Pijler Nummer 6 - juli 2012
Adelborsten trainen in leiderschap Uniek personeelsproject bij FDC
2
3
Inhoudsopgave
Van de commandant
Dienstencentrum Defensiemedia.
4 Adelborst: militair, manager, diplomaat
Op volle toeren in ‘komkommertijd’
Hoofdredactie
Een marineofficier moet van alle markten thuis zijn en wordt daarom ook opgeleid als diplomaat en manager. Afgelopen maand was er een oefening in Den Helder.
Colofon Pijler is een uitgave van het Commando DienstenCentra, geproduceerd door het
Dave Coenen Eindredactie Jack Oosthoek Vormgeving Grafische Dienst, Audiovisuele Dienst Defensie, Den Haag
10 Uniek personeelsproject De staf van het Facilitair Dienstencentrum nam een voorschot op de wankele toekomst en zette voor het personeel het unieke project ‘Toekomst maak jezelf’ op de rails.
Druk Deltahage, Den Haag Oplage: 10.500
14 Avontuur met ‘diepgang’
Redactieadres:
Fotograaf van de Audiovisuele Dienst Defensie sergeant 1 Dave de Vaal volgde onlangs als landmachtmilitair een duikopleiding bij de marine. Avontuur met ‘diepgang’.
Dienstencentrum Defensiemedia Gebouw Binckhorsthof Binckhorstlaan 135 2516 BA Den Haag Telefoon 070.339.78.01/DSN *06-580-7801 Email:
[email protected] Redactieraad: Dave Coenen (Communicatie CDC), Suzan van der Weij (Divisie Vastgoed en Beveiliging), Cynthia den Blanken (Divisie Defensie Gezondheidszorg Organisatie), Wouter Kalkman (Divisie Facilitair & Logistiek), Petra Huijser (Divisie Personeel & Organisatie Defensie), Ferry Robbers (Nederlandse Defensie Academie). Overname van artikelen en foto’s is toegestaan na overleg met de redactie en onder bronvermelding. Aan artikelen kunnen geen rechten worden ontleend. De
En verder: 3 Column commandant CDC, vice-admiraal Erik Kopp 7 Kort Nieuws 8 Op Uitzending 13 De rubriek Integer Geregeld. Dit keer adviezen voor het gebruik van email en internetvoorzieningen. 16 Mijn werkplek. Kennismaking met Theo Coenen, de eerste divisieadjudant van de Divisie Facilitair & Logistiek. 18 De Kromhoutkazerne stond genomineerd voor de titel ‘Gebouw van het Jaar’. De keus viel op een ander pand, toch is er alom waardering voor de Kromhout. 20 Foto van de maand
Voorpagina
inhoud van de Pijler weerspiegelt niet noodzakelijk de mening van het Ministerie van Defensie. De redactie behoudt zich het
Tijdens een training in leiderschap daalt een adelborst van het Koninklijk Instituut voor de Marine af naar de catacomben van een onderaards complex in Den Helder.
recht voor om ingezonden artikelen in te korten, niet, gedeeltelijk of gewijzigd te plaatsen. Adreswijzigingen: Via intranet: P&O Selfservice
Pijler
Foto John van Helvert.
Nummer 6 - juli 2012
Adelborsten trainen in leiderschap Uniek personeelsproject bij FDC
Pijler_nr6_2012 (21-6).indd 1
25-06-12 14:23
Wanneer u dit leest is het bijna juli. Dat betekent dat velen van u waarschijnlijk een periode met zomervakantie gaan. Bij deze wens ik u al vast heel veel plezier met uw welverdiend verlof, rust goed uit en kom met nieuwe energie weer terug. Ikzelf heb verlof van 30 juli tot en met 20 augustus en ga in deze periode kamperen op Terschelling. De periode in juli en augustus is van oudsher een tijd waarin er minder nieuws te vertellen valt, onder andere omdat politici met zomerreces zijn. Pijler zal volgende maand ook overslaan en begin september weer bij u op de mat vallen. Maar CDC draait, ook tijdens de komkommertijd, gewoon op volle toeren door. Terwijl velen van u op vakantie zijn, is er ook een groot aantal defensiecollega’s op oefening of uitzending. CDC zorgt er voor dat Defensie een bijdrage kan leveren aan oefeningen van de OPCO’s en internationale missies. Dat doen wij onder andere door te zorgen voor transport, fotografie, medische zorg, catering, geestelijke verzorging en ga zo maar door. Juist tijdens mijn verlof dwalen mijn gedachten soms af naar de collega’s die CDC, dus u en mij, vertegenwoordigen in het missiegebied. Ik sta bij ze stil en ben trots op ze. Verder zal tijdens de vakantieperiode hard doorgewerkt worden aan de reorganisatie. Projectleiders met hun teams en TRMC’s doen hun best om de gestelde mijlpalen op tijd te halen. Op het moment dat u dit voorwoord leest, zullen een aantal reorganisatieplannen voltooid zijn en wordt duidelijk wat dit voor de mensen van deze onderdelen betekent. Uiteraard is het voor iedere CDC-medewerker van het grootste belang om te weten welke richting de ontwikkelingen opgaan, en wat dat voor het individu inhoudt. U mag van uw leidinggevende verwachten dat u geïnformeerd wordt. Daarnaast heeft u zelf ook een verantwoordelijkheid. Veel informatie vindt u terug op intranet. Op de pagina over de reorganisatie vindt u belangrijke informatie. Ook kunt u hier vragen stellen. Hoewel we als CDC nu alles op alles zetten om de reorganisatie tot een succes te maken, zijn we tegelijkertijd ook al hard bezig met de periode erna. Een goed voorbeeld hiervan zijn de verschillende seminars die vanuit de HDP belegd zijn. De aanwezigen bij deze seminars bestonden onder andere uit de stafadjudanten, leden van vakbonden, Jong Defensie en de directeuren Personeel van de defensie-
onderdelen. Er is indringend met elkaar gesproken over hoe Defensie in de toekomst een aantrekkelijke werkgever blijft. Gesproken is over arbeidsvoorwaarden, het Nieuwe Werken, besteding van budgetten tussen actieven en niet-actieven, vulling van de organisatie, levensfasebeleid en opleidingen. De resultaten van deze seminars zijn gepresenteerd aan de minister, SG, CDS, HDP en de commandanten van de defensieonderdelen, die daarop verder hebben gediscussieerd. En waar doen we het ook alweer voor? We willen met minder geld en minder mensen toch onze diensten blijven leveren. Goede dienstverlening die ervoor zorgt dat de OPCO’s zich kunnen blijven concentreren op wat voor hen het belangrijkste is: varen, vliegen en vechten. Ook in komkommertijd Erik Kopp Vice-admiraal Commandant CDC
4
5 ander land in actie komen, moet dat politiek afgetimmerd zijn. Zo zouden wij het in ons land ook willen.” Bij aankomst op Erfprins stuit de patrouille op onruststokers, gespeeld door leerlingen van de Politieacademie. “Go back, go back”, beveelt de patrouillecommandant. “No, this is my country. You go away. I live here. Don’t touch me”, schreeuwt de man met de grootste mond. Als de patrouillecommandant laat blijken niet van zijn geduw gediend te zijn, dreigt de situatie te escaleren. Geschreeuw, getrek, schuttingtaal: het gaat er bijna bloedstollend realistisch aan toe. Nog even en het wordt écht matten.
