4
Neurologie
Primaire hoofdpijnsyndromen bij ouderen: epidemiologie, diagnostiek en behandeling Primary headache syndromes in the eldery: epidemiology, diagnosis and treatment W.P.J. van Oosterhout1, C. Cheung2, dr. J. Haan3 Samenvatting Alhoewel secundaire hoofdpijnvormen zoals hoofdpijn bij arteritis temporalis of een hersentumor vaker voorkomen bij de oudere populatie, komen primaire hoofdpijnsyndromen wel degelijk ook bij deze groep voor, echter minder vaak dan bij jongere patiënten. Het klinisch beeld bij de oudere patiënt kan verschillen van dat bij de jongere patiënt, waardoor de diagnose soms bemoeilijkt wordt. Sommige hoofdpijnsyndromen zoals hypnic headache worden juist vooral gezien bij ouderen. Medicamenteuze behandeling van hoofdpijn is wegens polyfarmacie en bijwerkingen in de oude leeftijdsgroepen slechts in beperkte mate en aangepaste vorm mogelijk. Daarnaast is wetenschappelijk bewijs voor een effectieve behandelstrategie bij ouderen over het algemeen niet voorhanden. In dit artikel worden de klinische karakteristieken van primaire hoofdpijnsyndromen bij ouderen besproken, met speciale aandacht voor behandeling en comorbiditeit. (Tijdschr Neurol Neurochir 2015;116(4):174-179)
Summary Although secondary headaches due to e.g. temporal arteritis or a brain tumour are common among the elderly, primary headache disorders still occur in the elderly, albeit less frequently than in younger age groups. A different presentation in the older age groups often makes a diagnosis difficult. Some headache syndromes are typical for the elderly, e.g. hypnic headache. Age-related physiologic changes, comorbidities and contraindications require appropriate and targeted treatment in the elderly. Although treatments for the most common primary headaches are available, many limitations hamper their use in this group. For many headache syndromes randomised controlled treatment trials are not available. In this article we review the clinical aspects of common known primary headaches in the elderly and their treatments, with emphasis on age specific problems.
Inleiding Net als in de jongere leeftijdscategorieën komen primaire hoofdpijnsyndromen voor bij een substantieel deel van de ouderen, met gerapporteerde prevalenties van 52-81%.1,2 Een echte definitie van ‘de oudere’ is moeilijk te geven. Enerzijds omdat een hoge kalenderleeftijd niet altijd hoeft
samen te hangen met een hoge biologische leeftijd. Aangezien anderzijds de besproken onderzoeken verschillende leeftijdsdefinities hanteren voor ‘ouderen’ (vanaf 50, 55, 60 of 65), worden hier om die redenen de leeftijdscategorieën zoals die ook in de oorspronkelijke artikelen worden genoemd, gehanteerd. Aangezien de populatie ouderen
AIOS Neurologie, afdeling Neurologie, Alrijne Ziekenhuis, Leiderdorp en Leids Universitair Medisch Centrum, Leiden, 2ANIOS Neurologie, afde-
1
ling Neurologie, Alrijne Ziekenhuis, Leiderdorp, 3neuroloog, afdeling Neurologie, Alrijne Ziekenhuis, Leiderdorp en Leids Universitair Medisch Centrum, Leiden. Correspondentie graag richten aan: dhr. dr. J. Haan, Afdeling Neurologie K5-Q Leids Universitair Medisch Centrum, Postbus 9600, 2300 RC Leiden, tel: +31(0)71-5262097, e-mailadres:
[email protected]. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. Trefwoorden: clusterhoofdpijn, migraine, oudere patiënt, primaire hoofdpijnsyndromen, spanningshoofdpijn. Keywords: cluster headache, elderly, migraine, primary headaches, tension-type headache. Ontvangen 27 oktober 2014, geaccepteerd 14 januari 2015.
