1
Postbus 550 3990 GJ Houten Tel.: 030 634 57 00 Fax: 030 634 59 99 E-mail:
[email protected] www.destichtserijnlanden.nl
N229
N229
17
© G-O graphics 2006 Deze kaart werd met de meeste zorg samengesteld. Desondanks kunnen er onjuistheden in voorkomen. De maker en uitgever aanvaarden hiervoor geen aansprakelijkheid.
2
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden is het waterschap dat in een groot deel van Utrecht en een klein deel van Zuid-Holland zorgt voor veilige dijken, schoon water en droge voeten.
VEILIGE DIJKEN In de toekomst zullen we steeds meer last krijgen van de gevolgen van klimaatverandering, zeespiegelstijging en bodemdaling. De buien zullen heviger zijn, de winters natter en de zomers droger. We hebben dus in de toekomst vaker last van te veel of te weinig water. Met alleen grotere gemalen en hogere dijken bouwen komen we er niet. Er is meer ruimte voor water nodig, en een veerkrachtiger, natuurlijker watersysteem, dat pieken en dalen in de wateraanvoer makkelijker kan opvangen. Dat kan bijvoorbeeld door waterplassen aan te leggen en door kanalen en sloten te verbreden, zodat daar tijdelijk water kan worden opgeslagen. Ook worden steeds vaker dijken iets naar achteren gelegd, zodat meer ruimte voor water ontstaat.
De belangrijkste waterkering in het gebied van De Stichtse Rijnlanden is de dijk van de Nederrijn en Lek tussen Amerongen en Schoonhoven, net ten zuiden van het gebied waar deze wandelroute doorheenloopt. Het waterschap zorgt ervoor dat VEILIGE DIJKEN de dijk in goede conditie blijft. Daarom wordt hij geregeld gecontroleerd, bij hoog water zelfs meerdere keren per dag! De kleinere dijken in het lager gelegen deel van het gebied, de (polder)kaden, beschermen de lager gelegen polders tegen het hoger gelegen boezemwater. Deze kaden in de veengebieden moeten geregeld opgehoogd worden, omdat de ondergrond en de kaden zelf inklinken.
HET WATERSYSTEEM IN HET KROMME RIJNGEBIED SCHOON (OPPERVLAKTE)WATER
In het Kromme Rijngebied zijn de sporen van het vroegere waterbeheer nog op veel plaatsen te zien. De eerste dijken in het gebied werden al voor het jaar duizend aangelegd. De straatnamen Tuurdijk en Nachtdijk herinneren nog aan die tijd. In 1122 liet bisschop Godebald de Kromme Rijn bij Wijk bij Duurstede afdammen. Daardoor werd het mogelijk de moerassen rondom Langbroek te ontginnen. Omstreeks 1125 werd de Langbroekerwetering gegraven. Vanuit deze ‘ontginningsbasis’ groeven de kolonisten 1250 meter lange sloten loodrecht op de Langbroekerwetering en sloten elk perceel af met een achterkade. Zo werd het gehele moerasgebied ontwaterd en geschikt gemaakt voor landbouw. De oude slotenstructuur is tot op de dag van vandaag te zien in het landschap en op de kaart.
De Stichtse Rijnlanden zorgt voor schoon oppervlaktewater in sloten en rivieren. Ook zuivert het waterschap afvalwater. Elke dag gebruikt een gemiddelde inwoner 150 liter water om te drinken, SCHOON WATER te wassen en het toilet door te spoelen. Al dat water gaat via het riool naar één van de 17 rioolwaterzuiveringsinstallaties in het gebied. Daar wordt het gezuiverd tot het weer zo schoon is dat het op het oppervlaktewater kan worden geloosd. Ook bedrijven die water lozen moeten zich aan strenge regels houden. De milieu-inspecteurs van het waterschap controleren of die nageleefd worden. Ook bij calamiteiten, bijvoorbeeld bij vissterfte of olie in de sloot, komen zij in actie. Zij zorgen ervoor dat de vervuiling zich niet verder kan verspreiden en wordt opgeruimd. Het waterschap is voor calamiteiten 24 uur per etmaal bereikbaar.
Het Kromme Rijngebied wordt op verschillende manieren van water voorzien. Ten eerste natuurlijk via neerslag, die rechtstreeks in het gebied valt. Ten tweede via de inlaat van de Kromme Rijn bij Wijk bij Duurstede. Deze route zorgt al eeuwenlang voor de aanvoer van water in het Kromme Rijngebied en de stad Utrecht. En ten derde via kwelwater, dat vanaf de Utrechtse Heuvelrug ondergronds in zuidwestelijke richting stroomt en in het Langbroekerweteringgebied weer opkwelt (naar bovenkomt). Dit kwelwater is door de langdurige filtering in het zand van de Utrechtse Heuvelrug zeer goed van kwaliteit.
