Projectrapportage
Inspectieproject Zwembaden A730
Arbeidsinspectie 2006
Colofon: ___________________________________________________________________________ Arbeidsinspectie, Den Haag augustus 2006 Projectnummer
A730
Status projectrapportage
Concept
Inspectieonderwerpen
Agressie en Geweld Chemische veiligheid
AI-bedrijfstakdirectie
Publieke Dienstverlening
Manager Strategie
ir. T.J.B. van der Hoeven
Landelijk projectleider
drs. S.H.A.M. Segboer
Correspondentieadres
Arbeidsinspectie Kantoor Utrecht T.a.v. mevrouw S.C. Baptist Oudenoord 6 3513 ER Utrecht
Projectrapportage Inspectieproject Zwembaden A730
2 van 22
Inhoudsopgave Pagina Voorwoord Samenvatting
4 5
1.
Aanleiding en doelstelling inspectieproject 1.1. Aanleiding 1.2. Projectdoelstelling
6 6 7
2.
Omvang en opzet van het project 2.1. Werkterrein 2.2. Looptijden en aantallen bezoeken 2.3. Opzet van het project 2.4. Inspectieonderwerpen 2.4.1. Agressie en geweld 2.4.2. Chemische veiligheid 2.5. Monitor 2.6. Arboconvenanten
8 8 8 8 9 9 9 11 11
3.
Projectresultaten 3.1. Generaliseerbaarheid van de resultaten 3.2. Totaaloverzicht 3.3. Resultaten per inspectieonderwerp 3.3.1. Agressie en geweld 3.3.2. Resultaten Chemische veiligheid 3.3.3. Overige onderwerpen 3.4. Resultaten monitor 3.4.1. Indeling zwembaden 3.4.2. Voorlichting desinfectie van het zwembadwater
12 12 12 13 13 16 18 18 18 19
4.
Conclusies en aanbevelingen 4.1. Conclusies 4.2. Aanbevelingen
20 20 21
Bijlage 1
Projectrapportage Inspectieproject Zwembaden A730
22
3 van 22
Voorwoord De Arbeidsinspectie heeft in de periode mei 2005 tot en met maart 2006 landelijk bij zwembaden geïnspecteerd op de onderwerpen chemische veiligheid en agressie&geweld. De resultaten van dit project zijn representatief voor de gemeentelijke en privaatrechtelijk geëxploiteerde zwembaden in Nederland. Bij meer dan 4 op de 5 zwembaden was sprake van overtredingen. Bij 44% van de zwembaden lag het gemiddelde aantal overtredingen zelfs op 3 of meer. Vooral het aantal geconstateerde overtredingen ten aanzien van het onderwerp chemische veiligheid was hoog. Het ging hier om overtredingen met betrekking tot het nemen van voorzorgsmaatregelen bij eventuele calamiteiten en vergissingen bij onderhoud en reparatie van de desinfecteerinstallatie. Sinds het vorige inspectieproject van de Arbeidsinspectie in 1998 lijkt de situatie met betrekking tot chemische veiligheid niet of nauwelijks verbeterd . Ten aanzien van de beleidsvoering rondom agressie en geweld bij zwembaden bleek het aantal geconstateerde overtredingen relatief gering. Dit lijkt wel een verbetering van de situatie sinds het vorige inspectieproject van de Arbeidsinspectie. De resultaten van het project geven voldoende aanleiding om tot goed overleg te komen met brancheorganisaties vooral de aanpak van chemische veiligheid op de agenda te houden. De Arbeidsinspectie zal in ieder geval de komende jaren de vinger aan de pols houden. Den Haag, augustus 2006, De algemeen directeur van de Arbeidsinspectie Dr. J.J.M. Uijlenbroek.
Projectrapportage Inspectieproject Zwembaden A730
4 van 22
Samenvatting Het doel van het inspectieproject was naleving van de Arbowet te bevorderen door handhaving op de onderwerpen beleidsvoering gericht op het beschermen van werknemers tegen agressie en geweld en veiligheidsvoorzieningen om ongewilde gebeurtenissen tijdens het werken met of in aanwezigheid van gevaarlijke stoffen (o.a. chemicaliën) te vermijden. In totaal zijn gedurende de periode mei 2005 tot en met maart 2006 landelijk 355 zwembaden geïnspecteerd (dit is 45% van het totale bestand). Dit aantal is zodanig dat deze representatief is voor het totale aantal gemeentelijke en privaatrechtelijk geëxploiteerde zwembaden in Nederland. De kleinere baden zoals die voorkomen in sauna’s, hotels en ziekenhuizen zijn niet in dit inspectieproject meegenomen. De resultaten van de inspecties kunnen als volgt worden samengevat: - Bij ruim 4 op de 5 bezochte zwembaden (81%) zijn in totaal 852 overtredingen aangetroffen. - Ten aanzien van het inspectieonderwerp agressie en geweld bleek 54% van alle geïnterviewde werknemers in zwembaden geconfronteerd te worden met agressie en geweld. Ongeveer 11% van de werknemers gaf aan in ernstige mate blootgesteld te worden aan agressie en geweld. - De meeste zwembaden (82%) bleken voldoende beleid te voeren ten aanzien van agressie en geweld. In totaal zijn bij 18% van de geïnspecteerde zwembaden, 113 overtredingen geconstateerd ten aanzien van het onderwerp agressie en geweld. “Voorlichting en onderricht”, “registratie van incidenten” en de “opvang en nazorg” ontbraken het meest in de beleidsvoering rondom agressie en geweld. - In totaal zijn bij 78% van de geïnspecteerde zwembaden 719 overtredingen geconstateerd ten aanzien van het onderwerp chemische veiligheid. - De meeste overtredingen ten aanzien van chemische veiligheid hadden betrekking op het ontbreken van een deugdelijke etikettering van opslagreservoirs en leidingen. - Ten aanzien van de voorlichting over de chemicaliën van werknemers verantwoordelijk voor de desinfectie van zwembadwater bleek dat 96% van deze werknemers voldoende kennis hadden over de verschillende aspecten van chemische veiligheid. Geconcludeerd kan worden dat het aantal overtredingen met betrekking tot chemische veiligheid hoog te noemen is. Het ging echter niet om acuut gevaarlijke situaties maar vooral om aspecten in de preventieve sfeer: het nemen van voorzorgsmaatregelen bij eventuele calamiteiten en voorkomen van vergissingen bij onderhoud en reparatie. Meer aandacht vanuit de branche is aan te bevelen, bijvoorbeeld door de aspecten van chemische veiligheid op te nemen in het certificeringsysteem van zwembaden. Ten aanzien van het arborisico agressie en geweld kan geconcludeerd worden dat de sector dit risico afgelopen jaren serieus heeft opgepakt. Van belang is dat de sector doorgaat met het benutten van de initiatieven onder andere in het kader van het Arboplusconvenant.
