Proefhoofdstuk Tuinverzorger www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] 03 292 33 30
Kom je cursus inkijken: Antwerpen, Frankrijklei 127, 2000 Gent, Oude Brusselseweg 125, 9050 Hasselt, Simpernelstraat 27, 3511 Brussel, Timmerhoutkaai 4, 1000 +32 3 292 33 30
[email protected] Maak van je opleiding tuinverzorger een succes! Beste toekomstige student, Hartelijk dank voor je interesse in de opleiding tuinverzorger aan het Centrum Voor Afstandsonderwijs. Op de volgende pagina’s vind je een hoofdstuk en de volledige inhoudstafel van deze thuisstudie terug. Ook krijg je alle nodige informatie over de werking van onze school. Neem deze info rustig door, zo krijg je een goed beeld van de inhoud van de cursus en weet je zeker dat je voor de opleiding kiest die het beste bij jou past. Noteer alvast dat alle diploma’s die je via het CVA behaalt erkend zijn en uitermate praktijk- en dus jobgericht! Heb je na het inkijken van dit proefhoofdstuk nog vragen? Geef ons gerust een seintje op het nummer 03 292 33 30 of mail ons op
[email protected]. Onze opleidingsconsulenten beantwoorden al jouw vragen en geven je persoonlijk advies omtrent je studiekeuze. Blader je graag door de volledige cursus? Ook dat kan. Het Centrum voor Afstandsonderwijs geeft je op vier plaatsen in België de mogelijkheid om de cursussen geheel vrijblijvend in te kijken. Je kan de cursussen inkijken in de campussen van Het Centrum Voor Avondonderwijs VZW in Antwerpen, Gent en Hasselt of in Brussel. Je hoeft hiervoor geen afspraak te maken, kom gewoon vrijblijvend langs.
Ik wens je veel leesplezier en alvast veel succes met je studie!
Jo Vandevelde Opleidingsconsulent Centrum Voor Afstandsonderwijs
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] 03 292 33 30
Tuinverzorger: beroep met toekomst!
Deze moderne en praktijkgerichte opleiding kwam tot stand in samenwerking tussen het Centrum Voor Afstandsonderwijs en zelfstandige beroepsdeskundigen met jarenlange ervaring. Een duidelijke structuur maakt deze cursus zeer overzichtelijk. Op deze manier garanderen wij je een vlot studietraject. Op de volgende pagina’s vind je de volledige inhoudstafel van de opleiding en een gratis onderdeel uit de cursus terug.
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] 03 292 33 30
1
Basisuitrusting en competenties: Algemeen
1.1
Inleiding
1.2
Werktuigen 1.2.1 Handgereedschap 1.2.2 Motorisch gereedschap 1.2.3 Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) 1.2.4 Auto en aanhangwagen
1.3
Leveranciers
1.4
Klanten
1.5
Vakverenigingen
1.6
Verzekeringen
1.7
Kostprijs?
1.8
Vragen en opdrachten bij hoofdstuk 1
2
Plantenkennis
2.1
Inleiding
2.2
Hoe opbouwen?
2.3
Biologie 2.3.1 Naamgeving van planten (Nomenclatuur) 2.3.2 Systematiek van het plantenrijk 2.3.3 De delen van de plant: Morfologie
2.4
De juiste plant op de juiste plaats: Ecologie 2.4.1 Standplaats en habitat? 2.4.2 Overlevingsstrategieën van planten 2.4.3 Opeenvolging en climax. www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] 03 292 33 30
2.5
Soorten planten (naar gebruik) 2.5.1 Bomen en heesters 2.5.2 Klimplanten 2.5.3 Vaste planten en siergrassen 2.5.4 Bol- en knolgewassen 2.5.5 Bodembedekkers 2.5.6 Tweejarigen en eenjarigen 2.5.7 Waterplanten
2.6
Plantfiches en lijsten
2.7
Plantenlijsten
2.8
Vragen en opdrachten bij hoofdstuk 2.
3
Basisuitrusting en competenties: onkruidbeheer
3.1
Inleiding
3.2
Over welke vaardigheden moet je beschikken?
3.3
Gereedschap en machines? 3.3.1 Chemische bestrijding: Herbiciden 3.3.2 Alternatief onkruidbeheer: mechanische bestrijding
3.4
Leveranciers
3.5
Vragen en opdrachten bij hoofdstuk 3
4
Onkruid
4.1
Onkruid of ongewenst kruid?
4.2
Belangrijkste onkruiden en hoe ze te beheren (of niet) 4.2.1 Wortel - en zaadonkruiden 4.2.2 Onkruid in relatie tot de bodem
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] 03 292 33 30
4.3
Paden, opritten en terrassen 4.3.1 Soorten verhardingen 4.3.2 Beheer. 4.3.3 Casus: Tuinieren tussen de voegen?
4.4
Gazons
4.5
Borders
4.6
Vragen en opdrachten bij hoofdstuk 4
5
Verzorging van vaste planten, siergrassen en bolgewassen
5.1
Inleiding: De border
5.2
Vaste planten en siergrassen (vaardigheden) 5.2.1 Aanplanten 5.2.2 Aanbinden / rijshout 5.2.3 Snoeien: ‘Prunning’ en herbloei 5.2.4 Mulchen 5.2.5 Delen en verjongen 5.2.6 Intomen sterke groeiers 5.2.7 Snoeien in februari?
5.3
Bolgewassen 5.3.1 Bestel tijdig 5.3.2 Bewaren 5.3.3 Grondstructuur en standplaats 5.3.4 Planten 5.3.5 Klisters delen 5.3.6 Loof laten afsterven 5.3.7 Enkele toepassingen
5.4
Vragen en opdrachten bij hoofdstuk 5 www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] 03 292 33 30
6
De vaste plantenborder: plantenkeuze
6.1
Inleiding
6.2
De juiste plant op de juiste plaats: Habitats 6.2.1 Bos en bosrand: de schaduwborder 6.2.2 Natuurlijke en halfnatuurlijke graslanden: zonneborders 6.2.3 De oever: verzadigde gronden
6.3
Mixed border: Een goed ontwerp? 6.3.1 Het hele jaar door bloei 6.3.2 Ontwerpen met planten? 6.3.3 Solitairplanten
6.4
Vragen en opdrachten bij hoofdstuk 6
7
Casus: De prairietuin
7.1
Inleiding.
7.2
Planten en hun functie
7.3
De mulchlaag
8
Bomen, heesters en klimplanten: Snoeien
8.1
Inleiding
8.2
Snoeigereedschap
8.3
Waarom snoeien?