DROGE VOETEN
DROGE VOETEN
Het westelijk deel van het gebied van De Stichtse Rijnlanden ligt onder het niveau van de zeespiegel. Als er geen dijken en gemalen (pompen) waren, zou dit gebied permanent onder water staan. Het oostelijk deel, waar de wandelroute doorheen loopt, ligt hoger en droger. Maar ook in dit gebied regelt het waterschap het waterpeil.
In droge tijden daalt het waterpeil van de Lek en kan er via de Kromme Rijn geen water meer ingelaten worden. Dan kan vanuit het AmsterdamRijnkanaal via gemaal Caspergouw nog extra water in het gebied worden gebracht, dat via gemalen en stuwen verder verdeeld wordt. De fruitteelt in het gebied vraagt in droge tijden en bij voorjaarsnachtvorst, als de bloesems beregend moeten worden, veel water.
Al sinds 1200 heeft de mens geprobeerd het water naar zijn hand te zetten: met dijken, later met molens en nog later met gemalen. En dat gebeurt tot op de dag van vandaag. Met een uitgekiend stelsel van gemalen, stuwen en sluizen zorgt het waterschap voor schoon en voldoende oppervlaktewater voor mens, dier en plant. Niet te veel en niet te weinig. Het waterpeil in sloten en kanalen wordt van minuut tot minuut in de gaten gehouden en gecontroleerd. De meeste gemalen en de grotere stuwen kunnen op afstand worden bediend via computer en telefoon. Maar soms is de natuur toch sterker: bij zeer langdurige en hevige regenval kan er niet genoeg water afgevoerd worden en kan er plaatselijk wateroverlast optreden. Bij droogte probeert het waterschap het schaarse water zo goed mogelijk te verdelen onder alle belanghebbenden.
Vanaf de 19e eeuw is er op waterhuishoudkundig gebied veel veranderd in het gebied. De aanleg van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en het Amsterdam-Rijnkanaal zorgden voor grote wijzigingen in de wateraan- en afvoerroutes. Oude structuren werden doorsneden en nieuwe kunstwerken werden aangelegd. Het diepe Amsterdam-Rijnkanaal met zijn relatief lage waterpeil zorgt voor een grote toestroom van water uit de omliggende polders. Om de landbouw en natuur in deze polders van voldoende water te voorzien, zijn er veel grote en kleine gemalen in dit gebied gebouwd, die water vanuit het Amsterdam-Rijnkanaal terug het gebied in pompen
3
2. Kasteel Hardenbroek
Al sinds de 12e eeuw probeert de mens het water in Utrecht naar zijn hand te zetten. Eerst door het aanleggen van dijken, het graven van weteringen en sloten en later door het bouwen van molens, gemalen, stuwen en sluizen. En dit gebeurt tot op de dag van vandaag. Deze wandelroute neemt u mee langs oude en nieuwe waterschaps ‘kunstwerken’ en vertelt het verhaal erbij. Zo krijgt u een beeld van de drie taken van het waterschap: veilige dijken, droge voeten en schoon (oppervlakte)water. Wilt u na uw wandeling meer weten over de taken van het waterschap of over onze kunstwerken? Bezoek dan eens onze internetsite www.destichtserijnlanden.nl.
Achter het kasteel (zie de kaart) is nog een deel van het vroegere Grand Canal te zien, dat in de 19e eeuw werd aangelegd als onderdeel van de symmetrisch tuin, een vorm die in die tijd erg populair was. Op Kasteel Hardenbroek woonden tussen 1600 en 1800 verschillende watergraven. De watergraaf was voorzitter van het college van deputaten dat toezicht hield op het onderhoud van de Kromme Rijn (de schouw). Iedereen die water op de Kromme Rijn loosde, was verplicht zijn deel van de rivier te onderhouden: waterplanten afmaaien, uitgetrapte oevers herstellen. Het college controleerde (schouwde) tweemaal per jaar, en gebruikte daarvoor waarschijnlijk het provinciale Statenjacht, waarvan een replica te zien is in de Utrechtse Veilinghaven. Na 1811 werd de schouwtaak overgenomen door de provincie. De rivier is ook nu nog eigendom van de provincie; beheer en onderhoud gebeurt door het waterschap.