Hele opgave Hoewel nog onervaren in het crisisbeheersingswerk, weet de jeugdige patrouillecommandant de gemoederen te kalmeren. De demonstranten druipen af, waardoor de patrouille de evacués uit het onderaardse complex kan halen. Een hele opgave omdat ze zich omwille van de eigen
“This is my country. You go away. I live here”
Lesje onderhandelen met lokale ‘warlords’.
Adelborsten trainen in leiderschap
“Sommigen hebben een duwtje in de rug nodig” Diplomaat, manager, krijgsman. De militair van nu wordt overal ter wereld ingezet en moet daarom van alle markten thuis zijn. Bij de opleiding daarvoor komt nogal wat kijken, zoals de adelborsten van het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM) in Den Helder weten. Als onderdeel van de ‘leerlijn’ Leiderschap, Competentieontwikkeling en Ethisch Handelen (LCEH), krijgen zij trainingen in leiderschap voorgeschoteld. Afgelopen maand was er weer één.
Tekst: Jack Oosthoek Foto’s: John van Helvert
De vlam lijkt in de pan te slaan op de Marinekazerne Erfprins, volgens het oefenscenario een complex in het fictieve land Libido. Een zogenaamde patrouille van de Quick Reaction Force met adelborsten die in de laatste fase van de opleiding zitten, is vanaf een denkbeeldig schip in de haven van Libido naar deze plek gegaan, om Nederlandse evacués op te pikken. Die willen weg omdat de politieke situatie in het land gevaarlijk onrustig wordt. De ambassadeur ter plaatse is de spil waar alles om draait, want zonder hem gebeurt er net als in werkelijkheid niets, legt instructeur en tevens ‘ambassadeur’ sergeant Ed Schelsema uit. “Als onze militairen in een
veiligheid in donkere spelonken verschuilen. Daar moeten ze met touwen worden uitgehaald, wat na veel gezweet aardig zal lukken. Terwijl hij de naar het hart van het grottencom-
Een evacué wordt afgevoerd uit de boezem van het grottencomplex.
plex ‘abseilende’ adelborsten volgt, constateert instructeur sergeant der mariniers Joost de Ruiter dat de oefening na een rommelige start (logistieke problemen), eindelijk op toeren komt. De leerlingen krijgen in korte tijd veel informatie te verwerken, wat enorm wennen is voor wie voor het eerst aan een ‘exercitie’ van dit kaliber meedoet, weet De Ruijter. Zijn collega korporaal der mariniers Mark (vanwege een toekomstige functie bij de Unit Interventie Mariniers geen achternaam), legt uit dat het aankweken van leiderschap voorop staat. De adelborsten, allemaal toekomstige commandanten, moeten leren luisteren, informatie beoordelen en knopen doorhakken. “Of iedereen daarin slaagt? Nou, in sommige gevallen kan het sneller en daadkrachtiger. Aan de andere kant is deze oefening bedoeld voor het opdoen van ervaring. Daarom mag je nog niet teveel van de deelnemers verwachten”, stelt Mark.
Bij de poort van de Marinekazerne Erfprins stuit de patrouille op een horde ‘opstandelingen’ die zich indringend in hun rol inleven.
Sociaal vaardig Instructeur Schelsema legt uit dat het óók gaat om het bijbrengen van het juiste gedrag en een dito instelling. Is de adelborst sociaal vaardig? Treedt hij daadkrachtig op? Is hij bestand tegen stress? Bewaart hij het overzicht? Om daar achter te komen, noteren de instructeurs alles wat ze zien en horen, legt Schelsema uit. Na afloop volgt een evaluatie, waarbij de leerling in een persoonlijk gesprek met zijn divisiechef te horen krijgt hoe hij ervoor staat, vult majoor der mariniers drs. Friso Amsterdam aan. “Voldoe je op sommige punten niet of nog niet helemaal, dan krijg je een bijschaafperiode die in het teken staat van maatwerk”, vervolgt het hoofd Praktische Militaire Vorming en Sport van het KIM. ”Dit werkt goed, bijna altijd krijgen we de adelborst in het juiste spoor.” Volgens Amsterdam mag niet iedereen over één kam worden geschoren. “Sommigen hebben een duwtje in de rug nodig; anderen
6
7
Kort & Krachtig Nieuwe CDS Middendorp bezoekt Divisie F&L
‘Lang en kort modellers’
Leiderschap liep als een rode draad door de adelborstentraining. Een groepscommandant in spé legt uit wat de bedoeling is.
een aai over de bol. Geen probleem, zolang het eindresultaat maar goed is: gekwalificeerde officieren afleveren.”
Beter benutten Hoewel hij in de oefening geen leidinggevende taak vervult, probeert korporaal adelborst Lennart Visser zoveel mogelijk over leiderschap op te steken. ”Ik let vooral op wat ons ‘baasje’ doet en stel mezelf in elke situatie de vraag wat ik zou doen. Zo zou ik de in de groep aanwezige kennis beter benutten. Samen weet je toch meer.”
Adelborst Corine van Staalduinen let onder meer op de lichaamstaal van haar collega’s. “Een mens is zich er niet altijd van bewust hoe hij overkomt. Volgens mij gingen wij er bij het bestrijden van die demonstratie wat te ‘hoog’ in. In mijn ogen had het allemaal wat rustiger gekund.” Korporaal adelborst Arnoud Rozendal vindt het prettig dat er van de adelborsten eigen initiatief wordt verwacht. “Maar we moeten het natuurlijk niet te gek maken. De commandant en niemand anders heeft de leiding. Dat leer je in deze oefening wel.”
Aan de oefening namen circa vijftig ‘lang’ en ‘kort model’ adelborsten uit alle dienstvakken mee. Tot de eerste categorie behoren jonge mannen en vrouwen die na het behalen van hun middelbare schooldiploma voor een loopbaan als marineofficier hebben gekozen en dus voor de opleiding naar het KIM komen. Die duurt vijf jaar. De categorie ‘kort modellers’ herbergt HBO en/of universitair geschoolden die vanwege hun gedegen ondergrond een kortere opleiding van twee jaar krijgen. In beide gevallen is het einddoel echter hetzelfde, aldus opleidingsofficier Amsterdam: de adelborst opleiden voor de functie van manager, diplomaat en ‘krijger’ tegelijk. “Dat is nodig omdat een officier van de Koninklijke Marine Defensie overal ter wereld in uiteenlopende situaties moet kunnen vertegenwoordigen.”
Luitenant-generaal Tom Middendorp, de nieuwe Commandant der Strijdkrachten, heeft vlak voor zijn aantreden de Divisie Facilitair & Logistiek bezocht. Om praktische redenen gebeurde dat niet in de hoofdvestiging van het CDC op de Kromhoutkazerne te Utrecht, maar bij de Audiovisuele Dienst Defensie in Amsterdam, een onderdeel van de Divisie F&L. Het bezoek bestond uit een persoonlijke kennismaking en een presentatie van de diensten en bedrijven van F&L. Daarbij kwamen de uiterst complexe vraagstukken waarmee de divisie te maken heeft en vragen die daar leven aan de orde. Middendorp gaf aan zich bewust te zijn van de zorg over de toekomst en de verdergaande uitholling van de organisatie en haar taken.
