus zo slecht betaald dat het wat dan ook aangrijpt om geld aan de gedetineerden af te troggelen. Speciale afdelingen, voor ‘VIP’s of ‘évolués’ worden ingericht voor gegoede gevangenen (bv. in de centrale gevangenis van Kananga, van Kassapa, van Mwene Ditu, enz.) middels betaling van een bedrag dat kan oplopen tot 50 dollar.
Voedsel Ondanks het alarm dat is afgegaan door de rapporten van de Afdeling Mensenrechten van de MONUC in april en november 2004 is de voedselsituatie in de gevangenissen verre van verbeterd 21 . Op dit speciale gebied worden de internationale 22 en nationale 23 normen steeds weer met voeten getreden, wat dramatische eneerlijk gezegd dodelijke gevolgen heeft voor talrijke gedetineerden.
20
Artikel 10.2
21
In de cachotten is de voedsel-voorziening niet anders dan in de gevangenissen. De Staat voorziet in geen enkele behoefte op dit gebied et de familieleden moeten voor hun familie zorgen. . In tegenstelling tot gevangenissen waar NGO’s en andere charitatieve instellingen actief zijn om gedetineerden te voeden en te verzorgen, zijn gedetineerden in cachotten bijna overal daarvoor geheel aangewezen op hun familie. 22
MR 20. 1) Iedere gedetineerde moet van de leiding op de geëigende tijden voedsel ontvangen van goede kwaliteit, goed klaargemaakt en opgediend, met een goede voedingswaarde voor instandhouding van gezondheid en krachten. 2) Iedere gedetineerde moet kunnen beschikken over drinkwater wanneer hij dat wenst. 23
artikel 61 PR: De gedetineerden krijgen voedsel dat zo veel mogelijk overeenkomt met het eten wat ze gewend zijn. Dit voedsel moet van een dusdanige kwaliteit zijn dat de gedetineerde in goede conditie blijft. Artikel 20 van de overgangs-grondwet: “Iedere gedetineerde moet een behandeling krijgen die zijn leven en zijn lichamelijke en mentale conditie en waardigheid in stand houdt.”
De voedselsituatie is volstrekt bedroevend, aangezien op zeer talrijke plaatsen de Staat sinds verscheidene jaren geen voedsel meer aan de gevangenen verstrekt. Alleen de families van de gevangenen zelf, het Internationale Rode Kruis ( CICR) en bepaalde liefdadigheidsorganisaties en personen, NGO’s en religieuze instellingen, helpen om te in het hoognodige te voorzien voor de gedetineerden. Ter illustratie van deze dramatische situatie: In de centrale gevangenis van Bukavu wordt door de directie niets verstrekt. De gedetineerden overleven dankzij de proviandering van CARITAS (150 kg bonen, 150 kg maïsmeel en 20 liter olie worden 1 maal per week verstrekt). De gevangenen drinken kraanwater dat eigenlijk geen drinkwater is.
Provisiekamer van de gevangenis van Bukavu
De centrale gevangenis van Matadi ontvangt helemaal niets uit de staatsruif. , noch voor voedsel, noch voor de zorg. Tijdens een bezoek in december 2004 heeft de DDH geconstateerd dat sommige gedetineerden leden aan ondervoeding, Volgens het overlijdensregister zijn er gedurende het jaar 2004 negen gedetineerden overleden. De Staat blijft in gebreke en zorgt evenmin voor voedsel in de militaire cachot- gevangenis van Mbandaka. Sinds december 2004 kregen de gevangenen een klein voedselrantsoen per maand, betaald door het derde Militaire gewest. Deze hulp, die een verbetering vormde, hield echter korte tijd daarna weer op . Bovendien levert geen enkele instelling voedsel op regelmatige basis, alleen de kerken leveren wel iets, maar sporadisch. De gevangenen zijn afhankelijk van de solidariteit van hun families, en degenen die geen familie hebben zijn afhankelijk van de solidariteit van degenen die het voordeel hebben van familiebezoek. De gevangenis van Mbandaka verschaft geen voedsel aan de gedetineerden. Geen enkele NGO, noch enige charitatieve instelling springt in waar de Staat op dit gebied tekort schiet. De gevangenis heeft geen drinkwater. Om drinkwater te krijgen mogen de gevangenen water uit de put halen, op ongeveer 1 km van de gevangenis. De gevangenis van Gbadolite heeft geen centrale keuken. Iedereen moet zichzelf redden om te eten. Zelfs al is de CPRK (het Penitentiaire en Heropvoedingsgestichtvan Kinshasa een van de enkele gevangenissen die beschikken over een budget, toch ondervindt het problemen met voedselverstrekking aan de gedetineerden. Wat dit betreft dient vermeld te worden dat nonnen die zich aldaar ophouden voedselhulp bieden, in de vorm van pap, aan ongeveer 150 gedetineerden (gemiddeld) die tekenen van ondervoeding vertonen 24. Er wordt in de gevangenis van Beni niets georganiseerd voor voedselvoorziening. Uitgezonderd enkele noodverstrekkingen door de Gemeente en de Brigadestaf. Dientengevolge zijn de gedetineerden afhankelijk van hun familie die hen een keer per week bezoekt, daar de meeste uit het binnenland komen. Verder komen de christenen van de katholieke kerk iedere donderdag met giften. Familieleden die dichtbij wonen brengen wel voedsel maar moeten 100 FC betalen wil de de gedetineerde zijn maaltijd ook ontvangen. De gevangenis is aangesloten op de Regideso
24
Deze hulp komt van het Internationale Rode Kruis CICR dat er trouwens op rekent om in de nabije toekomst tot meting van de body mass index (BMI) over te gaan bij alle gedetineerden van de CPRK, wat, als dat inderdaad gebeurt, een waardevol wapen zou zijn om een grote crisis te voorkomen.
(waterleiding, nvdv) die de stad twee keer week ravitailleert.Op de andere dagen is men aangewezen op de bron. De extreem zorgwekkende situatie van de centrale gevangenis van Kisangani heeft geleid tot een uitbraakpoging van de gedetineerden vroeg in de morgen van 26 april 2005. Tegen 6.15 uur ’s morgens hebben de gevangenen de grote hoofd-toegangspoort geforceerd. De bewakers hebben gebruik gemaakt van vuurwapens om de massa in bedwang te houden, maar vier gedetineerden zijn erin geslaagd te ontsnappen, waarvan er een teruggevonden is. In het rapport van de voorafgaande dag heeft de directeur van deze penitentiaire inrichting de politieke en rechterlijke autoriteiten op de hoogte gesteld van de spanningen die heersten binnen de gevangenis. Het ontstaan van deze spanning ligt in de afwezigheid van voedselvoorziening: gedurende meer dan twee weken hadden de gevangenen niets meer te eten gekregen. Sinds de uitbraakpoging had het gouverneurschap van de provincie beloofd om een bedrag van 300.000 FC, dat wil zeggen 600 US$ per maand, ter beschikking te stellen aan de afdeling Justitie om voor voedsel te zorgen Deze belofte wordt momenteel niet meer waargemaakt. Het forfaitaire bedrag van 600 US$ is slechts twee maanden lang gestort. De Saint-Laurent-instelling van de priestercongregatie Sacré Coeur verstrekt drie keer per week voedsel (dinsdag, donderdag en zondag). Andere religieuze gezindten komen ook wel eens langs. De REGIDESO levert water. De gedetineerden van de gevangenis van Isangi krijgen geen voedsel van de directie . Als de families iets te eten brengen moeten ze 200 FC betalen om dit bij de gedetineerde te laten brengen. De vrouw die er gedetineerd is zou ook koken voor de andere gedetineerden tegen een vergoeding. De gedetineerden van de gevangenis van Isiro krijgen voedsel van De Kapita igaat een keer per dag naar de markt om het voedsel te halen dat door de bevolking gegeven is. ’s Woensdags brengen de katholieke missionarissen van de Consolata voedsel. Er is geen drinkwater. De gevangenen halen water bij de bron op 1 km afstand.
