Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Arbeidsinspectie
EINDRAPPORTAGE INSPECTIEPROJECT ARBEIDSTIJDENWET PENITENTIAIRE INRICHTINGEN 2002
Eindrapportage inspectieproject Arbeidstijdenwet Penitentiaire Inrichtingen
1
PROJECTINFORMATIE
Naam:
Inspectieproject Arbeidstijdenwet Penitentiaire Inrichtingen
Projectnummer:
A529
Informatie:
F.J.A. Luyckx Landelijk Projectsecretaris Arbeidsinspectie Postbus 30016 9700 RM GRONINGEN (050) 5225 307
Inspectieperiode:
januari - april 2002
Datum:
februari 2003
Eindrapportage inspectieproject Arbeidstijdenwet Penitentiaire Inrichtingen
2
INHOUDSOPGAVE 0. 1. 2. 3. 4.
5.
6.
7. 8.
PROJECTINFORMATIE EN INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING INLEIDING - AANLEIDING DOELSTELLING HET GEVANGENISWEZEN 4.1 Huis van Bewaring 4.2 De Gevangenis UITVOERING 5.1 Bezochte instellingen 5.2 Werkwijze BEVINDINGEN 6.1 Overtredingen 6.2 Achtergrondbevindingen en oorzaken 6.2.1 Hoog ziekteverzuim 6.2.2 Krappe arbeidsmarkt 6.2.3 Penitentiaire Beginselenwet (PBW) 6.2.4 Onevenredige verdeling van overwerk 6.2.5 Toetsing en toezicht CONCLUSIES FOLLOW-UP
BIJLAGEN 1. 2. 3. 4.
Inspectielijst Bevindingen bij enkele instellingen in Noord-Brabant en Limburg Bijlage actiepunten van het ministerie van Justitie (DJI) A. Overzicht van de overtreden artikelen waarvoor een waarschuwing is gegeven. B. Overzicht van de geconstateerde overtredingen waarvoor proces-verbaal is opgemaakt.
Eindrapportage inspectieproject Arbeidstijdenwet Penitentiaire Inrichtingen
3
1.
SAMENVATTING
Op grond van diverse signalen en klachten met betrekking tot problemen ten aanzien van werk- en rusttijden van het in de Penitentiaire Inrichtingen in ons land werkzame personeel, heeft de Arbeidsinspectie een landelijk onderzoek ingesteld. De doelstelling van het onderzoek was door middel van steekproefsgewijze inspecties na te gaan in hoeverre wordt voldaan aan de bepalingen van de Arbeidstijdenwet en het bevorderen van naleving van de wet door middel van handhaving. Hiertoe zijn in de periode januari - april 2002 de werktijden van 30 inrichtingen geïnspecteerd. Uit het onderzoek is gebleken dat in de gevangenissen en huizen van bewaring veelvuldig en structureel sprake is van overschrijding van de grenzen van de Arbeidstijdenwet. De overtredingen verschilden per inrichting in mate en ernst. Voor een aantal geconstateerde overtredingen kregen 18 werkgevers een waarschuwing. Het betrof hier 73 overtredingen op 11 verschillende artikelen van de Arbeidstijdenwet. Bij 12 werkgevers waren de geconstateerde overtredingen zo ernstig dat direct proces-verbaal is opgemaakt. In deze processen-verbaal zijn in de gecontroleerde periode in totaal 1526 overtredingen van de Arbeidstijdenwet geconstateerd. Doordat bijvoorbeeld tientallen personen niet conform de Arbeidstijdenwet bleken te hebben gewerkt, zijn diverse bepalingen honderden malen overtreden. Dit geldt ook voor de hieronder genoemde ernstige overtredingen. In de inrichtingen werden 123 diensten van meer dan 14 uur en 27 diensten van meer dan 16 uur geregistreerd. Enkele keren werd geconstateerd dat personeelsleden meer dan 10 dagen achtereen en in een enkel geval zelfs 40 dagen achtereen hadden gewerkt. In een tiental gevallen bleken er “werkweken” van 70 tot 90 uur te zijn gemaakt. De meeste ernstige overtredingen en knelpunten betrekking hebben op Penitentiaire Inrichtingen in de Randstad. Van de 12 opgemaakte processen-verbaal zijn er 10 van toepassing op inrichtingen in de randstedelijke gebieden. Als belangrijkste oorzaken voor de geconstateerde knelpunten kunnen worden genoemd: n hoge ziekteverzuimcijfers, n onderbezetting door krapte op de arbeidsmarkt, n toename van het aantal te plaatsen gedetineerden, n naleving van de Wet Penitentiaire Beginselen, n onevenwichtige toedeling van overwerk, n onvoldoende toetsing en toezicht. Gezien het grote aantal vastgestelde (ernstige) overtredingen en structureel optredende knelpunten, kan worden geconcludeerd dat in de penitentiaire inrichtingen in het algemeen en in de in de Randstad gelegen inrichtingen in het bijzonder, sprake is van ernstige misstanden op het terrein van de werk- en rusttijden.
Eindrapportage inspectieproject Arbeidstijdenwet Penitentiaire Inrichtingen
4
2.