Cadetten rennen naar derde plaats in Roparun
Klaar voor de oefening ‘abseilen’, een altijd weer spannende manoeuvre.
Oefening ook test voor instructeurs De leiderschapsoefeningen van het Koninklijk Instituut voor de Marine zijn tevens bedoeld als test voor de instructeurs. “Ook zij moeten beter worden”, benadrukt Schelsema, tevens coach van de instructeurs. Zo wordt onder meer nagegaan of zij de leermethodes goed toepassen, bijvoorbeeld als het gaat om ‘situationeel’ leidinggeven. Ofwel: past de instructeur zich goed aan wisselende omstandigheden aan? “Zo niet, dan kan er een ‘mismatch’ ontstaan tussen hem en de leerlingen die meestal wel in de gaten hebben wat er speelt”, aldus Schelsema. “Verder moet een instructeur flexibel zijn en manoeuvreren tussen de verschillende manieren van leidinggeven. Elke situatie vergt een andere aanpak. Zo kun je in noodgevallen het beste terugvallen op je vaste routine en dito ‘format’s. Deze bieden houvast en voorkomen dat je vanuit stress reageert.”
Het team van de Koninklijke Militaire Academie heeft in het Pinksterweekeinde een knappe derde plaats behaald in de Roparun. Door de zomerse temperaturen was de 21-ste editie van deze non-stop estafetteloop van Parijs naar Rotterdam extra pittig.
“Dertig kilometer voor het einde kregen we te horen dat we derde lagen”, vertelt cadetsergeant Hans de Noord, aanvoerder van de KMA-ploeg. “Dat bericht gaf onze lopers een prikkel om net nog een stapje harder te lopen.” Hoewel één van hen met een blessure moest opgeven, wisten de cadetten hun nipte voorsprong op de nummer vier te behouden. Met een gemiddelde snelheid van 15.49 kilometer per uur kwamen ze Tweede Pinksterdag iets na één uur ’s middags over de meet op de Coolsingel. Wings for Life, het gecombineerde team van de Koninklijke Luchtmacht, behaalde een 20ste plaats. De lopers van het Defensie Helikopter Commando finishten als 25ste. Het
Opleidings- en Trainingscentrum Rijden van de Koninklijke Landmacht en de Defensie Materieel Organisatie eindigden lager in het klassement. In totaal liepen 321 ploegen mee in de Roparun. Behalve de gebruikelijke 520 kilometer van Parijs naar Rotterdam, werd er dit jaar ook vanuit Hamburg naar de Maasstad gerend. Deze tocht is 50 kilometer langer en werd dit jaar voor het eerst gelopen door het team van de Divisie Facilitair & Logistiek. Doel van de estafetteloop was, zoals altijd, om zoveel mogelijk geld in te zamelen voor de kankerbestrijding. De tussenstand staat inmiddels op zo’n twee miljoen euro. Foto: Roy Feijnenbuik.
Stuur uw vakantieverhaal in Zeilen langs de Turkse kust. Kamperen in Frankrijk. Een weekje Texel. Veel mensen laten de boel de boel en gaan deze zomer lekker op vakantie. Dat levert vrijwel altijd komische en bijzondere verhalen op, die de Pijler graag wil weten. Stuur uw reiservaring, liefst met foto, op naar het volgende adres: Dienstencentrum Defensiemedia, t.a.v. redactie Pijler, Gebouw Binckhorsthof, Binckhorstlaan 135, 2596 BA Den Haag. Email:
[email protected]. De leukste inzendingen krijgen een plek in het septembernummer.
Mijlpaal bij DCHR
Het Dienstencentrum Human Resources (DC HR) heeft onlangs de twee miljoenste ‘case’ afgehandeld. Het betrof een vraag van Wendy van den Nieuwenhuijzen-Vlassak, medewerker administratie bij 13 Geneeskundige Compagnie in Oirschot.
Een delegatie van het DC HR zette Van den Nieuwenhuizen in Brabant in de bloemetjes. Op de foto links, naast Van den Nieuwenhuijzen, sergeant 1 Henny Boonstra, die de ‘case’ namens het DC HR afhandelde. Rechts de manager van het InformatieCentrum, kapitein-luitenant-ter-zee Ben ten Pas. Het DC HR bestaat sinds 3 april 2006 en is uitgegroeid tot hét P&O-loket van Defensie. Op het gebied van rechtspositie en salaris, P&O-processen en P&O Informatievoorziening, worden grote aantallen vragen afgehandeld, collega’s geadviseerd, processen beheerd, transacties verwerkt en mutaties ‘gesteld’. De één miljoenste case werd op 25 juni 2009 genoteerd.
8
9
operatietafel Afghaanse burgers en soms ook militairen te behandelen die door lokale ziekenhuizen waren doorgestuurd, omdat deze niet over voldoende expertise beschikten. Hij spreekt alles bij elkaar van ‘een verhaal apart’. “Zo kwamen er eens twee
Op Uitzending In deze rubriek staat een militair of burger van het CDC in de schijnwerpers die naar het buitenland is uitgezonden of op de nominatie staat om daar naartoe te gaan. Dit keer reserve luitenant-kolonel Karel Kolkman, chirurg in het Rijnstate Ziekenhuis in Arnhem. Hij draaide als traumachirurg mee in de missie in Kunduz, Afghanistan.
“Je moet er samen wat van maken” patiënten tegelijkertijd binnen. Een kind van twaalf jaar met een slagaderlijk letsel in een been en een man met een schotwond door de keel. De ene werd onmiddellijk door mij geopereerd, de ander door de Duitse chirurg. Beiden patiënten hebben het goed
Tekst: eerste luitenant Wouter Helders Foto’s: archief Karel Kolkman
Kolkman, tweede van links, werkte in een hecht team dat gezamenlijk optrok.
“Het was een hele uitdaging om een goed team te smeden” “De uitdaging zit in de klus die je op uitzending klaart”, weet Kolkman die zich heeft gespecialiseerd in traumachirurgie, gecombineerd met algemene chirurgie en handchirurgie. “Tijdens een uitzending kom ik zeker aan mijn trekken, omdat je letsels tegenkomt die je in Nederland niet snel ziet. Ook de zaken waar de patiënten mee komen zijn vaak van een aard die in ons land zeldzaam is. Zo opereerden mijn team en ik mensen met scheef gegroeide botbreuken.”
Kolkman bivakkeerde niet voor het eerst in Afghanistan. Als maatschap en ziekenhuis heeft het Rijnstate Ziekenhuis namelijk een contract met het Instituut Samenwerking Defensie en Relatieziekenhuizen (IDR) en tegen die achtergrond reisde hij twee keer naar Bosnië, één keer naar Midden-Amerika en twee keer naar Afghanistan. Toch is elke missie zelfs
voor de door de wol geverfde veteraan anders. “Groot verschil met Bosnië bijvoorbeeld was het aantal serieuze oorlogsletsels dat je ziet in Afghanistan”, legt Kolkman uit.
Goed doorstaan De chirurg maakte in Kunduz deel uit van een internationaal chirurgisch team dat de hele
doorstaan.” Kolkman noemt het werken in het missiegebied en met zijn collega’s van andere nationaliteiten ‘een leerzame ervaring’. “Zo praatte ik met de Duitse artsen veel over de uitzendtermijn. Zij wisselen elke zes weken met een korte hand-over/take-over. Dat is praktisch goed uitvoerbaar en zou voor Nederland ook een optie zijn.”
