Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Arbeidsinspectie
EINDVERSLAG INSPECTIEPROJECT AUDIOVISUELE SECTOR 2002 – 2003
(Inspectieproject m.b.t. werktijden, werkdruk en fysieke belasting in de audiovisuele sector)
Eindverslag inspectieproject Audiovisuele Sector
1
INHOUDSOPGAVE 0. PROJECTINFORMATIE 1. SAMENVATTING 2. AANLEIDING EN DOEL VAN HET PROJECT 2.1 Strategie 2.2 Doelstellingen van het project 3. OMVANG VAN HET PROJECT 3.1 Werkterrein 3.2 Looptijd en aantal bezochte bedrijven 4. OPZET VAN HET PROJECT 4.1 Globale opzet 4.2 Inspectiepunten 4.3 Publiciteit rondom het project 5. RESULTATEN 5.1 Totaal overzicht resultaten 5.2 Resultaten per inspectiepunt 5.2.1 Risico-inventarisatie en -evaluatie 5.2.2 Arbeids- en rusttijden 5.2.3 Fysieke belasting 5.2.4 Werkdruk 6. CONCLUSIES 6.1 Hoofdconclusies 6.2 Conclusies per onderwerp 6.2.1 Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) 6.2.2. Arbeidstijden 6.2.3 Werkdruk 6.2.4 Fysieke belasting 7. FOLLOW UP
BIJLAGEN 1. Lijst met geconstateerde overtredingen 2. Inspectielijst 3. Module Arbeidstijdenwet 4. Monitorvragen
Eindverslag inspectieproject Audiovisuele Sector
2
5. Foto fysieke belasting viewfinder
Eindverslag inspectieproject Audiovisuele Sector
3
0. PROJECTINFORMATIE
Naam: Projectnummer
Audiovisuele sector 2002 - 2003 A569
Informatie:
de heer drs. S. Segboer Landelijk Projectleider Telefoon: (020) 5812612
Inspectieperiode:
september 2002 - augustus 2003
Datum:
Eindverslag inspectieproject Audiovisuele Sector
juni 2004
4
1.
SAMENVATTING
In het kader van de bedrijfstakstrategie Cultuur, Recreatie en Sport 2002-2004 is het inspectieproject Audiovisuele sector uitgevoerd in de periode september 2002 tot en met augustus 2003. Aanleiding voor dit project vormden verschillende signalen vanuit de vakbonden en de audiovisuele branche ten aanzien van werkdruk, werktijden en fysieke belasting voor de facilitaire medewerkers (cameramedewerkers en geluidstechnici). Dit inspectieproject richtte zich dan ook vooral op de facilitaire bedrijven en de producenten (omroepen of televisieproducenten) die facilitaire medewerkers voor het maken van de televisieproducties in dienst hadden of inhuurden. De onderwerpen die in dit project centraal stonden waren: • Risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) waaronder een Plan van Aanpak (PvA), • Arbeids- en rusttijden, • Werkdruk, • Fysieke Belasting. Het inspectieproject had ten doel door middel van het uitvoeren van inspecties en het handhaven van wettelijke normen, te bewerkstelligen dat de bezochte bedrijven (producenten en facilitaire bedrijven): • in het bezit zijn van een door de arbodienst getoetste risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E); • in bezit zijn van een vorm van werktijdregistratie en de Arbeidstijdenwet (ATW) naleven; • in de RI&E de risico’s van werkdruk van facilitaire medewerkers (camera, licht, geluid) hebben beschreven; • in de RI&E rekening hebben gehouden met de risico’s van fysieke belasting van cameramedewerkers tijdens de opname/productiefase van tv-producties; • rekening hebben gehouden met specifieke arbo-risico’s van de productie; • een plan van aanpak hebben opgesteld waarin de te nemen maatregelen om de risico’s te voorkomen of te minimaliseren zijn beschreven; • de geconstateerde overtredingen ten aanzien van de Arbowet en Arbeidstijdenwet zijn opgeheven. De inspecties bestonden uit de volgende stappen: • Voorbereiding: selectie van producenten / omroepen en het opvragen van de televisieproducties die gedurende de inspectieperiode gemaakt werden. • Uitvoering van de inspectie bestaande uit interview met producent en interview met facilitaire medewerker, controle registratie van de arbeidstijden. • Afronding inspectie met het aangeven van de geconstateerde overtredingen en het toepassen van het juiste handhavinginstrument. • Mondelinge en schriftelijke terugkoppeling aan de geïnspecteerde bedrijven. Het inspectieproject Audiovisuele sector is uitgevoerd bij 44 televisieproducties, variërend van actualiteit-, amusement-, tot sport- en evenementenprogramma’s. Daarbij waren in totaal 47 bedrijven betrokken.
Eindverslag inspectieproject Audiovisuele Sector
5
Van de in totaal 115 geconstateerde overtredingen hadden: • 47 overtredingen betrekking op de arbeids- en rusttijden, • 46 overtredingen betrekking op de RI&E, • 13 overtredingen betrekking op fysieke belasting, • 4 overtredingen betrekking op werkdruk, • 5 overtredingen betrekking op valgevaar (2x), doeltreffende informatie aan werknemers (2x) en zorgvuldigheid bij aanwezigheid gevaarlijke stoffen. De gehanteerde handhavingsinstrumenten ten aanzien van de overtredingen waren vooral waarschuwingen en eisen. Grove misstanden op het gebied van arbeidsomstandigheden zijn in dit project niet aangetroffen. Wel zijn er 2 processen-verbaal ten aanzien van de arbeids- en rusttijden en 3 boeterapporten met betrekking tot de RI&E opgemaakt. Geconcludeerd kan worden dat bij de geïnspecteerde bedrijven betrokken bij de bezochte televisieproducties er wel sprake was van een aantal knelpunten op het gebied van de arbeidsomstandigheden: • Een hoog risico ten aanzien van werkdruk bij cameramedewerkers en geluidstechnici, en het werken in ongunstige werkhoudingen tijdens camerawerk. Deze werknemers zouden daarvan op langere termijn gezondheidsschade ondervinden. • Het onvoldoende naleven van de verplichtingen ten aanzien van de RI&E. Met name zijn er veel onduidelijkheden over verantwoordelijkheden ten aanzien van arbobeleidsvoering op televisieproducties en is er onvoldoende aandacht om arbo-risico’s specifiek voor de betreffende productie te voorkomen of te reduceren. • Het onvoldoende naleven van de verplichtingen ten aanzien van de ATW, met name het onvoldoende bijhouden van de registratie van de arbeids- en rusttijden. Follow Up Door het inspectieproject is een bepaald bewustwordingsproces binnen de bedrijfsgroep op gang gebracht dat een positieve invloed heeft op de arbeidsomstandigheden op de langere termijn. Op dit moment worden door een arbodienst werkzaam binnen de audiovisuele branche, implementatie-projecten uitgevoerd voor het maken van afspraken tussen verschillende audiovisuele bedrijven (omroepen, producenten en facilitaire bedrijven). Daarbij wordt ook een zogenaamde “productie RI&E” ontwikkeld die meer rekening moet houden met de productiespecifieke arborisico’s en de verschillende taken en verantwoordelijkheden van betrokken bedrijven ten aanzien van arbeidsomstandigheden. De Arbeidsinspectie zal de voortgang van de activiteiten binnen de sector volgen en aan de hand daarvan bepalen of, en zo ja wanneer er verdere inspecties zullen volgen in de sector.
