Proefhoofdstuk Kindervoedingsadviseur

Proefhoofdstuk Kindervoedingsadviseur www.centrumvoorafstandsonderwijs.be

www.centrumvoorafstandsonderwijs.be [email protected] +32 3 292 33 30

Kom je cursus inkijken: Antwerpen, Frankrijklei 127, 2000 Gent, Oude Brusselseweg 125, 9050 Hasselt, Simpernelstraat 27, 3511 Brussel, Timmerhoutkaai 4, 1000 +32 3 292 33 30 [email protected] Maak van je opleiding kindervoedingsadviseur een succes! Beste toekomstige student, Hartelijk dank voor je interesse in de opleiding kindervoedingsadviseur aan het Centrum Voor Afstandsonderwijs. Op de volgende pagina’s vind je een hoofdstuk en de volledige inhoudstafel van deze thuisstudie terug. Ook krijg je alle nodige informatie over de werking van onze school. Neem deze info rustig door, zo krijg je een goed beeld van de inhoud van de cursus en weet je zeker dat je voor de opleiding kiest die het beste bij jou past. Noteer alvast dat alle diploma’s die je via het CVA behaalt erkend zijn en uitermate praktijk- en dus jobgericht! Heb je na het inkijken van dit proefhoofdstuk nog vragen? Geef ons gerust een seintje op het nummer +32 3 292 33 30 of mail ons op [email protected]. Onze opleidingsconsulenten beantwoorden al jouw vragen en geven je persoonlijk advies omtrent je studiekeuze. Blader je graag door de volledige cursus? Ook dat kan. Het Centrum Voor Afstandsonderwijs geeft je op vier plaatsen in België de mogelijkheid om de cursussen geheel vrijblijvend in te kijken. Je kan de cursussen inkijken in de campussen van Het Centrum Voor Avondonderwijs VZW in Antwerpen, Gent en Hasselt of in Brussel. Je hoeft hiervoor geen afspraak te maken, kom gewoon vrijblijvend langs.

Ik wens je veel leesplezier en alvast veel succes met je studie!

Jo Vandevelde Opleidingsconsulent Centrum Voor Afstandsonderwijs


kindervoedingsadviseur: beroep met toekomst!

Deze moderne en praktijkgerichte opleiding kwam tot stand in samenwerking tussen het Centrum Voor Afstandsonderwijs en zelfstandige beroepsdeskundigen met jarenlange ervaring. Een duidelijke structuur maakt deze cursus zeer overzichtelijk. Op deze manier garanderen wij je een vlot studietraject. Op de volgende pagina’s vind je de volledige inhoudstafel van de opleiding en een gratis onderdeel uit de cursus terug.


1 Voeding bij zwangerschap 1.1 Voor- en nadelen gezonde voeding 1.2 Voeding voor de zwangerschap 1.2.1 Alcohol 1.2.2 Sporten 1.2.3 Gezonde voeding 1.2.4 Foliumzuur = vit B9 = vit B11

1.3 De gewichtstoename tijdens de zwangerschap 1.3.1 Algemeen 1.3.2 Gewichtstoename bij overgewicht

1.4 Invloed van de zwangerschap op het eetgedrag 1.4.1 Eetstoornis 1.4.2 Smaakzin

1.5 Verloop van de zwangerschap 1.5.1 Bevruchting 1.5.2 Embryonale fase 1.5.3 Foetale fase

1.6 Voeding tijdens de zwangerschap 1.6.1 Extra aandachtspunten gezonde voeding 1.6.2 Vitaminen 1.6.3 Mineralen


1.6.4 Voedingsmiddelen die gemeden moeten worden 1.6.5 Voedingsmiddelen die beperkt moeten worden 1.6.6 Voorbeeld van een dagmenu 1.6.7 Voedingsschema voor een zwangere vrouw

1.7 Zwangerschapsproblemen 1.7.1 Zwangerschapsdiabetes 1.7.2 Zwangerschapskwaaltjes 1.7.3 Barkerhypothese

1.8 Alternatieve voeding 1.8.1 Vegetarisme

1.9 Psychologische aspecten 1.10 Taak

2 De zuigeling 2.1 Inleiding 2.2 Borstvoeding / flesvoeding 2.2.1 Borstvoeding of flesvoeding, wat is het verschil?

2.3 Borstvoeding algemeen 2.3.1 Voordelen van borstvoeding 2.3.2 Moedermelk 2.3.3 Borsten 2.3.4 Aanleggen 2.3.5Voeden 2.3.6 Problemen 2.3.7 Afkolven


2.4 Voeding bij borstvoeding 2.4.1 Van borst- naar flesvoeding

2.5 Flesvoeding 2.5.1 Bereiden 2.5.2 Dosering 2.5.3 Voeden

2.6 Volledige zuigelingenvoeding, opvolgmelk en groeimelk 2.6.1 Veranderen van flesvoeding 2.6.2 Samenstelling volledige zuigelingenvoeding

2.7 Speciale omstandigheden 2.7.1 Prematuren 2.7.2 Spugen 2.7.3 Krampjes 2.7.4 Moeizame ontlasting 2.7.5 Voedingsallergieën

2.8 Alternatieve voeding 2.8.1 Alternatieve voeding voor een lacterende moeder 2.8.2 Alternatieve zuigelingenmelk

3 Babyvoeding 3.1 Bijvoeding vanaf de 4e maand 3.1.1 Melkvoeding 3.1.2 Wanneer? 3.1.3 Wat? 3.1.4 Hoe?


3.1.5 Potjesvoeding: Kant- en klare groente- en fruitpapjes

3.2 Bijvoeding vanaf 6 maand 3.2.1 Wat? 3.2.2 Hoe?

3.3 “Vaste voeding” vanaf 8 maand 3.3.1 Wat? 3.3.2 Hoe? 3.3.3 Drinken

3.4 Voedingssuppletie 3.4.1 IJzer 3.4.2 Fluor 3.4.3 Vitamine D en K

3.5 Voedingsschema per leeftijd 3.5.1 Pasgeboren 3.5.2 4-5 maanden 3.5.3 5-6 maanden 3.5.4 6-12 maanden

3.6 Alternatieve voeding 3.6.1 Vegetarische voeding 3.6.2 Veganistische voeding 3.6.3 Macrobiotiek bij zuigelingen

3.7 Psychologische aspecten 3.7.1 Overzicht van de anatomie van de mond 3.7.2 Ontwikkeling van de smaak 3.7.3 Ontwikkeling van de zuigeling


3.7.4 Eetproblemen 3.7.5 Te weinig eten?

3.8 Taak

4 Peuter 4.1 De voeding van de peuter 4.1.1 Wat? 4.1.2 Hoe? 4.1.3 Aanbevolen hoeveelheden 4.1.4 Vitaminen en mineralen 4.1.5 Beweging 4.1.6 Drinken 4.1.7 Probleempjes

4.2 Psychologische aspecten 4.2.1 Koppigheidsfase 4.2.2 Gezond eten nu: basis voor gezondheid later

4.3 Alternatieve voeding 4.3.1 Vegetarisme 4.3.2 Veganisme

4.4 Taak

5 Kleuter 5.1 Voeding van de kleuter 5.1.1 Voedingsschema kleuter 5.1.2 Het belang van variatie


5.2 Psychologische aspecten 5.2.1 Koppigheidsfase blijft duren 5.2.2 Niet meer willen eten op school 5.2.3 Vroege smaakontwikkeling basis voor latere smaakvoorkeuren

5.3 Alternatieve voeding

6 Scholier 6.1 Voeding van de scholier 6.1.1 Voedingsschema voor de scholier 6.1.2 Variatie is de basis van een gezond eetpatroon 6.1.3 Belang van een goed ontbijt!