Geen vakantie Volgens Kolkman verschilt het werk van een chirurg in een uitzending in essentie niet veel met dat in de burgermaatschappij. Wel kleven er natuurlijk meer risico’s aan. “Omdat je continu met een half geladen pistool loopt, realiseer je je dat het geen vakantie is. Dat komt ook door de letsels die je ziet en de verhalen die je hoort van militairen die buiten
de poort opereren. Op het kamp zelf voel je geen enkele dreiging. Maar je blijft scherp, ook hier kan een aanslag voor komen.” Kolkman moest wel wennen aan het leven in Kunduz. “Je bent geïsoleerd van je familie en vrienden en leeft op een intensieve manier met anderen samen. Met hen moet je er wat van maken. Je ontspant door bijvoorbeeld veel te lezen, internetcontact met het thuisfront te maken en achterstallig huiswerk af te handelen. En door te sporten. Het Nederlands chirurgisch team was hecht en we deden veel dingen samen. De mooiste momenten waren nog die waarop mijn kamergenoot Nico zomaar zelfgeschreven gedichten voorlas.”
Nieuw bloed Al gunt hij anderen ook de kans, door zijn ervaringen en het uitdagende werk in het gebied staat Kolkman te trappelen voor een nieuwe uitzending. Hij benadrukt dat
“Door je halfgeladen pistool realiseer je je dat het geen vakantie is” daarvoor de steun van de totale groep chirurgen en orthopeden van het Rijnstate Ziekenhuis onontbeerlijk is. Wat hem betreft is die er. Bovendien ligt er een contract met Defensie dat voorziet in de uitzending van drie chirurgen van het Rijnstate Ziekenhuis. Aan de andere kant zullen die niet tot in de eeuwigheid uitgezonden willen worden, verwacht Kolkman. “Daarom hebben we op termijn behoefte aan nieuw bloed.”
regio ‘bediende’. “Ik werkte onder anderen samen met Duitsers en later kwam er een Amerikaans team bij. Dan is het een uitdaging om een goede ploeg te smeden en alle nationaliteiten te mengen. Het resultaat kan dan iets moois zijn, wat in ons geval goed is gelukt.” Kolkman en zijn collega’s kregen op de
Luitenant-kolonel Kolkman is al ruim een decennium reservist en draaide meerdere uitzendingen, zoals dit voorjaar opnieuw in Kunduz.
10
11
Financieel Dienstencentrum speelt met uniek project in op reorganisatie
‘Toekomst maak jezelf’ Het Financieel Diensten Centrum (FDC) laat er geen gras over groeien. Met een ingrijpende reorganisatie als drijfveer, heeft de staf een voorschot op de wankele toekomst genomen door het unieke project ‘Toekomst maak jezelf’ op de rails te zetten. Doel: personeel stimuleren om het lot in eigen hand te nemen. Er komen namelijk honderden functies op de tocht te staan. Tekst: Jack Oosthoek Foto’s: Jeroen Liebers (Bart Nijs Fotografie)
t werken volgens de mok-procedure vereist nd vertrouwen in elkaar’ Waarnemend commandant FDC Jaap Drenth: “Het wordt dringen voor een baan bij het FABK.”
De reorganisatie van het Financieel Dienstencentrum, dat jaarlijks een slordige 300.000 facturen betaalt aan leveranciers van spullen voor Defensie, liegt er niet om. Nu zijn er een staf en een betaalkantoor in het Limburgse Eygelshoven en vestigingen in Woensdrecht, Assen, Utrecht, Den Helder en Den Haag. Per 1 januari 2013 sluiten de meesten en gaat het werk op in het nieuwe Financieel Administratie- en Beheerskantoor (FABK), dat twee vestigingsplaatsen krijgt: Utrecht en Parkstad Limburg bij Kerkrade. In het FABK worden alle financiële en boekhoudkundige zaken van de staf van het FDC, de servicepunten en niet te vergeten de Operationele Commando’s ondergebracht. “Moet er bij een eenheid bijvoorbeeld nieuw meubilair komen, dan komt vrijwel de volledige administratie en financiële afhandeling in de toekomst voor rekening van het FABK”, verduidelijkt Jaap Drenth, waarnemend commandant van het FDC. Volgens hem bekeken de ‘opco’s en de onderdelen de nieuwe aanpak
aanvankelijk met argusogen. “Ze hadden vooral moeite met de beoogde centrale ‘belegging’ van de financiële en boekhoudkundige taken, omdat ze daarop hun ‘grip’ verliezen. Aan de andere kant realiseerden ze zich dat er aan het nieuwe Financieel Administratie- en Beheerskantoor niet valt te ontkomen. Samenwerking en efficiëntie staan voorop in de bezuinigingsoperatie bij Defensie.” Vult proces- en verandermanager van de staf van het FDC, drs. Astrid Kusters, aan: “De operationele commando’s waren oprecht bezorgd of hun werk op de juiste manier zou worden overgenomen, wat met beroepseer te maken heeft. Iedereen wil dat het werk zo professioneel mogelijk gebeurt. En terecht.”
Knelpuntcategorieën De reorganisatie kost veel functies. Bij het Financieel Dienstencentrum werken in totaal circa zeshonderd mensen. Terwijl het FABK het met 210 arbeidsplaatsen moet doen... De klappen vallen vooral in de salarisschalen vijf tot en met elf, de knelpuntcategorieën. Al met al wordt het dringen voor een baan in het FABK, verzucht Drenth. “Behalve voor superspecialisten, is er lang niet voor iedereen plaats. Vervelend, omdat de omgeving van Eygelshoven en Den Helder qua banen voor vrijwel alle leeftijdscategorieën als krimpgebieden gelden. Hoe het allemaal precies loopt, weten we in september of oktober. Dan worden de in het FABK beschikbare functies gepubliceerd en komt de ‘stoelendans’ op gang.”
“Denken dat het allemaal goed komt is fout” Vooruitlopend daarop besloot de staf van het FDC het personeel met ‘Toekomst maak jezelf’ hierop voor te bereiden. Met Kusters als initiatiefneemster. “De situatie is nijpend. Denken dat het allemaal goed komt, is fout. We proberen iedereen daarom te bewegen het heft in eigen hand te nemen en keuzes te maken. Dit kan het FDC namelijk niet voor je doen”, stelt ze. Het project ‘Toekomst maak jezelf’ is ook bedoeld voor leidinggevenden. Kusters wijst erop dat hun rol er in tijden van verandering en reorganisatie anders uitziet. ”De focus ligt vaak op het uitvoeren van een reorganisatie, terwijl daarbij de loyaliteit van de medewerker heel belangrijk wordt gevonden. Meestal blijkt dat het moeilijk is om gepaste aandacht aan mensen te geven, terwijl ze toch de ‘ruggengraat’ van een organisatie zijn. Daarom is transitiemanagement belangrijk. Dit gaat namelijk over de mens achter de medewerker. Kijk, in elk individu gebeurt bij veranderingen van alles: ontkenning, boosheid, radeloosheid. De mensen zien echter ook kansen. Een leidinggevende kan hier allemaal beter mee omgaan, als hij weet wat er speelt. Daarom hield het FDC in september 2011,
Initiatiefneemster tot het project, Astrid Kusters. ”We proberen iedereen te bewegen het heft in eigen hand te nemen.”
begeleid door het Dienstencentrum Bedrijfsmaatschappelijk Werk, de workshop ‘Transitiemanagement’. Bedoeld voor circa zestig leidinggevenden, personeeladviseurs, vertrouwenspersonen, leden van medezeggenschapscommissies en bedrijfsmaatschappelijk werkers. Daarnaast kregen chefs workshops in persoonlijk leiderschap en in teamleiderschap aangeboden. In tijden van veranderingen en
“Je moet de regie over je toekomst in eigen hand nemen” persoonlijk verlies moeten zij namelijk goed om weten te gaan met personeel. Bijvoorbeeld door de feiten herhaaldelijk te melden, op z’n tijd naar emoties te luisteren, zich begripvol en empathisch op te stellen en de mensen aan te sporen tot daden. De een gaat dit makkelijker af dan de andere.”
