Eindverslag inspectieproject OPS 2001 A491
Den Haag, december ‘02
Eindverslag inspectieproject A491 ‘OPS 2001’
Colofon Contactpersoon:
mw. Y.A.J. Montforts tel.nr.: 0475-356603
Titel Project nr. Uitvoeringsperiode
: : :
Eindverslag inspectieproject OPS 2001 A491 augustus t/m december 2001
Datum
:
Den Haag, december 2002
2
December 2002
Eindverslag inspectieproject A491 ‘OPS 2001’
December 2002
Inhoudsopgave SAMENVATTING EN CONCLUSIES............................................................................................................... 4 1. AANLEIDING EN DOEL VAN HET INSPECTIEPROJECT..................................................................... 6 1.1 AANLEIDING .................................................................................................................................................. 6 1.2 DOEL ............................................................................................................................................................. 7 2. OMVANG VAN HET PROJECT.................................................................................................................... 8 2.1 WERKTERREIN/BIK’S.................................................................................................................................... 8 2.2 LOOPTIJD EN AANTALLEN BEZOEKEN ............................................................................................................. 9 3. OPZET VAN HET PROJECT....................................................................................................................... 10 3.1 GLOBALE OPZET .......................................................................................................................................... 10 3.2 INSPECTIEPUNTEN ....................................................................................................................................... 10 3.3 PUBLICITEIT RONDOM HET PROJECT............................................................................................................. 11 4. RESULTATEN................................................................................................................................................ 12 4.1 TOTAAL OVERZICHT RESULTATEN ............................................................................................................... 12 4.2 RESULTATEN PER INSPECTIEPUNT ................................................................................................................ 14 4.2.1 Inspectiepunten relevant voor de totale steekproef ............................................................................ 14 4.2.3 Vervangingsregeling drukkerijen (offsetdrukken) .............................................................................. 17 4.2.4 Vervangingsregeling autoschadeherstelbedrijven.............................................................................. 19
3
Eindverslag inspectieproject A491 ‘OPS 2001’
December 2002
Samenvatting en Conclusies Gedurende de maanden augustus tot en met december 2001 is een inspectie- en monitorproject uitgevoerd gericht op het gebruik van vluchtige organische stoffen (VOS). Hierbij zijn 843 bedrijven bezocht in sectoren waarvan bekend is dat met VOS gewerkt wordt. Het doel van de bezoeken was enerzijds informatie te verzamelen over de stand van zaken rondom het gebruik van VOS en anderzijds na te gaan in hoeverre ondernemingen zich houden aan de bepalingen van de arbowetgeving. Over de resultaten van de informatieverzameling wordt afzonderlijk gerapporteerd. De inspecties richtten zich op de vraag of de geïnspecteerde bedrijven over een getoetste risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) en een Plan van Aanpak (PvA) beschikken. Voorts werd bij de bedrijven die met VOS werken nagegaan of zij aan hun werknemers informatie hebben verstrekt over de gezondheidsrisico’s van deze stoffen en de risico’s van blootstelling hebben beoordeeld door meting volgens een gangbare methode dan wel op basis van een betrouwbare schatting. Bij een 70-tal offsetdrukkerijen en 65 autoschadeherstelbedrijven is voorts gecontroleerd of werd voldaan aan de bepalingen van de regeling die daar geldt voor de vervanging van VOS in drukinkten, schoonmaakmiddelen en autolakken. Bij geconstateerde overtredingen werd de betrokken werkgever opgedragen deze op te heffen Van de 843 geïnspecteerde bedrijven blijkt ongeveer de helft (419) de arboregels op één of meer onderdelen te overtreden. In totaal werden 636 overtredingen door de inspecteurs vastgesteld. De meeste daarvan hadden betrekking op tekortkomingen van de RI&E (164) of het Plan van Aanpak (122). Ca. 45% van de overtredingen had derhalve op deze twee onderwerpen betrekking. Afgezet tegen het aantal van 843 geïnspecteerde bedrijven, kan worden gesteld dat 1 op de 3 bezochte bedrijven nog niet beschikt over een (volwaardig) arbozorgsysteem. Van de 574 bedrijven waar de inspecteur had vastgesteld dat met VOS werd gewerkt, hadden er 70 geen of onvoldoende voorlichting en instructie aan hun werknemers gegeven over de risico’s van het werken met vluchtige oplosmiddelen. Meer dan het dubbele aantal, te weten 151 ondernemingen, werd opgedragen om de mogelijke blootstelling aan VOS op de wettelijk voorgeschreven wijze te beoordelen. Daarbij gaat het dus om een kwart van de bedrijven dat aangaf met VOS te werken. In verband met een toezegging aan de Tweede Kamer dat gecontroleerd zou worden op de vervangingsregeling VOS, is bij 70 offsetdrukkerijen en 65 autoschadeherstelbedrijven gecontroleerd of aan de bepalingen van de vervangingsregeling werd voldaan. In de vervangingsregeling gelden t.a.v. drukwerkzaamheden met een offsetpers maxima voor het percentage isopropylalcohol (IPA) of andere mono-alcoholen.