INLEIDING - AANLEIDING
Uit diverse signalen van onder andere ondernemingsraden en vakbonden en incidentele inspecties door de Arbeidsinspectie, bleek dat er sprake zou zijn van ernstige en structurele knelpunten op het gebied van naleving van de Arbeidstijdenwet in de gevangenissen en de huizen van bewaring in Nederland. Ook werden door het kamerlid Duijkers (PvdA) in februari 2002 kamervragen gesteld met betrekking tot een door de Arbeidsinspectie opgemaakt proces-verbaal naar aanleiding van geconstateerde overtredingen en ernstige knelpunten op het gebied van werk- en rusttijden bij de Penitentiaire Inrichting Over-Amstel te Amsterdam. Door de toenmalige minister van Justitie werd, mede namens de toenmalige minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, onder meer geantwoord dat de Arbeidsinspectie bij een groot aantal Penitentiaire Inrichtingen in ons land een onderzoek zal instellen naar de naleving van de Arbeidstijdenwet. De knelpunten betroffen onder meer: • overschrijdingen van de maximaal toegestane dagelijkse en/of wekelijkse arbeidstijd, • te korte onafgebroken dagelijkse en/of wekelijkse rusttijd. De betreffende problemen werden ook door het Ministerie van Justitie, i.c. de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) onderkend. In een op 29 mei 2001 aan de directies van de inrichtingen gericht schrijven van het Ministerie van Justitie worden deze knelpunten genoemd en voorstellen gedaan om de problematiek het hoofd te bieden. Gezien het bovenstaande, is de Arbeidsinspectie in januari 2002 gestart met een onderzoek naar de naleving van de Arbeidstijdenwet bij de penitentiaire inrichtingen; de gevangenissen en huizen van bewaring.
Eindrapportage inspectieproject Arbeidstijdenwet Penitentiaire Inrichtingen
5
3.
DOELSTELLING
De doelstelling van het project was door middel van steekproefsgewijze inspecties na te gaan in hoeverre in deze sector wordt voldaan aan de bepalingen van de Arbeidstijdenwet en het bevorderen van naleving van de wet door middel van handhaving.
Eindrapportage inspectieproject Arbeidstijdenwet Penitentiaire Inrichtingen
6
4.
HET GEVANGENISWEZEN
Het gevangeniswezen is onderdeel van de Dienst Justitiële Inrichtingen van het Ministerie van Justitie en verzorgt de detentie van volwassenen in de zogenaamde penitentiaire inrichtingen; de huizen van bewaring en de gevangenissen.
4.1 Huis van bewaring Een huis van bewaring is een gesloten inrichting waar hoofdzakelijk personen verblijven die: • van een misdrijf worden verdacht en in preventieve hechtenis worden gehouden, • veroordeeld zijn en in afwachting zijn van plaatsing in een gevangenis, • tot TBS-verpleging zijn veroordeeld en in afwachting zijn van plaatsing, • in vreemdelingenbewaring zijn gesteld, • hebben geweigerd een boete te betalen of te verschijnen om een gevangenisstraf te ondergaan.
4.2 De gevangenis Een gevangenis heeft een gesloten, een half open of een open karakter met hiervoor verschillend geldende regimes. In de gevangenis zitten personen die door de rechter tot een hechtenis- of gevangenisstraf zijn veroordeeld. Er zijn gevangenissen voor mannen, vrouwen, jong volwassenen en vreemdelingen. De penitentiaire inrichtingen zijn opgedeeld in 20 zogenaamde PI-cluster-eenheden, waaronder een aantal gevangenissen en huizen van bewaring ressorteren. Er zijn binnen het Gevangeniswezen in totaal 39 gevangenissen en huizen van bewaring, ressorterend onder de PI-clusters. Elke lokale inrichting kent een locatiedirecteur en (vaak) een Onderdeelscommissie. Eindverantwoordelijk werkgever is de Algemeen Directeur van een PI-Cluster. Binnen een cluster opereert een (cluster-)Ondernemingsraad.
Eindrapportage inspectieproject Arbeidstijdenwet Penitentiaire Inrichtingen
7
5.
UITVOERING
5.1 Bezochte instellingen In het kader van dit inspectieproject zijn de werktijden van 30 inrichtingen in het land geïnspecteerd. Enkele inrichtingen in de provincies Noord-Brabant en Limburg zijn, in verband met reeds lopende inspectietrajecten, binnen een ander kader bezocht. In bijlage 2 worden de bevindingen van deze laatst bedoelde bezoeken beknopt weergegeven. De inspectieperiode was van januari tot april 2002. 5.2 Werkwijze Voor de inspectie werd door of namens de inspecteur een afspraak gemaakt met de betreffende PI-cluster, waarbij werd verzocht de urenregistratie van de te inspecteren inrichting op de dag van inspectie ter inzage gereed te hebben, voorzien van de eventueel benodigde legenda. De inspectie omvatte een controle van een aaneengesloten periode van 13 achtereenvolgende weken voorafgaand aan de inspectiedatum, van de feitelijk gewerkte uren van executief personeel op grond van een selectieve steekproef van de afdelingen bewaking en beveiliging. Voorafgaand vond tevens een (kort) onderhoud plaats met de werkgever of diens vertegenwoordiger en - separaat - met een afvaardiging van de Ondernemingsraad, teneinde de nodige informatie uit te wisselen. Handhaving vond plaats conform het landelijk vastgesteld handhavingsbeleid Arbeidstijdenwet. Na afloop van de inspectie werden de bevindingen zo spoedig mogelijk aan de werkgever en de Ondernemingsraad bekend gemaakt, waarna de schriftelijke bevestiging volgde van hetgeen was geconstateerd.
