PROFIEL VAN HET KATWIJKS MUSEUM Op 1 januari 1966 is de vereniging Genootschap ‘Oud Katwijk’ opgericht. Het genootschap heeft de traditie voortgezet van de voormalige Oudheidskamer waarvan de wortels teruggaan tot de dertiger jaren van de vorige eeuw. De vereniging stelt zich ten doel de belangstelling te bevorderen voor en de bestudering van de geschiedenis en de folklore van Katwijk en alles wat daar mee verband houdt. De vereniging tracht dit doel te bereiken door eigen werkzaamheid van de leden en het aankopen, instandhouden en tentoonstellen van (kunst)voorwerpen die op de geschiedenis en de folklore van Katwijk betrekking hebben. Deze activiteiten hebben geleid tot het bijeenbrengen van de collectie in het Katwijks Museum. In 1982 werd besloten tot oprichting van de Stichting Katwijks Museum. Deze heeft als voornaamste doelstelling het museum te exploiteren en wel in de geest van de doelstelling van het genootschap. Het genootschap beperkt zich tot de verenigingsactiviteiten en is eigenaar van de collectie. De besturen van beide rechtspersonen vormen sinds 1993 een ‘personele unie’ om de besluitvorming van beide rechtspersonen op een doelmatige wijze op elkaar af te stemmen. De organisatie van het museum is bijna volledig opgebouwd uit vrijwilligers. Daarmee neemt het Katwijks Museum gerelateerd aan aard en omvang van de activiteiten die het ontplooit, een unieke plaats in binnen de Nederlandse museumwereld. De laatste jaren is het vrijwilligersbestand gegroeid tot bijna tweehonderd die zich met groot enthousiasme voor een breed spectrum van aandachtsgebieden inzetten. Het Katwijks Museum is aanvankelijk begonnen als oudheidskamer waarbij het zwaartepunt lag bij de stijlkamers, de klederdrachten en de visserij. Tegelijkertijd werd een kunstcollectie opgebouwd met schilderijen en tekeningen van kunstenaars en met name die rond het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw in Katwijk werkten. Deze kunstenaars hebben daarmee Katwijk als kunstenaarskolonie op de kaart gezet. Katwijk oefende in die jaren op kunstenaars vanuit de gehele wereld de nodige aantrekkingskracht uit. Het tot aan de Eerste Wereldoorlog nog met bomschuiten op het strand uitgeoefende visserijbedrijf was daarbij de grote trekker. Om hiervan een beeld te geven heeft het museum zich als taak gesteld minstens eenmaal per jaar een hoogwaardige tentoonstelling van schilderijen uit die tijd te organiseren. Daarmee heeft het Katwijks Museum zich faam in de Nederlandse museumwereld weten te verwerven. Het Katwijks Museum is een officieel geregistreerd museum. Het werd in 2002 onderscheiden met de Gerard Eversprijs van de Nederlandse Federatie van Vrienden van Musea. Het genootschap en de stichting hebben de status van Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). Om in de huisvesting te kunnen voorzien, stelde de gemeente Katwijk in 1983 de oude rederswoning Voorstraat 46 ter beschikking, die daarvoor geruime tijd als politiebureau had dienst gedaan. In de loop der jaren is dit complex uitgebreid met de aankoop van een souterrain en een kantooretage in het belendende pand ‘De Einder’. Daarin zijn de werkgroepen ondergebracht. Deze houden zich bezig met modelbouw en met het beheer van een zich nog steeds uitdijend archief over de Katwijkse vissersvloot door de jaren heen. De werkgroep genealogie heeft de stambomen van de meeste Katwijkse families vanaf omstreeks 1600 in kaart gebracht. Voorts beschikt het museum over een uitgebreide fotocollectie van het oude Katwijk vanaf halverwege de negentiende eeuw tot heden. Daarvan is een belangrijk deel afkomstig uit de Tweede Wereldoorlog.
7
JAARVERSLAG 2012 Over het algemeen bestaat de indruk dat een jaarverslag een routineproduct is, het hoort er nu eenmaal bij en daarom maken wij het. Een dergelijke benadering devalueert in feite het verantwoording- en communicatiemiddel dat jaarverslag heet. In een jaarverslag legt het bestuur aan belanghebbenden verantwoording af over het gevoerde beleid en het daaraan verbonden financieel beheer. Voor het Katwijks Museum zijn de belanghebbenden in de eerste plaats de leden van het Genootschap ‘Oud Katwijk’. Zij worden geïnformeerd door het jaarverslag in het Ledenblad te vermelden, waarna dit tezamen met de financiële verslaggeving in de jaarlijks in juni te houden Algemene Ledenvergadering wordt besproken. Goedkeuring van deze documenten betekent voor het bestuur décharge voor het gevoerde beleid. Het zijn echter niet alleen de leden die van het jaarverslag kennisnemen, maar ook voor de gemeente Katwijk als subsidiegever en voor banken en andere organisaties als leningverstrekkers is het jaarverslag een belangrijk informatiemiddel. Een formele complicatie vormt de Stichting Katwijks Museum, omdat dit in feite een entiteit is die juridisch los staat van het genootschap. Aangezien echter sprake is van een nauwe verbondenheid van de beide rechtspersonen en dus ook het functioneren van de besturen, wordt in de Algemene ledenvergadering van het genootschap tevens de verslaggeving van de stichting betrokken. In het Profiel van het Katwijks Museum is de doelstelling van het museum beschreven en de wijze waarop aan deze doelstelling inhoud wordt gegeven. Leidraad is daarbij de vijfjaarlijkse beleidsnota. In 2010 heeft de Algemene Ledenvergadering van het Genootschap ‘Oud Katwijk’ de beleidsnota voor de jaren 2011- 2015 goedgekeurd. In de beleidsnota is uitgaande van de kernfuncties van een museum aangegeven op welke wijze aan de realisatie van de doelstelling invulling zal worden gegeven. Voor de verslaggeving in dit jaarverslag is dezelfde invalshoek gekozen. Daarnaast omvat het jaarverslag een beschouwing over organisatorische aspecten, bespreking van de ondersteunende activiteiten en een beknopte analyse van de financiën. Het verslag eindigt met een toekomstparagraaf.
