U ITGAVE
PICASSO
N R.3 mei
MAGAZINE D I S EAS E MANAG E M E NT
2005
I N H O U D S O P G AV E
Op 10 maart jl. hebben we tijdens het eerste PICASSO Symposium kunnen zien dat het optimaliseren van COPD-zorg staat of valt met de ‘Kunst van Samenwerken’. Rondom het thema `Multidisciplinaire aanpak bij exacerbaties` is er die dag veel kennis
PA G . 1
en informatie uitgewisseld tussen de ruim 150 deelnemende COPD-zorgverleners. Dit magazine opent met een interview met
Disease Management op het gebied
de hoofdgastspreker van die dag: prof. dr. Wedzicha. Op pagina 2 en 5 vindt u een sfeerimpressie van de dag, en de achterpagina van dit magazine wordt gekleurd door een ander resultaat van samenwerking tijdens het symposium…
Interview met prof. dr. Wedzicha van COPD
PA G . 2
Interview met prof. dr. Wedzicha (vervolg) Sfeerimpressie PICASSO symposium
Samenwerken is ook de basis van disease management, het thema van dit magazine. Prof. dr. Spreeuwenberg, expert op het gebied van disease management in Nederland en tevens lid van het PICASSO Kernteam, gaat in op dit onderwerp.
10 maart 2005 PA G . 3
Ook de visie van PICASSO voor COPD op disease management wordt toegelicht.
Disease Management op het gebied van COPD (vervolg)
Naast dit hoofdthema bevat het magazine ook een samenvatting van een onlangs verschenen RIVM-rapport en brengen we in
PA G . 4
Kernproject Maastricht
de vaste rubrieken een Kernproject en een Kernteamlid in beeld.
PA G . 5
Sfeerimpressie PICASSO werkconfe-
Wij hopen dat we met dit magazine wederom kunnen bijdragen aan (een betere bewustwording van) COPD-zorgoptimalisatie.
rentie PICASSO’s visie op disease management PA G . 6
Visit to Sittard-Maasland Hospital Homecare Service
PA G . 7
Het gebruik en kosten van zorg voor astma en COPD Discussieforum op PICASSO Portal
PAG. 8
Gezamenlijk ondersteuningsaanbod van Doorbraak COPD en PICASSO Support
PAG. 9
Kernteamlid: Dr. Frank Smeenk Lagerhuisdebat over longtrammelant Aanbevolen door...
PAG. 10
De Kunst van Samenwerken
PICASSO Symposium 10 maart 2005
Dagvoorzitter Onno van Schayck
Prof. dr. Wedzicha onder de indruk
D I S EAS E MANAG E M E NT OP
‘E E N N ET W E R K ALS PI C AS SO
H E T G E B I E D VA N C O P D
I S E E N K R AC HT I G I N ST R U M E NT Door prof. dr. Cor Spreeuwenberg
O M V E R AN D E R I N G E N
hoogleraar integratie eerste- en tweedelijns zorg voor chronisch zieken aan de Universiteit Maastricht
T E R EAL I S E R E N’ Interview met prof. dr. J.A. Wedzicha
Disease management is de programmatische en systematische aanpak van ziekten en gezondheidsproblemen door middel van het gebruik van managementinstru-
Een enthousiastere spreker kun je je bijna niet
menten met als doel de kwaliteit en de doelmatigheid van de geleverde zorg te
voorstellen: professor dr. J.A. Wedzicha.
verbeteren.
Mevrouw Wedzicha is verbonden aan het
In Nederland wordt ook wel de term ‘zorgprogrammering’ gebruikt. De laatste term
St. Bartholomew´s Hospital te Londen en richt
heeft als nadeel dat het gemakkelijk verdoezelt dat disease management een cen-
zich op onderzoek over COPD-exacerbaties.
trale en robuuste aanpak beoogt. Disease management is vooral bruikbaar voor
Met passie presenteerde ze op het PICASSO Symposium een groot aantal
situaties waarin zowel kwaliteitswinst als doelmatigheidswinst is te bereiken door
statistieken over dit thema en gulzig ging ze in op vragen uit het publiek. Tussen
grote groepen patiënten op een vrij gestandaardiseerde wijze te behandelen. Dat
het drukke programma in van de werkconferentie in de ochtend en het algemene
betekent dat het al gauw gaat om de hoog-prevalente chronische aandoeningen,
symposium in de middag, hadden we even de gelegenheid om Wedzicha te
waaronder COPD, die de komende jaren een steeds grotere druk zullen leggen
vragen wat zij vindt van het initiatief PICASSO voor COPD.
op het voor gezondheidszorg beschikbare budget. Disease management heeft in Nederland een vrij slechte roep omdat het van
Wat vindt u van een initiatief als PICASSO?