De gevangenis van Buta in de vestiging van de CODENOR
De gedetineerden van de gevangenis van Buta worden niet van voedsel voorzien door de leiding van de gevangenis. Als de families eten brengen moeten ze 1000 FC betalen aan de bewaker en aan de directeur om de maaltijd bij de gedetineerde te laten brengen. Zij krijgen geen drinkwater. Ze gebruiken water uit een poel met stilstaand water op 500 meter afstand. De gevangenis van Kasapa van Lubumbashi heeft wat voedsel gekregen van de Gouverneur begin 2005, maar in onvoldoende hoeveelheid voor al de gevangenen. Enkele plaatselijke kerken, met name de GAREGANZE-kerk en de zusters Mercedair, helpen eveneens de gedetineerden. Deze blijven toch voornamelijk afhankelijk van hun familie. De gevangenis van Kasumbalesa zou nooit voedsel ontvangen noch van provinciale noch van een lokale autoriteit. In de gevangenis van Kindu is geen enkel bedrag voorzien om voedsel te verstrekken aan de gedetineerden. Het zijn familieleden die te eten brengen. Het water dat gebruikt wordt bevat wormpjes en wordt niet behandeld of gezuiverd. Voedsel blijft een mythe in de centrale gevangenis van Kananga. De staat voorziet heel onregelmatig in de behoeften van de gevangenis, waardoor de bewaker gedwongen wordt hulp te vragen aan de kerken en mensen van goede wil. Deze brengen wel voedsel naar de gevangenen, en wel een keer per week, maar heel onregelmatig.Zelfs dan nog is het voedsel zeer onvoldoende. Meestal geeft men aan iedere gevangene een stuk foufou 25, wat groente en een stuk vis. De gezondheidstoestand van de gevangenen wijst op ondervoeding en de lichamen van velen zijn skeletachtig mager. Sommigen krijgen bezoek van familieleden, als er tenminste entreegeld aan de militaire bewakers kan worden betaald.
25
NvdV Congolese koek, gemaakt van maïs- of maniokmeel
Er bestaat geen enkele voedselvoorziening in de gevangenis van Mweka. De gevangenen worden aan hun lot overgelaten. Degenen die familie hebben krijgen wel wat, terwijl de anderen wachten op bijstand van kerken, wat niet erg vaak beloond wordt. Een keer per week kan een kerk zijn gelovigen zover krijgen dat ze voedsel naar de gevangenis brengen. Aangezien er geen geld voor voedsel uitgetrokken wordt, , doen de gevangenen van de gevangenis van Kasangulu werkzaamheden buiten de gevangenis teneinde aan voedsel te kunnen komen. Particulieren kunnen vragen om mankracht van gevangenen voor diverse klussen (metselwerk, landarbeid) voor ongeveer 1 US$ (500 FC) voor 5 à 10 personen. De terreinen die aan de gevangenis toebehoren en dienen voor landarbeid, zouden momenteel braak liggen. Onvoldoende voedsel en lage kwaliteit eveneens in de gevangenis van Osio (Kisangani). Bronwater wordt niet behandeld, niet gezuiverd. Er is een project (zie verderop) om de landbouwproductie en veeteelt te vergroten, een ander om een put met pomp te installeren.
Detentiecentrum van Osio tijdens de renovatie
De internationale NGO RCN – Justitie en Democratie levert op basis van Europese financiering voedsel aan de gevangenis van Bunia via de lokale NGO ADP (Hulp aan gevangenen en armlastigen). Deze hulp eindigt half oktober 2005. Het cachot van de PNC-gevangenis in Bunia heeft een probleem met ondervoeding waar acuut iets aan gedaan moet worden.. Het cachot heeft soms een week lang geen water. De toiletten zijn verstopt en de sanitaire omstandigheden van de mensen in voorarrest is alarmerend. Het watergebrek is een gevolg van de slechte watervoorziening van de stad en van de veelvuldige afsluitingen. Er is geen enkel plan om iets aan deze wantoestand te doen. Het Districtscommissariaat zou drie keer per week voedsel leveren. Aan deze frequentie zou echter niet altijd vastgehouden worden en de hoeveelheid zou niet voldoende te zijn voor het grote aantal gevangenen. De uit Bunia afkomstige gedetineerden worden min of meer regelmatig van voedsel voorzien door de familie. De anderen wachten op distributie door het District. Om een begin van een oplossing te geven van de voedselproblemen van de gedetineerden van het cachot van de PNC in Bunia, heeft de Landbouw- en Voedselorganisatie van de VN, via het lokale Rode Kruis 5 hakwerktuigen, 6 schoppen en groentezaden geschonken, waardoor rond de PNC een groentetuin kon worden aangelegd met een oppervlakte van 30 m². Deze tuin zal onderhouden moeten worden door de gevangenen zelf.
De ondervoede gedetineerden van de gevangenis van Mwene Ditu
De situatie van de gevangenen van de gevangenis van Mwene Ditu is erbarmelijk en kritiek. Sinds begin 2005 zijn vier personen overleden. In april aten de gevangenen twee keer per week, op maandag en donderdag, daar een NGO hun dan voedsel bracht. In de gevangenis van Uvira heeft de leiding geen middelen om voedsel te verstrekken. Caritas geeft een keer per week 50 kg bonen, 50 kg maïsmeel en 5 kg zout. Het ondervoedingspeil van de Centrale gevangenis van Goma (Munzenze) is zeer hoog. De situatie is in 2005 dramatisch geworden. Tijdens een in april afgelegd bezoek zagen een dertigtal gevangenen eruit als geraamtes.skeletten. Zij roepen beelden van een concentratiekamp op. De directeur deelt mee dat er al vijf weken geen voedsel meer is. De auditeur van het militaire garnizoen, die vergezeld is door zijn ploeg magistraten , wordt boos op de gevangenen omdat zij hun kleding hebben afgelegd om hun magerte te tonen, en hij besluit de gedetineerden niet te horen en verlaat onmiddellijk de gevangenis.
