Preventie- en handhavingsplan alcohol 2015-2016
Inhoudsopgave 1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Inleiding ......................................................................................................................... 3 1.1
Aanleiding ............................................................................................................... 3
1.2
Maatschappelijke agenda ....................................................................................... 4
1.3
Doelstellingen van beleid ........................................................................................ 4
1.4
Samenvatting .......................................................................................................... 5
Beleidsfocus .................................................................................................................. 5 2.1
Uitgangspunten en onderbouwing van beleid.......................................................... 5
2.2
Beleidsdoelgroep en -setting ................................................................................... 6
Risicoanalyse en interventiestrategie ............................................................................. 7 3.1.
Gegevens uit onderzoek ......................................................................................... 7
3.2.
Gegevens van informanten ..................................................................................... 7
3.3.
Interventiestrategie ................................................................................................. 7
Handhavingsactiviteiten ................................................................................................. 8 4.1
Hotspots inventariseren .......................................................................................... 8
4.2
Interventiestrategie ................................................................................................. 9
4.3
Uitvoeren van interventiestrategie ......................................................................... 10
4.4
Effectmeting en evaluatie ...................................................................................... 11
Regelgevende activiteiten ............................................................................................ 11 5.1
Happy hours beperken.......................................................................................... 11
5.2
Beperken schenktijden paracommercie ................................................................ 11
5.3
Voorwaarden stellen aan evenementen ................................................................ 12
Educatieve/communicatieve activiteiten ....................................................................... 12 6.1
Alcoholverstrekkers............................................................................................... 12
6.2
Onderwijs .............................................................................................................. 13
6.3
Ouders en de thuissituatie .................................................................................... 14
6.4
Publiekscommunicatie .......................................................................................... 15
6.5
Effectmeting en evaluatie ...................................................................................... 15
Uitvoering..................................................................................................................... 15 7.1
Partners ................................................................................................................ 15
7.2
Samenwerkingsverbanden en werkgroepen ......................................................... 16
7.3
Coördinatie ........................................................................................................... 17
Bijlage 1 Wijzigingen Drank- en Horecawet......................................................................... 18 Bijlage 2 Kerncijfers GGD Gezondheidsmonitor .................................................................. 20 Bijlage 3 Handhavingsactiviteiten 2013 en 2014 ................................................................. 21 Bijlage 4 Preventie activiteiten 2014.................................................................................... 22 Pagina 2 van 24
1. Inleiding 1.1
Aanleiding
Op 1 januari 2013 is de gewijzigde Drank- en Horecawet (hierna: de wet) in werking getreden en heeft een decentralisatie van taken plaatsgevonden. Het doel dat de wetgever voor ogen heeft met deze wetswijziging is om vooral bij jongeren het overmatig alcoholgebruik terug te dringen, om alcohol gerelateerde verstoringen van de openbare orde te voorkomen en de administratieve lasten te verminderen voor de ondernemers. Per 1 januari 2014 is de wet opnieuw gewijzigd 1 en is de leeftijdsgrens voor alcoholhoudende drank omhoog gegaan van zestien naar achttien jaar. Daarnaast verplicht de wet de gemeente om elke vier jaar een preventie- en handhavingsplan alcohol vast te laten stellen, gelijktijdig met de vaststelling van de lokale nota gezondheidsbeleid (wij werken met de Maatschappelijke Agenda). De gemeenteraad dient uiterlijk zes maanden na inwerkingtreding (uiterlijk 1 juli 2014) voor de eerste maal een preventie- en handhavingsplan alcohol vast te stellen. Dit opgestelde preventie- en handhavingsplan kan tussentijds worden gewijzigd. Het nieuwe artikel 43a van de Drank- en Horecawet geeft aan dat in het plan in ieder geval moet worden aangegeven: a. wat de doelstellingen zijn van het preventie- en handhavingsbeleid alcohol; b. welke acties worden ondernomen om alcoholgebruik, met name onder jongeren, te voorkomen; c. de wijze waarop het handhavingsbeleid wordt uitgevoerd en welke handhavingsacties in de door het plan bestreken periode worden ondernomen; d. welke resultaten in de door het plan bestreken periode minimaal behaald dienen te worden. Het preventie- en handhavingsplan geeft inzicht in de wijze waarop de gemeente invulling geeft aan alcoholpreventie en handhaving van de Drank- en Horecawet. Het plan hangt nauw samen met de Maatschappelijke Agenda (MAG) van de gemeente en moet dus in de toekomst gelijktijdig worden vastgesteld. Dit eerste preventie- en handhavingsplan heeft daarom een looptijd van twee jaar. Het plan raakt diverse beleidsterreinen, zoals gezondheidsbeleid, jeugdbeleid, alcoholmatigingsbeleid, handhavingsbeleid en openbare orde en veiligheid. Het beoogt de samenhang tussen preventie en handhaving verder gestalte te geven om daarmee een integrale aanpak van alcoholproblematiek te bewerkstelligen. Het in dit plan opgenomen preventie- en handhavingsbeleid, de preventieacties en een groot deel van de handhavingsacties zijn voornamelijk gebaseerd op bestaand beleid en uitvoering.
1
In bijlage 1 zijn de belangrijkste wijzigingen van de Drank- en Horecawet uitgewerkt. Pagina 3 van 24
1.2
Maatschappelijke agenda
In onze gemeente wordt gewerkt met de Maatschappelijke agenda (MAG). In de MAG staan de doelstellingen vastgelegd die de gemeente heeft op het gebied van maatschappelijke vraagstukken. Preventie en educatie op het gebied van alcohol(gebruik) wordt in de MAG behandeld in het hoofdstuk Gezondheid en bewegen. De MAG wordt dan ook als leidraad gebruikt voor de drank- en drugspreventie. Het deel handhaving staat hier niet in beschreven. Vanuit de MAG voert De Driemaster de regie van de preventie op het gebied van alcoholmatiging uit. Deze activiteiten komen uit het convenant alcohol en drugs. In dit convenant komen verschillende organisaties, die vanuit hun doelstelling allemaal met dit onderwerp te maken hebben, samen om hun ervaringen op het gebied van alcohol en drugsgebruik met elkaar te delen en probleemoplossende interventies te bedenken. Vanuit dit convenant komen vooral preventieve activiteiten. In de MAG staan een tweetal doelstellingen die betrekking hebben op alcoholgebruik, namelijk: De gemeente wil dat in 2016 de volgende doelstellingen zijn gehaald: 1. Inwoners zijn zich bewust van de schadelijke gevolgen van overmatig eten en drinken, van drugsgebruik, roken en te weinig bewegen en passen hun gedrag aan; 2. Jongeren (en kinderen) en hun opvoeders zijn weerbaarder tegen schadelijk alcohol- en drugsgebruik, roken en ongezonde voeding, hebben handvatten om beter met deze verleidingen om te gaan en passen hun gedrag aan. De Driemaster is verantwoordelijk voor het behalen van deze doelstellingen.