AANWIJZINGEN VOOR GEBRUIK Lengte van de route De totale lengte van de wandelroute is 17 kilometer, maar de route is eenvoudig in te korten door bij punt 18 door te steken naar de Hollende Wagenweg. Ook is het mogelijk om alleen het deel noordelijk van de provinciale weg Graaf van Lynden van Sandenburgweg te lopen of het zuidelijke deel van de route te nemen en de bus te pakken tussen de haltes Hardenbroek en Beverweertseweg (Werkhoven). Deze haltes liggen beide aan de provinciale weg. De busdienst Utrecht - Wijk bij Duurstede rijdt een halfuursdienst.
3. *Langbroekerwetering De Langbroekerwetering is in de 12e eeuw gegraven na de afdamming van de Kromme Rijn in 1122. De wetering diende voor ontwatering en ontginning van het moeras rond Langbroek. In de 17e eeuw kreeg de Langbroekerwetering met het graven van de Cothergrift (1630) een belangrijke scheepvaartfunctie. Deze route was voor beurtschippers van Wijk bij Duurstede naar Utrecht en terug veel sneller dan de Kromme Rijn met al haar bochten. In de Langbroekerwetering bevinden zich stuwen die de waterstand regelen. Zonder de stuwen stroomt het water te snel weg en verdrogen de aangrenzende landbouwgronden. Ook natuurlijke vegetatie die rijkelijk aanwezig is op de landgoederen langs de Langbroekerwetering, heeft baat bij een hoger waterpeil.
Aard van de route De route gaat deels over smalle, onverharde paden en over smalle bruggetjes zonder leuningen. De route is daarom niet geschikt voor rolstoelen en kinderwagens. Ook loopt u op korte afstand langs waterschapskunstwerken, zoals gemalen en stuwen. Houd u, om schade aan uw en onze eigendommen te voorkomen, voldoende afstand? U wandelt de route op eigen risico, wees dus voorzichtig. Ook kan het modderig zijn, zorg daarom voor waterdicht schoeisel. Honden mogen alleen mee als ze aangelijnd zijn. De kaart nader verklaard Horecagelegenheden, parkeerplaatsen en bushaltes zijn met een symbool aangegeven op de kaart (zie de legenda). Interessante water’kunstwerken’ langs de route zijn met een cijfer op de kaart weergegeven. U vindt ze terug op deze kant met een foto en een korte beschrijving. De kunstwerken van De Stichtse Rijnlanden zijn aangeduid met een*. Natuurlijk is er nog veel meer te zien op de route: kastelen, buitenplaatsen enzovoort. Voor informatie over deze bezienswaardigheden kunt u contact opnemen met de plaatselijke VVV.
4. *Vaart tussen Leeuwen- en Sterkenburg Deze vaart vormt de verbinding tussen de Gooyer- en de Langbroekwetering. Vroeger had deze ook een scheepvaartfunctie; tegenwoordig voert de vaart slechts kwel- en regenwater af naar de Langbroekwetering.
Vervoer naar de wandelroute Per auto: via de provinciale weg Bunnik - Wijk bij Duurstede, neem de afslag Werkhoven na het dorp Werkhoven en ga linksaf de parallelweg op. Parkeren op de parkeerplaats.
5. *Stuw Sterkenburg
Per openbaar vervoer: neem de bus van Utrecht naar Wijk bij Duurstede (elk half uur). Uitstappen bij halte Beverweertseweg of halte Hardenbroek.
Deze klepstuw houdt het water in de Langbroekerwetering op peil. Om vissen en andere waterorganismen de mogelijkheid te bieden de stuw te passeren is naast de stuw een speciale vispassage geplaatst (onder het rooster). In deze vispassage zorgen schotten voor vermindering van de stroomsnelheid, waardoor vissen zigzaggend stroomopwaarts kunnen zwemmen. De bodem van de vispassage loopt geleidelijk op, zodat ook kruipende organismen de stuw kunnen passeren.
Eten en drinken onderweg Langs de route zijn nauwelijks horecagelegenheden (zie kaart). De theetuin aan de Langbroekerwetering is op zondag gesloten. 1. Kromme Rijn Vóórdat de Lek haar huidige functie had als hoofdtak van de Rijn, was de Kromme Rijn dé belangrijkste rivier in het Utrechtse. De afdamming in 1122 bij Wijk bij Duurstede maakte aan die belangrijke positie een einde. Voor lokaal verkeer bleef de rivier wel van belang. Er was een regelmatige trekvaartverbinding met Utrecht en in de 19e eeuw kreeg de Kromme Rijn ook de functie van inundatiekanaal voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Hiervoor werden bij Cothen en Werkhoven sluizen gebouwd en werden meanders afgesneden. Tegenwoordig is de Kromme Rijn vooral van belang voor de wateraanvoer naar de stad Utrecht en de Vecht, en voor de recreatie. Er bestaan plannen om het jaagpad weer over de gehele lengte in ere te herstellen en om op meer plaatsen natuurvriendelijke oevers aan te leggen.
