T.P.M. van Dartel Stu. nr.: 0720444 Grasvink 59 5658 EB Eindhoven Tel. 06 – 523 23 543 E
[email protected]
07-03-2014
Popcentrum “MIO” te Maastricht Brandveiligheid Popcentrum “MIO” betreft een popcentrum op het terrein van het voormalige Landbouwbelang te Maastricht. Het complex bestaat uit 3 bouwlagen en zal als nieuwbouw gerealiseerd worden. In opdracht van het de cursus Gebouwveiligheid 7Y320, is voor het betreffende project een brandveiligheidadvies opgesteld.
T.P.M. van Dartel (0720444) 07-03-2014
Op verzoek van: Projectnummer: Betreft: Datum:
Cursus, gebouwveiligheid (7Y320) aan te TU/e te Eindhoven 7Y320_01 MIO Project: Popcentrum te Maastricht 07-03-2014
inhoudsopgave
1 2
3 4 5
Inleiding................................................................................................................................... 3 1.1 Uitgangspunten ................................................................................................................ 3 Inhoudelijke beoordeling ........................................................................................................ 4 2.1 Bijeenkomstfunctie + Kantoorfunctie .............................................................................. 4 2.1.1 (sub)brandcompartimentering ................................................................................. 4 2.1.2 vluchten .................................................................................................................... 7 2.1.3 Materiaalgebruik..................................................................................................... 10 2.1.4 Noodverlichting....................................................................................................... 11 2.1.5 Blusmiddelen .......................................................................................................... 11 2.1.6 Sterkte m.b.t. bezwijken ......................................................................................... 11 2.1.7 Installaties ............................................................................................................... 12 2.2 Algemene aandachtspunten .......................................................................................... 13 RWA Berekeningen ............................................................................................................... 14 3.1 RWA berekening Grote zaal ........................................................................................... 14 Conclusie ............................................................................................................................... 16 Bijlagen .................................................................................................................................. 17
2 T.P.M. van Dartel Grasvink 59 5658 EB EINDHOVEN
Tel: 06 – 523 52 543 Email:
[email protected] Student nr: 0720444
Op verzoek van: Projectnummer: Betreft: Datum:
1
Cursus, gebouwveiligheid (7Y320) aan te TU/e te Eindhoven 7Y320_01 MIO Project: Popcentrum te Maastricht 07-03-2014
Inleiding Popcentrum “MIO” betreft een popcentrum te Maastricht. Het hoofdcomplex bestaat uit 2 bouwlagen en zal als nieuwbouw gerealiseerd worden. In het pand zijn 4 hoofdfaciliteiten ondergebracht, dit zijn de (pop)zalen, het foyer, een restaurant, en de kantoorruimte (bijeenkomst – en kantoorfuncties). Het totaaloppervlakte van de begane grond is 4300m2. De verdieping betreft 3100m2. In het pand zijn maximaal 1500 personen tegelijkertijd aanwezig. De zalen worden omsloten door foyers, welke verschillende vluchtmogelijkheden bieden. De grote en de kleine zaal (resp. Noord en Zuidblok) wordt gesplitst door een centraal patio / entree gedeelte, uitgevoerd als gesloten, glazen verbindingsvolume.
1.1
Uitgangspunten -
In het gehele complex zijn twee gebruiksfuncties aanwezig: Bijeenkomstfunctie en Kantoorfunctie. Hiervan is het merendeel bijeenkomstfunctie. De kantoorfunctie is op de tweede verdieping van het rechter bouwblok gesitueerd. Het Noordblok (linkerbouwdeel) wordt geheel gezien als bijeenkomstfunctie.
-
De hoogst gelegen vloer van een verblijfsgebied ligt op ca. 11.000mm in het Noordblok en op ca 7.450mm in het Zuidblok. De zaal in het noordblok heeft een hoogte van 14.000mm, waarin zich een balkon bevindt.
-
Het pand is ontworpen als bijeenkomstfunctie, het aanschouwen van festivals en muzikanten.
-
In dit onderzoek is er vanuit gegaan dat het pand enkel door zelfredzame personen bezocht gaat worden. Er zullen geen bejaarden en / of kinderen onder de 4 jaar aanwezig zijn.
-
Er is geen stookruimte aanwezig. Wel een technische ruimte groter dan 50 m² (364 m²), deze zal zijn eigen brandcompartiment vormen. Een stookruimte is een ruimte waar het opgestelde vermogen meer is dan 130 kW.