1.3
Doelstellingen van beleid
Artikel 43a van de Drank- en Horecawet schrijft voor dat de doelstellingen van het beleid duidelijk moeten zijn. Op basis van de Drank- en Horecawet kunnen twee algemene hoofddoelstellingen worden onderscheiden:
Afname alcoholgebruik en de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik onder de 18 jaar; Afname dronkenschap (met name tijdens uitgaansavonden in het publieke domein).
De ambitie van dit beleidsplan is dat jongeren op een zo gezonde en veilig mogelijke wijze kunnen opgroeien, zodat hun talenten zo optimaal mogelijk tot ontwikkeling kunnen komen. Gekozen is om de algemene doelstellingen te concretiseren met aandacht voor de setting waarin jongeren drinken en de doelgroep zelf. Deze doelstellingen zijn uitsluitend gericht op de handhavingsactiviteiten omdat de preventieve doelstellingen al in de MAG zijn bepaald. Setting binnen twee jaar is de naleving van de leeftijdsgrens voor alcoholverkoop in cafés en restaurants gestegen van 31% naar 70%; binnen twee jaar is de naleving van de leeftijdsgrens voor alcoholverkoop in cafetaria’s en snackbars gestegen van 20% naar 80%; binnen twee jaar is de naleving van de leeftijdsgrens voor alcoholverkoop in slijterijen gestegen van 40% naar 85%; Pagina 4 van 24
binnen twee jaar is de naleving van de leeftijdsgrens voor alcoholverkoop in supermarkten gestegen van 25% naar 70%; binnen twee jaar is de naleving van de leeftijdsgrens voor alcoholverkoop bij paracommerciële horeca (sportverenigingen, jongerencentra, etc.) gestegen van 17% naar 70%; binnen twee jaar is de naleving van het niet schenken aan personen in kennelijke staat van dronkenschap in de horeca niet meer aan de orde voor zeker 80%; binnen twee jaar is de naleving van het niet schenken aan personen in kennelijke staat van dronkenschap bij paracommerciële horeca niet meer aan de orde voor zeker 90%;
1.4
Samenvatting
De Drank- en Horecawet verplicht de gemeente om een preventie- en handhavingsplan alcohol vast te laten stellen. Artikel 43a van de Drank- en Horecawet schrijft voor dat de doelstellingen van het beleid duidelijk moeten zijn. Op basis van de Drank- en Horecawet kunnen twee algemene hoofddoelstellingen worden onderscheiden: Afname alcoholgebruik en de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik onder de 18 jaar; Afname dronkenschap (met name tijdens uitgaansavonden in het publieke domein). In de Maatschappelijke Agenda (MAG) staan de doelstellingen vastgelegd die de gemeente heeft op het gebied van preventie en educatie van alcohol(gebruik). De Driemaster is verantwoordelijk voor het behalen van deze doelstellingen. De kern van een integraal alcoholbeleid is gebaseerd op de beleidspijlers handhaving, regelgeving en educatie. Deze pijlers staan deels op zichzelf, maar overlappen elkaar ook. Juist in de overlap zien we het integrale preventiebeleid terug. Op basis van de risicoanalyse en de hotspotlijst worden handhavingsprioriteiten vastgesteld. Handhaving zal plaatsvinden volgens het handhavingstappenplan uit het Interventiebeleid Drank- en Horecawet Kaag en Braassem. Om de doelstellingen uit het preventie- en handhavingsplan te verwezenlijken is een integrale samenwerking met de partners essentieel.
2. Beleidsfocus 2.1
Uitgangspunten en onderbouwing van beleid
Dit plan is gebaseerd op een integrale beleidsvisie. Er is immers sprake van een preventie én handhavingsplan. Dat impliceert dat meerdere teams binnen de gemeente - en dus ook meerdere type maatregelen - worden ingezet bij de aanpak van de alcoholproblematiek. Pagina 5 van 24
Als uitgangspunt voor integraal alcoholbeleid hanteren we het preventiemodel van Reynolds (2003). Het preventiemodel kent 3 beleidspijlers, te weten: educatie, regelgeving en handhaving. De pijlers staan deels op zichzelf maar overlappen elkaar ook (zie figuur 1). Juist in de overlap zien we het integrale preventiebeleid terug. Het preventiemodel maakt duidelijk dat alcoholgebruik altijd een resultaat is van een combinatie van factoren. De persoon, zijn sociale omgeving, het aanbod van drank en het overheidsbeleid vormen samen een systeem dat uiteindelijk de keuze van de gebruiker bepaalt. Alcoholpreventie kan daarom nooit alleen op het individu gericht zijn. Het meest succesvol zijn strategieën die vooral de omgeving van de drinker beïnvloeden. En in die omgeving van de jonge drinker spelen alcoholverstrekkers, scholen en ouders een belangrijke rol. In dit preventie- en handhavingsplan staat daarom de omgeving van de jonge drinker centraal.
Regelgeving
Handhaving Preventie
Educatie
Figuur 1: Preventiemodel Reynolds
2.2
Beleidsdoelgroep en -setting
Einddoelgroep van dit preventie- en handhavingsplan zijn jongeren en jongvolwassenen tot 24 jaar. Het accent ligt nadrukkelijk op de groep onder de 18 jaar. Het is bekend dat de gezondheidsschade van alcoholgebruik het grootst is onder de 18 jaar. Jongeren onder de 18 jaar zijn fysiek nog niet geheel volwassen en met name de hersenen zijn nog volop in ontwikkeling. Alcohol kan deze ontwikkeling schaden. Met dit gegeven in het achterhoofd heeft de centrale overheid de leeftijdsgrens voor verkoop én bezit van alcohol verhoogd naar 18 jaar. Het toezicht op de naleving van deze leeftijdsgrens wordt als een belangrijke prioriteit beschouwd binnen het gemeentelijk preventie- en handhavingsbeleid. Voor 18-24 jarigen gaat het vooral om het voorkomen van overmatig alcoholgebruik. De uitgaansavonden zijn hierbij een belangrijk risico moment. Gezien de ontwikkeling van de hersenen tot ongeveer 25 jaar, de oververtegenwoordiging van de leeftijdsklasse tot 24 jaar in het uitgaansleven én de relatie van alcohol met het uitgaansleven 2 (met de daarbij behorende risico’s op dronkenschap, soms uitmondend in een alcoholvergiftiging) ligt de nadruk van dit plan in het bijzonder op de uitgaanssetting. Naast gezondheidsproblematiek
2
Uitgaan is een ruim begrip dat letterlijk genomen betekent: ‘zich buitenshuis ophouden’ (horeca, evenementen, bij vrienden thuis, etc. Pagina 6 van 24
is veiligheidsproblematiek een belangrijke motivatie om aandacht te besteden aan deze leeftijdsgroep.
3. Risicoanalyse en interventiestrategie Jaarlijks maakt de gemeente een risicoanalyse op basis waarvan doelstellingen kunnen worden aangescherpt en de focus kan worden verlegd. De risicoanalyse geeft inzicht in de concrete kenmerken van de locaties waar jongeren drinken en waar hun alcoholgebruik voor problemen zorgt. Hiermee kunnen de inspanningen van de gemeente gericht worden ingezet op plaatsen waar de grootste gezondheids- en/of veiligheidswinst kan worden behaald. Door het jaarlijkse karakter van deze analyse, is het tevens een evaluatieinstrument dat inzicht geeft in de resultaten van het lokale alcoholbeleid en dat aanknopingspunten biedt voor een volgend preventie- en handhavingsplan. Om de vier jaar moet het preventie- en handhavingsplan immers opnieuw worden vastgesteld.