Projectrapportage Inspectieproject Zwembaden A730
5 van 22
1. Aanleiding en doelstelling inspectieproject 1.1
Aanleiding
In de zwembaden zijn de volgende belangrijke arbo-risico’s van werknemers te onderkennen (bron: Inspectieproject Zwembaden uitgevoerd in 19981): • Fysieke belasting • Agressie en geweld • Fysische omstandigheden: Blootstelling aan fysische factoren t.w. klimaat, geluid en chemische stoffen (o.a. chloor- en broom- verbindingen uit water) • Chemische veiligheid (gebruik van gevaarlijke stoffen bij desinfectie van badwater). Van bovengenoemde arbo-risico’s zijn in het onderhavige inspectieproject zwembaden twee arbo-risico’s nader geïnspecteerd, namelijk agressie en geweld en de chemische veiligheid. De fysische omstandigheden zijn vooralsnog niet in dit inspectieproject meegenomen omdat dit onderwerp in het kader van het lopende Arboplusconvenant Recreatie nog nader werd onderzocht2. Het onderwerp Agressie en geweld was ook onderdeel van het Arboplusconvenant3 maar werd in dit inspectieproject meegenomen, mede vanwege de resultaten uit het eerdere inspectieproject uit 1998 en de reeds beschikbare instrumenten agressie en geweld vanuit de branche zwembaden. Agressie en geweld Uit de gesprekken die tijdens de projectvoorbereiding met de diverse instanties zijn gevoerd was duidelijk geworden dat zwembadpersoneel regelmatig wordt geconfronteerd met onheus en agressief gedrag. Uit het protocol gedragsregels zwembaden ‘Vrolijk en veilig’4 volgt het volgende citaat: “Zwembaden krijgen steeds vaker te maken met agressieve bezoekers. Vaak gaat het om jongeren in de leeftijdscategorie van ca. 10 tot 18 jaar, zowel van autochtone als van allochtone afkomst. Diefstal, discriminatie, dronkenschap, molestatie, seksueel geweld, kortom het niet naleven van de geldende normen en regels, komen vooral bij het recreatief zwemmen vaker voor. Een relatief kleine groep bezoekers maakt het voor de andere klanten onaangenaam om het zwembad te bezoeken. Bovendien zorgt het gedrag van deze groep ervoor dat het personeel zijn heil elders zoekt. De zwembadmedewerker wil niet langer het mikpunt zijn van scheldpartijen, bedreigingen en soms zelfs mishandeling. Hoewel de verschillende managers het probleem op allerlei creatieve manieren (willen) aanpakken, heeft dit vooralsnog weinig resultaat opgeleverd. Ondanks de vaak goede samenwerking tussen de zwembaden en politie, is er nog altijd sprake van overlastgevend gedrag van jongeren. Alleen door gezamenlijke regelgeving, gedragregels en strafmaatregelen, onderschreven door alle betrokken partijen, is een effectieve bestrijding van agressie in zwembaden mogelijk.” Chemische veiligheid Bij het desinfecteren van het zwembadwater wordt veelal gebruik gemaakt van chemicaliën. In de praktijk komen met enige regelmaat incidenten voor waarbij een wolk chloor vrijkomt. In de meeste gevallen loopt dit goed af en blijven de gevolgen beperkt tot het tijdelijk 1
Inspectieproject Arbeidsinspectie, A127 Zwembaden, 1998 “Luchtkwaliteit en gezondheidsklachten bij zwembadpersoneel”, onderzoek van IRAS, Utrecht, december 2005 3 Nulmeting uitgevoerd door Research voor Beleid in het kader van Arboplusconvenant Recreatie zoals door partijen ondertekend op 9 december 2004 (www.arboconvenanten.szw.nl) 4 Vereniging Sport en Gemeenten, voorheen LC Nederlands instituut voor lokale sport en recreatie 2
Projectrapportage Inspectieproject Zwembaden A730
6 van 22
opnemen van een aantal personen in een ziekenhuis wegens ademhalingmoeilijkheden. De oorzaak van dit soort incidenten is gelegen in het feit dat de stoffen natriumhypochloriet en zwavelzuur voortijdig en in grote hoeveelheden (door een fout of storing) bij elkaar komen en er een chemische reactie volgt waarbij chloorgas vrijkomt. Daarnaast zijn er zwembaden die voor wat het desinfecteren van het zwembadwater gebruik maken van de elektrolysemethode. De risico’s liggen hier vooral op het vlak van explosieveiligheid. Bij een ernstige storing zou waterstofgas vrij kunnen komen en aangezien deze apparatuur vaak in een afgesloten ruimte staat zou dit gas zich kunnen ophopen bovenin de ruimte; waterstof is namelijk veel lichter dan lucht. Met een vonk van apparatuur in de omgeving zou dit tot een explosie kunnen leiden. De kans op een dergelijke storing is weliswaar klein, maar de gevolgen kunnen zeer ernstig zijn. 1.2
Projectdoelstelling
De doelstelling van het inspectieproject is naleving van de Arbowet bevorderen door handhaving op de onderwerpen beleidsvoering gericht op het beschermen van werknemers tegen agressie en geweld en veiligheidsvoorzieningen om ongewilde gebeurtenissen tijdens het werken met of in aanwezigheid van gevaarlijke stoffen (o.a. chemicaliën) te vermijden.