-
Bij het opstellen van dit rapport wordt uitgegaan dat het entreegebied een nietbesloten ruimte is. Een niet-besloten ruimte kan worden gecreëerd middels toepassing van een rook- en warmteafvoerinstallatie (RWA). Een RWA-installatie kan zowel middels natuurlijke als mechanische ventilatie.
-
De rapportage is opgesteld op de volgende tekeningen: D0.01 d.d. 15-06-2010. Deze rapportage is een controle op brandveiligheid conform de gestelde eisen in het Bouwbesluit 2012.
-
De hoofddraagconstructie is uitgevoerd in staal. 3
T.P.M. van Dartel Grasvink 59 5658 EB EINDHOVEN
Tel: 06 – 523 52 543 Email:
[email protected] Student nr: 0720444
Op verzoek van: Projectnummer: Betreft: Datum:
2
Cursus, gebouwveiligheid (7Y320) aan te TU/e te Eindhoven 7Y320_01 MIO Project: Popcentrum te Maastricht 07-03-2014
Inhoudelijke beoordeling
2.1 Bijeenkomstfunctie + Kantoorfunctie 2.1.1 (sub)brandcompartimentering -
In een brandcompartiment waarin een bijeenkomstfunctie ligt, liggen uitsluitend bijeenkomstfuncties. Concreet betekent dit dat alle kantoorfuncties altijd brandtechnisch gescheiden dienen te zijn van de bijeenkomstfuncties (foyer / popzalen / restaurant). De kantoren op de tweede verdieping mogen dus niet samen met een bijeenkomstfunctie in één brandcompartiment liggen. De technische ruimte is per direct een eigen compartiment.
-
De maximale omvang van een brandcompartiment bedraagt zonder uitzonderingen 1.000 m². Ieder bouwblok wordt opgesplitst in verschillende compartimenten kleiner dan 1.000m². Dit met uitzondering van de foyer en de grote zaal, omdat deze ruimten op zichzelf deze grootte overschrijden. Voor deze 2 ruimten dient een RWA-berekening of een rapportage “Beheersbaarheid van Brand” opgesteld te worden.
-
De glazen entree wordt uitgevoerd als een niet-besloten ruimte. Dit houdt in dat dit middels een RWA-berekening aangetoond dient te worden.
-
De maximale omvang van een subbrandcompartiment is gelijk aan of kleiner dan de omvang van het brandcompartiment waarin zich deze bevind.
-
De WBDBO van een brandcompartiment naar een besloten ruimte bedraagt 60 minuten. Dit omdat de permanente vuurlast niet groter is dan 500 MJ/m².
-
De WBDBO van een subbrandcompartiment naar een besloten ruimte (of anders subbrandcompartiment) bedraagt 60 minuten, omdat de hoogst gelegen vloer van een verblijfsgebied hoger ligt dan 5 meter boven meetniveau.
-
De WBDBO van een subbrandcompartiment naar een besloten verkeersruimte bedraagt 30 minuten conform art. 2.94 lid 2.
-
Constructieonderdelen waarover een brandcompartimentgrens loopt dienen zelfsluitend uitgevoerd te worden. Dit geldt niet voor constructieonderdelen waarover een subbrandcompartimentgrens loopt. De buitengevel daarentegen hoeft nooit voorzien te worden in zelfsluitendheid.
-
Geadviseerd wordt om brandcompartimentering op de volgende pagina’s van figuren 1 en 2 aan te houden.
4 T.P.M. van Dartel Grasvink 59 5658 EB EINDHOVEN
Tel: 06 – 523 52 543 Email:
[email protected] Student nr: 0720444
Op verzoek van: Projectnummer: Betreft: Datum:
Cursus, gebouwveiligheid (7Y320) aan te TU/e te Eindhoven 7Y320_01 MIO Project: Popcentrum te Maastricht 07-03-2014
figuur 1: (sub)brandcompartimentering begane grond Noord + Zuid blok
LEGENDA Brandcompartimentering: = RWA Ruimte. = WBDBO ≥ 60 min. = WRD ≥ 30 min.