8.4
Wanneer snoeien? Algemene regels.
8.5
Hoe snoeien? Algemene technieken en begrippen. 8.5.1 Het gezond houden van de plant. 8.5.2 Enkele handige weetjes 8.5.3 De juiste snoeiwijze van takken en twijgen
8.6
Snoei van heesters voor een betere bezetting met bloemen 8.6.1 Heester die bloeien op hout dat nog hetzelfde jaar gevormd is 8.6.2 Heester die bloeien op hout dat het vorige jaar gevormd is
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] 03 292 33 30
8.6.3 Heesters die bloeien op één en meerjarig hout 8.6.4 Casus: Hortensia’s (Hydrangeae) 8.6.5 Heesterrozen
8.7
Klimplanten 8.7.1 Klimrozen (Rosa) 8.7.2 Blauwe regen (Wisteria) 8.7.3 Bosrank (Clematis)
8.8
Bomen 8.8.1 Begeleidingssnoei
8.9
Hagen en snoeivormen 8.9.1 Landschappelijke losse hagen 8.9.2 Snoei van strakke hagen
8.10
Tot Slot
8.11
Vragen en opdrachten bij hoofdstuk 8
9
Vellen en knotten
9.1
Inleiding
9.2
Werken met de kettingzaag 9.2.1 Veiligheid 9.2.2 De kettingzaag. 9.2.3 Starten 9.2.4 Zagen
9.3
Eenvoudige vellingen 9.3.1 Kan de boom vallen? 9.3.2 Het eigenlijke vellen 9.3.3 De valrichting wijzigen tijdens het vallen
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] 03 292 33 30
9.4
Moeilijke vellingen 9.4.1 Waaiermethode 9.4.2 De hartsteek
9.5
Takken onder spanning
9.6
Demonteren
9.7
Speciale gevallen: Knotten en kandelaren 9.7.1 Knotten 9.7.2 Kandelaren of kandelaberen?
10
Van kwekerij tot standplaats
10.1
Vermeerderingstechnieken 10.1.1 Geslachtelijke (generatieve) vs. ongeslachtelijke (vegetatieve) vermeerdering. 10.1.2 Uit zaad 10.1.3 Afleggen 10.1.4 Aanaarden of markoteren 10.1.5 Stekken 10.1.6 Enten 10.1.7 Oculeren
10.2
Ondergraven van bomen en heesters
10.3
Het aanplanten van een boom 10.3.1 Bestelvormen 10.3.2 Aankoop en transport 10.3.3 Bereid het plantvak voor 10.3.4 Bepaal de diepte van het plantgat 10.3.5 Plaats de boompalen 10.3.6 Planten 10.3.7 Nazorg www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] 03 292 33 30
10.4
Vragen en opdrachten bij hoofdstuk 10
11
De Bodem
11.1
Bodembestanddelen 11.1.1 Minerale bestanddelen 11.1.2 Organisch materiaal en humus 11.1.3 Bodemleven 11.1.4 Water 11.1.5 Lucht
11.2
Opbouw van de bodem 11.2.1 Structuur 11.2.2 Korrels en kruimels 11.2.3 Bodemlagen 11.2.4 Structuurproblemen: beter voorkomen dan genezen
11.3
Voedingsmechanismen in de bodem 11.3.1 Welke voedingsstoffen neemt een plant op? 11.3.2 Hoe worden deze voedingsstoffen in de bodem opgeslagen?
11.4
Zuurtegraad 11.4.1 pH(H2O) en pH(KCl) 11.4.2 De bodem verzuurt spontaan 11.4.3 Gevolgen van een te hoge of te lage pH voor de plantengroei 11.4.4 De zuurtegraad beïnvloeden 11.4.5 Zuurminnende en zuurmijdende planten
11.5
De bodemanalyse 11.5.1 Eenvoudige waarnemingen 11.5.2 Chemische analyse
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] 03 292 33 30
11.6
Bodemverbeteringstechnieken.
11.7
Bodemverbeteringsmiddelen op een rijtje.
11.8
Besluit
11.9
Vragen en opdrachten bij hoofdstuk 11
12
Bemestingsleer
12.1
Voedingselementen 12.1.1 Bouwstoffen: koolstof (C), water (H) en zuurstof (O) 12.1.2 Hoofdelementen: N, P, K, Mg, Ca en S 12.1.3 Sporenelementen (Fe, Mn, Zn, B, Mo en Cu)
12.2
Meststoffen 12.2.1 Zin of onzin? 12.2.2 Herkomst van de meststoffen: organisch of mineraal? 12.2.3 Enkelvoudige en samengestelde meststoffen 12.2.4 Snelwerkende en traagwerkende meststoffen
12.3
Bemesten 12.3.1 Wanneer? 12.3.2 Hoe?
12.4
Vragen en opdrachten bij hoofdstuk 12
13
Aanleg en onderhoud van gazons
13.1
Inleiding
13.2
Aanleg van gazons 13.2.1 Bodembewerking 13.2.2 Inzaaien 13.2.3 Grasrollen
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] 03 292 33 30
13.3
Onderhoud van gazons 13.3.1 Maaien 13.3.2 Bemesten 13.3.3 Onkruid 13.3.4 Verticuteren 13.3.5 Prikken 13.3.6 Emelten en engerlingen 13.3.7 Help een mol!
13.4
Vragen en opdrachten bij hoofdstuk 13
14
Tot slot
15
Ter aanvulling: plantenfiches
15.1
Blanco plantenfiche
15.2
Fagus Sylvatica
15.3
Pennisetum Alopecuroides
15.4
Wisteria Floribunda
16
Plantfiches: Sleutel (S. IVENS)
16.1
Algemeen
16.2
Bijzondere kenmerken (Morfologisch)
16.3
Standplaats en vereisten
16.4
Vermeerdering
16.5
Verzorging
16.6
Bijzonderheden
16.7
Cultivars
16.8
Kwekerijen
16.9
Sierwaarde
16.10 Ecosystemische waarde
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] 03 292 33 30
HOOFDSTUK 4: ONKRUID 4.1
Onkruid of ongewenst kruid?