Ernstig ondervoede gedetineerden in de gevangenis van Goma
De DDH is vervolgens naar het gemeentehuis gegaan en daarna naar de Provinciale afdeling van het Ministerie van Financiën teneinde onderzoek te doen naar de door de Minister van Justitie toegekende fondsen voor voedsel van gevangenen. De DDH heeft toen de
Zaakgelastigde van het Ministerie van Financiën ontmoet, die na opening van zijn boeken heeft laten zien waaraan de door hem ontvangen gelden zijn besteed, en die verklaarde dat hij sinds 1996 nooit enig geldbedrag bestemd voor voedsel van gevangenen ontvangen heeft. 26 De gevangenen hebben sinds 22 juli 2005 voor een duur van drie weken voedsel ontvangen van het Gouvernement. Zij worden gevoed met maïs en bonen. In de Centrale gevangenis van Mbuji Mayi wordt voedsel slecht een keer per week verstrekt. In de loop van april 2005 zijn twaalf (12) personen overleden tengevolge van ondervoeding en gebrek aan medische zorg. Op 3 mei 2005 meldt de gevangenisdirecteur dat vijfendertig (35) personen aangemerkt zijn als verkerende in een vergevorderde staat van ondervoeding en dat hij op de komst van de gevangenisarts wachtte om hier een bevestiging van te krijgen , zodat de betrokkenen naar het ziekenhuis zouden kunnen worden vervoerd. Deze situatie is al dermate verslechterd dat dit op 30 juni 2005 is uitgelopen op een oproer en een ontsnappingspoging binnen de gevangenis. De gevangenis van Mbanza Ngungu is bezocht door de DDH/Kinshasa met een arts die lid is van de Eenheid HIV/AIDS van de MONUC. Naast de kritieke hygiënische omstandigheden heeft de DDH op een nauwkeuriger wijze de situatie kunnen vaststellen van ondervoeding van de gevangenen die slechts twee maaltijden per week zouden krijgen, onvoldoende in kwantiteit en kwaliteit qua proteïnes. Er zijn van juli tot oktober vijf overlijdensgevallen geregistreerd . Om nauwkeuriger het ondervoedingsniveau van de gedetineerden te bepalen, is overgegaan tot meting van de Body Mass Index (BMI) bij gedetineerden.die d.m.vv. een steekproef daarvoor waren gekozen De gemiddelde BMI bedroeg slechts 16.15 (tussen de 16 en 18 is sprake van een middelmatige ondervoeding) en meer dan de helft van de gewogen gedetineerden hadden een BMI van minder dan 16, wat een index is voor ernstige ondervoeding 27. Doordat voedsel en medicijnen niet worden verschaft, wordt op ernstige en verontrustende wijze de gezondheid en het eigenlijk leven van de geïnterneerden aangetast, wat kan worden beschouwd als een schending door de betrokken autoriteiten van de fundamentele rechten en als een houding die strijdig is met de voorschriften van artikel 20 van de Overgangsgrondwet: De MONUC heeft niet werkeloos toegezien bij zo’n ernstige situatie. In december 2005ii heeft de Afdeling Mensenrechten alarm geslagen vanwege dit alarmerende aantal gevallen van overlijden van gevangenen in verscheidene penitentiaire inrichtingen en heeft een speciaal Rapport gepubliceerd over de ondervoeding in de gevangenissen. Vanwege de geringe reacties van de verantwoordelijke autoriteiten heeft de Speciale Vertegenwoordiger van de Secretaris Generaal van de Verenigde Naties een brief gestuurd aan President Joseph Kabila met het verzoek om de bevoegde autoriteiten zonder uitstel de nodige maatregelen te doen nemen teneinde deze situatie te verhelpen, hetgeen met name inhoudt een toekenning en adequaat beheer van de aanwezige gelden die bedoeld zijn voor de levering van voedsel aan gevangenen in penitentiaire inrichtingen.
Medische zorg en overplaatsing om medische redenen Ook op dit gebied worden de internationale even dodelijke gevolgen.
28
en nationale
29
regels niet gerespecteerd met al
26
Geconstateerd kon worden dat er geen enkele rubriek is voor de voeding van gevangenen. De provinciale Budget-divisie vraagt ieder jaar om een budgettaire voorziening voor de gevangenis bij het Ministerie van Financiën, zonder ooit een reactie te krijgen. Er zou bij de Secretaris-generaal van het Ministerie van Financiën in Kinshasa geïnformeerd moeten worden deze verzoeken worden afgehandeld. 27
De body mass index (BMI) meet de hoeveelheid vet in het lichaam vanuit twee parameters: het gewicht en de lengte. Daardoor kan, uitgaande van gewicht en gezondheid, de corpulentie van de persoon gemeten worden en daardoor vastgesteld of iemand zwaarlijvig of mager is, alsook de ernst daarvan. De BMI is de relatie van gewicht (uitgedrukt in kilogrammen) tot lichaamslengte (uitgedrukt in meters). 28
. MR 22. 1) Iedere penitentiaire instelling moet ten minste beschikken over de diensten van een gekwalificeerde arts, die ook kennis van psychiatrie zou moeten hebben. De medische diensten zouden nauw samen moeten werken met de algemene leiding van de gemeentelijke of nationale gezondheidszorg. Ze moeten beschikken over een psychiatrische dienst voor diagnose en indien nodig voor behandeling van mentale afwijkingen. 2) Voor zieken die speciale zorg nodig hebben moet voorzien worden in vervoer naar gespecialiseerde penitentiaire inrichtingen of naar burger-ziekenhuizen. Indien de mogelijkheid tot verpleging in de instelling aanwezig is, moeten daar materiaal, uitrusting en farmaceutische producten voorradig zijn om de vereiste verzorging en de behandeling te geven, en het personeel moet voldoende medische opleiding hebben. MR 25. 1) De arts is belast met controle van de fysieke en mentale gezondheid van de gedetineerden. Hij zou iedere dag alle zieke gedetineerden moeten bezoeken, allen die erover klagen ziek te zijn en allen naar wie zijn aandacht in het bijzonder
Allerwegen is gesignaleerd dat de gezondheid van de gedetineerden erbarmelijk is. Net zoals het geeval is voor de voedselvoorziening, zorgt de Staat ook niet voor medische zorg. Daar waar verplegers en artsen van de Staat nog ter plaatse zijn, ontbreekt het hun aan medicijnen. Het merendeel van de gevangenen verkeert in slechte gezondheid en onder de vaakst terugkerende ziekten worden schurft, diarree, tuberculose enz. aangetroffen. Ziektes die de door ondervoeding verzwakte lichamen aantasten richten een dodelijke ravage aan. De ernstig zieke gevangenen hebben in principe recht op overplaatsing naar de dichtstbijzijnde medische/ziekenverzorgende instelling 30. Het transport van de gevangenen naar de ziekenhuizen blijkt een lucratieve business voor de gevangenisbewakers. De zieken die het kunnen betalen worden meteen vervoerd, zelfs in onschuldige gevallen, terwijl de arme gevangenen pas worden vervoerd als ze praktisch op sterven liggen. Eenmaal overgebracht naar die ziekenhuizen worden ze zo aan hun lot overgelaten dat slechts weinigen overleven, zo moet vastgesteld worden.
Zieke gedetineerde tijdens overplaatsing van gevangenis naar ziekenhuis enige minuten later in het ziekenhuis, overleden
De CPRK beschikt dan wel over een ziekenboeg, en medisch personeel maar er zijn geen medicijnen en de gevangenen moeten in staat zijn medicijnen te kopen. De gevangenen die opgenomen moeten worden, worden meestal overgebracht naar het sanatorium van Makala, maar volgens sommige gevangenen wacht de leiding tot de situatie ernstig, zo niet hopeloos is alvorens tot vervoer over te gaan. De centrale gevangenis van Kindu geeft een goed beeld van de onvoldoende medische zorg. De ziekenboeg bestaat wel, maar is niet in gebruik. Geen materiaal, geen medicijnen. De verpleger komt niet meer omdat hij al geen maanden salaris ontvangt. Maandelijkse of zelfs driemaandelijkse medische controle bestaat niet. In een jaar is slechts een medische controle in maart 2005 uitgevoerd en wel voor een uitbraak van schurft, maar die is tot op de dag van vandaag nooit gevolgd door een behandeling. De ziekte woekert voort in de gevangenis. Vaak moeten ernstig zieke gevangenen dagen lang lijden alvorens naar het ziekenhuis gebracht te worden. Ook in de centrale gevangenis van Bukavu (07.04.05) was geen enkele medische controle sedert 13/12/2004 (datum van indiensttreding van de huidige directrice). Een verpleger bezoekt de gevangenis twee keer per dag, zeven dagen per week. De gevangenis beschikt over een medische post die voorzien wordt van medicijnen door het Internationale Rode Kruis. De gevangenis kent transportproblemen, maar in geval van ziekenhuisopname wordt deze binnen redelijke tijd uitgevoerd. uitgaat. 2) De arts moet een rapport opstellen voor de directeur als hij vindt dat de fysieke of mentale gezondheid van een gedetineerde lijdt onder nog langer durende detentie of welke detentie-omstandigheid dan ook. 29
Artikel 56 PR: De dokter zal elke dag de ronde doen bij de zieken in de gevangenis, het huis van bewaren of het strafkamp als de omstandigheden van de medische zorg dat mogelijk maken. Iedere morgen noteert de bewaker de gevangenen die zich ziek melden in het schrift voor doktervisite. . De zieken worden naar de plek voor medisch consult gebracht op de door de arts vastgestelde tijd. De gedetineerden die zich ziek hebben gemeld en niet als zodanig door de arts worden erkend, kunnen disciplinair gestraft worden. 30
Art. 60 PR : Als de arts van mening is dat wegens de ernst of de aard van de ziekte het onmogelijk is de gedetineerde in de gevangenis, het huis van bewaring of het detentiekamp te houden, dan moet deze vervoerd worden naar de dichtstbijzijnde medische instelling. In de medische instelling of het ziekenhuis wordt de gedetineerde geplaatst in een gescheiden kamer; zijn bewaking wordt verzekerd door de lokale politie.