5 T.P.M. van Dartel Grasvink 59 5658 EB EINDHOVEN
Tel: 06 – 523 52 543 Email:
[email protected] Student nr: 0720444
Op verzoek van: Projectnummer: Betreft: Datum:
Cursus, gebouwveiligheid (7Y320) aan te TU/e te Eindhoven 7Y320_01 MIO Project: Popcentrum te Maastricht 07-03-2014
figuur 2: (sub)brandcompartimentering eerste verdieping Noord + Zuid bok
LEGENDA Brandcompartimentering: = RWA Ruimte. = WBDBO ≥ 60 min. = WRD ≥ 30 min.
6 T.P.M. van Dartel Grasvink 59 5658 EB EINDHOVEN
Tel: 06 – 523 52 543 Email:
[email protected] Student nr: 0720444
Op verzoek van: Projectnummer: Betreft: Datum:
Cursus, gebouwveiligheid (7Y320) aan te TU/e te Eindhoven 7Y320_01 MIO Project: Popcentrum te Maastricht 07-03-2014
2.1.2 vluchten De loopafstand vanaf de uitgang van een verblijfsruimte tot aan de uitgang van het brandcompartiment bedraagt maximaal 30 meter. Na controle is gebleken dat deze loopafstand overal voldoet. De meest kritieke situatie doet zich voort bij opslagruimte van de kleine zaal, deze situatie is in figuur 3 weergegeven.
figuur 3: loopafstand kritieke situatie
LEGENDA Loopafstand: 5,1 meter 12,5 meter 4,7 meter + 2,1 meter 24,4 meter
7 T.P.M. van Dartel Grasvink 59 5658 EB EINDHOVEN
Tel: 06 – 523 52 543 Email:
[email protected] Student nr: 0720444
Op verzoek van: Projectnummer: Betreft: Datum:
Cursus, gebouwveiligheid (7Y320) aan te TU/e te Eindhoven 7Y320_01 MIO Project: Popcentrum te Maastricht 07-03-2014
Men moet altijd de mogelijkheid geboden worden dat er twee kanten op gevlucht kan worden. (art. 2.106 lid 1). Na controle is gebleken dat vanuit iedere ruimte twee kanten op gevlucht kan worden. In figuur 4 zijn deze situaties in beeld gebracht. De situaties zijn voor het Noord en Zuid blok apart in beeld gebracht.
figuur 4: vluchtroutes Noordblok
Vluchtrouten
Grote zaal (Centrale deel in Noordblok) De oppervlakte van de grote zaal toegewezen op de vluchtdeuren bedraagt 776 m2. In de zaal beneden zijn twee vluchtdoorgangen van 4 m breed en twee vluchtdoorgangen van 2 m breed. Indien de oppervlakte groter is dan 120 m2 dient het rookcompartiment minimaal twee toegangen te hebben. De gebruiksoppervlakte vermenigvuldigd met 13,75 is de breedte van de minimale totale vrije doorgang in mm. De totale vrije doorgang dient 10,67 m te bedragen. Deze bedraagt echter 12 m waardoor de vluchtdoorgang voldoet. De breedte van elke toegang bedraagt minimaal 0,85 meter. De toegangen liggen minimaal 5 meter van elkaar vandaan. Het balkon heeft een oppervlakte van 330 m2. De minimale totale doorgang dient 4,54 m te bedragen. Er zijn twee toegangen tot het balkon met beide een breedte van 4 m, waardoor de vluchtmogelijkheid tevens hier voldoet. Een brandcompartiment strekt zich uit over niet meer dan een perceel en heeft een gebruiksoppervlakte die kleiner is dan 1.000 m2. Aangezien het gebruiksoppervlak van de grote zaal meer dan 1.000 m2 bedraagt, dient hier gelijkwaardigheid worden aangetoond. Zie hiervoor hoofdstuk 3. Foyer (Omhulling om de grote zaal) De gebruiksoppervlakte van de foyer bedraagt meer dan 1.000 m2. Dit komt mede door de aanwezige balkons. Hier dient net als voor de grote zaal een rookwarmteafvoer (RWA) berekening gemaakt te worden om gelijkwaardigheid te kunnen aantonen.