Wie heeft er ooit besloten om het rijk der planten in te delen in kruid en onkruid? Op basis van welke criteria maak je een onderscheid tussen de twee? In de landbouw is het duidelijk. Men streeft naar een zo hoog mogelijke opbrengst door slechts één eenjarige plant als gerst of rogge toe te laten. Alle andere planten worden als onkruid beschouwd. In de tuin is het verschil veel minder duidelijk. Wat de een als onkruid aanziet, vindt de ander een plantje met sublieme schoonheid. Het zit hem dus niet in de plant zelf, maar in de persoon die er naar kijkt. Smaken verschillen immers? Al zullen er niet veel mensen onder de indruk zijn van een tuin vol brandnetels en zevenblad. Hoewel? Distelsoorten uit de Kaukasus zoals Eryngium bourgatii zijn hier gewilde sierplanten. Het door velen, om zijn enorme woekerkracht verfoeide zevenblad (Aegopodium podagrarium), wordt in Zuid - Afrikaanse tuinopleidingen als een goede bodembedekker aangeprezen. Er bestaat geen duidelijke definitie van onkruid. Algemeen kun je stellen dat het een plant is die niet op zijn plaats staat. Het is aan jou om te beslissen welke dat is. Een vakbeplanting met siergrassen kun je in die context beschouwen als een akker. Slechts één plant wordt getolereerd. Maar in meer naturalistische tuinen kun je ook aangewaaide en spontaan ontkiemende ‘onkruiden’ toelaten. Het feit dat bepaalde planten zich vanzelf ergens vestigen, betekent ook dat zij daar willen staan. Of althans dat zij aangepast zijn aan de omstandigheden van die specifieke standplaats.
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] 03 292 33 30
4.2
Belangrijkste onkruiden en hoe ze te beheren (of niet!)
4.2.1 Wortel - en zaadonkruiden
foto; wortelonkruiden: haagwinde, heermoes, paardenbloem (Convolvulus sepium, Equisetum arvense, Taraxacum officinale) Bij het manueel beheren van onkruid, kunnen we een eerste belangrijk onderscheid maken tussen zaadonkruiden en wortelonkruiden. Wortelonkruiden kunnen sterk woekerende eigenschappen hebben. Ze vermeerderen zich vegetatief voor door middel van rizomen of stengelranken. Let er bij het wieden op dat je deze wortels nauwgezet verwijdert. Haagwinde (Convolvulus sepium) en heermoes (Equisetum arvense) behoren tot deze groep. De wortels van heermoes kruipen echter zo diep en zijn zo fijn dat het praktisch gezien onmogelijk is ze uit te wieden.
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] 03 292 33 30
Ook herbiciden hebben slechts een tijdelijk effect. Er zit niets anders op dan de bovengrondse delen regelmatig te verwijderen. Hoewel hij niet sterk woekert, maar zich wel problematisch uit kan zaaien, rekenen we ook de paardebloem (Taraxacum officinale) tot de wortelonkruiden. Deze stresstolerante plant slaat haar voedsel op in een verdikte penwortel. Elk stukje van deze penwortel dat bij het wieden in de bodem achterblijft, kan tot een nieuwe plant uitgroeien. Gebruik een spade of een spitriek, waarmee je de grond los maakt. Verwijder onze paardenbloem nu voorzichtig. Let er hierbij op dat de wortels niet afbreken.
Zaadonkruiden, zoals straatgras (Poa annua) en akkerdistels (Cirsium arvense) zijn vaak kortlevende of eenjarige planten van regelmatig verstoorde bodems. Ze kunnen razendsnel kiemen en bloeien waarna ze een enorme hoeveelheid zaad vormen. Om ze in toom te houden volstaat het hun bovengrondse delen met een hak of schoffel, net boven de grond af te snijden, waarbij je de bodem zo min mogelijk verstoort. Veel bomen zoals de es (Acer) en de esdoorn (Fraxinus), maar ook de eik (Quercus) vermeerderen zichzelf generatief door de verspreiding van zo veel mogelijk zaailingen. De in verhouding grote zaden bevatten flink wat voedsel. Hierdoor kunnen jonge scheuten, zonder voedingsstoffen uit de grond te halen, in staat zijn hoog genoeg te groeien om aan het daglicht te kunnen. Het kan volstaan de zaailingen op het juiste moment met de bosmaaier af te maaien voor zij beginnen te wortelen. De uitgeputte zaden bevatten hierna niet meer genoeg voedsel om opnieuw uit te groeien. Stel dit niet uit! Eens zij te ver uitgegroeid zijn, is de enige efficiënte methode ze uit te spitten. Echte concurrenten maken vaak gebruik van beide strategieën om zichzelf te vermeerderen. Verwijder zaailingen van brandnetels en distels dan ook zo snel mogelijk.
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] 03 292 33 30
4.2.2 Onkruid in relatie tot de bodem De meeste onkruiden zijn vaste planten en eenjarigen met verschillende strategieën om zich te handhaven of voort te planten in een bepaalde vegetatie. Wanneer de bodem vaak verstoord wordt dan zullen hier vooral eenjarige pioniersplanten op groeien. Op weinig verstoorde bodems ontwikkelen zich, afhankelijk van de voedselrijkdom van de grond, stresstolerante of concurrentiële planten. Op voedselrijke gronden zullen vooral concurrentiële onkruiden zoals brandnetels (Urtica dioica) en zevenblad (Aegopodium podagrarium) groeien. Ze hebben als eigenschap dat ze uitstekend in staat zijn de in de bodem aanwezige voedingsstoffen op te nemen, waarbij ze andere planten volledig wegconcurreren. Al zaaien ze zich overvloedig uit, toch zijn het echte wortelonkruiden die zich uitbreiden door middel van rizomen of uitstoelers. Dit maakt het manueel uitwieden ervan tot een enorme klus. Ieder stukje wortel dat in de bodem achterblijft, is immers in staat tot een volwaardige plant uit te groeien. Ook veel invasieve planten zoals de Japanse duizendknoop (Fallopia japonica) en de Canadese guldenroede (Solidago canadensis) behoren tot deze groep. Dit zijn uitheemse soorten die onze inheemse flora bedreigen door hun sterke concurrentiële karakter. Niet zelden zijn deze aanvankelijk uit onze tuinen ontsnapt. Voor een uitgebreide lijst van invasieve soorten zie www.alterias.be.nl/lijst-van-invasieve-enalternatieve-planten. Een alternatieve mannier om dergelijke woekeraars in toom te houden is de bodem te verarmen. Niet bemesten en regelmatig maaien is de boodschap. Door het maaisel af te voeren, onttrek je de voedingsstoffen die in de plant opgeslagen zijn aan de bodem. Je moet dit maaibeleid wel enkele jaren vol houden. Het wordt gedeeltelijk tenietgedaan door het effect van zure regen. Uitlaatgassen van verbrandingsmotoren bevatten immers ook stikstof (N), het belangrijkste voedingsbestanddeel van planten. Deze slaat op de bodem neer en verrijkt de grond. Dit effect noemt men eutrofiëring en het leidt in de natuur tot een verlies aan soortenrijkdom. Sterke concurrenten profiteren er immers van ten opzichte van stresstolerante planten. Deze beheersmaatregel (maaien + afvoeren) passen we ook toe bij het beheer van bloemenweide.