Onvoldoende bewust Als klap op de vuurpijl belegde het FDC afgelopen februari de Dag van de Medewerker. In drie dagen tijd kregen 240 betrokkenen informatie over het FABK, het Sociaal Beleidskader (SBK) en luisterden naar een
12
13
betoog van de Vakbond voor Defensiepersoneel. Wat bleek? Menigeen was zich onvoldoende bewust van de kille feiten en verkeerde in een soort ontkenningsfase. Anderen werden overmand door emoties boos, of legden de oorzaak van de problemen buiten zichzelf. Daarna kwam een verandering op gang. In gunstige zin welteverstaan. Kusters: “Velen zagen in dat de reorganisatie van het FDC niet zomaar overwaait, maar iederéén treft. Sommigen besloten vervolgens een studie te beginnen om hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten.” Drenth: “Een enkeling wil sindsdien voor een nieuwe baan wel verhuizen. Dit is winst. Je moet de regie over je toekomst in eigen hand nemen.” In de komende maanden staan bij alle FDC-locaties sollicitatietrainingen en bijeenkomsten over loopbaanoriëntatie gepland. De belangstelling is groot. “Kennelijk wil iedereen aan de eigen toekomst werken. Goede zaak, want dáár doen we het voor”, beklemtonen Drenth en Kusters.
Gezonde manier Hoofd Relatiebeheer in Eygelshoven Serge Ritzen, bewaart goede herinneringen aan ‘Toekomst maak jezelf’. “Ik ontdekte dat het misschien niet genoeg is om je taak als afdeling goed te vervullen. Nee, leg uit wat je precies doet en wat de meerwaarde daarvan is voor de toekom-
Serge Ritzen vond de workshops super. “Ik leerde om op een gezonde manier aan mezelf te denken.”
stige organisatie. Wees pro actief! Ook leerde ik om op een gezonde manier aan mezelf te denken en me kritisch af te vragen waar ik ‘sta’, waar ik naartoe wil en hoe ik dat denk te doen.” Door de workshops slaagt Ritzen er ondanks de sombere toekomst in om gemotiveerd dóór te werken en zijn personeel blijvend te stimuleren. “Maar ik ben heel benieuwd hoe zij en ik reageren als we onze overtolligheidbrief definitief in handen hebben.”
“Ik stel me zo flexibel mogelijk op” Ritzen’s functie keert weliswaar in een andere vorm terug in het FABK, maar of hij in aanmerking komt? Dat blijkt in de sollicitatieprocedure. Voor alle zekerheid gaat hij overal na wat er aan banen te koop is. Zowel binnen Defensie als daarbuiten, waar het door crisis trouwens evenmin makkelijk is. De Limburger staat ondanks de lange reistijd wel open voor een functie bij de toekomstige FABK-vestiging in Utrecht. “Ik stel me zo flexibel mogelijk op.”
Integer geregeld Ondoordacht emailverkeer kan vervelend uitpakken
“Had ik mijn reactie maar even laten rusten” Elke maand stellen de Centrale Adviseurs Integriteit Defensie (CAID), Liesbeth de Stoppelaar en majoor Marcel Hendriksen, en Functionaris Integriteitzorg (FIZ) mr. Nynke Wygman, een onderwerp aan de kaak over integriteit. Dit keer adviezen voor het sturen van emails en het gebruik van internet. Elke dag communiceren we vaak via de mail. De bedoeling van zo’n mail kan per geval verschillen. Soms is een bericht zakelijk om bijvoorbeeld gemaakte afspraken te bevestigen. Een andere keer is de mail niet zakelijk en gaat die bijvoorbeeld over de slechte resultaten van Nederland op het EK Voetbal. Het gekke is dat bij communicatie via de mail, waar de zaken toch zwart op wit staan beschreven, nogal wat mis kan gaan. Tekst: mr. Nynke Wygman
Enkele voorbeelden uit de praktijk: een email is doorgestuurd naar een ander deel van de afdeling, waarbij het originele bericht is veranderd door degene die dit heeft doorgestuurd. Nadat de schrijver van de oorspronkelijke mededeling daar achter kwam, diende hij een klacht in bij zijn leidinggevende. Er zou sprake zijn van manipulatie en hij dreigde zelfs bij de Koninklijke Marechaussee aangifte te doen van valsheid in geschrifte. Daar staat een maximum gevangenisstraf op van zes jaar. De kwestie was dus in ‘no time’ geëscaleerd. Het kostte de leidinggevende vervolgens veel tijd en moeite om de gemoederen te sussen. Met de hele afdeling heeft hij het voorval besproken en afspraken gemaakt over het gebruik van email. Verder is het soms noodzakelijk om berichten naar grote groepen mensen te sturen. Bijvoorbeeld voor het plannen van een bijeenkomst. Meer dan eens wordt naar álle geadresseerden een antwoord gestuurd. Al gauw is iedereen dan druk om de vele berichten te lezen en/of te beantwoorden en/ of te verwijderen. Dat leidt bij sommigen tot grote irritaties, blijkt uit klachten hierover bij de COID. De vraag is dan of dit soort heen en weer gemail nog onder dienstgebruik valt.
Tip: maak gebruik van een stemknop of geef aan dat het antwoord naar een bepaald iemand moet worden gestuurd.