8 T.P.M. van Dartel Grasvink 59 5658 EB EINDHOVEN
Tel: 06 – 523 52 543 Email:
[email protected] Student nr: 0720444
Op verzoek van: Projectnummer: Betreft: Datum:
Cursus, gebouwveiligheid (7Y320) aan te TU/e te Eindhoven 7Y320_01 MIO Project: Popcentrum te Maastricht 07-03-2014
figuur 5: vluchtroutes Zuidblok
Vluchtrouten
Kleine zaal (Onderste brandcompartiment) De oppervlakte toegewezen op de vluchtdeuren bedraagt 291 m2. De totale vrije doorgang dient 4,00 m te bedragen. De vluchtdeuren hebben bij elkaar een breedte van 7,20 m waardoor de vluchtdoorgang voldoet. Er is een vluchtroute richting de foyer en richting transito (laad en losruimte). Deze liggen meer dan 5 m uit elkaar.
De deuren van een trappenhuis draaien niet tegen de vluchtrichting in. Hetgeen overal voldoet. Alle brandwerende, dan wel rookwerende deuren mogen niet in geopende stand zijn vastgezet. Hier dient met name toezicht op gehouden te worden in de gebruiksfase. Indien personen aanwezig zijn in het pand mogen deuren in een vluchtroute uitsluitend op slot zijn indien die deur tijdens het vluchten, zonder gebruik te moeten maken van een sleutel, onmiddellijk over de ten minste vereiste breedte kan worden geopend.
9 T.P.M. van Dartel Grasvink 59 5658 EB EINDHOVEN
Tel: 06 – 523 52 543 Email:
[email protected] Student nr: 0720444
Op verzoek van: Projectnummer: Betreft: Datum:
Cursus, gebouwveiligheid (7Y320) aan te TU/e te Eindhoven 7Y320_01 MIO Project: Popcentrum te Maastricht 07-03-2014
2.1.3 Materiaalgebruik Indien de gemeente vraagt om aan te tonen of een bepaald product voldoet aan de onderstaande brandvoortplantingsklassen dan wel rookklassen, kan dit aangetoond worden middels attesten. Deze zijn op te vragen bij de fabrikant. Naast de Nederlandse brandvoortplantingsklassen mogen ook de europese brandvoortplantingsklassen gebruikt worden. Graag geef ik uitsluitsel aan u, of een bepaald materiaal voldoet aan de brand- en rookklassen.
Interieur Vanaf de uitgang van één van de zalen tot aan de uitgang van het gebouw dienen de vloeren van alle ruimtes, waarover een beschermde vluchtroute voert, te voldoen aan brandvoortplantingsklasse T1 met een rookdichtheid van maximaal 10 m-1. De wanden van deze ruimtes dienen te bestaan uit materialen die voldoen aan brandvoortplantingsklasse 1 of 2 met respectievelijk rookdichtheid van maximaal 5,4 m1 of 2,2 m-1. Binnen de zalen en de overige ruimten dienen de vloeren te bestaan uit materialen die voldoen aan brandvoortplantingsklasse T3 met een rookdichtheid van maximaal 10 m-1. De wanden binnen de ruimten dienen te bestaan uit materialen die ten minste voldoen aan brandvoortplantingsklasse 4 met een rookdichtheid van maximaal 10 m-1. 5% van de oppervlaktes hoeft niet te voldoen aan de bovengenoemde eisen. Dit geldt ook voor de afwerking in de trappenhuizen. Deze eis is met name bedoeld om stopcontacten, dan wel plinten e.d. te realiseren.
Exterieur De onderste 2,5 meter van het gebouw dient te voldoen aan brandvoortplantingsklasse 1. Het gebied tussen 2,5 en 13 meter dient te voldoen aan brandvoortplatingsklasse 4. Tot slot dienen de materialen welke hoger zijn gesitueerd dan 13 meter boven meetniveau minimaal te voldoen aan brandvoortplantingsklasse 2. Brandvoortplantingsklasse 2 is enkel noodzakelijk ter plaatse van de eventuele liftopbouw. Deuren, ramen kozijnen of daarmee gelijk te stellen constructie onderdelen moeten minimaal voldoen aan brandvoortplantingsklasse 4, ongeachte waar in de gevel deze zicht bevinden.
10 T.P.M. van Dartel Grasvink 59 5658 EB EINDHOVEN
Tel: 06 – 523 52 543 Email:
[email protected] Student nr: 0720444
Op verzoek van: Projectnummer: Betreft: Datum:
Cursus, gebouwveiligheid (7Y320) aan te TU/e te Eindhoven 7Y320_01 MIO Project: Popcentrum te Maastricht 07-03-2014
2.1.4 Noodverlichting De verblijfsruimte voor meer dan 75 personen en de besloten ruimten waardoor een vluchtroute uit die verblijfsruimte voert, dienen voorzien te worden van noodverlichting. Noodverlichting dient binnen 15 seconden na het uitvallen van de voorziening voor elektriciteit gedurende ten minste 60minuten, een op de vloer (en eventueel tredevlak) gemeten, verlichtingssterkte van ten minste 1 lux te bedragen.