Eindverslag inspectieproject Audiovisuele Sector
6
2.
AANLEIDING EN DOEL VAN HET PROJECT
2.1 Strategie In de audiovisuele sector wordt een grote diversiteit aan radio- en televisieproducties gemaakt. Deze lopen uiteen van mega tv-producties, tv-series, soaps, actuele nieuwsuitzendingen tot tv uitzendingen van de regionale omroep. Inherent aan deze productiediversiteit is dat ook een heterogene groep van bedrijven bij het bedenken en maken ervan betrokken is, zoals producenten, omroepen (commerciële en publieke) en facilitaire bedrijven. Op basis van signalen van onder anderen FNV Kiem en CNV Media en gevoerde gesprekken met verschillende partijen in de audiovisuele sector lijken de problemen ten aanzien van de werkdruk, werktijden en fysieke belasting voor de facilitaire medewerkers nijpend. In dit project richtte de Arbeidsinspectie zich met name op de facilitaire bedrijven en de producenten die facilitaire medewerkers voor het maken van de producties inhuren. De Arbeidsinspectie heeft, voor dit project, bij de audiovisuele sector niet eerder systematisch inspecties uitgevoerd. 2.2 Doelstellingen van het project Het project had ten doel door middel van het uitvoeren van inspecties en het handhaven op overtredingen van de Arbeidsomstandighedenwet en Arbeidstijdenwet te bewerkstelligen dat alle in het kader van het project bezochte bedrijven (producenten en facilitaire bedrijven): • in het bezit zijn van een door de arbodienst getoetste risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E); • in bezit zijn van een vorm van werktijdregistratie en de Arbeidstijdenwet naleven; • in de RI&E de risico’s van werkdruk van facilitaire medewerkers (camera, licht, geluid) hebben beschreven; • in de RI&E rekening hebben gehouden met de risico’s van fysieke belasting van cameramedewerkers tijdens de opname/productiefase van tv-producties; • rekening hebben gehouden met specifieke arbo-risico’s van de productie; • naar aanleiding van de RI&E een plan van aanpak hebben opgesteld waarin de maatregelen om de risico’s te voorkomen of te minimaliseren zijn beschreven; • de geconstateerde overtredingen ten aanzien van de Arbowet en Arbeidstijdenwet zijn opgeheven.
Eindverslag inspectieproject Audiovisuele Sector
7
3.
OMVANG VAN HET PROJECT
3.1 Werkterrein Gezien het grote aantal en de diversiteit van organisaties en bedrijven werd een steekproef genomen. Om de reikwijdte van het project zo groot mogelijk te maken, is bij de selectie van tvproducties gestreefd naar: • betrokkenheid verschillende productiebedrijven (landelijke en regionale tvproducenten / omroepen) en facilitaire bedrijven; • verschillende soorten producties (actualiteitenprogramma’s, tv-series, amusement, sport en evenementen); • verschillende locaties (studio / binnenlocatie, buitenlocatie).
3.2 Looptijd en aantal bezochte bedrijven De looptijd van het project was van september 2002 t/m augustus 2003. In totaal zijn in geheel Nederland, door inspecteurs van de Arbeidsinspectie 44 tv-producties geïnspecteerd. Daarbij waren in totaal 47 bedrijven betrokken.
Eindverslag inspectieproject Audiovisuele Sector
8
4.
OPZET VAN HET PROJECT
4.1 Globale opzet De inspecties bestonden uit de volgende stappen: Stap 1: Voorbereiding Bij de geselecteerde producenten / omroepen zijn de tv-producties opgevraagd die gedurende de inspectieperiode gemaakt zouden worden. Stap 2: Inspectie: interview met producenten De inspecteur hield een interview met de producent. Stap 3: Inspectie: interview met facilitaire medewerkers (camera, geluid en licht) De inspecteur nam per productie bij drie facilitaire medewerkers een interview af om na te gaan of er sprake was van werkdruk. Stap 4: Inspecties: handhaving De inspecteur hield werkplekinspecties tijdens de productie. Voor de controle van de arbeidstijden kon dit betekenen dat de registratie niet aanwezig was op de plek van inspectie. Deze registratie werd dan opgevraagd en gecontroleerd. Na de werkplekinspectie werd de inhoud van de RI&E en het plan van aanpak bekeken in relatie tot op de werkplek geconstateerde overtredingen. Stap 5: Einde van de inspectie Aan het einde werd een evaluatiegesprek gevoerd met de producenten / omroepen, waarbij afspraken werden gemaakt over de continuïteit van hun arbozorg. 4.2 Inspectiepunten De volgende inspectiepunten zijn in het project opgenomen: • Risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) en een Plan van Aanpak (PvA) Handhaving van de RI&E en PvA vond plaats conform de interne instructie van de Arbeidsinspectie. Uitgangspunt van de Arbowet is dat elke werkgever een getoetste RI&E heeft en dat van elke werkplek de risico’s geïnventariseerd en geëvalueerd zijn. Alle werkplekken waar de werkgever arbeid middels arbeidsovereenkomst of onder gezag laat uitvoeren moeten in de RI&E zijn beschreven. In de praktijk zal de werkgever kiezen voor een RI&E van de vaste kern (vast betekent niet wisselende omstandigheden per productie) van zijn bedrijf per productie een zogenaamde productie-RI&E maken. In juridische zin is deze productie-RI&E een aanvulling van de (kern)RI&E van de werkgever. Is deze aanvulling niet aanwezig dan is de RI&E van deze werkgever niet volledig. • Arbeids- en rusttijden Gecontroleerd werd of de bedrijven die werkzaam waren bij de tv-productie de Arbeidstijdenwet (ATW) en, voorzover van toepassing, het Arbeidstijdenbesluit (ATB) naleefden. De registratie van de feitelijke gewerkte tijden werd door de inspecteur opgevraagd en gecontroleerd aan de hand van de module ATW Audiovisuele sector.