In de Militaire gevangenis van Mbandaka zouden de gevangenen twee keer per week bezoek moeten krijgen van een verpleger. De gevangenen verklaarden dat die bezoeken sporadisch zijn. Er zijn geen medicijnen. De ernstig zieke gevangenen worden overgebracht naar het militaire hospitaal. Tijdens ons bezoek waren vier gedetineerden opgenomen in het militaire ziekenhuis van kamp Ngashi. In de Centrale gevangenis van Mbandaka treffen we een gevangenisverpleger aan, aangesteld door de provinciale gezondheidsdivisie. Deze verpleger beschikt echter niet over enig medisch materiaal noch over een tafel of een stoel om op te zitten. De medicijnen worden geleverd door de FNUAP aan de Procureur van de Republiek, die ze opslaat in zijn kantoor en ze naar behoefte uitdeelt. Nochtans zijn deze medicijnen onvoldoende. De gevangenen van de Centrale gevangenis van Goma (Munzenze), krijgen bezoek van een verpleger, toegewezen door de provinciale Gezonheidsinspectie, en wordt voorzien van medicijnen door het internationale Comité van het Rode Kruis. Hij is echter niet in staat om het hoofd te bieden aan de veelvuldige problematische toestanden in de gezondheidszorg , ernstige ondervoeding, en ernstige ziektes als diarree, want hij ontvangt alleen medicijnen voor eerste hulp. Volgens de verpleger diende hij op de gemiddeld 237 gedetineerden, alleen al in de maand april 2005, 170 gevangenen te onderzoeken en verzorgen. De ernstigste gevallen die worden gevolgd betreffen de volgende aandoeningen: diarree (50 gevangenen), buiktyfus en malaria (70 gevallen), amoebiasis (12 gevallen), liesbreuken (7 gevallen), SOA(5 gevallen), gesloten breuken (1 geval), gastritis (10 gevallen) en schurft (15 gevallen). Volgens de behandelende verpleger is het moeilijk al deze ziektes te behandelen zonder verbetering van de voedingscondities van deze gevangenen in het algemeen, want iedereen in deze gevangenis is het slachtoffer van ernstige ondervoeding.
gedetineerden met huidaandoeningen
Hier moet aan toegevoegd worden dat deze ziektegevallen versterkt worden door de zeer kritieke hygiënische omstandigheden die hier geconstateerd zijn. De gevangenen gebruiken hun emmers niet alleen om zich te wassen maar ook als toilet. Daarbij komt niet alleen dat zij ’s nachts slapen op een stenen vloer, maar daarbij slechts beschikken over één deken voor tot wel vijf personen, hetgeen het risico van besmetting van verschillende ziektes ernstig kan vergroten. De gevangenen van de Gevangenis van Isangi krijgen geen dokter of verpleger. De bewaker stelt dat hij in geval van ziekte van gevangenen en als deze de kosten voor de kliniek kunnen betalen, hen zal wegbrengen om verzorgd te worden. De gedetineerden van de Centrale gevangenis van Kisangani krijgen geen. dokter of verpleger. Volgens de directeur van de gevangenis is er een arts toegewezen, maar die wacht nog op zijn aanstelling. De ziekenboeg wordt gerenoveerd door een spoedproject van de MONUC, uitgevoerd door de NGO AIDPH (Internationale Organisatie voor de verdediging van de rechten van
gevangenen). De gevangenis ontvangt eens in de drie maanden een medisch pakket, gift van de delegatie van het internationale Rode Kruis ( CICR.)
De verpleger in stohut die dienst doet als hospitaal van de gevangenis van Mwene Ditu
De gevangenis van Buta heeft geen ziekenboeg en de gedetineerden krijgen geen dokter of verpleger te spreken.Als de gedetineerden ziek zijn, rapporteert de directeur dat aan de officier van justitie die al dan niet een bezoek aan de dokter toestaat. Maar om verzorgd te worden moet de gedetineerde beschikken over voldoende middelen om de arts en de medicijnen te bekostigen. In Lubumbashi is de medische post van de gevangenis van Kassapa altijd open maar er is bijna geen enkel medicijn te krijgen. Alleen op zondag worden de zieken verzorgd, door de Mercedairzusters, die bijhun vertrek hun medicijnen meenemen. Als er in de loop van de week een ziektegeval is, moet betrokkene zijn eigen medicijnen kopen en wordt hij verzorgd door een medegevangene die als verpleger optreedt. De medische situatie in de gevangenis van van Kamina is zorgwekkend. Er doen zich ziektegevallen voor van malaria, tuberculose, bloedarmoede, aambeien, ongedierte, blindedarmontsteking, bronchitis en ondervoeding. Er is een permanent een verpleger aanwezig (behalve op zondag) die ongeveer 110 consulten per maand uitvoert en eens per maand bezoekt een arts de gevangenis. De CICR verstrekt eens per drie drie maanden medicijnen .
Het informeren van de gedetineerden over hun rechten De gedetineerden worden over het algemeen niet op de hoogte gebracht van hun rechten en plichten zoals beschreven in Verordening no. 344 betreffende de Penitentiaire regelgeving en de voorwaardelijke invrijheidstelling, noch van het interne reglement 31(opgesteld door de bewaker, hetgeen de deur opent naar willekeur) dat opgehangen dient te worden in de gevangenis. Dat ontneemt de gevangenen de mogelijkheid om te vragen hun rechten te respecteren en om toepassing van de procedure tot voorwaardelijke invrijheidstelling 32 waarvoor een groot aantal veroordeelden toch wel in aanmerking komt (hetgeen trouwens tot een sterke vermindering van de penitentiaire overbevolking zou leiden). Discipline en bestraffing Sancties die feitelijk erg vaak verkeren in onmenselijke, wrede en onterende behandelingen worden in alle gevangenissen toegepast , maar in verschillende gradaties. De bewakers van de gevangenis van Isangi bijvoorbeeld gebruiken de zweep in geval van ongheoorzaamheid of van vluchtpoging. De zweep is een stuk elektriciteitskabel of een stuk tuinslang.