3.1.
Gegevens uit onderzoek
De naleving van de wet door alcoholverstrekkers kan worden vastgesteld aan de hand van mysteryshop onderzoek. Hierbij worden jongeren onder de 18 jaar ingezet om de naleving van de leeftijdsgrenzen te toetsen. Met het nalevingsonderzoek kan per setting en zelfs per locatie worden bepaald hoe de naleving van de leeftijdsgrens in de praktijk wordt uitgevoerd. De kenmerken van het alcoholgebruik onder jongeren (frequentie, dronkenschap, koopgedrag etc.) wordt met de GGD gezondheidsmonitor vastgesteld. Deze monitor wordt eens per vier jaar afgenomen. De laatste gezondheidsmonitor (2013) geeft aan dat het alcoholgebruik onder jongeren in de gemeente Kaag en Braassem de afgelopen jaren is afgenomen. Echter ligt het alcoholgebruik in de gemeente wel boven het gemiddelde van de regio 3. De intoxicatiecijfers (cijfers m.b.t. alcoholvergiftiging e.d.) worden op basis van ziekenhuisgegevens jaarlijks verzameld.
3.2.
Gegevens van informanten
Om een praktijkgerichte risicoanalyse uit te kunnen voeren zijn, ter aanvulling op de bovengenoemde onderzoeken, andere bronnen geraadpleegd. In eerste instantie zijn dat: politie, jongerenwerk en de toezichthouders/ BOA’s. Van deze partners wordt regelmatig gevraagd aan te geven wat hun bevindingen zijn.
3.3.
Interventiestrategie
De kern van de interventiestrategie is gebaseerd op de beleidspijlers handhaving, regelgeving en educatie. De risicoanalyse bepaalt in welke mate op een specifieke pijler wordt ingezet en welke setting de meeste aandacht krijgt. De risicoanalyse is dus niet bedoeld om te bepalen welke interventies er worden ingezet, maar waar, wanneer en hoe interventies het beste kunnen worden ingezet. Op basis van de uitkomsten kan de uitvoeringsstrategie worden bepaald en bovendien in opvolgende jaren worden verfijnd en bijgestuurd. Omdat de alcoholproblematiek onderhevig is aan trends, wordt de risicoanalyse idealiter elk jaar opnieuw uitgevoerd. 3
In bijlage 2 staan de kerncijfers afkomstig uit de GGD Gezondheidsmonitor. Pagina 7 van 24
4. Handhavingsactiviteiten Met de gewijzigde Drank- en Horecawet (per 1 januari 2013) is de gemeente toezichthouder geworden voor de hele Drank- en Horecawet. Handhaving van de wetgeving rond alcohol is dus min of meer een nieuwe taak voor de gemeente Kaag en Braassem 4. Op basis van landelijke ervaringen en inzichten is gekozen voor een programmatische aanpak, waarbij de volgende stappen worden onderscheiden: 1. 2. 3. 4.
Hotspots inventariseren; Interventiestrategie bepalen; Uitvoeren van interventiestrategie; Effectmeting en evaluatie.
Zoals eerder aangegeven ligt de gemeentelijke prioriteit in dit plan, zowel als het gaat om preventie als om handhaving, bij de problemen rondom alcoholverstrekking aan minderjarigen én het voorkomen van dronkenschap onder jongvolwassenen. Deze doelstellingen sluiten aan bij de volgende wettelijke bepalingen: Leeftijdsgrens 18 jaar Artikel 20, (lid 1 en 4) van de Drank- en Horecawet. Oftewel het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank aan een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en het duidelijk zichtbaar aangeven van de leeftijdgrens; Artikel 20, lid 4 van de Drank- en Horecawet. Het verplicht aanduiden van de leeftijdsgrens. Dronkenschap/doorschenken Artikel 20, lid 5 van de Drank- en Horecawet. Het verbod om personen in kennelijke staat van dronkenschap toe te laten in een horecazaak of op het terras; Artikel 252 Wetboek van Strafrecht. Verbod om dronken personen te schenken; Artikel 453 Wetboek van Strafrecht. Verbod om zich in kennelijke staat van dronkenschap op de openbare weg te begeven.
4.1
Hotspots inventariseren
Hotspots zijn alcoholverstrekkers waar jongeren (tot 25 jaar) alcoholhoudende drank proberen te kopen. Op basis van de risicoanalyse zijn de hotspots vastgesteld en indien nodig worden deze eens per jaar herijkt. Daarbij hanteren we de volgende categorieën: -
supermarkten slijterijen horeca
professionals en structureel karakter
4
Vooruitlopend op deze wetswijziging heeft Kaag en Braassem (voormalige gemeenten Alkemade en Jacobswoude) in de periode van 2008-2010 deelgenomen aan de Pilot Decentralisatie Toezicht Drank- en Horecawet. In deze periode heeft de gemeente met twee lokaal aangestelde toezichthouders proef kunnen draaien met het toezicht op de Drank- en Horecawet. Pagina 8 van 24
-
evenementen sportkantines dorpshuizen/ jongerencentra scholen keten/ schuurfeesten openbare ruimte
semi/non professionals meestal tijdelijk karakter
Per hotspot wordt de kans op overtreden in kaart gebracht. Die kans wordt bepaald op basis van kenmerken zoals deurbeleid, het gebruik van leeftijdscontrolesystemen, openingstijden, doelgroep en naleving. Figuur 2 laat zien hoe de verschillende typen verkopers kunnen worden ingedeeld.
Permanent risico
Structurele overtreders zonder systeem
……….
Beperkt risico
Nagenoeg geen risico
Systeem in opbouw, uitvoering nog onvoldoende
Goed systeem en goede uitvoering
……. Figuur 2: Risicopiramide
Per hotspot wordt de volgende informatie verzameld: - naam bedrijf - rechtspersoon of natuurlijk persoon - adres bedrijf of locatie - openingstijden, data (voor evenementen) - toegangsbeleid (indien bekend) - doelgroep - tijden waarop jongeren het bedrijf bezoeken - nalevingshistorie - bijzonderheden (veiligheid, bedrijfsfilosofie) Extra aandacht wordt gevraagd voor de evenementen. Aan de hand van de gemeentelijke evenementenkalender wordt een risicoanalyse opgesteld m.b.t. de jongerenevenementen c.q. algemene evenementen die ook door veel jongeren worden bezocht.
4.2
Interventiestrategie
Op basis van de risicoanalyse en de hotspotlijst worden prioriteiten vastgesteld. Daarbij wordt een afweging gemaakt tussen de aandacht voor de leeftijdsgrens voor alcoholverkoop van 18 jaar en de bepalingen rondom dronkenschap, zoals het niet toelaten van dronken personen in een horecagelegenheid en het niet schenken aan klanten in kennelijke staat van dronkenschap. Elk jaar worden met het herijken van de hotspots tevens de handhavingsprioriteiten opnieuw vastgesteld.