VERZAMELEN EN BEWAREN Verzamelen en bewaren zijn vanuit historisch perspectief bezien als de primaire kernactiviteiten rond de collectie van een museum aan te merken. De collectie bestaat uit een min of meer statisch deel voornamelijk gericht op het wonen, de klederdracht en de visserij in vroeger eeuwen en bezien vanuit de invalshoek exposeren een meer dynamisch deel bestaande uit de kunstcollectie en de fotoverzameling. De kunstcommissie kon ook het afgelopen jaar weer, daarbij mede gesteund door bijdragen van de Stichting Sponsorgelden Katwijks Museum en derden, diverse kunstwerken verwerven. Dit waren: • Schilderij ‘Gezicht op Boulevard’ en ‘Vrouw in duin’ van Thamine Tadema-Groeneveld • Schilderij ‘Strand met bomschuiten en badkoetsen’ van P. Hermanus • Pasteltekening ‘Strand met Katwijkse vrouwen en bomschuiten’ van Henry Cassiers • Poster ‘Willy Sluiter’ van Willy Sluiter • Schilderij ‘Vissersboten op het strand’ van E.A. Fischer-Corlin
8
Op 29 augustus 2012 schonk de kunstenares Bikkel het schilderij ‘Moeder met kind’ aan het museum. De op Curaçao geboren Bikkel (haar artiestennaam) heeft altijd iets met het water en de zee gehad. Toen ze de werken van B.J. Blommers ontdekte raakte zij het ‘Blommervirus’ niet meer kwijt. Het kunstwerk ‘Moeder met kind’ toont een oud vertrouwd Katwijks plaatje vol emotie maar dan in een zeer modern jasje gegoten. ‘Want ik wil emotie en ellende in mijn werk leggen’ verduidelijkte de schilderes. Zij schetst haar stijl als ‘fine-art’. Bijzondere vermelding krijgt hierbij de aankoop van de heer en mevrouw Dijkstra van het schilderij ‘Strandgezicht met bomschuit’ van Morgenstjerne Munthe. Overeengekomen is dat de voor de financiering van de aankoop afgesloten lening geleidelijk zal worden kwijtgescholden. Het in het museum aanwezige in bruikleen gegeven deel van de collectie Wagenaar, bestaande uit hoofdijzers, naalden, oorbellen en keelknopen, kon worden aangekocht. Het kledingdepot herbergt de kledingstukken die een beeld geven van de ontwikkeling van de klederdracht en bijbehorende kleding sinds het einde van de negentiende eeuw. De collectie heeft in feite een statisch karakter. Een belangrijk aandachtsgebied is het periodieke wisselen van de kleding van de tentoongestelde figuren. Na het vertrek van mevrouw Janna HaasnootPronk bestaat de werkgroep thans uit Agaath Haasnoot en Marie van Duijn.
ORDENEN EN ARCHIVEREN Met een zekere regelmaat heeft het museum in de loop der jaren omvangrijke informatieverzamelingen in de vorm van ansichtkaarten, foto’s e.d. ontvangen. Meestal waren deze verzamelingen geordend op basis van de inzichten van de gever. Dergelijke ordeningen waren meestal niet afgestemd op de standaard van het museum en daardoor mede vanwege de omvang slecht toegankelijk. De inpassing in de museumcollectie is daardoor een zeer omvangrijk proces. Ordenen en archiveren vormen vanwege hun arbeidsintensiteit en massaliteit doorlopende processen die zich door hun omvang uitstekend lenen voor automatisering. Het museum beschikt voor dit doel over een database waarin alle documenten en informatie over kunstvoorwerpen digitaal worden opgeslagen. Als software is TMS (The Museum System) in gebruik, een in de professionele museumwereld veel toegepast systeem. Het invoeren van de informatie is voor vrijwilligers een lastig proces. Om bijvoorbeeld de kaartencollectie in TMS in te voeren, moet de beschikbare informatie (kaartnummer, beschrijving, uitgever, etc.) eerst voorbewerkt worden, een proces dat de nodige zorgvuldigheid vraagt. Soms moeten sfeerplaatjes van meer dan 100 jaar geleden van nuttige en herkenbare tekst worden voorzien. Na correctie (rechtzetten, formaat etc.) zijn de digitale afbeeldingen geschikt voor verder gebruik. Vervolgens vindt er nog een eindcontrole plaats. Uiteindelijk is het de bedoeling dat aan de hand van een zoekfunctie gewenste afbeeldingen op de monitor kunnen worden bekeken. Marijke Wouda is al sinds 2009 bezig met het inscannen, digitaliseren en beschrijven van de bijna 3000 ansichtkaarten waarover het museum beschikt. Zij krijgt daarbij ondersteuning van Ivo Schoman. Een dergelijk proces is ook voor de schilderijen- en fotocollecties gaande. Naar verwachting kunnen in de loop van 2013 alle ansichtkaarten digitaal bekeken worden. Daarmee is ondanks computerstoringen en netwerkproblemen de afronding van het ansichtkaartenproject in zicht. Dat betekent dat dan ongeveer 6000 scans (voor- en achterkant) zijn gemaakt. De verzorging van de toelichtende teksten bij de collectie schilderijen en
9
