Verzekeringsvoorwaarden Opstalverzekering (OPS-1409)
@ Wat zijn dit voor voorwaarden? Dit zijn de bijzondere verzekeringsvoorwaarden van de VvAA opstalverzekering. Deze vormen één geheel met onze Algemene voorwaarden schadeverzekeringen. In de Algemene voorwaarden schadeverzekeringen staan algemene regels en uitleg die voor al onze schadeverzekeringen gelden. In deze bijzondere verzekeringsvoorwaarden staan regels en toelichtingen die speciaal voor onze Opstalverzekering gelden. Op uw polis kunnen ook nog bepalingen staan die speciaal voor uw verzekering gelden (clausules). Als de verschillende voorwaarden elkaar tegenspreken, gaan de clausules op de polis vóór de bijzondere voorwaarden en de bijzondere voorwaarden vóór de Algemene voorwaarden schadeverzekeringen.
Wat is dit voor verzekering? De Opstalverzekering is een schadeverzekering. Met deze Opstalverzekering zijn uw gebouwen, waaronder woonhuizen en praktijkpanden, verzekerd tegen schade. Dit betekent dat wij de werkelijke schade vergoeden als aan de voorwaarden voldaan is. Er geldt een eigen risico. Dat gedeelte van de schade betaalt u zelf. U betaalt ook een gedeelte van de schade zelf wanneer de schade boven een maximum verzekerd bedrag komt.
Hoe zijn de voorwaarden ingedeeld? In deze voorwaarden leggen wij onder ‘Algemeen’ uit welke bepalingen altijd van toepassing zijn bij deze Opstalverzekering. Onder ‘Rubrieken’ omschrijven wij de dekkingen. Daarin leggen wij per rubriek uit waar u wel of niet voor verzekerd bent.
Rubrieken De VvAA opstalverzekering bestaat uit 3 dekkingsrubrieken: - Rubriek A: Standaard dekking; - Rubriek B: Glasdekking; - Rubriek C: Allrisk dekking.
08.30.0005
Op uw polis staat welke rubriek(en) en/of bedragen zijn verzekerd.
Orteliuslaan 750, Postbus 8153, 3503 RD Utrecht, 030 247 47 89, www.vvaa.nl
1
Verzekeringsvoorwaarden Opstalverzekering Inhoudsopgave
Artikel pagina
Artikel pagina
ALGEMEEN 1. BEGRIPPEN 2. WIE IS VERZEKERD? 3. WAARVOOR BENT U VERZEKERD? 4. WAT VERGOEDEN WIJ IN BIJZONDERE SITUATIES? 4.1. Is het gebouw in aanbouw? 4.2. Wordt het gebouw verbouwd? 4.3. Is het gebouw langer dan 2 maanden leeg of niet bewoond? 4.4. Is het gebouw in gebruik genomen door onbevoegden? 4.5. Hebt u schade aan (bouw)materialen op het terrein tijdens aan-/verbouw? 5. WAT VERGOEDEN WIJ NIET? 6. VASTSTELLING VAN DE SCHADEVERGOEDING 6.1. Hoe stellen wij de schade vast? 6.2. Wat is de basis van de schadevaststelling? 6.2.1. - Schade vastgesteld naar herbouwwaarde 6.2.2. - Schade vastgesteld naar verkoopwaarde 6.2.3. - Vergoeding van glasschade 6.2.4. - Schadevergoeding in natura 6.3. Garantie tegen onderverzekering 6.3.1. - Wanneer bent u niet onderverzekerd? 6.3.2. - Wat is de geldigheidsduur van de garantie? 6.3.3. - Wanneer vervalt de garantie? 6.4. Wat is het gevolg van onderverzekering? 6.4.1. - Schadevergoeding naar verhouding 6.4.2. - Aanpassing van het verzekerd bedrag 6.5. Wat is het gevolg van oververzekering? 6.6. Wat vergoeden wij? 7. INDEXCLAUSULE 8. WELKE WIJZIGINGEN MOET U AAN ONS MELDEN? (Risicowijziging) 9. VERHUIZING 9.1. Geef uw verhuizing zo snel mogelijk aan ons door 9.2. Heeft een verhuizing gevolgen voor uw verzekering? 9.3. Wat gebeurt er als u de verhuizing niet op tijd meldt?
3 3 4 4 4 4 4 4 4 4 4 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 6
13. 14.
RUBRIEK B: GLASDEKKING WAT VERGOEDEN WIJ? WAT VERGOEDEN WIJ NIET?
7 7 8
15. 16. 16.1. 16.2. 17. 17.1. 17.2. 18. 18.1. 18.2. 18.3.
RUBRIEK C: ALLRISK DEKKING WAT VERGOEDEN WIJ? WAT VERGOEDEN WIJ NOG MEER? Bereddingskosten en kosten van hulpverlening door Artsen Alarm Service (AAS) Kosten van deskundigen voor vaststelling van de schade WELKE SCHADES KRIJGT U GEDEELTELIJK OF TOT EEN MAXIMUM VERGOED? Vergoeding tot maximaal 10% van het verzekerd bedrag Vergoeding tot maximaal € 250,- voor hulpverlening door AAS WAT VERGOEDEN WIJ NIET? Schade door constructiefouten, slecht onderhoud of bouwvalligheid van het gebouw Andere oorzaken waarbij wij geen schade vergoeden Wat vergoeden wij nog meer niet?