Eindrapportage inspectieproject Arbeidstijdenwet Penitentiaire Inrichtingen
8
6. BEVINDINGEN 6.1 Overtredingen Uit het onderzoek is gebleken dat in de gevangenissen en huizen van bewaring veelvuldig en structureel sprake is van overschrijding van de grenzen van de Arbeidstijdenwet. De overtredingen verschilden per inrichting in mate en ernst. Voor een aantal geconstateerde overtredingen kregen 18 werkgevers een waarschuwing. Het betrof hier 73 overtredingen op 11 verschillende artikelen van de Arbeidstijdenwet. Omdat in deze gevallen kon worden volstaan met een waarschuwing heeft er geen nadere specificatie op individuele situaties plaatsgevonden. In bijlage 4, tabel A is een overzicht gegeven. Bij 12 werkgevers waren de geconstateerde overtredingen zo ernstig dat direct procesverbaal is opgemaakt.1 In deze processen-verbaal zijn in de gecontroleerde periode in totaal 1526 overtredingen van de Arbeidstijdenwet geconstateerd. Het grote aantal overtredingen heeft hier wel betrekking op de individuele situaties van de werknemers zoals in de processen-verbaal is weergegeven. Doordat bijvoorbeeld tientallen personen niet conform de Arbeidstijdenwet bleken te hebben gewerkt, zijn diverse bepalingen honderden malen overtreden. Dit geldt ook voor de hieronder genoemde ernstige overtredingen. In de inrichtingen werden 123 diensten van meer dan 14 uur en 27 diensten van meer dan 16 uur geregistreerd. Enkele keren werd geconstateerd dat personeelsleden meer dan 10 dagen achtereen en in een enkel geval zelfs 40 dagen achtereen hadden gewerkt. In een tiental gevallen bleken er “werkweken” van 70 tot 90 uur te zijn gemaakt. Vaak bleek er sprake te zijn van het draaien van zogenaamde dubbele diensten, waardoor er zeer lange werktijden en vervolgens zeer korte rustperioden ontstonden. Doordat de overtredingen doorgaans betrekking hadden op een vaste groep medewerkers die het overwerk voor zijn rekening nam, en die daarvoor ook de gelegenheid kreeg, volgden uit de genoemde overtredingen vaak ook overschrijdingen van de wekelijks benodigde rust en de toegestane arbeidstijd per week, per vier weken en per dertien weken. In het overzicht in bijlage 4, tabel B, wordt aangegeven op welke artikelen de overtredingen betrekking hadden. Opvallend is, dat de meeste ernstige overtredingen en knelpunten betrekking hebben op penitentiaire inrichtingen in de randstad. Van de 12 opgemaakte processen-verbaal zijn er 10 van toepassing op inrichtingen in de randstedelijke gebieden.
1
Deze overtredingen waren van dien aard dat direct proces-verbaal moest worden opgemaakt, conform het vigerend handhavingsbeleid van de Arbeidsinspectie inzake ernstige overtredingen. Er is sprake van een ernstige overtreding wanneer: - er gedurende meer dan 14 uren arbeid per dienst wordt verricht - er meer dan 72 uur per week dan wel gemiddeld 48 uur per 13 weken arbeid wordt verricht - er sprake is van een dagelijkse rust van minder dan 6 uur.
Eindrapportage inspectieproject Arbeidstijdenwet Penitentiaire Inrichtingen
9
6.2 Achtergrondbevindingen en oorzaken Onderstaande bevindingen zijn gebaseerd op informatie van inspecteurs naar aanleiding van gestandaardiseerde vraaggesprekken met o.a. leidinggevenden, medewerkers, P. en O.functionarissen en OR-leden. Als belangrijkste oorzaken voor de geconstateerde knelpunten kunnen worden genoemd: n hoge ziekteverzuimcijfers, n onderbezetting door krapte op de arbeidsmarkt, n toename van het aantal te plaatsen gedetineerden, n naleving van de Wet Penitentiaire Beginselen, n onevenwichtige toedeling van overwerk, n onvoldoende toetsing en toezicht. Hieronder worden enkele punten achtereenvolgens toegelicht : 6.2.1 Hoog ziekteverzuim Een hoog ziekteverzuim brengt met zich mee dat het uit te voeren werk over minder mensen moet worden verdeeld, hetgeen kan leiden tot extra werkbelasting in de vorm van bijvoorbeeld (langdurig) overwerk en te korte rusttijden tussen de diensten. Landelijk schommelt het verzuimpercentage bij de penitentiaire inrichtingen tussen de 11 en 12 % (exclusief zwangerschapsverlof), waarmee deze groep tot de categorie “hoogverzuimers” kan worden gerekend (cijfers juli 2001). Hierin scoren de in de randstad gelegen inrichtingen beduidend hoger dan de instellingen elders in het land. Volgens verklaringen van leidinggevenden betreft het hier voornamelijk zogenaamd kort en middellang verzuim (1 dag – 6 weken), waarmee praktisch geen rekening valt te houden in de planning van een 24-uursroosters van een penitentiaire inrichting. De meeste inrichtingen beschikken over een Bureau Personeelsinzet, dat met inachtneming van de normen van de Arbeidstijdenwet, onder andere de door onverwacht opgetreden ziekteverzuim opengevallen gaten in de roosters moet zien te vullen. In de praktijk wordt dit echter vaak overgelaten aan de direct leidinggevenden, de zogenaamde Teamleiders. Hoewel praktisch alle Teamleiders op de hoogte bleken van de normen van de Arbeidstijdenwet, gaven 11 van de 30 Teamleiders aan, de werkroosters niet aan de hand van de wettelijke grenzen op te stellen. Slechts iets meer dan de helft van de Teamleiders legt de door hen vastgestelde en/of gewijzigde roosters ter toetsing of instemming voor aan het Bureau Personeelsinzet. Vaak werd door de Teamleiders aangegeven dat aanpassing van de roosters door plotselinge uitval etc. niet doenlijk was, zonder de wet te overtreden. 