4
Eindverslag inspectieproject A491 ‘OPS 2001’
December 2002
De vervangingsregeling stelt tevens grenzen aan het vlampunt van schoonmaakmiddelen en, afhankelijk van de dampspanning, aan de hoeveelheid gehalogeneerde koolwaterstoffen in het schoonmaakmiddel (0,1 volumeprocent). Voor de autoschadeherstelbedrijven gaat het om de hoeveelheid VOS in produkten als primers, sealers, coatings en lakken. In totaal zijn t.a.v. de inspectiepunten van de vervangingsregeling twaalf overtredingen vastgesteld. Samenvattend zijn de navolgende overtredingen vastgesteld Tabel 1: resultaten van de inspecties totaal aantal wv. werken met bedrijven VOS (N=574) (N=843) geen (volledige) RI&E geen (volwaardig) PvA arbodienst niet of onvoldoende betrokken tekort schieten voorlichting/instructie mogelijke blootstelling niet (goed) gemeten overtredingen vervangingsregeling
164 122 37
99 88 33
waaronder offset drukkerijen (N=70) 17 20 3
70
7
6
151
12
15
9
3
waaronder autoschadeherstelbedr. (N=65) 10 6 7
Naar aanleiding van de tijdens de inspecties geconstateerde overtredingen zijn handhavingsinstrumenten ingezet. Het betrof 544 waarschuwingen, waarvan er 2 betrekking hadden op overtredingen ten aanzien van arbeidstijden en 542 op arbeidsomstandigheden. Tevens werden er 91 boeterapporten opgemaakt. Wegens direct ernstig gevaar voor personen werd in één situatie het werk stilgelegd. De inspecteurs zullen na afloop van de relevante termijnen controleren of de gesignaleerde overtredingen zijn opgeheven.
5
Eindverslag inspectieproject A491 ‘OPS 2001’
December 2002
1. Aanleiding en doel van het inspectieproject 1.1 Aanleiding Met ingang van 1 oktober 2000 is de regeling tot wijziging van de Arbeidsomstandighedenregeling betreffende werkzaamheden met vluchtige organische stoffen grotendeels in werking getreden (Staatscourant 2000, 174). De regeling heeft met name betrekking op de grafische industrie en autoschadeherstelbedrijven. Middels deze regeling worden bedrijven in deze branches verplicht om, voor in de regeling nader omschreven werkzaamheden, vluchtige organische stoffen of producten met een hoog gehalte aan deze stoffen te vervangen door onschadelijke of minder schadelijke stoffen of door producten die geen of veel minder vluchtige organische stoffen bevatten. De blootstelling van werknemers aan vluchtige organische stoffen wordt hierdoor verminderd. Aan de Tweede Kamer is in 1999 toegezegd dat er na afloop van het jaar 2000 inspectieprojecten gericht op de naleving van bovengenoemde regeling worden uitgevoerd in de grafische industrie en autoschadeherstelbedrijven. De inspecties in bovengenoemd kader werden gecombineerd met het verzamelen van informatie ten behoeve van de OPS monitor. Dit is een onderzoek naar het vóórkomen van vluchtige organische stoffen in een groot aantal branches. Over de resultaten van deze monitor vindt afzonderlijk rapportage plaats. Dit is het eerste inspectieproject van de Arbeidsinspectie gericht op de naleving van de vervangingsregeling van vluchtige organische stoffen in (offset)drukkerijen en autoschadeherstelbedrijven.