Amerikaanse oorsprong is en vaak niet door de gebruikelijke aanbieders van zorg
´Uniek. Het is belangrijk dat mensen hun problemen en ervaringen delen.
maar door zogeheten ‘derde partijen’ wordt geïnitieerd. De vraag is of dit beeld
PICASSO is goed georganiseerd en een prachtig voorbeeld van netwerken.
klopt en of het hanteren van principes die aan disease management ten grondslag
Naar mijn mening is netwerken een krachtig instrument om - in ieder geval natio-
liggen, geen mogelijkheden biedt om de zorg aan chronische zieken daad-
naal - verandering teweeg te kunnen brengen. Ik ben blij dat ik op dit symposium
werkelijk te verbeteren. Laten we de situatie nader bekijken met COPD als voor-
hieraan kan bijdragen.` V E R V O L G O P P A G . 2
beeld. V E R V O L G O P P A G . 3
Initiatief van:
V E R V O L G A R T I K E L PA G . 1
‘E E N N ET W E R K ALS PI C AS SO I S E E N K R AC HT I G
Wij richten ons op een goede toegankelijkheid tot zorg en ziekenhuis: `Who to call
I N STRU M E NT OM V E R AN DE RI NG E N TE REALI SE RE N’
en where to go´. We doen veel aan casefinding: de patiënt vinden, de ernst vaststel-
Interview met prof. dr. J. A. Wedzicha
len en erger voorkomen. Ook zelfmanagement staat bij ons hoog op de agenda.` Hoe is uw toekomstvisie met betrekking tot COPD-zorg?
Zijn er in uw omgeving ook dergelijke initiatieven?
`Ik verwacht dat er betere therapieën ontwikkeld worden. We leren steeds meer
´In Engeland zien we vergelijkbare netwerken ontstaan waarin teams kennis uit-
over verschillende behandelvormen. Het doel is een betere kwaliteit van leven en
wisselen. Maar dit gebeurt alleen op regionaal niveau. Men is weinig georganiseerd
een betere kwaliteit van zorg!´
en nationaal ontbreekt een dergelijk netwerk. We hebben wel een COPD-consortium, maar die richt zich met name op de richtlijnen. Ook de rol van de farmaceutische
Prof.dr. Wedzicha is auteur van een groot aantal publicaties. Een overzicht van deze
industrie bij COPD-optimalisatie is beperkt. Ze dragen alleen bij in de vorm van
publicaties + een CV van Wedzicha is te vinden op www.picassovoorcopd.nl
sponsoring en educatiemateriaal.` Welke internationale ontwikkelingen zijn er momenteel op het gebied van COPD? ´Om de COPD-zorg te kunnen verbeteren is multidisciplinaire samenwerking essentieel. In veel landen, maar in ieder geval in Engeland, is COPD nog niet (erkend als) één van de primaire ziektes, zoals kanker en diabetes. Er is zowel bij de patiënt als bij de artsen te weinig interesse. Ook de overheid heeft het nog niet echt op de agenda staan, hoewel dat wel begint te komen.` Hoe bent u zelf betrokken bij COPD-optimalisatie? ‘Ook in Engeland richten we ons op multidisciplinaire samenwerking. We kijken naar alle aspecten van de gezondheid van de patiënt, zoals fysieke conditie, zelfmanagement en kennis van de ziekte bij de patiënt én bij de betrokken zorgverleners. Veel patiënten in Engeland hebben nog slecht toegang tot informatie. Met name in de lagere sociale klassen, waar men bijvoorbeeld geen beschikking heeft over internet.