6.2.2 Krappe arbeidsmarkt Als een van de andere belangrijke oorzaken van knelpunten op het gebied van werk- en rusttijden, wordt de krapte op dit gedeelte van de arbeidsmarkt aangewezen. Bij een groot deel van de inrichtingen - en voornamelijk in de randstad - is de personeelsformatie niet op sterkte. De uitstroom is groot en vervangend personeel is moeilijk te krijgen. Oorzaken worden onder meer gevormd door een als relatief laag ervaren beloning en wegvallende (onregelmatigheids-)toeslagen in combinatie met een sterke concurrentie met naastliggende sectoren in de arbeidsmarkt. Eindrapportage inspectieproject Arbeidstijdenwet Penitentiaire Inrichtingen
10
Aangezien de nieuw ingestroomde krachten niet meteen zelfstandig kunnen worden ingezet en hiertoe eerst diverse cursussen moeten volgen, blijft het probleem van onderbezette afdelingen vaak langdurig bestaan. Verder heeft de (politieke) besluitvorming ten aanzien van het op korte termijn sluiten en (weer) openen van inrichtingen eveneens een negatieve invloed uitgeoefend op onder andere werving en behoud van personeel. 6.2.3 Penitentiaire Beginselenwet (PBW) De werktijden van het in de inrichtingen werkzame personeel komen eveneens onder druk te staan door een strikte naleving van de PBW. Deze wet regelt onder andere de rechten van de gedetineerden. Het recht op verzorging, recreatie, tijdig luchten, etc., staat vaak op gespannen voet met de mogelijkheden die PIW-ers en bewaarders kunnen benutten binnen de voor hen geldende diensttijden. Het is gebleken dat gedetineerden zich snel beroepen op hun rechten wanneer zij vinden dat de mogelijkheid tot verzorging of luchten door bijvoorbeeld onderbezetting op een afdeling in het gedrang komt. Aangezien dit vaak tot onrust en spanningen en soms zelfs tot formele bezwaarprocedures leidt, kiest men er liever voor om bijvoorbeeld niet te pauzeren of langer door te werken dan in strijd met de PBW te handelen. 6.2.4 Onevenredige verdeling van overwerk Uit de inspecties is gebleken dat het grootste gedeelte van de geconstateerde overtredingen voortkomt uit verschoven diensten. Hoewel de basisroosters doorgaans voldoen aan de normen van de Arbeidstijdenwet, worden deze door de afdelingshoofden aangepast in verband met “gaten” in de roosters die door ziekteverzuim, (vakantie-)verlof, uitval door opleidingen, etc., zijn ontstaan. Hierbij worden vaak personeelsleden gevraagd extra uren te werken of zelfs zogenaamde dubbele diensten te draaien. In enkele situaties is gebleken dat het personeel zelf bepaalde hoe de diensten uiteindelijk werden ingevuld. Een opvallend gegeven is dat bij alle bezochte inrichtingen er steeds sprake was van een vaste groep medewerkers die het overwerk voor zijn rekening nam. Dit gebeurde steeds op vrijwillige basis, waaraan – zoals werd aangegeven – voornamelijk financiële redenen ten grondslag lagen. Doordat hierdoor de andere groep medewerkers niet, of in mindere mate, met overwerk werd belast, leek weliswaar een werkbare oplossing te zijn gevonden, maar was er een situatie ontstaan waarbij sommige personeelsleden structureel en in ernstige mate de grenzen van de wettelijk vastgestelde werk- en rusttijden overschreden. Wel wordt bij de meeste inrichtingen terughoudend beleid gevoerd ten aanzien van het toedelen van overwerk aan oudere werknemers (55+). 6.2.5 Toetsing en toezicht Uit het onderzoek is gebleken dat bij bijna de helft van de instellingen geen toetsing achteraf plaatsvindt of en in welke mate er conform de Arbeidstijdenwet is gewerkt en dat er bij de helft van de inrichtingen evenmin acties worden ondernomen als is geconstateerd dat er structureel niet aan de norm van deze wet werd voldaan. De – in de inleiding genoemde – aan alle inrichtingen door de Directie DJI verzonden brief met aanbevelingen met betrekking tot de mogelijkheden tot het opheffen van personele en werktijdgebonden knelpunten, is in praktisch alle instellingen wel met de OR besproken. Slechts 10 instellingen hebben naar aanleiding van de in deze brief gedane voorstellen ook daadwerkelijk actie ondernomen.
Eindrapportage inspectieproject Arbeidstijdenwet Penitentiaire Inrichtingen
11
7.