Tijdschrif t voor Neurologie & Neurochirurgie
vol 116 - nr. 4 - december 2015
174
Neurologie toeneemt, zal ook het absolute aantal patiënten met hoofdpijn groter worden. Specifieke kennis over de behandeling van primaire hoofdpijnen in deze groep is dan ook van belang. Comorbiditeit, polyfarmacie en de vergrote kans op bijwerkingen moeten in ogenschouw worden genomen. In dit overzichtsartikel worden de klinische karakteristieken van en aandachtspunten bij de behandeling van hoofdpijnsyndromen bij de oudere patiënt besproken (zie ook Tabel 1). Medicatieafhankelijke hoofdpijn zal ook aan de orde komen. Hoewel hoofdpijn door gebruik van pijnstillers suggereert dat de hoofdpijn secundair is, is volledig onbekend hoe pijnstillers wél tot hoofdpijn leiden bij hoofdpijnpatiënten en niet bij patienten met andere (chronische) pijnsyndromen. Migraine Klinische aspecten Bij een groot deel van de migrainepatiënten, mannen en vrouwen, stoppen de migraineaanvallen na de leeftijd van 50 à 60 jaar.1,2 Desalniettemin kan migraine ook persisteren bij patiënten boven de 60, waardoor het absolute aantal migrainepatiënten in deze groep toch nog redelijk hoog is.1 Het is onbekend hoeveel new-onset primaire migraine er optreedt na de leeftijd van 60 jaar. Slechts één onderzoek rapporteert hierover dat 0,5% van alle nieuwe hoofdpijnen boven de leeftijd van 65 jaar migraine betreft (versus 53% bij een leeftijd <65 jaar).3 De life-time prevalentie van migraine >55 jaar bedraagt 20-34%.4 De karakteristieken veranderen vaak met het toenemen van de leeftijd. Aanvallen worden minder ernstig, de hoofdpijn verliest het pulserende karakter en er zijn minder begeleidende verschijnselen.5 Daardoor is het vaak moeilijk om migraine van spierspanningshoofdpijn te onderscheiden.6 Opvallend genoeg verdwijnt bij de patiënt met migraine met aura vaak de hoofdpijn en persisteert het aura.2,6 In de praktijk kan het onderscheid tussen aura zonder hoofdpijn en TIA soms lastig zijn, maar het is uiteraard wel zeer belangrijk.7 Chronificatie van migraine komt ook voor bij ouderen, zowel met als zonder medicatieafhankelijkheid.8 Daarnaast blijkt dat migraineaanvallen vooral in de nacht en de vroege ochtend optreden bij 60% van de patiënten boven de 60 jaar.9 Bij veel oudere patiënten is er sprake van comorbiditeit in de vorm van artritis, hypertensie, (cardio)vasculaire aandoeningen, diabetes, of kanker.2 Bij de behandeling van migraine zijn vooral cerebrovasculaire aandoeningen en depressie belangrijk om rekening mee te houden.6 Migraine lijkt geassocieerd met een verhoogd risico op herseninfarcten, cardiale aandoeningen, hersenbloedingen, retinale vasculopathie en mortaliteit.2,10 Bij vrouwen van
175
Tijdschrif t voor Neurologie & Neurochirurgie
60-74 jaar bleek het risico op actieve migraine hoger in geval van comorbide depressie.11 Specifieke behandeling van migraine bij de oudere patiënt Verouderen leidt tot fysiologische veranderingen (maagdarmstelsel, leverfunctie, renaal, vasculair, lichaamssamenstelling) die leiden tot andere werking van medicatie.2 De oudere patiënt is in het algemeen gevoeliger voor bijwerkingen.12 Bij de behandeling van migraine moet daarom rekening gehouden worden met comorbide aandoeningen zoals atherosclerose, hypertensie, diabetes, cardiovasculaire ziekten, beroerte en depressie, en met interacties tussen anti-migraine en andere medicamenten. Specifieke