Pagina 9 van 24
Toezicht valt onder te verdelen in basiscontroles en leeftijdsgrenzen/dronkenschap controles 5: Basiscontrole Voordat de leeftijdsgrens/dronkenschap controles worden uitgevoerd is het zaak de vergunningen van in ieder geval de hotspots actueel te hebben. Met een basiscontrole wordt jaarlijks vastgesteld of de vergunning nog op orde is (of er überhaupt een vergunning is) en of de leidinggevende ook echt aanwezig is. Leeftijdsgrens/dronkenschap controle Gestreefd wordt naar een controlefrequentie van vier keer per jaar voor de hotspots met een permanent risico (zie figuur 2). Voor de hotspots met een beperkt risico is één controle per jaar noodzakelijk om de naleving effectief te blijven beïnvloeden. Voor de groene categorie met een beperkt risico volstaat één controle per twee jaar. De controles zullen door de toezichthouders/ BOA’s en evt. jongerenwerkers, met name in de weekenden plaats vinden, tenzij uit de risicoanalyse blijkt dat de risico’s op een ander moment hoger zijn.
4.3
Uitvoeren van interventiestrategie
In het beschrijven van de interventiestrategie beperken we ons tot de leeftijdsgrens/dronkenschap controles. Controles Er worden observatiecontroles (mede in burgerkleding) uitgevoerd, waarbij wordt nagegaan of de regels nageleefd worden. Bij niet naleving wordt een maatregel genomen en volgt een hercontrole (binnen twee maanden). Periodiek worden controles ingepland waarbij de toezichthouder opvallend zichtbaar aanwezig is (m.b.v. herkenbare kleding). Nalevingscommunicatie Communicatie kan het effect van de handhaving versterken. Het kan bijdragen aan een verhoogde subjectieve pakkans en aan meer draagvlak voor de maatregelen. Het is van belang de communicatie naar de diverse doelgroepen in goed overleg met andere teams en partijen vorm te geven. Aangezien communicatie in dit plan vooral een educatief (uitleggen regels) en persuasief (aanzetten tot betere naleving) doel heeft, wordt dit verder uitgewerkt in hoofdstuk 6 dat gaat over educatieve activiteiten. Sanctiestrategie De afhandeling van de geconstateerde overtredingen voor leeftijdsgrens en dronkenschap zal plaatsvinden volgens het handhavingstappenplan uit het Interventiebeleid Drank- en Horecawet Kaag en Braassem.
5
In bijlage 3 staan de gehouden basiscontroles en leeftijdsgrenzencontroles in 2013 en 2014 vermeld. Pagina 10 van 24
4.4
Effectmeting en evaluatie
Het effect van de interventiestrategie op de naleving van de leeftijdsgrens (en het toelaten en schenken aan dronken klanten) wordt gemeten met nalevingsonderzoek. Dit onderzoek wordt één keer per jaar uitgevoerd.
5. Regelgevende activiteiten Regelgeving is geen verplicht onderdeel van het gemeentelijke preventie- en handhavingsplan. Toch is het een onmisbare factor van een integraal alcoholbeleid. In het licht van de twee hoofdthema’s van dit plan (leeftijdsgrens en dronkenschap) is bekeken welke bevoegdheden een expliciete meerwaarde hebben in het terugdringen van de alcoholproblematiek. Daarbij is gekozen voor de volgende maatregelen: Happy hours beperken; Beperken schenktijden paracommercie; Voorwaarden stellen aan evenementen.
5.1
Happy hours beperken
Onderzoek laat zien dat de prijs van alcohol een belangrijke voorspeller is voor gebruik. En dat met prijsinterventies gebruik beïnvloed kan worden. Het verhogen van alcoholprijzen heeft zelfs het meeste impact op drinkers die heel veel drinken. Daarmee is deze maatregel een effectieve in het tegengaan van dronkenschap. Omdat dronkenschap en uitgaan sterk aan elkaar gerelateerd zijn, is het volgende artikel in de Drank- en Horecaverordening Kaag en Braassem 2013 opgenomen: Ter bescherming van de volksgezondheid en in het belang van de openbare orde is het verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken voor gebruik ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs die in de betreffende horecalokaliteit of op het betreffende terras gewoonlijk wordt gevraagd. De Drank- en Horecawet maakt het niet mogelijk happy hours geheel te verbieden, maar de meest excessieve acties (meer dan 40% korting) kunnen wel worden afgetopt via de verordening.
5.2
Beperken schenktijden paracommercie
Het vastleggen van de schenktijden in de paracommercie is een wettelijke verplichting voor gemeenten. Het beperken van schenktijden niet. Toch is het verstandig de schenktijden van o.a. sportverenigingen en jongerencentra niet te ruim te maken. Achterliggende gedachte is de wetenschap dat ruime schenktijden leiden tot meer consumptie. In de Drank- en Horecaverordening Kaag en Braassem 2013 zijn daarom de schenktijden van de paracommerciële horeca gekoppeld aan de activiteiten. Bij sportinstellingen niet eerder dan vanaf 12.00 uur ’s middags en tijdens en tot twee uur na de activiteiten. Bij de overige paracommerciële horeca is schenken toegestaan vanaf 1 uur voor en tot 1 uur na de activiteit. Dit staat weergegeven in artikel 2 van de Drank- en Horecaverordening:
Pagina 11 van 24
1. Paracommerciële rechtspersonen verstrekken uitsluitend alcoholhoudende drank gedurende de periode beginnende met 1 uur voor aanvang en eindigende met 1 uur na beëindiging van activiteiten die passen binnen de statutaire doelomschrijving van de desbetreffende paracommerciële rechtspersoon. 2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 verstrekken paracommerciële rechtspersonen die zich richten op activiteiten van sportieve aard uitsluitend alcoholhoudende drank vanaf een tijdstip dat ligt na 12.00 uur en alleen gedurende de periode tijdens en tot 2 uur na de beëindiging van de activiteiten die passen binnen de statutaire doelomschrijving.
5.3
Voorwaarden stellen aan evenementen
Het naleven van de leeftijdsgrens voor alcohol is voor veel alcoholverstrekkers moeilijk. Dit geldt ook voor het naleven van de bepalingen rondom dronkenschap en doortappen. Op evenementen is de naleving nog een fractie lastiger. Door de schaalgrootte, tijdelijke personeelskrachten en het gebrek aan een structurele controlesystematiek is de naleving vaak slecht. De Drank- en Horecawet biedt gemeenten de mogelijkheid om voorwaarden te stellen aan het verlenen van een ontheffing van de Drank- en Horecawet, zoals dat bij evenementen het geval is (artikel 35, lid 2). Ten aanzien van het verlenen van een ontheffing voor het verstrekken van zwakalcoholhoudende dranken bij evenementen zijn de “Beleidsregels ontheffing artikel 35 Drank- en Horecawet” opgesteld. Hierin staan de toetsingscriteria en (beperkende) voorwaarden ten aanzien van het verstrekken van zwakalcoholhoudende dranken bij evenementen.