Projectrapportage Inspectieproject Zwembaden A730
7 van 22
2. Omvang en opzet van het project 2.1
Werkterrein
Gebruik is gemaakt van het adressenbestand van het Nationaal Platform Zwembaden. Dit bestaat in totaal uit 796 zwembaden waarvan zowel gemeentelijke als ook privaat geëxploiteerde zwembaden (o.a. campings, bungalows, attractieparken) deel uitmaken. De kleinere baden zoals die voorkomen in sauna’s, hotels en ziekenhuizen zijn hierin niet opgenomen. Er zijn twee brancheorganisaties; namelijk de brancheorganisatie Vereniging Sport en Gemeenten (voorheen LC, Nederlands instituut voor lokale sport en recreatie) en de Vereniging van Recreatieondernemers Nederland (RECRON) waarbij vooral de privaat geëxploiteerde zwembaden zijn aangesloten. Beide organisaties werken samen in het Nationaal Platform Zwembaden. 2.2
Looptijd en aantallen bezoeken
De looptijd van dit project was van mei 2005 tot en met maart 2006. In totaal zijn in het kader van dit project landelijk 355 zwembaden geïnspecteerd. 2.3
Opzet van het project
Alle zwembaden zijn - van tevoren - per brief uitgebreid geïnformeerd over de uitvoering van het inspectieproject. Een inspectiebezoek van de inspecteur bestond uit inspecties op de werkplekken en interviews met de werkgever en/of leidinggevende. Tevens werden interviews gehouden met de onderhoudsmedewerkers over het inspectieonderwerp chemische veiligheid alsmede met een aantal zwembadmedewerkers over het inspectieonderwerp agressie en geweld. Tijdens de inspecties is de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging, indien aanwezig, in de gelegenheid gesteld om de inspecteur van de Arbeidsinspectie, tijdens het bedrijfsbezoek te vergezellen. 2.4
Inspectieonderwerpen
Bij dit project zijn de volgende inspectieonderwerpen meegenomen. 2.4.1 Agressie en geweld Ten aanzien van agressie en geweld worden de volgende begrippen onderscheiden: Agressief gedrag Onder agressief gedrag wordt verstaan het willen toebrengen van psychisch letsel door: verbaal onheus gedrag zoals vloeken en uitschelden, bedreigingen tegen personen, de familie van de persoon of ten aanzien van goederen (vandalisme). Agressief gedrag kan zeer ernstige psychologische gevolgen hebben, veel ernstiger dan veelal wordt verondersteld. De gevolgen worden versterkt door de frequentie en de intensiteit van de blootstelling aan agressief gedrag. Van belang is dat er beleid wordt gevoerd gericht op het voorkomen en beheersen van agressief gedrag en het bieden van nazorg.
Projectrapportage Inspectieproject Zwembaden A730
8 van 22
Geweld Onder geweld wordt verstaan het willen toebrengen van lichamelijk letsel door: - Duwen en trekken aan de kleren. - Slaan en of slaande bewegingen. - Het gebruik van ‘de vuisten’. - Het gebruik van wapens. De inspectie van het inspectiepunt Agressie en geweld gebeurde aan de hand van vragenlijsten die aan enkele zwembadmedewerkers per geïnspecteerd zwembad werden voorgelegd. De inspecteur liep samen met de werknemer de vragenlijst door. Tijdens de inspectie werden ook de interne documenten bestudeerd zoals protocollen en voorlichtingsmateriaal. De verzamelde data werden geanalyseerd en getoetst aan de interne instructie agressie en geweld en de door de branche ontwikkelde instrumenten, namelijk: a. Protocol gedragsregels voor zwembaden voor beleidsvoering rondom agressie en geweld: Vrolijk en veilig (instrument van de Vereniging Sport en Gemeenten (voorheen LC). b. Actieplan geweld(dad)ig ondernemen (instrument van de RECRON). Indien het niveau van de maatregelen niet aansloot bij de blootstelling aan agressie en geweld werd een eis gesteld waarin werd aangegeven welke beleidselementen niet of onvoldoende waren opgepakt. Een werkgever voert een voldoende beleid met betrekking tot agressie en geweld indien: 1. de incidenten deugdelijk worden geregistreerd, 2. jaarlijks een analyse wordt uitgevoerd van de incidenten op basis van de registratie, 3. de werknemers doelmatig zijn voorgelicht over de risico’s van agressie en geweld, 4. de werknemers doelmatig zijn onderricht hoe om te gaan met agressie en geweld, 5. er huisregels zijn opgesteld voor bezoekers, 6. de huisregels adequaat worden gehandhaafd, de politie wordt ingeschakeld bij geconstateerde strafbare feiten, 7. agressie en geweld tijdens het werkoverleg aan de orde wordt gesteld, 8. er opvang en nazorg is georganiseerd. 2.4.2 Chemische veiligheid Zwembaden gebruiken verschillende methoden om het zwembadwater te desinfecteren. In de praktijk komen grofweg drie methodes voor: 1. Chloor wordt geproduceerd m.b.v. de chemicaliën natriumhypochloriet en zwavelzuur. In sommige gevallen wordt in plaats van zwavelzuur ook nog gebruik gemaakt van zoutzuur of soms ook nog wel van koolzuurgas. 2. Chloor wordt geproduceerd m.b.v. elektrolyse van keukenzout waarbij chloor en waterstof vrijkomen waarna een klein hoeveelheid als buffervoorraad wordt bewaard als natriumhypochloriet (chloor met natronloog). 3. Desinfectie d.m.v. ozon dat ter plaatse wordt geproduceerd met een ozongenerator; d.m.v. UV-licht wordt zuurstof uit de lucht omgezet in ozon.