richtlijnen voor de behandeling van migraine bij de oudere patiënt bestaan echter niet. Behandelkeuzes dienen dus pragmatisch en individueel gemaakt te worden.6 In de behandeling van de oudere patient kan farmacotherapie als aanvals- en profylactische behandeling gegeven worden. Enkelvoudige analgetica zijn eerste keus voor aanvalsbehandeling. Een aantal auteurs adviseert bij frequent gebruik van paracetamol (>3 gram/dag) door ouderen de leverfuncties te controleren.13,14 Acetylsalicylzuur verhoogt het risico op een maagzweer of -bloeding, en anti-emetica kunnen vooral ongewenste extrapiramidale verschijnselen veroorzaken. Het gebruik van NSAID’s bij de oudere patiënt wordt afgeraden vanwege dosisafhankelijke maagzweren en bloedingen in de tractus digestivus, zeker in combinatie met anticoagulantia15, en vanwege lichte nierfunctiestoornissen die kunnen overgaan in acuut nierfalen, nefritis, proteïnurie en oedemen. Als toch gekozen wordt voor NSAID’s, dient men een protonpompremmer voor te schrijven. Opioïden moeten zeer terughoudend worden gebruikt bij ouderen vanwege zowel sedatieve cognitieve effecten als constipatie.2 Tramadol geeft veelvuldig misselijkheid, verwardheid en delier.2,12 Oudere patiënten kunnen triptanen gebruiken, zeker als er geen cardiale contra-indicaties zoals cardiale ischemie zijn.16 Experts beschouwen cardiale ischemie in de voorgeschiedenis echter niet als absolute contra-indicatie voor triptaangebruik. Het is namelijk nooit aangetoond dat er een verhoogd risico op een beroerte, myocardinfarct of cardiovasculair overlijden is bij gebruik van triptanen, zelfs niet bij ouderen met risicofactoren.17 Bij twijfel kan er advies van de cardioloog gevraagd worden met betrekking tot het cardiale risico. De uiteindelijke afweging blijft echter maatwerk. Wanneer preventieve behandeling overwogen wordt, is het adagium start low and increase slow. De beschikbare profylactica geven meer bijwerkingen dan bij jongere patiënten.2,16,18 Zo zijn tricyclische antidepressiva (TCA’s) beducht vanwege anticholinerge bijwerkingen zoals seda-
vol 116 - nr. 4 - december 2015
4 Tabel 1. Prevalentie en behandeling van primaire hoofdpijnsyndromen bij ouderen (>55 jaar) Hoofdpijnsyndroom
Prevalentie
Migraine
1-jaar: 6-20% Life-time: 20-34%
Verandering klinisch beeld
Behandeling
Ernst hoofdpijn neemt af; aura persisteert; aanvallen vooral in nacht en ochtend
Individuele keus per patiënt; non-farmacologische behandeling Eenvoudige analgetica; triptanen
‘Start low, increase slow’
Aanval
Profylactisch
Cave Altijd: meer interacties en bijwerkingen bij deze groep Comorbide depressie en cerebrovasculaire aandoeningen
Spierspanningshoofdpijn (TTH)
Episodisch: 25% Chronisch: 1-3%
Gelijk aan bij jongere patiënt; drukkend, bandvormig, geen begeleidende verschijnselen
Maximaal 2 dgn/wk; eenvoudige analgetica +/cafeïne
Amitriptyline
20-50% van TTH bij deze groep is secundair
Trigeminale autonome cefalalgieën (TAC’s)
Zeldzaam
Bij oudere patiënt relatief vaker vrouwen; weinig/geen begeleidende verschijnselen
Zuurstof; triptanen
Vermijd alcohol; verapamil; lithium; anti-epileptica
Pseudodementie kan uiting zijn van agitatie/ bewegingsdrang
Medicatieafhankelijke hoofdpijn
15%
Tijdsrelatie met andere geneesmiddelen: als bijwerking/ bij analgeticagebruik
Uitleg; staken alle analgetica tegen hoofdpijn; onthouding van cafeïneen theïne bevattende middelen. Daarna behandelen van eventueel onderliggende primaire hoofdpijn