8 8 8 8 8 8 8 8 9 9 9 9
6 6 6 6 6
RUBRIEKEN
10. 11. 11.1. 11.2. 12. 12.1. 12.2.
RUBRIEK A: STANDAARD DEKKING WAT VERGOEDEN WIJ? WAT VERGOEDEN WIJ NOG MEER? Bereddingskosten en kosten van hulpverlening door Artsen Alarm Service (AAS) Kosten van deskundigen voor vaststelling van de schade WELKE SCHADES KRIJGT U GEDEELTELIJK OF TOT EEN MAXIMUM VERGOED? Vergoeding tot maximaal 10% van het verzekerd bedrag Vergoeding tot maximaal € 250,- voor hulpverlening door AAS
6 6 7 7 7 7 7 7 7
2
ALGEMEEN ARTIKEL 1. BEGRIPPEN Hierna leest u de uitleg van belangrijke begrippen in deze verzekeringsvoorwaarden.
1.1. Bereddingskosten
Noodzakelijke en in redelijkheid gemaakte kosten om schade te voorkomen of te verminderen, vlak voor, tijdens of vlak na het ontstaan van schade. Schade aan spullen die hierbij worden ingezet valt ook onder de dekking. Wij vergoeden alleen bereddingskosten voor schade die volgens deze verzekeringsvoorwaarden verzekerd is. Kosten die u maakt om aan uw normale zorgvuldigheidsplicht te voldoen, zijn geen bereddingskosten.
1.2. Bijgebouwen
Gebouwen losstaand van het (hoofd)gebouw die tot het risicoadres behoren en die gezien hun type en inrichting bestemd zijn om te blijven staan. Hiermee bedoelen wij bijvoorbeeld een schuurtje, garage, praktijkruimte, paardenstal of gastenverblijf. De bijgebouwen moeten op hetzelfde terrein staan als het (hoofd)gebouw.
1.3. Blikseminslag
Een directe inslag van bliksem in het gebouw.
1.4. Bouwaard
Het materiaal waarvan de buitenwanden en dakbedekking van het gebouw zijn gemaakt. Bijvoorbeeld muren van baksteen of hout, en dakbedekking van riet of harde dakbedekking zoals pannen, mastiek, bitumen.
1.5. Brand
Een door verbranding veroorzaakt en met vlammen gepaard gaand vuur buiten een haard (bron), dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten. Geen brand is: a. schroeien, smelten, zengen, verkolen en broeien; b. doorbranden van elektrische apparaten en motoren; c. oververhitten, doorbranden, doorbreken van ovens en ketels.
1.6. Eigen gebrek
Een minderwaardige eigenschap van een zaak, zoals bederf, die ervoor kan zorgen dat de kans op schade groter wordt. Het maakt niet uit of deze eigenschap in de aard van de zaak zelf ligt.
1.7. Gebouw
Het gebouw op het risicoadres dat op de polis staat, inclusief: a. fundering; b. bijgebouwen; c. zonnepanelen; d. oplaadpaal/laadstation voor elektrische auto’s dat is gemonteerd aan het gebouw of op uw terrein; e. bouwsels zoals vaste terreinafscheidingen, pergola’s, aanlegsteigers; f. vaste zwembaden en jacuzzi’s, inclusief de installaties, de vast gemonteerde afdekkingen en de overkappingen die daarbij horen. Voor a t/m f geldt dat deze duurzaam moeten blijven staan. Geen gebouw zijn: - de grond en/of het erf; - terreinafscheidingen van bomen of planten; - (schotel)antennes;
- zonweringen; - woonwagens, stacaravans, (woon)boten; - riool- en afvoerbuizen buiten het gebouw; - veranderingen en verbeteringen die voor rekening van de huurder zijn aangebracht, zoals een keuken.
1.8. Glas
Koepels, deuren van glas, glazen gevelbekleding en ruiten inclusief het bijbehorend bevestigingsmateriaal, die daglicht doorlatend zijn en deel uitmaken van het gebouw.
1.9. Herbouwwaarde
De kosten van herbouw op dezelfde plaats, in dezelfde staat en met dezelfde bestemming.
1.10. Hulpverlening
Noodzakelijke maatregelen en tijdelijke voorzieningen om (verdere) schade te voorkomen of om de gezondheid van de verzekerden te beschermen. Het moet gaan om een gebeurtenis in of bij het gebouw.
1.11. Inbraak
Het zonder toestemming binnendringen van het gebouw door verbreking met zichtbare beschadiging van afsluitingen.
1.12. Indirecte neerslag
Water dat onvoorzien het gebouw is binnengedrongen op voorwaarde dat dit water alleen door een hevige plaatselijke regen buiten zijn normale loop is getreden. De hevige regen moet hebben plaatsgevonden op en/of nabij de locatie waar de schade is ontstaan. Geen indirecte neerslag is: a. water dat buiten zijn normale loop is getreden (mede) door een gebeurtenis in het buitenland; b. dijkdoorbraak, scheuren of andere beschadiging van een waterkering; c. grondwater; d. water dat onvoorzien het gebouw is binnengedrongen door slecht onderhoud. Hevige regen is minimaal 40 millimeter regen in 24 uur, 53 millimeter in 48 uur of 67 millimeter in 72 uur. Om dit vast te stellen gebruiken wij weersinformatie van het KNMI of een soortgelijke weerdienst.