prenten geschiedt onder supervisie van Annemarie Kingmans. Zij wordt sinds enige tijd geassisteerd door Johan Thelen. De visserij is altijd een van de belangrijkste en meest karakteristieke elementen van het Katwijkse bedrijfsleven geweest. Het Katwijks Museum zag het daarom als een van haar taken de historie van de vissersvloot in kaart te brengen. De werkgroep maritiem is daardoor in staat desgewenst families informatie te verschaffen over het visserijverleden van verwanten. Af en toe worden dergelijke verzoeken ontvangen. De laatste jaren zijn grote aantallen monsterboekjes van nabestaanden of oud-zeevarenden ontvangen. De kerngegevens van het bestand, bestaande uit ongeveer 400 boekjes, worden thans door Jan Dubbeldam geordend. De bedoeling is om daarmee inzicht te krijgen in ontwikkelingen in het Katwijkse personeelsbestand van de visserij. Afhankelijk van de bevindingen zouden de werkzaamheden te zijner tijd uitgebreid kunnen worden naar koopvaardij, marine en andere maritieme activiteiten. De werkgroep genealogie stelt zich ten doel de belangrijkste families van de gemeente Katwijk in beeld te brengen. De groep is uitgebreid en bestaat thans uit vijf personen. Na de grote interne verhuizingen werken zij inmiddels naar tevredenheid in een ruimte in het souterrain. Tot nu toe waren drie afzonderlijke softwaretoepassingen in gebruik die slechts met moeite met elkaar konden communiceren. Inmiddels is software ontwikkeld die het mogelijk zal maken dat het gehele bestand on line kan worden benaderd. Afgelopen jaar kreeg de werkgroep de beschikking over het archief van de heer Glasbergen, Dit omvat onder andere de stambomen en beschrijvingen van de Rijnsburgse samenleving. Dit archief biedt de mogelijkheid dwarsverbindingen tussen de families van de beide dorpsdelen in kaart te brengen. Een collectie die in de loop der jaren geleidelijk is begroeid betreft de scheepsmodellen. Het gaat hierbij niet om een massabestand, maar wel een collectie waarvan de vorming met veel geduld en toewijding door de leden van de modelbouwgroep is gevormd. In de loop der jaren is een collectie van ruim dertig modellen gebouwd die een plaats hebben gekregen in de vitrine in de botenhal. Een bijzondere prestatie is de bouw van de brik Doesborgh geweest. Dit is een omvangrijk model waarvoor een speciale plaats in de botenhal gecreëerd diende te worden. Vele duizenden manuren gespreid over ruim acht jaren waren nodig om de brik te realiseren. Inmiddels is het schip op een enkel detail na getuigd en wel voltooid. Tussen 1946 en 1964 heeft Nederland jaarlijks een Walvisvaartexpeditie kunnen uitrusten, bestaande uit het moederschip ‘Willem Barendsz’ en een aantal jagers. Zoals wellicht bekend waren destijds diverse Katwijkers werkzaam in deze inmiddels voor Nederland verdwenen bedrijfstak. Reden voor de groep om in het museum aan deze vorm van visserij blijvende aandacht te gaan besteden. Als nieuw project is daarom de bouw van de walvisjager AM 2 ‘Albert W. Vinke’ onderhanden genomen. Dit schip maakte deel uit van de vloot jagers die voor de ‘Willem Barendsz’ jacht maakten op walvissen. In samenwerking met de werkgroep Katwijk aan de Rijn is door de modelbouwers een project in uitvoering genomen dat betrekking heeft op de bouw van loggers en een sleepbootje die in de maquette van de Rijnstraat opgenomen zullen worden. De modellen zullen in de parallel aan de Rijnstraat lopende Rijn worden gesitueerd. Daarmee zal een bedrijfseconomische relatie tussen het zee- en het binnendorp in beeld worden gebracht. Wellicht zou in de toekomst ook een andere relatie op dit gebied in beeld gebracht kunnen worden, namelijk een lijnbaan die touwwerk voor de schepen maakten.
10
De bibliotheek is ook dit jaar weer verrijkt met een aantal aanwinsten. Vermeldenswaard is het aangeschafte boek “Een gereformeerde jongen’ waarin door oud-collega’s en studenten van de inmiddels overleden historicus Prof. Dr. A. Th. Van Deursen biografische gegevens en hun contacten met hem worden beschreven. De bij leven de laatste jaren in Katwijk woonachtige heer Van Deursen is de auteur van ‘In Katwijk is alles anders’. ‘De magie van harmonie’ met als ondertitel “Een visie op de wereldeconomie” is de autobiografie van Prof. Dr. H.J. Witteveen. Deze speelt nog steeds een leidende rol in de Soefibeweging en is nauw betrokken bij de Soefitempel in de zuidduinen van Katwijk. Afgelopen jaar zijn diverse boeken verschenen van Katwijkers die zich op het literaire pad hebben begeven. Deze zijn in de bibliotheek opgenomen om het totaalbeeld van het Katwijkse oeuvre zoveel mogelijk in stand te houden. Van 27 oktober 2012 tot en met 25 januari 2013 was de oudste Katwijkse tekst over het leven op een bomschuit in het Katwijks Museum te bewonderen. Het is een handschrift van schipper Leendert Buijsertszoon van der Plas. Het kwam voor een paar maanden terug naar Katwijk, uit de kluis van de Leidse universiteitsbibliotheek. Daar wordt het al sinds 1790 bewaard. De aanleiding voor deze presentatie was het boek ‘Aan boord van een Katwijkse bomschuit in de achttiende eeuw’ dat over het handschrift is geschreven. In het boek is het hele handschrift fotografisch afgedrukt, met een transcriptie en hertaling door Leendert de Vink, met medewerking van Korrie Korevaart en Jaap van der Marel. In de hertaling is in het Nederlands van nu te lezen wat de schipper en zijn collega vissers ruim twee eeuwen geleden beleefden. Het museum beschikt over een aantal belangrijke archieven. Daartoe behoren diverse familieen bedrijfsarchieven. Enkele van deze archieven zijn inmiddels ontsloten, een taak die de heer Dick Parlevliet op zich heeft genomen. Hij heeft thans het archief van Rederij A. den Dulk onder handen. Sinds enige tijd is een werkgroep van oud-werknemers (Janneke Ketting en Huig Ouwehand) van het Zeehospitium actief. Zij ordenen en registreren interessante documenten uit het archief van het voormalige Rotterdams (later Rijnlands) Zeehospitium. Zij hebben daarvoor deskundige aanwijzingen gekregen van Rob Pex. Met de uitvoering van het project zal bij benadering minstens zes jaar gemoeid zijn.