Hypnic Headache (HH)
0,07-0,35% van de hoofdpijnen. Vooral bij >50jr
Nachtelijke aanvallen van 15-40 minuten; geen begeleidende verschijnselen; ‘Alarm clock headache’
Niet per se nodig, want veelal selflimiting; eventueel cafeïne; +/- eenvoudige analgetica; triptanen
tie, droge mond, constipatie en urineretentie.18 Amitriptyline kan leiden tot orthostatische hypotensie (met een verhoogde valneiging).2,16 Ook insulten, cardiale geleidingsstoornissen (QT-verlenging) en urineretentie (bij benigne prostaathypertrofie) komen voor. Nortriptyline wordt vaak beter getolereerd.16 TCA’s zijn gecontra-indiceerd bij patiënten met hartritmestoornissen, geslotenkamerhoekglaucoom en urineretentie.2 Ook β-blokkers geven een grotere kans op bijwerkingen zoals sedatie, geleidingsstoornissen, astma, glaucoom, depressieve klachten en diabetes. Bij hartfalen zijn ze waarschijnlijk wel veilig.16 Natriumvalproaat kan leiden tot leverenzymstoornissen, beenmergsuppressie, delier, tremor, ataxie en in zeldzame gevallen tot een piramidaal syndroom met dementie.2,16 Ook topiramaat kent vele bijwerkingen, met name nierstenen, gewichtsverlies, sedatie en agitatie. ACE-remmers en angiotensine-II-type-1-receptoragonisten zijn een goede eerste keus, mits de nierfunctie wordt vervolgd.16 Injecties
Tijdschrif t voor Neurologie & Neurochirurgie
Cafeïne; lithium; indomethacine
Frequent gebruik van medicamenten met hoofdpijn als bijwerking, dan wel kans op overgebruikshoofdpijn Slaapapneu; nachtelijke hypertensie; comorbide migraine en TTH
met botulinum toxine A (Botox®) zijn weliswaar bewezen effectief bij chronische migraine, maar het behandeleffect is gering en patiënten ouder dan 65 jaar werden niet geïncludeerd, waardoor deze data niet direct extrapoleerbaar zijn naar deze oudere populatie.19,20 Spanningshoofdpijn Spierspanningshoofdpijn, ook wel tension type headache (TTH) genoemd, is een zeer heterogene aandoening. TTH is de meest voorkomende van de primaire hoofdpijnsyndromen. Op basis van het patroon van voorkomen zijn een episodische (≤1 dag per maand), een frequent episodische (1-14 dagen/maand) en een chronische vorm (≥15 dagen/ maand) te onderscheiden.21 De hoofdpijn is drukkend van karakter, en vaak bandvormig om het hoofd. De klinische karakteristieken bij oudere patiënten zijn gelijk aan die bij andere groepen. Omdat TTH een hoofdpijnsyndroom is zonder specifieke kenmerken, moet juist bij oudere
vol 116 - nr. 4 - december 2015
176
Neurologie Aanwijzingen voor de praktijk 1.
Migraine en trigeminale autonome cefalalgieën komen bij de oudere populatie weliswaar minder vaak voor dan bij jongeren (maar nog steeds in substantiële aantallen), terwijl hypnic headache juist vaker voorkomt bij ouderen.
2.
Bij migraine en trigeminale autonome cefalalgieën kan de presentatie bij de oudere patiënt afwijken van het typische beeld bij jongeren.
3.
Spanningshoofdpijn blijkt de meest voorkomende primaire hoofdpijn bij ouderen, al moet met name bij deze groep secundaire hoofdpijn op basis van onderliggende pathologie worden uitgesloten alvorens deze diagnose te stellen.
4.
De behandeling van (primaire) hoofdpijnen bij de oudere patient is een behandeling op maat, waarbij de fysiologie van veroudering, comorbiditeit en polyfarmacie moeten worden meegewogen in de keus voor aanvals- en profylactische behandeling.
