Prinsjesdag Special 2009 Werk & Inkomen september 2009
Werk en Inkomen in 2010 Prinsjesdag 2009 stond geheel in het teken van de werkloosheid. Nu de banken na de financiële crisis hun wonden aan het likken zijn en hun reserves weer op peil proberen te brengen, ondervinden veel ondernemers en burgers de bijkomende gevolgen. Er worden minder kredieten verstrekt waardoor financieel minder gezonde bedrijven en burgers en huiseigenaren te maken krijgen met een dreigend faillissement. En alsof dat nog niet genoeg is staat ons voor het najaar een stortvloed van ontslagen te wachten van een omvang zoals de meesten van ons niet eerder hebben meegemaakt. Massale ontslagen zijn aangekondigd in de bouw, industrie en toeleveringsbedrijven. Ook binnen het bank- en verzekeringswezen staan vele (tien)duizenden banen op de tocht. De verwachting is dan ook dat de werkloosheid zal oplopen van minder dan 300.000 in 2008 naar 600.000 in 2010. Hoe vervelend dit ook is voor alle betrokkenen, het is goed om ons te realiseren dat wij in Nederland nog altijd stukken beter af zijn dan in vele andere landen. In grote delen van de wereld is het begrip ‘in de WW zitten’ iets wat alleen in sprookjes voorkomt. De bittere realiteit voor velen is dat verlies van werk veelal verlies van inkomen en daarmee directe armoede betekent. Het onderwerp ‘Werkloosheid’ zal de komende maanden voor velen het gesprek van de dag zijn, en daarom krijgt u hierna een beknopt overzicht van de WW en aanverwante regelingen (1) Daarna treft u een overzicht aan van de belangrijkste overige maatregelen op gebied van de sociale zekerheid (2).
Prinsjesdag Special 2009 | september 2009
1. De Werkloosheidswet (WW) Voorwaarden en duur van de WW Werknemers die werkloos raken hebben recht op een WW-uitkering. Er gelden wel enkele voorwaarden. Zo moet de werknemer niet verwijtbaar werkloos zijn, geen recht hebben op loondoorbetaling van zijn werkgever en ten minste een half jaar (op ten minste één dag in de week) gewerkt hebben. Werknemers die aan deze voorwaarde voldoen krijgen een basisuitkering van maximaal 3 maanden. Verder hebben werknemers voor ieder jaar waarin zij op ten minste 52 dagen gewerkt hebben of loon hebben ontvangen, recht op 1 maand uitkering. Een werknemer die 3 jaar heeft gewerkt krijgt dus maximaal 3 maanden uitkering, en een werknemer die 4 jaar heeft gewerkt krijgt maximaal 4 maanden uitkering, enzovoorts. De maximale uitkeringsduur bedraagt 38 maanden. De werknemer moet dan 38 jaar gewerkt hebben. De jaren vanaf het 18e jaar tot 1998 worden overigens altijd aangemerkt als jaren waarin de werknemer (al dan niet fictief) heeft gewerkt. Na toekenning van de WW-uitkering behoudt de werknemer recht op de uitkering zolang hij of zij zich beschikbaar stelt voor arbeid en voldoende sollicitatiepogingen onderneemt. Dit alles ter beoordeling van het UWV. Hoogte van de WW-uitkering De WW-uitkering bedraagt in de eerste en tweede maand 75% van het dagloon. Het dagloon is het gemiddelde loon dat de werknemer in het jaar voorafgaande aan de eerste WW-dag heeft verdiend (loon:261). Met ingang van de derde maand bedraagt de uitkering 70% van het dagloon. Het dagloon waarnaar de uitkering wordt berekend bedraagt vanaf 1 juli 2009 maximaal € 185,46 per dag. Dit komt overeen met een maandloon van € 4.033 en een jaarloon van € 48.396. Voor een werkloze werknemer die in het voorafgaande jaar € 70.000 heeft verdiend bedraagt de uitkering dus maximaal 75% van € 48.396 = € 36.279. Dat komt omdat de premies voor de WW in 2009 worden geheven