PRESENTEREN EN EXPOSEREN De rol van een museum beperkt zich niet alleen tot verzamelen en ordenen van voorwerpen en kunst, maar strekt zich ook uit tot het tonen aan het publiek van de gevormde collectie. Daarmee maakt een museum de invulling van de doelstelling compleet. De bezuinigingen in de subsidiëring die nu door de overheid aan de culturele sector worden opgelegd, leiden thans tot een herbezinning in de culturele sector. Het is daarom van belang dat deze haar rol aan de samenleving duidelijk profileert. Naar onze mening heeft het Katwijks Museum in het afgelopen jaar hieraan op een doeltreffende wijze voldaan. Dit moge blijken uit het aantal bezoekers dat het museum het afgelopen jaar heeft bezocht. Dit bedroeg inclusief de niet betalende bezoekers 17.578 personen. In dit aantal waren ruim 7.900 bezoekers begrepen die beschikten over een museumkaart. Aan een tentoonstelling gaat altijd een periode van voorbereiding vooraf. Afhankelijk van het onderwerp kan deze zich soms wel over enkele jaren uitstrekken. De objectieve waarnemer heeft daardoor veelal geen idee welke inspanning en creativiteit voor het organiseren van een
11
tentoonstelling nodig kan zijn. De inzet van de tentoonstellingscommissie resulteerde dit jaar in een drietal tentoonstellingen. Na de uit 2011 overlopende tentoonstelling van het werk van de Noordwijkse kunstenaar Krijn Giezen begon op 25 februari 2012 een verkoopexpositie met het werk van een drietal hedendaagse schilders die bij voorkeur ‘en plein air’ werken. Het ging hierbij om werk van André Krigar, Hans Versfelt en Robert Vorstman. De schilders zijn geen onbekenden van het museum. Zij hebben verschillende malen op uitnodiging van de Stichting Kunstvereeniging Katwijk in Katwijk en plein air geschilderd. De tentoonstelling werd geopend door drs. Leo van Heijningen, galeriehouder van Kunstzaal Van Heijningen in Den Haag en was tot en met 9 juni 2012 te bezichtigen. De tweede tentoonstelling van dit jaar had als onderwerp ‘De Bergense School op bezoek in Katwijk’. De tentoonstelling werd op 26 juni geopend door Patricia Bracke, adjunct-directeur van het museum Nieuw-Kranenburg in Bergen. De Bergense School is een stroming in de Nederlandse schilderkunst tussen 1915 en 1925 die wordt gekenmerkt door een expressionistische stijl met kubistische invloeden en donkere tinten. Grondleggers van de stroming van de Bergens School waren de Franse schilder Henri Le Fauconnier en de Nederlandse schilder Piet van Wijngaerdt. Getoond werden meer dan 50 schilderijen van 14 schilders die in en om Bergen gewerkt hebben. Toen op 3 november de expositie sloot, hadden 8.249 bezoekers de schilderijen bekeken. De tentoonstelling kan daarom als succesvol worden gekarakteriseerd. Van 20 november 2012 tot en met 26 januari 2013 was opnieuw een verkooptentoonstelling te bezichtigen. Het ging deze keer om het werk van Steven Barnhoorn, Willem Moerenhout en Nies Vooijs, drie schilders die hun ‘roots’ in Katwijk hebben. Dat zij nog steeds geïnspireerd werden door hun Katwijkse verleden, bleek wel uit de onderwerpen van diverse werken van Barnhoorn en Moerenhout. Vooijs ontleent haar inspiratie veelal aan het onopvallende alledaagse leven zoals kleur, vorm, schaduw een foto of een gedachte. De tentoonstelling werd geopend door Robert Haasnoot, de Katwijkse schrijver. De klederdrachtgroep heeft opnieuw een druk jaar achter de rug. In wisselende samenstelling en omvang is weer een groot aantal optredens verzorgd waaronder een groot aantal jaarlijks terugkerende presentaties. Zo is de groep voor de 22e keer naar de Elbertjesdag in Nunspeet geweest! Op 8 mei werd een show verzorgd in huize Roomburgh in Leiden. Aan de daar optredende groep werd tot ieders verrassing een aantal zilveren ijzers aangeboden die in dank werden aanvaard. Een hoogtepunt was de deelname op dinsdag 18 september aan de feestelijkheden rond Prinsjesdag. De groep was uitgenodigd door de Provincie Zuid-Holland om deel te nemen aan de entourage langs de route van de Gouden Koets. De vele activiteiten hebben ertoe geleid dat 2012 weer een druk jaar is geweest. Kijkend naar het aantal personen per optreden dan heeft in totaal 308 keer iemand zich bij een optreden van een groep ingezet. Ook is meegewerkt aan een artikel over de verschillen in de dracht van Katwijk en Noordwijk. Dit werd geplaatst in het blad “Leven” dat in de gehele regio wordt verspreid. De boetsters hebben meegewerkt aan een artikel in het blad “Gezin”. Dit maandblad had in oktober een themakatern over werken “vroeger en nu”. De boetsters Corrie Keizer en Ali Zuijderduijn hebben daarin hun verhaal verteld. Hoe ze begonnen als kloenstertje en na vier jaar als volle boetsters werkten, in de zomer op het wantveld en in de winter op de boetzolder. Er heerste een grote saamhorigheid en er werden geregeld psalmen en andere geestelijke liederen gezongen. Bovendien werd er nooit gemopperd! Na 1959 verdween langzamerhand de vleetvisserij en daarmee ook het nettenboeten in de vorm waarin Corrie en Ali groot geworden zijn.
12
De suppoosten vormen een groep van ruim veertig personen die de receptiefunctie en de toezichtfunctie uitoefenen en desgewenst rondleidingen verzorgen. Zij nemen een centrale en zichtbare plaats in de organisatie in. Zij vervullen op een doeltreffende wijze hun taak. Zij zijn tegenwoordig naast mondelinge toelichtingen over het museum in staat zich te doen ondersteunen door een Nederlandstalige Audiotour. Daarnaast wordt aan een Engelse en een Duitse Audiotour gewerkt. De vuurtorenwachters hebben weer een druk seizoen achter de rug. Gedurende de maanden juli en augustus en bij mooi weer tijdens de resterende maanden van het toeristenseizoen werd de Vuurbaak door ruim 3.400 bezoekers bezocht. Drukke dagen waren als vanouds de Open Monumentendag en de dag van de reddingsdemonstraties. De toren blijkt populair te zijn als locatie voor fotoreportages van trouwerijen. Dit jaar waren het er tien. Bijzonder is om te vermelden dat er twee huwelijksaanzoeken op de toren zijn gedaan. Dit was inclusief champagne en een romantische zonsondergang (uiteraard alles in overleg en onder toeziend oog van één van de vuurtorenwachters!). De culturele commissie manifesteerde zich weer op zaterdag 22 september. In bijna alle zalen van het museum en voor het gebouw presenteerden dertig kunstenaars hun kunstwerken en lieten zien hoe deze gemaakt worden of tot stand komen. Velerlei kunstvormen van beeldhouwen tot keramiek kwamen aan bod. Marokkaanse vrouwen toonden hun wijze van thee inschenken en het aanbrengen van henna tatoeages. De dag werd weer opgeluisterd door de bekende saxofonist Wouter Kiers en zijn band en een groepje jonge musici van de Muziekschool. Naast de door de diverse commissies ontplooide activiteiten vindt als onderdeel van de routinematige werkzaamheden van de beheerders een groot aantal andere evenementen plaats. Om een indruk te geven van aard en omvang zijn deze hierbij kort samengevat. • Enkele bemanningen van visserschepen kwamen vóór vertrek naar zee in het museum bij elkaar. Dit was het geval met die van de vrieshektrawler SCH 24 ‘Afrika’ en het Wironspan SCH 22 en SCH 23. De beide groepen kregen elk een visserijfilm te zien die later ook op de TV is vertoond. Opvallend is dat TV-producenten steeds meer het museum weten te vinden om bemanningsleden over het leven op zee te interviewen en filmopnamen te maken. • Bezoek van leiders en spelers van ‘Studio 5’ uit Amsterdam ter voorbereiding op het te spelen toneelstuk ‘Op hoop van zegen’ van Herman Heijermans. • Deze winter werd weer een reeks filmavonden georganiseerd waarbij films over de visserij en het Katwijkse dorpsleven in vroeger tijden werden vertoond. Vastgesteld kan worden dat deze filmavonden door de belangstellenden zeer worden gewaardeerd. De avonden waren dan ook regelmatig ‘volgeboekt’ en zijn met 272 betalende bezoekers zeer succesvol geweest. • Ontvangst van een delegatie van de Canadese veteranen. • Het bemensen van een kraam tijdens de acht dagen van de toeristenmarkt. Als onderdeel van de aankleding van de markt werd op 26 juni tevens een dorpsomroepers concours gehouden. Tijdens de toeristenmarkt werden circa 4400 zeekaken verkocht en kreeg de ledenwerving de aandacht. Door een medische ingreep moest de zeer actieve medewerker Wijnand van Duijvenbode zich tijdelijk door de overige medewerkers laten vervangen. • Op zaterdag 8 september was voor de 26e keer het museum gratis toegankelijk tijdens de Open Monumentendag. Bijna 400 belangstellenden maakten van deze mogelijkheid gebruik. Ook de Vuurbaak werd druk bezocht om van het bijzondere uitzicht vanaf de 13
• •
omloop bovenop de toren te kunnen genieten. De klederdrachtgroep showde in de Oude Kerk een huwelijksvoltrekking. Bijeenkomsten van een kantklosgroep. Taxatiedag op 2 november met medewerking van deskundigen van Veilinghuis Christie’s Amsterdam. Deze werd dit jaar aangestuurd door Pieter Barendse.