Projectrapportage Inspectieproject Zwembaden A730
9 van 22
Foto: Delen van een doseerinstallatie van zwembadchemicaliën Tijdens dit project is vooral aandacht besteed aan de volgende inspectiepunten: - Etikettering Opslagreservoirs en leidingen (op strategische plaatsen) dienen voorzien te zijn van de naam van de stof met het bijbehorende gevaarssymbool zodat zich in geval van een calamiteit (ook voor externen zoals brandweer) onmiddellijk bekend is om welke stof het handelt; ook bij onderhoud en reparatie (zoals schoonmaak) kan men zich dan niet vergissen en adequate voorzorgsmaatregelen nemen. - Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) De aanwezigheid en/of gebruik van de juiste PBM’s bij het hanteren van met name natriumhypochloriet en zwavelzuur. - Werkplekinstructiekaarten
De werkgever dient werkplekinstructiekaarten (WIK’s) of chemiekaarten op de werkplek te verzorgen waarop de risico’s en de te nemen voorzorgsmaatregelen staan vermeld zoals de te dragen PBM’s - Ventilatie Op de arbeidsplaats moet voldoende niet-verontreinigde lucht aanwezig zijn. - Noodprocedure en BHV plan Er dient een noodprocedure en BHV plan aanwezig te zijn waarbij rekening is gehouden met het feit dat er zich een incident met natriumhypochloriet en zwavelzuur kan voordoen waardoor chloor in grote hoeveelheden (gasvormig) kan vrijkomen. Ook bij de opleiding van BHV-ers dient rekening gehouden te worden met dit aspect. Naast bovengenoemde inspectiepunten is bij de zwembaden met zoutelektrolyseinstallatie gecontroleerd of er procedurele maatregelen zijn genomen m.b.t. de risico’s van een lekkage van het zeer ontvlambare gas waterstof.
Projectrapportage Inspectieproject Zwembaden A730
10 van 22
2.5
Monitor
Om inspectieresultaten beter te kunnen analyseren en om branche-informatie te genereren, werden monitorgegevens verzameld en nader geanalyseerd. Het ging om de volgende gegevens: • Gegevens over soort zwembad, de situering, het aantal werknemers, het aantal bezoekers; • Voorlichting & onderricht over chemische veiligheid van werknemers die verantwoordelijk zijn voor de desinfecteerinstallatie. Ten behoeve van dit aspect werden per geïnspecteerd zwembad, de werknemers verantwoordelijk voor de desinfecteerinstallatie geïnterviewd en werd door de inspecteur een scorekaart (schaal 0 – 10) ingevuld (zie bijlage 1). Hierop is het kennisniveau van de werknemers aangegeven, betreffende de chemicaliën waarmee werd gewerkt. 2.6 Arboconvenanten Ten tijde van dit inspectieproject liep het ‘Arboplusconvenant sector Recreatie‘ betreffende verzuim- en reïntegratiebeleid, fysische factoren en agressie en geweld. Sociale partners in het arboconvenant zijn de Vereniging van Recreatieondernemers Nederland (RECRON), CNV BedrijvenBond, FNV Horecabond en ABVAKABO FNV. De volgende producten en diensten zijn er ten aanzien van het thema agressie en geweld ontwikkeld.: • (Eendaagse) Cursus “Omgaan met agressie” voor medewerkers. • Toolkit “Ongewenst gedrag”, welke praktische handvatten biedt om agressief gedrag tegen te gaan. Van huisregels tot gesprekstechnieken, van ontzegging tot opvang na incidenten. (zie toolkit op de website www.keep-it-cool.nl). • Speciale Bulletins gericht op werknemers en postermateriaal. • Experts van het “Knooppunt Recreatie” verrichten bedrijfsbezoeken en adviseren over de ontwikkelde instrumenten, maatregelen en trainingen. Tevens fungeren zij als vraagbaak voor werkgevers en werknemers.
Projectrapportage Inspectieproject Zwembaden A730
11 van 22
3.
Projectresultaten
3.1
Generaliseerbaarheid van de resultaten
Er werd landelijk een aselecte steekproef genomen uit het adressenbestand van het Nationaal Platform Zwembaden (in totaal 796 zwembaden). De kleinere baden zoals die voorkomen in sauna’s, hotels en ziekenhuizen zijn niet in dit inspectieproject meegenomen. In totaal zijn 355 zwembaden geselecteerd en geïnspecteerd (dit is 45% van het totale bestand). De grootte en de steekproeftrekking zijn zodanig dat deze representatief is voor het totale aantal zwembaden in Nederland. 3.2
Totaaloverzicht
In het kader van dit project zijn 355 zwembaden bezocht. Bij 286 (dit is 81%) van de geïnspecteerde zwembaden zijn bij het 1e inspectiebezoek (1e fase) één of meer overtredingen geconstateerd. Bij 69 (dit is 19%) bedrijven zijn geen overtredingen geconstateerd. Er zijn bij de uitvoering van het project totaal 359 waarschuwingsbrieven, boeterapporten of eisen naar werkgevers, bij wie overtredingen waren geconstateerd, gestuurd. Dit geeft uitgesplitst het volgende beeld op: • 280 keer is er een waarschuwingsbrief met 1 of meer overtredingen naar een werkgever gestuurd; • 76 keer is een werkgever een eis met meerdere punten aan een werkgever gesteld; • 2 boeterapporten met 1 of meer overtredingen zijn aangezegd; • in 1 geval heeft een stillegging plaatsgevonden. In totaal zijn bij 286 zwembaden 852 overtredingen op diverse inspectieonderwerpen vastgesteld. Dit betekent dat per zwembad waar is gehandhaafd gemiddeld bijna 3 overtredingen zijn geconstateerd. De spreiding van het aantal overtredingen per zwembad liep van 1 tot 8 overtredingen. In figuur 1 staat vermeld het aantal bezochte zwembaden tegen het gemiddelde aantal overtredingen per bezochte zwembad.
Aantal zwembaden
Figuur 1 Zwembaden ingedeeld naar aantal overtredingen.