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] 03 292 33 30
foto; zevenblad, brandnetels, Japanse duizendknoop (Aegopodium podagrarium, Urtica dioica, Fallopia japonica)
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] 03 292 33 30
Het beste voorbeeld van voedselarme gronden zijn terrassen, paden en opritten. Op het ruwe oppervlak van betonklinkers vestigen zich nog wel mossen en korstmossen, maar op natuursteen als graniet of kasseien is nauwelijks enige beplanting te bespeuren. Er is nauwelijks enig bodemsubstraat aanwezig waar voedingsstoffen in opgeslagen kunnen worden. Laat staan dat onkruiden er in zouden kunnen wortelen. Hoewel de bewortelingsruimte in de voegen beperkt is, zijn de groeiomstandigheden er toch een pak gunstiger. Stresstolerante tredplanten als de grote weegbree (Plantago major), witte klaver (Trifolium repens) en het madeliefje (Bellis perennis) kunnen zich ertussen wurmen. Deze wortelonkruiden kun je onmogelijk nog manueel verwijderen. Maar op een veelgebruikt pad delven ook zij het onderspit. Hier groeien enkel nog éénjarige onkruiden als straatgras (Poa annua) en schijfkamille (Matricaria discoidea).
foto; grote weegbree, witte klaver en schijfkamille (Plantago major, Trifolium repens, Matricaria discoidea)
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] 03 292 33 30
4.3
Paden, opritten en terrassen
4.3.1
Soorten verhardingen
De laatste decennia is de verharde oppervlakte in Vlaanderen enorm toegenomen. Ongeveer 24,9 % van ons grondgebied is ondertussen bebouwd, bestraat of betegeld. Niet alleen de aanleg van nieuwe wegeninfrastructuur, maar ook de toename van het aantal woningen zijn hier de oorzaak van. Een tamelijke recente trend is die van de tegeltuin. Vooral voortuinen zijn hier vaak de slachtoffers. Die is er enkel voor het prestige, als het visitekaartje van de bewoners. Een overwoekerde, slecht onderhouden voortuin, wekt een slordige, verlaten indruk. We zijn echter steeds minder bereid onze tijd te spenderen aan het onderhoud ervan. Wat heb je aan een gazon die je alleen maar betreedt om hem te maaien? De reflex heerst dan om het grasperk te vervangen door grind of klinkers, met eventueel een klein plantvakje in het midden. Een van de gevolgen van deze verstening is een toename van de afvloei van regenwater. In plaats van in de bodem te dringen, wordt het afgevoerd in het rioolstelsel. Na elke hevige regenbui zien we dan ook de beelden van plaatselijke overstromingen. Een bijkomend gevolg is de dalende grondwaterstand, een trend die zich de afgelopen halve eeuw voelbaar doorzet. Het vertragen van deze afvloei door neerslag vast te houden in opvangbekkens en bodeminfiltratie zijn dan ook belangrijke beleidsprioriteiten geworden. Zo leggen veel gemeenten nieuwbouwprojecten regels op aangaande het maximaal te bestraten oppervlak. Daarnaast gaat de voorkeur uit naar meer waterdoorlatende of impregneabele verhardingen. In die zin maken we een onderscheid tussen gesloten, halfgesloten en halfopen verhardingen.
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] 03 292 33 30
- Gesloten verhardingen bestaan uit asfalt of beton. Ze zijn bijna volledig water en luchtdicht en vergen weinig onderhoud aangezien de voeglengte tot een minimum beperkt is. Dergelijke materialen worden in de tuin echter nauwelijks toegepast. - Klinkers, tegels en kasseien rekenen we tot de halfgesloten verhardingen. Ze zijn beter waterdoorlatend. Gronddeeltjes spoelen in de voegen, waardoor onkruiden zich kunnen vestigen. De totale lengte van de voegen is dus bepalend voor de mate waarin je ze moet onderhouden. Zo is de voeglengte van klinkers (10 x 20 cm) veel groter dan die van tegels (40 x 60). Respectievelijk 1500 cm per vierkante meter tegenover 417 cm per vierkante meter. Als preventieve maatregel is het mogelijk de voegen op te vullen met een cementmortel of regelmatig wit zand in te vegen. Indien gevoegd met mortel, rekenen we ze tot de gesloten verhardingen.
- (Half-) open verhardingen bestaan uit grind of steenslag. Naargelang de verdichting van boven en onderlagen laten ze het regenwater in meerdere of mindere mate door. Ze hebben ook de laagste milieuimpact, maar zijn het meest gevoelig voor onkruidgroei. Hier is de bepalende factor de mate waarin we er gebruik van maken. Dit wordt duidelijk geïllustreerd op onderstaande foto. In de sporen van de wagens groeit helemaal niets. Ertussen tieren paardenbloemen en grassen weelderig. Onderzoek heeft uitgewezen dat plaatsen die minsten zeven maal per dag betreden worden, nauwelijks enige plantengroei toelaten. Grindsoorten zoals dolomiet zijn dan ook meer geschikt voor een oprit dan voor een weinig gebruikt pad achteraan in de tuin.