6.2 Psychologische aspecten 6.2.1 Stimuleren eetgedrag 6.2.2 Kindvriendelijke recepten


6.4 Taak

7 Adolescent 7.1 Voeding van de adolescent 7.1.1 Aandachtspunten 7.1.2 Voedingsschema van de adolescent



7.3 Psychologische aspecten van de voeding 7.3.1 Anorexia Nervosa 7.3.2 Boulimia Nervosa 7.3.3 Voedingsconflicten

7.4 Taak

8 Snoep en de bijbehorende kleurstoffen 8.1 Wat zijn additieven en kleurstoffen? 8.2 Welke invloed heeft overmatig gebruik van snoep op kinderen?

9 Welke gevolgen heeft een inadequate voeding? 9.1 Vet oplosbare vitamines 9.1.1 Vitamine A 9.1.2 Vitamine D 9.1.3 Vitamine E 9.1.4 Vitamine K

9.2 Water oplosbare vitamines 9.2.1 Vitamine B1 9.2.2 Vitamine B2 9.2.3 Vitamine B3 9.2.4 Vitamine B5 9.2.5 Vitamine B6 9.2.6 Vitamine B8 9.2.7 Vitamine B11 9.2.8 Vitamine B12 9.2.9 Vitamine C


10 Overgewicht bij kinderen 10.1 Bepaling overgewicht 10.2 Oorzaken 10.3 Gevolgen obesitas 10.4 De rol van de ouders 10.5 Behandeling obese kinderen 10.6 Psychologische aspecten bij overgewicht 10.7 Vraag en antwoord 10.7.1 Zorgen koemelk en sojamelk voor overgewicht of niet? 10.7.2 Wordt een zwaar kind ook later een zware volwassene?

10.8 Eetpatroon bij obese kinderen 10.8.1 Wat zijn gezonde snacks 10.8.2 Enkele recepten voor gezonde tussendoortjes


HOOFDSTUK 4: VOEDING BIJ DE PEUTER

Op deze leeftijd ontplooit het kind zich als een sociaal wezen. Onder de vorm van voeding wordt de energie aangebracht die het kind nodig heeft voor zijn groeiproces. Zo leidt elk voedseltekort in deze eerste levensjaren tot een vertraging in het groeiproces. Deze zal nog zeer moeilijk in te halen zijn wanneer de voedingstoestand niet snel verbeterd wordt. Het is dus zeer belangrijk dat de voeding van de peuter alle voedingsstoffen nodig heeft om het kind goed te laten groeien en ontwikkelen.

4.1 De voeding van de peuter Het echte leven lijkt nu te beginnen. Het kindje gaat letterlijk op eigen benen staan. Kruipen wordt lopen, sabbelen wordt kauwen, hapjes geven wordt 'zelf hapje doen'. De peuter zal al veel vast voedsel eten. Dit is goed voor de ontwikkeling van verschillende smaken en mondmotoriek. Hij is echter nog niet volgroeid en heeft nog specifieke voedingsbehoeften.


4.1.1 Wat? Groeimelk Ook al is het kindje één jaar, beter nog geen koemelk geven. Geef het kindje speciale groeimelk. Deze bevat in vergelijking met koemelk: -

Meer ijzer: voor een goede weerstand

-

Minder eiwitten: belangrijk voor een goede groei

-

Meer vitamine D: voor een goede botontwikkeling

-

Een uitgebalanceerde hoeveelheid essentiële vetzuren

De aanbevolen hoeveelheid is 300-500 ml per dag tot de leeftijd van drie jaar. Bij gebruik van ca. 300 ml per dag wordt de aanbevolen hoeveelheid vitamine D gedekt en hoef je geen vitamine D meer bij te druppelen.

Groenten en fruit Vanaf 1 jaar moet een baby twee keer per dag 100 - 150 g fruit en groenten eten. Ze bevatten weinig calorieën en veel vitaminen. Ze bevatten ook veel water, soms tot 90% van hun volume. Fruit en groenten bevatten vooral vitamine C. Rode en groene groenten en geel of oranje fruit bevatten ook veel caroteen (pro-vitamine A). Ze hebben een aromatische smaak en bevatten veel vezels, (cellulose, hemicellulose en pectine), die een belangrijke rol spelen in de darmtransit. Rauwe groenten zijn gemakkelijker verteerbaar als ze geraspt zijn of in kleine stukjes gesneden. De vitaminen in fruit en groenten zijn bijzonder gevoelig en gaan verloren bij het contact met lucht, licht en warmte. Je moet ze snel wassen, en niet laten weken. Was ze ongeschild en onversneden. De vitaminen zitten onder de schil. Je moet fruit en groenten dus zo dun mogelijk schillen en zoveel mogelijk ook de schil opeten. Stomen is de beste manier om de vitamientjes te bewaren. Door het koken verliezen groenten een aantal kwaliteiten.


Gekookte groenten zijn anders: -

Ze zijn gemakkelijker verteerbaar.

-

Ze zijn zachter en de baby kan er gemakkelijker op kauwen.

-

Ze bevatten minder water en zijn minder groot. Hierdoor moet er meer van gegeten worden.

-

Hun energiewaarde is min of meer dezelfde.

-

30 tot 50% van de vitaminen zijn verdwenen.

Groenten en fruit vanaf 1 jaar: -

Rauwe groenten: tomaten, worteltjes, avocado’s, sla, komkommer, enz

-

Nieuwe, gekookte groenten: selderij, champignons, boerenkool, ui, prei.

-

Koolsoorten, zoals witte, rode, savooikool, boerenkool

-

Peulvruchten: linzen, bonen, enz.

-

Fruit: het kindje mag nu alle soorten fruit eten.

-

Noten: walnoten, hazelnoten, gemalen amandelen of amandelpoeder, enz. alleen nog opletten voor verstikking!