80 60 40 20 0 0
1
2
3
4
5
6
7
8
Aantal overtredingen
Projectrapportage Inspectieproject Zwembaden A730
12 van 22
Hieruit ontstaat het volgend beeld: • Bij 19%: 0 overtredingen. • Bij 37%: gemiddeld 1 t/m 2 overtredingen . • Bij 44%: gemiddeld meer dan 3 overtredingen. De meeste overtredingen hadden betrekking op de chemische veiligheid. Het ging totaal om 719 geconstateerde overtredingen. Dit is 84% van het totaal aantal overtredingen. Het onderwerp Agressie en geweld leverde 113 overtredingen op (13% van het totale aantal overtredingen). Overige onderwerpen leverden in totaal 20 overtredingen op. Bij de overtredingen ten aanzien chemische veiligheid en agressie en geweld, werden door de inspecteur waarschuwingen of eisen tot naleving ingezet. Bij 2 zwembaden ontbrak de Risico-inventarisatie en -evaluatie waarbij in deze gevallen door de inspecteur een boeterapport is opgemaakt. De stillegging (preventief) betrof een afkortzaag in de werkruimte van de technische dienst met een zodanig achterstallig onderhoud dat de veiligheid niet gegarandeerd was. 3.3
Resultaten per inspectieonderwerp
3.3.1 Agressie en geweld In totaal zijn bij 18% van de geïnspecteerde zwembaden, 113 overtredingen geconstateerd ten aanzien van het onderwerp agressie en geweld. In deze gevallen bleek het niveau van de maatregelen niet aan te sluiten bij de blootstelling van werknemers aan agressie en geweld. Tevens was er sprake van onvoldoende beleidsvoering over agressie en geweld. Van de in totaal 113 overtredingen kon in 55 gevallen worden volstaan met het geven van een waarschuwing en in 58 gevallen diende er een eis te worden gesteld om de concretisering van het onderwerp agressie en geweld aan te geven. Om meer inzicht te verkrijgen welke beleidsaspecten op de geïnspecteerde zwembaden ontbraken zijn de eisen en waarschuwingen m.b.t. agressie en geweld geanalyseerd. Het verschil tussen de 170 opmerkingen en de 113 overtredingen is ondermeer ontstaan doordat in sommige eisen en waarschuwingen (als document) meerdere opmerkingen (combinatie) zijn gesteld. In tabel 1 staan de resultaten hiervan vermeld. De “voorlichting en onderricht” (40%), registratie van incidenten” (18%), en de “opvang en nazorg” (19%) ontbraken het meest in de beleidsvoering rondom agressie en geweld. Tabel 1 Aantal ontbrekende beleidsaspecten agressie en geweld Beleidsaspect agressie en geweld
Voorlichting & onderricht over risico’s agressie en geweld Opvang en nazorg Registratie van incidenten Jaarlijkse analyse Huisregels voor bezoekers, adequaat handhaven en inschakeling politie bij geconstateerde strafbare feiten Agressie en geweld tijdens het werkoverleg aan de orde stellen Totaal
Projectrapportage Inspectieproject Zwembaden A730
Aantal
%
68
40%
33 30 20
19% 18% 12%
10
6%
9
5%
170
100%
13 van 22
Nadere analyse risico agressie en geweld In dit inspectieproject werden door inspecteurs interviews gehouden met werknemers over agressie en geweld aan de hand van een korte vragenlijst. De vragenlijsten waren in eerste instantie bedoeld ter ondersteuning en als onderdeel van het inspectiepunt agressie en geweld. Ten behoeve van de branche-informatie over agressie en geweld zijn de gegevens van de interviews verzameld en nader geanalyseerd. Het totaal betrof 703 werknemers, ruim de helft van deze werknemers waren zweminstructeur (n = 278) of toezichthouder (n = 115). Daarnaast werden vooral kassiers (n = 98) geïnterviewd betreffende hun ervaring met agressie en geweld. De overige werknemers hadden andere functies, zoals horecamedewerker, schoonmaker of medewerker Technische Dienst. In figuur 2 wordt de aard van de agressie en geweld weergegeven waaraan de ondervraagde werknemers in hun dagelijkse omgang met bezoekers te maken hadden. Zoals te verwachten blijken lichtere vormen van agressie en geweld vaker voor te komen dan ernstige vormen van agressie en geweld. Figuur 2 Aard van de agressie jegens werknemers in zwembaden
Agressie en geweld door bezoekers jegens werknemer Percentage 50
40
30
20
10
0 geen agressie
uitdagen
jennen en klieren
uitschelden, bedreiging en duwen, vloeken en intimidatie trekken en beledigen slaan
Aard agressie en geweld
. Op basis van bovenstaande gegevens en de gegevens over de frequentie waarmee de ondervraagde werknemers werden geconfronteerd met agressie en geweld is per werknemer een totaal risicocijfer berekend. Dit risicocijfer is het product van de aard van agressie en geweld en de frequentie van incidenten.