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] 03 292 33 30
4.3.2
Beheer
Chemische bestrijdingsmiddelen hebben als voordeel dat ze goedkoop en efficiënt zijn om onkruid te bestrijden. Glyfosaat is nog altijd het meest gebruikte middel. Dit bladherbicide heeft echter geen nawerking. Hoewel echte bodemherbiciden uit de handel genomen zijn, bestaan er producten als Kid Way die dit wel hebben. Een groener alternatief, zijn producten als Onkruidvreter, die als bijkomend voordeel hebben dat zij ook mos en groene aanslag aantasten. Verwijder dode plantendelen naderhand door ze weg te borstelen of te blazen. Manueel wieden, hakken en schoffelen, het verwijderen van onkruid met de bosmaaier. Het zijn allemaal zeer arbeidsintensieve en dure maatregelen. Veegmachines zijn misschien wel geschikt voor voetpaden en openbare wegen maar kleine, wendbare modellen zijn vooralsnog niet op de markt. De tuinverzorger die onkruid op een milieubewuste manier wil bestrijden, gebruikt hiervoor best een brander. Deze is relatief goedkoop in aankoop, gemakkelijk te transporteren en eenvoudig in gebruik. Een ander, door particulieren veelgebruikt middel is de hogedrukreiniger. Hiermee kan je goed het onkruid en de bodemdeeltjes van tussen de voegen verwijderen. Waarna je opnieuw wit zand in veegt. Op betonklinkers heeft een veelvuldig gebruik echter zijn nadelen. Deze van zichzelf grijze klinkers vind je in alle kleuren van de regenboog. Hiervoor wordt er een pigment toegevoegd dat langzaam wegslijt. Grindverhardingen kun je ook onkruidvrij houden door ze jaarlijks om te frezen. Je kunt ze beschouwen als voedselarme bodems. Op dergelijke gronden, die regelmatig verstoord worden wil niets groeien. Let er hierbij op dat je de vloeidoek die eronder ligt niet naar boven werkt. Dit is een synthetische geweven doek, waarvan de naden wel het water, maar niet de wortels van planten doorlaten. Om deze reden wordt het ook wel een anti-worteldoek genoemd. In die zin heeft hij echter weinig nut. Onkruiden vestigen zich immers niet van onderuit, maar bovenop de verharding. De voornaamste functie van de vloeidoek is de oprit of het pad meer stabiliteit te geven.
4.3.3
Casus: Tuinieren tussen de voegen?
Natuurlijk draait alles om perceptie. Waar de één een ‘proper’ pad verkiest, vindt de ander het mos tussen de voegen net mooi. Hoe het ook zij, voegen onkruidvrij houden blijft vechten tegen de bierkaai en moet regelmatig herhaald worden. In de natuur is naakte grond onbestaande. Eenjarigen zullen er razendsnel gebruik van maken. In plaats van deze dynamiek tegen te gaan, kun je er ook mee werken. Een groot bestraat oppervlak kan erg steriel overkomen. Je kunt het minder eentonig maken door planten tussen de voegen toe te laten. Sommigen laten bij het leggen van de terrastegels zelfs extra ruimte over om plantengroei aan te moedigen.
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] 03 292 33 30
Je kunt zelf planten in de voegen zaaien of wachten tot ze zich spontaan vestigen. Hierbij beslis je zelf wat onkruid is en wat niet. Wilde margrieten (Leucanthemum vulgare) en schijfkamille (Matricaria discoidea) zijn best sierlijk. Net als de meeste andere inheemse vaste planten bloeit onze margriet in mei - juli. Hierna valt ze volledig in elkaar. Je verwijdert haar dan met de hand. Het daaropvolgende jaar schiet ze vanzelf weer op uit zaad. Zaailingen van de es, wilg en esdoorn roep je best direct een halt toe. Wanneer je ze laat uitgroeien zal er uiteindelijk niets anders opzitten dan het terras uit te breken om de boom te verwijderen. De mooiste voegplanten kruipen langs het terras. Het stekelnootje (Acaena novae-zeelandiae), de loopkamille (Chamaemelum nobile) alsook het klokje (Campanula poscherskyana) kunnen dit. De mogelijkheden voor een dergelijke tegeltuin zijn bijna oneindig. Praktisch alle planten uit bergstreken, zoals de vrouwenmantel (Alchemilla mollis) en de wolfsmelk (Euphorbia) zullen op deze standplaats aanslaan. Al zul je ze wel moeten zaaien. Planten tussen de voegen is immers onmogelijk. Ook veel tweejarigen uit stenige habitats zoals stokrozen (Alcea) en toortsen (Verbascum) doen het opmerkelijk goed tussen straatstenen en terrastegels. Beter zelfs dan in de border, waar ze vaak last hebben van roest.
foto; toorts in grindverharding (hier Verbascum densiflorum)
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] 03 292 33 30
Zo een tegeltuin vergt aanzienlijk minder onderhoud dan een conventionele border. Tweemaal per jaar (voorjaar en zomer) moet het wel wat bijgewerkt worden. Kies bij de aanleg voor grote tegels en gebruik geen cement in de fundering. Dit terras is een goede thuishaven voor heel wat insecten. Mieren bouwen hun nesten erin en sluipwespen boren gaatjes. Je kunt je hier druk om maken, maar je kunt ze ook zien als deel van het ecosysteem. Ze horen er zeker bij.
foto; stokroos in de voegen (hier Alcea rosea) Plantenlijst 5: Borderplanten die zich kunnen uitzaaien tussen voegen van terrassen en paden Alcea rosea
stokroos
Alchemilla mollis
vrouwenmantel
Campanula poscherskyana
klokje
Centranthus rubrum
rode
Euphorbia
wolfsmelk
Lavendula angustifolia
lavendel
Verbascum
toorts
Verbena
ijzerhard
4.4
spoorbloem
Gazons
Sinds het einde van de 19de eeuw geldt de cottagetuin als de meest invloedrijke tuinstijl in Europa. De belangrijkste vertegenwoordiger van deze cottagetuin was tuinarchitecte Gertude Jekyll (1843 -1932). De Engelse tuin behoort tot de nationale trots van Groot-Brittannië en heeft een lange, goed bewaarde geschiedenis.
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] 03 292 33 30
De 17de eeuwse landschapstuinen van de toenmalige lords zijn vaak voor het publiek opengesteld. De Britten zijn nog steeds bezeten door tuinen. Dit is waarschijnlijk het enige land ter wereld waar tuinprogramma’s in prime time echte kijkcijferkanonnen zijn. Vanuit Vlaanderen wordt dan ook vaak naar Groot-Brittannië gekeken. Sinds ook daar in de jaren ’50 van de vorige eeuw het gebruik van herbiciden en meststoffen toenam, werd het ideaalbeeld van veel mensen dan ook het gemillimeterde ‘Engelse’ gazon. Een monocultuur van liefst één soort gras waar geen enkel onkruid in te bespeuren valt. Milieuwetenschappelijk kun je echter een grasperk zien als plantgemeenschap die vrijwel continu onder stress staat doordat ze wekelijks gemaaid wordt. Zoals we reeds zagen leidt dit in de natuur tot een hoger aantal plantensoorten. Wanneer je bovendien de grasmat regelmatig betreedt, en vooral wanneer je er een potje voetbal op speelt met de kinderen, verstoor je ook de bodem. Dit schept vooral voor zaadonkruiden extra mogelijkheden. Bij de aanleg van gazons gebruiken we dan ook steeds een zaadméngsel. Sportgazons bestaan vaak uit een zodenvormende soort, die zich uitbreidt door middel van rizomen, en een polvormend gras, meestal Engels raaigras (Lolium perenne) dat zich spontaan uitzaait. De combinatie van deze twee strategieën maakt dat de grasmat zich sneller kan herstellen. Hoewel Engels raaigras andere zelfzaaiers onderdrukt, is het een illusie dat je een mengsel kunt ontwikkelen dat geen enkel onkruid toelaat.