Aardappelen De aardappel, die er onterecht van wordt beschuldigd een dikmaker te zijn, kan net gebruikt worden om de voeding van kinderen in evenwicht te brengen. Dat doen ze doordat ze complexe koolhydraten bevatten, die essentieel zijn voor het evenwicht. De aardappel is een " groente " die onontbeerlijk is voor de groei van het kind. Omdat hij erg veel complexe koolhydraten bevat (zo’n 20 g per 100 g), geeft de aardappel erg veel energie. Vandaar dat hij wordt ondergebracht bij de zetmeelhoudenden, niet bij de groenten. De aardappel bevat een belangrijke hoeveelheid kalium (370 mg/100 g) en magnesium (21 mg/100 g). We halen er verder een grote waaier oligo-elementen uit, zoals ijzer (0,4 mg/100 g), zink en koper die de opname van ijzer door het organisme bevorderen, mangaan, kobalt, jodium enz. Ook het gehalte vitamine C is interessant: 10 tot 15 mg per 100 g gewone aardappels, en zelfs tot 35 mg per 100 g bij nieuwe aardappels. www.centrumvoorafstandsonderwijs.be [email protected] +32 3 292 33 30

Zijn vitamine B is dan weer goed voor de zenuwen en de spieren. Hij bevat meer of minder calorieën naargelang de bereiding: 81 kcal en 0,1 g vetten per 100 g gekookte aardappels, tegenover 274 kcal en 15 g vetten voor frieten en 521 kcal en 36 g vetten voor chips! Maak ze het best klaar in de oven, in de schil, of gestoomd om de mineralen optimaal te bewaren. Maak ze goed schoon en leer het kindje om de schil ook op te eten, zeker bij nieuwe aardappels. Vanaf 12 maanden mag je kind ze elke dag eten, zo’n 1 of 2 kleintjes per dag. Varieer de smaken door ze klaar te maken met kruiden (peterselie, basilicum) of in puree of stoemp (spinazie, wortelen). Merk dat groenten (kool, artisjok, schorseneren, tuinbonen) problemen veroorzaken met de spijsvertering (opgeblazen gevoel, (te) vlotte stoelgang) of als de smaak niet bevalt, serveer ze dan met aardappel.

4.1.2 Hoe? Niemand is zo ondernemend als een jonge peuter die de wereld gaat verkennen. Kruipen, staan, praten en lopen: de ontwikkeling gaat razendsnel. Ook de groei gaat na het eerste levensjaar nog gestaag door. Een goede voeding van jonge kinderen is daarom belangrijk. Niet alleen voor een voorspoedige groei en ontwikkeling, maar ook om straks een gezonde volwassene te worden. De grotere stukjes stimuleren het kauwen.

Tips: Laat je kinderen best op regelmatige tijdstippen eten en sla geen maaltijden over. 3 hoofdmaaltijden en 2 of 3 tussendoortjes is een ideaal stramien. Als tienuurtje en/of vieruurtje kan je een product geven uit de groep van de voedingsdriehoek dat nog niet aan bod was gekomen tijdens de hoofdmaaltijden. Bij elke maaltijd moet minstens één portie zetmeelrijke voedingsmiddelen worden geserveerd, bv. brood, aardappelen, pasta, granen of rijst.


4.1.3 Aanbevolen hoeveelheden Tabel: Gemiddelde voedingsaanbevelingen voor peuters van 1 tot 3 jaar, vertaald in voedingsmiddelen Voedingsmiddel

Peuter (1,5-3jaar)

Water

0,5 – 1 liter

Brood

1 – 3 sneden

Aardappelen, pasta, rijst

1 – 2 stuks (50 – 100 g)

Groenten

2 groentenlepels (50 – 100 g)

Fruit

1 – 2 stuks (100 – 200 g)

Melk (volle melk tot de leeftijd van 4 jaar)

4 bekertjes (500ml)

Kaas ½ -1 sneetje (10 – 20g) Vleeswaren

½ sneetje (10 g)

Vlees, gevogelte, gewogen)

vis

(rauw 65 g

(gaar gewogen) 50 g OF Vleesvervanger 50 g OF Ei 1 per week OF Peulvruchten (droog gewogen) 1 – 2 eetlepels Zachte margarine op brood

5 g per sneetje

Zachte margarine of olie voor de bereiding max 15 g Totaal: 20 -25 g Restgroep

beperken


Energie De energiebehoefte voor kinderen van 1 tot 3 jaar bedraagt gemiddeld 95 kcal/kg/dag (400 kJ/kg/dag). De precieze energiebehoefte wordt voor een belangrijk deel bepaald door de mate van lichamelijke activiteit en de groei. Tabel : Gemiddelde evolutie van een kind (0-3 jaar)

Gemiddelde

Gemiddelde

Groei

groei per jaar gewichts-toename

tijdens

het

eerste 25 cm

van

de

hoofd-omtrek

per jaar

per jaar

6,5 kg

10 cm

2,5 kg

0,5 - 1,2 cm

levensjaar

tijdens

de 7 cm

peuterjaren (1-3 jaar)

Het groeiproces van het kind vereist een constante energieaanbreng. Elk voedseltekort in de eerste levensjaren zal leiden tot een vertraging in het groeiproces. Leeftijd

Gewicht (kg)

Lengte (cm)

Geboorte

3,5

50

1 jaar

10

75

2 jaar

12

85

3 jaar

14

95


Energiebehoefte Leeftijd

Gemiddeld gewicht

Energiebehoefte

Maand

kg

Kcal/kg/dag

Jongen

Meisje

1

4

4

115

3

6

5,5

110

6

8

7,5

95

9

9

8,5

95

12

10

9,5

95

18

11,5

11

95

24

12,5

12

95

30

14

13

95

36

15

14

95

De voedingsbehoefte van het kind daalt na 1 jaar. Het is niet de bedoeling dat je het ene kind met het andere gaat vergelijken, kinderen hebben verschillende behoeftes. Wanneer je kind weinig eetlust heeft schotel het dan kleine hoeveelheden voor, dit zal meer moed geven. Verwacht ook geen grote eetlust als je kind moe of onrustig is. Vetgebruik De aanbeveling voor vetten is voor peuters hoger dan voor volwassenen, nl. 35 tot 40 energie%. Daarom zijn volle melkproducten aan te raden. Het is belangrijk dat je kind voldoende vet tot zich neemt, anders kan het zijn dat het slecht zal groeien. Bij een strenge vetbeperking treedt er een tekort op van essentiële vetzuren die noodzakelijk zijn voor de groei, de hersenontwikkeling en de celstofwisseling. Een tekort aan vetten kan ook peuterdiarree in de hand werken. Overdrijf niet, maar kinderen tot 4 jaar hebben toch meer vet nodig dan volwassenen. Eiwitten De aanbeveling voor eiwitten is 1,26 tot 1,13 g/kg/dag voor kinderen van 1 tot 3 jaar. Omgerekend komt dit overeen met ongeveer 14 tot 15,5 g eiwit/dag (1,3). Deze eiwitbehoefte staat in voor zowel het onderhoud van de weefsels als voor de groei. De belangrijkste eiwitbronnen zijn vlees, eieren, vis en melkproducten. Brood, graanproducten en peulvruchten zijn plantaardige eiwitbronnen.


Koolhydraten De aanbevolen hoeveelheid koolhydraten komt ongeveer overeen met de aanbeveling voor volwassenen, namelijk

50-55

energie%.

