Pilot nieuw vervangingsstelsel PO Door financieel adviseur Bé Keizer, VOS/ABB
De pilot begint op 1 augustus 2009 en houdt in dat scholen uit het Vervangingsfonds mogen stappen. Ze mogen zelf bepalen hoe ze docenten willen vervangen die bijvoorbeeld ziek, zwanger of met verlof zijn. Ze kunnen ook besluiten of ze een eigen vervangingspool opzetten of liever een vaste vervanger aanstellen. Ze kunnen ook docenten belonen die het verzuim van afwezige collega’s opvangen. Deelnemende scholen krijgen een even groot budget als nu, maar veel meer vrijheid. Bovendien scheelt het veel rompslomp, omdat scholen zich niet meer hoeven te verantwoorden aan het Vervangingsfonds. Financieel kan er weinig ècht misgaan, want er is een vangnet voor financiële tegenvallers die ontstaan door vervanging waarbij de continuïteit van het onderwijs in gevaar komt. De pilot moet aantonen of de sector rijp is om de verplichte aansluiting bij het Vervangingsfonds (Vf) op te heffen. Na beëindiging van de pilot, op 1 augustus 2011, volgt een besluit over de toekomst van de vervangingsbekostiging. Er doen minimaal 190 schoolbesturen mee aan de pilot. Schoolbesturen kunnen zich tot 1 februari 2009 aanmelden bij het CFI. Hiervoor kan een formulier gedownload worden via de site van CFI (www.cfi.nl, onder thema’s in de linkerkolom). De pilot moet aantonen of de sector rijp is om de verplichte aansluiting bij het Vervangingsfonds (Vf) op te heffen. Hoe werkt het tijdens de pilot? Schoolbesturen die deelnemen aan de pilot krijgen budget voor vervanging. Het budget is even hoog als bij verplichte aansluiting bij het Vervangingsfonds. Met het budget betalen ze − naar eigen inzicht − alle soorten van vervanging of verzekeren zich tegen de kosten van vervanging. Uit onderzoek blijkt dat het budget voldoende is om bij een gemiddeld (ziekte)verzuim voor vervanging te zorgen. Schoolbesturen kunnen zelf bepalen wanneer zij tot vervanging overgaan en hoe ze de vervanging invullen. Ze mogen zelf bepalen hoe ze docenten willen vervangen die bijvoorbeeld ziek, zwanger of met verlof zijn. Ze kunnen besluiten of ze een eigen vervangingspool opzetten of liever een vaste vervanger aanstellen. Ze kunnen ook docenten belonen die het verzuim van afwezige collega’s opvangen. Vanzelfsprekend mag de continuïteit van het onderwijs niet in gevaar komen. De afwezigheid van personeel mag niet leiden tot lesuitval en de werkdruk mag niet stijgen. Voor besturen zal het (huidige) ziekteverzuim een belangrijke factor zijn bij de keuze om al of niet mee te doen aan de pilot. Dat verzuim verschilt van jaar tot jaar. Het is dan ook zaak om niet alleen te kijken naar de kosten van verzuim en vervanging op korte termijn, maar ook op de lange termijn. Een laag ziekteverzuim beperkt de vervangingkosten. Daardoor kunnen besturen geld overhouden dat in eerste instantie bedoeld was voor vervanging. Dat geld kan naar eigen inzicht ingezet worden, bijvoorbeeld om het ziekteverzuim nog verder terug te dringen.