Eindverslag inspectieproject Audiovisuele Sector
9
•
•
Fysieke belasting Door middel van werkplekinspecties werden de gevaren van fysieke belasting bij cameramensen tijdens de productiefase beoordeeld. Gecontroleerd werd of in de risicoinventarisatie en -evaluatie aandacht werd besteed aan de verschillende vormen van fysieke belasting ten gevolge van statische belasting bij de cameramensen die ingezet worden tijdens de betreffende productie en aan de maatregelen ter voorkoming ervan. Werkdruk Met behulp van de Signaleringsmethode Werkdruk van de Arbeidsinspectie zijn facilitaire werknemers bij tv-producties geïnterviewd over de mate waarin zij blootstaan aan werkdruk. De Signaleringsmethode werkdruk omvat negen werkdrukbronnen1. Op basis van halfgestructureerde interviews wordt nagegaan of deze werkdrukbronnen leiden tot last of hinder terwijl regelmogelijkheden ontbreken. De frequentie waarin een werkdrukbron last of hinder veroorzaakt bepaald vervolgens of er sprake is van een verhoogd risico. Indien dat het geval is, dan is de kans groot dat werknemers die deze (geïnspecteerde) functie vervullen op langere termijn negatieve gevolgen ondervinden. In die bedrijven waar werknemers een verhoogd risico hadden op negatieve gevolgen van werkdruk werd nagegaan of in de arbobeleidsvoering voldoende aandacht was besteed aan werkdruk. Daar waar dit niet het geval was werd aan de werkgever een eis opgelegd. De werkgever moest in dat geval werkdruk verbredend en verdiepend onderzoeken en een plan van aanpak opstellen.
4.3 Publiciteit rondom het project Er is geen overkoepelende branche-organisatie actief die alle bedrijven in de audiovisuele sector vertegenwoordigt. Dit heeft mede te maken met de grote diversiteit aan bedrijven en activiteiten binnen de sector. Zowel vooraf als tijdens en na afloop van het project zijn de partijen in het netwerk geïnformeerd over het project. Dit is gebeurd via: • Overleg met de Nederlandse Vereniging van Journalisten. • Overleg met de Vereniging van Onafhankelijke Televisie Producenten (OTP) • Overleg met de CNV media • Overleg met FNV Kiem. • Overleg met diverse OR’en. • Overleg met een landelijke Arbodienst actief in de audiovisuele sector • Bijdrage van de landelijk projectleider in september 2003 op een seminar om de bedrijven in de audiovisuele sector te informeren en motiveren.
1
Het betreft: 1 inhoud van het werk, 2 contacten, 3 emotionele gebeurtenissen, 4 werktempo, 5 inspanning, 6 hoeveelheid werk, 7 overwerk, 8 mogelijkheden voor pauze en verlof en 9 het werken afwijkende tijden.
Eindverslag inspectieproject Audiovisuele Sector
10
5.
RESULTATEN
5.1 Totaal overzicht re sultaten In totaal zijn bij 44 televisieproducties in totaal 47 bedrijven geïnspecteerd. o Van de 44 tv-producties betroffen 18 landelijke tv-producties (door landelijke omroep/producent geproduceerd) en 26 regionale tv-producties (door regionale omroep/producent geproduceerd). o Van de in totaal 44 producties waren 16 actualiteitsprogramma’s (nieuws, achtergronden), 21 amusement en educatieve programma’s (quiz, spelletjes, kunst, consumenten, wonen) en 7 sport- en evenementenprogramma’s. o De tv-producties vonden 24 keer plaats in een studio of binnenlocatie (hal, gebouw), 11 producties waren opgenomen op een buitenlocatie (in buitenlucht) en bij 10 producties was sprake van een combinatie van binnen- en buitenlocatie. Ø In totaal zijn er 115 overtredingen geconstateerd. Ø Hierover zijn in totaal 65 handhavingdocumenten opgesteld waarvan 35 waarschuwingen Arbo (die betrekking hadden op 63 overtredingen) en 21 waarschuwingen ATW (die betrekking hadden op 38 overtredingen). Ø Verder zijn er 4 eisen Arbo, 2 processen verbaal ATW (die betrekking hadden op 6 overtredingen) en 3 boeterapporten (die betrekking hadden op 4 overtredingen) opgesteld. Zoals eerder is beschreven had het inspectieproject vier hoofdinspectiepunten te weten risicoinventarisatie en -evaluatie, werk- en rusttijden (ATW), fysieke belasting en werkdruk. In figuur 1 zijn de geconstateerde overtredingen op deze speerpunten weergegeven. Bij het onderwerp fysieke belasting zijn ook de twee overtredingen “meegenomen” met betrekking tot het ontbreken van dit onderwerp in de RI&E en het PvA. Figuur 1
Meest voorkomende overtredingen 4 werkdruk
13
fysieke belasting 47
ATW RI&E / PvA
46
overig
5
0
10
20
30
40
50
De resultaten per inspectiepunt worden in paragraaf 5.2 verder uitgewerkt. De “overige” overtredingen hadden betrekking op valgevaar (2x), doeltreffende informatie aan werknemers (2x) en zorgvuldigheid bij aanwezigheid gevaarlijke stoffen (1x). 5.2
Resultaten per inspectiepunt
Eindverslag inspectieproject Audiovisuele Sector
11
5.2.1 Risico-inventarisatie en –evaluatie In totaal zijn 46 overtredingen op het gebied van de risico-inventarisatie en evaluatie geconstateerd (zie figuur 2). In 29 gevallen bleek, nadat er op de tv-productie specifieke arbo-risico’s werden geconstateerd, de risico-inventarisatie en –evaluatie niet volledig. In 11 gevallen ontbrak het plan van aanpak en in 2 gevallen was deze niet volledig. Twee overtredingen met betrekking tot het ontbreken van het onderwerp fysieke belasting in de RI&E en het PvA zijn meegenomen bij de overtredingen ten aanzien van dit onderwerp (zie ook § 5.1). In dit project is 3 keer een boeterapport opgemaakt omdat de werkgever helemaal geen RI&E had of deze niet was getoetst door een arbodienst of de werkgever niet was aangesloten bij een gecertificeerde arbodienst. Figuur 2
Toegepaste handhavingsinstrumenten op het onderwerp risico-inventarisatie en –evaluatie en plan van aanpak
2 termijnen PvA
11
PvA afwezig 29
RI&E onvolledig RI&E afwezig
4
0
5.2.2
5
10
15
20
25
30
35
Arbeids- en rusttijden
Collectieve regeling; Voor het mogen toepassen van het ATB met betrekking tot de uitzonderingsartikelen voor de sector “Audiovisueel” was het van belang na te gaan of er sprake was van een collectieve regeling. Van de onderzochte bedrijven bleek 70% onder de CAO te vallen. De overige 30% bleek geen schriftelijke afspraak met een ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging te hebben en mocht dus geen gebruik maken van de mogelijkheden van het ATB Audiovisueel. De overtredingen In totaal zijn 47 overtredingen op het gebied van arbeids- en rusttijden geconstateerd. Registratie 20 waarschuwingen werden opgelegd omdat er geen deugdelijke registratie van arbeids- en rusttijden (begin-, eindtijd, pauze) was (zie figuur 3).