EDUCATIE De musea hebben een belangrijke rol te vervullen bij de educatie in het algemeen en de jeugd in het bijzonder. Zij bieden de mogelijkheid kennis te nemen van bepaalde aspecten van landelijke ontwikkelingen, de lokale musea hebben als taak de rol van de eigen gemeenschap in die algemene ontwikkeling te belichten. Bij het Katwijks museum wordt die rol passief vervuld door het tonen van de kunst- en andere collecties en in actieve zin door de activiteiten van de educatiecommissie. Deze commissie is reeds jaren zeer actief om aan de taak inhoud te geven. De leden stellen zich als doel om de jeugd cultureel bewust te maken. Hierbij wordt het motto gehanteerd: kijken, beleven, doen. Deze drie speerpunten geven de taak van de commissie weer om jongeren in contact te brengen met allerlei kunstvormen en zodoende hun creativiteit te stimuleren. Het ‘kijken’ gebeurt tijdens een interactieve rondleiding langs de kunstwerken van een tijdelijke tentoonstelling of de vaste collectie. Het ‘beleven’ kan in spelvorm of tijdens een verhaal of theaterstuk plaats vinden en het ‘doen’ is de creatieve verwerking over wat de kinderen gezien en beleefd hebben. De eigen ruimte waarover de commissie kan beschikken biedt daarvoor veel meer mogelijkheden dan in het verleden het geval kon zijn. De activiteiten die commissie het afgelopen jaar ontwikkelde, zijn als volgt samen te vatten. • •
• • • •
•
Op 28 januari organiseerde de commissie een workshop met als onderwerp ‘Krijn de Strandjutter’. De kinderen verwerkten hetgeen zij zagen rond de gelijktijdige tentoonstelling van het werk van Krijn Giezen. Op 3 maart werden onder leiding van en toelichting door Katrien Ausems, een medewerkster van Lolies Art, in het museum getoonde sieraden bekeken. Daarna gingen de deelnemers aan de workshop aan de slag om aan de hand van de opgedane inspiratie zelf sieraden te maken. Op 7 en 14 maart vond modelbouw voor kinderen plaats. Nico van Bohemen van de modelbouwers gaf samen met leden van de educatiecommissie instructie om een bootje te maken. Op 21 april werd de theatervoorstelling "Het verloren sporen museum" georganiseerd waarna de kinderen een workshop drama kregen aangeboden. Op 6 oktober werd een viltworkshop gegeven waarbij de deelnemers door het wrijven van wol met water en zeep mooie, aaibare dingen maakten. Op 27 oktober konden kinderen meedoen aan een rondleiding door het museum op zoek naar schilderijen die het strand en/of de zee uitbeelden. Daarna vertelde de beeldend kunstenaar Joke Bontebal iets over ‘Zeebeesten’ waarna de kinderen een rog gingen boetseren. Op 3 november gaf Jeannette de la Parra uitleg over het werk van de Amerikaanse kunstenaar Jackson Pollock die bekend staat om zijn ‘Drippings’ Daarna gingen de kinderen aan de slag om met een kwast ecoline op doeken te druppelen en te versieren met krijt. Zij moesten proberen de kunstenaar te evenaren en een schitterende onderwaterwereld te scheppen. 14
Alle workshops waren gericht op kinderen uit de leeftijdsgroep van zes tot twaalf jaar. Er is nu ook een kinderhoek voor deze leeftijdsgroep gerealiseerd zodat bezoekende kinderen terwijl hun ouders koffie drinken, gebruik kunnen maken van diverse spellen en creatieve opdrachtjes kunnen uitvoeren in de koffieruimte. Op 7 en 8 juni werd voor de leerlingen van groep 7 van de basisscholen weer een Kunstroute georganiseerd. Deze route bracht de kinderen op diverse plaatsen in het dorp om kunstuitingen te bekijken. In het museum was het onderwerp ‘Visserijverleden van Katwijk’. Een aantal vrijwilligers van het museum vertelde de kinderen over de scheepsmodellen en visserijattributen in de botenhal, de functie van de rederskamer, het nettenboeten en de verschillende klederdrachten. Ook de getoonde schilderijen over de bedrijvigheid rond de bomschuiten op het strand werden met interesse bekeken. Bovendien werd een spannend verhaal verteld.