6. Educatieve/communicatieve activiteiten Dit preventie- en handhavingsplan kent twee einddoelgroepen: jongeren onder de 18 jaar en 18-25 jarigen. In hoofdstuk 2 werd al uitgelegd dat preventie activiteiten het beste gericht kunnen zijn op de omgeving van deze groepen 6. Voor een belangrijk deel gaat het daarbij om de sociale en professionele omgeving van jongeren. Daarom staan omgevingsgerichte educatieve activiteiten centraal in dit hoofdstuk. Daarbij onderscheiden we drie doelgroepen die invloed kunnen hebben op het alcoholgebruik van jongeren:
Alcoholverstrekkers; Ouders; Scholen.
6.1
Alcoholverstrekkers
Met de term alcoholverstrekkers worden alle personen bedoeld die verantwoordelijk zijn voor een adequate naleving van de eerder genoemde bepalingen in de Drank- en Horecawet. Dat kunnen zijn horecaondernemers, barpersoneel, barvrijwilligers, portiers, caissières, filiaalmanagers, etc. Van deze professionals wordt verwacht dat ze de leeftijdsgrens voor de verstrekking van alcohol kennen en naleven, evenals het verbod op doorschenken bij
6
In bijlage 4 staan de preventie activiteiten uit 2014 vermeld. Pagina 12 van 24
dronkenschap en het toelaten van personen in kennelijke staat van dronkenschap in de onderneming, vereniging of het evenement. Training Belangrijk is vooral dat een alcoholverstrekker zich bewust is van zijn/haar verantwoordelijkheid en in staat is juist te handelen, ook wanneer er weerstand is bij de klant. Om alcoholverstrekkers hierin te bekwamen zijn trainingsprogramma’s ontwikkeld zoals Barcode voor barpersoneel, de IVA (Instructie Verantwoord Alcoholgebruik) training voor barvrijwilligers en de Evenementen IVA. Gekoppeld aan het handhavingsplan kunnen horecaondernemers en sportverenigingen bij wie voor een tweede maal een overtreding is vastgesteld op bovengenoemde zaken een training barcode/IVA door hun personeel/vrijwilligers en management aangeboden worden ter vervanging van de geldboete. Uit onderzoek is gebleken dat training van barpersoneel vaak alleen effect heeft als die is gekoppeld aan een adequate handhavingstrategie. Voor vergunningsvrije verkooppunten zoals supermarkten wordt geadviseerd overleg te laten plaatsvinden met de ondernemers(verenigingen) om helder te krijgen wat men intern aan training van personeel doet. Nalevingscommunicatie Naleving van de wet kan naast individuele training worden beïnvloed door nalevingscommunicatie. Doel van nalevingscommunicatie is om een gedragsverandering te veroorzaken bij de doelgroep en om de subjectieve pakkans te vergroten. Daarom wordt in samenwerking met het team communicatie een nalevingscommunicatieplan ontwikkeld. Deze kan ook worden ingezet voor andere nalevingsproblemen die in de gemeente spelen. De volgende elementen maken in ieder geval onderdeel uit van de nalevingscommunicatiestrategie: Educatieve communicatie Uitleg van de regels, de argumenten voor deze regels, uitleg over mogelijke hulpmiddelen om na te kunnen leven. Dit is nodig als onduidelijkheid over (het belang van) de regels naleving in de weg staat. Dreigende communicatie Communicatie over controles, sancties, uitbreiding toezichtcapaciteit, toezichthouders in uniform. Deze vorm beïnvloedt de subjectieve pakkansbeleving en kan effectief zijn als blijkt dat de regels bewust overtreden worden. Normatieve communicatie Bijvoorbeeld een interview met een ondernemer die de regels goed naleeft, een nieuwsbericht waarin het percentage nalevers wordt genoemd in plaats van het aantal overtreders. Oftewel: het communiceren van gewenste norm, ervan uitgaande dat de gemiddelde mens graag aan de algemeen geldende norm wil voldoen.
6.2
Onderwijs
De school is een belangrijke pedagogische omgeving voor jongeren. Ook als het gaat om alcoholgebruik leren jongeren op school wat wel en niet verstandig is. Gedragsverandering creëren via voorlichtingsprogramma's blijkt lastig, zo niet onmogelijk. Toch is het relevant dat jongeren geïnformeerd raken over de risico's van alcoholgebruik. Niet zozeer om gedrag te Pagina 13 van 24
beïnvloeden, maar om het (overmatig) gebruik te de-normaliseren en daarmee aan draagvlak te werken voor effectievere gedragsmaatregelen als handhaving en specifieke regelgeving. Met name de informatie over wat alcohol met de hersenontwikkeling doet is bruikbaar hierbij. Dat geld niet alleen voor jongeren, maar ook voor hun ouders. Scholen worden daarom aangemoedigd om activiteiten voor ouders rond dit thema te organiseren. Bij de keuzebepaling van schoolprogramma’s op het gebied van middelengebruik heeft de GGD een belangrijke adviserende rol, zowel voor basisscholen als scholen voor voortgezet onderwijs. De scholen voor voorgezet onderwijs worden via het overleg rondom de Lokale Educatieve Agenda geadviseerd met dit thema aan de slag te gaan. Een goed schoolprogramma biedt meer dan voorlichting en besteedt ook aandacht aan regels voor leerlingen en personeel met betrekking tot alcoholgebruik bij schoolfeesten, kampen, excursies en studiereizen. In het overleg met de VO scholen zal worden gemonitord hoe de scholen in de gemeente omgaan met de regels rond de nieuwe leeftijdsgrens met betrekking tot alcohol en welke maatregelen zij nemen wanneer bij schoolfeesten, kampen, excursies en studiereizen toch wordt gedronken. Gezien de nieuwe leeftijdsgrens mogen vrijwel alle leerlingen in het voortgezet onderwijs nog geen alcohol in bezit hebben in openbare gelegenheden en daarmee lijkt een alcoholvrij schoolbeleid de meest voor de hand liggende keuze.
6.3
Ouders en de thuissituatie
Alcoholopvoeding Ouders onderschatten systematisch hoeveel hun kinderen drinken. Ze denken bovendien veelal dat het gedrag van hun puber volledig wordt bepaald door peers (groepsdruk e.d.), terwijl zij wel degelijk ook zelf invloed hebben op het alcoholgebruik van hun kinderen. De beschikbaarheid van alcohol in huis en het stellen van regels zijn geschikte instrumenten om alcoholgebruik tegen te gaan. Uit onderzoek blijkt dat kinderen van ouders die geen duidelijke regels hebben afgesproken en geen leeftijdsgrens hebben gesteld voor het drinken van alcohol al op jongere leeftijd beginnen met drinken. Ze drinken bovendien vaker dan jongeren waarvan de ouders wel een leeftijdsgrens hebben gesteld. Naast het stellen van regels zijn andere beschermende factoren: een goede band tussen ouder en kind en een gezaghebbende opvoedstijl. Een slechte ouder-kind relatie en psychische problematiek of middelengebruik van de ouders zijn risicofactoren. Adviezen met betrekking tot alcoholopvoeding zullen in samenwerking met de eerder genoemde VOscholen aan ouders worden aangeboden. Uitgaansopvoeding Ook door regels te stellen die niet expliciet gaan over alcoholgebruik, kunnen ouders invloed hebben op het alcoholgebruik van hun kind. Dan gaat het vooral over afspraken omtrent uitgaan, zoals staptijden, hoe vaak per week ze uit mogen, etc. Uitgaansopvoeding is nodig zodat ouders zich meer bewust zijn van de rol die ze kunnen spelen om de schade van middelengebruik tijdens het uitgaan te voorkomen of te beperken.