6
Eindverslag inspectieproject A491 ‘OPS 2001’
December 2002
1.2 Doel De doelstelling van het inspectieproject was vast te stellen of: • alle bezochte bedrijven beschikken over een getoetste risicoinventarisatie en -evaluatie (RI&E) en plan van aanpak. Dit is een verplichting gebaseerd op artikel 5 van de Arbeidsomstandighedenwet 1998; • alle bedrijven die met vluchtige organische stoffen werken, aan hun werknemers informatie hebben verstrekt over de gezondheidsrisico’s van deze stoffen en de blootstelling hebben beoordeeld conform artikel 4.2, afdeling 1, hoofdstuk 4 van het Arbeidsomstandighedenbesluit; • drukkerijen en autoschadeherstelbedrijven werk maken van het vervangen van vluchtige organische stoffen door minder schadelijke stoffen of door producten die geen of veel minder vluchtige organische stoffen bevatten, zoals bedoeld in artikel 4.62b, afdeling 6A, hoofdstuk 4 van het Arbeidsomstandighedenbesluit; nader uitgewerkt in artikel 4.32b ‘offsetdrukken’ en 4.32f ‘herstellen van autoschade’ van de Arbeidsomstandighedenregeling. Bij geconstateerde overtredingen werd de werkgever opgedragen deze binnen een termijn van 3 maanden op te heffen. In geval niet was voldaan aan de RI&E-verplichting, werd tevens een boete aangezegd.
7
Eindverslag inspectieproject A491 ‘OPS 2001’
December 2002
2. Omvang van het project 2.1 Werkterrein/BIK’s RI&E, PvA, informatieverstrekking en blootstellingsbeoordeling In tabel 2 wordt een overzicht gegeven van alle bedrijfstakken die in het kader van dit project zijn bezocht. Tabel 2:
Het aantal bezochte bedrijven naar sector en grootteklasse Kleinbedrijf Middenbedrijf Grootbedrijf Totaal (1 tot 10 wns) (10 tot 100 wns) (100 en meer wns)
Textiel Leer Hout Grafisch Chemie Rubber Metaal Bouw Schilders Reparatie en handel auto Laboratoria Scheepsschoonmaak Wasserijen Overig Totaal
algemeen vervang. reg.
algemeen vervang. reg.
32 15 18 7 19 2 12 56 26 23 5 27 16 2 7 4 271
46 22 42 14 48 12 25 67 31 42 8 38 31 6 26 4 462
2 1 12 4 3 9 8 49 14 1 5 2 110
80 38 72 25 70 23 45 172 71 65 14 65 52 8 35 8 843
Vervangingsregeling grafische industrie In de projectvoorbereiding is gekozen om inspectiebezoeken binnen de drukkerijen te richten op ‘offsetdrukken’. Deze keuze is gemaakt gezien de brede toepassing van offsetdrukken binnen de grafische industrie en het gegeven dat de vervangingsregeling vluchtige organische stoffen voor onderscheiden sectoren binnen de drukkerijbranche verschillend is uitgewerkt. De inspectiebezoeken hebben zich om die reden gericht op bedrijven in BIK 22221-5, 222261 en 222263. Vervangingsregeling autoschadeherstelbedrijven Voor het toezicht op de vervangingsregeling vluchtige organische stoffen in de autoschadeherstelbedrijven zijn bedrijven in BIK klasse 502041 en 502042 geselecteerd.
8
Eindverslag inspectieproject A491 ‘OPS 2001’
December 2002
2.2 Looptijd en aantallen bezoeken Het project heeft plaatsgevonden vanaf 24 juli tot en met december 2001.Zoals uit tabel 1 blijkt zijn 843 bedrijven bezocht. In 65 autoschadeherstelbedrijven en 70 offsetdrukkerijen is de naleving van de vervangingsregeling VOS geïnspecteerd.