BESTUUR, MEDEWERKERS EN ONDERSTEUNENDE WERKGROEPEN Het bestuur bestaande uit een Algemeen Bestuur (AB) en een Dagelijks Bestuur (DB) telde het afgelopen jaar 11 leden. Het bestuur fungeert als zodanig bij de Vereniging Genootschap ‘Oud Katwijk’ en bij de Stichting Katwijks Museum. Tijdens de op 24 mei 2012 gehouden Algemene ledenvergadering van het genootschap waren de heren J. van Duijvenbode, J. van der Plas en I.J.W. Schonenberg aftredend en herkiesbaar. Zij werden voor een nieuwe termijn herkozen. De vergaderfrequentie van het AB beperkt zich tot vier bijeenkomsten per jaar, terwijl het DB ongeveer eens per twee weken vergadert. De leden van het AB worden over de besluitvorming van het DB geïnformeerd aan de hand van de besluitenlijsten. De belangrijkste binnen het AB besproken of tot besluitvorming leidende onderwerpen, zijn als volgt samen te vatten: • Jaarrekeningen 2011 van Genootschap ‘Oud Katwijk’ en Stichting Katwijks Museum • Begroting 2013 van Genootschap ‘Oud Katwijk’ en Stichting Katwijks Museum • Jaarverslag 2011 van het Katwijks Museum • Instelling van een Raad van Toezicht bij het Genootschap ter beveiliging van de collectie • Tariefsbeleid • Besluitvorming over diverse investeringsprojecten zoals, de vertaling van de Audiotour in het Engels en Duits, de start van de verbouwing van de expositiezaal ‘Katwijk aan den Rijn’, de herinrichting van de zolder • Participatie in de werkgroep ter voorbereiding van een canon van Katwijk. De instelling van een Raad van Toezicht (RvT) betekende de introductie van een nieuw element in de bestuursstructuur van het museum. Na een lange periode van voorbereiding werd dit jaar de daarvoor benodigde statutenwijziging afgerond. In twee ledenvergaderingen is de besluitvorming tot stand gekomen. De eerste Algemene Ledenvergadering werd op 24 mei 2012 gehouden. De aanwezige leden spraken zich positief uit. Aangezien tijdens deze vergadering het vereiste quorum aan leden niet aanwezig was, werd op 14 juni 2012 een tweede Algemene Ledenvergadering bijeengeroepen. Tijdens deze ledenvergadering werd de statutenwijziging met algemene stemmen goedgekeurd. De statutenwijziging is op 12 oktober 2012 met het passeren van de notariële akte geëffectueerd. Met deze statutenwijziging heeft de RvT in de bestuursstructuur van het genootschap haar intrede gedaan. De belangrijkste taken van de RvT zijn het behoud van de (kunst)collectie van het Genootschap ‘Oud Katwijk’ 15
en het voorkomen van ongewenste bestuursbenoemingen. Dit betekent dat het bestuur voortaan de goedkeuring van de RvT nodig heeft voor besluiten tot vervreemding van objecten van de (kunst)collectie. De besluitvorming over de voordracht voor nieuwe bestuurders zal voortaan de goedkeuring moeten krijgen van de gezamenlijke vergadering van RvT en bestuur. Door weging van de stemmen krijgt de RvT een doorslaggevende stem. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter van de RvT bepalend. De laatste jaren is de communicatie langs elektronische weg steeds belangrijker geworden. Om met deze ontwikkeling rekening te houden, is statutair geregeld dat dit communicatiemiddel nu formeel ook door het genootschap gebruikt mag worden. De RvT bestaat bij de start uit de volgende personen: • De burgemeester van de gemeente Katwijk, de heer drs. J. Wienen (voorzitter) • De heer mr. C. van der Plas, notaris • De heer G. Brouwer, kunstenaar • De heer C. Baalbergen • De heer J.A. Vlieland Het aantal leden van het genootschap groeide in beperkte mate tot 1624. De 69 nieuwe leden waren net voldoende om het verloop op te vangen. Het is daarom van belang de werving met enthousiasme voort te zetten. De bedoeling is bij de ledenwerving gebruik te gaan maken van het gunstige onthaal van het nieuwe Ledenblad. Van de leden waren eind 2012 ongeveer 180 personen binnen het museum als vrijwilliger actief, meestal in commissieverband maar soms ook individueel vanwege hun specifieke deskundigheden. Ook dit jaar werd weer aan een groot aantal vrijwilligers een herinnering uitgereikt voor hun langdurige inzet in het museum. 1 jubilaris was al 40 jaar aan het museum verbonden, 3 personen gedurende 25 jaar en 2 personen 12 ½ jaar. Gedurende het afgelopen jaar overleden Kees van der Plas, die aan Maritiem was verbonden, oud-voorzitter Cees van Duijvenvoorden en de suppoost Kees van der Plas. Het bestuur heeft aan de familie zijn medeleven tot uitdrukking gebracht. Sinds kort beschikt het museum over een AED of wel een Automatische Externe Defibrillator. Dit is een draagbaar toestel dat wordt gebruikt voor het reanimeren van een persoon met een hartstilstand. Het dient op een geautomatiseerde manier een elektrische schok toe met als doel een gestoord hartritme weer in een normaal ritme te krijgen. Een groot aantal vrijwilligers heeft tijdens een drietal avonden een reanimatiecursus gevolgd. In het verslagjaar heeft de PR-commissie de communicatie van het museum met de markt weer verder uitgebouwd. Medio mei was een bijzonder moment voor de commissie. Na intensieve voorbereidingen kon het vernieuwde Ledenblad worden verspreid. Het nieuwe blad heeft ten opzicht van de voorafgaande nummers een grote kwaliteitssprong gemaakt. Het is een modern ogend magazine geworden met een keur aan artikelen en foto’s en met ruime toepassing van kleurendruk. Door een actieve en succesvolle advertentieacquisitie is het mogelijk jaarlijks twee nummers uit te brengen. Inmiddels zijn twee nummers in de nieuwe opmaak verschenen. Alle leden ontvangen een exemplaar, terwijl voor belangstellenden losse nummers aan de balie en bij diverse boekhandels zijn te verkrijgen. De website heeft een groot aantal bezoekers geteld en levert daarmee een niet te onderschatten bijdrage aan de naamsbekendheid van het museum. Het aantal ’virtuele bezoeken’ bedroeg afgelopen jaar 24.675, vorig jaar 23.091. Hiervan kwam 8% uit 72 landen gelegen in alle werelddelen. Met pieken van rond 150 per dag en een gemiddelde verblijftijd van twee minuten, is de conclusie dat de site aanspreekt bij een kunst- en cultuurminnend publiek. Deze cijfers tonen aan dat de informatieve structuur van de site goed is en daardoor nieuwsgierig maakt. 16
Met diverse organisaties bestaan contacten zoals de Bibliotheek Katwijk en RTV Katwijk. Met de citymarketeer van de gemeente Katwijk werd afgesproken dat diverse activiteiten in de evenementenkalender worden vermeld. Het museum verleent daarmee een niet te onderschatten bijdrage aan de promotie van Katwijk als toeristische plaats. Zonder een aantal vrijwilligers en de beheerders is het niet mogelijk het museum op een verantwoorde wijze te exploiteren. Deze facilitaire groep heeft een belangrijk aandeel in de catering bij bijzondere gebeurtenissen zoals recepties, openingen van tentoonstellingen e.d. en het plegen van onderhoud aan het gebouw en de inventaris. De beheerders spelen bovendien een belangrijke coördinerende en uitvoerende rol bij de ontvangst van groepen bezoekers en het gereed maken van zalen voor vergaderingen, filmvoorstellingen, cursussen, recepties en huwelijksvoltrekkingen. Bijzondere vermelding verdienen de activiteiten van de Stichting Ouderen Welzijn KRV. Deze stichting organiseerde in het museum in samenwerking met G.G.Z., Topaz, Marente, D.S.V. en Alzheimer Nederland het project ‘Bienvenue’. Dit betekent ‘welkom’ en is bedoeld voor mensen met dementie en hun naasten. Met grote regelmaat werd gedurende de middag een inloop met een kopje koffie georganiseerd en kon men aan activiteiten deelnemen. Het museum maakte zich daarmee op een bijzondere wijze dienstverlenend voor de Katwijkse samenleving. De facilitaire groep verleende daarbij hand- en spandiensten.