Pagina 14 van 24
Via diverse relevante kanalen (GGD, verslavingszorginstelling, Centra voor Jeugd en Gezin, lokale media, ouderavonden op scholen en in sportverenigingen) worden ouders voorgelicht over een adequate opvoedstijl en worden zij gewezen op ondersteunende websites als www.hoepakjijdataan.nl en www.uwkindenalcohol.nl. Ook via de niet-vrijwillige route kunnen ouders betrokken worden door middel van Haltstraffen die worden opgelegd aan jongeren die drinken in de openbare ruimte.
6.4
Publiekscommunicatie
Goed alcoholbeleid is niet vanzelfsprekend populair onder alle burgers en ondernemers. Maar aan draagvlak voor beleid kan wel gewerkt worden. Zeker in het geval van nieuwe regels zoals de 18-jaargrens voor alcoholverkoop is het verstandig in te zetten op draagvlakverhogende maatregelen. Het is bekend dat de kennis rondom alcohol en de gevolgen van alcoholmisbruik kan bijdragen aan meer draagvlak voor alcoholbeleid.
6.5
Effectmeting en evaluatie
Het effect van de educatieve maatregelen uit dit plan wordt primair gemeten met de gezondheidsmonitor van de GGD. Dit onderzoek wordt één keer per vier jaar uitgevoerd.
7. Uitvoering Uitgangspunt van dit plan is het beïnvloeden van de omgeving van de jonge drinker opdat deze ‘verleid’ wordt meer gezonde en veilige keuzes te maken met betrekking tot alcohol. Zoals in hoofdstuk 2 is geschetst werkt alcoholbeleid het beste als op meerdere beleidspijlers tegelijkertijd wordt ingezet. Dat impliceert ook dat er in de uitvoering meerdere partners en stakeholders betrokken zijn. Hieronder een beschrijving van de belangrijkste samenwerkingspartners en de organisatiestructuur.
7.1
Partners
Op een integraal dossier als het alcoholbeleid is samenwerking essentieel voor een goede uitvoering. De volgende partners zijn daarbij concreet in beeld: De Driemaster De Driemaster is het samenwerkingsverband van WIJdezorg, Kwadraad en Participe. Vanuit de Maatschappelijke Agenda (MAG) geven zij uitvoering aan de preventie op het gebied van alcoholmatiging. Daarnaast beschikt De Driemaster over jeugdwerkers welke aan de voorkant actief de jeugd opzoekt (o.a. hotspots in openbare ruimte), en problematiek bespreekbaar maakt, aan het licht brengt en interactief bezig is met oplossingen. Politie Hotspots in kaart brengen of leveren van input daarvoor, veiligheid tijdens controles, jongeren vragen naar ID en eventuele samenwerking met betrekking tot de aanpak van doortappen vanuit het Wetboek van Strafrecht en openbare dronkenschap (artikel 252 resp. 453).
Pagina 15 van 24
Gezondheidsorganisaties Partners als de GGD en Brijder verslavingszorg zijn belangrijk bij de uitvoering en ontwikkeling van educatieve interventies. Ondernemers/verenigingen Regelnaleving. nalevingsommunicatie, meedenken over systeemontwikkeling, training personeel/vrijwilligers.
7.2
Samenwerkingsverbanden en werkgroepen
Met de diverse partners zijn vanuit verschillende benaderingen meerdere samenwerkingsverbanden en/of werkgroepen opgezet. Hieronder staan de belangrijkste vermeld: Bestuurlijk Overleg Alcoholmatiging Hollands Midden In Hollands Midden is een ambtelijk samenwerkingsverband en een Bestuurlijk Overleg Alcoholmatiging (BOA) actief. Doel van dit samenwerkingsverband is te komen tot een gezamenlijke en gecoördineerde aanpak op basis van een vastgestelde visie met als doel om alcoholmisbruik bij jongeren zoveel mogelijk te voorkomen en, waar wel alcohol gedronken wordt, overmatig gebruik tegen te gaan. Het BOA heeft, in aanloop naar de inwerkingtreding van de gewijzigde Drank- en Horecawet op 1 januari 2013, een aantal werkgroepen ingesteld, met de opdracht om per werkgroep een handreiking op te stellen waarbij ook de mogelijkheden voor regionale afstemming en samenwerking worden verkend, zowel ten aanzien van het alcoholmatigingsbeleid, als ten aanzien van de wet- en regelgeving. De thema’s zijn alcoholmisbruik achter de voordeur, paracommerciële alcoholverstrekkers, hokken en keten, evenementenbeleid, hangplekken en zuipschuiten, regelgeving en handhaving. Werkgroep alcohol en drugs Diverse partners hebben zich gecommitteerd aan een convenant rondom het terugdringen van alcohol- en drugsgebruik door jongeren in onze gemeente. De partners zijn o.a. de politie, de jongerenwerkers, de GGD, het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), de jeugdsociëteiten, de horeca en de gemeente. Deze partners komen meerdere malen per jaar samen om hun ervaringen en barrières die zij op het gebied van alcohol en drugsgebruik tegenkomen met elkaar te delen en probleemoplossende interventies te bedenken. Vanuit dit convenant komen vooral preventieve activiteiten. Preventienetwerk jeugd en veiligheid De werkgroep preventienetwerk jeugd en veiligheid beoogt een integrale samenwerking tussen politie, gemeente en jeugdwerkers bij de aanpak van overlast en vernielingen. Hierbij wordt ingezet op het aanspreken van jongeren en hun ouders/verzorgers over onwenselijk gedrag, het aanbieden van opvoedingsondersteuning maar ook een strafrechtelijke aanpak. Met de politie en het jongerenwerk wordt gezocht naar het vormgeven van een meer structurele aanpak van vroeg signalering en wordt aansluiting gezocht bij het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Zorgnetwerk Het zorgnetwerk is een samenwerkingsverband van verschillende organisaties (gemeente, politie, GGZ, Bureau Leerplicht, Brijder, e.d.), die 4 à 5 keer op jaarbasis bij elkaar komen, Pagina 16 van 24
om de personen en gezinnen te bespreken waarover een zorgmelding is binnen gekomen. Het zorgnetwerk zorgt er voor dat personen/ gezinnen die zelf geen zorg aanvragen toch de juiste zorg krijgen. Op het gebied van drankgebruik komt het zorgnetwerk dus van pas als er bijvoorbeeld sprake is van zorgwekkend drankgebruik en hier een melding over is gedaan.