patiënten aan andere primaire en secundaire hoofdpijn worden gedacht. Nieuwe hoofdpijnklachten bij patiënten >65 jaar zijn bij 20-30% het gevolg van onderliggende pathologie, in vergelijking met 1,6% bij patiënten <65 jaar.3 Daarom moet actief gezocht worden naar rode vlaggen in de anamnese en bij lichamelijk en neurologisch onderzoek. Bij een meerderheid (50-80%) van de patiënten >65 jaar met nieuwe hoofdpijnklachten wordt echter uiteindelijk toch de diagnose TTH gesteld.3 De prevalentie van TTH bedraagt ongeveer 25% bij 60-65 jarigen.1,22 Bij 65-96-jarigen is de prevalentie gemiddeld genomen vergelijkbaar, maar met name in de subgroepen met de hoogste leeftijd ligt deze hoger.23 Chronische TTH komt voor bij 1,5% van de mannen en 2,7% van de vrouwen >60 jaar.22 TTH is dus een veelvoorkomende aandoening onder ouderen en ook persisterend: na 13 jaar follow-up had 27% nog steeds hoofdpijnklachten. Dit waren opmerkelijk genoeg allemaal vrouwen, en zonder medicatieafhankelijke hoofdpijn.24 De behandeling van TTH omvat zowel farmacologische als niet-farmacologische opties, maar de effeciviteit van beide is beperkt.25 Paracetamol, aspirine, ibuprofen, ketoprofen, naproxen en diclofenac worden als ‘effectief’ beschouwd en cafeïne als ‘waarschijnlijk effectief’.26 Aanvalsbehandeling bij de oudere patiënt moet (net als bij de jongere) bij voorkeur gemaximeerd worden tot twee dagen per week om medicatieafhankelijke hoofdpijn te voorkomen. NSAID’s zijn het meest effectief, zonder bewijs voor onderlinge verschillen.27 De bijwerkingen van NSAID’s zijn echter relevant voor de oudere populatie (zie ook paragraaf migraine). Combinatiepreparaten van analgetica en cafeïne kunnen daarom additioneel effectief zijn en worden
177
Tijdschrif t voor Neurologie & Neurochirurgie
veel gebruikt.26 Men kan kiezen voor preventieve behandeling bij >2-3 hoofdpijndagen per week. Het bewijs voor effectiviteit is het sterkst voor amitriptyline (tot 75 mg/ dag bij jongere leeftijdsgroepen), dat vooral zou werken bij chronische TTH.28 Bij ouderen geldt wel dat de dosering langzaam dient te worden opgebouwd.29 Een combinatie met de spierontspanner tizanadine versterkt het effect.30 Nortriptyline, protriptyline, doxepine en het gerelateerde mirtazapine zijn minder goed onderzocht. Deze zijn mogelijk ook effectief en geven minder bijwerkingen.31 Het gebruik van antidepressiva bij de oudere patiënt is echter beperkt door de vele bijwerkingen. TCA’s moeten daarom langzaam vanuit een lage dosering opgetitreerd worden met zorgvuldige monitoring van de bijwerkingen. Wanneer tegelijkertijd SSRI’s worden gebruikt, die het metabolisme van TCA’s verminderen, zijn nog lagere doses TCA nodig. Injecties met botulinum toxine A (Botox®) worden als niet effectief beschouwd. Bij patiënten met hoogfrequente, episodische TTH bestaat een risico op chronificatie. Bewezen risicofactoren zijn analgeticaovergebruik, een voorgeschiedenis van migraine, depressie, andere pijnsyndromen, OSAS en excessief cafeïnegebruik.16 Juist bij de oudere patient, bij wie farmacologische opties beperkt zijn vanwege polyfarmacie en bijwerkingen, moeten deze modificeerbare risicofactoren worden behandeld om het risico op chronificatie te verkleinen. Trigeminale autonome cefalalgia’s Klinische aspecten typisch voor deze leeftijdsgroep Trigeminale autonome cefalalgia’s (TAC’s) zijn relatief zeldzaam bij ouderen. Meest voorkomend is clusterhoofdpijn (CH), gevolgd door paroxysmale hemicrania, Short-lasting Unilateral Neuralgiform headache attacks with Conjuncti-
vol 116 - nr. 4 - december 2015