HUISVESTING Het optimaliseren van de huisvesting en het plegen van onderhoud vraagt veel voorbereiding. Cees Verdoes en de beheerder van het museum Kees van der Plas bereiden de projecten voor en houden toezicht op de uitvoering door aannemers en andere dienstverleners. Gedurende het afgelopen jaar is veel aandacht gegeven aan de realisatie en inrichting van de expositieruimte voor Katwijk aan den Rijn. De bouwkundige werkzaamheden begonnen na de zomer waarmee inhoud kon worden gegeven aan de uitvoering van een reeds enkele jaren geleden ontwikkeld plan. Dit hield in dat de voormalige ruimte waarin de Peutingerkaart was opgesteld, het voormalige secretariaat en het fotoarchief op de eerste etage tot één ruimte werden samengevoegd. Daarmee ontstond een ruime zaal die zeer geschikt was om een goed overzicht te geven van dit dorpsdeel. Het fotoarchief werd verplaatst naar de ruimte in de kelder waar de digitalisering plaatsvindt. In september werden diverse tussenmuren weggebroken waardoor een zaal met een oppervlakte van meer dan 50 m² ontstond die vervolgens tot expositieruimte is afgewerkt. In december is begonnen met de inrichting van de zaal. De maquette van de Rijnstraat zal in een later stadium een plaats in deze zaal krijgen. Een belangrijk punt van discussie was de vraag of de Peutingerkaart eveneens in de zaal een plaats moest krijgen. Geleidelijk ontstond het inzicht dat dit niet de meest logische plaats voor de kaart was. Uiteindelijk is gekozen voor een ruimte op de eerste etage van het hoofdgebouw. De deze ruimte is daarvoor geschikt gemaakt en de verlichting is gemoderniseerd. Reeds in het voorafgaande jaar werd een aanvang gemaakt met de inrichting van de ruimte voor de educatiecommissie. Het kinderatelier van deze commissie ging daarvan reeds gebruik maken. Inmiddels heeft een verdere aankleding plaatsgevonden en werden andere met educatie verband houdende activiteiten mogelijk.
17
Gebleken is dat in een aantal zalen de belichting van de schilderijen verbetering behoefde. Met name in de Meerburgzaal is door het omhoog brengen van de betreffende rails de belichtingsmogelijkheid sterk verbeterd. Daarom is dit jaar een begin gemaakt met de aanpassing van het railwerk waaraan de verlichtingspotjes hangen. In de praktijk is gebleken dat in de zomermaanden de luchtvochtigheid in het museum te hoog is, waardoor er ‘gedroogd’ moet worden. In de wintermaanden daarentegen is de lucht te droog, waardoor de bevochtigers hun werk moeten doen. De apparaten die zorgen dat de luchtvochtigheid in de zalen op een bepaald niveau blijft, zijn daarom dit jaar deels vervangen en aangevuld. Voorts hangen nu in de zalen en opslagruimtes instrumenten waarmee de temperatuur en de luchtvochtigheid digitaal worden geregistreerd. Daardoor kunnen er maatregelen worden genomen indien er te grote verschillen ontstaan. De mate van de afwijkingen wordt bepaald door toetsing aan museale richtlijnen.
FINANCIËLE INFORMATIE Een jaarrekening dient inzicht te geven in de financiële positie en het resultaat. De financiële positie is af te leiden uit de balans, waarop de bezittingen zijn gegroepeerd naar oplopende liquiditeit en de verplichtingen naar de termijn waarop deze in de toekomst afgewikkeld moeten worden. Het saldo van bezittingen en schulden is het eigen vermogen dat het in beginsel vrije vermogen representeert. Naarmate het eigen vermogen procentueel een groter aandeel van het balanstotaal uitmaakt, bestaat meer zekerheid over de continuïteit van de organisatie. Het eigen vermogen fungeert daarom als buffer om het museum in staat te stellen in de toekomst aan zijn verplichtingen te blijven voldoen of om tijdig maatregelen te treffen om op een verantwoorde manier in te grijpen in de wijze van exploitatie. Getoetst aan vorenstaand uitgangspunt is de conclusie dat het genootschap over een relatief ruim eigen vermogen beschikt. Aangezien dit eigen vermogen voor een belangrijk deel is aangewend om door middel van een lening een deel van het onroerend goed van de stichting te financieren, kan gesteld worden dat dit eigen vermogen overeenkomstig de doelstelling van het genootschap is aangewend. De uit aflossing van de lening beschikbaar komende middelen worden door het genootschap ingezet voor de uitbreiding van de collectie. Deze gedragslijn leidt jaarlijks tot een verlies. Zolang de solvabiliteit geen gevaar loopt, is dit verlies aanvaardbaar. De financiële positie van de stichting is minder sterk. Het eigen vermogen bedraagt ruim 10% van het balanstotaal dat voor ongeveer 80% uit vastgoed bestaat. Dit vastgoed is als incourant te kwalificeren. Vanwege de situering zijn de kantoorruimte en de kelder slecht verhuurbaar, terwijl de expositiezalen in feite deel uitmaken van een rijksmonument dat eigendom is van de gemeente. Aangezien sprake is van een zekere mate van evenwicht tussen de afschrijvingen op het vastgoed enerzijds en de aflossingen op de leningen anderzijds alsmede van een meestal sluitende exploitatie, behoeven thans geen zorgen over de continuïteit te bestaan. Wel is de stichting kwetsbaar door het grote aandeel van de lasten (ongeveer 60%) dat door de gemeentelijke subsidie is gedekt. De omvang van de subsidie is afhankelijk van politieke opvattingen over het begrotingsbeleid op landelijk en gemeentelijk niveau. De stichting sloot het boekjaar af met een nadelig saldo van ruim € 2.000. Vorig jaar bedroeg het batig saldo € 6.600, waarmee het resultaat ongeveer € 8.600 ongunstiger uitkwam. De belangrijkste oorzaken van deze ongunstige ontwikkeling waren de daling van de subsidie met € 11.100 als gevolg van het bezuinigingsprogramma van de gemeente en de daling van de entreegelden met € 7.100 en de marge op de winkelverkopen met € 11.700. Door te bezuinigen op de besteding aan projecten was het mogelijk deze daling op te vangen. 18
Het genootschap presenteert de laatste jaren een jaarrekening met een beperkt verlies. Dit verslagjaar bedroeg dat verlies € 1.300. De grootte van dit verlies is aanvaardbaar zoals hiervoor reeds is uiteengezet. De activiteiten van het genootschap zijn gericht op het uitbreiden van de kunstcollectie, het uitgeven van het ledenblad en financiering van de activiteiten van de werkgroepen die inhoud geven aan de doelstelling van het genootschap. In 2012 kon het genootschap beschikken over € 21.200 aan contributies en € 30.300 aan giften, donaties en ander baten. Van de gemeente Katwijk werd een subsidie van € 6.500 ontvangen die uitsluitend aangewend mag worden voor aankoop of restauratie van kunstwerken. De belangrijkste lasten hadden betrekking op aankopen van kunstwerken en de uitgave van het Ledenblad.