7.3
Coördinatie
De bestuurlijke verantwoordelijkheid van het preventie- en handhavingsplan ligt bij de burgemeester en de ambtelijke coördinatie ligt bij de adviseur openbare orde en veiligheid. De betrokken medewerkers komen eens per kwartaal bij elkaar om de voortgang te monitoren en uitvoeringsafspraken te maken (in de opstartfase één keer per maand). Het preventie- en handhavingsplan mag tussentijds worden gewijzigd, indien daar aanleiding voor is. Een aanleiding kan zijn dat uit tussentijdse metingen blijkt dat de ingezette koers niet leidt tot de gewenste resultaten.
Pagina 17 van 24
Bijlage 1 Wijzigingen Drank- en Horecawet In deze bijlage zijn de belangrijkste wijzigingen van de Drank- en Horecawet uitgewerkt. Decentralisatie toezicht en handhaving (per 01-01-2013) Het toezicht op de naleving van vrijwel alle bepalingen van de Drank- en Horecawet is overgegaan van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit naar de gemeenten. Het uitgangspunt hierbij is dat gemeenten het toezicht efficiënter in kunnen zetten en vaker toezicht kunnen uitoefenen. De burgemeester heeft gemeentelijke toezichthouders aangewezen om toezicht te houden op de naleving van de Drank- en Horecawet. Burgemeester bevoegd gezag (per 01-01-2013) De burgemeester is voortaan het bevoegde bestuursorgaan voor het verlenen en of weigeren van een drank- en horecavergunning volgens artikel 3 van de Drank- en Horecawet. Dit was de bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders. De bevoegdheden sluiten goed aan bij de bestaande verantwoordelijkheden van de burgemeester voor de openbare orde en veiligheid. Deregulering (per 01-01-2013) In het kader van het streven naar reductie van de administratieve lasten is het vergunningstelsel aangepast. Er hoeft minder frequent een nieuwe drank- en horecavergunning te worden aangevraagd. Leidinggevenden kunnen sinds 1 januari 2013 door middel van een meldingsformulier leidinggevenden laten bijschrijven op het bij de drank- en horecavergunning behorende aanhangsel. Strafbaar stellen jongeren (per 01-01-2013) Sinds 1 januari 2013 waren jongeren onder de zestien strafbaar als zij op voor het publiek toegankelijke plaatsen alcoholhoudende drank aanwezig hadden of voor consumptie gereed hadden. De strafbaarstelling staat nog steeds opgenomen in de Drank- en Horecawet, maar is voortaan van toepassing op jongeren onder de achttien jaar. Publiek toegankelijke plaatsen zijn onder andere de openbare weg, maar ook horecabedrijven. Het verbod geldt niet voor plaatsen waar bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse wordt verstrekt, zoals in een supermarkt of het slijtersbedrijf. Deze landelijke strafbepaling is een beschermingsmaatregel, waarmee het alcoholgebruik onder jongeren beneden de achttien jaar wordt tegengegaan. Three strikes out (per 01-01-2013) De burgemeester heeft een nieuw handhavingsinstrument tot zijn beschikking om de verkoop van alcoholhoudende drank aan jongeren onder de achttien jaar tegen te gaan. Supermarkten en andere detailhandelaren waarbij driemaal binnen één jaar is geconstateerd dat er zwakalcoholhoudende drank wordt verstrekt aan jongeren onder de achttien jaar kan de tijdelijke verkoop van zwakalcoholhoudende drank worden ontzegd. De burgemeester kan de ontzegging voor ten minste een week en ten hoogte twaalf weken opleggen. Schorsen (per 01-01-2013) De burgemeester heeft de mogelijkheid om een drank- en horecavergunning voor maximaal twaalf weken te schorsen. Het schorsen van een drank- en horecavergunning is minder drastisch dan het intrekken van de vergunning. De burgemeester kan een vergunning voor Pagina 18 van 24
maximaal twaalf weken schorsen. Gedurende de schoring kan geen nieuwe vergunning worden verleend. Paracommerciële verordening (per 01-01-2013) De gemeenteraad was verplicht om een paracommerciële verordening op te stellen waarin regels zijn gesteld om te komen tot verantwoorde alcoholverstrekking door paracommerciële instellingen en ter voorkoming van oneerlijke mededinging. De regels omtrent oneerlijke mededinging zijn vastgelegd in de Drank- en Horecaverordening Kaag en Braassem 2013. Facultatieve verordenende bevoegdheden (per 01-01-2013) Naast de verplichte paracommerciële verordening zijn er nog aantal facultatieve verordende bevoegdheden in de Drank- en Horecawet opgenomen. Deze bepalingen zien niet toe op de voorkoming van oneerlijke mededinging, maar dienen in zijn algemeenheid de onverantwoorde verstrekking van alcohol aan in het bijzonder jongeren tegen te gaan. In de gewijzigde APV zijn geen facultatieve verordenende bevoegdheden opgenomen. Verhoging van de leeftijdsgrens (per 01-01-2014) Sinds 1 januari 2014 is de leeftijdsgrens verhoogd van zestien naar achttien jaar. Het is voortaan verboden om alcoholhoudende drank te verstrekken aan jongeren jonger dan achttien jaar of jongeren, waarvan niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt. Daarnaast mogen bezoekers waarvan niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt, niet zonder begeleiding een slijtlokaliteit betreden. Deze leeftijdsgrens geldt echter niet voor jongeren die onder toezicht van een persoon van 21 jaar of ouder een slijtlokaliteit betreden. Jongeren beneden de achttien jaar zijn op grond van artikel 45 van de Drank- en Horecawet strafbaar als zij alcoholhoudende dranken aanwezig hebben of voor consumptie gereed hebben op voor publiek toegankelijke plaatsen. De leeftijdsgrens voor dienstdoend personeel in een inrichting waarin het horecabedrijf of het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend blijft ongewijzigd, namelijk 16 jaar. Ook mogen personen vanaf 16 jaar dienst doen als barvrijwilliger in een paracommerciële instelling, zoals de voetbalkantine of het buurthuis.