4 val injection and Tearing (SUNCT), Short Lasting Unilateral Neuralgiform headache attacks with cranial Autonomic eatures (SUNA) en hemicrania continua. Aangezien slechts enkele casus beschreven zijn over de zeldzamere vormen is weinig bekend over het klinisch beloop.6 CH lijkt in incidentie af te nemen naarmate de leeftijd stijgt, maar exacte getallen ontbreken. Chronische CH komt mogelijk vaker voor bij ouderen waarbij vrouwen vaker zijn aangedaan dan mannen.6 Clusterhoofdpijnsymptomen verschillen niet van die in een jonge populatie, maar sterke agitatie die zich presenteert als pseudodementie, is soms het enige begeleidende symptoom.32 Specifieke aandachtspunten bij de behandeling van CH Hoewel geen bewijs bestaat voor non-farmacologische behandelingen, wordt over het algemeen vermijden van alcohol tijdens clusterperioden geadviseerd. De behandeling van CH-aanvallen bestaat uit zuurstoftherapie of triptanen. Zuurstof kan veilig toegediend worden bij de oudere patiënt. Langdurige zuurstoftoediening moet echter vermeden worden bij de groep met comorbide COPD, vanwege de kans op koolstofdioxideretentie.16 Zoals eerder beschreven zijn triptanen niet gecontra-indiceerd, mits rekening gehouden wordt met cardiovasculaire risicofactoren. Profylactische behandeling met verapamil of antiepileptica brengt over het algemeen geen grote problemen met zich mee, maar het risico op bijwerkingen is wel groter bij de oudere patiënt. Verapamil heeft een interactie met antihypertensiva, simvastatine, atorvastatine, en carbamazepine. Bijwerkingen zoals constipatie, duizeligheid, bradycardie, hypotensie, perifere oedeemvorming en impotentie komen veelvuldig voor. Lithium kan zeker bij ouderen bijwerkingen veroorzaken zoals tremoren, misselijkheid, dorst, en visuele en spraakstoornissen. Ook hypothyreoïdie en diabetes insipidus zijn beschreven. Lithium moet niet voorgeschreven worden bij hart- of nierfalen. Corticosteroïden kunnen gebruikt worden als een kortdurende profylactische behandeling, maar langere behandeling kan osteoporose, diabetes mellitus, maagproblemen of psychatrische ziekten veroorzaken of verergeren. Bij gebruik van methysergide dient na elke zes maanden een stopmaand te worden ingepland om het risico op retroperitoneale, pleurale of pericardiale fibrose te verkleinen.16,33 Overigens is dit middel vooralsnog niet (meer) verkrijgbaar. Medicatieafhankelijke hoofdpijn Medicatieafhankelijke hoofdpijn wordt bij oudere patiënten ook veel gezien; ongeveer 15% van hoofdpijn bij patiënten ouder dan 65 jaar.34 Het betreft zowel hoofdpijn als bijwerking van niet-hoofdpijnmedicatie, als door analgeticagebruik. Een grote kans op hoofdpijn geven prosta-
Tijdschrif t voor Neurologie & Neurochirurgie
glandinesynthetaseremmers (indomethacine), dihydropiridinen (nifedipine), H2-receptorantagonisten (cimetidine; ranitidine), β-blokkers (atenolol, metoprolol), sulfonamiden (trimethoprim-sulfamethoxazol), nitraten (isosorbidedinitraat), ACE-remmers (captopril), dipyridamol en α2-stimulantia (methyldopa). Daarnaast kan chronisch analgeticagebruik middels NSAID’s, aspirine, ergotamine, paracetamol, cafeïne, opioïden, en codeïne medicatieafhankelijke hoofdpijn uitlokken. De behandeling is niet anders dan bij andere leeftijdsgroepen en omvat uitleg, staken van specifieke medicamenten die hoofdpijn veroorzaken of onderhouden, en onthouding van cafeïne- en theïnebevattende (voedings)middelen gedurende drie maanden. Hierna kan een eventueel onderliggend primair hoofdpijnsyndroom worden gediagnosticeerd en behandeld.12 Primaire hoofdpijnsyndromen specifiek bij de oudere patiënt Hypnic headache Hypnic headache (HH), ook bekend onder de naam alarm clock headache, komt vooral bij patiënten >50 jaar voor (prevalentie van 0,07-0,35% van alle hoofdpijnen). De pathofysiologie is onduidelijk.35 Bij HH treden