Deze

voedingsmiddelen

zijn

bovendien

rijk

aan

andere

essentiële

voedingsstoffen. Voedingsproducten die een bron zijn van enkelvoudige suikers zoals suiker, confituur, frisdranken, snoep en koek zijn niet onvoorwaardelijk verboden maar mogen slechts in beperkte mate worden gebruikt. Zodra dergelijke producten de overhand krijgen, heeft het kind meestal geen trek meer in ander eten en ontstaat een onevenwichtige voeding die de behoefte aan essentiële voedingsstoffen niet meer kan dekken. Voedingsvezels Deze mogen slechts geleidelijk aan in het voedingsschema worden ingelast. De aanbeveling bedraagt 5 tot 10g/1000 kcal. Liefst onder de vorm van fruit en groenten. Wacht dus nog even met de volwaardige granen te introduceren. Vanaf 18 maanden kan bruin brood normaal goed verteerd worden. Een te hoge inname aan vezels kan mogelijk een normale groei in de weg staan. Een vezelrijke voeding is namelijk over het algemeen volumineuzer en kan ertoe leiden dat het kind niet genoeg eet en daardoor onvoldoende energie en voedingsstoffen binnenkrijgt. Vanaf de leeftijd van 2 jaar kan de volgende regel worden toegepast: de leeftijd + 5 g vezels/dag. 4.1.4 Vitaminen en mineralen Naast eiwitten, vetten en koolhydraten heeft een peuter voor een goede gezondheid ook voldoende vitaminen, mineralen en spoorelementen nodig. Calcium, vitamine D en ijzer verdienen in dit verband extra aandacht. Calcium Dit mineraal is onontbeerlijk voor de groei van het skelet. Reeds op jonge leeftijd is het noodzakelijk voldoende calcium in te nemen ter preventie van osteoporose. Vitamine D speelt een rol bij de absorptie van calcium en fosfaat uit de voeding en het vastleggen van deze stoffen in het skelet. Omwille van deze belangrijke functie is de behoefte aan vitamine D in perioden van groei relatief hoger. Voor peuters van 1 tot 3 jaar geldt de aanbeveling van 800 mg calcium en 5 tot 10 µg vitamine D per dag. De aanbeveling voor calcium is gemakkelijk te realiseren via het gebruik van melkproducten. De behoefte aan vitamine D is afhankelijk van de blootstelling van het kind aan zonlicht. Bij afwezigheid van zonlicht is de exacte noodzaak aan vitamine D niet bekend . Opvolgmelk en groeimelk bevatten voldoende vitamine D. Suppletie is enkel noodzakelijk indien een niet aangepaste voeding wordt gegeven (400 IE/dag) en indien het kind een donkere huid heeft (600 IE/dag).


Vitamine D Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat kleintjes tussen 1 en 4 jaar niet voldoende vitamine D binnenkrijgen. Voor alle kinderen tot 4 jaar wordt geadviseerd door de Gezondheidsraad om 10 microgram vitamine D per dag te gebruiken. Een uitzondering hierop vormen de kinderen die dagelijks meer dan een halve liter zuigelingenvoeding, opvolgmelk of groeimelk krijgen (deze zijn al gesupplementeerd). Vitamine D is belangrijk voor de ontwikkeling van sterke botten en tanden van het kindje. Vitamine D zorgt er namelijk voor dat calcium en fosfor uit de voeding wordt gehaald en gebruikt wordt voor de opbouw van tanden en botten. Daarnaast speelt vitamine D een belangrijke rol bij het ontwikkelen van een natuurlijke weerstand. Vitamine D zorgt er namelijk voor dat bepaalde afweercellen worden aangemaakt die het lichaam verdedigen tegen virussen en bacteriën van buitenaf. Vitamine D is een van de weinige vitamines die het lichaam zelf kan maken. Onder invloed van zonlicht (ultraviolette straling) wordt in de huid vitamine D gevormd. Omdat een deel van de kinderen niet dagelijks voldoende aan zonlicht worden blootgesteld, en wel volop bezig zijn goede tandjes en botten te ontwikkelen, hebben ze dagelijks vitamine D nodig. IJzer Dit is als onderdeel van hemoglobine betrokken bij het zuurstoftransport maar speelt ook een belangrijke rol in de geestelijke ontwikkeling van het jonge kind. Peuters vertonen gemakkelijk een ijzerdeficiëntie. Het gebruik van voldoende ijzerbevattende voedingsmiddelen zoals vlees en vleeswaren, vis, groene groenten, aardappelen, brood en volle graanproducten is daarom belangrijk. De opname van ijzer uit plantaardige voedingsmiddelen kan worden bevorderd door bij elke maaltijd een vitamine C-bron te geven, bijvoorbeeld in de vorm van groenten, fruit of een vitamine C-rijke vruchtensap. De dagelijks aanbevolen hoeveelheid ijzer bedraagt 10 mg.


Tabel: Gemiddelde voedingsaanbevelingen voor peuters van 1 tot 3 jaar energie

95 kcal / kg / dag

eiwitten

1,26 tot 1,13 g / kg / dag

voedingsvezels

5 - 10 g / 1000 kcal vanaf 2 jaar: leeftijd + 5 g / dag

calcium

800 mg / dag

fosfor

700 mg / dag

magnesium

80-85 mg / dag

kalium

800-1000 mg / dag

ijzer

10 mg / dag

zink

4 mg / dag

selenium

20 µg / dag

jodium

90 µg / dag

vitamine A

400 µg / dag (uitgedrukt in retinolequivalenten)

vitamine D

5-10 µg / dag (aanvaardbare dagelijkse opnamehoeveelheid)

vitamine E

0,6 mg / dag (per g PUFA)

vitamine K

15 µg / dag

vitamine C

40 mg / dag

vitamine B1

0,5 mg / dag

vitamine B2

0,8 mg / dag

vitamine B6

0,7 mg / dag

vitamine B12

0,7 µg / dag

koolhydraten

50-55 energie%

vetten

35-40 energie%


Voorbeeld dagschema vanaf 12 maanden:



2 melkvoedingen: 2e leeftijdsmelk (beker/fles)



(Min. 500 ml – max. 750 ml/ dag)



1 fruitpapje of portie fruit



1 maaltijd:



Granen (100 g)



Groenten (100 g)



Vlees/vis/ei (20 – 50 g)



Vetstof (essentiële samenstelling)



2 - 3 sneetjes brood besmeerd met margarine



Water

4.1.5 Beweging Dit is belangrijk om een gezond lichaam in evenwicht te houden. Voor kinderen is het aangeraden om 60 minuten per dag te bewegen.

Kies voor beweging die gemakkelijk in het dagelijks schema kunnen ingebracht worden, wandelen, fietsen, zwemmen of gewoon de trap nemen in plaats van de lift.