CONCLUSIES
Gezien het grote aantal vastgestelde (ernstige) overtredingen en structureel optredende knelpunten, kan worden geconcludeerd dat in de penitentiaire inrichtingen in het algemeen en in de in de randstad gelegen inrichtingen in het bijzonder, sprake is van ernstige misstanden op het terrein van de werk- en rusttijden. Het structureel werken in te lange diensten, gevolgd door te korte rustperioden veroorzaken niet alleen risico’s voor de gezondheid en het welzijn van werknemers, maar beperken ook de mogelijkheid het werk te kunnen combineren met zorgtaken en/of andere verantwoordelijkheden buiten het werk. Hoewel een groot aantal van de genoemde oorzaken wordt gevormd door externe factoren (politieke besluitvorming, krappe arbeidsmarkt, etc.) kan worden vastgesteld dat door de onevenredige toedeling van overwerk, het ontbreken van interne toetsing en toezicht en het niet of onvoldoende toepassen van beheersinstrumenten, er op dit terrein sprake is van falend beleid. Hierbij dient in acht te worden genomen dat de risico’s die de extreem lange diensten en de korte rusttijden van de groep bewaarders en PIW-ers met zich meebrengen, niet beperkt blijven tot de arbeidsomstandigheden van het personeel, maar ook invloed kunnen hebben op zaken als orde en veiligheid in de inrichtingen. Gedacht kan worden aan op den duur optredende vermoeidheidsverschijnselen die in combinatie met een bepaalde werkdruk in de praktijk kunnen leiden tot bijvoorbeeld overmatige geprikkeldheid, óf juist een apathische houding en concentratieverlies. Het is duidelijk dat de complexe sociale dynamiek van een gevangenis of huis van bewaring, met de kenmerkende risico’s voor agressief gedrag, een ernstig conflict of zelfs een ontsnapping, vraagt om voor hun werk goed toegeruste én uitgeruste medewerkers. Het niet in de hand houden van de werktijdgrenzen van deze medewerkers vormt gezien de aard en het doel van de werkzaamheden daardoor een afbreukrisico in zowel sociaal als maatschappelijk opzicht.
Eindrapportage inspectieproject Arbeidstijdenwet Penitentiaire Inrichtingen
12
8.
FOLLOW UP
Door de Arbeidsinspectie zullen de in dit verslag weergegeven bevindingen en conclusies worden aangeboden aan het Ministerie van Justitie, Directie DJI, en de betreffende centrale werknemersorganisaties. Tevens zal het rapport worden aangeboden aan de directies en ondernemingsraden van de bezochte instellingen. Met het Ministerie van Justitie is afstemming gezocht over de mogelijkheid om vanuit dit ministerie acties te ondernemen, die initiërend en ondersteunend kunnen werken bij de opheffing van de geconstateerde knelpunten. Hiertoe zullen door de directie DJI een aantal actiepunten worden geformuleerd over de wijze waarop hieraan inhoud zal worden gegeven. De betreffende actiepunten zijn als bijlage 3 bij dit verslag gevoegd. In een binnenkort te houden afstemmingsoverleg tussen de directie van DJI en de Arbeidsinspectie zal de inhoud van deze actiepuntenlijst aan de orde worden gesteld waarna bezien zal worden in hoeverre de aangedragen oplossingsvoorstellen in de praktijk kunnen en zullen worden gerealiseerd. De opgemaakte en op te maken processen-verbaal zijn of worden conform de interne richtlijn “Vervolging van overheden” aangeboden aan het Openbaar Ministerie.
Eindrapportage inspectieproject Arbeidstijdenwet Penitentiaire Inrichtingen
13
BIJLAGE 1
INSPECTIELIJST
Eindrapportage inspectieproject Arbeidstijdenwet Penitentiaire Inrichtingen
14
INSPECTIELIJST 820 82001 82002 82005 82006 82007 82008 82009 82010
82011 82012 82013 82014 82015 82016 82017 82018 82019 82020 82021 82022 82023 82024
82025 82026 82027 82028 82029 82030 82031 82032 82033 82034 82035 82036 82037 82038