Eindverslag inspectieproject Audiovisuele Sector
12
Figuur 3
Toegepaste handhavingsinstrumenten op het onderwerp Arbeids- en rusttijden (ATW) overig
2
rusttijden
7
arbeidstijden
13
ontbreken in RI&E
5 20
0
5
10
15
20
registratie
25
Arbeidstijden De arbeidstijden bleken bij 11 bedrijven structureel te lang. Bij 43 bedrijven werd overwerk geconstateerd, maar bij slechts 3 bedrijven was het overwerk boven de overwerknorm van ten hoogste 10 uur voor een nachtdienst dan wel 12 uur voor een dagdienst. Totaal waren er 13 overtredingen over de arbeidstijden waarvan 8 het incidentele overwerk betrof. Bij 13 van de geïnspecteerde bedrijven kwam nachtarbeid voor en hierbij werd 4 maal een overtreding geconstateerd. Bij 2 bedrijven leidde de geconstateerde overtredingen tot een proces-verbaal. In het ene geval zijn er in het proces-verbaal totaal 11 overtredingen van de norm van maximaal 12 uur per dienst bij incidenteel overwerk opgenomen. In het andere geval bleek er een structureel probleem met de pauze waarvan totaal 30 overtredingen zijn opgenomen en daarnaast waren er nog 4 andere overtredingen. Rusttijden Met betrekking tot de dagelijkse en wekelijkse rusttijden, de rusttijden na de nachtdienst, pauze en de zondagsarbeid werden 7 overtredingen geconstateerd. Risico- inventarisatie en –evaluatie 5 overtredingen hadden betrekking op het feit dat er onvoldoende aandacht was voor arbeidsen rusttijden in de risico- inventarisatie en –evaluatie. 5.2.3 Fysieke belasting De twee voornaamste knelpunten op het gebied van fysieke belasting bij cameramedewerkers tijdens de productiefase die tijdens het project naar voren kwamen waren: ∗ Het kijken naar de viewfinder tijdens het camerawerk aan de dolly. De viewfinders zijn voornamelijk bovenop de camera’s gepositioneerd waardoor er tijdens opnames voortdurend omhoog gekeken moet worden met nekklachten als gevolg. (Zie bijlage 5 voor een illustratie). ∗ Het bedienen van een handheldcamera. Vooral de combinatie van het gewicht van de camera op (altijd dezelfde) schouder en het stabiel houden ervan levert extreme asymmetrische statische belasting op voor de schouders, armen en nek en blijkt een van de grotere gezondheidsrisico’s.
Eindverslag inspectieproject Audiovisuele Sector
13
In totaal zijn 13 handhavingsinstrumenten ingezet. In 11 gevallen bleek, nadat er risico’s op het gebied van fysieke belasting bij cameramedewerkers werden geconstateerd, er geen beoordeling van de fysieke belasting in de RI&E te hebben plaatsgevonden. In één geval was er een beoordeling die geen opvolging had gekregen in concrete maatregelen en in één geval was er onvoldoende doelmatige zitgelegenheid bij staand werk. 5.2.4 Werkdruk Er zijn in dit project in totaal 87 werknemers geïnterviewd met betrekking tot werkdruk. Het betrof voornamelijk cameramedewerkers. Werkdruk werd in de onderzochte groep vooral veroorzaakt door de inspannendheid van het werk en de hoeveelheid werk die moest worden verricht (pieken en dalen). Daarnaast werd ook werkdruk ervaren door het werken op afwijkende tijden, gebrek aan pauzes, het werktempo en emotionele gebeurtenissen. De inhoud van het werk, de contacten in het werk en overwerk werden minder vaak als problematische werkdrukbronnen ervaren. In onderstaande tabel wordt het aantal werknemers weergegeven dat last of hinder ervoer bij de verschillende werkdrukbronnen. Werkdrukbron
Aantal werknemer
Percentage
Inspanning
34
39%
Hoeveelheid werk
33
38%
Afwijkende werktijden
27
31%
Pauze en snipperdagen
24
28%
Werktempo
23
26%
Emotionele gebeurtenissen
23
26%
Overwerk
17
20%
Contacten
16
18%
Inhoud van het werk
14
16%
(n = 87 werknemers) Wanneer werknemers frequenter en aan meer werkdrukbronnen blootgesteld worden, dan wordt de kans groter dat deze werknemers op langere termijn hiervan negatieve gevolgen ondervinden. Wordt een bepaald niveau overschreden dan is er sprake van een verhoogd risico. Globaal kan worden gesteld, dat indien een werknemer last of hinder ervaart van drie of meer werkdrukbronnen, dat er dan sprake is van een verhoogd risico. Van de 87 geïnterviewde werknemers was dit het geval bij 38 werknemers (36%). Uit nadere analyse van de sterkte van het verband tussen de verschillende werkdrukbronnen blijkt dat:
Eindverslag inspectieproject Audiovisuele Sector
14
1. De werkdrukbronnen ‘inspannendheid van het werk’ en de ‘hoeveelheid werk’ een significant onderling verband hebben. Deze bronnen komen dus relatief vaak in combinatie bij dezelfde werknemer voor. 2. Ook ‘het werken op afwijkende tijden’ en ‘een gebrek aan pauzes’ hebben een significant onderling verband. 3. Hoewel overwerk niet vaak als een belangrijk knelpunt werd ervaren is er wel een sterk significant verband met het gebrek aan pauzes. Blijkbaar schoot de pauze er nogal eens bij in als er werd overgewerkt. Alleen in die bedrijven waar werknemers een verhoogd risico hadden op negatieve gevolgen én waar geen beleid werd gevoerd ten aanzien van werkdruk werd handhavend opgetreden. Die bedrijven kregen een eis opgelegd. De werkgever moest in dat geval werkdruk verbredend en verdiepend onderzoeken en een plan van aanpak opstellen. Dit was het geval bij 4 bedrijven (9%). Dat er door inspecteurs relatief weinig eisen zijn gesteld terwijl 36% van de geïnterviewde werknemers een verhoogd risico ten gevolge van de aanwezige werkdruk hadden is niet eenduidig te verklaren. Een aantal redenen zijn: • Het betrof producties die kort duurde; • het betrof werkgeverschap die kort duurde; • het betrof werkgevers die al beleid voerden m.b.t. werkdruk.
