presentatie symposium Anders verder Zeewolde, dorp en kerk (Jan) Aparte gewaarwording om je kerk in een boek beschreven te zien staan. Als het allemaal op papier staat, dan krijgt het een pretentie die het niet heeft. Zijn wij dat wel? Ja, we zijn het. Zeewolde ligt in Zuidelijk Flevoland 1968 polder drooggevallen. 1980 de eerste boeren. 1985 het dorp. Zeewolde bestaat dus ruim 25 jaar. Intussen ruim 20.000 inwoners. Zeewolde, een dorp van 22.000 inwoners, bestaat sinds 1984 Het is een bijzonder dorp qua leeftijdsopbouw, 40% is onder de 20 jaar. Mensen komen overal vandaan. We hebben ze uit alle windstreken. En iedereen heeft ook z’n eigen tradities meegenomen. En het maakt nogal uit of je uit een hoogliturgische kerk uit Amsterdam komt of uit een kleine gereformeerde kerk uit Drenthe. Het heeft bij ons dan ook vaak gespookt, zeker toen we nog in de ‘puberteit’ zaten. Nadat de kerk stond en de organisatie was uitgebouwd kwam de vraag: wie zijn we? Nu na meer dan 25 jaar wordt onze pluriforme gemeente steeds meer volwassen en hebben we een manier gevonden om met de verschillen om te gaan. Gemeenschappelijke kern en daar om heen ruimte. Ik kom daar straks op terug. Maar het blijft af en toe lastig
Mixed Economy in Zeewolde (Els)
Onze ‘mixed economy’ zit met name in kerkdiensten, maar is ook grondhouding in het geheel van gemeente-activiteiten, niet alleen kerkgangers horen erbij bv musicalgroep als ‘kerkplek’ voor bezinning, gemeenschap, ‘uitstraling’ algemeen kerkdiensten: in de regel twee morgendiensten: 9 uur recht-toe-recht-aan, half 11 meer bijzonderheden bij avondmaal 9 uur belijdende leden, half 11 open specifieke diensten: Taizé, kerk-school-gezin, combo, themadiensten, zangdiensten met koor, vespers, tent-of-schuurdiensten variatie in diensten rond kerst en pasen
ontstaan door samenloop van omstandigheden: grote aantallen kerkgangers maakten twee morgendiensten noodzakelijk beleidsmatige keuze voor pluriformiteit maakte verscheidenheid noodzakelijk soms als nadeel ervaren, maar nu ‘veelkleurig vieren’ (ook oiv missionaire ronde) beleidsmatig verankerd, wel doorlopend onder druk zeker als middelen en mensen teruglopen zegeningen: * veel mensen worden bereikt (vb Taizé en kerk-school-gezin), daar komen alleen liefhebbers, veel doorsnee kerkgangers zouden erom thuisblijven er komen liefhebbers die nergens anders komen * doordat het specifiek is, kun je mensen echt bedienen en is de waardering hoog vgl twee liedjes met combo of een hele dienst met combo koor ingeklemd in een gewone dienst waar nog veel meer moet of echt het koor Wij zien dat er onderscheid is tussen verbonden en geboeide kerkgangers verbonden mensen komen toch wel (trouw, je moet er zijn als er iets te doen is) geboeid alleen als het boeiend is (specifiek aanbod trekt, de rest niet) uitdagingen: * PR: hoe bereiken we de doelgroepen? (je kunt niet volstaan met bordje op de kerk, elke zondag dienst om 10 uur, en dan komen de mensen wel) * weet je wat echt de behoeftes zijn? Thomasviering, Ionaviering, Zin-in zingen experimenterenderwijs komen we verder * hoe zit het met samenhang en saamhorigheid? “draagt elkanders vieringen” * wat kunnen/willen de voorgangers dragen? helder voor jezelf en in teamverband
Het boek houdt ons op 4 punten een spiegel voor
ad.1 concentratie op gemeenschappelijke kern (Jan) In een gemeente als de onze is de spanning tussen eenheid en verscheidenheid een blijvende vraag. We hebben onze kern gevonden in een bijbeltekst: “Wij hebben lief om God ons als eerste heeft liefgehad.” (1 Joh.4:19) De onvoorwaardelijke liefde van God, die voor ieder mens geldt, is het uitgangspunt. Op onze website staat het zo: “Gods liefde is onvoorwaardelijk. Daarom benaderen wij mensen vanuit bewogenheid, maar zonder dwang of drang. Wij stellen geen eisen aan mensen die zich aansluiten bij onze gemeente. Wel nodigen wij ieder uit aktief mee te doen in de gemeente, omdat dat helpt dicht bij Gods liefde te leven. - dit is praktisch argument Daarbij gaan we uit van ieders gaven: niet wat moet, maar wat ieder kan is van belang. “ Maar de laatste tijd zeggen wij: Wil je het volhouden op de weg van het geloof, wil je er wat aan beleven (= post-moderne waarde) dan moet je twee dingen doen: 1 Doe een statement, doe belijdenis .. 