9
Eindverslag inspectieproject A491 ‘OPS 2001’
December 2002
3. Opzet van het project 3.1 Globale opzet In alle bezochte bedrijven zijn de monitorvragen gesteld en is het hebben van een getoetste RI&E en plan van aanpak geïnspecteerd. Bij een positief antwoord op de vraag of er gewerkt wordt met vluchtige organische stoffen werd de algemene inspectie uitgebreid met de overige inspectiepunten van de projectlijst. 3.2 Inspectiepunten Het project bevatte 11 inspectiepunten. Naast deze inspectiepunten werd tevens handhavend opgetreden bij constatering van een ernstig beboetbaar feit. Dit is een overtreding die ernstig gevaar oplevert voor de veiligheid en gezondheid van werknemers. Het gaat dan bijvoorbeeld om een ontbrekende beveiliging van een machine met draaiende delen De inspectiepunten die bij alle betrokken bedrijven aan de orde kwamen, betroffen: 1. is er een schriftelijke ri&e aanwezig? 2. is er een plan van aanpak aanwezig? 3. is er een prioriteitsstelling opgenomen in het plan van aanpak, met reële termijnen? 4. maakt de werkgever volgens de wettelijke normen gebruik van gecertificeerde arbodiensten en andere deskundigen? Voor bedrijven die werken met vluchtige organische stoffen (VOS) werden aanvullend de volgende punten geïnspecteerd: 5. wordt voldoende voorlichting en onderricht gegeven aan werknemers over werkzaamheden, risico’s en maatregelen m.b.t. VOS? 6. is, bij mogelijke blootstelling aan gevaarlijke stoffen, in de RI&E de aard, mate en duur van de blootstelling beoordeeld? 7. is vastgesteld aan welke stoffen, in welke situaties en op welke wijze werknemers worden blootgesteld? 8. zijn de blootstellingsniveau’s aan stoffen op de arbeidsplaats op de juiste wijze vastgesteld? 9. is bij metingen van stoffen gebruik gemaakt van een geschikte meetmethode? Tenslotte is voor drukkerijen die werken met een offsetdrukpers en voor autoschadeherstelbedrijven nagegaan of: 10. vluchtige organische stoffen/producten zijn vervangen door onschadelijke of minder schadelijke stoffen/producten. In de offsetdrukkerijen is daarbij gekeken naar het gehalte isopropylalcohol in vochtwater (IPA), waarvoor een grens wordt aangehouden van 8%. Ook is gecontroleerd op het VOS-gehalte in middelen voor dagelijkse en niet-dagelijkse reiniging. Ten aanzien van de autoschadeherstelbedrijven ging het om de hoeveelheid VOS die wordt gebruikt bij het mengen en spuiten van autolakken.
10
Eindverslag inspectieproject A491 ‘OPS 2001’
December 2002
3.3 Publiciteit rondom het project Alle bedrijven uit de oorspronkelijke steekproef zijn over de start van dit project geïnformeerd door middel van een aankondigingsbrief. Daarnaast is op 1 augustus 2001 een persbericht uitgegaan (persbericht nr. 01.142). Het project is tevens aangekondigd in het regulier overleg van de Arbeidsinspectie met de grafische industrie en autoschadeherstelbedrijven. De BOVAG heeft een korte weergave van het project gegeven op 19 oktober 2001 in ‘BOVAG nieuws’ (nr. 18). Hierbij is de Arbeidsinspectie niet betrokken geweest. In september heeft een journalist van het blad ‘Graficus’, een weekblad voor de grafische en communicatie-industrie, een inspecteur vergezeld bij een inspectie van een drukkerij. Het artikel is op 18 oktober 2001 geplaatst in ‘Graficus’ (nr. 42, jaargang 83). Daarnaast is gedurende de uitvoeringsperiode van het project is contact geweest met de FMECWM naar aanleiding van vragen van leden van deze brancheorganisatie. Na afloop van het project zijn de resultaten teruggekoppeld met de grafische industrie en autoschadeherstelbedrijven via de bestaande contacten.