Kinderen die jonger zijn dan 6 jaar bewegen uit zichzelf graag en veel. Dit maakt namelijk deel uit van hun ontwikkeling. Daarom is het belangrijk dat ze veel ruimte krijgen om te bewegen en zo ook om zich te ontwikkelen. Een peuter van 1 jaar ontdekt eerder de wereld rondom zich, terwijl een tweejarige de mogelijkheden van zijn eigen lichaam ontdekt. Dit doet hij door te rennen, springen, klimmen en klauteren. Het is belangrijk dat men zijn kind stimuleert om te bewegen en zo ook kansen geeft om te bewegen. 4.1.6 Drinken Water drinken moet een natuurlijke reflex worden. Je kan bij het eten best altijd een een beker of een glas water naast het bord zetten. Vraag je kind regelmatig of het water wil tijdens de dag, zorg er dan ook voor dat het de juiste temperatuur heeft, niet te warm en niet te koud. Het moet zuiver water zijn met een evenwichtige hoeveelheid aan mineralen, aangepast aan het lichaam en de behoeften van het kind. Laat een fles sinaasappelsap of frisdrank niet rondslingeren, dit brengt je kind alleen maar in verleiding. Hou zulke drankjes alleen voor speciale gelegenheden. Als je varieert door een takje koriander of een stukje fruit toe te voegen, zijn kinderen meer gemotiveerd om van het water te drinken, zo ontdekken ze bovendien nieuwe smaken. Probeer zelf ook veel water te drinken, je kind zal je na-apen. Voedingsschema voor peuter Voedingsmiddel

1-3 jaar

Water

½-1 liter

Brood

1-3 snede(n)

Aardappelen

1-2 stuk(s) (50 à 100g)

Groenten

1-2 groentelepel(s) (50 à 100g)

Fruit

1-2 stuk(s) (100 à 200g)

Melk

4 bekertjes (min 500ml)

Kaas

½ sneetje (10g)


Vlees, gevogelte, vis (rauw)

65g

(gaar)

50g

Of vleesvervanger (tofoe, tempé, mycoproteïne)

50g

Of ei

1 per week

Of peulvruchten (droog gewogen)

1-2 eetlepel(s) (20-40g)

(gaar gewogen)

2-4 eetlepels (60-120g)

Vleeswaren

½ sneetje (10g)

Margarine op brood

1 koffielepel per sneetje (5g)

Margarine voor de bereiding

Max 1 eetlepel (15g)

(1)Water, kruidenthee, soep en bouillon zijn goede vochtleveranciers. (2) Je kunt het brood volledig of gedeeltelijk vervangen door ontbijtgranen of knäckebröd. Ter informatie: 1 snede brood weegt gemiddeld 30 g. (3) Aardappelen kunnen ook vervangen worden door gekookte deegwaren of rijst. Geef hier dan 1-2 lepels van (50 à 100 g). (4) Vervang gekookte groenten af en toe door rauwe groenten. (5) Melk kan je vervangen door gefermenteerde melkproducten zoals yoghurt. Melk kan ook verwerkt worden in pudding en pap. Geef je kindje tot 4 jaar volle melkproducten. (6) Vervang 1 tot 2 keer per week vlees door gevogelte (kip, kalkoen, ...) en 1 tot 2 keer door vis.


(7) Kies voor vetstoffen die rijk zijn aan onverzadigde vetzuren. Bijvoorbeeld margarine als broodsmeersel en arachide-, zonnebloem-, maïs- of olijfolie als bereidingsvet. Voor koude bereidingen kan je ook sojaolie of slaolie gebruiken Bron: Kind en Gezin

4.1.7 Probleempjes

Constipatie Nieuwe voeding aan het kindje aanbieden heeft onvermijdelijke gevolgen. Het lichaam doet een beroep op nieuwe functies en de darmen moeten de voeding verwerken. En soms lukt dat niet met constipatie als gevolg. Er is sprake van constipatie als het kindje slechts zelden stoelgang maakt, minder dan drie keer per week, en wanneer de stoelgang hard en droog (bolletjes) is en de baby er last van heeft. Tips:



Geef de baby veel water. Vermijd drankjes met suiker.



Geef de voorkeur aan vezelrijk voedsel (groene groenten, fruit, compote en pruimensap) en zuivelproducten.



Geef minder rijst, pasta, worteltjes, appels, banaan, chocolade



Nog geen te donker brood!!!

Peuterdiarree Peuterdiarree is een chronische diarree zonder specifieke oorzaak. Deze diarree komt vaak voor bij 1 tot 4 jarigen. Men kan peuterdiarree onderscheiden doordat deze waterdun is en nog resten onverteerd voedsel bevat. Soms kan deze ook slijmerig zijn. Zo moet de peuter overdag 4 tot 10 keer naar het toilet en ’s nachts niet. Voor de rest is hij gezond en groeit hij goed. Het verband met voeding is echter wel duidelijk. Wanneer de voeding van de peuter veten vezelarm, suiker- en vochtrijk is, passeren voedselresten zeer snel door de darm.


Men kan peuterdiarree het best behandelen aan de hand van de 4 V’s: Vet Geef je peuter tot 4 jaar volle melk, zachte plantaardige margarine op de boterham of bij de warme maaltijd en olie bij de warme maaltijd. Vruchtensap Vruchtensappen en frisdranken beperken want bepaalde suikers (fructose) in deze dranken verteren moeilijk en veroorzaken daarom diarree. Geef water, soep of thee in de plaats Vezels Zorg er voor dat je peuter voldoende vezels tot zich neemt. Bruin brood, groenten en fruit zijn hiervoor ideaal. Vocht Om de peuterdiarree tegen te gaan beperk je best de vochtinname tot 1 liter per dag. Met een evenwichtige en gevarieerde voeding met voldoende vet en vezels en een beperking van vruchtensappen en frisdranken, kan peuterdiarree voorkomen worden.

4.2 Psychologische aspecten Vanaf 1,5 jaar kan er een moeilijkere fase optreden rond het eten. Dit heeft te maken met een aantal biologische veranderingen enerzijds en anderzijds met een emotioneel ontwikkelingsproces. Zo is het dat een kind vanaf 1 jaar minder behoefte heeft aan voeding. Vanaf deze leeftijd wordt er ook een duidelijke voorkeur en afkeer gevormd voor bepaalde voeding. Hierdoor staan sommige kinderen in deze leeftijdsfase ook afwijzend tegenover nieuwe onbekende voeding (dit noemt men neofobie) en hebben ze tijd nodig om deze nieuwe dingen te leren kennen.


4.2.1 Koppigheidsfase Wat

het

emotionele

ontwikkelingsproces

betreft,

streven

kinderen

geleidelijk

aan

naar

meer

onafhankelijkheid. Ze ontwikkelen namelijk een “eigen persoontje”. Zo ervaren zij dat ze ook macht hebben en proberen dit op allerlei manieren uit. Eén van de beste manieren om deze macht uit te proberen is tijdens het eetgebeuren. Een peuter ontdekt dat hij kan weigeren te eten en dat hij op die manier veel aandacht krijgt. Zo gebruiken ze veel de woorden “vies”, “bah” en “nee” om hun eigen mening uit te drukken. Op deze manier kunnen eetsituaties uitdraaien tot een echte machtsstrijd, een strijd die de ouders nooit kunnen winnen. Daarom is het belangrijk dat het kind nooit gedwongen wordt om te eten.