1.13. Inductie na bliksem
Een inslag in de omgeving van het gebouw door bliksem die een overspanning veroorzaakt in het elektriciteitsnet en/of in elektrische apparatuur.
1.14. Luchtverkeer
Een vertrekkend, vliegend, landend of vallend luchtvaartuig of ruimtevaartuig. Hiermee bedoelen wij ook voorwerpen die aan het lucht- of ruimtevaartuig zijn verbonden, hiervan zijn losgeraakt, of die hieruit zijn geworpen of gevallen.
1.15. Neerslag
Regen en/of smeltwater afkomstig van sneeuw en hagel.
1.16. Noodvoorzieningen
De redelijkerwijs noodzakelijke voorlopige voorziening die bij of na een verzekerde gebeurtenis wordt aangebracht in of aan het gebouw, in afwachting van definitief herstel.
3
1.17. Onderverzekering
De situatie waarbij de herbouwwaarde van het gebouw hoger is dan het bedrag waarvoor u het gebouw hebt verzekerd.
1.18. Ontploffing
Een korte eensklaps verlopende, hevige krachtsuiting van gassen, dampen, vloeibare en vaste stoffen. De volledige omschrijving van het begrip ontploffing is op 5 april 1982 onder nummer 285/82 ter griffie van de Arrondissementsrechtbank in Utrecht gedeponeerd.
1.19. Opruimingskosten
De kosten van het wegruimen of afbreken die het noodzakelijke gevolg zijn van een verzekerde gebeurtenis.
1.20. Overstroming
Het bezwijken of overlopen van dijken, kaden, sluizen of andere waterkeringen. Het maakt niet uit of de overstroming de oorzaak of het gevolg is van een verzekerde gebeurtenis.
1.21. Oververzekering
De situatie waarbij de herbouwwaarde van het gebouw lager is dan het bedrag waarvoor u het gebouw hebt verzekerd.
1.22. Storm
Een windsnelheid van ten minste 14 meter per seconde (windkracht 7 of meer). Om dit vast te stellen gebruiken wij weersinformatie van het KNMI of een soortgelijke weerdienst.
1.23. Vandalisme
Zinloze en/of gewelddadige handeling(en) gericht op vernieling.
1.24. Verkoopwaarde
De waarde van het gebouw bij verkoop in ontruimde en onverhuurde staat verminderd met de waarde van de grond.
1.25. VvAA Opstalwaardemeter
Een gestandaardiseerde methode om het verzekerd bedrag vast te stellen.
ARTIKEL 2. WIE IS VERZEKERD? Deze verzekering geldt voor u als verzekeringnemer en iedere (mede)eigenaar van het gebouw.
ARTIKEL 3. WAARVOOR BENT U VERZEKERD? Verzekerd is de schade aan het gebouw door de verzekerde gebeurtenissen en enkele soorten bijkomende kosten.
ARTIKEL 4. WAT VERGOEDEN WIJ IN BIJZONDERE SITUATIES? In bepaalde situaties is de dekking beperkt. Dit geldt in de volgende gevallen:
4.1. Is het gebouw in aanbouw?
In de periode dat het gebouw in aanbouw is en niet is bewoond, vergoeden wij de schade aan het gebouw door de volgende oorzaken: a. brand; b. brandblussing; c. blikseminslag; d. ontploffing; e. storm. Hiervoor geldt een eigen risico van € 200,- per gebeurtenis; f. luchtvaartuigen.
Wij vergoeden alleen stormschade als het gebouw glasdicht is en van de definitieve dakbedekking is voorzien.
4.2. Wordt het gebouw verbouwd?
In de periode dat het gebouw wordt verbouwd en niet is bewoond, vergoeden wij de schade aan het gebouw door de volgende oorzaken: a. brand; b. brandblussing; c. blikseminslag; d. ontploffing; e. storm. Hiervoor geldt een eigen risico van € 200,- per gebeurtenis; f. luchtvaartuigen; g. aanrijding en aanvaring; h. omvallen van kranen en heistellingen. Wij vergoeden alleen stormschade als het gebouw glasdicht is en van de definitieve dakbedekking is voorzien. Als het gebouw tijdens de verbouwing wél is bewoond, vergoeden wij ook: - schade door inbraak, diefstal of poging tot diefstal; - waterschade als deze niet ontstaan is door of verband houdt met de verbouwing.
4.3. Is het gebouw langer dan 2 maanden leeg of niet bewoond?
Als het gebouw langer dan 2 maanden leeg staat of niet bewoond is, vergoeden wij de schade aan het gebouw door de volgende oorzaken: a. brand; b. brandblussing; c. blikseminslag; d. ontploffing; e. storm. Hiervoor geldt een eigen risico van € 200,- per gebeurtenis; f. luchtvaartuigen; g. aanrijding en aanvaring; h. omvallen van kranen en heistellingen.