11
Eindverslag inspectieproject A491 ‘OPS 2001’
December 2002
4. Resultaten 4.1 Totaal overzicht resultaten In totaal zijn er 843 inspecties uitgevoerd. Hiervan vonden 574 bezoeken plaats in een bedrijf dat werkt met vluchtige organische stoffen. De vervangingsregeling is geïnspecteerd in 70 offsetdrukkerijen en in 65 autoschadeherstelbedrijven. Tabel 3:
Overzicht aantal ‘in orde’ en ‘niet in orde’ bezoeken in orde
Totale steekproef waarvan: Bedrijven die niet met VOS werken waarvan: Bedrijven die met VOS werken waaronder: Offsetdrukkerijen (BIK 22221-5, 222261 en 222263) waaronder: Autoschadeherstelbedrijven (BIK 502041 en 502042)
Grafiek 1
niet in orde 419 111 308 49 29
424 158 266 21 36
totaal 843 269 574 70 65
Overzicht aantal 'in orde' en 'niet in orde' bezoeken 65
waaronder Autoschadeherstelbedrijve
29 36 70 49 21
waaronder offsetdrukkerijen
totaal 574
wv: Bedrijven die met VOS werken
niet in orde
308 266
in orde
269
wv. Bedrijven die niet met VOS werken
111 158 843
Totale steekproef
419 424 0
100
200
300
400
500
600
700
800
900
Uit grafiek 1 blijkt dat in ca. de helft van de bezochte bedrijven geen overtredingen zijn aangetroffen. In de andere helft van de bezochte bedrijven werden één of meerdere overtredingen geconstateerd. In totaal zijn 636 overtredingen geconstateerd in 419 bedrijven. Van deze overtredingen hadden er 565 betrekking op inspectiepunten uit de projectlijst of behoorden tot de categorie ernstig beboetbare feiten. In tabel 4 en grafiek 2 wordt een overzicht gegeven van de vijf meest voorkomende overtredingen. De top 5 blijkt betrekking te hebben op 75 % van het totaal aantal geconstateerde overtredingen.
12
Eindverslag inspectieproject A491 ‘OPS 2001’
December 2002
Tabel 4: Top 5 van meest voorkomende overtredingen Omschrijving aantal 1 RI&E afwezig of incompleet 164 2 Plan van aanpak afwezig of onvoldoende 122 3 Onvoldoende voorlichting en instructie 70 4 Aard blootstellingsrisico’s niet vastgesteld 67 5 Omvang blootstelling niet gemeten/vastgesteld 51 Overige overtredingen 162 Totaal 636
% van totaal 26% 19% 11% 11% 8% 25% 100%
Grafiek 2
Top 5 van de meest voorkomende overtredingen
120% 100% 100%
RI&E af w ezig of incompleet 164 Plan van aanpak af w ezig of onvoldoende 122
80%
Onvoldoende voorlichting en instructie 70 60%
Aard blootstellingsrisico's niet vastgesteld 67 Omvang blootstelling niet gemeten/vastgesteld 51
40% 26%
25% 19%
20%
Overige overtredingen 162 11%
11%
8%
Totaal 636
0%
Tabel 5 geeft een overzicht van de ingezette handhavingsinstrumenten. Zoals eerder gesteld zijn in totaal 636 overtredingen geconstateerd in 419 bedrijven. Ruim 85% van de overtredingen leverden een waarschuwing op voor de betrokken bedrijven. In 1 geval werd het werk stilgelegd. Er werden 91 boeterapporten opgemaakt Tabel 5: Ingezette handhavingsinstrumenten Instrument Aantal keer ingezet % van totaal Waarschuwing Arbo 542 85% Waarschuwing ATW 2 <1% Stillegging 1 Boeterapport 91 14% Totaal 636 100%
13
Eindverslag inspectieproject A491 ‘OPS 2001’
December 2002