Zwaar belast Een ander voorbeeld. Via internet doen grapjes en kettingbrieven al jaren de ronde. Natuurlijk, er mag af en toe best even gelachen worden, dus een mopje doorsturen naar een collega is geen probleem. Niet iedereen heeft echter hetzelfde gevoel voor humor, zo bleek uit een klacht naar aanleiding van een politiek kritische karikatuur waarin een lid van het koningshuis beledigd zou worden. Waar ook niet altijd aan gedacht wordt, is dat internet virussen kan meegeven die IVENT vervolgens moet elimineren. Daarnaast belast het rondsturen van mails aan grote groepen mensen de mailsystemen zwaar. Het volgende gebeurt ook. Waar veel mensen samenwerken, ontstaan vriendschappen en kan verliefdheid om de hoek komen kijken. Als je dan eindelijk de moed hebt gehad je gevoelens te uiten aan het adres van de ander, is het natuurlijk vreselijk om te ontdekken dat ze niet worden beantwoord. Even slikken en weer doorgaan is niet iedereen gegeven. Een
Foto sergeant-majoor Gerben van Es (AVDD).
medewerker wilde niet opgeven en de stroom aan e-mails die lief bedoeld was en romantisch geschreven, werd door de ontvanger als ‘stalking’ ervaren. Die vond het absoluut niet leuk om zo achtervolgd te worden. In een ander geval was het een leidinggevende die dergelijke affectie via de mail bleef uiten aan een van zijn medewerkers. Die voelde zich seksueel geïntimideerd en wist lange tijd niet hoe hier een einde aan te maken. Ze wilde, vooral in deze tijden van bezuinigingen, de goede verstandhouding met haar baas niet beschadigen. De mails negeren en signalen sturen dat ze er niet van gediend was, hielpen niet. Na lang wikken en wegen ging zij samen met een vertrouwenspersoon het gesprek met de chef aan, wat resulteerde in wederzijds begrip en een het stoppen van de avances. Heftige ruzie En wie heeft het niet een keer meegemaakt? Na irritaties of boosheid over de inhoud van een mail meteen een reactie sturen om na de druk op de verzendknop spijt te krijgen. “Had ik het maar even laten rusten. Was ik maar even bij diegene langs gelopen om het er over te hebben.” Na het versturen van het bericht kan het zomaar zijn dat een heftige ruzie ontstaat via de mail, of dat het bericht bij anderen terecht komt, wat vervelend kan uitpakken. De kwestie wordt opgeblazen, uit zijn verband gerukt, of collega’s kiezen partij. Deze praktijkvoorbeelden tonen aan dat je tot aan de druk op de verzendknop nog controle hebt. Daarna niet meer. Dan is het afwachten hoe de geadresseerde de email interpreteert. De rode draad: Bezint eer gij begint!
Meer informatie Raadpleeg de regeling gedragsregels gebruik e-mail en internetvoorzieningen Defensie (MP bundel 10-006-100: http://home.co.mindef.nl/mp/10_serie/10_006/10_006_100.htm en voor het algemeen beleid op dit gebied: http:// intranet.mindef.nl/cdc/publicaties/ algemeen_beleid/gedragsregels/ gedragsregels_web.asp
14
15
Landmachtfotograaf rondt duikopleiding bij marine met succes af
“Onder water gebeurt meer dan mensen denken” Waarom ben je de opleiding gaan volgen? “Fotograferen en filmen onder water is een taak van de AVDD. Degene met dit specialisme gaat binnenkort met FLO, dus moesten er nieuwe duikers komen, twee stuks in getal. Drie collega’s van de AVDD kwamen niet door de keuring, of ontdekten tijdens
Tijdens de eerste zes weken leer je de basisvaardigheden als ademhaling en hoe in geval van storingen te reageren. Een belangrijk element is veiligheid: die van jezelf en van anderen. Als je in het water ligt, moet je blind kunnen vertrouwen op de collega die de veiligheidslijn op de wal vasthoudt.”
“Geweldig dat fotografie en duiken bij mij nu samenkomen” de opleiding dat het niets voor hen was. Toen heb ik mijn interesse nogmaals kenbaar gemaakt en legde ik de fysieke en psychologische tests met succes af.”
Had je al veel ervaring met duiken?
De Vaal wordt in een duikerpak geholpen. Foto Richard Huitema.
“Toen ik het bloed in mijn mond proefde, dacht ik even dat de opleiding er voor mij opzat.” De duikersopleiding in Den Helder is niet voor opgevers, bewijst deze uitspraak van fotograaf sergeant 1 Dave de Vaal (31). Samen met zijn collega bij de Audiovisuele Dienst Defensie (AVDD) op de marinekazerne Amsterdam, sergeant Richard Huitema (39), legde hij met succes de opleiding tot basisduiker af. Best bijzonder voor een militair van de landmacht. Tekst: eerste luitenant Joost Ploegmakers
Als sergeant van de landmacht viel je tussen de marinemensen natuurlijk wel op tijdens de duikopleiding? De Vaal: “Er zijn natuurlijk wel meer landmachters die deze opleiding hebben gevolgd, zoals genieduikers en EOD’ers. Maar ik ben behalve van de landmacht óók van het CDC en de AVDD. Daar zitten weinig duikers. Interessant trouwens om eens in de marinekeuken te kijken. Je leert altijd wel weer wat bij.”
“Nee, niet echt. Op de Koninklijke Militaire School waar ik mijn onderofficiersopleiding heb gevolgd, was sportduiken één van de grensverleggende activiteiten. Dat was waanzinnig leuk, maar ik heb er daarna niets meer aan gedaan, ook omdat ik naar de Fotovakschool ben gegaan. Geweldig dat fotografie en duiken bij mij nu samenkomen.”
Hoe ziet de duikersopleiding eruit? “De opleiding tot basisduiker duurt zes weken. Direct daarna volgt een cursus van een week voor scheepsduiker. Die zorgt ervoor dat je onder water kunt werken. Kunnen duiken is leuk, ik moet mijn taak als fotograaf of cameraman wel uitvoeren.
Zijn er momenten geweest dat je het zwaar had?
Huitema krijgt het duikersinsigne opgespeld. Foto Dave de Vaal.
“Toen ik het bloed in mijn mond proefde, dacht ik even dat de opleiding er voor mij opzat. Ik had bij een oefening op negen meter diepte een bloeding in mijn middenoor. Ik voelde de hoofdpijn opkomen en op een gegeven moment proefde ik dus bloed. Het enige wat je dan kunt doen, is rustig naar boven komen en 24 uur maximaal aan de neusspray. Waarschijnlijk kwam het doordat ik te snel naar die negen meter ben gegaan. Een leermoment dus. Een ander zwaar onderdeel van de opleiding is de hoeveelheid theorie. Iedere avond zit je op je kamertje in Den Helder te studeren.”
gebeurt veel meer onder water dan mensen denken. Dat gaan wij vastleggen. Onze collega die met FLO gaat, leert mij en mijn collega hoe je onder water een foto of film maakt. Dat is toch echt iets anders dan dit op het droge doen. Het licht onder water
Wat ga je straks onder water doen? “Foto’s en video’s maken van een oefening of de inzet van de marineduikers; van genieduikers die aan het lassen zijn of van militairen van ‘special forces’ die door het water aan land gaan. Er
is heel anders dan erboven, om maar een verschil te noemen.”
Voel je je al minder een landrot met dit certificaat op zak? “Jazeker! Ze noemen me al De Aal, in plaats van De Vaal.”
‘Onder water van iedere seconde genoten’ Zoals aangegeven volgde De Vaal de opleiding samen met AVDD-collega Huitema. Die is van de marine. Huitema deed de duikopleiding vijftien jaar geleden al, maar dook daarna niet meer regelmatig. “Daardoor raak je je certificering kwijt”, weet hij. Huitema’s functie binnen de AVDD, geluidsman, lijkt niet direct nuttig onder water. “Het is dan ook de bedoeling dat ze me gaan leren om een goede foto en film te maken en daarnaast kan ik fungeren als ‘buddy’ voor Dave”, aldus de sergeant. De verschillen tussen vijftien jaar geleden en nu zijn volgens hem aanzienlijk. “De opleiding was veel korter dan nu, waardoor het tempo erg hoog lag. Wat betreft het duiken zelf is er ook veel veranderd. Je kunt nu heel makkelijk communiceren met de kade en met de andere duikers. Dat kon vroeger niet.” Huitema is vooral blij dat hij zijn oude specialisme weer heeft opgepakt. “Tijdens de opleiding heb ik van iedere seconde onder water genoten.”