Projectrapportage Inspectieproject Zwembaden A730
14 van 22
Tabel 2 Risicocijfer (aard x frequentie) Aard agressie en geweld Geen agressie =0 Uitdagen =1 Jennen en klieren =2 Uitschelden en uitvloeken =4 Bedreigen en intimideren =8 Duwen, trekken en slaan = 16
Frequentie Minder dan jaarlijks geconfronteerd Jaarlijks geconfronteerd Halfjaarlijks geconfronteerd Maandelijks geconfronteerd Wekelijks geconfronteerd Dagelijks geconfronteerd
=0 = 0,5 =1 =2 =3 =6
De verdeling van werknemers naar risicocijfer wordt hieronder vermeld: - 46% van de werknemers werd niet of amper geconfronteerd met agressie en geweld (risicocijfer < 4). - 43% werd wel eens geconfronteerd met agressie en geweld (4 ≤ risicocijfer < 16). - 11% van alle ondervraagde werknemers werd structureel geconfronteerd met agressie en geweld (risicocijfer ≥ 16). Voorlichting en onderricht Iets meer dan de helft van de geïnterviewde werknemers hebben een training of een opleiding gevolgd hoe om te gaan met agressie en geweld. Er is een significant verschil tussen werknemers die wel en die geen training hebben gevolgd. Werknemers die een training hebben gevolgd rapporteren een hogere blootstelling dan werknemers die geen training hebben gevolgd. Een logische verklaring is dat werkgevers ervoor kiezen om het personeel te trainen als de blootstelling aan agressie en geweld dit noodzakelijk maakt. Het effect van een training voor de werknemer is over het algemeen langdurig. Er zijn namelijk geen significante verschillen tussen werknemers die het afgelopen jaar een training hebben gevolgd en werknemers die meer dan vier jaar geleden een training hebben gevolgd. Melden incidenten Het is van belang dat agressie – en geweldsincidenten goed worden geregistreerd omdat op grond daarvan verbeteringen kunnen worden ingevoerd. Hierbij dient voor het personeel duidelijk te zijn, wat wel en niet onder agressie- en geweldsincidenten wordt verstaan. Over de resultaten van bedoelde analyse en de daaruit voortvloeiende acties dient terugkoppeling plaats te vinden naar de melders. Nadere analyse van de interviewgegevens in dit inspectieproject toont aan dat naarmate het melden van incidenten consequent wordt doorgevoerd dit een positief effect heeft op het terugdringen van agressie en geweld. Adequate aanpak daders Het adequaat aanpakken van daders heeft een bijzonder sterk effect op het terugdringen van agressie en geweld. Bedrijven waar nooit daders worden aangepakt scoren gemiddeld een risicocijfer van 13,5. Bedrijven waar altijd de daders worden aangepakt scoren hebben een gemiddeld risicocijfer van 5,7. De bedrijven die soms en vaak daders aanpakken zitten hier tussenin. Kortom: adequaat aanpakken van daders helpt bij het terugdringen van het risico agressie en geweld. Nazorg Bijna 90% van de werknemers weet waar zij terecht kunnen voor nazorg, na incidenten met agressie en geweld. In de helft van de bedrijven is daar één persoon mee belast. In de andere helft zijn er meerdere personen waar de werknemer zijn verhaal kwijt kan.
Projectrapportage Inspectieproject Zwembaden A730
15 van 22
3.3.2 Resultaten Chemische veiligheid Zwembaden maken gebruik van een desinfecteerinstallatie voor het verzorgen van schoon en helder zwembadwater. De volgende methoden zijn bij de geïnspecteerde zwembaden aangetroffen: 1. Chemicaliënmethode waarbij natriumhypochloriet en zwavelzuur (kwam bij 85% van de zwembaden voor). 2. Zoutelektrolyse: deze relatief moderne methode is in opmars en kwam in circa 10% van de zwembaden voor. 3. In 5% van de zwembaden kwam een ozoninstallatie voor of een installatie waarbij koolzuur i.p.v. zwavelzuur werd gebruikt als zuurregelaar.
Foto: Tussenopslag van chloorbleekloog bij een zoutelektrolyse-installatie In totaal zijn bij 78% van de geïnspecteerde zwembaden 719 overtredingen geconstateerd ten aanzien van het onderwerp chemische veiligheid. Van de in totaal 719 overtredingen kon in de meeste gevallen (97%) worden volstaan met het geven van een waarschuwing en in de overige gevallen (3%) werd een eis gesteld. Nadere analyse van de onderwerpen van de geconstateerde overtredingen ten aanzien van chemische veiligheid levert het onderstaande beeld op (zie tabel 3). Tabel 3 Onderwerpen van overtredingen chemische veiligheid Onderwerpsaspect Chemische veiligheid Etikettering van opslagreservoirs en leidingen Persoonlijke beschermingsmiddelen Werkplekinstructiekaarten Noodprocedure Ventilatie Oogdouche Lekbakken Explosieveiligheid5 BHV Diversen Veiligheid ozonistallaties6 Totaal
Aantal
%
267 79 78 63 57 53 45 36 29 9 3 719
37,1% 11,0% 10,8% 8,8% 7,9% 7,4% 6,3% 5,0% 4,0% 1,3% 0,4% 100%
5
Bij alle zwembaden met een zoutelektrolyse- installatie is er gehandhaafd op het explosieveiligheidsaspect 6 Bij alle zwembaden met een ozoninstallatie is er gehandhaafd op het aspect detectie van ozon.
Projectrapportage Inspectieproject Zwembaden A730
16 van 22
- Etikettering In totaal hadden 267 overtredingen (37%) van de overtredingen chemische veiligheid betrekking op het ontbreken van een deugdelijke etikettering van opslagreservoirs en van de leidingen. - Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) 11% van de overtredingen had betrekking op de aanwezigheid en/of gebruik van de verkeerde persoonlijke beschermingsmiddelen bij het hanteren van vooral natriumhypochloriet en zwavelzuur, welke bij huidcontact brandwonden kunnen veroorzaken. -Werkplekinstructiekaarten Bij 11% van de overtredingen ontbrak er een werkplekinstructiekaart.