Eindverslag inspectieproject Audiovisuele Sector
15
6.
CONCLUSIES
6.1 Hoofdconclusies In totaal werden bij 44 televisieproducties in totaal 47 bedrijven geïnspecteerd. Het betrof vooral de grotere audiovisuele bedrijven (omroepen, producenten en facilitaire bedrijven) betrokken bij de registratie van televisieprogramma’s. Gezien de grote hoeveelheid televisieproducties die in Nederland worden gemaakt is het inspectieproject niet representatief, maar indicatief. • Grove misstanden op het gebied van arbeidsomstandigheden zijn in dit project niet aangetroffen. Wel hadden respectievelijk 40% en 41% van de in totaal 115 geconstateerde overtredingen betrekking op de risico-inventarisatie en -evaluatie of arbeids- en rusttijden, zodat kan worden geconcludeerd dat de RI&E en ATW verplichtingen door de AV-branche nog slecht worden nageleefd. • Een percentage van 36% van de geïnterviewde medewerkers (cameramedewerkers en geluidstechnici) had een verhoogd risico op werkdruk. • Het inspectieproject heeft veel op gang gebracht in de audiovisuele sector. Zo is er in september 2003 een symposium georganiseerd door een landelijke arbodienst werkzaam binnen de branche. Op dit symposium werden de resultaten van het inspectieproject tot dan toe, gepresenteerd. Benaderde bedrijven voor het symposium waren omroepen (zowel publieke als commerciële), facilitaire bedrijven en producenten. Tevens is door deze landelijke arbodienst eind 2003 een implementatieproject opgezet waarbij afspraken opgesteld werden over arbeidsomstandigheden tussen samenwerkende werkgevers binnen de audiovisuele branche. Daarbij werd ook aandacht gegeven aan branchekenmerken die medebepalend zijn voor een al dan niet succesvolle implementatie, zoals: - Branchecultuuraspecten als macho- cultuur, relatief korte doorlooptijd van de productie, veranderde positie van de media bij opnamen op locaties; - verschil in werkzaamheden in productiefase tussen enerzijds omroepen en producenten en anderzijds facilitaire bedrijven; - financiële aspecten zoals duur huur studio’s of camera’s. Tevens werden afspraken gemaakt over productiespecifieke arbo-risico’s. Tijdens dit implementatieproject bleken er veel onduidelijkheden te bestaan over verantwoordelijkheden ten aanzien van arbobeleidsvoering op televisieproducties. Door vooraf duidelijke afspraken te maken bleek er veel winst te halen ter optimalisering van arbeidsomstandigheden. 6.2
Conclusies per onderwerp
6.2.1 Risico-inventarisatie en – evaluatie (RI&E) Bij de meeste bedrijven waren RI&E’s aanwezig (bij 3 bedrijven ontbrak een getoetste RI&E en volgde dan ook een boete). Dat er toch relatief veel overtredingen ten aanzien van de RI&E zijn geconstateerd had te maken met het feit dat de aangetroffen RI&E’s onvolledig waren, vooral ten aanzien van de productie-specifieke risico’s. Om op een productie optimale arbeidsomstandigheden mogelijk te maken is het noodzakelijk dat alle betrokken bedrijven voor een productie, dus zowel omroepen, producenten als facilitaire bedrijven duidelijke afspraken maken ten aanzien van arbeidsomstandigheden om zodoende de arbo-risico’s specifiek voor de betreffende productie te voorkomen of te reduceren.