Deelnemende besturen kunnen tijdens de pilot gewoon gebruik blijven maken van de diensten die het Vervangingsfonds aanbiedt voor bedrijfsgezondheidszorg. Vangnet Ook besturen bij wie de vervangingskosten hoger zijn dan het beschikbare budget, kunnen deelnemen aan de pilot. Voor deze besturen is er een vangnet. Alleen als het bestuur uitsluitend door de pilot zo in financiële problemen komt dat de continuïteit van het onderwijs wordt bedreigd, kan het bestuur een aanvraag indienen voor extra bekostiging. De aanvraag dient vergezeld te gaan van jaarverslagen en recente financiële gegevens. Een onafhankelijke commissie beoordeelt de aanvraag en adviseert de staatssecretaris. Monitor en kennisuitwisseling Tijdens de pilot wordt gekeken wat er goed gaat en wat niet. De schoolbesturen rapporteren over afwezigheid en vervanging en brengen de consequenties voor de financiële huishouding op een transparante manier in beeld. De monitor wordt uitgevoerd door een onafhankelijk onderzoeksbureau. Schoolbesturen willen natuurlijk zelf ook weten hoe zij het doen. Bovendien zijn ze geïnteresseerd in de ervaringen van andere deelnemende scholenbesturen. Er komt een speciale website om ervaringen en resultaten uit te wisselen. De pilot in kort bestek De deelnemende besturen aan de pilot hebben: • • •
• •
de mogelijkheid om zelf invulling te geven aan het vervangingsbeleid; de mogelijkheid om zelf te bepalen wanneer vervanging plaatsvindt; zelf de beschikking over de middelen die beschikbaar worden gesteld om vervanging te kunnen betalen. Deze middelen zijn gelijk aan de middelen die men zou ontvangen wanneer men verplicht aangesloten zou zijn bij het Vf. de mogelijkheid om zelf te bepalen hoe de financiële middelen worden ingezet. de mogelijkheid om, bij financiële problemen door deelname aan de pilot, aanspraak te maken op een vangnet.
Veelgestelde vragen over de pilot Nieuw Vervangingsstelsel PO Algemeen 1. In september 2008 is de pilot uitgesteld tot 1 augustus 2009. Ons bestuur had zich al aangemeld. Moet het bestuur zich weer opnieuw aanmelden? Nee, u hoeft zich niet opnieuw aan te melden. 2. Wat gebeurt er na de pilot? Na 2 jaar - in 2011 - vindt een evaluatie plaats en wordt bepaald hoe het verder gaat met het Vervangingsfonds. Er zijn verschillende uitkomsten en conclusies mogelijk: • •
Het opheffen van de verplichte aansluiting bij het Vervangingsfonds (Vf) blijkt niet verantwoord. Alle besturen worden dan opnieuw aangesloten bij het Vf. De verplichte aansluiting bij het Vf kan voor alle besturen beheersbaar en verantwoord worden opgeheven.
• •
De pilotgroep wordt uitgebreid met een volgende tranche schoolbesturen. De verplichte aansluiting voor een bepaalde categorie besturen blijft bestaan, bijvoorbeeld voor besturen tot een bepaalde omvang.
Financiën 1. Schoolbesturen krijgen een opslag binnen de vergoeding personeelskosten waarmee een deel van de premie Vf wordt betaald. Welke vormen van vervanging vergoedt het Vervangingsfonds met dat deel van de premie? Het fonds vergoedt daarmee vervanging wegens ziekte, zwangerschaps- en bevallingsverlof en schorsingen. 2. Schoolbesturen krijgen een bedrag binnen het budget Personeels- en Arbeidsmarktbeleid (budget PAB) waarmee het andere deel van de premie Vf wordt betaald. Welke vormen van vervanging vergoedt het Vervangingsfonds met dat deel van de premie? Het fonds vergoedt daarmee vervanging wegens andere vormen van verlof, behalve ouderschapsverlof. Daaronder vallen: • • •
Kort buitengewoon verlof. Hieronder valt ook het Calamiteitenverlof. Verlof in verband met overleg- en advieswerkzaamheden. Intrekking vakantieverlof.