S F E E R I M P R E S S I E P I CA S S O SY M P O S I U M 1 0 M A A R T 2 0 0 5
Kernprojectlid drs. I Roede bespreekt het onderzoek naar de behandeling van exacerbaties tussen de 1e en 2e lijn in
Internationale sprekers prof. dr. J.A. Wedzicha en
Amsterdam.
dr. M. Cotton worden welkom geheten.
De eigen bijdrage van de symposiumdeelnemers werd door een ambassadeur van de CliniClowns in ontvangst genomen.
Dr. G.J. Wesseling licht een onderzoek uit het Maastrichtse disease management programma toe.
Tijdens een projectenmarkt werd praktische kennis en ervaring van diverse regionale COPD-initiaven uitgewisseld.
Schrijver en dichter Bart Chabot geeft op levendige wijze zijn visie op de ‘Kunst van Samenwerken’.
2
V E R V O L G A R T I K E L PA G . 1
D I S E A S E M A N A G E M E N T O P H E T G E B I E D VA N C O P D Door prof. dr. Cor Spreeuwenberg
Aanpak van COPD Zowel de preventie, als de diagnostiek en behandeling lenen zich voor een syste-
de behandeling voor niet te complexe patiënten met COPD kunnen overnemen.
matische en robuuste aanpak. COPD hangt in hoge mate samen met roken en het
Op basis van deze bevindingen is in Maastricht met een disease management-
stimuleren om te stoppen met roken is dan ook dé aanpak bij uitstek om COPD
programma gestart, waarbij patiënten met COPD al naar gelang de ernst van hun
terug te dringen. Huisartsen komen er om allerlei redenen vaak niet aan toe om
stoornis worden toegewezen aan de huisarts, de gespecialiseerde verpleegkundige
systematisch op roken te letten en actief te proberen het rookgedrag te beïnvloe-
of de specialist. De verpleegkundigen kunnen binnen zekere grenzen een medica-
den. Toch zijn nieuwe intermediaire professionals, als praktijkondersteuners en
menteuze behandeling initiëren of veranderen. Kenmerk van het programma zijn de
nurse practitioners hiertoe goed in staat, mits de juiste technieken, zoals motivatio-
centrale sturing, het hanteren van gezamenlijke protocollen, de substitutie indien
nal interviewing, worden toegepast en van de passende gelegenheden gebruik
verantwoord, de aandacht voor gedragsbeïnvloeding en leefstijl en het gebruik van
wordt gemaakt om gedrag te veranderen.
ICT om uitkomsten te meten en te vergelijken. Binnenkort zullen de resultaten van
Diagnostiek van COPD is problematisch. Enerzijds vanwege de discrepantie tussen
een health technology assessment van kwaliteit en kosten worden gepubliceerd.
klachten en niet-reversibele luchtwegobstructie en anderzijds doordat behandelaars een zeker therapeutisch nihilisme aan de dag leggen. Vrijhoef e.a. hebben aange-
Disease management in de toekomst
toond dat er naast de opportunistische diagnostiek van de huisarts ruimte is voor
De ontwikkeling van disease management zal de komende jaren ongetwijfeld verder
diagnostiek op basis van systematische periodiek longfunctieonderzoek door de
gaan. Noodzakelijk is dat de ambitie verder reikt dan traditionele zorgverlening maar
genoemde nieuwe intermediaire professionals op geleide van eenvoudige vragen
zich richt op versterking en ondersteuning van de eigen verantwoordelijkheid van
over kortademigheid, sputumproductie en aantal pakjaren gebruik van sigaretten.