Eindverslag inspectieproject Audiovisuele Sector
16
6.2.2 Arbeidstijden • De structurele arbeidstijden bleken bij 18% van de bedrijven te lang. Bij 8% van de bedrijven bleek de rusttijden onvoldoende. Behoudens 2 bedrijven, die een proces-verbaal hebben gekregen, zijn er verder geen grove overtredingen geconstateerd ten aanzien van werk- en rusttijden. • Bij 50% van de bedrijven bleek geen deugdelijke registratie van arbeid- en rusttijden (begin, eindtijd, pauze). Voorbeelden van hoe een deugdelijke registratie er uit moet zien zijn bij sommige bedrijven aangetroffen. Zo werd er ten behoeve van de registratie, bij sommige bedrijven, computersoftware gebruikt die opeert binnen de kaders van de regelgeving. • Bij 10 bedrijven was er in de risico- inventarisatie en evaluatie geen aandacht besteed aan het onderwerp arbeid- en rusttijden. Dit terwijl medewerkers wel aangaven problemen te ondervinden met de arbeid- en rusttijden (zie onderdeel “werkdruk”). • Bij 30% van de geïnspecteerde bedrijven bleek geen schriftelijke afspraak met ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordigers te hebben en mocht dus geen gebruik maken van (ruimere) mogelijkheden van het ATB (met betrekking tot de uitzonderingsartikelen voor de sector Audiovisueel). Geconcludeerd kan worden dat met name de registratie van de werk- en rusttijden een veel voorkomende overtreding is. Daardoor wordt de controle op de naleving (achteraf) door de Arbeidsinspectie bemoeilijkt. Eveneens kan worden geconcludeerd dat de werkgevers zich kennelijk niet bewust zijn van de mogelijkheid van uitbreiding van de werk- en rusttijden wanneer daarover overeenstemming wordt bereikt met het medezeggenschapsorgaan (OR of personeelsvertegenwoordiging). 6.2.3 Werkdruk Opmerkelijk is dat, in tegenstelling tot andere branches, de werkdrukbronnen: pauzes, overwerk en afwijkende werktijden sterk bijdragen aan het verklaren van de ervaren werkdruk in de onderzochte groep. Daarnaast hangen deze werkdrukbronnen samen met de hoeveelheid werk. Op basis hiervan kan geconcludeerd worden dat werkdruk een aantoonbaar fenomeen is binnen de branche. Aanbevolen wordt de aanpak van werkdruk van cameramedewerkers en geluidstechnici vooral in te steken op de aspecten rondom werktijden (overwerk, afwijkende werktijden en pauzes) in combinatie met de hoeveelheid werk (pieken en dalen). Hierdoor zal ook de inspannendheid van het werk afnemen. 6.2.4 Fysieke belasting In dit inspectieproject is geïnspecteerd op ongunstige werkhoudingen tijdens het camerawerk. De belangrijkste knelpunten die daarbij zijn gevonden tijdens het registreren van de tv-productie zijn het kijken naar de viewfinder (beeldzoeker) tijdens het camerawerk aan de dolly en het bedienen van de handheldcamera (camera, al dan niet op een schouder gedragen, die met de handen wordt vastgehouden). Op dit moment loopt er een ontwerponderzoek door een leverancier die de meeste camera’s in Nederland levert naar een mogelijke andere positie van de viewfinder, om zodoende de nekbelasting van cameramedewerkers te verlagen. Resultaten hiervan zijn nog niet bekend.
Eindverslag inspectieproject Audiovisuele Sector
17
Ten aanzien van het bedienen van een handheldcamera zijn er wel hulpmiddelen om de camera stabiel te houden maar die worden minimaal gebruikt vanwege de flexibiliteitbelemmeringen die deze stabilisator met zich mee zou brengen. Tevens neemt de laatste tijd de digitalisering ook in de audiovisuele sector sterk toe. De traditionele handheldcamera’s (die tussen 6-12 kg wegen) kunnen technisch/kwalitatief plaats maken voor de digitale camera. Deze camera’s zijn lichter. Het probleem van statische belasting blijft echter wel, omdat spieren immers altijd aangespannen blijven om de camera vast en stabiel te houden. Voor deze camera’s is er een prima hulpmiddel ontwikkeld die de camera draagt, stabiel houdt maar met behoud van de door de cameraman zo gewenste flexibiliteit. Geconcludeerd kan worden dat er dus oplossingen (in ontwikkeling) zijn maar de camerawereld zal een impuls nodig hebben om ook daadwerkelijk het probleem te onderkennen en daarbij de investeringen te doen om de gezondheidsrisico’s te beperken.
Eindverslag inspectieproject Audiovisuele Sector
18
7.
FOLLOW UP
Door het inspectieproject is een bepaald bewustwordingsproces binnen de bedrijfsgroep op gang gebracht dat een positieve invloed heeft op de arbeidsomstandigheden op de langere termijn. Op dit moment worden door een arbodienst, werkzaam binnen de audiovisuele branche, implementatie-projecten uitgevoerd voor het maken van afspraken tussen verschillende audiovisuele bedrijven (omroepen, producenten facilitaire bedrijven). Daarbij wordt ook een zogenaamde productie-RI&E ontwikkeld die meer rekening moet houden met de productiespecifieke arbo-risico’s en de verschillende taken en verantwoordelijkheden van betrokken bedrijven ten aanzien van arbeidsomstandigheden. De Arbeidsinspectie zal de voortgang van de activiteiten binnen de sector volgen en aan de hand daarvan bepalen of, en zo ja wanneer er verdere inspecties zullen volgen in de sector.
Eindverslag inspectieproject Audiovisuele Sector
19
BIJLAGE 1
GECONSTATEERDE OVERTREDINGEN
Eindverslag inspectieproject Audiovisuele Sector
20
Feit Art. 4:1 ATW Art. 4:3 ATW Art. 5:3 ATW Art. 5:4 ATW Art. 5:5 ATW Art. 5:7, lid 3 ATW Art. 5:8 ATW Art. 5:8 ATW Art. 5:9 ATW Art. 5:9, lid 3 ATW Art. 5:10 ATW Art. 5:11 ATW Art. 3.16, lid 1 Arbobesluit Art. 4.2b Arbobesluit Art. 5.3, lid 2 Arbobesluit Art. 5.4, lid 2 Arbobesluit Art. 5, lid 1 Arbowet Art. 5, lid 4 Arbowet
Geconstateerde overtredingen Omschrijving feit
Totaal
Arbeidstijdenwet Het arbeids- en rusttijdenbeleid moet in de RI&E vastgelegd zijn
5
Deugdelijke registratie van de werk- en rusttijden
20
Wekelijkse rust (36 u./7x24 u., 60 u./9x24 u.: 1 x per 5 wkn inkorten tot 32 u.) In geval van zondagsarbeid 13 vrije zondagen per 52 weken
3
Dagelijkse rust van 11 uur per 24 uur (1 x per 7x24 uur in te korten tot 8 uur) Maximaal 10 uur arbeid per dienst
2
Minimale rust na nachtdienst van 14 uur (1x per 7x24uur in te korten tot 8 uur), indien overwerk na 02.00 uur Maximale arbeidstijd 9 uur per nachtdienst, tenzij overwerk voor 02.00 uur Maximale arbeidstijd bij overwerk, indien sprake van nachtdienst van ten hoogste 10 uur Ten hoogste 12 uur arbeid per dienst indien er sprake is van arbeid inclusief overwerk Pauze
1
Consignatie
1
1
6
3 1 3 1
Arbobesluit Bij valgevaar veilige voorzieningen aanbrengen (steiger, stelling, leuningen, e.d.) ter voorkoming van. Zorgvuldigheid, ordelijkheid en zindelijkheid bij aanwezigheid gevaarlijke stoffen op de arbeidsplaats In het kader van de RI&E moeten veiligheids- en gezondheidsaspecten ten aanzien van fysieke belasting beoordeeld worden In relatie tot ongunstige werkhoudingen Doelmatige zitgelegenheid bij staand werk indien van tijd tot tijd gezeten kan worden Arbowet Schriftelijke RI&E aanwezig, inclusief de risico's van bijzondere categorieën werknemers Een RI&E moet volledig zijn.