over het loon met een maximum van € 47.802,12 per jaar. Aanvullende toeslag op de WW Werknemers die minder verdienen dan het minimumloon zouden als gevolg van het feit dat de WW-uitkering maximaal 75% van het loon bedraagt onder de voor hen geldende bijstandsnorm kunnen komen. Om te voorkomen dat (meestal tijdelijk) werkloze werknemers in dat geval een beroep moeten doen op de Bijstandswet, kunnen zij bij het UWV een aanvulling krijgen op grond van de Toeslagenwet. De Toeslagenwet vult de WW-uitkering aan tot 70%, 90% of 100% van het sociale minimum voor alleenstaanden, alleenstaande ouders of gehuwden/samenwonenden. Bij het vaststellen van het recht op Toeslag wordt het inkomen van de partner/ echtgenoot meegeteld. Passende arbeid Naarmate een werknemer langer werkloos is, wordt van hem verwacht dat hij zich ruimer opstelt en dient hij arbeid op een lager niveau en in een ander beroep te accepteren als passende arbeid. Na één jaar werkloosheid is alle werk passend, ook als het loon lager is dan wat de werknemer voorheen verdiende. Als dat aan de orde is, zal het UWV 70% van het lagere loon in mindering brengen op de WW-uitkering. Aan loon plus WW-uitkering ontvangt de werknemer dan meer dan tijdens niet werken. Voorbeeld: Werknemer werkte fulltime en verdiende € 2.000 per maand. De WW-uitkering bedraagt 70% hiervan, € 1.400 per maand. Hij gaat na één jaar weer fulltime werken voor € 1.500 per maand. Ondanks fulltime werken loopt de WW-uitkering door en wordt € 1.050 (70% van zijn loon ad € 1.500) gekort op zijn uitkering. De uitkering bedraagt vanaf dat moment € 1.400 - € 1.050 = € 350 per maand. Aan loon en uitkering ontvangt de werknemer € 1.500 + € 350 = € 1.850 per maand. Let op: deze kortingsregeling geldt alléén bij werkhervattingen na één jaar werkloosheid. Bij werkhervatting tijdens het eerste jaar wordt de WW-uitkering gekort naar rato van het aantal gewerkte uren, ongeacht het daarbij behorende (uur)loon. Prinsjesdag Special 2009 | september 2009
Aan de slag als zelfstandige Werklozen die als zelfstandige aan de slag gaan, zullen tijdens de startfase van hun onderneming vaak geen of geringe inkomsten hebben. Daarom is in de WW geregeld dat bij werken als zelfstandige gedurende maximaal 6 maanden de kortingsregeling wordt toegepast zoals in voorgaand voorbeeld is beschreven. 70% van de inkomsten als zelfstandige worden gekort op de WW-uitkering. Het gaat daarbij om de belastbare winst uit onderneming of het belastbare resultaat uit overige werkzaamheden. Deze inkomsten worden pas veel later bekend en om die reden zal het UWV voorschotten verstrekken. Dagloongarantieregeling werkloze werknemers Werknemers die binnen twee jaar na een niet-verwijtbaar ontslag lager betaald werk accepteren en binnen 36 maanden (opnieuw) werkloos worden, krijgen een WW-uitkering op basis van hun vroegere, hogere dagloon. Voor werknemers die bij het eerste ontslag 55 jaar of ouder zijn, geldt deze garantie zelfs tot 65 jaar. Dagloongarantieregeling voor oudere werknemers (demotie) Werknemers van 55 jaar of ouder die bij hun eigen werkgever een lager betaalde functie aanvaarden of minder gaan werken (ongeacht de reden) krijgen bij werkloosheid een uitkering op basis van hun vroegere, hogere loon met een maximum van 9/7 van het laatstverdiende loon. Ziek tijdens WW Bij ziekte tijdens de WW zijn zowel de verplichtingen uit hoofde van de Ziektewet (controle) als van de WW (sollicitatieplicht) op de werknemer van toepassing. Als de werknemer na 13 weken nog steeds ziek is, eindigt de WW en krijgt