Op de juiste bodem in een goed onderhouden gazon zullen zich sowieso minder ongewenste kruidachtige en eenjarige planten vestigen. Desondanks zit er voor wie niet van klavers (Trifolium), madeliefjes (Bellis perennis) en boterbloemen (Ranunculus repens) houdt niets anders op dan deze regelmatig te verwijderen. Wortelonkruiden met een penwortel, zoals de paardenbloem (Taraxacum officinale), kun je nog met een steekmes of spade verwijderen. Met enige moeite en flink wat tijd, lukt het ook nog wel om de stengelranken van de kruipende boterbloem (Ranunculus repens) te verwijderen. Het rizomen vormende wortelgestel van klavers (Trifolium) en wilde grassen zoals kweek (Elytrigia) is onmogelijk te verwijderen. Het is verweven met dat van de gewenste grassen.
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] 03 292 33 30
Cliporalyd, het werkzame bestanddeel van herbiciden als Bofix en Gazonet, is een veelgebruikte chemisch bestrijdingsmiddel. Het behoort tot de groep van de groeihormonen en is een selectief middel dat enkel tweezaadlobbigen (dicotylen) aantast. Planten uit de klasse van de eenzaadlobbigen (monocotylen), waartoe ook de grassenfamilie (Poacea) behoort, laat het ongemoeid. Het is afkomstig uit de maïsteelt, waar het gebruikt wordt om de rijen onkruidvrij te houden. Je kunt het ook op grasperken toepassen. Na enkele dagen zul je zien dat het onkruid groeimisvormingen begint te vertonen en volledig afsterft. Hoewel er producten bestaan waarmee je een gazon kunt behandelen tegen wilde grassen zijn deze sinds kort uit de handel.
4.5
Borders
Het gebruik van herbiciden in borders is zo goed als uitgesloten. Hier grijp je terug naar manuele methodes zoals hakken en schoffelen. De lastigste onkruiden groeien echter in het hart van andere planten. De enige manier om ze kwijt te geraken, is met de hand te wieden, waarbij je er op let dat je ook de wortels verwijdert. Zorg ervoor dat je er op tijd bij bent. Het is een illusie dat je onze inheemse zodenvormende grassen, in een verder gevorderd stadium, nog uit hun sierlijke polvormende soortgenoten kunt halen. Hun wortels zijn dan zo met elkaar verweven dat er niks anders op zit dan de plant met onkruid en al naar de composthoop door te verwijzen. Deze grassen zijn dan ook publieke vijand nummer één in de vaste plantenborder. Mits een goed borderconcept en op strategische momenten toegepast, kan tweemaal per jaar wieden volstaan. Een eerste keer in april/mei wanneer de meeste onkruiden beginnen te schieten en een tweede keer in de nazomer. Nog niet zo lang geleden maakten vooral heesterborders de dienst uit in onze tuinen. Hoewel ook vaste planten er deel van waren. Ze werden beheerd als moestuinen, waar regelmatig hakken en schoffelen de bodem onkruidvrij houdt. Bodemherbiciden als Kazaron, die geen houtachtige gewassen aantasten, vergemakkelijkten dit onderhoud enorm door hun hoge efficiëntie en lange nawerking. Ondertussen zijn deze chemische middelen echter uit de handel genomen. De hedendaagse tuinverzorger verklaart de oorlog aan de naakte grond!. Een arbeidsbesparend beheer is er op gericht de bodem zo weinig mogelijk te verstoren en zo goed mogelijk af te dekken, idealiter met planten. Een aanzet hiertoe werd al gegeven met de toepassing van bepaalde plantensoorten als bodembedekker. Met een combinatie van vaste planten kun je hetzelfde effect bereiken. Een volwassen vaste plantenborder vergt dan ook nauwelijks onderhoud. In nieuw aangelegde borders duurt het, afhankelijk van de soort, ongeveer drie jaar voor jonge planten volgroeid zijn. Hoewel eenjarigen hier een zekere functie kunnen vervullen blijft in tussentijd toch een groot deel van de bodem onbedekt.
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] 03 292 33 30
Een oplossing hiervoor bestaat erin te mulchen. Hierbij dek je de bodem af met een beschermende laag. Alle organische materialen zijn hier in principe geschikt voor: gazonmaaisel, bladafval, hakselhout, compost, boomschors, cacaodoppen. Maar ook mineralen als grind en lavasteen worden als afdeklaag gebruikt in zogenaamde grindtuinen. In prairietuinen gebruikt men meestal lava, omdat dit een pH-neutraal gesteente is. We gaan hier verder op in op het einde van hoofdstuk 6 en in hoofdstuk 9. Schep de mulch niet op de begroeiing en houdt de zone aan de voet van planten vrij. Wanneer je schors of compost tegen de stam van een boom of heester zou leggen, verhoogt dit de kans op voetrot. Zo’n mulchlaag onderdrukt niet alleen de onkruidgroei, maar heeft ook nog andere voordelen. Ze gaat verdamping tegen waardoor de grond minder snel uitdroogt en voorkomt erosie. Door het toevoegen van organische materialen verbeter je bovendien de bodemstructuur. Wormen en andere bodemorganismen breken ze af tot voor de plant opneembare voedingsstoffen. In vaste plantenborders is compost het meest geschikte als mulchlaag. Boomschors en cacaodoppen verteren maar traag, waardoor ze planten belemmeren in hun groei. Het zijn wel geschikte afdekmaterialen voor heesterborders.