Hieronder worden een paar tips opgesomd hoe men met dit gedrag kan omgaan. Dwing nooit, dit heeft namelijk een averechts effect. Wanneer het kind een half uur later veel honger heeft, zal die moeten wachten tot het volgende eetmoment. Het is van uiterst belang dat men zich aan die afspraken houdt Duidelijke regels zijn van groot belang, ze hoeven daarom niet heel streng te zijn. Het eten mag niet gebruikt worden als straf of als beloning. Zeker geen snoep, anders gaan ze dit als iets heel belangrijks beschouwen. Men mag niet laten merken dat het niet willen eten belangrijk is voor de ouder. Zeg beter dat iets lekker is en dat je het voor het plezier eet in plaats van te zeggen dat het gezond is (en dus verplicht).


Maak je niet zenuwachtig en laat de maaltijden doorgaan in een ontspannen sfeer. Zet slechts geleidelijk aan nieuwe dingen op tafel. Aarzel niet het kind zijn favoriete klassiekers te serveren. Vergeet niet dat de baby aan tafel zitten maar niets vindt: hij wil gaan spelen. Als het eten bijna klaar is, verwittig je kind dan vooraleer aan tafel te gaan zodat hij zijn spel kan afronden. Zet zijn bord klaar vooraleer je hem roept. Hij wacht niet graag tussen twee schotels in dus laat de schotels snel op elkaar volgen. Laat hem niet spelen aan tafel en laat hem van tafel gaan als hij klaar is. Wanneer hij zegt dat hij geen honger heeft, blijf dan kalm en laat hem van tafel gaan, wacht tot de volgende maaltijd of tussendoortje! Smuk zijn bord op: wat op zijn bordje ligt, moet er ook goed uitzien!

Geef je peuter mee inbreng in het eten, laat hem helpen met de tafel dekken of met het koken. Het is belangrijk dat je peuter het gevoel krijgt dat zijn mening meetelt, laat hem bijvoorbeeld kiezen tussen 2 gezonde menu’s. Beloon je peuter wanneer hij positief gedrag vertoont, benoem het ook. Bijvoorbeeld: “Je hebt mama heel goed geholpen door je speelgoed op te ruimen!” Doe dit nooit vooraf! “Je krijgt nu een snoepje als je belooft om straks braaf te zijn in de winkel!” Het is voor een peuter belangrijk dat je op voorhand beloningen afspreekt en dat je hierin eerlijk bent. Deze fase kunnen we ook omschrijven als de “peuterpuberteit”. Rond deze leeftijd gaat de peuter ook mensen nabootsen. Wanneer men iets bewust of onbewust voordoet, doet de peuter dit na. Zo kan je zelf wel inbeelden dat dit ook een belangrijk gegeven is bij het eetgebeuren. Verlang dus nooit van een peuter dat die zijn bordje leegeet, wanneer de moeder dit niet doet!


Eetmomenten zijn belangrijk, baken ze duidelijk af. Dat wil zeggen dat je de tussendoortjes beperkt en dat je geen snoep tussen de maaltijden toestaat. De tussendoortjes mogen ook niet te energierijk zijn.

Vaardigheden en sociale aspecten



De ouder bepaalt wat en hoe het kind eet, het kind bepaalt hoeveel het eet o

Geef het kind inspraak in het menu

o

Verwittig vooraf wanneer het eten bijna klaar is, zo kan het kind tijdig zijn spel afronden



Ga samen aan tafel



Laat het kind zelf eten



Wees geduldig en lief en geef zo weinig mogelijk commentaar




Laat het kind meehelpen aan de voorbereiding van het eetgebeuren, bv. de tafel dekken



Als ouder is het belangrijk om zelf het goede voorbeeld te geven



Vaste tijdstippen en een vaste plaats zijn belangrijk



Beperk de maaltijd tot 20 minuten



Spelend eten kan niet, eten moet aan tafel gebeuren.

5 belangrijke regels om een maaltijd te doen slagen



Dwing nooit!



Hoeveelheden niet opdringen! Stop wanneer het kind genoeg heeft.



Varieer in smaken en laat het kind proeven!



Geef tijd om ervaring op te doen met nieuwe voedselstructuren en smaken



Wees altijd geduldig en lief, maar duidelijk! Zodat ‘eten’ geen machtsmiddel wordt van het kind.

Studies tonen aan dat kindjes zelden voorkeuren hebben die lijken op die van hun ouders. Er is wel een grote gelijkenis tussen kindjes van dezelfde leeftijd.

Vanaf 12 tot 18 maand stelt men vast dat de baby:



aangetrokken wordt door zoete dingen.



van pasta, rijst en aardappeltjes houdt.



van redelijk zachte smaken houdt (kip in plaats van eend, gepaneerde vis in plaats van visfilet...).



niet of weinig van nieuwigheden houdt.



geen groenten wil eten (dikwijls tot de leeftijd van 7 jaar).



met andere dingen bezig is en liever niet te lang aan tafel zit.


Tips als je kind:



geen vlees of vis wil eten, zorg dan voor de nodige eiwitten in melk (groeimelk, yoghurt).



geen eieren wil eten, verhul de eitjes dan in een pannenkoek of een flan.



geen groenten wil eten, geef hem dan soep of groentepuree zodat hij toch de nodige vitamientjes heeft.



geen melk meer wil, doe dan melk in puree, in soep, in quiches, in flans of in melkdesserten. Geef hem kaas en zuivelproducten (yoghurt en verse kaas).

Eén ding is zeker: de voorkeuren van het kind zullen veranderen. Denk dus nooit dat een voorkeur of een afkeur definitief is. Dring dus niet teveel aan maar laat het kind ook de kans zijn mening te herzien. Doe een beroep op de verbeelding als de baby met lange tanden voor zijn bord groenten zit. Test uit wat hij lekker vindt en wat hij daarentegen weigert te eten. Stel daarna een mix samen zodat hij altijd een groente op zijn bordje ziet waar hij van houdt. Kindjes eten graag rauwe groente. Schil ze, was ze en snijd ze in stukjes die het kindje in een kaassausje, een vinaigrette, mayonaise of ketchup kan dopen. Gekookt of rauw fruit kan zonder enig probleem voldoende voedingstoffen geven. Maak puree in gekke kleurtjes (spinazie, courgette, sla, bloemkool, broccoli, andijvie, worteltjes, pompoen...) Maak rijst met tomaat, rijst met spinazie, groentetaarten, bloemkool met bechamel, groenteterrines... klaar.