de patiënt. Er dient voor te worden gezorgd dat de waardevolle elementen van het
De groep heeft voorts laten zien dat gespecialiseerde verpleegkundigen verantwoord
Nederlands gezondheidszorgsysteem, zoals de beschikbaarheid van huisartsen en de ontwikkeling van protocollen in richtlijnen en FTTO-afspraken, worden gecombineerd met wezenlijke vernieuwing van doelstelling, aansturing, kwaliteitsbeleid en invulling van functies. Bij al deze vernieuwingen kan de participatie van actieve patiënten niet worden gemist. Specifiek op het gebied van COPD liggen de uitdaging op het terugdringen van roken en het bevorderen van het zelfmanagement van de patiënt ten aanzien van kennis over het ziektebeeld, het verbeteren van de inhalatietechniek en het herkennen van een dreigende exacerbatie. Disease management is een methode om ten aanzien van deze uitdagingen, de handschoen op te nemen. Prof.dr. C. Spreeuwenberg is met prof. dr. G. Schrijvers e.a. mede-auteur van het onlangs verschenen boek ´Disease Management in de Nederlandse Context´. Voor meer informatie kunt u mailen naar
[email protected] of kijken op www.picassovoorcopd.nl
Tien kenmerken van disease management binnen de Nederlandse context 1
De kracht van disease management is de focussering op een specifiek pro-
voorschrijven, regeling verantwoordelijkheid, scholing, honorering) moeten
bleem. Het heeft betrekking op één gezondheidsprobleem of is gericht op
worden geslecht.
welomschreven (sub)populaties. Disease management is niet goed bruikbaar
2
6
andere moderne technologieën. Beschikbaarheid van een eenvormig,
elkaar in werkende medicamenten.
uitwisselbaar, elektronisch patiëntendossier met toegankelijkheid voor alle
Het is gericht op samenhang tussen onderdelen van het zorgproces
primaire zorgverleners is de achilleshiel van een goed functionerend
onderling en tussen zorginhoud en zorgmanagement. Het voorbeeld rook-
programma. Ter ondersteuning van het zelfmanagement zal een groot scala
om de resultaten te verbeteren geschiedt op grond van inhoudelijke uitkom-
4
van nieuwe technologieën worden geïntroduceerd. 7
Disease management zal grootschalig worden aangeboden en binnen
sten, zoals opnamen, exacerbaties en geneesmiddelengebruik. Tevens door-
programma’s zullen patiënten in behandelstromen worden ingedeeld. De
breekt disease management de traditionale scheiding tussen ‘cure’ en ‘care’,
zogeheten ketenzorg dbc’s worden pas van toepassing verklaard, als daarin
intra- en extramuraal en ‘curatief’ en ‘public health’.
een groot aantal huisartsen participeert. Binnen ziekte-specifieke programma’s
De aanpak is sterk geprotocolleerd en ‘evidence based’. In de programma’s
zal differentiatie op grond van ernst en specifieke situatie van de patiënt
wordt gebruik gemaakt van de NHG-standaarden en GOLD- en vernieuwde
plaatsvinden, zodat stromen van patiënten met een ongeveer identieke aan-
ATS/ERS-richtlijnen.
pak ontstaan. In zekere zin is dit al het geval bij de huidige toewijzing naar specialist, gespecialiseerde verpleegkundige en huisarts.
Methodische educatie van patiënten en hun naasten en bevordering van zelfmanagement is een sterk punt van disease management. Centraal staat
8
Door middel van sturing op managementinformatie zal voortdurend worden
natuurlijk rookpreventie, maar ook bewegen en voeding krijgen aandacht. De
geprobeerd de kwaliteit te verbeteren. Op input (zoals patiëntenkenmerken),
aanpak wordt aangepast aan de specifieke kenmerken van de patiënt. Aan
proces (zoals gegevens over de controles) en uitkomst gebaseerde informatie
het ondersteunen van de eigen verantwoordelijkheid zal de komende jaren
wordt gebruikt om waar nodig bij te sturen. Er zal worden gezocht naar een
meer aandacht worden gegeven, waarbij gebruik wordt gemaakt van de
passende wijze om de informatie aan de zorgverleners aan te bieden zodat
hierin geschoolde en voor communicatie vaak beter toegeruste nieuwe
deze worden gestimuleerd om waar nodig hun gedrag te wijzigen. Hierbij zal
intermediaire professionals. Disease management zal ertoe bijdragen dat patiënten zelf de belangrijkste managers van hun zorgproces worden en
5
Gebruik van moderne informatie- en communicatietechnologie (ICT) en
als er sprake is van ingewikkelde co-morbiditeit met gebruik van soms tegen
preventie laat zien hoe preventie en behandeling verweven zijn. Management
3
Prof.dr. Spreeuwenberg
ook van de nodige scholingsinstrumenten gebruik worden gemaakt. 9
Disease management zal zodanig moeten worden gefinancierd dat het de
dat de overige zorgverleners zich zullen toeleggen op informatie en onder-
samenwerking bevordert. Hiertoe moet de huidige, gefragmenteerde
steuning bij vragen, symptomen en problemen.