In de herfst kondigen dalende temperaturen, hagel en sneeuwbuien koning winter al aan. Voor bomen, heester en vaste planten wordt het tijd om te gaan rusten. Ze transporteren de voedingsstoffen van de bladeren naar hun wortels, waar ze opgeslagen worden. Daarna laten ze hun bladeren vallen. Het wordt door bacteriën en schimmels omgezet tot humus. De donkerbruine, bijna zwarte grond in bossen is hier het resultaat van. Bij compostering wordt dit natuurlijke proces nagebootst. Tuin - en keukenafval worden op een plaats verzameld om te verteren tot een donkerbruine, kruimelige substantie; compost.. De bodemorganismen die voor dit proces verantwoordelijk zijn gebruiken hiervoor zuurstof en produceren warmte, koolstofdioxide en water. Je kunt het beschouwen als omgekeerde fotosynthese. De ingewikkelde glucoseverbindingen, waaruit planten opgebouwd zijn, worden omgezet tot eenvoudigere chemische stoffen. Hierbij komt energie, in de vorm van warmte, vrij.
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] 03 292 33 30
Figuur 6: Compostering Organisch materiaal + O2
CO2
Plantenresten
koolstofdioxide +
+ zuurstof
+
H2O + energie water + warmte
Het lijkt simpel maar dat is het echter niet. Een composthoop moet regelmatig gekeerd worden, om voldoende zuurstofrijk te blijven en bovenden is niet alle groenafval ervoor geschikt. Kwalitatieve compost bevat geen levensvatbare onkruidzaden en is bacterie- en schimmelvrij. Het is als het ware steriel materiaal. Om dit te kunnen garanderen, moet de temperatuur in de composthoop oplopen tot minimum 74°C. Bij deze temperatuur legt zelfs de meest resistente bacterie het loodje. Deze waarden bereik je alleen als de hoop minimum zeventien kubieke meter groot is. Zulke grote hoeveelheden afval zal een particulier nooit uit zijn tuin kunnen halen. Voor wie thuis composteert is het dan ook not done om snoeiafval van zieke planten op de composthoop te gooien. In Vlaanderen volgt VZW Vlaco, (Vlaamse compostorganisatie) de kwaliteit van compostverwerking integraal op. Aan de hand van kwaliteitscontroles, waarbij zowel de grondstoffen als het verwerkingsproces onder de loep worden genomen, wordt er wel of niet een certificaat toegekend. Vraag hier bij aankoop steeds naar! Afhankelijk van het uitgangsmateriaal spreken we van groencompost (van tuinafval), of gftcompost (van keukenafval). Onze voorkeur gaat hierbij uit naar groencompost. Voor meer informatie raadpleeg je www.vlaco.be. Hier vind je ook leveranciers in je buurt terug. Leveranciers van cultuurtechnische producten bieden ook mengcompost aan. Dit is een mengsel van compost, champignonmest en turf. Omdat het als mulch niet geschikt is, bespreken we het hier verder niet. Boomschors is meestal afkomstig van naaldbomen als de fijnspar (Picea abies), de grove den (Pinus sylvestris) en de middellandse-zeeden (P. maritime). De laatste soort is de duurzaamste. Ze is ook de duurste. Er bestaan verschillende maten of kalibers schors. In catalogi wordt dit door een getal achter de soortnaam weergegeven in millimeter. Zo zijn de schilfers van een Pinus maritime 20/40 tussen de twee en de vier centimeter groot. Cacaodoppen als afdeklaag zijn een vrij recente introductie. Het gaat hier om een afvalproduct uit de teelt van cacaobonen. Tabel 7: kostprijs mulch (per kubieke meter, afgehaald bij leverancier) Groencompost/
5 tot 15 €
gft-compost Mengcompost
20 €
Schorssoorten
35 tot 70 €
Lava
50 €
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] 03 292 33 30
Oefeningen 1.
Wat is mulchen?
………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………. 2.
Welke 2 grote soorten van onkruid kan men onderscheiden?
………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………. 3. Wat is de naam van het soort onkruid dat andere onkruiden verdringt? ………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………. 4. Wat zijn de 3 soorten verhardingen? ………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………. 5. Wanneer moet een tegeltuin bijgewerkt worden? ………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………. 3.
Verklaar: "Onze typische gazon is een plantengemeenschap die vrijwel continu onder stress staat."
………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………. 4. Wat zijn 2 manuele middelen die vaak gebruikt worden om onkruid te bestrijden? ………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………….
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] 03 292 33 30
Afstandsonderwijs = studeren op je eigen tempo Een thuisstudie volgen aan het Centrum Voor Afstandsonderwijs is de meest flexibele manier om je erkend diploma te behalen. Met een thuiscursus start je namelijk wanneer het jou het beste uitkomt. Je studeert waar en wanneer je wil, en legt examen af wanneer jij er klaar voor bent. Erg handig als jouw leven meer is dan studeren alleen! Tijdens je studie kan je rekenen op de professionele begeleiding van een persoonlijke docent. Met de taken die je docent aan elk hoofdstuk heeft toegevoegd, oefen je jezelf in de praktijk, en bereid je je optimaal op het examen voor. Heb je vragen, of wil je je gemaakte oefeningen uit de cursus laten verbeteren? Dan stuur je je docent een mailtje via het online leerplatform (je krijgt een toegangscode bij inschrijving). In het inschrijvingsgeld is twaalf maanden begeleiding van je docent inbegrepen. Klaar met studeren? Dan leg je examen af op één van onze campussen in Antwerpen, Gent of Hasselt. Je hebt vijf jaar de tijd om je examen af te leggen en je beslist zelf wanneer je dit wil doen. Dit kan bijvoorbeeld al na drie maanden, maar ook na een jaar; de keuze is aan jou! Geslaagd? Dan krijg je je diploma binnen de 14 dagen. Je kan hiermee meteen solliciteren als werknemer of als zelfstandige starten (mits je ook een attest bedrijfsbeheer hebt). Al onze diploma’s zijn erkend en zijn een fikse meerwaarde op de arbeidsmarkt. Niet van de eerste keer geslaagd? Geen nood. Je kijk je examen in, en leert van je fouten. Vervolgens mag je gratis herexamen afleggen. Examen afleggen is trouwens nooit verplicht.