Rol ouders Zorg voor 3 hoofdmaaltijden per dag en plan verschillende tussendoortjes zodanig dat er nooit meer dan 2 à 3 uur verloopt tussen twee voedingsmomenten. Buiten deze tijdstippen wordt er niet gegeten! Zorg voor gevarieerde voeding zonder vetbeperking. Snijd alles op hapjesgrootte en het vlees nog fijner. Zorg ervoor dat het eten niet te droog is en op kamertemperatuur. Om de 'neofobie' van het kind tegen te gaan blijkt de veelbeproefde regel "één hapje om te proeven" meer succes te hebben wanneer het kind het hapje weer uit de mond mag nemen wanneer hij het niet lust. Kinderen belonen omdat ze iets wilden proeven blijkt niet zo’n goed idee. Deze beloning geeft immers onrechtstreeks aan dat het geproefde eigenlijk toch zo lekker niet is. Anderzijds stijgt de "waarde" van bepaalde voedingsmiddelen (snoep) wanneer deze steeds als beloning gebruikt worden. Oefen geen rechtstreekse of onrechtstreekse dwang uit om het kind te doen eten. De peuter of kleuter blijft verantwoordelijk voor hoeveel hij/zij eet en of hij/zij al dan niet eet. Ruim gewoon af, zonder commentaar (afprijzend of goedkeurend). De volgende eetgelegenheid is het volgende tussendoortje of hoofdmaaltijd.


Wanneer deze afspraken voor iedereen duidelijk zijn en gerespecteerd worden, kan samen eten heel gezellig en prettig worden, en het moment bij uitstek worden waarop ouders en kinderen ervaringen uitwisselen.

4.2.2 Gezond eten nu: basis voor gezondheid later Het is zowel van belang voor de gezondheid op korte termijn als voor de gezondheid op de lange termijn. Verschillende voedselconsumpties die in Europa zijn uitgevoerd hebben uitgewezen dat de voeding van veel peuters niet voldoet aan de aanbevelingen. Op korte termijn kunnen tekorten aan voedingsstoffen leiden tot een achterblijvende groei en een suboptimale cognitieve ontwikkeling. Wat betreft de langere termijn, zijn er steeds meer wetenschappelijke aanwijzingen die erop duiden dat voeding tijdens de kinderjaren van invloed is op het risico voor het ontstaan van ziekten op volwassen leeftijd. Aandacht voor voeding is daarom niet alleen op de zuigelingenleeftijd, maar ook in de jaren daarna heel belangrijk. Hiermee wordt een goede basis gelegd voor een gezond eetpatroon op latere leeftijd. Peuters hebben in het algemeen een tekort aan:



IJzer wat leidt tot een tragere ontwikkeling op psychomotorisch vlak



Vitamine D wat hun botontwikkeling niet optimaal laat verlopen



Omega 3 & 6 wat zorgt voor een tragere ontwikkeling


Peuters hebben ook een teveel aan:



Eiwitten die de nieren overbelasten en risico inhouden op obesitas op latere leeftijd



Verzadigde vetten en suikers wat op latere leeftijd kan leiden tot cardiovasculaire aandoeningen

De voeding van jonge kinderen is vaak onevenwichtig en vertoont deficiënties. Dat kan implicaties hebben op hun latere gezondheid zoals cardiovasculaire aandoeningen, diabetes en obesitas. Het is daarom aan te bevelen in de eerste levensjaren aangepaste melk te blijven geven. Dergelijke melken bevatten minder eiwitten, meer ijzer, meer vitamine D en essentiële vetzuren dan koemelk en zijn zo optimaal afgestemd op de specifieke voedingsbehoeften van de jonge kinderen.

Nu goed ontbijten geeft later minder kans op overgewicht In de afgelopen 20 jaar is het aantal te dikke peuters verdubbeld, een negatieve trend. Want een té dikke peuter wordt niet zo makkelijk meer een slanke tiener en een volwassene met overgewicht heeft grotere kans op gezondheidsproblemen. Denk daarbij aan gewrichtsproblemen, hart- en vaatziektes, diabetes, enz. Eén van de oorzaken van overgewicht is gek genoeg niet eten en met name niet ontbijten. Ofwel geen verantwoord eetpatroon. Kinderen die vanaf het moment dat ze baby-af waren een lekker, verantwoord ontbijtje, van bijvoorbeeld granen en zuivel krijgen, hebben meer kans op een gezonde toekomst. Ouders geven hun kleine daarmee namelijk niet alleen brandstof voor een fijne dag maar ook de basis voor een vrolijk, energiek bestaan, met volop ontwikkelingsmogelijkheden en minder kans op overgewicht.


Ontbijtidee



Bruin brood met wat vetstof + sneetje jonge kaas + schijfjes tomaat + kopje lichte kruidenthee + glas yoghurt



Volkorenbrood met wat vetstof + roereitje + beker melk + sinaasappel



Kommetje muesli + stukjes aardbei of banaan + melk



Bruin brood met wat vetstof + verse plattekaas + schijfjes aardbei + kopje lichte kruidenthee


Vragenreeks 1. Hoeveel bedraagt de gemiddelde energiebehoefte voor peuters? ………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………. 2. Welke regel in verband met het gehalte aan voedingsvezels kan vanaf de leeftijd van 2 jaar worden toegepast? ………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………. 3. Wanneer is suppletie van vitamine D noodzakelijk? ………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………… 4. Geef enkele suggesties voor moeilijke eters? ………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………….


Afstandsonderwijs = studeren op je eigen tempo Een thuisstudie volgen aan het Centrum Voor Afstandsonderwijs is de meest flexibele manier om je erkend diploma te behalen. Met een thuiscursus start je namelijk wanneer het jou het beste uitkomt. Je studeert waar en wanneer je wil, en legt examen af wanneer jij er klaar voor bent. Erg handig als jouw leven meer is dan studeren alleen! Tijdens je studie kan je rekenen op de professionele begeleiding van een persoonlijke docent. Met de taken die je docent aan elk hoofdstuk heeft toegevoegd, oefen je jezelf in de praktijk, en bereid je je optimaal op het examen voor. Heb je vragen, of wil je je gemaakte oefeningen uit de cursus laten verbeteren? Dan stuur je je docent een mailtje via het online leerplatform (je krijgt een toegangscode bij inschrijving). In het inschrijvingsgeld is twaalf maanden begeleiding van je docent inbegrepen. Klaar met studeren? Dan leg je examen af op één van onze examenlocaties in Antwerpen, Brussel, Gent of Hasselt. Je hebt vijf jaar de tijd om je examen af te leggen en je beslist zelf wanneer je dit wil doen. Dit kan bijvoorbeeld al na drie maanden, maar ook na een jaar; de keuze is aan jou! Geslaagd? Dan krijg je je diploma binnen de 14 dagen. Je kan hiermee meteen solliciteren als werknemer of als zelfstandige starten (mits je ook een attest bedrijfsbeheer hebt). Al onze diploma’s zijn erkend en zijn een fikse meerwaarde op de arbeidsmarkt. Niet van de eerste keer geslaagd? Geen nood. Je kijkt je examen in, en leert van je fouten. Vervolgens mag je gratis herexamen afleggen. Examen afleggen is trouwens nooit verplicht.