Werk- en rusttijden algemeen Registratie register ten minste 1 jaar bewaren minimum rusttijden wekelijkse rust (of 36 uur per 7 x 24 uur, of 60 uur per 9 x 24 uur, 1 x per 5 weken inkorten tot 32 uur) dagelijkse rust van 11 uur per 24 uur (1 x per 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur) Pauze min. pauze bij > 5,5 uur: 1/2 uur (op te splitsen in 2 x 1/4 uur) geen pauze, mits solitaire functie en afwisseling arbeid per (nacht)dienst door pauze onmogelijk is en niet op andere wijze te organiseren (per 52 weken max. gem. 40 uur per week en per (nacht)dienst max. 12 uur) maximum arbeidstijden structureel 10 uur per dienst 200 uur per 4 weken (gem. 50 uur per week) 585 uur per 13 weken (gem. 45 uur per week) maximum arbeidstijd bij (incidenteel) overwerk 12 uur per dienst 60 uur per week 624 uur per 13 weken (gem. 48 uur per week) aanvullende regels bij nachtdienst min. rust na nachtdienst 14 uur (1 x per 7 x 24 uur inkorten tot 8 uur), indien overwerk na 0.200 uur min. rust van 48 uur na reeks nachtdiensten max. arbeidstijd 9 uur per nachtdienst max. arbeidstijd 2080 uur per 52 weken (gem.40 uur per week) mits op andere wijze niet te organiseren max. aantal nachtdiensten 28 of 35 per 13 weken of max. 20 uur per 2 weken tussen 00.00 en 06.00 uur (52 per 13 weken indien einde voor 02.00 uur), gezien de aard van de arbeid of redelijkerwijs niet anders te organiseren max. aantal achtereenvolgende nachtdiensten: 7 aanvullende overwerkregels bij nachtdienst max. arbeidstijd bij overwerk indien sprake van nachtdienst 10 uur max. arbeidstijd per 52 weken 2080 uur (gem. 40 uur per week), mits niet op andere wijze te organiseren Zondagsarbeid ingeval zondagsarbeid 13 vrije zondagen per 52 weken Consignatie periode zonder consignatie per 4 weken 2 tijdruimten van elk min. 7 x 24 uur geen consignatie voor of na nachtdienst max. arbeidstijd per 24 uur bij consignatie 13 uur max. arbeidstijd per week bij consignatie 60 uur max. arbeidstijd per 13 weken bij consignatie – gem. 45 uur max. arbeidstijd per 13 weken bij consignatie indien geheel of gedeeltelijk tussen 00.00 en 06.00 uur -gem. 40 uur min. arbeidstijd bij oproep in consignatie 1/2 uur
Eindrapportage inspectieproject Arbeidstijdenwet Penitentiaire Inrichtingen
4:3 ATW 3:2:1 5:3 ATW 5:5 ATW
5:10 ATW 4:6:1
5:7(3) ATW 5:7(3) ATW 5:7(3) ATW 5:9(3) ATW 5:9(3) ATW 5:9(3) ATW 5:8 ATW 5:8 ATW 5:8 ATW 4:9:1 4:7:1
5:8 ATW 5:9 ATW 4:9:1
5:4 ATW 5:11 ATW 5:11 ATW 5:11 ATW 5:11 ATW 5:11 ATW 5:11 ATW 5:11 ATW
15
BIJLAGE 2 BEVINDINGEN BIJ ENKELE INRICHTINGEN IN NOORD-BRABANT EN LIMBURG (BUITEN DIT PROJECT)
Eindrapportage inspectieproject Arbeidstijdenwet Penitentiaire Inrichtingen
16
Bezochte inrichtingen in Noord Brabant en Limburg In verband met enkele ontvangen klachten en signalen met betrekking tot de arbeidsomstandigheden, zijn in 2001 en 2002 een 4-tal Penitentiaire Inrichtingen in Noord Brabant en Limburg door inspecteurs bezocht. Naar aanleiding van deze reeds lopende trajecten, zijn deze inrichtingen niet meegenomen in het kader van het Inspectieproject ATW Penitentiaire Inrichtingen. Bij twee inrichtingen bleek er sprake te zijn van enkele overschrijdingen van de Arbeidstijdenwet. Deze knelpunten bleken echter niet van zodanig structurele en ernstige aard te zijn dat hierbij handhavend moest worden opgetreden. In een andere inrichting zijn overtredingen geconstateerd die betrekking hadden op de onvolledigheid van de risico-inventarisatie en -evaluatie en de inrichting van arbeidsplaatsen. Hiervoor is een waarschuwingsbrief aan de werkgever gezonden. Bij hercontroles bleken de betreffende overtredingen te zijn opgeheven. Tot slot heeft bij één Penitentiaire Inrichting een informatief gesprek plaatsgevonden tussen de Arbeidsinspectie en de Ondernemingsraad naar aanleiding van een krantenartikel waarin gewag werd gemaakt van knelpunten met betrekking tot de Arbeidstijdenwet. Dit overleg heeft geen aanleiding gegeven tot verdere interventies van de zijde van de Arbeidsinspectie.