hoofdpijnaanvallen van 15-40 minuten op zonder begeleidende verschijnselen, op >10 dagen per maand, gedurende minimaal drie maanden achtereen.21 De hoofdpijn ontstaat in de slaap en de patiënt wordt er wakker van. Comorbide migraine of spanningshoofdpijn wordt vaak gerapporteerd, evenals obstructief slaapapneusyndroom en nachtelijke hypertensie.35 Aanvalsbehandeling is niet altijd nodig, aangezien de hoofdpijn kortdurend en mild tot matig van ernst is. Bij langere episoden kan behandeling met cafeïne, cafeïne-bevattende analgetica of triptanen overwogen worden.35 Voor profylactische behandeling bestaat de keus uit cafeïne, lithium en indomethacine ante noctem. Bij oudere patiënten is het risico van lithium op neveneffecten en beperkingen groter, zoals hierboven beschreven. Indomethacine geeft een verhoogd risico op maagdarmbloedingen. Bij patiënten met nierfalen dient men eveneens zeer terughoudend te zijn. De effectiviteit van andere profylactica zoals topiramaat, tricyclische antidepressiva, melatonine, oxetoron, gabapentine, lamotrigine, pregabaline en acetazolamide is niet geheel duidelijk, en deze zouden niet voorgeschreven moeten worden bij de oudere patiënt. Conclusie In dit artikel zijn de klinische karakteristieken en behandelmogelijkheden van veelvoorkomende en specifieke primaire hoofdpijnsyndromen bij de oudere patiënt besproken.
vol 116 - nr. 4 - december 2015
178
Neurologie Alhoewel over sommige aandoeningen bij deze patiëntengroep niet veel bekend is en behandelmogelijkheden voornamelijk zijn gebaseerd op klinische ervaring en casuïstiek, zijn ook voor deze patiënten aanvals- en profylactische behandeling zeker mogelijk. Men moet daarin de comorbiditeit, polyfarmacie en grotere kans op bijwerkingen in ogenschouw nemen. De oudere bevolking neemt in omvang toe en hoofdpijn is een veelvoorkomend probleem. Het is daarom belangrijk dat deze behandelmogelijkheden onderkend worden, alhoewel eenduidig wetenschappelijk bewijs bij de meeste hoofdpijnsyndromen vooralsnog ontbreekt.
drug use and increased risk for peptic ulcer disease in elderly persons. Ann Intern Med 1991;114:257-63. 16. Robbins MS, Lipton RB. Management of headache in the elderly. Drugs Aging 2010;27:377-98. 17. Hall GC, Brown MM, Mo J, et al. Triptans in migraine: the risks of stroke, cardiovascular disease, and death in practice. Neurology 2004;62:563-8. 18. Hershey LA, Bednarczyk EM. Treatment of headache in the elderly. Curr Treat Options Neurol 2013;15:56-62. 19. Aurora SK, Dodick DW, Turkel CC, et al. OnabotulinumtoxinA for treatment of chronic migraine: results from the double-blind, randomized, placebocontrolled phase of the PREEMPT 1 trial. Cephalalgia 2010;30:793-803. 20. Diener HC, Dodick DW, Aurora SK, et al. OnabotulinumtoxinA for treatment of chronic migraine: results from the double-blind, randomized, placebo-
Referenties
controlled phase of the PREEMPT 2 trial. Cephalalgia 2010;30:804-14.
1. Schwaiger J, Kiechl S, Seppi K, et al. Prevalence of primary headaches and
21. The International Classification of Headache Disorders, 3rd edition (beta
cranial neuralgias in men and women aged 55-94 years (Bruneck Study).
version). Cephalalgia 2013;33:629-808.
Cephalalgia 2009;29:179-87.
22. Schwartz BS, Stewart WF, Simon D, et al. Epidemiology of tension-type
2. Haan J, Hollander J, Ferrari MD. Migraine in the elderly: a review. Cephalalgia
headache. JAMA 1998; 279:381-3.
2007;27:97-106.
23. Camarda R, Monastero R. Prevalence of primary headaches in Italian
3. Pascual J, Berciano J. Experience in the diagnosis of headaches that start in
elderly: preliminary data from the Zabut Aging Project. Neurol Sci 2003;24
elderly people. J Neurol Neurosurg Psychiatry 1994;57:1255-7.