De toegang tot het sluizencomplex met de nummers 6, 7, 8 en 9 is normaal gesproken verboden. Echter voor wandelaars van deze waterschapsroute maken we een uitzondering. U mag het bordje ‘Verboden toegang’ negeren en tot de dichtstbijzijnde sluisdeur wandelen om het complex te bekijken. Houdt u wel rekening met de privacy van de bewoners van de naastgelegen sluiswachterswoning?
4
6. Hardstenen paaltje
11. Watertoren
De schutsluis in de Kromme Rijn dateert van 1870. De Kromme Rijn kreeg toen een functie in de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Om sneller grote hoeveelheden water aan te kunnen voeren voor het onder water zetten van land rondom Utrecht werd de Kromme Rijn omgebouwd. De rivier werd verbreed, bochten werden afgesneden en in Cothen en Werkhoven werden sluizen gebouwd. Zo kon het gebied rond Utrecht sneller onder water worden gezet: in plaats van zesentwintig dagen duurde het nu maar vier tot twaalf dagen. Dat vond men nodig omdat in plaats van aan de Fransen nu aan het nieuwe en agressieve Duitse Rijk het hoofd moest worden geboden. Ook werden langs de gehele Kromme Rijn hardstenen paaltjes geplaatst, met de letter O (van het Ministerie van Oorlog) en een nummer. Zo’n paaltje staat enkele meters na het wildrooster aan de linkerkant van de weg. Alleen de kop is nog te zien.
Voormalige watertoren uit 1937, sinds 1989 gedeeltelijk verbouwd tot woning en in particulier bezit.
12. *Schuif Nachtdijk Schuif Nachtdijk kan op afstand bediend worden. In de verticale kunststof buis die boven het water hangt bevindt zich meetapparatuur die met behulp van geluidsgolven het waterpeil meet. Afhankelijk van het gewenste peil kan de stuw dan (op afstand vanuit het waterschapskantoor) verder open of dicht worden gezet. Als er een grote watervraag is in het gebied rondom ‘t Goy laat deze schuif water door en zorgt gemaal Nachtsloot voor aanvulling van het bovenpeil.
7. Sluis Werkhoven De sluis Werkhoven is in 2005 opgeknapt, onder andere door het plaatsen van nieuwe deuren. De sluis heeft nog maar een beperkte scheepvaartfunctie voor maai- en veegboten van het waterschap. Voor kano’s zijn er overdraagplaatsen.
13. *Gemaal Goyerbrug Dit vijzelgemaal kan water uit het Amsterdam-Rijnkanaal pompen om de achtergelegen polder van water te voorzien. Onder het rooster bevindt zich de vijzel waarmee water omhoog gepompt kan worden.
8. Stuw Werkhoven De stuw naast de sluis heeft twee functies: het handhaven van het waterpeil op de Kromme Rijn tussen Cothen en Werkhoven en het regelen van de wateraanvoer richting de stad Utrecht, de Vecht en de gekanaliseerde Hollandse IJssel. Het peilverschil is 1,10 meter, 2.00 m + NAP aan de ‘Cothense kant’ en 0.90 m + NAP aan de ‘Utrechtse kant’. In de zijkanten van de muren zijn nog sleuven te zien, waarin vroeger schotbalken werden geplaatst.
14. Amsterdam-Rijnkanaal Dit kanaal werd in de jaren dertig ontworpen door Rijkswaterstaatingenieur Anton Mussert, beter bekend als oprichter en leider van de NSB-beweging. In 1934 werd Mussert door Rijkswaterstaat ontslagen, in 1946 wegens landverraad gefusilleerd. Zijn geesteskind echter werd in 1952 voltooid. Het Amsterdam-Rijnkanaal heeft de waterhuishouding in het Kromme Rijngebied sterk beïnvloed Door de ondergrondse sterke kwelstroom naar het kanaal toe was het nodig om langs de gehele lengte van het kanaal parallelsloten aan te leggen. Ook zijn diverse gemalen gebouwd om water vanuit het Amsterdam-Rijnkanaal weer terug het gebied in te kunnen pompen.