werknemer vanaf dat moment een Ziektewetuitkering. Een eventueel restant aan WW-rechten blijft staan totdat de werknemer weer beter is. Pensioenopbouw tijdens WW Werknemers die 40 jaar of ouder zijn en werkloos worden en deelnemer waren aan een verplichte pensioenregeling, kunnen onder voorwaarden recht hebben op premievrije pensioenopbouw tijdens de duur van de WW-uitkering. De kosten daarvan komen voor rekening van de Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering (FVP). Met ingang van 1 januari 2011 komt deze mogelijkheid te vervallen voor werknemers die op of na deze datum werkloos worden. Werktijdverkorting De regeling Werktijdverkorting WTV is met ingang van 21 maart 2009 beëindigd. Deze regeling voorzag in een uitkering aan werkgevers die door de extreme vraaguitval hun omzet in korte tijd met méér dan 30% zagen afnemen. Met ingang van 1 april 2009 is hiervoor een nieuwe regeling in de plaats gekomen: deeltijd-WW. Deeltijd-WW Voor deeltijd-WW gelden dezelfde regels als voor normale WW, met uitzondering van de sollicitatieverplichtingen. Het is immers de bedoeling dat de werknemer voor de organisatie behouden blijft. Tijdens deeltijd-WW werken de betreffende werknemers tijdelijk minder uren. Dit kan variëren tussen minimaal 20% en maximaal 50%. Over de niet gewerkte uren wordt een WW-uitkering verstrekt. Inkomensvoorziening Oudere en Arbeidsongeschikte Werknemers (IOAW) Werknemers die op de eerste werkloosheidsdag 50 jaar of ouder zijn, kunnen na afloop van de WW aanspraak maken op een IOAW-uitkering. Deze regeling wordt uitgevoerd door de Gemeenten. Op grond van deze regeling krijgt de werknemer een uitkering ter hoogte van het sociaal minimum, waarbij het eigen vermogen niet wordt gekort. Inkomsten uit of in verband met arbeid van de werkloze en diens partner worden wel verrekend.
Prinsjesdag Special 2009 | september 2009
Inkomensvoorziening Oudere Werkloze Werknemers (IOW) Werknemers van wie de eerste werkloosheidsdag tussen 30 september 2006 en 1 juli 2011 ligt en die op die dag 60 jaar of ouder zijn, kunnen met ingang van 1 december 2009 aanspraak maken op een IOW-uitkering. De hoogte van de uitkering is afhankelijk van de leefsituatie en bedraagt maximaal 100%, 90% of 70% van het voor de werknemer geldende sociaal minimum. Inkomen uit arbeid van de werkloze zelf wordt gekort, maar inkomen uit arbeid van de partner wordt niet gekort. Ook het eigen vermogen wordt niet gekort. De regeling vervalt per 1 juli 2016 omdat de laatste uitkeringsgerechtigde dan 65 jaar is geworden. Wet Werk en Bijstand (WWB) Werknemers die op de eerste werkloosheidsdag jonger zijn dan 50 jaar kunnen na afloop van de WW aanspraak maken op een bijstandsuitkering. De hoogte van deze uitkering is afhankelijk van de leeftijd en de leefsituatie en is gekoppeld aan het sociaal minimum. Eventuele inkomsten van de werkloze en diens partner worden gekort op de uitkering. Van het eigen vermogen is maximaal € 5.455 per persoon vrijgesteld. Voor de waarde van de eigen woning geldt een aparte vrijstelling van maximaal € 46.100. Ontslagvergoeding/verrekening Veel werknemers die bij ontslag een ontslagvergoeding of vertrekpremie of gouden handdruk van de werkgever krijgen worstelen met de vraag of dat geld wordt verrekend met hun uitkering. Dankzij recente wetswijzigingen is deze situatie nu relatief eenvoudig geworden. Een ontslagvergoeding wordt niet gekort op een uitkering krachtens de WW, IOAW of IOW, maar wél op een Bijstandsuitkering. Let op: in sommige gevallen is het loon over de