“Zwepen” die gebruikt worden in de gevangenis van Isangi
In de gevangenis van Kasapa verkeren verscheidene gevangenen voor straf twee weken in isolement in donkere en ongezonde cellen , maar anderen verblijven er voor langere duur en soms gedurende hun hele straftijd. Sommige gevangenisbewakers rechtvaardigen deze praktijken op grond van het Penitentiaire reglement 33, dat hier in tegenspraak is met het Geheel van minimumregels 34. De huidige wetgeving dateert namelijk van 1965. In de artikelen 78 en 79 wordt gesproken over lichamelijke straffen, met name opsluiting in cachot en handboeien, hetgeen een open deur is naar allerlei misbruiken. Bovendien leidt de macht die aan iedere bewaker toegekend wordt ter uitvoering van 31
Art. 46 PR Art. 91 tot 103 PR 33 Art. 78 PR. Disciplinaire straffen die in gevangenissen en detentiekampen gegeven kunnen worden zijn: 1- onthouding van bezoek tot maximaal twee maanden, uitgezonderd het recht om te met zijn raadsman te spreken; 2- onthouding van correspondentie tot maximaal twee maanden, behalve het recht om te corresponderen met zijn raadsman of te schrijven naar de administratieve en justitiële autoriteiten. 3- Extra werkzaamheden of corvee van een uur per dag voor maximaal twee weken; 4- handboeien gedurende maximaal een week; 5- Cachot gedurende 45 dagen maximaal. 32
34
RM 27. Orde en discipline moeten strak gehandhaafd worden, maar zonder meer restricties op te leggen dan nodig zijn voor de handhaving van veiligheid en goed georganiseerd groepsleven. RM 31. Lijfstraffen, opsluiting in donkere cachotten, alsook wrede, onmenselijke of vernederende straffen, moeten ten enenmale verboden zijn als disciplinaire straf.
het interne reglement van de gevangenis waar hij de leiding heeft, tot ongelijkheid in de behandeling van de gevangenen (zie bijv. het geval van het aantal bezoekuren hieronder vermeld). Het veiligheidspersoneel wordt vaak door de bewakers betrokken bij slechte behandeling van de gedetineerden. De militairen en polities die surveilleren bij de de gedetineerden, hebben namelijk geen cursussen gevolgd in de rechten van de mens en zij zijn ervan overtuigd dat de gevangenen geen enkel recht hebben, hetgeen hen ertoe aanzet allerlei schendingen te begaan.
Gedetineerden in de boeien bij wijze van straf
De sectie Mensenrechten van de MONUC in Kinshasa heeft opgemerkt dat bij gebrek aan professionele bewakers er gevangenen zijn die disciplinaire functies bekleden (bijv: het antidrugscomité van de CPRK) hetgeen strijdig is met norm 28 van de Minimumregels betreffende de behandeling van gedetineerden, die behelst dat aan de gedetineerden geen disciplinaire bevoegdheid mag worden gegeven. Deze praktijk kan een bron van misbruik zijn zoals mishandeling die kan leiden tot de dood 35.
Contact en communicatie met de buitenwereld De internationale regels 36garanderen aan de gedetineerden het recht om niet alleen met een advocaat te communiceren, maar eveneens met de buitenwereld. Deze communicatie is belangrijk om de rechten van de gedetineerde te beschermen, maar ook om hem te verzekeren van een menselijke behandeling. Hierover bestaan nationale regels. 37 Bezoek wordt zeker wel toegestaan maar de tijd die daartoe wordt toegestaan varieert per gevangenis. In de praktijk dient iedere bezoeker geld te geven aan de militairen en wachtmeesters die bij de ingangspoort bivakkeren. Soms dient het onderhoud met de gedetineerde ook betaald te worden, wat de bezoekers uiteindelijk ontmoedigt. In de gevangenis van Mbandaka bijvoorbeeld wordt bezoek van de familie overdag toegestaan, maar vaak tegen betaling. De dienstdoende wachtmeesters vragen 50 à 200 FC. De DDH heeft de Directeur van de gevangenis hiervan op de hoogte gebracht. Andere vormen van contact en communicatie met de buitenwereld zoals correspondentie, radio, televisie, enz. zijn zeer beperkt, in bepaalde gevangenissen zelfs geheel afwezig.
35
Een gedetineerde is overleden in de CPRK in de nacht van 23 op 24 september 2004 in verdachte omstandigheden. Twee NGO’s voor mensenrechten (CODHO en ASADHO) hebben verklaard dat het overlijden zou zijn gebeurd na mishandeling, met als reden dat hij drugs in zijn bezit zou hebben gehad. Omdat de DDH/Kinshasa zich slechts kan baseren op twee bezoeken en omdat het lichaam niet is gezien noch een autopsierapport, was het niet mogelijk de beweringen van de genoemde NGO’s te bevestigen. 36
RM 37. Het moet gedetineerden toegestaan worden, dit onder het nodige toezicht, om te communiceren met hun familie en die vrienden die vertrouwd kunnen worden, zowel in de vorm van correspondentie als van bezoek. 37
Art. 74 PR. Gedetineerden mogen bezoek ontvangen op de dagen en tijden die door het huishoudelijk regelement zijn vastgelegd middels speciale toestemming van de bewaker. Behoudens verbod door de magistraat van instructie, mogen bezoeken aan gedetineerden worden toegestaan. De bewaker of een oppasser moeten aanwezig zijn bij deze bezoeken.
Contact met een advocaat is een recht en maakt deel uit van de rechterlijke garanties waarvan een verdachte gebruik moet kunnen maken, en wel om zijn verdediging voor te bereiden. In Kindu bijvoorbeeld, evenals in Mbandaka, hebben advocaten vrije toegang tot de gevangenis om contact op te nemen met hun klanten. In andere gevangenissen, vooral die in achteraf gelegen gebieden, is toegang voor een advocaat problematisch en zelfs onmogelijk. De verdachten en veroordeelden van de gevangenis van Buta hebben geen toegang tot advocaten omdat die er eenvoudigweg niet zijn in Buta.
Werk Hoewel volgens het eind van artikel 64 van de Penitentiaire regelgeving werken een plicht is voor gedetineerden in gevangenissen en gevangenkampen, wordt dat in werkelijkheid niet in praktijk gebracht of nauwelijks in slechts enkele instellingen (als men de moestuinklusjes niet meetelt die gevangenen kunnen doen om hun gewone leven te verbeteren in de enkele gevangenissen die beschikken over voldoende plaats om te groente te verbouwen (bv. Kassapa). De mogelijkheid om de gedetineerden in groepen in te zetten voor werk van algemeen belang, buiten de omheining van de gevangenis of het gevangenenkamp, zoals toegestaan door de Verordening betreffende penitentiaire regelgeving 38 wordt bijna nergens benut, terwijl er zeker geen gebrek is aan werk voor algemeen belang in een land dat bijna volledig weer moet worden opgebouwd.
Kleine kwekerij en groentetuin in de gevangenis van Kananga
In de cachot-gevangenis van Mbandaka geldt betreffende de mogelijkheid werkzaamheden buiten de gevangenis te verrichten de algemene regel dat het gevangenen niet is toegestaan naar buiten te gaan. De Garnizoens-auditeur heeft echter verklaard dat enkele veroordeelden die bijna geheel hun straf hebben uitgezeten, deze mogelijkheid wel hebben. Er is een klein landbouwperceel buiten de gevangenis dat niet genoeg produceert voor iedereen. Als een oplossing voor het gebrek aan voedsel krijgen de meeste gevangenen van de Centrale gevangenis van Mbandaka toestemming om de gevangenis te verlaten om ‘voedsel in de stad te zoeken’ en om buiten de gevangenismuren werkzaamheden te verrichten om bij te dragen aan voeding voor allen. Deze mogelijkheid om de gevangenis te verlaten vergemakkelijkt ontsnappingen dermate dat degenen die achterblijven door de plaatselijke verantwoordelijken worden aangeduid als ‘vrijwillige gevangenen’. De gevangenen van de gevangenis van Gbadolite kweken bonen en maniok, maar dieven maken er meer gebruik van dan de gevangenisbewoners… 38
Art. 64 PR Werk verrichten is een plicht voor de gedetineerden van de gevangenissen en de detentiekampen. Over werk door jongeren onder de 18 jaar in gesloten inrichtingen zijn in aparte verordeningen. Gedetineerden in huizen van bewaring kunnen alleen te werk worden gesteld als zij daar zelf om vragen. Zij zijn er wel toe verplicht de ruimtes waarin zij verkeren goed te onderhouden, als ook hun kleding en het materiaal en de voorwerpen die tot hun beschikking staan. Art. 65 PR. (…) Gedetineerden kunnen in groepen, als het tenminste mogelijk is hen doeltreffend te bewaken, tewerk gesteld worden voor algemeen belang buiten de omheining van de gevangenis of het detentiekamp.