4.2 Resultaten per inspectiepunt In dit onderdeel worden de inspectieresultaten per inspectiepunt gepresenteerd en besproken. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen: Inspectiepunten relevant voor de totale steekproef Inspectiepunten relevant voor bedrijven die met vluchtige organische stoffen werken Inspectiepunten samenhangend met de vervangingsregeling drukkerijen (offsetdrukken) Inspectiepunten samenhangend met de vervangingsregeling autoschadeherstelbedrijven 4.2.1 Inspectiepunten relevant voor de totale steekproef Alle ondernemingen die werknemers arbeid laten verrichten dienen te beschikken over een RI&E. Deze wettelijke verplichting bestaat sinds 1994. Niettemin bleken nog 75 van de 843 werkgevers niet aan deze verplichting te voldoen, waarvan 47 die met VOS werken. Van die 47 bedrijven behoorden er 16 tot de twee sectoren die zijn geïnspecteerd op de vervangingsplicht. Daarnaast waren er bedrijven die inmiddels een RI&E hadden gemaakt, welke nog ter toetsing bij een arbodienst lag. Daarvoor werd een waarschuwing gegeven. Ook in het geval dat een getoetste RI&E niet actueel dan wel onvolledig was, werd een waarschuwing gegeven. De conclusie is dat 7 jaar na dato nog altijd 1 op de 11 geïnspecteerde bedrijven niet over een RI&E beschikt. Grafiek 3
Overzicht aantal overtredingen m.b.t. de RI&E
waaronder: Autoschadeherstelbedr. (N=65)
4
6
aantal waarschuwingen
7
waaronder: Drukkerijen (N=70)
aantal boete 10
waarvan :Bedrijven die met VOS werken (N= 574)
47
52
Totale steekproef (N=843) 0
Tabel 6:
89
75 10
20
30
40
50
60
70
80
90
Overzicht aantal overtredingen m.b.t. de RI&E
aantal boete Totale steekproef (N=843) 75 waarvan: Bedrijven die met vluchtige organische stoffen werken 47 (N= 574) waaronder: Drukkerijen (BIK 22221-5, 222261 en 222263: N=70) 10 waaronder: Autoschadeherstelbedrijven (BIK 502041 en 6 502042: N=65)
aantal waarschuwingen 89 52 7 4
Bedrijven die de risico’s hebben geïnventariseerd en geëvalueerd, hebben nog niet altijd hun knelpunten geprioriteerd in een Plan van Aanpak. Bij 90 bedrijven bleek het Plan van Aanpak niet aanwezig, hetgeen uit navolgende grafiek valt af te lezen 14
Eindverslag inspectieproject A491 ‘OPS 2001’
Grafiek 4
December 2002
Aantal bedrijven zonder plan van aanpak (N=90) 16
2
Totale steekproef (N=843) waarvan: Bedrijven die met vluchtige organische stoffen werken (N= 574) 90
65
waaronder: Drukkerijen (N=70) waaronder: Autoschadeherstelbedrijven (N=65)
Tabel 7:
Aantal bedrijven zonder Plan van Aanpak
Totale steekproef (N=843) waarvan: Bedrijven die met vluchtige organische stoffen werken (N= 574) waaronder: Drukkerijen (BIK 22221-5, 222261 en 222263: N=70) waaronder: Autoschadeherstelbedrijven (BIK 502041 en 502042: N=65)
Aantal 90 65 16 2
De bedoeling van het Plan van Aanpak is om termijnen vast te stellen waarbinnen maatregelen worden genomen, verantwoordelijken voor de uitvoering aan te wijzen en hiervoor financiële middelen beschikbaar te stellen. Bij 32 ondernemingen, die wel een plan van aanpak hadden, was dit niet in orde, zoals blijkt uit tabel 8.
Tabel 8:
Plan van aanpak niet conform vormvereisten
Totale steekproef (N=843) waarvan: Bedrijven die met vluchtige organische stoffen werken (N= 574) waaronder: Drukkerijen (BIK 22221-5, 222261 en 222263: N=70) waaronder: Autoschadeherstelbedrijven (BIK 502041 en 502042: N=65)
Aantal 32 23 4 4
Er bestaat een wettelijke verplichting om de RI&E te laten toetsen door een gecertificeerde arbodienst. Wordt niet aan deze verplichting voldaan, dan wordt de werkgever onmiddellijk een boete aangezegd. Hiervan was in 10 gevallen sprake. Kan de werkgever aantonen dat de RI&E ter toetsing bij de arbodienst ligt, dan vormt dit een reden om het boete-instrument (nog) niet toe te passen. Kennelijk bleek dit bij 27 inspecties het geval. Mogelijk heeft dit te maken met de mailing die voorafgaand aan de start van het project heeft plaatsgevonden en die werkgevers heeft er toe heeft aangezet om alsnog met spoed aan deze verplichting te voldoen.