2 Toon commitment. ( ga wat doen..) Moet ik dan naar de kerk? is dan de vraag. Ja, zeg ik dan, minimaal twee keer per maand (dat is bij ons al heel veel) Deze benadering leverde de afgelopen jaren veel mensen op die belijdenis deden. Op deze manier proberen we door de vrijblijvendheid heen te komen. We hebben dus aan de ene kant de nadruk op Gods onvoorwaardelijke liefde en aan de andere kant de nadruk op statement en committent. Onze uitdaging is, ook door het lezen van Anders verder, beide te blijven benadrukken. Dit schema is voor ons daarbij heel helpend geweest (onze positie: expliciet, inclusief)
vb: vormen zoeken voor hardop bidden, cursus vrijmoedig spreken. vb: twee vrouwen die getrouwd zijn in een trouwdienst met combo waar o.a. het lied “Heer ik kom tot u” (Opwekking) is gezongen.
ad.2 Hoe staat het met het fundament en het gebinte? (Els) Boek voor mij geregeld: “Dat gebeurt er dus theologisch wanneer wij deze keuzes maken.” Niet dat we maar wat doen, we werken vanuit een geloofsovertuiging, gevoed door de bijbel en de kerk, maar dat is vaak impliciet. Heilige Geest als architect: (pg.119) Kerk is geen statisch instituut, maar beweging van de Geest. Zij is de ruimte waar de heilige Geest Gods woorden laat klinken die mensen uitzicht geven op Gods koninkrijk dat in Christus nabij is. UITDAGINGEN voor prot.gemeente Zeewolde:
fundering
(gemeenschap, profiel, verbondenheid en continuïteit)
* verbondenheid met wereldkerk oecumenische praktijk onder druk (niet opvatting) oec. diensten worden door veel kerkgangers (RK en Prot) als ‘net niet’ ervaren NB geldt weer niet voor Taizé of voedselbank ZWO-aandacht vraagt ook ferme vertaalslag naar relevantie voor ons ZWO is meer voor de postmaterialisten dan voor de moderne burgers voorbeeld: slechts 1 missie-zendingskalender verkocht vorig jaar * continuïteit, verbondenheid met oorsprong weinig kennis en aandacht voor geschiedenis (staat te ver af van huidige context) traditie is pas een argument als het onze eigen (25 jaar oude) traditie is…
gebinte * sacramenten Doop en Avondmaal zijn fundamenteel stelt Anders Verder, maar doopdiensten en avondmaalsdiensten hebben een beperkte doelgroep als je kijkt naar wat werkt en wat raakt Doop: doopouders, familie, bekenden en ‘harde kern’ (duurt te lang, je ziet die mensen toch niet meer…) Avondmaal: (duurt lang, moeilijke gevoelens van vroeger, wel een aantal liefhebbers) Wat wel aanslaat: doopgedachtenis paaswake, avondmaal goede vrijdag, zegenzondagen, belijdenisdienst
Vraag is of en hoe we de betekenis van de sacramenten in deze gemeente kunnen versterken. Het lijkt ver af te staan van de context en behoefte van veel mensen. * credo “Geloven is niet de aller-individueelste expressie van de aller-individueelste ervaring, maar een zich voegen de lange traditie van hen die in het apost. geloof zijn voorgegaan.” (pg.131) Dat kan wel zijn, maar er is een ferme vertaalslag nodig om die woorden acceptabel te maken voor veel van onze kerkgangers, want je moet natuurlijk wel echt menen wat je zegt en er helemaal achter staan. * ambt Ambt geeft stabiliteit en structuur. maar: Mensen willen graag flexibiliteit en vrijheid. Projectmatig werken aan activiteiten die je liggen. Gevolg: sommige ambten lastig te vervullen (voorzitters), continuïteit in besluitvorming moeilijk (vooral omdat we doorlopend aan het vernieuwen zijn), teamvorming als uitdaging maar: ambt moet waargemaakt worden door persoon, dat vraagt tijd, vertrouwdheid maar: de ene taak is niet belangrijker dan de andere, soort nivellering, terwijl lastige processen ook om statuur van bestuurders lijken te vragen In dit krachtenveld wordt de predikant na een jaar of zeven de stabiele factor. * Schrift: ons bronnenboek wordt heel divers mee omgegaan in de gemeente (alpha-cursus tot open gespreksgroep over gedachtegoed van Klaas Hendrikse) “het staat in de Bijbel” “maar dat moet je in die tijd zien” Bijbel lang niet voor iedereen een geldig argument Bijbel lang niet voor iedereen een vertrouwd boek (kennis en ervaring) Om in die context met elkaar bijbel te lezen, Gods liefde op het spoor te komen, is een blijvende uitdaging, met name buiten de kerkdiensten om.