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] 03 292 33 30
Zes ijzersterke redenen om te studeren aan het CVA 1. Je behaalt een erkend diploma Het Centrum Voor Afstandsonderwijs bezit het ISO 9001-2008 certificaat. Dit is een onafhankelijk kwaliteitslabel dat elk jaar opnieuw, na een grondige audit, moet worden toegekend. Zowel ons cursusmateriaal als de docenten en de secretariaatswerking kregen en krijgen een positieve beoordeling. Dit is jouw beste garantie voor een kwaliteitsvolle en degelijke opleiding. Het Centrum Voor Afstandsonderwijs is door een groot aantal beroepsfederaties erkend. Je kan je met je diploma bij deze federaties aansluiten en genieten van allerlei voordelen. Bij werkgevers in verschillende sectoren heeft het diploma een grote troef bij je sollicitatie en biedt het je vaak werkzekerheid. Bovendien zijn onze diploma’s internationaal erkend door de International Association of Professional Education (IAPE), die alle beroepsopleidingen wereldwijd registreert en accrediteert. De IAPE controleert en beoordeelt de kwaliteit van professioneel onderwijs van instellingen zoals universiteiten, hogescholen, publieke en private opleidingsverstrekkers, docenten en onderwijsinstellingen voor volwassenen. 2. Je kiest voor een praktijk- en jobgerichte opleiding Al onze opleidingen en cursussen worden ontwikkeld en geschreven door zelfstandige specialisten met jarenlange beroepservaring. Je gaat er meteen mee aan de slag. Dankzij onze jarenlange ervaring weten we precies welke onderwerpen, extra uitleg of praktijkvoorbeelden het verschil maken. Hierdoor bereik je snel je doel: je carrière een boost geven of een nieuwe job vinden. Het contact tussen jou en je docent is maximaal door gebruik van ons online studentenplatform. Al je vragen zullen binnen de 48 uren worden beantwoord. Momenteel is er in het bedrijfsleven veel vraag naar goed opgeleide werknemers. Het diploma dat je behaalt is een internationaal erkend diploma. Deze cursus biedt daarom zeer goede perspectieven op de arbeidsmarkt en een groot voordeel tijdens je sollicitatie. Veel afgestudeerde studenten startten reeds hun eigen succesvolle zaak na het volgen van een opleiding bij het CVA. Wij zijn dan ook een echte ondernemersschool die startende
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] 03 292 33 30
ondernemers met veel plezier begeleidt in hun eerste stappen naar een carrière als zelfstandig ondernemer.
3. Je kiest voor maximale flexibiliteit Thuisstudie is uiterst flexibel. Jij bepaalt zelf wanneer je studeert, hoe lang, en wanneer je examen aflegt. Je hebt je toekomst dus zélf in de hand! Ideaal als je je studie wil combineren met een job, kinderen of andere activiteiten. 4. Je weet zeker dat je de opleiding kiest die bij je past Nog vragen? Extra informatie nodig? Kom dan gewoon langs op onze secretariaten (Antwerpen, Brussel, Gent, Hasselt) voor een adviserend gesprek met één van onze professionele opleidingsconsulenten. Zij helpen jou met veel plezier bij het ontwikkelen van een studietraject dat volledig aan jouw eisen en wensen voldoet. Je kan er ook je volledige cursus inkijken! 5. Je kan boeiende stages lopen Het CVA helpt je carrière op weg! Heel wat studenten kiezen ervoor om tijdens hun opleiding stage te lopen, ook al is dat in de meeste gevallen geen verplichting. Je docent begeleidt je in jouw keuze van een stageplaats en jouw opleidingsconsulenten brengen de nodige papieren in orde. Een handige manier om praktijkervaring op te doen, waardevolle referenties te krijgen en connecties te leggen! 6. … Dit aan een uiterst scherpe prijs! Wist je dat het CVA elk jaar meer dan 12.000 studenten telt? Door die schaalgrootte kunnen we jouw cursus tegen een bijzonder scherpe prijs laten drukken en verzenden. Zonder in te boeten op de kwaliteit van het lesmateriaal. Het examen dat je aflegt op onze school is in je inschrijvingsgeld inbegrepen (inclusief herkansingen!). Geen verborgen kosten bij het CVA! Je kan mogelijk genieten van extra financiële voordelen bij je inschrijving, zoals de Ondernemerskorting voor startende ondernemers, korting indien meerdere familieleden dezelfde opleiding volgen, korting bij het volgen van een studietraject dat bestaat uit meerdere cursussen enz. Bel onze opleidingsconsulenten (03 292 33 30) tijdens je inschrijving om te weten voor welke korting jij in aanmerking komt.
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] 03 292 33 30
Overtuigd? Start vandaag nog! Schrijf je snel en eenvoudig in: Wie studeert aan het Centrum Voor Afstandsonderwijs heeft een streepje voor. Moderne werkgevers hechten veel belang aan permanente bijscholing en een praktijkgerichte kennis. Onze school bouwde in de loop der jaren op dit vlak een ijzersterke reputatie op. Alle diploma’s die je behaalt via het Centrum Voor Afstandsonderwijs zijn erkend, en verhogen je kansen op de arbeidsmarkt. Jouw keuze gemaakt? Dan hoef je je alleen nog in te schrijven. Je hebt hiervoor 3 opties: 1. Je vult het inschrijvingsformulier in op www.centrumvoorafstandsonderwijs.be 2. OF je mailt naar
[email protected] 3. OF je maakt gebruik van het inschrijvingsformulier op de volgende pagina (als je je rechtstreeks op één van onze locaties komt inschrijven). Je inschrijving is pas definitief nadat we ook je cursusgeld ontvangen. Het inschrijvingsgeld voor de cursus tuinverzorger bedraagt €239 en bevat de kostprijs van het cursusboek, de begeleiding van jouw docent en het (her)examen bij ons op school. Na ontvangst van je inschrijvingsgeld krijg je van ons een bevestigingsmail. Je krijgt je cursus dan binnen de week toegestuurd, zodat je meteen aan de slag kan! Veel succes!
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] 03 292 33 30
INSCHRIJVINGSFORMULIER THUISSTUDIE TUINVERZORGER Naam: Voornaam: Straat + Huisnummer: Postcode + Gemeente: Telefoon: GSM: E-mailadres: Geboortedatum: Heb je bij ons al een cursus gevolgd?
JA - NEE
Wens je een factuur na je betaling?
JA - NEE
Bij ja, vul hier je bedrijfsnaam en BTW-nummer in: O Ik ga akkoord met de algemene voorwaarden zoals ze vermeld staan op onze website.
(handtekening)
Je inschrijving is pas definitief nadat we ook je inschrijfgeld ontvangen. Het inschrijvingsgeld voor de cursus tuinverzorger bedraagt €239 en bevat de kostprijs van de cursus, de begeleiding van je docent en je examen bij ons op school (en eventuele herexamens).
Veel succes met je opleiding en je verdere carrière!
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] 03 292 33 30