2.1.5 Blusmiddelen De bijeenkomstruimte, waarvan het gebruiksoppervlakte groter is dan 500 m2 , heeft ten minste één brandslanghaspel nodig. Deze haspel heeft een slang met een lengte van maximaal 30m, is aangesloten op een voorziening voor drinkwater, geeft bij het mondstuk een statische druk van niet minder dan 100kPa, heeft een capaciteit van 1,3 m2/h bij gelijktijdig gebruik van twee brandblussers en ligt niet in een ruimte met een trap waarover een beschermde vluchtroute voert. De brandslanghaspels dienen op een dergelijke wijze gesitueerd te worden dat het gehele gebied v.v. is voldoende dekking. Hiervoor dient vanuit ieder punt de slanglengte gedeeld te worden met de factor 1.5 en vervolgens 5mtr opgeteld worden voor spuitlengte. Als men op iedere haspel een dergelijke cirkel trekt dient deze het gehele verblijfsgebied te dekken. Een droge blusleiding is niet noodzakelijk omdat geen vloer van een verblijfsgebied hoger ligt dan 20 meter. Zie ook onder de paragraaf “algemene aandachtspunten” van dit rapport de inzetdiepte van de brandweer. E.e.a. is afhankelijk van de positie van de brandweeringang.
2.1.6 Sterkte m.b.t. bezwijken Rookvrije vluchtroutes moeten gedurende 30 minuten bruikbaar blijven. Concreet betekent dit dat trappenhuizen gedurende 30 minuten niet mogen bezwijken. De hoofddraagconstructie dient 60 minuten weerstand tegen bezwijken te bezitten. Welk deel van de constructie zorgt voor het in stand houden van de rookvrije vluchtroutes en hoofddraagconstructie dient aangegeven te worden door de constructeur.
11 T.P.M. van Dartel Grasvink 59 5658 EB EINDHOVEN
Tel: 06 – 523 52 543 Email:
[email protected] Student nr: 0720444
Op verzoek van: Projectnummer: Betreft: Datum:
Cursus, gebouwveiligheid (7Y320) aan te TU/e te Eindhoven 7Y320_01 MIO Project: Popcentrum te Maastricht 07-03-2014
2.1.7 Installaties Gezien het totaal aan oppervlakte van de bijeenkomstfuncties groter is 5.000m2 dient het pand voorzien te worden van een brandmeldinstallatie. Deze brandmeldinstallatie dient uitgevoerd te worden als volledige bewaking conform de NEN2535, doormelding is niet vereist. Wel dient deze installatie uitgevoerd en opgeleverd te worden v.v. certificaat.
Gebruiksoppervlakte
Groter dan [m²] 2
Bijeenkomstfunctie
a
voor het aanschouwen van sport kinderopvang voor kinderen jonger dan 4 jaar
b
c
andere bijeenkomstfunctie
Hoogste vloer van de gebruiksfunctie gemeten boven het meetniveau
Omvang van de bewaking, volgens NEN 2535
Doormelding volgens NEN 2535
Certificaat als bedoeld in artikel 6.20, zesde lid
Hoger dan [m]
–
–
–
–
–
200
–
Volledig
–
–
–
1,5
Volledig
ja
ja
–
5
Gedeeltelijk
–
ja
–
50
Volledig
–
ja
500
–
–
–
1000
–
Nietautomatisch Gedeeltelijk
–
ja
5000
–
Volledig
–
ja
tabel 1: brandmeldinstallatie Deze brandmeldinstallatie dient tevens uitgevoerd te worden v.v. ontruimingsalarminstallatie en ontruimingsplan. Deze brandmeld- en ontruimingsalarminstallatie dienen aangelegd en onderhouden te worden door een CCV-erkend installateur. De kantoorruimten hoeven niet voorzien te worden van een brandmeldinstallatie. In alle gemeenschappelijke ruimtes (zowel bijeekomst- als kantoorfunctie) dient vluchtrouteaanduiding aanwezig te zijn conform NEN 6088. Ofschoon het niet vereist is om deze in transparantverlichting uit te voeren is dit misschien wel wenselijk. Bij de rook- en warmteafvoerinstallatie, of ander rookbeheersingssysteem, moet een document worden aangeleverd waaruit blijkt dat deze voorziening adequaat functioneert, wordt onderhouden en gecontroleerd.