4.4. Is het gebouw in gebruik genomen door onbevoegden?
Is het gebouw door onbevoegden, zoals krakers, in gebruik genomen? Dan moet u dit onmiddellijk maar uiterlijk binnen 3 dagen nadat dit bij u bekend is, aan ons melden. Wij mogen de voorwaarden aanpassen binnen 14 dagen nadat wij uw bericht hebben ontvangen. De gewijzigde voorwaarden gaan gelden 10 dagen nadat wij u daarvan op de hoogte hebben gebracht.
4.5. Hebt u schade aan (bouw)materialen op het terrein tijdens aan-/verbouw?
Gedurende de periode dat het gebouw in aan- of verbouw is, vergoeden wij ook schade aan de keten, loodsen, steigers, bouwmaterialen en gereedschappen van degenen die bij de bouw zijn betrokken. Wij vergoeden de schade alleen aan personen die bij de bouw betrokken zijn en hun werkzaamheden niet beroepsmatig verrichten. De schade moet ook zijn veroorzaakt door gebeurtenissen zoals genoemd in de artikelen 4.1 en 4.2. Boven het verzekerd bedrag vergoeden wij schade tot maximaal 10% van het verzekerd bedrag.
ARTIKEL 5. WAT VERGOEDEN WIJ NIET? In artikel 7 van de Algemene voorwaarden schadeverzekeringen staat wat niet verzekerd is. Daarnaast gelden voor elke rubriek van deze Opstalverzekering gebeurtenissen waarin wij uw schade niet of gedeeltelijk vergoeden. Het eigen risicobedrag vergoeden wij niet. Of uw verzekering een eigen risico heeft, en hoeveel uw eigen risico is, staat in de verzekeringsvoorwaarden en/of op uw polis.
4
ARTIKEL 6. VASTSTELLING VAN DE SCHADE VERGOEDING 6.1. Hoe stellen wij de schade vast?
De omvang van de schade en de hoogte van de kosten kunnen op verschillende manieren worden vastgesteld: a. Wij bepalen samen met u hoe groot de schade is. b. Wij vragen aan een deskundige hoe groot de schade is. c. Als de regeling onder a of b niet tot een definitieve schadevaststelling leidt, kunnen u en wij ieder een eigen deskundige vragen de schade gezamenlijk vast te stellen. Als u daarvan gebruik wilt maken, moet u ons dat laten weten. De deskundigen moeten zich houden aan de Gedragscode Schade-expertiseorganisaties. Als beide deskundigen niet tot een gezamenlijke vaststelling komen, benoemen zij samen een derde deskundige. Deze stelt de definitieve hoogte van de schade vast. Dit gebeurt binnen de grenzen van de bedragen die de oorspronkelijke deskundigen hebben genoemd. Het oordeel is bindend. De kosten van deze derde deskundige dragen u en wij, ieder voor de helft.
6.2. Wat is de basis van de schadevaststelling?
Wij stellen de omvang van de schade vast op het verschil tussen de waarde onmiddellijk vóór en ná de schadeveroorzakende gebeurtenis.
6.2.1. Schade vastgesteld naar herbouwwaarde
Wij stellen de schade vast op basis van herbouwwaarde als: a. u binnen 3 jaar na de schadedatum tot herbouw of herstel overgaat op dezelfde plaats, in dezelfde staat en met dezelfde bestemming; b. de herbouwwaarde lager is dan de verkoopwaarde. Binnen één jaar na de schadedatum moet u ons schriftelijk informeren of u gaat herbouwen of herstellen.
6.2.2. Schade vastgesteld naar verkoopwaarde
Wij stellen de schade vast op basis van verkoopwaarde als u ons niet binnen één jaar na de schadedatum schriftelijk hebt geïnformeerd of u gaat herbouwen of herstellen. De schade wordt ook op verkoopwaarde vastgesteld als vóór de schade: a. u al van plan was om het gebouw af te breken; b. al bekend was dat het gebouw afgebroken zou worden. Of dat u deze moest verkopen aan de overheid (onteigening); c. het gebouw leeg stond; d. het gebouw al langer dan 2 maanden niet gebruikt was; e. het gebouw te koop stond aangeboden; f. het gebouw geheel of gedeeltelijk door onbevoegden in gebruik genomen was; g. het gebouw al onbewoonbaar of onbruikbaar was verklaard. De verkoopwaarde direct na de schadeveroorzakende gebeurtenis bepaalt de hoogte van de schadevergoeding.
6.2.3. Vergoeding van glasschade
6.3. Garantie tegen onderverzekering
Dit artikel geldt alleen als op uw polis staat dat de ‘Garantie tegen onderverzekering’ van toepassing is. 6.3.1. Wanneer bent u niet onderverzekerd? U bent niet onderverzekerd als het verzekerd bedrag is vastgesteld met de VvAA Opstalwaardemeter en de gebeurtenis heeft plaatsgevonden binnen de geldigheidsduur van de VvAA Opstalwaardemeter. 6.3.2. Wat is de geldigheidsduur van de garantie? De garantie tegen onderverzekering geldt voor een periode van 5 jaar. Deze periode gaat in op de dag dat het verzekerd bedrag met de VvAA Opstalwaardemeter is bepaald. Bij verbouwing wordt de garantietermijn met 5 jaar verlengd als u de VvAA Opstalwaardemeter opnieuw invult. 6.3.3. Wanneer vervalt de garantie? De garantie tegen onderverzekering vervalt als: a. het verzekerd bedrag op uw verzoek wordt verlaagd; b. het verzekerd bedrag niet meer geïndexeerd is; c. het gebouw (gedeeltelijk) elders is verzekerd; d. u niet hebt gemeld dat er een verbouwing heeft plaatsgevonden waarvoor een vergunning is vereist en die de waarde van het gebouw heeft verhoogd; e. na afwikkeling van een schade is gebleken dat het verzekerd bedrag lager is dan de herbouwwaarde.