Pagina 19 van 24
Bijlage 2 Kerncijfers GGD Gezondheidsmonitor Kerncijfers jongerenpeiling 2013 Kaag en Braassem N = 617
7
Ooit gedronken 8 Recent gedronken 9 Recent binge drinken Gemiddeld aantal glazen per week
totaal 11-18 jaar 45 37 28 5,7
Kaag en Braassem geslacht leeftijd jongen meisje 11-13 14-15 jaar jaar 49 41 13 47 39 35 6 37 31 26 5 26 6,2 5,1 4,1
totaal HM 16-18 jaar 90 83 66 -
11-18 jaar 43 33 33 5,3
- aantal respondenten minder dan 90 (geen percentage weergegeven
Kerncijfers jongerenpeiling 2008 Kaag en Braassem
N = 800
Ooit gedronken Recent gedronken Recent binge drinken Gemiddeld aantal glazen per week
totaal 12-18 jaar 64 55 43 8,9
Kaag en Braassem geslacht leeftijd jongen meisje 12-14 15-17 jaar jaar 65 63 35 82 55 55 23 76 49 38 13 58 12,3 5,5 2,7 10,0
totaal ZHN 11-18 jaar 63 52 38 7,8
7
Ooit gedronken = heeft in zijn/haar hele leven minimaal één alcoholhoudende drank gedronken Recent gedronken = heeft in de afgelopen vier weken alcoholhoudende drank gedronken 9 Binge drinken = vijf of meer glazen bij één gelegenheid 8
Pagina 20 van 24
Bijlage 3 Handhavingsactiviteiten 2013 en 2014 Basiscontroles Sinds 1 januari 2013 hebben de gemeentelijke toezichthouders/ BOA’s alle (ca. 100) vergunningplichtige alcoholverstrekkers gecontroleerd en er voor gezorgd dat het vergunningenbestand weer up-to-date is. Tevens is in deze controleronde voorlichting gegeven over de wijzigingen in de Drank- en Horecawet. In 2013 en 2014 zijn ook jaarlijks ca. 30 evenementen gecontroleerd. Deze controles waren voornamelijk gericht op het controleren van de verleende evenementenvergunning. Daarnaast is ook gelet op eventuele aanwezigheid van polsbandjes, blaastesten, leeftijdsaanduiding, etc. Leeftijdsgrenzencontroles In 2013 zijn door toezichthouders/ boa’s van de gemeente Gouda bij 12 - door de gemeente Kaag en Braassem geselecteerde - bedrijven leeftijdsgrenzencontroles uitgevoerd. Tijdens deze controles is niet geconstateerd dat er aan minderjarige personen alcoholhoudende dranken is verstrekt. Uit ervaring van de toezichthouders is gebleken dat de kans op een overtreding tijdens deze vorm van toezicht nihil is. Nalevingsonderzoek door mystery shoppers In zowel 2013 als 2014 is een nalevingsonderzoek door mystery shoppers gehouden. Hierbij zijn jongeren onder de respectievelijk 16 en 18 jaar ingezet om de naleving van de leeftijdsgrenzen te toetsen. Iedere locatie is tweemaal bezocht op een willekeurig tijdstip. Nalevingsresultaten 2013 Soort bedrijf/ instelling Cafés en restaurants Cafetaria’s en snackbars Slijterijen Supermarkten Paracommerciële rechtspersonen Totaal
Aantal bezoeken 12 10 9 12 7 50
Aantal afwijkingen 12 9 8 10 6 45
Afwijkingspercentage 100% 90% 89% 83% 86% 90%
Nalevingspercentage 0% 10% 11% 17% 14% 10%
Aantal bezoeken 16 10 10 12 12 60
Aantal afwijkingen 11 8 6 9 10 44
Afwijkingspercentage 69% 80% 60% 75% 83% 73%
Nalevingspercentage 31% 20% 40% 25% 17% 27%
Nalevingsresultaten 2014 10 Soort bedrijf/ instelling Cafés en restaurants Cafetaria’s en snackbars Slijterijen Supermarkten Paracommerciële rechtspersonen Totaal
10
De nalevingspercentages in 2014 zijn als basis gebruikt voor de doelstellingen geformuleerd bij hoofdstuk 1.3 Pagina 21 van 24
Bijlage 4 Preventie activiteiten 2014 Doelgroep Doelgroep jeugd ouders Doelgroep anders nl. x
Actieve Partij Politie
Actie inhoud Handhavingsacties drugsbezit Extra controles op festivals Landelijke alcoholcampagne plaatselijk invullen BOB Locaal preventieadvies geven aan ouders jongeren en op scholen Preventieve acties op alcohol en drugs bezit Ondersteuning bij fouilleringacties jeugdsociëteiten
Stand van zaken In voorbereiding
Kwadraad
Bekend maken centraal meldpunt Voorbereiding moedige moeders Meldingprocedure anoniem ontwikkelen Bijeenkomst moedige moeder en vader Bijeenkomst moedige moeders en vaders Leimuiden Moedige moeders en vaders on Hold (opkomt nihil) Ontwikkelen foldermateriaal Trainingen Meddle vrijwilligers en bezoekers + ABC gesprekken In gesprek met Meddle bewustwording bestuur Plannen scholing vrijwilligers samen met ROAC Scholing huisartsen Bij Meddle geweest 3de keer in gesprek groepje jongeren
V herhalen
x
Gedaan Gedaan Gedaan
x
Gedaan
x
Gedaan Gedaan Gedaan Gedaan Gedaan
x x x
2014 is het basisonderwijs aangesloten bij het overleg Thema theater voorstelling Lessen wensen en grenzen
Gedaan
Brijder
Basisonderwijs sluit aan Bonaventura College VO Bonaventura
Gedaan
x x x x x
Professionals en verenigingen x
Vrijwilligers Trainers Professionals
x Professionals x x
College
Actieve Partij schooljaar 2014/2015
Jeugdsociëteiten
Jongerenwerk
Voorlichting aan het team door de GGD Voorlichting aan ouders door de GGD
Gedaan V
Actie inhoud Voorlichting aan ouders door de GGD Gastlessen aan de kinderen Wensen en Grenzen door Elisabeth Hammerlink Kijken of er twee docenten getraind kunnen worden in wensen en grenzen Uniforme huisregels in alle sociëteiten aanwezig Nieuwe training vrijwilligers Meddle is geschoold door Brijder in signalen herkennen Preventief blazen bij alle festivals Preventieve inzet op frisfeest 30 april
Stand van zaken
Preventielessen op basisschool
Docenten x Doelgroep Doelgroep jeugd ouders Doelgroep anders nl. x x x Docenten
V V V In gang gezet Gespreken met scholen en de Driemaster hierover
GGD Halt
Informatie duidelijk over gebruik materialen blaastest Account gesprek over prioriteiten inzet
Gedaan
Gemeente
3e Kwartaal 2013 Holland Rijnland actie BOB sportkantines Verbinden basisonderwijs In gang gezet Contact met GGD over hun preventie inzet op basisscholen In gang gezet Vergunningen opnemen voorwaarden in bestuursreglement en Vergunningen verplichte IVA cursus door brijder voor vrijwilligers Pagina 23 van 24
Verzoek aanscherpen vergunningsvoorwaarden vrije feesten
Actieve Partij Huisartsen
Centrum Jeugd en Gezin
Actie inhoud willen aansluiten bij dit overleg Huisarts dhr. Beekhuis aangesloten bij het overleg De huisartsen hebben Jantine gevraag om voorlichting Aandacht voor alcohol en drugs /cursussen op de facebooksite Gezond gesprek gedaan februari in Woubrugge basisonderwijs Start cursus omgaan met pubers in mei Kijken naar een theater voorstelling op de basisscholen Met BONA kijken naar stukjes plaatsen in de krant samenwerking verstrekken blaastestje voor frisfeesten
Stand van zaken Uitnodiging sept sep-13 Gedaan
Doelgroep Doelgroep jeugd ouders Doelgroep anders nl.
Professionals
Gedaan Gedaan In mei
x x
x x
x
Pagina 24 van 24