12 T.P.M. van Dartel Grasvink 59 5658 EB EINDHOVEN
Tel: 06 – 523 52 543 Email:
[email protected] Student nr: 0720444
Op verzoek van: Projectnummer: Betreft: Datum:
Cursus, gebouwveiligheid (7Y320) aan te TU/e te Eindhoven 7Y320_01 MIO Project: Popcentrum te Maastricht 07-03-2014
2.2 Algemene aandachtspunten Deuren in een vluchtroute mogen niet te openen zijn middels een sleutel of een ander los voorwerp. Afhankelijk van een te grote inzetdiepte kan een droge blusleiding gewenst zijn. Er is sprake van een te grote inzetdiepte indien de afstand tussen de (brandweer)toegang van het gebouw en een verblijfsruimte groter is dan 60 meter. Let op! Het bovenstaande is geen harde eis, maar komt voort uit de NVBR richtlijn. Er dient voldoende ruimte nabij de brandweeringang ten behoeve van brandweervoertuigen aanwezig te zijn. De opstelplaats voor een blusvoertuig dient dicht bij een primaire bluswatervoorziening te worden gekozen, doorgaans maximaal 15 meter. Vanaf toegang van brandweeringang dient een bluswatervoorziening voorhanden te zijn binnen een straal van 40 meter. Tussen deze bluswatervoorziening en de brandweeringang dient een opstelplaats voor een blusvoertuig aanwezig te zijn. Deze opstelplaatsen (voor blusvoertuig = 4m breed, 10m lang en 4,2m hoog en een aslast van 10 ton en totaal gewicht 15 ton; voor redvoertuig = 5m breed, 10m lang en 4,2m hoog en aslast 10 ton, totaal gewicht 25 ton en stempeldruk 100 ton/m²) dienen zodanig strategisch te worden gekozen dat een dergelijk brandweervoertuig niet binnen 30 minuten na het ontstaan van een brand gevaar of schade kan oplopen. Het is verplicht een gebruiksvergunning in te dienen, alvorens men het pand in gebruik zal nemen.
13 T.P.M. van Dartel Grasvink 59 5658 EB EINDHOVEN
Tel: 06 – 523 52 543 Email:
[email protected] Student nr: 0720444
Op verzoek van: Projectnummer: Betreft: Datum:
3
Cursus, gebouwveiligheid (7Y320) aan te TU/e te Eindhoven 7Y320_01 MIO Project: Popcentrum te Maastricht 07-03-2014
RWA Berekeningen
3.1 RWA berekening Grote zaal Beoordelingsmethode van rook- en warmte afvoerinstallaties, conform NEN 6093 1e druk, oktober 1995 Invoerparameters: Vermogensdichtheid (Kref): Brandoppervlak (Aref): Stijghoogte (z): Dikte rooklaag (Dz): Omgevingstemperatuur (To): Soortelijke warmte lucht (Cp): Dichtheid lucht (Rho):
500 12 8 6 298 1000 1,2
KW/m² m² m m K J/(kg.K) kg/m³
Berekening massadebiet na opstijging mz = 0,188 x Pref x z1,5 mz = 0,188 x 12 x 81,5 = 52.3 kg/s Waarin: mz = massadebiet na opstijging (kg/s) Pref = referentieomtrek van de brand (m) z = stijghoogte (m) Berekening temperatuur van de rookpluim Tz = To + (( Kref x Aref x 1000) / ( mz x Cp )) Tz = 298 + ((500 x 12 x 1000) / (52.3 x 1000)) = 412 K (= 139°C) Waarin: Tz = To = Kref = Aref = mz = Cp =
temperatuur van de rookpluim na opstijging (K) omgevingstemperatuur (K) referentievermogensdichtheid van de brand (kW/m²) referentieoppervlakte van de brand (m²) massadebiet na opstijging (kg/s) Soortelijke warmte lucht (J/(kg.K))