6.4. Wat is het gevolg van onderverzekering? 6.4.1. Schadevergoeding naar verhouding Als u bent onderverzekerd, vergoeden wij de vastgestelde schade en kosten in dezelfde verhouding als die van het verzekerd bedrag tot de werkelijke waarde van het gebouw onmiddellijk vóór de gebeurtenis. Ook de maximaal verzekerde bedragen die van toepassing zijn, verlagen wij in dezelfde verhouding. De kosten van deskundigen om de schade vast te stellen zoals genoemd in de artikelen 11.2 en 16.2 vergoeden wij bij onderverzekering volledig. Onderverzekering geldt niet voor glasschade. 6.4.2. Aanpassing van het verzekerd bedrag Voor de regeling van de schade passen wij bij onderverzekering het verzekerd bedrag aan overeenkomstig het indexcijfer op het moment van de schade. Wij doen dit alleen als het indexcijfer tussentijds is verhoogd.
6.5. Wat is het gevolg van oververzekering?
Als bij een schade blijkt dat u bent oververzekerd, krijgt u de teveel betaalde premie terug over de periode van maximaal één jaar. De teruggave berekenen wij vanaf de dag waarop het verzekerd bedrag voor het laatst is vastgesteld.
Wij stellen de glasschade vast op basis van de kostprijs van het glas dat vervangen wordt door ander glas van dezelfde soort en kwaliteit. Wij vergoeden ook: a. de kosten van het inzetten van het glas; b. de noodzakelijke herstelkosten van het schilderwerk als gevolg van de glasschade; c. de kosten voor een noodvoorziening.
6.6. Wat vergoeden wij?
6.2.4. Schadevergoeding in natura
Als wij de schade vergoeden op basis van verkoopwaarde, keren wij de schadevergoeding in één bedrag uit.
Wij mogen (een deel van) de beschadigde onderdelen van het gebouw in natura laten repareren of vervangen door vergelijkbare nieuwe.
Bij schadevaststelling naar herbouwwaarde vergoeden wij de schade eerst op basis van de verkoopwaarde. Zijn de kosten voor herstel of herbouw hoger dan de verkoopwaarde? Dan keren wij het meerdere uit op basis van nota’s. De totale schadevergoeding is nooit méér dan de werkelijk betaalde kosten voor herstel of herbouw.
5
ARTIKEL 7. INDEXCLAUSULE Jaarlijks passen wij op de premiebetaaldatum het verzekerd bedrag aan de prijsontwikkelingen aan. In dezelfde verhouding passen wij ook de premie aan. Wij maken hierbij gebruik van het indexcijfer voor bouwkosten van het Centraal Bureau voor de Statistiek of van een soortgelijk bedrijf/instelling.
RUBRIEKEN De Opstalverzekering bestaat uit 3 dekkingsrubrieken:
Dekkingsrubriek
Artikel
Rubriek A: Standaard dekking
10 t/m 12
ARTIKEL 8. WELKE WIJZIGINGEN MOET U AAN ONS MELDEN? (RISICOWIJZIGING)
Rubriek B: Glasdekking
13 t/m 14
Tijdens de looptijd van de verzekering kunnen er wijzigingen in omstandigheden ontstaan. Deze kunnen betrekking hebben op het gebouw of op uw persoonlijke situatie. U moet elke wijziging die een risicoverzwaring betekent zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 30 dagen, schriftelijk aan ons melden.
Rubriek C: Allrisk dekking
15 t/m 17
Per rubriek staat aangegeven welke artikelen van toepassing zijn. Het algemene gedeelte van deze verzekeringsvoorwaarden onder artikel 1 t/m 9 is altijd van toepassing.
Van risicoverzwaring is in ieder geval sprake als: - het gebouw in aanbouw is; - het gebouw wordt verbouwd; - de dakbedekking of de bouwaard van het gebouw verandert; - het gebouw of een zelfstandig deel daarvan langer dan 2 maanden niet bewoond of niet in gebruik is en/of leeg staat; - u gaat verhuizen; - de bestemming van het gebouw verandert. Bijvoorbeeld door het gaan voeren van een praktijk aan huis; - het gebouw in gebruik is genomen door onbevoegden. Bijvoorbeeld door krakers.
U bent verzekerd voor deze rubriek als dit op uw polis staat.
In artikel 10 van de Algemene voorwaarden schadeverzekeringen staat wat de gevolgen zijn van risicovermindering en risicoverzwaring. In dit artikel staat ook wat de gevolgen zijn als u ons niet op tijd informeert.
Wij vergoeden plotselinge, onvoorziene schade aan het gebouw, ontstaan door een verzekerde gebeurtenis zoals hierna omschreven. Dit geldt ook als deze het gevolg is van eigen gebrek of bederf. Het eigen gebrek of bederf zelf vergoeden wij niet.