Er is geen land- of tuinbouwproductie in de Centrale gevangenis van Goma. Een project wordt overwogen want er bestaat een mogelijkheid tot ontginning buiten de gevangenis. In Beni wordt land bewerkt op een oppervlakte van 20 bij 20 m, maar er is een gebrek aan landbouwmateriaal. In Isiro gebruikt de bevolking bepaalde gedetineerden voor publieke werken. Soms krijgen zij voedsel. In Bunia heeft de ADP, om een voedselcrisis te vermijden na beëindiging van de Europese financiering, een actie voorgesteld om een project van groenteteelt en een kuikenfokkerij op te zetten. De landbouwgrond zou moeten worden geleverd door het Districts-commissariaat. Een project ‘Hulp bij voor landbouw benodigde producten’ wordt met het oog op voedselproductie overwogen in de gevangenis van Osio. Dit in samenwerking tussen de FAO, de MONUC en de lokale autoriteiten. Het zou eruit bestaan om steun te bieden voor de noodzakelijke producten die het de gevangenen mogelijk moet maken naar eigen inzicht hun levensmiddelen te produceren. De productie zal kunnen dienen voor hun eigen voeding en voor die van de gedetineerden van de centrale gevangenis van Kisangani. Het eventuele productie-overschot zal verkocht kunnen worden teneinde de gevangenen wat inkomsten te bieden. Een soortgelijk project wordt opgezet in de CPRK van Kinshasa
Tuinderijen in de gevangenis van Osio
Lichaamsbeweging De internationale 39 en nationale 40 normen die voorschrijven dat de gedetineerden een minimum aan lichaamsbewegingen kunnen genieten, worden slechts heel weinig toegepast, met name in de gevangenissen waar de infrastructuur beperkt en vervallen is. Dat maakt dat de bewaker lopen en lichaamsbeweging in de buitenlucht kan verbieden, uit vrees voor uitbraak. Bijvoorbeeld in het cachot van de PNC van Bunia verlaten de gevangenen nooit de enge ruimte waar zij bijeen zijn en kunnen zij geen lichaamsbeweging nemen in de kleine met rasters afgezette binnenplaats van zeer geringe afmetingen. Aan sport (voetbal, volleybal, enz.) wordt over het algemeen weinig gedaan en bijna alleen in de gevangenissen waar een organisatie of een weldoener ballen schenkt
39
RM 21.1. 1) Iedere gedetineerde moet, als hij niet bezig is met werk in de buitenlucht, minstens een uur per dag kunnen besteden aan lichamelijke beweging in de buitenlucht. 2) Jonge gedetineerden en anderen wier lichamelijke conditie dat toestaat, dienen gedurende een vastgestelde tijd lichamelijke en recreatieve oefeningen te kunnen uitvoeren Daarvoor dienen terrein, installaties en uitrusting tot hun beschikking te worden gesteld. 40
Art. 53 PR. Gedetineerden die in extra beveiligde afdelingen of in cachotten zijn opgesloten hebben twee maal daags, ’s morgens en ’s middags, gedurende een half uur het recht te lopen en aan lichamelijke beweging te doen binnen de omheining van de gevangenis, het detentiekamp of het huis van bewaring. De bewaker kan dat die gedetineerden ontzeggen als hij ordeproblemen vreest.
Godsdienst Op geestelijk gebied wordt de vrijheid van godsdienstuiting over het algemeen gerespecteerd, conform aan de internationale 41 en nationale 42 regels. Gevangenen nemen inderdaad bijna overal deel aan erediensten en maken gebruik van de aanwezigheid van priesters en dominees, dit op enkele uitzonderingen na. In Buta bijvoorbeeld verbiedt de Directeur de verschillende religieuze geloofsgemeenschappen om te komen preken in de gevangenis.
Bewaking van de detentieplaatsen Teneinde de strikte naleving van desbetreffende wetten en reglementen te kunnen controleren, moeten de detentieplaatsen regelmatig kunnen worden bezocht door ervaren en gekwalificeerde personen. Verordening no. 344 van 17 september 1965 regelt alle kwesties van gevangeniscontrole door de verschillende personen (inspecteur van penitentiaire inrichtingen, gouverneur of zijn zaakgelastigde, hoofd van het administratieve en territoriale district, enz.) die de detentieplaatsen regelmatig moeten bezoeken. 43 De door de Staat aangewezen arts moet eveneens de gevangenissen eens per maand bezoeken, behalve de politiegevangenissen, die eens per trimester worden bezocht. De OMP’s van het gebied moeten aan het begin van de maand de centrale gevangenis en de districtsgevangenissen bezoeken. Zij bezoeken onderweg de politiegevangenissen. Zij moeten de opsluitingsregisters en de huisvestingsregisters controleren en zich ervan verzekeren dat geen enkele gedetineerde langer dan noodzakelijk wordt vastgehouden en wordt voorgeleid bij de bevoegde judiciaire autoriteit. Bovendien dienen ze de staat van het persoonlijke dossier van de gedetineerde te controleren. In de praktijk functioneren de meeste controles niet. De inspecties door de gouverneur of zijn afgevaardigde, door de territoriale inspecteur (driemaandelijks) zijn bijna overal meer uitzondering dan regel en worden alleen gehouden als er ernstige voorvallen als muiterij, gijzelneming of andere incidenten zijn (Kisangani, Goma, Mbuji Mayi). De inspecties door de magistraten van het Parket daarentegen worden met het oog op controle van rechtmatigheid van detentie regelmatiger uitgevoerd. In Mbandaka voeren de officiers van het Openbaar Ministerie de controles en inspecties een maal per maand uit, gewoonlijk tussen de 1e en de 5e dag van de maand. Verscheidene magistraten klagen erover dat de tijdens hun bezoek gedane aanbevelingen en de klachten van de gedetineerden nooit leiden tot acties van de autoriteiten. Dat leidt tot ontmoediging. De detentieplaatsen van Bunia krijgen frequent bezoek vanwege de sterke internationale aanwezigheid en een programma voor steun aan de rechtspraak. De territoriale inspecteur is ter plaatse en coördineert de PNC en dus het cachot. Hij zegt de detentieplaats dagelijks te bezoeken. De Districts-commissaris heeft twee afgevaardigden die de plaatsen regelmatig zouden bezoeken en er zich op de hoogste stellen van de omstandigheden, alsook de Officieren van het Openbaar Ministerie en de politiemensen van de CIVPOL van de MONUC. De inspecties zouden niet het voorrecht mogen zijn van een enkel corps of officiële organen die eens en voor altijd bevoegd verklaard zijn. De controle zou ook uitgevoerd moeten kunnen worden
41
RM 41. 1) Als een instelling een voldoende aantal gedetineerden behorend tot een zelfde religie heeft, kan een gekwalificeerde vertegenwoordiger van die religie benoemd of bevoegd verklaard worden. Als het aantal gedetineerden dat rechtvaardigt en de omstandigheden het mogelijk maken kan die afvaardiging voltijds gemaakt worden. 2) De gekwalificeerde, bevoegde en benoemde afgevaardigde, zoals bedoeld in paragraaf 1, moet in staat gesteld worden regelmatig diensten te organiseren en pastorale bezoeken af te leggen, in het bijzonder bij de gedetineerden van zijn religie. 3) Het recht om in contact te treden met een gekwalificeerde religieuze vertegenwoordiger mag aan geen enkele gedetineerde ontzegd worden. Als een gedetineerde daarentegen het bezoek van een religieuze vertegenwoordiger weigert dient zijn houding volledig gerespecteerd te worden. RM 42. Iedere gedetineerde moet zo veel mogelijk in staat gesteld worden aan zijn godsdienstige plichten te voldoen, door deelname aan diensten die in de gevangenis worden georganiseerd en door het bezit van stichtelijke en religieuze geschriften van zijn religie. 42
Art. 76 PR. Predikanten krijgen medewerking om hun ambt uit te oefenen. . In een huishoudelijk reglement worden de voorwaarden vastgelegd. , na overleg met de vertegenwoordiger(s) van de desbetreffende religieuze orde. 43
Art. 24 PR. De inspecteur die in het district belast is met toezicht op de penitentiaire instellingen, bezoekt de gevangenissen, huizen van bewaren en detentiekampen ten minste een keer per trimester. Art. 25 . De gouverneur van de provincie of zijn afgevaardigde bezoekt de gevangenissen, huizen van bewaring en detentiekampen ten minste een keer per trimester.