RISICOANALYSE Iedere organisatie loopt risico. Dat kunnen risico’s zijn die afhankelijk zijn van de interne risicobeheersing (interne risico’s) en risico’s die van buitenaf de organisatie bedreigen (externe risico’s). De interne risico’s zijn in belangrijke mate gerelateerd aan de kwaliteit van de administratieve organisatie en het daarin verwerkte stelsel van interne controle (AO/IC). De kwaliteit van de AO/IC, de omvang van de organisatie en de discipline van betrokkenen zijn bepalend voor de mate van het interne risico. Het Katwijks Museum is te karakteriseren als een kleine organisatie. De interne risico’s betreffen met name de vaststelling van de volledigheid van de verantwoorde opbrengsten. Deze dienen bij de beoordeling de nadruk te krijgen. Een positief aspect is dat medewerkers en vrijwilligers met inzet en betrokkenheid in de werkzaamheden binnen het museum participeren. Een negatief aspect is in theoretische zin het informele karakter van de onderlinge verhoudingen. Bedacht moet echter worden dat dit inzet en betrokkenheid zeer positief beïnvloedt. De interne risico’s zijn redelijk door het bestuur te beïnvloeden. De externe risico’s zijn niet door het bestuur te beïnvloeden Deze houden namelijk voornamelijk verband met het politieke klimaat waarin het museum opereert. Duidelijk is waarneembaar dat dit vanwege de bezuinigingen bij de centrale overheid landelijk minder gunstig voor de culturele sector is geworden. Ook de gemeente Katwijk is bezig bezuinigingsmaatregelen te implementeren. Dit betekent voor het Katwijks Museum dat de gemeente op de subsidie in 2012 € 11.100 heeft bezuinigd. Dit bedrag loopt op naar € 15.900 in 2015. Het gaat hierbij bij benadering om een daling van 10%. De daling van de subsidie betekent dat het museum nieuwe geldbronnen zal moeten gaan aanboren. In deze tijden van recessie zal dat een moeilijke opgave zijn. In ieder geval is te verwachten dat de financiële ruimte voor projecten in de toekomst aanzienlijk kleiner zal zijn. Deze ontwikkeling zal nog worden versterkt door het achterwege blijven van de indexering van de subsidie. Voor 2011 betekende dit ten opzichte van peiljaar 2010 een daling aan koopkracht van € 4.000 welk bedrag in 2012 ten opzichte van het peiljaar verder zal oplopen naar € 8.000. Aangezien te verwachten is dat de bezuinigingsperiode tot en met 2015 zal lopen, betekent dit bij ongewijzigd beleid uiteindelijk een daling van de subsidie van rond € 35.000. Bovendien bestaat de kans dat een nieuwe bezuinigingsronde zal worden aangekondigd. Aangezien het kostenpatroon aan inflatoire invloeden onderhevig is en derden ten aanzien van sponsoring terughoudend worden, zal het duidelijk zijn dat de exploitatie moeilijker wordt. Gelukkig heeft het gemeentebestuur oog voor het belang van een goed toegerust museum. Voor de 19
korte termijn is de continuïteit van het museum zeker gewaarborgd. Voor de lange termijn zal deze ontwikkeling onherroepelijk kunnen leiden tot een aantasting van de museumfunctie.
DE TOEKOMST Het bestuur is ervan overtuigd dat het museum over een goed gekwalificeerd en enthousiast vrijwilligersbestand beschikt dat in staat is de nieuwe uitdaging aan te gaan. Daardoor zijn alle vrijwilligers en medewerkers ideëel in staat aan de doelstelling van het museum inhoud te blijven geven. Voorwaarde daarbij is echter dat de voor het functioneren noodzakelijk te maken kosten financierbaar blijven. Indien zowel gemeente als particulieren en bedrijven vanwege de financiële crisis niet bijspringen, zal dat zeker nadelige consequenties hebben. Hier ligt daarom de grote uitdaging voor het bestuur. Alle betrokkene zullen zich terdege bewust moeten zijn dat het vrijwilligersbestand een kostbaar bezit vormt dat gekoesterd dient te worden. Vrijwilligers en museum helpen Katwijk ‘op de kaart’ te zetten en te houden. Het bestuur is ervan overtuigd dat de gemeente Katwijk het nooit zover zal laten komen dat het museum aan kwaliteit zal inboeten. Zij zal het erfgoed van Katwijk blijven koesteren. Op basis van de ervaringen in het verleden ziet het bestuur de toekomst daarom nog steeds met vertrouwen tegemoet. Het bestuur dankt alle medewerkers en vrijwilligers van het museum voor hun inzet en enthousiasme. Katwijk, 29 maart 2013 Het Bestuur
Genootschap ‘Oud Katwijk’ & Stichting Katwijks Museum Voorstraat 46 2225 ER KATWIJK ZH Tel. 071 - 401 30 47 e-mail:
[email protected] www.katwijksmuseum.nl
20