15
Eindverslag inspectieproject A491 ‘OPS 2001’ Tabel 9:
December 2002
Arbodienst niet (op de verplichte wijze) ingeschakeld aantal boete
Totale steekproef (N=843) waarvan: Bedrijven die met vluchtige organische stoffen werken (N= 574) waaronder: Drukkerijen (BIK 22221-5, 222261 en 222263: N=70) waaronder: Autoschadeherstelbedrijven (BIK 502041 en 502042: N=65)
Grafiek 5
10 9
aantal waarschuwingen 27 24
1 2
2 5
Arbodienst niet (op de verplichte wijze) ingeschakeld
waaronder: Autoschadeherstelbedr.(N=65)
2
waaronder: Drukkerijen (N=70)
2
1
5
aantal waarschuwingen aantal boete
Waarvan: Bedrijven die met vos werken (N= 574)
24
9
Totale steekproef (N=843)
27
10 0
5
10
15
20
25
4.2.2 Inspectiepunten relevant voor bedrijven die met vluchtige organische stoffen werken Bij bedrijven waar de inspecteur had vastgesteld dat met VOS werd gewerkt, werd nagegaan in hoeverre doeltreffende info aan werknemers over werkzaamheden, risico’s en maatregelen was gegeven. De cijfers, opgenomen in tabel 5 moeten derhalve worden afgezet tegen een totaal aantal bedrijven dat met VOS werkt. Zoals in grafiek 1 aangegeven betrof het 574 bedrijven, waarvan er 308 niet (geheel) in overeenstemming met de wettelijke regels bleken te handelen. Tabel 10:
Tekort schieten voorlichting en onderricht
Bedrijven die met vluchtige organische stoffen werken waarvan: Drukkerijen (BIK 22221-5, 222261 en 222263) waarvan: Autoschadeherstelbedrijven (BIK 502041 en 502042)
aantal 70 7 6
Ruim 12% van de bedrijven die met vluchtige oplosmiddelen werken, bleken hierover onvoldoende voorlichting aan hun werknemers te geven. Van de 70 bedrijven die het betreft, hoorden er 13 tot de sectoren die in verband met de vervangingsplicht aan nadere inspectie zijn onderworpen. Ondernemingen die met gevaarlijke stoffen werken waaraan werknemers zouden kunnen worden blootgesteld, dienen in de RI&E de aard, de mate en de duur van die blootstelling te beoordelen. Dit kan gebeuren door middel van meting of door middel van een onderbouwde schatting. Bij meting geldt als voorwaarde dat een geschikte meetmethode wordt gebruikt. Zoals uit de navolgende tabel blijkt, ontbreekt bij de geïnspecteerde ondernemingen die met gevaarlijke stoffen werken relatief vaak een adequate meting van de mogelijke blootstelling. 16
30
Eindverslag inspectieproject A491 ‘OPS 2001’
December 2002
Bij 151 van de 574 bedrijven, m.a.w.bij ruim een kwart, zijn op dit vlak tekortkomingen geconstateerd die tot een waarschuwing hebben geleid inhoudende dat de blootstellingsbeoordeling alsnog binnen een termijn van 3 maanden op de vereiste wijze zou dienen te worden gerealiseerd. In de twee onderzochte sectoren waar de vervangingsregeling voor VOS geldt, bleek dit percentage voor de offsetdrukkerijen beduidend lager, nl. 17%, en lag het voor de autoschadeherstelbedrijven met 23% op ongeveer hetzelfde niveau als het totaal. Grafiek 6 Mogelijke blootstelling niet (goed) gemeten 12 15 Drukkerijen (N=70) Autoschadeherstelbedrijven (N=65) Overige bedrijven (N=439)
124
Tabel 11:
Mogelijke blootstelling niet (goed) gemeten
Bedrijven die met vluchtige organische stoffen werken waarvan: Drukkerijen (BIK 22221-5, 222261 en 222263) waarvan: Autoschadeherstelbedrijven (BIK 502041 en 502042) waarvan: Overige bedrijven
aantal 151 12 15 124
Van het aantal van 151 genoemde bedrijven, hadden er 29 de blootstelling in het geheel niet geïnventariseerd. Verder hadden 118 bedrijven wel iets in de RI&E opgenomen, maar was de aard en/of de omvang van de blootstelling niet vastgesteld. Tenslotte bleek in 4 situaties wel gemeten, maar niet volgens een aanvaarde methode. 4.2.3 Vervangingsregeling drukkerijen (offsetdrukken) Artikel 4.62b van het Arbeidsomstandighedenbesluit stelt dat bij het doen verrichten van bij ministeriële regeling vastgestelde werkzaamheden, vluchtige organische stoffen of producten met een hoog gehalte aan deze stoffen moeten worden vervangen door onschadelijke of minder schadelijke stoffen of door producten die geen of veel minder vluchtige organische stoffen bevatten.