ARTIKEL 9. VERHUIZING 9.1. Geef uw verhuizing zo snel mogelijk aan ons door
Als u verhuist, moet u dat zo snel mogelijk aan ons melden. U moet dat in elk geval doen binnen 2 maanden nadat u naar het nieuwe adres bent verhuisd.
9.2. Heeft een verhuizing gevolgen voor uw verzekering?
Na ontvangst van de melding van de verhuizing beoordelen wij of: a. de verzekering kan worden voortgezet onder gewijzigde óf dezelfde premie en/of voorwaarden. Dit geldt dan vanaf de datum waarop de risicowijziging plaatsvond. Als u niet akkoord gaat met ons voorstel tot voortzetting, kunt u de verzekering schriftelijk opzeggen. De verzekering eindigt in dat geval 30 dagen na ontvangst van ons voorstel. b. de verhuizing naar ons oordeel een zodanige verzwaring van het risico betekent dat wij de verzekering niet willen voortzetten. In dat geval beëindigen wij de verzekering. Deze eindigt dan 30 dagen nadat wij u hierover hebben geïnformeerd.
9.3. Wat gebeurt er als u de verhuizing niet op tijd meldt?
Als u ons niet op tijd meldt dat u bent verhuisd, dan eindigt de dekking uiterlijk 2 maanden na de verhuizing. U blijft verplicht voor deze periode de premie, kosten en assurantiebelasting te betalen.
RUBRIEK A: STANDAARD DEKKING
Als u de Standaard dekking hebt, gelden de artikelen 10 t/m 12.
ARTIKEL 10. WAT VERGOEDEN WIJ?
Wij vergoeden schade aan het gebouw door de volgende oorzaken: a. brand; b. brandblussing; c. schroeien, zengen, verkolen, broeien en smelten door hitteuitstraling van een ander brandend, gloeiend of heet voorwerp of de aanraking daarmee; d. blikseminslag en inductie na bliksem; e. ontploffing; f. luchtverkeer; g. storm. Hiervoor geldt een eigen risico van € 200,- per gebeurtenis. h. neerslag, als deze onvoorzien het gebouw is binnengedrongen. Of als deze onvoorzien is gestroomd uit binnenshuis aanwezige afvoerpijpen van daken en dakgoten. Wij vergoeden geen schade door: - neerslag binnengekomen via openstaande ramen, deuren of luiken; - grondwater; - achterstallig onderhoud van het gebouw; - vochtdoorlating (doorslaan) van muren. De reparatiekosten van daken, dakgoten, afvoerpijpen en rioolbuizen die nodig zijn om de schade op te heffen vergoeden wij ook niet; i. water en/of stoom, dat door een plotseling defect of het springen door vorst onvoorzien is gestroomd uit een waterleiding, een centrale verwarming, een waterbed, een airconditioning (en de daarop aangesloten leidingen), sanitaire en andere toestellen. Wij vergoeden ook: - schade door water dat onvoorzien is overgelopen uit genoemde installaties en toestellen; - de kosten van opsporing van een defect aan een leiding van de waterleidinginstallatie, centrale verwarming, airconditioning
6
en daarop aangesloten leidingen en toestellen. Ook het breek- en herstelwerk aan muren en andere onderdelen van het gebouw die noodzakelijk zijn voor het opsporen van een defect, vergoeden wij. Wij vergoeden deze kosten alleen bij zichtbare waterschade aan het gebouw en als die is veroorzaakt door water en/of stoom en onvoorzien is gestroomd uit genoemde installaties. Wij vergoeden geen schade die is ontstaan of verergerd door: - lekkage van muren, vloeren, voegen of kitnaden, of door het ontbreken van voegen of kitnaden; - water uit kranen ongeacht hoe deze zijn geopend; - water uit flexibele slangen, zoals een vulslang tussen de cv en waterleiding, en een tuinslang; j. water, onvoorzien gestroomd uit een aquarium; k. waterschade door indirecte neerslag; l. olie, die onvoorzien is gestroomd uit een op een schoorsteen aangesloten verwarmingsinstallatie met bijbehorende leidingen en tanks; m. rook en roet, die plotseling is uitgestoten door een op een schoorsteen aangesloten verwarmingsinstallatie; n. inbraak; o. (poging tot) diefstal van onderdelen van het gebouw; p. vandalisme aan de binnenzijde van het gebouw; q. aanrijding en aanvaring; r. omvallen van kranen, heistellingen en bomen anders dan door storm; s. rellen, relletjes en opstootjes; t. hagel, anders dan schade aan (planten)kassen/warenhuizen.
ARTIKEL 12. WELKE SCHADES KRIJGT U GEDEELTELIJK OF TOT EEN MAXIMUM VERGOED? Hierna leest u welke schade wij bij een verzekerde gebeurtenis gedeeltelijk of tot een bepaald maximum vergoeden.
12.1. Vergoeding tot maximaal 10% van het verzekerd bedrag
ARTIKEL 11. WAT VERGOEDEN WIJ NOG MEER?