opzegtermijn inbegrepen in de ontslagvergoeding. In dat geval gaat de WW-uitkering pas in na afloop van de wettelijke opzegtermijn. Die bedraagt 1 maand per 5 dienstjaren bij dezelfde werkgever. Toekomst van de WW Eind 2008 was er bij het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWF) nog € 9 miljard in kas. Na de Tijdelijke regeling Werktijdverkorting (WTV), kennen wij nu de Tijdelijke regeling Deeltijd WW waarvan het budget inmiddels is verruimd van € 375 miljoen naar € 1 miljard. Daarnaast is het aantal werklozen sterk aan het toenemen, wat de nodige extra kosten voor het AWF met zich meebrengt. Van een herintroductie van een werknemerspremie voor de WW zal het vermoedelijk niet komen. Daarmee zou het kabinet immers de afspraken uit het regeerakkoord schenden. Bovendien is de vereenvoudiging van het loonstrookje een andere doelstelling van dit kabinet. Hogere werkgeverspremies (=loonkosten) zijn niet bevorderlijk voor de stimulering van de economie. De kosten van de sectorale wachtgeldfondsen (waaruit het eerste half jaar van de WW wordt bekostigd) kunnen ook niet onbeperkt stijgen, omdat daarvoor plafonds zijn afgesproken. Maar wat dan wel? Ook het kabinet kan niet onbeperkt blijven bijpassen zonder de rijksbegroting verder in gevaar te brengen. Een andere mogelijkheid zou een gehele of gedeeltelijke privatisering van de WW zijn, maar dat kunnen wij met de huidige economische verslechteringen in het vooruitzicht wel vergeten. Wij moeten er daarom serieus rekening mee houden dat het kabinet de uitkeringsduur van de WW verder zal willen verkorten. Als dat gebeurt dan zal dat mogelijk ook gevolgen hebben voor de andere werkhervattingsregeling, de WGA.
Prinsjesdag Special 2009 | september 2009
2. Overige maatregelen Ook voor wat betreft de overige sociale verzekeringswetten heeft het Kabinet een aantal maatregelen voorgesteld. Omdat de meeste wijzigingen redelijk eenvoudig zijn, hebben we een korte opsomming voor u gemaakt. Een toelichting op de wijzigingen op het gebied van de AOW treft u aan in het artikel over AOW en pensioenen in de Prinsjesdag Special. Bevordering werkgelegenheid jongeren Om de werkgelegenheid onder jongeren tot 23 jaar te bevorderen zal het kabinet (alle) jongeren met een kleine baan (gesproken wordt over een grens van € 600 per maand, exclusief vakantiegeld en/of 13e maand) vrijstellen van de verplichte verzekering voor de werknemersverzekeringen (Ziektewet, WIA en WW) en de daarbij behorende premieheffing af te schaffen en deze jongeren tevens vrij te stellen van de inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet waardoor de werkgever deze (ook) niet meer hoeft te vergoeden. Deze wijzigingen gaan in op 1 januari 2010 en hebben onmiddellijke werking. Ze gelden dus niet alleen voor alle nieuwe, maar ook voor alle bestaande arbeidsovereenkomsten. Vervolgens wil het kabinet met ingang van 1 januari 2011 ook de loonheffing voor deze werknemers terugbrengen naar 0%. Daarnaast zal ook de informatieverplichting voor werkgevers worden verminderd via een vereenvoudigde loonaangifte. De loonkosten van deze werknemers dalen door deze maatregelen met 15%. Deze jongeren kunnen zich desgewenst vrijwillig verzekeren voor de Ziektewet en/of WIA. Deeltijd-WW in 2010 Bedrijven die voldoende gezond zijn om door de crisis heen te komen kunnen ook in 2010 gebruik maken van de regeling voor deeltijd-WW. Daarvoor is € 1 miljard beschikbaar. Omscholingsbonus Werkgevers die elders met ontslag bedreigde werknemers in dienst nemen, kunnen daarvoor een omscholingsbonus