Het Vf vergoedt al deze vervangingskosten niet als het gaat om verlof zonder behoud van loon. Vervanging wegens ouderschapsverlof wordt niet meer vergoed door het Vf. Binnen het budget PAB is hiervoor een bedrag opgenomen waarmee besturen zelf de vervanging dienen te betalen. 3. Maakt het uit voor het beschikbare budget van de school of ze meedoet aan de pilot of niet? Nee, het budget is in beide situaties hetzelfde. 4. Maakt het uit voor de vervangingsuitgaven of een school meedoet aan de pilot of niet? In de oude huidige situatie (verplichte aansluiting bij het Vf) betaalt een schoolbestuur een vaste premie, gebaseerd op de verwachte uitgaven van het Vf. Het bestuur kan korting krijgen op de premie of een boete worden opgelegd. Bonus en boete zijn afhankelijk van de hoogte van de declaraties in de voorgaande jaren. Als een schoolbestuur meedoet aan de pilot betaalt het zelf alle vervangingsuitgaven of verzekert het zich tegen de kosten van vervanging. Daardoor kan een bestuur budget overhouden. De besteding van dat geld is vrij. 5. Ik heb als bestuur interesse om mee te doen aan de pilot. Welke financiële afweging moet ik maken? In onderstaande tabel ziet u welke kosten tegen elkaar moeten worden afgewogen. Deelnemer verplichte verzekering vervangingsstelsel Inkomsten Opslag binnen de lumpsum
Deelnemer pilot nieuw Inkomsten Opslag binnen de lumpsum
Opslag binnen het P&A budget WAO-inkomsten Bonus Vf
Opslag binnen het P&A budget WAO-inkomsten
Uitgaven Premie Vf
Uitgaven Vervanging wegens ziekte Vervanging wegens zwangerschap/bevallingsverlof Vervanging wegens verlofsituaties Vervanging wegens ouderschapsverlof Vervanging wegens ouderschapsverlof WAO-afdracht Malus Vf Enkele rekenvoorbeelden Bestuur Aantal scholen Aantal personen Aantal FTE Ziekteverzuim % Bekostiging premie VF 2007/2008 WAO 2007/2008 VDS 2007 Totaal declaraties Saldo
A 1 14 8,2 9,64 279.999
B 10 875 656,4 7,56 25.962.442
C 13 179 105,6 4,22 5.005.321
D 1 151 116,7 4,76 5.007.091
15.172 37.653 0 52.825 29.706 23.119
1.572.081 0 -14.858 1.557.223 1.060.645 496.578
264.332 0 -7.169 257.163 189.856 67.307
285.305 9.459 0 294.764 276.522 18.242
6. Mogen de deelnemers aan de pilot de WAO-uitkering die zij ontvangen behouden? Ja, want de WAO-uitkering maakt ook onderdeel uit van de inkomsten van het Vf om vervanging te kunnen bekostigen. Het Vf ontvangt de WAO-inkomsten van de schoolbesturen. Bij de vaststelling van de premie door het Vf wordt hiermee ook rekening gehouden. Met andere woorden: de vervangingskosten van het Vf worden betaald met de ontvangen premie en ontvangen WAO-inkomsten. Deelnemers aan de pilot betalen zelf de vervangingskosten of verzekeren zich hiervoor. Dit houdt in dat schoolbesturen de WAO-uitkeringen mogen behouden om, in aanvulling op de opslag binnen de bekostiging voor personeel en het budget PAB, hiermee de vervangingsuitgaven te kunnen betalen. 7. Mogen de deelnemers aan de pilot uitkeringen uit de IMBU-regeling1 houden?
1
IMBU staat voor ‘In Mindering Brengen Uitkering’ en betreft de uitkeringen die schoolbesturen in het PO ontvangen van UWV in verband met de Ziektewet. Omdat de vergoeding voor dergelijke vervangingen al is afgedekt met de opslag voor de premie Vervangingsfonds moet het schoolbestuur dat bedrag simpelweg doorsturen aan het ministerie. De pilots worden dus van deze rompslomp bevrijd door alvast het gemiddelde van die uitkering in mindering te brengen op die opslag.