door personen van buiten de penitentiaire leiding, zoals de NGO’s van Mensenrechten 44, en de gedetineerde of gevangen personen zouden het recht moeten hebben om vrij en in vertrouwen te communiceren met de personen die hen bezoeken. In de praktijk laten slechts enkele Congolese NGO’s zich in met monitoren van detentieplaatsen en slechts heel weinige wordt het toegestaan om bezoeken af te leggen in goede omstandigheden. Het disfunctioneren van het judiciaire en penitentiaire systeem heeft de MONUC ertoe gebracht om in verschillende gevangenissen (Goma, Mbuji Mayi, Kananga, enz.) een vast comité op te richten. Dergelijke comités dienen als overlegorgaan tussen: de verschillende instellingen die werken in de toepassing van het strafrecht (Gerechtelijke politie, Parket, Auditoraat, Penitentiaire leiding, enz.) de diensten van de MONUC die geïnteresseerd zijn in detentie (divisie Mensenrechten, Eenheid Rechtsstaat, sectie Kinderbescherming, Humanitaire zaken, Civpol) de andere betrokkenen (NGO’s, kerken, enz.) De leden van de begeleidingscommissie zorgen voor bezoeken aan gevangenis en cachot, wijzen op disfunctioneren, ontmoeten elkaar regelmatig om het disfunctioneren betreffende de gevangenis te bestuderen en concrete maatregelen voor te stellen aan de justitiële en gevangenisautoriteiten, met de bedoeling om onder andere 45 de detentieomstandigheden te verbeteren, en te bevorderen dat de Minimumregels geëerbiedigd worden betreffende de behandeling van gedetineerden op het gebied van voeding, medische zorg, verzachting van de omstandigheden waarin mensen gedetineerd worden , enz.
44
“De NGO’s die zich richten op de problemen in gevangenissen hebben in de hele wereld langdurig ervaring opgedaan met verbetering van leefomstandigheden in detentie; zij vervullen een essentiële rol in de verificatie van de toepassing van wetten en van rechtvaardige reglementen en van de conformiteit van detentie-omstandigheden met de Minimum Regels en andere documenten behorend bij de rechten van de mens. Door gevangenissen te bezoeken, informatie te vergaren bij gedetineerden, oud-gedetineerden en surveillanten, kunnen zij een informatiedossier samenstellen dat veelzeggend is over de sfeer in een instelling, over de gewone leefomstandigheden in detentie en over de dagelijkse praktijk van de uitvoerders. Het engagement van NGO’s bij inspectie van gevangenissen kan ertoe bijdragen dat halt wordt toegeroepen aan de uitholling van de onafhankelijkheid van inspecteurs die te makkelijk onder een hoedje speelt met de instellingen tengevolge van coöptatie en administratieve routine.” Gevangenispraktijken: over goed gebruik van internationale penitentiaire regels, Penal Reform International, Parijs, augustus 1977. 45
De begeleidingscommissie heeft ook ten doel om strijd te leveren tegen illegale detentie, het hoge aantal preventieve inhechtenisnemingen en de duur daarvan.
Registers Registers, zoals die worden vereist door internationale 46 en nationale 47 regels zijn van groot belang, onder andere om controle en verificatie van wettelijkheid van detentie mogelijk te maken. In de meeste gevangenissen ontbreekt werkmateriaal. Er bestaan eigenlijk bijna geen registers. De gegevens van de gevangenis worden het vaakst genoteerd hetzij in schoolschriften, hetzij op eenvoudig papier, soms betaald door de gedetineerden zelf. De belangrijkste ‘registers’ worden niettemin op ambachtelijke wijze bijgehouden in de meeste penitentiaire instellingen. Er zijn enkele uitzonderingen: in de militaire gevangenis van Mbandaka bestaat wel een register van opsluiting, waarin van dag tot dag de situatie wordt bijgehouden, . Om het hoofd te bieden aan een gebrek aan personeel, maken de bewakers vaak gebruik van de diensten van de gedetineerden, opgeleid voor griffiewerk, secretariaat, enz.
Registers opgeslagen in de vrouwencel van de gevangenis van Mwene Ditu
46
RM 7. 1) Op iedere plek waar personen worden gevangen gehouden, moet een accuraat register bijgehouden worden dat voor iedere gedetineerde bevat: a) zijn identiteit; b) de redenen voor zijn detentie en welke bevoegde autoriteiten ertoe besloten hebben; c) dag en uur van binnenkomst en vertrek. 2) Niemand kan tot een instelling worden toegelaten zonder deugdelijk detentiebewijs, waarvan de details vooraf vastgelegd moeten zijn in het register. 47
Artikel 14 . De bewaker houdt voor de gevangenis of het detentiekamp de volgende gegevens bij: 1- het opsluitingsregister zoals voorzien in artikel 31, waarin de namen van de gedetineerden opgetekend zijn bedoeld in artikel 9; 2- een agenda dat per bladzijde dient te vermelden de datum van beëindiging van de straf, van internering of van lijfsdwang, de namen van de gedetineerden die op die datum vrijgelaten moeten worden. 3- een dossier voor iedere gedetineerde; dat dossier omvat behalve de vermeldingen betreffende de opsluiting, alle stukken die de gedetineerde betreffen en, in het voorkomende geval, de kopie van het voorstel tot voorwaardelijke invrijheidstelling en de persoonlijke kaart betreffende zijn spaargeld.