krijgen van maximaal € 2.500, op voorwaarde dat zij er zelf minimaal hetzelfde bedrag bijleggen. Verlenging aanzuiveringstermijn vermogenstekorten De termijn waarbinnen de sectorfondsen WW eventuele vermogenstekorten als gevolg van de toenemende werkloosheid moeten aanzuiveren, wordt verlengd van 3 naar 5 jaar. Dit onder gelijktijdige verlaging van de lastenplafonds, waardoor eventuele overschrijdingen daarvan via het Algemeen Werkloosheidsfonds kunnen worden verevend. Dit voorkomt een te grote stijging van de wachtgeldpremie voor sectoren die toch al zwaar getroffen zijn door de crisis. Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd Er komt een tijdelijke regeling in het BW waardoor jongeren tot 27 jaar pas na 4 jaar (nu is dat 3 jaar) en bij een 5e opeenvolgende arbeidsovereenkomst (nu is dat 4), recht krijgen op een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Partnertoeslag AOW De (partner-)toeslag AOW zal met ingang van 2011 alleen worden verstrekt aan AOW-gerechtigden waarvan de jongere partner de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt. Extra tegemoetkoming AOW-ers De extra tegemoetkoming voor AOW-ers (€ 36/maand) vervalt bij vertrek naar het buitenland. (Aanvullende) bijstand AOW-gerechtigden De (aanvullende) bijstand voor AOW-gerechtigden, die onvoldoende jaren verzekerd zijn geweest (en in Nederland hebben gewoond) wordt overgedragen van de Gemeenten naar de Sociale Verzekeringsbank. Prinsjesdag Special 2009 | september 2009
AOW en studiekostenvergoeding tijdens detentie Gedetineerden hebben voortaan geen recht meer op AOW tijdens hun detentie (dit gold ook al bij ZW/WW/WIA). Zij krijgen voortaan ook geen studiekostenvergoeding meer voor ‘uitwonenden’ tijdens detentie. Bezuiniging re-integratiebudgetten Er wordt in 2010 voor € 75 miljoen bezuinigd op re-integratiebudgetten. Dit zal in 2011 oplopen naar € 160 miljoen. Bevriezing Kinderbijslag en Kindgebonden budget Vanaf 1 juli 2009 worden de Kinderbijslag en het Kindgebonden budget bevroren (tot 2012) vanwege de integratie van het Kindgebonden budget en de School/Studiekostenregelingen. Invoering uniform loonbegrip Er komt met ingang van 2011 of 2012 één heffingsgrondslag voor premies werknemersverzekeringen, de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet en het loon voor de loonbelasting en premies volksverzekeringen. Het wetsvoorstel is inmiddels voor behandeling naar de Tweede Kamer. Daaruit blijkt dat het kabinet van plan is om de werknemersbijdrage WW definitief te schrappen. De zogenaamde omkeerregel (inleg vrij, uitkering belast) zal ook gaan gelden voor de Levensloopregeling. De bijtelling voor het privégebruik van de auto zal ook meetellen voor het premieloon werknemersverzekeringen. De vergoeding die werkgevers aan hun werknemers betalen voor de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet wordt vervangen door een werkgeversheffing (buiten de loonstrook) waardoor de fiscale bijtelling voor werknemers komt te vervallen. Ook zal de franchise (premievrije deel) van de WW-premie voor werkgevers komen te vervallen. Dit zijn ingrijpende wijzigingen voor alle loon- en uitkeringsadministraties en ook het loonstrookje gaat er anders uitzien. De koopkrachteffecten worden becijferd op plus of min 0,5%, en de voorgestelde invoeringsdatum is 1 januari 2011, maar als dat niet haalbaar blijkt, dan kan het ook 2012 worden. Herman Verhoef Beleidsadviseur Werk en inkomen Adviesbureau fiscale en juridische Zaken ASR Verzekeringen NV.
Prinsjesdag Special 2009 | september 2009