23
Met betrekking tot ongunstige werkhoudingen Met betrekking tot beleid werkdruk
1 3
Eindverslag inspectieproject Audiovisuele Sector
2 1 7 3 1
2
21
Art. 5, lid 3 Arbowet Art. 5, lid 3 Arbowet Art. 5, lid 4 Arbowet Art. 8, lid 1 Arbowet Art. 14, lid 1 Arbowet Art. 14, lid 3 Arbowet
Er dient een plan van aanpak bij de RI&E aanwezig te zijn
11
Met betrekking tot ongunstige werkhoudingen Er dienen termijnen van maatregelen genoemd te zijn in het plan van aanpak De RI&E moet aangepast worden wanneer dat noodzakelijk is.
1 2
Het vetrekken van doeltreffende informatie aan werknemers over werkzaamheden, risico's en maatregelen bij het werk De werkgever zorgt voor deskundige bijstand op het gebied van preventie en bescherming Het meewerken c.q. opstellen van de RI&E door een gecertificeerde arbodienst Eindtotaal
2
Eindverslag inspectieproject Audiovisuele Sector
6
1 2 115
22
BIJLAGE 2
INSPECTIELIJST
Eindverslag inspectieproject Audiovisuele Sector
23
Feitnummer W050101 W050104 W050301 W140301 W050401 W050302 W080101 W080301 W080401 B50030201
Beboetbaar element Schriftelijke RI&E aanwezig, inclusief risico’s bijzondere categorieën werknemers Onvolledige RI&E Plan van Aanpak aanwezig Juist gebruik door werkgever van gecertificeerde Arbodienst en andere deskundigen (niet getoetste RI&E) RI&E aanpassen wanneer noodzakelijk Termijnen en maatregelen genoemd Doeltreffende informatie verstrekken aan werknemers over werkzaamheden, risico’s en maatregelen Informatie over doel en werking pbm-en en beveiligingen Toezicht op naleving instructies en voorschriften ter voorkoming van risico’s en op juist gebruik van pbm-en In het kader van de RI&E beoordelen veiligheids- en gezondheidsaspecten fysieke belasting, waarbij m.n. letten op kenmerken van de last en werkomgeving, vereiste lichamelijke inspanning, en eisen van de taak Werkdruk facilitaire medewerkers Werk- en rusttijden facilitaire medewerkers
Eindverslag inspectieproject Audiovisuele Sector
Handhaving Dbf waarschuwing waarschuwing Dbf waarschuwing waarschuwing Waarschuwing / eis Waarschuwing / eis Dbf waarschuwing
eis waarschuwing
24
BIJLAGE 3
MODULE ARBEIDSTIJDENWET
Eindverslag inspectieproject Audiovisuele Sector
25
INSPECTIEMODULE ATW AUDIOVISUELE SECTOR 0 Productienummer
01 BIK-code (eerste vijf cijfers)
02 Hoeveel werknemers zijn er in loondienst? (recent aantal)
03 Er is een collectieve regeling (CR)? O Ja, in de CAO O Ja, in schriftelijke afspraken OR/PVT O Ja, in de CAO en in schriftelijke afspraken OR/PVT O Nee, geen CAO en schriftelijke afspraken OR/PVT (standaardregeling (SR) van toepassing) 04 Er is een deugdelijke registratie van arbeids - en rusttijden (begin-, eindtijd, pauze) O Ja O Nee, maar toepassing wet wel kunnen toetsen (82001) O Nee en toepassing wet niet kunnen toetsen (82001) à ga naar vraag 12 Geef hierna, op grond van de registratie over een recente periode van 4 weken (zo nodig 13 weken), uw bevindingen over de feitelijke arbeids-, en rusttijden versus de wettelijke normen 05 De structurele arbeidstijden zijn te lang O Nee en de CR/SR wordt nageleefd O Nee, maar er wordt wel langer gewerkt dan de CR/SR O Ja, de arbeid is meer dan 10 uur per dienst en/of O meer dan 200 uur in 4 weken en/of O meer dan 585 uur in 13 weken en/of O meer dan 40 uur gemiddeld in 52 aaneengesloten weken O Ja, de arbeid is meer dan 14 uur per dienst O Ja, de arbeid is meer dan 72 uur per week O Ja, de arbeid is gemiddeld meer dan 624 uur in 13 weken
(Afhandeling) (Afhandeling +) (82012) (82013) (82014) (83914) (Proces-verbaal) (Proces-verbaal) (Proces-verbaal)
06 Er wordt structureel in nachtdiensten (tussen 00.00 en 06.00 uur) gewerkt O Nee (Afhandeling) à ga naar vraag 9 O Ja, maar de CR/SR wordt nageleefd (Afhandeling) O Ja, maar er wordt wel langer gewerkt dan de CR/SR (Afhandeling +) O Ja, en de arbeid is meer dan 9 uur per nachtdienst (82022)
Eindverslag inspectieproject Audiovisuele Sector
26
O Ja, en de arbeid is meer dan 200 uur per 4 weken O Ja, en de arbeid is meer dan 520 uur per 13 weken O Ja, de arbeid is meer dan 14 uur per nachtdienst O Ja, de arbeid is meer dan 72 uur per week O Ja, de arbeid is meer dan 624 uur in 13 weken 07 Het aantal nachtdiensten is te veel O Nee en de CR/SR wordt nageleefd O Ja, maar de normen van de CR/SR worden overschreden O Ja, er zijn er meer dan 28 in 13 weken (eindigend voor/op 02.00 uur 52x), O Ja, er zijn er meer dan 7 achtereenvolgend 08 De rusttijd na de nachtdiensten is te kort O Nee en de CR/SR wordt nageleefd O Ja, maar de rusttijden na nachtdiensten zijn wel korter dan de CR/SR O Ja, korter dan 14 uur (1x per 7x24 uur 8 uur), O Na een reeks (minimaal 3, maximaal 7) korter dan 48 uur
(82013) (82023) (Proces-verbaal) (Proces-verbaal) (Proces-verbaal)
(Afhandeling) (Afhandeling +) (82024) (82025)
(Afhandeling) (Afhandeling +) (82020) (82021)