16
17
Op de werkvloer van DF&L en probeer ik te ‘voelen’, te horen en te ‘proeven’ wat er leeft onder het personeel. Wat houdt hen bezig? Waar zijn conflicten? Als spreekbuis voor de onderofficieren heb ik een vertrouwensfunctie; kan ze van advies voorzien, met ze om de tafel gaan zitten of ze in de juiste richting sturen. Daarnaast adviseer en assisteer ik de commandant DF&L en begeleid jonge onderofficieren. Ook verricht ik representatieve taken.”
Mijn werkplek Elke maand komt in de Pijler een CDC’er aan het woord over zijn werk. Wat doet hij precies, wat zijn de aantrekkelijke kanten van zijn baan, wat kan er beter, hoe ziet hij de toekomst? Tekst en foto: eerste luitenant Wouter Helders
Hoe ziet uw gemiddelde dag eruit? “Ik probeer minimaal drie keer per week het land in te gaan, omdat het CDC overal zit. Van de Marnerwaard tot Eygelshoven. Met onder andere meer dan honderd bedrijfsrestaurants, tientallen locaties van het Facilitair Bedrijf Defensie en
“Ik probeer te �voelen�, te horen en te �proeven� wat er leeft onder het personeel” Als divisieadjudant van de Divisie Facilitair & Logistiek reist Theo Koenen het hele land door, maakt lange dagen en komt altijd tijd tekort.
Kennismaking met Theo Koenen, de eerste adjudant van de Divisie Facilitair & Logistiek
“Het is soms best eenzaam werk” Hij reist het hele land door, maakt lange dagen en komt altijd tijd tekort. Theo Koenen zou echter niet anders willen. Als rasechte ‘workaholic’ wil hij als divisieadjudant van de Divisie Facilitair & Logistiek (DF&L) van het Commando DienstenCentra overal bij zijn.
Sinds wanneer bent u divisieadjudant? “DF&L is geboren uit de samenvoeging, eind vorig jaar, van Facility Services, Paresto en de Bedrijfsgroep Transport (BGT), waarvan ik de laatste stafadjudant was. Na het opgaan van BGT in de Defensie Verkeers- en Vervoersorganisatie (DVVO), ben ik in februari 2012 aangetreden als de eerste divisieadjudant van de kersverse DF&L.”
Wat voor werk doet een divisieadjudant? “Thermometeren. Ik ben de ogen en oren van divisiecommandant brigadegeneraal Toine Beukering, die tevens commandant van de Kromhoutkazerne is.
speciale objecten zoals Bronbeek, heb ik een zeer gevarieerd en uitgebreid werkgebied. Daar zit dan ook meteen de grootste uitdaging: als ik vijf dagen per week CDC-locaties zou bezoeken, zou ik elke plek nauwelijks één keer per jaar kunnen aandoen.”
Wat is het verschil met een operationele eenheid als een bataljon? “Als bataljonsadjudant ben je ‘groen’ bezig. Je werkt in een parate, hechte club met korte lijntjes. Je hebt veel contact met de werkvloer en kunt mensen eenvoudig bereiken. Mijn huidige functie is ‘paars’. Alle defensieonderdelen
“Ik wil graag meer gevoed worden vanaf de werkvloer” zijn binnen het CDC vertegenwoordigd en er werken veel burgers. De spreiding is dus veel groter dan binnen een bataljon en het is een grote uitdaging om iedereen te bereiken. Door de grootte van de organisatie werk ik hier anoniemer. Het is soms best eenzaam werk.“
Wat kan nog verbeterd worden? “Mensen kennen me nog niet goed en informeren me, zoals aangegeven, nog lang niet altijd over belangrijke zaken. Terwijl ik om mijn werk optimaal te kunnen doen juist goed op de hoogte wil zijn van wat er speelt."
Wat is uw ambitie? “Het op de kaart zetten van de Divisie Facilitair & Logistiek. Het personeel moet weten waar ze die voor kunnen benutten en waar ‘we’ te vinden zijn. Dat heeft tijd nodig, maar we timmeren hard aan de weg.”
Wat vindt u het belangrijkste in uw werk? “Het draait om mensen. Ik heb personeelszorg hoog in het vaandel staan. De organisatie moet laten zien dat ze meeleeft met het personeel. Op begrafenissen, tijdens uitzendingen, bij ceremonies, in geval van pensioen van oud-medewerkers en bij langdurige ziekte, is het belangrijk te laten merken dat mensen niet vergeten worden. Voor mij staat dat op nummer één. Daarbij is het van groot belang dat de ‘werkvloer’ mij informeert. Het personeel moet mij écht voeden met informatie.”
Voor wie kunt u het meest betekenen? “Ik zit er in principe voor alle medewerkers van DF&L. In de praktijk merk ik dat vooral militaire collega’s van mijn ‘diensten’ gebruikmaken. Ik kan hoofdzakelijk veel betekenen voor soldaten en onderofficieren. Op de ‘werkvloer’ probeer ik de getalenteerden en ambitieuzen eruit te pikken. Ik ben namelijk betrokken bij de selectie van kandidaten voor de Koninklijke Militaire School (KMS).
Wie is adjudant Theo Koenen? Geboren Eindhovenaar Theo Koenen (getrouwd, twee kinderen) mag in zijn vrije tijd graag een pot tennis spelen, hardlopen of op zijn gitaar tokkelen. Geschoold als werktuigbouwkundige, begon de adjudant zijn loopbaan als dienstplichtig sergeant bij de Aan- en Afvoertroepen. Besloot bij Defensie te blijven en doorliep onder meer de KMS en de United States Army Sergeant Major Academy in El Paso, Texas. Na functies als groepscommandant, coördinator Vervoer, pelotonssergeant, rijexaminator, instructeur, sergeant-majoor Opleidingen, compagnies sergeant-majoor en pelotonscommandant op de KMS, werd hij in 2008 bataljonsadjudant bij 200 Bevoorradings- en Transportbataljon.
18
19
Nominatie Kromhout voor ‘Gebouw van het Jaar’ erkenning voor architect
De entree van de Kromhoutkazerne. Foto: MVSA
Een voorbeeldig thuis De Kromhoutkazerne stond begin dit jaar genomineerd voor de prestigieuze titel Gebouw van het Jaar 2012 van de Bond van Nederlandse Architecten (BNA). Hoewel de keus uiteindelijk op een ander pand viel, wilde de Pijler toch alles weten over de achtergrond van die nominatie. Gesprek met de architect en de juryvoorzitter over het nieuwe ‘thuis’ van het Commando DienstenCentra en het Commando Landstrijdkrachten. Tekst: Ingmar Kooman
‘Indrukwekkend en integraal goed’. ‘Een aantrekkelijk stukje stad dat met integrale oplossingen het onderste uit de kan haalt.’ Ronkende loftuitingen van deskundigen voor de Kromhoutkazerne. De jaarprijs van de Bond van Nederlandse Architecten is er één voor en door de beroepsgroep. Alleen al een nominatie is voor architecten reden om de champagne te ontkurken. Zoals gezegd, ging de prijs naar een ander gebouw, Villa 4.0 in Naarden, een bungalow uit 1967 die een nieuw en energiezuinig leven kreeg. Toch is de projectarchitect van de Kromhoutkazerne, Jeroen van Schooten, blij dat vakbroeders ‘zijn’ project op de architecto-
Jeroen van Schooten: “Kazernebouw staat ver af van de gewone architectonische werkelijkheid.” Foto: adjudant Remco Schoonderwoert, AVDD
nische shortlist zetten. “Een erkenning van je werk”, zegt de architectdirecteur van Meyer en Van Schooten Architecten (MVSA).