Zes ijzersterke redenen om te studeren aan het CVA 1. Je behaalt een erkend diploma  Het Centrum Voor Afstandsonderwijs bezit het ISO 9001-2008 certificaat. Dit is een onafhankelijk kwaliteitslabel dat elk jaar opnieuw, na een grondige audit, moet worden toegekend. Zowel ons cursusmateriaal als de docenten en de secretariaatswerking kregen en krijgen een positieve beoordeling. Dit is jouw beste garantie voor een kwaliteitsvolle en degelijke opleiding.  Het Centrum Voor Afstandsonderwijs is door een groot aantal beroepsfederaties erkend. Je kan je met je diploma bij deze federaties aansluiten en genieten van allerlei voordelen. Bij werkgevers in verschillende sectoren heeft het diploma een grote troef bij je sollicitatie en biedt het je vaak werkzekerheid.  Bovendien zijn onze diploma’s internationaal erkend door de International Association of Professional Education (IAPE), die alle beroepsopleidingen wereldwijd registreert en accrediteert. De IAPE controleert en beoordeelt de kwaliteit van professioneel onderwijs van instellingen zoals universiteiten, hogescholen, publieke en private opleidingsverstrekkers, docenten en onderwijsinstellingen voor volwassenen. 2. Je kiest voor een praktijk- en jobgerichte opleiding  Al onze opleidingen en cursussen worden ontwikkeld en geschreven door zelfstandige specialisten met jarenlange beroepservaring. Je gaat er meteen mee aan de slag. Dankzij onze jarenlange ervaring weten we precies welke onderwerpen, extra uitleg of praktijkvoorbeelden het verschil maken. Hierdoor bereik je snel je doel: je carrière een boost geven of een nieuwe job vinden.  Het contact tussen jou en je docent is maximaal door gebruik van ons online studentenplatform. Al je vragen zullen binnen de 48 uren worden beantwoord.  Momenteel is er in het bedrijfsleven veel vraag naar goed opgeleide werknemers. Het diploma dat je behaalt is een internationaal erkend diploma. Deze cursus biedt daarom zeer goede perspectieven op de arbeidsmarkt en een groot voordeel tijdens je sollicitatie. Veel afgestudeerde studenten startten reeds hun eigen succesvolle zaak na het volgen van een opleiding bij het CVA. Wij zijn dan ook een echte ondernemersschool die startende


ondernemers met veel plezier begeleidt in hun eerste stappen naar een carrière als zelfstandig ondernemer. 3. Je kiest voor maximale flexibiliteit  Thuisstudie is uiterst flexibel. Jij bepaalt zelf wanneer je studeert, hoe lang, en wanneer je examen aflegt. Je hebt je toekomst dus zélf in de hand! Ideaal als je je studie wil combineren met een job, kinderen of andere activiteiten. 4. Je weet zeker dat je de opleiding kiest die bij je past  Nog vragen? Extra informatie nodig? Kom dan gewoon langs op één van onze inkijklocaties (Antwerpen, Brussel, Gent, Hasselt) voor een adviserend gesprek met één van onze professionele opleidingsconsulenten. Zij helpen jou met veel plezier bij het ontwikkelen van een studietraject dat volledig aan jouw eisen en wensen voldoet. Je kan er ook je volledige cursus inkijken! 5. Je kan boeiende stages lopen  Het CVA helpt je carrière op weg! Heel wat studenten kiezen ervoor om tijdens hun opleiding stage te lopen, ook al is dat in de meeste gevallen geen verplichting. Je docent begeleidt je in jouw keuze van een stageplaats en jouw opleidingsconsulenten brengen de nodige papieren in orde. Een handige manier om praktijkervaring op te doen, waardevolle referenties te krijgen en connecties te leggen! 6. … Dit aan een uiterst scherpe prijs!  Wist je dat het CVA elk jaar meer dan 12.000 studenten telt? Door die schaalgrootte kunnen we jouw cursus tegen een bijzonder scherpe prijs laten drukken en verzenden. Zonder in te boeten op de kwaliteit van het lesmateriaal.  Het examen dat je aflegt op onze school is in je inschrijvingsgeld inbegrepen (inclusief herkansingen!). Geen verborgen kosten bij het CVA!  Je kan mogelijk genieten van extra financiële voordelen bij je inschrijving, zoals de Ondernemerskorting voor startende ondernemers, korting indien meerdere familieleden dezelfde opleiding volgen, korting bij het volgen van een studietraject dat bestaat uit meerdere cursussen enz. Bel onze opleidingsconsulenten (03 292 33 30) tijdens je inschrijving om te weten voor welke korting jij in aanmerking komt.


Overtuigd? Start vandaag nog! Schrijf je snel en eenvoudig in: Wie studeert aan het Centrum Voor Afstandsonderwijs heeft een streepje voor. Moderne werkgevers hechten veel belang aan permanente bijscholing en een praktijkgerichte kennis. Onze school bouwde in de loop der jaren op dit vlak een ijzersterke reputatie op. Alle diploma’s die je behaalt via het Centrum Voor Afstandsonderwijs zijn erkend, en verhogen je kansen op de arbeidsmarkt. Jouw keuze gemaakt? Dan hoef je je alleen nog in te schrijven. Je hebt hiervoor 3 opties: 1. Je vult het inschrijvingsformulier in op www.centrumvoorafstandsonderwijs.be 2. OF je mailt naar [email protected] 3. OF je maakt gebruik van het inschrijvingsformulier op de volgende pagina (als je je rechtstreeks op één van onze locaties komt inschrijven). Je inschrijving is pas definitief nadat we ook je cursusgeld ontvangen. Het inschrijvingsgeld voor de cursus kindervoedingsadviseur bedraagt €249 en bevat de kostprijs van het cursusboek, de begeleiding van jouw docent en het (her)examen bij ons op school. Na ontvangst van je inschrijvingsgeld krijg je van ons een bevestigingsmail. Je krijgt je cursus dan binnen de week toegestuurd, zodat je meteen aan de slag kan! Veel succes!


INSCHRIJVINGSFORMULIER THUISSTUDIE KINDERVOEDINGSADVISEUR Naam: Voornaam: Straat + Huisnummer: Postcode + Gemeente: Telefoon: GSM: E-mailadres: Geboortedatum: Heb je bij ons al een cursus gevolgd?

JA - NEE

Wens je een factuur na je betaling?

JA - NEE

Bij ja, vul hier je bedrijfsnaam en BTW-nummer in: O Ik ga akkoord met de algemene voorwaarden zoals ze vermeld staan op onze website.

(handtekening)

Je inschrijving is pas definitief nadat we ook je inschrijfgeld ontvangen. Het inschrijvingsgeld voor de cursus kindervoedingsadviseur bedraagt €249 en bevat de kostprijs van de cursus, de begeleiding van je docent en je examen bij ons op school (en eventuele herexamens).

Veel succes met je opleiding en je verdere carrière!


Proefhoofdstuk Kindervoedingsadviseur

Recommend Documents