9. *Vispassage Naast de stuw heeft het waterschap in 2005 een vispassage aangelegd. Voor vissen is het peilverschil van de stuw namelijk te groot om stroomopwaarts te kunnen zwemmen. De vispassage is een langwerpige roestvaststalen bakconstructie met dwarsschotten waarin openingen zitten waar vissen doorheen kunnen zwemmen. Deze openingen zijn onderling in een zigzagpatroon geplaatst. Door deze schotten wordt het waterpeil in de bak na elk schot 5 cm lager, waardoor de stroomsnelheid in elke opening (doorzwemvenster) beperkt wordt tot ongeveer 1 m per seconde, een snelheid die vissen in staat stelt stroomopwaarts te zwemmen. 10. *Achterrijn De Achterrijn of Werkhovense Rijn is een oude meander van de Kromme Rijn. In 1437 is de bocht afgesneden en daarmee de doorgaande vaarroute gewijzigd, maar tot in de jaren dertig van de twintigste eeuw voer vanuit Utrecht de trekschuit naar Werkhoven de Achterrijn op.
5
15. *Gemaal en stuw Caspergouw
18. Looprichels
Met de voltooiing van het Amsterdam-Rijnkanaal in 1950 tussen Wijk bij Duurstede en Houten, ontstond een structureel tekort aan water in het Kromme Rijngebied. Het waterpeil in het Amsterdam-Rijnkanaal ligt namelijk bijna drie meter lager, waardoor het water uit de polders naar het kanaal stroomt. Voor de aanvoer van water in het Kromme Rijngebied werd ter hoogte van de Goyerbrug een gemaal gebouwd. Het in 1972 gebouwde en in 2006 totaal gerenoveerde gemaal Caspergouw heeft deze taak overgenomen. Het gemaal Caspergouw maakt het mogelijk dat er water vanuit het kanaal kan worden ingelaten in het Kromme Rijngebied. Het ingelaten water voorziet de agrarische sector van voldoende water en zorgt er tevens voor dat de Kromme Rijn voldoende waterniveau heeft om de Utrechtse stadsgrachten op peil te houden.
Onder de brug zijn speciale looprichels aangebracht, waardoor kleine dieren veilig de weg kunnen oversteken.
19/20. Grondwaterpeilbuis, Inlaatplek onderhoudsboot Dit is één van de 380 punten waar tweemaal per maand het verloop van de grondwaterstanden in de provincie Utrecht wordt afgelezen. Op dit punt wordt op diepten van 5, 23, 47 en 72 meter gemeten. Aan het water is ook een inlaatplek, waar maai- en veegboten voor het maaien en afvoeren van waterplanten en vuil in het water gelaten kunnen worden.
Via de in 1972 gegraven aspergouwsewetering kan water uit het Amsterdam Rijnkanaal de Kromme Rijn in stromen. In droge jaren, als het waterpeil van de Lek zo laag staat dat er via de inlaat bij Wijk bij Duurstede geen water in de Kromme Rijn kan stromen, is deze wetering de belangrijkste toevoerroute van water voor de stad Utrecht. Onder de schuine afdekplaten van het gemaal ligt de vijzel (groot formaat kurkentrekker) verborgen, waarmee het water met een capaciteit van maximaal 175 m3 per minuut omhoog wordt gevoerd.
21. *Gemaal Smitsdijk Dit gemaal pompt water uit de oude meander van de Kromme Rijn naar de Dwarsdijkse Wetering om het omliggende gebied van water te voorzien.
Naast gemaal Caspergouw, onder de roosters in het bordes, ligt een stuw verborgen. Via deze vijf meter brede stuw kan water op het Amsterdam-Rijnkanaal geloosd worden. De blauwe horizontale buis bevat het mechanisme waarmee de stuw op en neer kan worden bewogen. Achter stuw en gemaal staat een krooshekreiniger die automatisch slootvuil uit de wetering verwijdert. 16. *Gemaal Zemelen Dit gemaal pompt water vanuit de Caspergouwsewetering in de kanaalsloot parallel aan het Amsterdam-Rijnkanaal. Gemaal Zemelen voorziet, samen met gemaal Nachtsloot, het gehele fruitteeltgebied rond ‘t Goy van water.
17. *Gemaal Nachtsloot Dit gemaal pompt water uit de Caspergouwsewetering richting ‘t Goy. Het is één van de belangrijkste gemalen voor de fruitteelt in het gebied. In tijden van droogte, maar ook in het voorjaar, als nachtvorst de bloesems van de fruitbomen bedreigt, wordt met dit gemaal extra water voor beregening het gebied ingepompt.
6