Foto: Delen van een doseerinstallatie van zwembadchemicaliën met een werkinstructiekaart -Ventilatie 8 % van de overtredingen betrof de ventilatie. De ventilatie bleek vooral een probleem in opslagruimtes en machinekamers, die onder het maaiveld lagen en praktisch niet op een natuurlijke manier geventileerd konden worden. Ook de opslag van natriumbicarbonaat in de directe nabijheid van zuur waardoor in geval van een lekkage koolzuur kan ontstaan werd een aantal keer aangetroffen. - Noodprocedure en BHV plan Met betrekking tot de noodprocedure werden 9% van de overtredingen geconstateerd. In deze gevallen werd geconstateerd dat het zwembad onvoldoende rekening hield met het feit dat er zich een incident met natriumhypochloriet en zwavelzuur kan voordoen waardoor chloor in grote hoeveelheden (gasvormig) kan vrijkomen. Zo waren er in deze gevallen geen afspraken gemaakt met externe hulpverleners (zoals de brandweer) om te borgen dat besmette ruimtes waarin zich mogelijk slachtoffers kunnen bevinden op een snelle en veilige manier (met onafhankelijke ademhalingsapparatuur) kunnen worden betreden. 4% van de overtredingen had betrekking op een onvolledige opleiding van BHV-ers, waarbij ook met het aspect van calamiteiten en betreding van besmette ruimtes rekening gehouden dient te worden. Projectrapportage Inspectieproject Zwembaden A730
17 van 22
3.3.3 Overige bevindingen Ten aanzien van chemische veiligheid De zoutelektrolyse-installaties die praktisch allemaal door één leverancier zijn geïnstalleerd hadden vooral problemen m.b.t. de risico’s van een lekkage van het zeer ontvlambare gas waterstof. Geen enkel zwembad was daar op voorbereid en hoewel de kans daarop klein is, kunnen de gevolgen van een explosie enorm zijn. Alle zwembaden hebben daartoe een aantal procedurele maatregelen moeten nemen om o.a. zaken dagelijks te controleren zoals de werking van de afzuigventilator. Een aantal zwembaden diende, ter voorkoming van ophoping van het waterstofgas, hun ventilatie aan te passen omdat die niet op het hoogste punt in de ruimte was aangebracht. Ten aanzien van overige onderwerpen Arbowet Bij de projectuitvoering zijn ook andere overtredingen van arbowetgeving geconstateerd. Het gaat om feiten die niet in de oorspronkelijke inspectielijst waren opgenomen en ook geen directe relatie met de inspectieonderwerpen hadden. In totaal ging het hier om 20 overtredingen. 9 overtredingen betroffen valgevaar, 9 overtredingen veilige inrichting arbeidsplaats en 2 overtredingen fysieke belasting. 3.4
Resultaten monitor
3.4.1 Indeling zwembaden In het kader van dit project zijn 355 zwembaden bezocht7. De verdeling van de zwembaden naar aantal werknemers is als volgt: • Minder dan 19 werknemers (82%) • Tussen 20 en 49 werknemers (15%) • 50 en meer werknemers (3%) De verdeling van fulltimers en parttimers was 42% en 58%. 51% van de zwembaden betrof een “overdekt zwembad”, 23% een “openlucht zwembad” en 26% een combibad (is zowel overdekt als openlucht). De situering van het zwembad was als volgt: • in stedelijk gebied en een lokale functie (24%) • in stedelijk gebied en een regionale uitstraling (18%) • op platteland met een lokale functie (21%) • op platteland met regionale uitstraling (27%) • op een attractiepark/ bungalowpark of camping (9%) • anders (1%). De verdeling van het aantal bezoekers dat het zwembad per jaar ontvangt was als volgt: • minder dan 50.000 (27%) • tussen 50.000 en 100.000 (23%) • tussen 100.000 en 200.000 (24%) • meer dan 200.000 (26%) 7
Bij 348 zwembaden is een monitor afgenomen.
Projectrapportage Inspectieproject Zwembaden A730
18 van 22
83% van de geïnspecteerde zwembaden was aangesloten bij een branchevereniging. Hiervan was 34% aangesloten bij de RECRON, 29% bij Vereniging Sport en Gemeenten (voorheen LC) en 20% bij beide brancheverenigingen. 57% van de geïnspecteerde zwembaden maakte gebruik van instrumenten Agressie en geweld die ontwikkeld waren door de brancheorganisaties RECRON en Vereniging Sport en Gemeenten. De verdeling was als volgt: • Actieplan “Gewelddadig ondernemen” (6%). • Protocol ”Vrolijk en veilig” (38%). • Beide instrumenten (5%). • Overige instrumenten (8%).
3.4.2 Voorlichting desinfectie van het zwembadwater Bij 49% van de geïnspecteerde zwembaden zorgde een technisch medewerker voor de desinfectie van het zwembadwater. In 25% van de geïnspecteerde zwembaden was de zwembadmeester verantwoordelijk. In 26% van de geïnspecteerde zwembaden was de verzorging van de desinfectie anders geregeld bijvoorbeeld doordat het uitbesteed was aan medewerker(s) van een (extern) technisch bedrijf. De aanwezige kennis van het technische personeel werd in dit project als monitoronderwerp meegenomen. Doel was om inzicht te krijgen in de kennis van technisch personeel inzake de chemicaliën waarmee gewerkt werd. Er zijn in totaal 219 technici geïnterviewd die als eerste verantwoordelijke voor de desinfecteerinstallatie waren. Tevens zijn in totaal 105 “vervangers” geïnterviewd (werknemers die de eerste verantwoordelijke verving bij diens afwezigheid). De inspecteur vulde per geïnterviewde een scorekaart in met een schaal van 0 – 10. Bij slechts 8 technici (1e verantwoordelijke) was de score minder dan 6. Dit is nog geen 4% van het totaal aantal geïnterviewde technisch personeel. Bij de vervangers was dit iets hoger namelijk 13 vervangers scoorden minder dan 6. Dit is 12% van het totaal aantal geïnterviewde “vervangers”. Uit nadere analyse van de gegevens blijkt verder dat werknemers die een specifieke cursus op het gebied van chemische veiligheid hadden gevolgd, een significant hogere score (gemiddeld score van 8) hadden vergeleken met werknemers die geen cursus hadden gevolgd (gemiddelde score 5/6).
Projectrapportage Inspectieproject Zwembaden A730
19 van 22
4.