Berekening capaciteit natuurlijke RWA-installatie CuAu = (mz/ ρ) x [(Tz² + Tz x To x Cf²) / (2 x g x Dz x (Tz - To) x To)]1/2 CuAu = 52,3 / 1,2 x ((4122 + 412 x 298 x 12) / (2 x 9,81 x 6 x (412 - 298) x 298))1/2 CuAu = CiAi = 11,8 m² Waarin: CuAu = Ci A i = mz = ρ =
aerodynamische oppervlakte van de afvoer (m²) aerodynamische oppervlakte van de toevoer (m²) massadebiet na opstijging (kg/s) dichtheid van lucht bij omgevingstemperatuur (= 1,2 kg/m³)
14 T.P.M. van Dartel Grasvink 59 5658 EB EINDHOVEN
Tel: 06 – 523 52 543 Email:
[email protected] Student nr: 0720444
Op verzoek van: Projectnummer: Betreft: Datum: To Tz Cf g Dz
= = = = =
Cursus, gebouwveiligheid (7Y320) aan te TU/e te Eindhoven 7Y320_01 MIO Project: Popcentrum te Maastricht 07-03-2014
omgevingstemperatuur (K) temperatuur van de rookpluim na opstijging (K) verhouding luchtafvoer/toevoer zwaarteveldsterkte (9,81 m/s²) rooklaagdikte(m)
Berekening maximaal oppervlak per afvoerpunt A = 1,4 x Dz² A = 1,4 x 6² = 50,4 m². Waarin: A = maximaal oppervlak per afvoereenheid (m²) Dz = rooklaagdikte(m) Berekening capaciteit van de mechanische RWA-installatie Vz = ( mz x Tz )/353 Vz = (52,3 x 412) / 353 = 219.748,90 m³/h (= 61,04 m³/s) Waarin: Vz = volumedebiet van de rookpluim na opstijging (m³/s) mz = massadebiet na opstijging (kg/s) Tz = temperatuur van de rookpluim na opstijging (K) Berekening benodigde luchttoevoeropeningen Ci A i = m z / ( ρ x 5 ) CiAi = 52,3 / ( 1,2 x 5 ) = 8,72 m² Waarin: Ci A i = aerodynamische oppervlakte van de toevoer (m²) mz = massadebiet na opstijging (kg/s) ρ = dichtheid van lucht bij omgevingstemperatuur (= 1,2 kg/m³) Resultaten met verschillende verhoudingen: Cf CuAu (m²) CiAi (m²) 0,3 9,9 33,0 0,5 10,5 21,0 1,0 11,8 11,8 1,5 13,0 8,6 2,0 14,0 7,0 2,5 15,0 6,0 3,0 16,0 5,3 Opmerkingen: De resultaten van de rookafvoer en luchttoevoer zijn aerodynamische maten.
15 T.P.M. van Dartel Grasvink 59 5658 EB EINDHOVEN
Tel: 06 – 523 52 543 Email:
[email protected] Student nr: 0720444
Op verzoek van: Projectnummer: Betreft: Datum:
4
Cursus, gebouwveiligheid (7Y320) aan te TU/e te Eindhoven 7Y320_01 MIO Project: Popcentrum te Maastricht 07-03-2014
Conclusie
Er kan niet gesteld worden dat het onderzocht volume per direct voldoet aan de huidige eisen gesteld door het bouwbesluit. In deze situatie dient de gelijkwaardigheid van verschillende ruimten te worden aangetoond. Door gebruik te maken van de methode "Beheersbaarheid van Brand 2007" of een “RWAberekening” uit te voeren, kan een gelijkwaardigheidsvoorstel worden opgesteld.
16 T.P.M. van Dartel Grasvink 59 5658 EB EINDHOVEN
Tel: 06 – 523 52 543 Email:
[email protected] Student nr: 0720444
Op verzoek van: Projectnummer: Betreft: Datum:
5
Cursus, gebouwveiligheid (7Y320) aan te TU/e te Eindhoven 7Y320_01 MIO Project: Popcentrum te Maastricht 07-03-2014
Bijlagen -
01 Tekening: D0.01 d.d. 15-06-2010 02 Tekening: Gevels 03 Tekening: Begane grond 04 Tekening: Eerste verdieping 04 Tekening: Doorsnede
17 T.P.M. van Dartel Grasvink 59 5658 EB EINDHOVEN
Tel: 06 – 523 52 543 Email:
[email protected] Student nr: 0720444