Suppl 2:S122-4.
4. Launer LJ, Terwindt GM, Ferrari MD. The prevalence and characteristics of
24. Fuh JL, Wang SJ, Lu SR, et al. A 13-year long-term outcome study of elderly
migraine in a population-based cohort - The GEM Study. Neurology 1999;
with chronic daily headache. Cephalalgia 2008;28:1017-22.
53:537-42.
25. Loder E, Rizzoli P. Tension-type headache. BMJ 2008;336:88-92.
5. Ozge A. Chronic daily headache in the elderly. Curr Pain Headache Rep
26. Bendtsen L, Evers S, Linde M, et al. EFNS guideline on the treatment of
2013;17:382.
tension-type headache - report of an EFNS task force. Eur J Neurol
6. Tonini MC, Bussone G. Headache in the elderly: primary forms. Neurol Sci
2010;17:1318-25.
2010;31 Suppl 1:S67-S71.
27. Bigal ME, Rapoport AM, Hargreaves R. Advances in the pharmacologic
7. Schoenen J, Sandor PS. Headache with focal neurological signs or
treatment of tension-type headache. Curr Pain Headache Rep 2008;12:442-6.
symptoms: a complicated differential diagnosis. Lancet Neurol 2004;3:237-45.
28. Cerbo R, Barbanti P, Fabbrini G, et al. Amitriptyline is effective in chronic but
8. Bigal ME, Rapoport AM, Sheftell FD, et al. Transformed migraine and
not in episodic tension-type headache: pathogenetic implications. Headache
medication overuse in a tertiary headache centre--clinical characteristics and
1998;38:453-7.
treatment outcomes. Cephalalgia 2004;24:483-90.
29. Fumal A, Schoenen J. Tension-type headache: current research and clinical
9. Gori S, Lucchesi C, Morelli N, et al. Sleep-related migraine occurrence
management. Lancet Neurol 2008;7:70-83.
increases with aging. Acta Neurol Belg 2012;112:183-7.
30. Bettucci D, Testa L, Calzoni S, et al. Combination of tizanidine and amitrip-
10. Sacco S, Ricci S, Carolei A. Migraine and vascular diseases: a review of the
tyline in the prophylaxis of chronic tension-type headache: evaluation of efficacy
evidence and potential implications for management. Cephalalgia 2012;
and impact on quality of life. J Headache Pain 2006;7:34-6.
32:785-95.
31. Bendtsen L, Jensen R. Mirtazapine is effective in the prophylactic treatment
11. Mattsson P, Ekselius L. Migraine, major depression, panic disorder, and
of chronic tension-type headache. Neurology 2004;62:1706-11.
personality traits in women aged 40-74 years: a population-based study.
32. Broner SW, Cohen JM. Epidemiology of cluster headache. Curr Pain
Cephalalgia 2002;22:543-51.
Headache Rep 2009;13:141-6.
12. Walker RA, Wadman MC. Headache in the elderly. Clin Geriatr Med
33. Kunkel RS. Headaches in older patients: special problems and concerns.
2007;23:291-2vi.
Cleve Clin J Med 2006;73:922-8.
13. Burris JE. Pharmacologic approaches to geriatric pain management. Arch
34. Ruiz M, Pedraza MI, de la Cruz C, et al. Headache in the elderly: charac-
Phys Med Rehabil 2004;85:S45-9.
teristics in a series of 262 patients. Neurologia 2014;29:321-6.
14. AGS Panel on Persistent Pain in Older Persons. The management of persis-
35. Liang JF, Wang SJ. Hypnic headache: a review of clinical features, thera-
tent pain in older persons. J Am Geriatr Soc. 2002; 50:S205-S224.
peutic options and outcomes. Cephalalgia 2014;34:795-805.
15. Griffin MR, Piper JM, Daugherty JR, et al. Nonsteroidal anti-inflammatory
179
Tijdschrif t voor Neurologie & Neurochirurgie
vol 116 - nr. 4 - december 2015