Eindrapportage inspectieproject Arbeidstijdenwet Penitentiaire Inrichtingen
17
BIJLAGE 3
ACTIEPUNTEN VAN HET MINISTERIE VAN JUSTITIE (DJI)
Eindrapportage inspectieproject Arbeidstijdenwet Penitentiaire Inrichtingen
18
Op 7 februari 2003 (per fax) en op 10 februari (per post) is de reactie van het ministerie van Justitie, DJI, ontvangen. In de bijlage van deze brief zijn de actiepunten weergegeven. Bijlage bij brief, kenmerk 5209792103/DJI Onderstaand wordt aandacht besteed aan vier oorzaken geformuleerd voor de geconstateerde knelpunten met betrekking tot de naleving van de regels inzake rust- en werktijden. Vervolgens zijn concrete actiepunten geformuleerd: 1. het hoge ziekteverzuim; 2. onderbezetting door krapte op de arbeidsmarkt; 3. onevenwichtig toedeling van overwerk; 4. onvoldoende toetsing en toezicht. 1. Hoog ziekteverzuim. Actiepunten. De huidige aanpak van het ziekteverzuim zal worden geïntensiveerd middels een verdere implementatie van de nota 'Investeren in Personele Zorg'. Deze nota bevat een samenstel van maatregelen ter versterking van het personeelsbeleid in de inrichtingen. De implementatie van deze nota wordt gevolgd en getoetst vanuit mijn directie. Verder wordt op inrichtingsniveau de personele functie versterkt door de invoering van het rapport 'Herinrichting Personele Functie'. Van een versterking van de personele functie, zowel kwantitatief, als kwalitatief, worden positieve effecten verwacht ten aanzien van het personeelsbeleid in de inrichtingen in het algemeen en ten aanzien van het voorkomen van ziekteverzuim in het bijzonder. Vorig jaar zijn wij gestart met het toewijzen van externe verzuimadviseurs aan inrichtingen met een hoog ziekteverzuim. Verder is het voorkomen van ziekteverzuim reeds een expliciet onderwerp van gesprek in de managementgesprekken. Deze reeds ingezette aanpak heeft bij DJI in 2002 reeds tot een daling van 1.2% geleid. 2. Onderbezetting door krapte op de arbeidsmarkt. De personeelsformatie is niet op sterkte, de uitstroom is groot en vervangend personeel is moeilijk te krijgen. Deze problematiek werd bij een aantal inrichtingen fors versterkt door de extra personele behoefte die voortvloeide uit capaciteitsuitbreidingen. Actiepunten. In 2002 is reeds op DJI niveau een (personeels)pool geformeerd. In deze pool worden sollicitanten aangesteld voor inrichtingen voor met name in de Randstad. Inrichtingen kunnen derhalve nieuwe personeelsleden uit deze pool afnemen. Hier wordt op grote schaal gebruik van gemaakt. De situatie begin 2003 is dat we steeds beter in staat zijn vacatures in te vullen. Er is een dalende lijn met betrekking tot de uitstroom van personeel en daarnaast beschikken alle inrichtingen nu over voldoende netto-inzetbaar personeel. Deze situatie is geen stabiel gegeven en kan weer omslaan naar onvoldoende inzetbaar personeel. Vandaar dat de pool niet zal worden opgeheven zodat blijvend personeel geleverd kan worden aan die inrichtingen die vanwege krapte op de arbeidsmarkt en een hoog arbeidsverzuim toch nog in bezettingsproblemen komen. Mede door deze pool zijn de inrichtingen in de Randstad beter in staat om nieuw personeel aan te trekken.
Eindrapportage inspectieproject Arbeidstijdenwet Penitentiaire Inrichtingen
19
In de loop van 2003 wordt functiedifferentiatie ingevoerd. Dit biedt een perspectief voor een betere loopbaanontwikkeling met een daaraan gekoppeld hoger salaris. Met de invoering van functiedifferentiatie beoogd DJI een grotere aantrekkingskracht op de arbeidsmarkt te hebben en het personeel langer te kunnen binden. 3. Onevenwichtige toedeling van overwerk. Het grootste gedeelte van de geconstateerde overtredingen komt voort uit verschoven diensten. In enkele situaties is gebleken dat het personeel zélf bepaalde hoe de diensten uiteindelijk werden ingevuld. Bij alle bezochte inrichtingen is er steeds sprake van een vaste groep medewerkers die het overwerk, op vrijwillige basis, voor zijn rekening neemt. Bij de meeste inrichtingen wordt een terughoudend beleid gevoerd ten aanzien van het toedelen van overwerk aan oudere werknemers (55+). Actiepunten. Het management van de inrichtingen maakt intern de afspraak dat, als er sprake is van overwerk, dit evenwichtig wordt toebedeeld. Het management van de inrichtingen maakt, binnen de eigen inrichting, de afspraak dat zij iedere maand een overzicht ontvangt van de personeelsleden die de afgelopen maand hebben overgewerkt. Deze lijst is uitgesplitst naar naam, afdeling een aantal uren dat is overgewerkt. De leidinggevende bepaalt wie er overwerkt. De invulling van deze diensten geschiedt derhalve niet door de personeelsleden zelf. Indien het overwerk onvermijdelijk leidt tot een overschrijding van de arbeidstijdenwet, legt de leidinggevende hiervoor een schriftelijke motivatie vast die wordt gevoegd bij de periodieke rapportage aan het management. Een ouderenbeleid impliceert niet dat ouderen nooit zouden mogen (moeten) overwerken. Dit betekent dat het management er op gaat toezien dat ook ouderen, indien noodzakelijk, voor overwerk in aanmerking moeten komen. Met de invoering in 2003 van het nieuwe roostersysteem (PIOM), wordt een en ander eenvoudig administratief ondersteund. 4. Onvoldoende toetsing en toezicht Werkroosters worden door de direct leidinggevenden niet in alle gevallen aan de hand van de wettelijke grenzen opgesteld. Slechts iets meer dan de helft van de direct leidinggevenden legt de door hen vastgestelde en / of gewijzigde roosters ter toetsing of instemming voor aan het bureau personeelsinzet. Bij de helft van de inrichtingen vindt geen toetsing achteraf plaats of en in welke mate er conform de Arbeidstijdenwet is gewerkt. Bij de helft van de inrichtingen worden er geen acties ondernomen als is geconstateerd dat er structureel niet aan de norm van de Arbeidstijdenwet wordt voldaan. Actiepunten. De opgestelde werkroosters moeten voldoen aan de wettelijke kaders. Het bureau personele inzet toetst dit en rapporteert hierover aan de AD. Elke vaststelling of wijziging van het rooster wordt ter beoordeling voorgelegd aan bureau personele inzet en de Ondernemingsraad. Elke inrichting toetst maandelijks of de werk- en rusttijden van de Arbeidstijdenwet zijn overschreden. Dit geschiedt door het bureau personele inzet dat hieromtrent rapporteert aan de AD. Bij overschrijdingen dient de leidinggevende een schriftelijke motivatie te geven omtrent de onvermijdelijkheid van de overschrijding en de afwegingen die zijn gemaakt bij de keuze van de betrokken medewerker. Desgevraagd dient de AD mij een overzicht te Eindrapportage inspectieproject Arbeidstijdenwet Penitentiaire Inrichtingen
20
kunnen geven van de gemaakte overtredingen, de motieven hiervoor en de eventuele acties die hierop zijn ondernomen. Middels het eerder vermelde nieuwe roostersysteem kan snel inzicht worden verkregen in de eventuele overschrijdingen. Tot slot Naar aanleiding van één onzer schrijven van 29 mei 2001 aan alle directies van de inrichtingen, hebben niet alle inrichtingen naar aanleiding van de in deze brief gedane voorstellen ook daadwerkelijk actie ondernomen. In deze brief worden knelpunten op het gebied van de naleving van de Arbeidstijdenwet genoemd en voorstellen gedaan om de problematiek het hoofd te bieden. Actiepunt. Deze brief zal met de door mij hierboven geformuleerde actiepunten opnieuw aan alle inrichtingen worden verzonden.