financiering plaats maken voor één financiering van de gehele transmurale
Grote mate van taakherschikking van artsen naar verpleegkundigen.
zorgketen. Gedacht kan worden aan een ‘aanneemsom’ voor de centrale
Disease management is een aanpak die zich bij uitstek leent voor
organiserende instantie op basis van het aantal patiënten, de mate van
extramuraal en poliklinisch behandelde patiënten. Meer en meer zullen de nieuwe intermediaire professionals de eerst verantwoordelijke voor de zorg worden. Hiertoe zal de komende jaren een aantal barrières (selectief
integratie en de omvang van het zorgpakket. 10 Eén robuuste organisatiestructuur met participatie van huisartsen, ziekenhuis, medische specialisten en eventueel thuiszorg.
3
K E R N PR OJ E CT PI CAS S O
KE R N PROJ ECT MAASTR ICHT: " C O S M O " : E F F E C T I V I T E I T VA N COU N S E LI NG B IJ STOPPE N MET ROKE N Door drs. Daniel Kotz uitvoerend onderzoeker
Roken veroorzaakt in Nederland jaarlijks ongeveer 23.000 doden en is daarmee de
Kernprojectgroep COSMO
grootste vermijdbare oorzaak van gezondheidsschade en overlijden. Stoppen-met-
• Prof. dr. Onno van Schayck1 (professor preventieve geneeskunde)
roken is belangrijk om het risico te verminderen op het ontstaan en het voortschrijden
• Dr. Geertjan Wesseling2 (longarts)
van gezondheidsklachten en ziekten zoals COPD. Tenminste 95% van de mensen
• Drs. Daniel Kotz1 (gezondheidswetenschapper)
die COPD krijgen, is roker, en de longfunctie van rokers met COPD neemt sneller af dan die van niet-rokers met COPD. De effectiefste behandeling in elk stadium
1
van de aandoening is te stoppen met roken, bij voorkeur zo vroeg mogelijk. Echter, zonder ondersteuning blijkt slechts één op de twintig rokers in staat te zijn om te
Capaciteitsgroep Huisartsgeneeskunde, Care and Public Health Research Institute (CAPHRI), Universiteit Maastricht
2
Afdeling longziekten, academisch ziekenhuis Maastricht
kunnen stoppen met roken. Met behulp van de gebruikelijke zorg in de huisartspraktijk stopt ongeveer 8% van de rokers. Er is dus nog veel ruimte voor verbetering. Doel van het onderzoek Doel van het onderzoek is het testen van een nieuwe behandelingsmethode voor stoppen-met-roken die bestaat uit persoonlijke gesprekken met een longverpleegkundige in combinatie met een hulpmiddel voor stoppen-met-roken. Daarnaast zal onderzocht worden in hoeverre het stoppen-met-roken een positieve invloed heeft op de lichamelijke en geestelijke gezondheid en de kwaliteit van leven van de ex-roker. De opzet Rokende mannen en vrouwen in de leeftijdscategorie van 35 tot 70 jaar worden benaderd voor deelname aan het onderzoek. Op basis van een telefonische vragenlijst en een longfunctiemeting (op Medisch Centrum Annadal, Maastricht) wordt bepaald of een kandidaat geschikt is voor deelname aan het onderzoek. Geschikte kandidaten worden vervolgens willekeurig verdeeld over twee interventiegroepen. In de eerste groep worden rokers persoonlijk begeleid door speciaal getrainde longverpleegkundigen vanuit het academisch ziekenhuis Maastricht. Hiervoor worden vier consulten gepland en een telefonisch gesprek: ongeveer twee weken voor de geplande stopdag (eerste consult), een week voor de geplande stopdag (tweede consult), op de geplande stopdag zelf (telefonisch gesprek), de dag na de geplande stopdag (derde consult) en een week na de geplande stopdag (vierde consult). Omdat de combinatie van medicatie en persoonlijke ondersteuning de
Onderzoeksmethoden
beste manier is om mensen te helpen bij het stoppen-met-roken, wordt aan rokers
Als blijkt dat een roker deel wil nemen aan het onderzoek en voldoet aan alle
uit groep 1 een hulpmiddel voorgeschreven, namelijk nortriptyline (merknaam
criteria start de onderzoeksperiode van een jaar. Ongeveer twee, zes en twaalf
Nortrilen®). Nortriptyline is effectief gebleken bij stoppen-met-roken en is in
maanden na de geplande stopdag worden alle deelnemers wederom gevraagd een
vergelijking met andere middelen veilig en makkelijk in gebruik.