17
Eindverslag inspectieproject A491 ‘OPS 2001’
December 2002
De bedoelde werkzaamheden zijn omschreven in de Arboregeling in paragraaf 4.8a en betreffen het lijmen en verven in binnensituaties, verschillende soorten drukprocessen en het herstellen van autoschade. Naar aanleiding van toezeggingen aan de Tweede Kamer is het inspectieproject aandacht besteed aan de twee laatste categoriën van werkzaamheden. Ten aanzien van drukwerkzaamheden hebben wij ons daarbij beperkt tot de meest voorkomende vorm, namelijk het offsetdrukken. Bij het drukken met behulp van een offsetpers wordt in verreweg de meeste situaties vochtwater gebruikt. Dit vochtwater bevat een vluchtige organische stof in de vorm van isopropylalcohol (IPA) of andere mono-alcoholen. In de vervangingsregeling is bepaald dat het percentage van deze alcoholen niet boven de 8 volumeprocenten mag liggen wanneer gebruik wordt gemaakt van automatische doseersystemen. Bij handmatige doseersystemen en bij rotatieoffsetpersen die vóór 1995 in gebruik zijn genomen ligt de grens op 10 volumeprocenten. Bij de (dagelijkse) schoonmaak van de persen worden vaak ontvlambare schoonmaakmiddelen gebruikt die gehalogeneerde koolwaterstoffen of monoaromaten bevatten. De vervangingsregeling verbiedt middelen met een vlampunt lager dan 55°C en stelt, afhankelijk van de dampspanning grenzen aan de hoeveelheid van deze stoffen in het schoonmaakmiddel (0,1 volumeprocent). Bij de inspectie van de in totaal 70 offsetdrukkerijen is in 6 gevallen geconstateerd dat het vochtwater een te hoog IPA-gehalte had. In de meeste gevallen lag het percentage rond de wettelijke grens van 8 of 10 procent. Er werden bij enkele offsetpersen echter ook waarden aangetroffen die daar substantieel onder lagen. De geïnspecteerde drukkerijen maakten overwegend (80%) gebruik van automatische doseersystemen. Handmatige dosering lijkt langzamerhand tot het verleden te gaan behoren. Bij in totaal 40 van de 70 offsetdrukkerijen is navraag gedaan of het bedrijf beschikte over een registratie van de gebruikte reinigingsmiddelen. Een dergelijke registratie kan dienen als indicator voor het gebruik van (niet) toegestane schoonmaakmiddelen. Bij 33 offsetdrukkerijen bleek een registratie aanwezig, bij 7 niet. Bij 3 inspecties is geconstateerd dat gewerkt werd met schoonmaakmiddelen die vervangen hadden moeten zijn. De betrokken drukkerijen zijn gesommeerd te voldoen aan de bepalingen van de vervangingsregeling. Tabel 12:
Aantal overtredingen vervangingsregeling offsetdrukkerijen aantal overtredingen IPA aantal overtredingen in vochtwater reinigingsmiddelen Offsetdrukkerijen 6 3
18
Eindverslag inspectieproject A491 ‘OPS 2001’
December 2002
4.2.4 Vervangingsregeling autoschadeherstelbedrijven Bij het herstellen van auto’s en motorrijwielen wordt onder meer de lakschade hersteld of worden nieuwe laklagen aangebracht. Hierbij worden produkten gebruikt als primers, sealers, coatings en lakken. Bij de schoonmaak worden spuiten- en oppervlaktereinigers aangewend. De vervangingsregeling bepaald per produkt een maximale hoeveelheid vluchtige organische stoffen. Het gaat om het gebruiksklare of spuitklare produkt. Die toevoeging is van belang omdat dit soort produkten vaak worden gemengd. Bij de 65 geïnspecteerde autoschadeherstelbedrijven, werd in 3 gevallen geconcludeerd dat niet aan de bepalingen van de vervangingsregeling werd voldaan. Daarbij past de kanttekening dat bij toevoeging van VOS-houdende produkten de hoeveelheid VOS in het gebruiksklare produkt moeilijk te bepalen is en per keer kan variëren. Tabel 13:
Aantal overtredingen vervangingsregeling aantal Autoschadeherstelbedrijven 3
19