Wij vergoeden schade tot maximaal 10% van het verzekerd bedrag, voor: a. tuinaanleg en beplanting die bij het gebouw hoort. Wij vergoeden schade door de verzekerde gebeurtenissen zoals genoemd in artikel 10. Wij vergoeden geen schade door: - storm; - neerslag; - hagel; - omvallen van bomen; - vandalisme; - diefstal of poging tot diefstal; b. verblijfskosten die u moet maken omdat u niet in uw eigen gebouw kunt verblijven. Dit brengen wij in mindering op de vergoeding zoals genoemd onder f; c. opruimingskosten van (onderdelen van) het gebouw; d. kosten voor herstel van of voor noodvoorzieningen in of aan het gebouw; e. kosten die u moet maken volgens de wet, in opdracht van de overheid of voor de veiligheid; f. huurderving op basis van de huurwaarde van het gebouw. Deze kosten vergoeden wij ook als u het gebouw zelf bewoont. Als u het gebouw niet laat herstellen of herbouwen vergoeden wij de huurderving over een periode van maximaal 10 weken.
Naast de schade aan het gebouw zelf, vergoeden wij - zo nodig boven het verzekerd bedrag - de volgende kosten:
12.2. Vergoeding tot maximaal € 250,- voor hulpverlening door AAS
11.1. Bereddingskosten en kosten van hulpverlening door Artsen Alarm Service (AAS)
De volgende kosten vergoeden wij volledig: a. bereddingskosten; b. organisatie van hulpverlening verzorgd en na goedkeuring door AAS. Bijvoorbeeld het inschakelen van een dakdekker, slotenmaker of een glaszetter. De kosten van de hulpverlening zelf vergoeden wij ook. Hiervoor geldt de beperkte schadevergoeding zoals genoemd in artikel 12.2.
11.2. Kosten van deskundigen voor vaststelling van de schade
Wordt er een deskundige benoemd voor het vaststellen van de schade? Dan vergoeden wij de kosten zoals genoemd in artikel 6.1 onder c, van de door u ingeschakelde deskundige. Deze vergoeding is maximaal 125% van de kosten van de door ons ingeschakelde deskundige.
Wij vergoeden tot maximaal € 250,- de kosten van hulpverlening voor het treffen van noodvoorzieningen door de volgende oorzaken: a. breuk van de buitenbeglazing; b. brand; c. ontploffing; d. blikseminslag; e. storm; f. waterschade en lekkage, anders dan door overstroming; g. vandalisme; h. inbraak; i. diefstal, of poging tot diefstal; j. aanrijding en aanvaring. Wij vergoeden de kosten van hulpverlening alleen als deze: - zijn veroorzaakt door een plotselinge en onvoorziene schade, en niet door achterstallig onderhoud; - zijn gemaakt in overleg met AAS en na goedkeuring door AAS.
RUBRIEK B: GLASDEKKING U bent verzekerd voor deze rubriek als dit op uw polis staat. Als u de Glasdekking hebt, gelden de artikelen 13 t/m 14.
ARTIKEL 13. WAT VERGOEDEN WIJ? Wij vergoeden plotselinge, onvoorziene schade door breuk van glas in: a. ramen; b. dakramen;
7
c. deuren; d. lichtkoepels; e. serres, serredaken. Wij vergoeden ook de kosten zoals genoemd in artikel 6.2.3. Het standaard eigen risico is op glasschade niet van toepassing.
ARTIKEL 14. WAT VERGOEDEN WIJ NIET? In aanvulling op de uitsluitingen in artikel 7 van de Algemene voorwaarden schadeverzekeringen en artikel 5 van deze verzekeringsvoorwaarden vergoeden wij geen schade aan: a. draadglas, glas-in-lood en kunststof door eigen gebrek. Bijvoorbeeld als de schade ontstaat door slijtage van de loodstrippen of het roesten van draad; b. gebrandschilderd glas; c. glas in windschermen, jacuzzi’s, balkon- en terreinafscheidingen; d. glas van apparatuur zoals ovendeuren, kookplaten; e. glas in vitrinekasten, balies en eiland etalages; f. versieringen van het glas, zoals etswerk, belettering; g. glas zodra dit uit de zaken zoals genoemd in artikel 16 is of wordt gehaald; h. glas als dit breekt of beschadigt tijdens kunstmatig ontdooien; i. glas in (planten)kassen, glas in warenhuizen; j. glas die is ontstaan door achterstallig onderhoud; k. glas in de bijzondere situaties zoals genoemd in artikel 4; l. glas met meervoudige lagen dat lek raakt.
RUBRIEK C: ALLRISK DEKKING U bent verzekerd voor deze rubriek als dit op uw polis staat. Als u de Allrisk dekking hebt, gelden de artikelen 15 t/m 21.
ARTIKEL 15. WAT VERGOEDEN WIJ? Wij vergoeden plotselinge, onvoorziene schade aan het gebouw, ontstaan door een van buitenkomende gebeurtenis. Dit geldt ook als deze schade het gevolg is van eigen gebrek of bederf. Het eigen gebrek of bederf zelf vergoeden wij niet. Voor elke stormschade geldt een eigen risico van € 200,-. Schade door breuk van glas vergoeden wij volgens de glasdekking die in Rubriek B is omschreven.
ARTIKEL 16. WAT VERGOEDEN WIJ NOG MEER? Naast de schade aan het gebouw zelf, vergoeden wij - zo nodig boven het verzekerd bedrag - de volgende kosten:
16.1. Bereddingskosten en kosten van hulpverlening door Artsen Alarm Service (AAS)
De volgende kosten vergoeden wij volledig: a. bereddingskosten; b. organisatie van hulpverlening verzorgd en goedgekeurd door AAS. Bijvoorbeeld het inschakelen van een dakdekker, slotenmaker of een glaszetter. De kosten van de hulpverlening zelf vergoeden wij ook. Hiervoor geldt de beperkte maximum schadevergoeding zoals genoemd in artikel 17.2.