ad.3 We zijn pragmatisch (Jan) Door het boek ontdekte ik hoe pragmatisch wij eigenlijk zijn Dat waren we ons helemaal niet zo bewust. Maar dat kan dus ook heel anders. En past ook wel een beetje bij de pioniersmentaliteit van de polder. Wat werkt en raakt is vaak bij ons het principe. en daar zit onder dat we er vanuit gaan dat we mensen niet kunnen dwingen. Het argument dit doen we omdat dat in de kerkorde staat, of omdat het in de bijbel staat vinden ze niet zo sterk, postmodern als ze zijn. En dat betekent dat je heel erg de aansluiting zoekt bij postmoderne waarden als ervaren, beleven en ontplooien.
een voorbeeld: Vorig jaar Serie preken over Christelijke spiritualiteit: zelfkennis, zelfaanvaarding, weerbaarheid tegen over lijden en dood, zinvol leven. Thema’s die postmoderne mensen aanspreken. Als voorganger surf ik mee op die golf, ik zoek aansluiting bij thema’s die aanspreken. De bijbel heeft daar fundamentele dingen over te zeggen, die soms ook tegendraads zijn. Zo’n preek over zelfkennis zegt uiteindelijk: Zelfkennis doe je pas op in de relatie met God. Voortdurend is er de uitdaging voor ons, en door Anders verder wordt dat opnieuw duidelijk: waar zoeken aansluiting? en waar zit het tegenover en het lastige van het evangelie?
ad.4 rol predikanten (Els) Onze werkwijze vraagt ook veel van de predikanten: * Je moet kunnen omgaan met verschillen, begrijpen waar het anderen om te doen is je voortdurend afvragen: waar sta ik zelf? kan ik deze activiteit dragen? mijn ervaring: - heel veel van harte - een paar dingen vanuit verbondenheid met het geheel - een aantal dingen niet wat dan niet automatisch wil zeggen dat het er niet zijn mag * Je bent een verbindende factor. Als beroepskracht/deskundige kom je met allerlei gemeente-praktijken in aanraking. Er zijn allerlei cirkels van activiteiten binnen de gemeente en die cirkels overlappen soms ten dele, soms ook niet. Als predikant kom je met hele veel van die cirkels in aanraking en heb je een verbindende functie: - introduceer iemand in een andere cirkel - vertel in de ene cirkel wat er ergens anders gebeurt - nodig ze uit met elkaar contact te leggen - help ze bij het vinden van nieuwe mensen - bedenk verbindende activiteiten, nieuwe netwerkvormende activiteiten - geef erkenning, soort dorpsdominee * Je bent uithangbord, publieke figuur Persoonlijkheid en authenticiteit zijn belangrijk in deze tijd, dus ook voor predikanten. toegankelijk, identifitcatiefiguur Communiceren en inspireren, verbinden, dat is nodig in zo’n mixed economy. Mensen kennen en herkennen. * Fijn om in een team te werken, met elk je eigen netwerk je eigen bereik in geloofsbeleving, leefkringen, daardoor groter bereik dan wanneer je als enige werkt, wel uitdaging om echt een team te zijn, elkaars kracht te kennen, elkaar terreinen te gunnen dat spreekt niet vanzelf, weten we uit ervaring
Tenslotte: Is dit een ‘halleluja’verhaal? Nee, we maken mooie dingen mee (mensen die zich aangesproken weten door het evangelie, jongeren die meedoen, mensen die kiezen voor betrokkenheid, groeien in geloof hoop, liefde) maar het is ook weerbarstig, kwetsbaar, er is blijvend onderhoud en bijstelling nodig. Dat vraagt inzet en aandacht, maar daar is niets mis mee, toch?