bezoek te brengen aan Annadal voor een nameting. Tijdens deze bezoeken wordt
In de tweede groep worden rokers teruggestuurd naar hun huisartspraktijk. Er
urine verzameld om te bepalen hoeveel restanten van nicotine nog in het bloed
bestaat speciaal voor de huisarts en/of de doktersassistente een methodiek voor
zitten. Daarnaast leveren deelnemers op elk meetmoment een ingevulde vragenlijst
begeleiding tijdens het stoppen-met-roken, de zogenaamde Minimale Interventie
en een kostendagboek in. Met behulp van de vragenlijsten wordt informatie ver-
Strategie (MIS).
schaft over rookgedrag, lichamelijke en geestelijke gezondheid en kwaliteit van leven van de (ex-)roker. Met behulp van de kostendagboeken wordt informatie verschaft over de kosten en activiteiten die verband houden met eventuele klachten aan de longen en luchtwegen. Tijdens de laatste nameting, na 12 maanden, wordt tevens een tweede longfunctiemeting verricht. Alle metingen zijn noodzakelijk om na te gaan welke interventie het meest (kosten-)effectiviteit is. Verwachte impact Verwacht wordt dat intensieve persoonlijke begeleiding door de longverpleegkundige tijdens het stoppen-met-roken leidt tot een groter percentage succesvolle stoppogingen en daarmee tot een verbetering van de geestelijke en lichamelijke gezondheid en de kwaliteit van leven van de ex-roker. Mocht de behandeling effectief blijken te zijn dan zou deze ingebed kunnen worden in de transmurale zorg voor volwassenen met astma en COPD. Daarmee kan, liefst in combinatie met het vroegtijdig opsporen van rokers met luchtwegaandoeningen, optimale preventie worden opgestart om het ontstaan en het voortschrijden van onder andere COPD te voorkomen. De behandeling van rokers voor stoppen-met-roken door de longverpleegkundige zou, voor zover dit nog niet de realiteit is, ook in de tweede lijn van de gezondheidszorg een structurele plek kunnen krijgen. Op de PICASSO portal www.picassovoorcopd.nl vindt u onder ‘Kernprojecten’
Uitvoerend onderzoeker Daniel Kotz
4
meer informatie over dit project.
S F E E R I M P R E S S I E P I CA S S O W E R KC O N F E R E N T I E Vanuit PICASSO zijn er momenteel negen Kernprojecten die zich richten op wetenschappelijk onderzoek op het gebied van COPD en zorgoptimalisatie. Deze projecten dienen twee keer per jaar hun voortgang te rapporteren. Op 10 maart, voorafgaand aan het PICASSO Symposium, was het weer zover...
P I CA S S O ´ s v i s i e o p d i s e a s e m a n a g e m e n t : E E N G E C O Ö R D I N E E R D S Y S T E E M VA N A C T I V I T E I T E N Door drs. Javier Asin projectleider PICASSO voor COPD
Er is veel discussie over de exacte definitie en waarde van disease manage-
met een bepaalde aandoening meegenomen, andere programma’s richten zich op
ment. Alle definities hebben het optimaliseren van de kwaliteit en doelmatig-
specifieke subgroepen en in sommige gevallen gaat het om aan individuele patiën-
heid van zorg als centrale doelstelling gemeen. Het verschil zit hem in de
ten aangepaste programma’s. Daarnaast verschillen de typen activiteiten per pro-
manier waarop dat ingevuld wordt, wat weer erg afhankelijk is van de speci-
gramma. Sommige programma’s focussen op wetenschappelijk onderzoek of het
fieke doelstellingen van de initiatiefnemer. Ook het verschil in schaal en de
meten van resultaten, andere alleen op implementatie. Sommige focussen op het
soort van activiteiten draagt bij aan verschillende percepties over disease
complete zorgcontinuüm en andere alleen op (onder)diagnostiek, therapie, nazorg
management.
en/of therapietrouw.