16.2. Kosten van deskundigen voor vaststelling van de schade
Wordt er een deskundige benoemd voor het vaststellen van de schade? Dan vergoeden wij de kosten zoals genoemd in artikel 6.1 onder c, van de door u ingeschakelde deskundige. Deze vergoeding is maximaal 125% van de kosten van de door ons ingeschakelde deskundige.
ARTIKEL 17. WELKE SCHADES KRIJGT U GEDEELTELIJK OF TOT EEN MAXIMUM VERGOED? Hierna leest u welke schade wij bij een verzekerde gebeurtenis gedeeltelijk of tot een bepaald maximum vergoeden.
17.1. Vergoeding tot maximaal 10% van het verzekerd bedrag
Wij vergoeden schade tot maximaal 10% van het verzekerd bedrag, voor: a. tuinaanleg en beplanting die bij het gebouw hoort. Wij vergoeden schade door de verzekerde gebeurtenissen zoals genoemd in artikel 10. Wij vergoeden geen schade door: - storm; - neerslag; - hagel; - omvallen van bomen; - vandalisme; - diefstal of poging tot diefstal; b. verblijfskosten die u moet maken omdat u niet in uw eigen gebouw kunt wonen. Deze brengen wij in mindering op de vergoeding zoals genoemd onder f; c. opruimingskosten van (onderdelen van) het gebouw; d. kosten voor herstel van of voor noodvoorzieningen in of aan het gebouw; e. kosten die u moet maken volgens de wet, in opdracht van de overheid of voor de veiligheid; f. huurderving op basis van de huurwaarde van het gebouw. Deze kosten vergoeden wij ook als u het gebouw zelf bewoont. Als u het gebouw niet laat herstellen of herbouwen vergoeden wij de huurderving over een periode van maximaal 10 weken.
17.2. Vergoeding tot maximaal € 250,- voor hulpverlening door AAS
Wij vergoeden tot maximaal € 250,- de kosten van hulpverlening voor het treffen van noodvoorzieningen door de volgende oorzaken: a. breuk van de buitenbeglazing; b. brand; c. ontploffing; d. blikseminslag; e. storm; f. waterschade en lekkage, anders dan door overstroming; g. vandalisme; h. inbraak; i. diefstal, of poging tot diefstal; j. aanrijding en aanvaring. Wij vergoeden de kosten voor hulpverlening alleen als deze: - zijn veroorzaakt door een plotselinge en onvoorziene schade, en niet door achterstallig onderhoud; - zijn gemaakt in overleg met AAS en na goedkeuring van AAS.
8
ARTIKEL 18. WAT VERGOEDEN WIJ NIET? In artikel 7 van de Algemene voorwaarden schadeverzekeringen en artikel 5 van deze verzekeringsvoorwaarden staat wat niet verzekerd is. Hierna leest u bij welke gebeurtenissen wij ook geen schade vergoeden.
18.1. Schade door constructiefouten, slecht onderhoud of bouwvalligheid van het gebouw
Wij vergoeden geen schade of vermeerdering daarvan door constructiefouten, slecht onderhoud of bouwvalligheid van het gebouw. De schade of vermeerdering van de schade die is veroorzaakt door brand of ontploffing, vergoeden wij wel.
18.2. Andere oorzaken waarbij wij geen schade vergoeden
Wij vergoeden geen schade aan het gebouw door: a. neerslag binnengekomen door openstaande ramen, deuren of luiken; b. geleidelijk werkende (weers)invloeden; c. vochtdoorlating van muren; d. overstroming door dijkdoorbraak of door scheuren, gaten of andere beschadigingen aan waterkeringen. Dit geldt ook als deze overstroming het (in)directe gevolg is van hevige plaatselijke regen; e. dieren die met uw goedvinden in uw gebouw verblijven; f. insecten, ongedierte, bacteriën, virussen, schimmel- en zwamgroei en plantvorming; g. een gebeurtenis die voorzienbaar of te verwachten is, zoals: - schade ontstaan door normaal huishoudelijk gebruik. Bijvoorbeeld vlekken, barsten, krassen, schrammen of deuken en gewone slijtage; - ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden bij reiniging, onderhoud en reparatie van uw gebouwen; h. (grond)verzakking, (grond)verschuiving, verdroging en instorting; i. doorbranden van elektrische apparaten en motoren (kortsluiting, overspanning en piekspanning). De schade die door de kortsluiting aan het gebouw is ontstaan bij een verzekerde gebeurtenis, vergoeden wij wel; j. verlies of vermissing; k. verontreiniging door de lucht. Wij vergoeden de schade wel als deze van een aangrenzend perceel komt; l. graffiti, verf en andere kleurstoffen aan de buitenkant van het gebouw.
18.3. Wat vergoeden wij nog meer niet?
Wij vergoeden geen: a. esthetische schade zoals waardevermindering door kleurverschil; b. schade aan ondergrondse buizen, leidingen en pijpen buiten het gebouw.
9