Conclusies en aanbevelingen
4.1 Conclusies Het totale aantal overtredingen is hoog; bij ruim 4 op de 5 bezochte zwembaden (81%) zijn in totaal 852 overtredingen aangetroffen. Vooral het onderwerp chemische veiligheid leverde veel overtredingen op. Uit de nadere analyse blijkt dat veel van deze overtredingen betrekking hadden op de “etikettering van opslagreservoirs en leidingen”. Hierbij kon worden volstaan met het geven van een waarschuwing. De overige overtredingen met betrekking tot chemische veiligheid hadden betrekking op het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen, werkplekinstructiekaarten, noodprocedures, bedrijfshulpverlening en onvoldoende ventilatie. Geconcludeerd kan worden dat weliswaar het aantal geconstateerde overtredingen met betrekking tot chemische veiligheid hoog te noemen is, het hier niet ging om acuut gevaarlijke situaties maar vooral om puntjes op de ‘i’ in de preventieve sfeer: het nemen van voorzorgsmaatregelen bij eventuele calamiteiten en voorkomen van vergissingen bij onderhoud en reparatie. Ten aanzien van de voorlichting over de chemicaliën van werknemers verantwoordelijk voor de desinfectie van zwembadwater kan geconcludeerd worden dat de aanwezige kennis van het hiervoor verantwoordelijke personeel voldoende is. Immers ongeveer 24 van de 25 geïnterviewde werknemers bleek voldoende kennis hierover te hebben. Alleen de kennis over het veilig werken met gevaarlijke stoffen, van de werknemers die de eerste verantwoordelijke verving (“vervangers”) bleek bij één op de 10 onvoldoende. Uit de resultaten bleek verder dat opleiden met betrekking tot chemische veiligheid loont, immers opgeleide medewerkers scoren hoger en vaker voldoende dan niet opgeleide medewerkers. Ten aanzien van het inspectieonderwerp agressie en geweld bleek meer dan de helft van alle geïnterviewde werknemers in zwembaden geconfronteerd te worden met agressie en geweld. Ongeveer één op de 10 ondervraagde werknemers gaf aan in ernstige mate blootgesteld te worden aan agressie en geweld. Het ging daarbij niet alleen om ernstige incidentele gevallen maar ook om allerlei andere vormen van agressie en geweld die een structureel karakter hadden. Uit de inspectieresultaten blijkt verder dat de meeste zwembaden (ruim 4 op de 5) voldoende beleid voeren ten aanzien van agressie en geweld. Bij iets minder dan 1 op de 5 zwembaden zijn overtredingen geconstateerd. In deze gevallen ontbrak het vooral aan voorlichting en het proactief trainen van werknemers hoe om te gaan met agressie en geweld. Verder was het probleem van consequent melden van werknemers van incidenten en in sommige gevallen de nazorg en opvang.
Projectrapportage Inspectieproject Zwembaden A730
20 van 22
4.2 Aanbevelingen De resultaten van dit inspectieproject zullen worden doorgesproken met de relevante brancheorganisaties (werkgevers) en vakbonden (werknemers). Tevens worden de resultaten ten aanzien van chemische veiligheid overlegd met de provincies8 via het Interprovinciaal Overleg (IPO). Naast dit overleg zal de Arbeidsinspectie de “vinger aan de pols” houden en na een redelijke termijn door gerichte inspecties bezien in hoeverre daadwerkelijke verbeteringen zijn gerealiseerd. Dit geldt ook voor de andere arbo-risico’s zoals de blootstelling aan fysische factoren (klimaat, geluid en chemische stoffen) die onderdeel zijn van het Arboplusconvenant Recreatie en vooralsnog niet in het onderhavige inspectieproject zijn geïnspecteerd. Aanbevolen wordt om de inspectiepunten ten aanzien van chemische veiligheid zoals die in dit project zijn gehanteerd te integreren in het certificeringsysteem waarmee de branche op dit moment mee bezig is (keurmerk zwembaden). Hierdoor wordt er voor gezorgd dat zwembaden structureel aandacht aan de punten van de chemische veiligheid gaan besteden. Aandachtspunt is ook het gericht voorlichten en instrueren over het veilig omgaan met gevaarlijke stoffen van de zogenaamde “vervangers” (werknemers die de eerste verantwoordelijke voor de desinfectie van het zwembadwater vervangt bij diens afwezigheid). Ten aanzien van het arborisico agressie en geweld wordt aanbevolen om door te gaan met de het benutten van de initiatieven onder andere in het kader van het Arboplusconvenant.
8
Provincies zijn 1e lijns toezichthouder ten aanzien van de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden
Projectrapportage Inspectieproject Zwembaden A730
21 van 22
Bijlage 1 Scorekaart Chemicaliënkennis Voorlichting { 2. De werknemer weet geen gevaren te noemen die verbonden zijn aan de stoffen waarmee hij/zij werkt. { 3. De werknemer kan één of meer gevaren noemen van de aanwezige gevaarlijke stoffen maar niet de belangrijkste gevaren { 4. De werknemer weet dat de (ongecontroleerde vorming) van chloorgas het belangrijkste gevaar is, maar herkent gevaarlijke situaties niet (weet geen voorbeelden te noemen) { 5. De werknemer herkent gevaarlijke situaties (geeft voorbeelden), maar heeft geen kennis van normen. { 6. Werknemer herkent gevaarlijke situaties, heeft voldoende kennis van normen. { 7. De werknemer wordt voorgelicht over het gebruik van gevaarlijke stoffen, maar niet structureel + 6 { 8. De werknemer wordt structureel voorgelicht over het gebruik van gevaarlijke stoffen { 9. De werknemer beschikt over schriftelijk voorlichtingsmateriaal + 8 Onderricht { 2. De werknemer heeft geen enkele kennis hoe de gevaren moeten worden beheerst { 3. De werknemer weet niet wanneer welke maatregelen moeten worden getroffen { 4. De werknemer weet wanneer welke maatregelen nodig zijn, maar erkend nut niet (geen overtuiging, denk ook aan gebruik PBM’s) { 5. De werknemer weet wanneer welke maatregelen moeten worden getroffen maar treft ze niet (geen tijd, geen middelen, geen juiste PBM’s) { 6. De werknemer treft altijd de maatregelen voor de gevaren waaraan hij blootstaat { 7. De werknemer krijgt onderricht, maar niet structureel + 6 { 8. De wn krijgt structureel onderricht over maatregelen om gevaren te beheersen { 9. De werknemer beschikt over schriftelijk instructiemateriaal + 8
Projectrapportage Inspectieproject Zwembaden A730
22 van 22