Totaalconcept ‘Integraal goed’, hoe moeten we dat precies zien? “Dat achter alles een plan zit”, legt Van Schooten uit. “De Kromhoutkazerne is méér dan een verzameling gebouwen en groen. Veel meer zelfs. Het betreft een totaalconcept. Alles is overdacht en in het ontwerp meegenomen; van gebouw, de stedenbouwkundige context van het complex tot en met de interieurs en de bewegwijzering.” De nieuwe Kromhoutkazerne is als publiekprivaat samenwerkingsproject aanbesteed aan het consortium Komfort. Ontwerp, bouw, financiering, onderhoud, beheer en facilitaire dienstverlening zijn daarin in een soort leaseovereenkomst tot 2035 samengebracht. Defensie bespaart zo circa vijftien procent op de totale kosten van het project. Een totaal nieuwe manier van werken voor Van Schooten en zijn team. “Normaal wil een architect tegen zo laag mogelijke kosten bouwen. Onderhoud-
“Je gaat niet alleen voor het mooiste, maar ook voor het slimste bouwwerk” en stookkosten vallen dan buiten het contract. In geval van de Kromhout moesten we anders denken en aanbesteden. In plaats van zo goedkoop mogelijk bouwen, kijk je hoe je zo goedkoop mogelijk kunt huisvesten. Je gaat niet alleen voor het mooiste, maar ook voor het slimste bouwwerk.” De ‘brug met de twaalf gaten’ en het moderne nieuwe onderkomen van het CLAS: oud ontmoet nieuw op de Strip. Foto: MVSA
Juryvoorzitter Francesco Veenstra: “Voor de Rijksoverheid was dit, na de nieuwbouw van het Ministerie van Financiën in Den Haag, het tweede publiek-private samenwerkingsproject. Heel spannend allemaal, maar het leidde wel tot een consistente en samenhangende architectuur. Een compliment voor zowel de architect als de opdrachtgever die de architect voldoende ruimte gaf.”
Omhelzen ‘Een aantrekkelijk stukje stad’ is een van de andere pluimen die de jury aan de Kromhoutkazerne uitdeelt. Sommige nieuwbouwprojecten zijn ware puisten in een wijk. Vaak gaat het om storende en lelijke gebouwen die vloeken met de omgeving. De ‘nieuwe Kromhout’ misstaat echter totaal niet. De bebouwing ‘omhelst’ als het ware de restanten van Fort Vossegat dat ooit op deze locatie stond. De bomvrije wachtruimte, de Tamboershut en de ‘brug met de twaalf gaten’ zijn door architectenbureau Fritz gerestaureerd en samen met enkele monumentale bomen opgenomen in het ontwerp. Gebouwen en landschap ondersteunen elkaar, zowel binnen als buiten de omheining. De ‘nieuwe’ en restanten van de ‘oude’ Kromhoutkazerne staan naast elkaar. Als het hek wordt weggedacht, lopen de legeringgebouwen en sportfaciliteiten van ‘de nieuwe Kromhout’ zo over in het terrein van de oude kazerne, waar nu studenten zijn gehuisvest, vertelt Van Schooten die van een logische verdeling spreekt. “Je puzzelt een tijdje, maar dan valt alles op zijn plek.”
Glazenwasserail Bij het ontwerp van de nieuwe Kromhoutkazerne stond ‘mooi’ absoluut niet voorop. “Nee, functioneel moest het zijn, dat past bij Defensie”, vertelt Van Schooten. De jury prijst dan ook de ‘integrale oplossingen’ van de architect. Juryvoorzitter Veenstra: “De
betonnen luifels geven niet alleen een krachtig horizontaal beeld aan de gebouwen, maar fungeren tegelijkertijd als zonwering en glazenwasserrail. Zo kun je de gevels op een goedkope manier onderhouden, waardoor de gebouwen er zeker dertig jaar fatsoenlijk uitzien.” En niet alleen aan de buitenkant. Ook het interieur kan lang mee, benadrukt Van Schooten. “We hebben niet het goedkoopste, maar wel heel duurzaam materiaal gebruikt. De natuurstenen vloeren, het meubilair: de komende dertig jaar volstaat regulier onderhoud. Uiteindelijk kun je zo voor minder geld hetzelfde of zelfs meer doen. Die filosofie moet Defensie zeker aanspreken.” Veenstra: “Als je alles bij elkaar optelt, is er sprake van een zeer geslaagd ontwerp.” De jury ziet de Kromhoutkazerne al met al als ‘een voorbeeldig project’ als het om de genoemde publiek-private samenwerking binnen de Rijksoverheid gaat. Voor MVSA was de Kromhoutkazerne een mooie en leerzame exercitie, weet Van Schooten. “Kazernebouw staat ver af van de gewone architectonische werkelijkheid. Maar we hebben met de nieuwe Kromhout laten zien dat je ook op een militaire locatie kwalitatief hoogwaardige, mooie en slimme gebouwen kunt neerzetten.” Het Veld, de Wig en de Strip Achter de brede poort van de Kromhoutkazerne liggen het Veld, de Wig en de Strip. Drie zones met elk een eigen karakter. Karres en Brands Landschapsarchitecten tekende samen met MVSA voor het stedenbouwkundig plan en het landschapsontwerp. Het Veld is de plaats van onder meer de legeringgebouwen, sportfaciliteiten, de eetzaal en de vergaderlocaties. De Wig is een open groenstrook met twee monumenten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie: de genoemde bomvrije wachtruimte en de Tamboershut. Aan de andere zijde ligt de zogeheten Strip met de moderne kantoorpanden voor de CDC- en landmachtmedewerkers.
Foto van de maand Onder het oog van een instructeur en collega’s springt een Nederlandse marinier vanaf een balk in een rivier in de jungle van Frans Guyana. De balk is één van de vele obstakels in de hindernisbaan van het Franse Vreemdelingenlegioen in het Zuid Amerikaanse land. Vanaf deze plek regelt het Korps Mariniers elk jaar de eigen jungletraining die instructeurs van het Vreemdelingenlegioen geven. De afgelopen weken was het de beurt aan een peloton van 32 Infanteriecompagnie uit de Marinierskazerne Savaneta op Aruba,
en van 21 Infanteriecompagnie uit de Van Braam Houckgeestkazerne in Doorn. De sprong van de marinier, die samen met zijn maten ook een survivaltraining in de lokale wildernis volgde, was niet van gevaar ontbloot. Per definitie krioelt het in een junglerivier van slangen en kaaimannen. Maar een marinier is getraind om zulke gevaren het hoofd te bieden.
Foto sergeant Henry Westendorp (AVDD).