AANBEVELINGEN Aan de Congolese autoriteiten Verbeteren van de omstandigheden waarin mensen gedetineerd worden en respecteren van de Minimumregels betreffende de behandeling van gedetineerden Op gebied van voedsel: Met grote spoed de nodige maatregelen nemen teneinde de toestand van ondervoeding in de gevangenissen te verhelpen, hetgeen vooral inhoudt het adequaat toekennen en beheren van de fondsen die zijn bedoeld voor voeding van gevangenen in de penitentiaire inrichtingen; Op gang zetten van activiteiten in veeteelt, land- en tuinbouwproductie in de gevangenissen, teneinde selfsupporting te zijn op voedselgebied, met name door het instellen van duurzame projecten (gevangenisboerderijen); Werken door gedetineerden ontwikkelen, inclusief de werkzaamheden voor algemeen belang, in het bijzonder die werkzaamheden die onafhankelijkheid op voedselgebied bevorderen; Bezoeken van familieleden te vergemakkelijken die voedsel willen brengen bij hun gevangen familieleden o door communicatie tussen gevangenen en de buitenwereld en hun familie te vergemakkelijken (met name door iedere vorm van betaling van de bezoeken op te heffen) teneinde bij te dragen aan voedselbijdragen; o door opsluiting van de gevangenen in de buurt van hun herkomst of van hun familie te bevorderen; overbevolking van de gevangenissen, en dus het aantal te voeden gevangenen, te verminderen, door diverse maatregelen, zoals: o De Procureur Generaal van ieder rechts-district aanmoedigen een circulaire te doen rondgaan waarin hij de onder zijn autoriteit vallende opsporings- en rechterlijke ambtenaren opdraagt slechts tot arrestatie over te gaan voor duidelijk ernstige daden, zelfs als de opgelegde straf wettelijk kan leiden tot vrijheidsberoving, o de ambtenaren aanmoedigen tot voorwaardelijke invrijheidstelling over te gaan en de verdachte van die mogelijkheid op de hoogte te brengen, o de opsporingsambtenaren aanmoedigen om toevlucht te nemen tot boete/schikking zoals voorzien door artikel 9 van het Wetboek van Strafrecht, teneinde opsluiting te vermijden voor lichte vergrijpen en opeenhoping van rechtspraken te verminderen 48 o de rechters aansporen om alleen gevangenisstraffen uit te spreken voor ernstiger vergrijpen o de magistraten aanmoedigen over te gaan op gevangenis-vervangende straffen (alternatieve straffen), o de procedure van voorwaardelijke invrijheidstelling systematisch toe te passen, ook voor veroordeelden in de militaire rechtspraak. Op medisch gebied: De wetten eerbiedigen voor vervoer bij ziekenhuisopname Gedetineerde personen lijdend aan infectieziekten scheiden van de overige penitentiaire populatie om verspreiding van die ziektes te vermijden en hun een passende medische behandeling bieden; Zich ervan verzekeren dat de artsen alsook de verplegers van de Staat hun taken goed uitvoeren in de gevangenis; Artsen die vrijwillig gedetineerden behandelen officieel het recht geven om zieke gevangenen te onderzoeken en te behandelen; De zieke gedetineerden op voet van gelijkheid behandelen, zonder enige discriminatie op grond van van sociale klasse, reden van hun arrestatie, politieke voorkeuren, enz.; In publieke ziekenhuizen dicht bij gevangenissen, een paviljoen openen voor overgeplaatste zieke gedetineerden.
48
In een circulaire van 12/12/04 betreffende de terugdringen van het aantal gevangenen in de inrichtingen en van de sterftecijfers vestigt de Procureur Général de la Républiquede aandacht van de onderzoeksrechters die bij dergelijke transacties betrokken zijn erop dat dit niet moeten leiden tot allerlei getouwtrek om de instemming van betrokkenen te krijgen of om over wat dan ook te onderhandelen alvorens hun zaak afgedaan wordt.
Op het gebied van verzachting van de omstandigheden waarin mensen gedetineerd worden : Lichamelijke beweging, sport activeren, Gebruik van radio, tv, lectuur, enz. Activeren.
Met het oog op bescherming van vrouwen in detentie: De scheiding tussen gedetineerde mannen en vrouwen beter waarborgen, hetgeen gelijke pas moet houden met verdeling van taken tussen mannelijk en vrouwelijk penitentiair personeel, en van de detentieruimte, hetgeen inhoudt dat: o gedetineerde vrouwen door vrouwelijk personeel worden bewaakt; o ’s nachts het mannelijke personeel slechts de vrouwenafdeling binnen zou mogen gaan in geval van urgentie en vergezeld van vrouwelijk personeel; o iedere gedetineerde die zegt slachtoffer te zijn geweest van seksueel geweld door penitentiair personeel of door iemand anders, toegang zou moeten hebben tot rechtspraak en, indien nodig, onmiddellijke zorg moet krijgen. o Met het oog op effectieve toepassing van voorgaande aanbevelingen:
-
Aanstelling bevorderen van een vast comité in iedere betreffende gevangenis met het doel aanbevelingen te doen voor het in werking stellen van concrete maatregelen 49. Dergelijke comités dienen als overlegkader tussen: o de verschillende Congolese instellingen die werken in de toepassing van het strafrecht (Gerechtelijke politie, Parket, Auditoraat, Penitentiaire leiding, enz.) o de andere betrokkenen (humanitaire NGO’s, NGO Rechten van de mens, kerken, enz.) o Met het oog op herstel van het penitentiaire systeem 50: -
-
-
Het personeelsbestand uitbreiden, vooral het vrouwelijke personeel; Basisopleiding en bijscholing voor het penitentiaire personeel verzorgen en het Opleidingscentrum voor justitie-personeel weer openen dat functioneerde in KinshasaGombe en dat de opleiding bood van justitie- personeel (griffier, deurwaarder, gevangenbewaarder, toezichthouder, enz.); Bepaalde centrale en districts-gevangenissen bouwen of herstellen, na een audit van de staat van de infrastructuur en een evaluatie van de behoeften; Een militaire gevangenis in Kinshasa herinrichten en een op het platteland 51, om zodoende de overbevolking te verminderen van vele gevangenissen en gedetineerde burgers en militairen te scheiden.
i
Nvdv: een rwandees woord voor de gevangene die de hoogste rang heeft in de sociale orde binnen de gevangenis en voor de discipline moet zorgen onder de gevangenen. - Au sommet de la structure sociale interne à la prison, on trouve le kapita- général, un mot du kinyarwanda pour désigner le capitaine en chef, chargé de tous les quartiers de la prison, suivi du vice-capitaine et de quatre capitaines chargés respectivement de la nourriture, de la santé, des femmes et des mineurs. Chaque quartier dispose de son propre capitaine et, en dessous de lui, différents chefs sont chargés de la sécurité et de la discipline, des distributions de nourriture etc. Cette hiérarchie est désignée par les prisonniers eux-mêmes ou bien nommés par le directeur de la prison ou le capitaine du quartier. Dans les ailes réservées aux mineurs, ces derniers 49
De leden van de begeleidingscommissie brengen bezoeken aan de gevangenissen en cachotten, wijzen op gebleken slecht functioneren binnen de gevangenissen en stellen concrete maatregelen voor aan de justitiële en gevangenisautoriteiten met als doel om onder andere de detentie-omstandigheden te verbeteren, door eerbiediging van de Minimumregel betreffende behandeling van gedetineerden te bevorderen, met betrekking tot voedsel, medische zorg, verzachting van de detentieomstandigheden, enz. Debegeleidingscommissie heeft ook als doel om te strijden tegen illegale detentie, en de aantallen en de duur terug te brengen van preventieve gevangenneming. 50
Deze aanbevelingen aan de Congolese autoriteiten hebben voor hun uitvoering de steun nodig van medestanders in ontwikkelingshulp met het oog op financiering van rehabilitatieprogramma’s als REJUSCO (Urgentie-programma voor herstel van Justitie in het oosten van Congo), alsook andere die voortvloeien uit het werk van de Gemengde begeleidingscommissie kaderprogramma Justitie. 51 Momenteel lopen er onderzoeken door het Ministerie van Defensie, MONUC en andere partners om te zien welke plaatsen het best weer opgeknapt kunnen worden voor gebruik.
reproduisent la même structure et ceux qui ont un pouvoir arborent des casquettes de base-ball ou des bérets à insignes qui affichent leur autorité et leur rang. Les capitaines peuvent aussi être reconnus aux bâtons qu'ils empoignent. Lors d'une visite de l'aile des mineurs de la prison centrale de Gikondo, les chercheurs de Human Rights Watch ont pu voir des jeunes membres de la sécurité déambuler avec de longues triques, frappant les garçons pour leur ordonner de se ranger.213 ii Dit dient gelezen te worden als 2004 , MR