Ja, pilot-deelnemers mogen de uitkeringen uit de IMBU-regeling houden. Daarmee kunnen ze vervanging betalen. De opslag voor het betalen van de vervanging wordt verlaagd met de gemiddelde IMBU- opbrengsten van alle deelnemers aan de pilot. Voorbeeld inkomsten en uitgaven bestuur al dan niet deelnemend aan pilot: Verplichte aansluiting bij het Vervangingsfonds Inkomsten Lumpsum personeelsvergoeding 1000 Opslag 60 UWV 10 Vergoeding VF Vervanging zwangerschap 10 Vergoeding VF Overige vervanging 50 subtotaal Uitgaven Salariskosten personeel regulier 1000 Premie VF 60 Salaris vervanging zwangerschap 10 Salaris overige vervanging 50 Afdracht OCW IMBU 10 subtotaal SALDO
Deelname aan Pilot Inkomsten Lumpsum personeelsvergoeding Opslag (incl. verrekening IMBU) UWV
1000 50 10
1130
1060 Uitgaven Salariskosten personeel regulier Salaris vervanging zwangerschap Salaris overige vervanging
1000 10 50
1130 0
1060 0
8. Is er een vangnet bij deelname aan de pilot? Ja, als besturen uitsluitend door de pilot zo in financiële problemen komen dat de continuïteit van het onderwijs wordt bedreigd, kunnen ze een aanvraag indienen voor extra geld. Een onafhankelijke commissie beoordeelt de aanvraag en adviseert de staatssecretaris. 9. Hoe zit het met de lopende vervangingsuitgaven uit de verplichte verzekering van besturen die deelnemen aan de pilot? Bij deelname aan de pilot komen de lopende vervangingsuitgaven voor rekening van het schoolbestuur. 10. Stelt OCW verder nog extra middelen beschikbaar voor bijvoorbeeld administratiekosten? Ja. Deelnemende besturen krijgen ongeveer € 600,= per school. Verzekeringen 1. Deelnemende besturen zijn niet meer aangesloten bij het Vf. Kunnen zij wel gebruik blijven maken van de bedrijfsgezondheidszorg die het Vf aanbiedt? Ja. Schoolbesturen kunnen gedurende de pilot gewoon gebruik maken van de bedrijfsgezondheidszorg van het Vf. 2. Betekent deelnemen aan de pilot dat besturen ook niet meer verzekerd zijn bij het Vf voor vervanging wegens andere redenen dan ziekte, zoals buitengewoon verlof? Deelnemende besturen zijn zelf verantwoordelijk voor de bekostiging van vervanging - bij alle soorten van vervanging, en dus ook bij buitengewoon verlof. Ook het
personeel dat nu vrijwillig verzekert is bij het Vf valt dan niet langer onder die verzekering van het Vf. 3. Gaat OCW verzekeringsmaatschappijen benaderen om een verzekeringspakket aan te bieden aan deelnemende schoolbesturen? Nee, maar er hebben wel informatieve gesprekken plaatsgevonden om na te gaan welke mogelijkheden er zijn voor schoolbesturen om zich te verzekeren. De verzekeraars keren uit bij verzuim van personeel, niet op basis van vervanging. Ze kunnen u vrijblijvend informeren over vormen van verzekeringen en premies. De besturenorganisaties hebben ook contact gelegd met verzekeringsmaatschappijen. Voor verdere informatie kunt u contact opnemen met de besturenorganisatie waarbij u bent aangesloten. 4. Welke verzekeringen worden aangeboden? Er zijn verzekeringen die wachtdagen kennen en verzekeringen volgens het ‘stoploss model’. Dat houdt in dat pas wordt uitgekeerd als de kosten van ziekteverzuim een eerder afgesproken grens overschrijden. Gegevens aanleveren 1. Welke gegevens moet ik bijhouden/aanleveren tijdens de pilot? Uitgangspunt is de “Monitor pilot eigen risicodragerschap vervanging primair Onderwijs. Op de site van CFI kunt u onder Pilot vervangingsbekostiging po – aanmelden terugvinden welke gegevens u beschikbaar moet stellen tijdens de pilot. Het onderzoeksbureau dat de monitor gaat uitvoeren vult de gegevenslevering definitief in. Voor de gegevenslevering wil het onderzoeksbureau gebruikmaken van internet. Hierdoor worden de administratieve lasten beperkt. U wordt op de hoogte gehouden over de resultaten. 2. Kunnen de salarisverwerkers de gewenste gegevens deels of helemaal geautomatiseerd verwerken? Of moeten besturen dat zelf doen, dan wel opdracht geven aan hun administratiekantoor? Met de verschillende salarisverwerkers is tijdens de voorbereiding van de pilot bekeken hoe de levering van gegevens kan worden geautomatiseerd. Inzet was zo min mogelijk administratieve lasten. Het onderzoeksbureau dat de monitor gaat uitvoeren zal overleggen met beheerders van de salarissystemen om de levering van gegevens zo simpel mogelijk te maken. December 2008