Eindrapportage inspectieproject Arbeidstijdenwet Penitentiaire Inrichtingen
21
BIJLAGE 4
TABEL A OVERZICHT VAN DE OVERTREDEN ARTIKELEN WAARVOOR EEN WAARSCHUWING IS GEGEVEN. TABEL B OVERZICHT GECONSTATEERDE OVERTREDINGEN WAARVOOR PROCES-VERBAAL IS OPGEMAAKT
Eindrapportage inspectieproject Arbeidstijdenwet Penitentiaire Inrichtingen
22
TABEL A Overzicht met geconstateerde overtredingen van artikelen van de Arbeidstijdenwet waarvoor een waarschuwing is gegeven. Daarbij is aangegeven hoe vaak de overtreding op dat artikel bij de 18 betrokken inrichtingen is geconstateerd.
Artikel 4:3 ATW 4:1 ATW 5:3 ATW 5:5 ATW 5:10 ATW 5:7, lid 3 ATW 5:9, lid 3 ATW 5:9, lid 3 ATW 5:8 ATW 5:8 ATW
Omschrijving Deugdelijke registratie werk- en rusttijden
aantal 2
Arbeids- en rusttijden in RI&E
5
wekelijkse rust (36 uur per 7x24 uur of 60 uur per 9x24 uur; 1x per 5 weken inkorten tot 32 uur) dagelijkse rust van 11 uur per 24 uur (1x per 7x24 uur inkorten tot 8 uur) Minimale pauze bij >5,5 uur arbeid van een 1/2 uur (op te splitsen in 2 x 1/4 uur) Maximaal 10 uur per dienst
14 15 1 10
Maximaal 12 uur per dienst
8
Maximaal 60 uur per week
4
Minimum rust na een nachtdienst (1x per 7x24uur; 8 uur) indien overwerk na 02.00 uur Minimale rust van 48 uur na reeks nachtdiensten
3
totaal
11 73
ATW = Arbeidstijdenwet
Eindrapportage inspectieproject Arbeidstijdenwet Penitentiaire Inrichtingen
23
TABEL B Overzicht van het aantal geconstateerde overtredingen uit de processen-verbaal verdeeld naar inrichting (geanonimiseerd) en overtreden artikel van de Arbeidstijdenwet (ATW). Inrichting A B C D E F G H I J K L totaal Overtreding Wekelijkse rust < 36/60 uur (bekorting opgenomen) Art. 5:3, lid 2 ATW Dagelijkse rust < 8 uren Art. 5:5, lid 2 ATW Dagelijkse rust < 11 uren (bekorting tot 8 uren reeds opgenomen) Art. 5:5, lid 2 ATW Arbeidstijd per dienst > 10 uren Art 5:7, lid 3 ATW Arbeidstijd per 4 weken > 200 uur Art. 5:7, lid 3 ATW Arbeidstijd per 13 week > 585 uren Art. 5:7, lid 3 ATW Rust na reeks nachtdiensten < 48 uur; Art. 5:8, lid 3, sub d ATW Aantal nachtdiensten achtereen > 7 Art. 5:8, lid 3, sub d ATW Aantal nachtdiensten in 52 weken Art. 5:8, lid 3, sub b-1 ATW Arbeidstijd per week inclusief overwerk > 60 uren Art. 5:9, lid 3 ATW Arbeidstijd per nachtdienst inclusief overwerk > 10 uur Art. 5:9, lid 3 ATW Totaal
5
1
2
1
3
19 28
24
1
15
26
30
27
44
19
107
56
106
20
91
34
48
33
82
47
127
90
147
41
77
8
11
31
25
1
2
28 6
526 7
733 75
2
5 1
5
1
1 9
12
20
42
27
Eindrapportage inspectieproject Arbeidstijdenwet Penitentiaire Inrichtingen
1
5
1
62
77
89
60
128
66
267
168 316
61
289
8
6
33
12
1526
24
Eindrapportage inspectieproject Arbeidstijdenwet Penitentiaire Inrichtingen