09 Er wordt overgewerkt? Onvoorziene wijziging omstandigheden, incidenteel en niet periodiek, of aard van de arbeid, incidenteel en voor korte tijd. O Nee (Afhandeling) O Ja en de CR/SR wordt nageleefd (Afhandeling) O Ja, maar er wordt wel langer gewerkt dan de CR/SR (Afhandeling +) O Ja, en de arbeid is meer dan 12 uur per dienst (tussen 06.00 en 02.00 uur), (82016) O 10 uur per nachtdienst (tussen 02.00 en 06.00 uur), (82027) O 60 uur per week (82017) O 520 uur per 13 weken bij nachtdienst (82028) O Ja, de arbeid is meer dan 14 uur per nachtdienst (82018) (Proces-verbaal) O Ja, de arbeid is meer dan 72 uur per week (82018) (Proces-verbaal) O Ja, de arbeid is meer dan 614 uur in 13 weken (82018) (Proces-verbaal) 10 De dagelijkse rusttijden zijn te kort O Nee en de CR/SR wordt nageleefd (Afhandeling) O Nee, maar de dagelijkse rusttijden zijn wel korter dan de CR/SR (Afhandeling +) O Ja, de dagelijkse rust is korter dan 11 uur (1x per 7x24uur 8uur) (82007) O Ja, de dagelijkse rust is korter dan 10 uur (12xper 4 weken in te korten tot 10 uur) (83907) O Ja, de dagelijkse rust is korter dan 6 uur (Proces-verbaal) 11 De wekelijkse rusttijden zijn te kort O Nee en de CR/SR wordt (Afhandeling) O Nee, maar de wekelijkse rusttijden zijn wel korter dan de CR/SR (Afhandeling +) O Ja, de wekelijkse rust is korter dan 36 uur per 7x24 uur (82006) O Ja, de wekelijkse rust is korter dan 60 uur per 9x 24 uur (1x per 5 weken 32 uur) (82006) 12 Er is door de Arbo-dienst goedgekeurde de RI&E en plan van aanpak
Eindverslag inspectieproject Audiovisuele Sector
27
O Ja O Ja, maar knelpunten m.b.t. arbeids- en rusttijden zijn daarin niet opgenomen O Nee, maar daar is aan de Arbodienst wel opdracht toe gegeven O Nee, en er is aan de Arbodienst geen opdracht gegeven
Eindverslag inspectieproject Audiovisuele Sector
(82003) (W050101) (Boeterapport)
28
13 Actie op tekortkomingen bij de vastgestelde inspectiepunten q Afhandelingsbrief (141) q Waarschuwingsbrief 1e fase (151) q Waarschuwingsbrief Arbo (138) q Proces-verbaal q Boeterapport
Eindverslag inspectieproject Audiovisuele Sector
29
BIJLAGE 4
MONITORVRAGEN
Eindverslag inspectieproject Audiovisuele Sector
30
MONITORLIJST PRODUCENTEN AUDIOVISUELE SECTOR V1
Productienummer (nummer wordt uitgegeven door de LPS)
V2
Wat is de aard van de productie? 0 landelijke productie (door landelijke omroep geproduceerd) 0 regionale productie (door regionale omroep geproduceerd)
V3
Om welk soort productie gaat het? 0 actualiteitenprogramma (nieuws, achtergronden) 0 tv-series (drama, comedy, misdaad, soap, reality, documentaire) 0 amusement (spelletjes, quiz, muziek) 0 educatief (kunst, natuur, consumenten, wonen) 0 film 0 sport 0 anders, namelijk...............
V4
Waar vindt de productie plaats? 0 studio (omroepstudio) 0 binnenlocatie (evenementenhal, gebouw) 0 buitenlocatie (in buitenlucht) 0 combinatie van binnen- en buitenlocatie 0 anders, namelijk .............
V5
Wie is de opdrachtgever van de productie? 0 omroep (programmamaker) 0 producent zelf (productiebedrijf) 0 externe opdrachtgever (organisatie, instelling, bedrijf) 0 anders, namelijk........
V6
Hoeveel bedrijven zijn bij de productie betrokken? (aantal invullen)
V7 Hoeveel werknemers met een vast dienstverband zijn er in totaal bij de productie trokken? (aantal invullen)
be-
V8
Hoeveel werknemers met een los dienstverband (vrijwilligers /stagaires/ freelancers) zijn er in totaal bij de productie betrokken? (aantal invullen)
V9
Is de samenwerking tussen de verschillende werkgevers, betrokken bij de productie, vastgelegd? 0 ja, dmv. contracten tussen werkgevers
Eindverslag inspectieproject Audiovisuele Sector
31
0 0 0
ja, dmv. overlegvergaderingen die schriftelijk worden vastgelegd anders, namelijk........ nee
V10
Is er voor de productie een draaiboek beschikbaar? 0 ja (ga naar vraag 11) 0 nee (ga naar vraag 12)
V11
Vormen arbeidsomstandigheden een onderdeel van het draaiboek van de productie? 0 ja 0 nee (ga naar vraag 12)
V11a Zo ja, ¢ taken en verantwoordelijkheden ten aanzien van arbeidsomstandigheden zijn omschreven. ¢ risico-inventarisatie en evaluatie opgesteld voor de productie ¢ arbeidsomstandigheden onderwerp van agenda op vergaderingen projectorganisatie ¢ anders, namelijk.......... V12
Wie is verantwoordelijk voor de arbeidsomstandigheden? ¢ arbo-coördinator ¢ productie-manager ¢ projectleiders van de verschillende bedrijven ¢ onbekend ¢ overige, namelijk. ..................
V13
Is er een risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) opgesteld voor de productie? 0 ja, en getoetst door een Arbodienst 0 ja, maar niet getoetst door een Arbodienst 0 nee
EINDE
Eindverslag inspectieproject Audiovisuele Sector
32
BIJLAGE 5
FOTO, FYSIEKE BELASTING VIEWFINDER
Eindverslag inspectieproject Audiovisuele Sector
33
Foto: Cameraman maakt gebruik van een camera met daarop de viewfinder. Het kijken naar de viewfinder tijdens het camerawerk aan de dolly. De viewfinders zijn voornamelijk bovenop de camera’s gepositioneerd waardoor er tijdens opnames voortdurend omhoog gekeken moet worden met nekklachten als gevolg.
Eindverslag inspectieproject Audiovisuele Sector
34