Het is belangrijk om ons te realiseren dat de verschillende belanghebbenden van
In onze benadering is disease management het verbeteren van de zorguitkomsten
de zorg af en toe tegengestelde belangen hebben. De primaire doelstelling en
voor patiënten met (risico op) een specifieke aandoening door het gecoördineerd
focus van disease management initiatieven is sterk afhankelijk van de initiatief-
ondersteunen en uitvoeren van meerdere typen activiteiten in een gezamenlijke
nemer. Wanneer de overheid of zorgverzekeraars het initiatief nemen, staan
inspanning met alle relevante partijen. Op deze manier denken we eerder en
reductie van zorgconsumptie en -uitgaven voorop. Wanneer het initiatief ligt bij
duurzamer de zorguitkomsten voor patiënten te kunnen verbeteren, omdat de
commerciële partijen, zoals farmaceutische bedrijven of gespecialiseerde disease
activiteiten plaatsvinden in lijn met de belangen van alle partijen en complementair
management aanbieders, dan ligt de focus meer op de verkoop van hun producten.
zijn aan lopende activiteiten. Bovendien zal de coördinatie op zo een grote schaal
Wanneer zorgverleners een leidende rol spelen, proberen ze met name hun eigen
zorgen voor voldoende momentum om de benodigde radicale veranderingen te
belangen en huidige praktijkvoering te beschermen. Dat impliceert dat in elk disease
bewerkstelligen.
management-initiatief bepaalde belanghebbenden minder of geen voordelen ervaren. Dat kan resulteren in suboptimale implementatie van de vernieuwingen.
Waar richten we ons op?
Dat is ook de reden waarom de waarde van disease management activiteiten zo
De zorgbehoefte van de patiënt staat centraal bij de optimalisatie van de COPD-
verschillend gepercipiëerd wordt door de verschillende belanghebbenden. Het
zorg. ‘Optimale kwaliteit en doelmatigheid’ betekent dan het zo effectief en efficiënt
gemeenschappelijke doel voor alle partijen is het zo effectief en efficiënt mogelijk
mogelijk bereiken van de behandeldoelen (´outcomes´) bij de patiënten. Zorg is
bereiken van de behandeldoelen bij patiënten. Wanneer dat als gezamenlijke
optimaal wanneer de juiste interventies uitgevoerd worden bij de juiste patiënt op
primaire doelstelling genomen wordt, dan zijn de eigen doelstellingen daar altijd
het juiste moment. In hoeverre dat gebeurt, wordt bepaald door een aantal facto-
secundair aan.
ren, zoals weergegeven in het onderstaande figuur. V E R V O L G O P P A G . 6
Verschil in aanpak Een andere bron voor misverstanden is de grootte van de betrokken patiëntenpopulatie. In sommige disease management programma’s wordt de gehele populatie
Wat moeten we bereiken? Behandeldoelen efficiënt en effectief
Hoe? Conform richtlijnen
De praktijk? Projecten
Outcome 1 Elimineren risicofactoren 2 Verminderen klachten 3 Remmen progressie ziekte 4 Kwaliteit van leven
Zorginhoud 1 Primaire preventie 2 Secundaire preventie 3 Diagnose en therapie 4 Compliance patiënt 5 Compliance zorgverlener
Zorgproces Zorgomgeving
5
V E R V O L G A R T I K E L PA G . 5
De zorginhoud is datgene wat er aan zorg verleend moet worden om de behandel-
De oorzaken liggen op meerdere gebieden en beïnvloeden elkaar onderling.
doelen (outcomes) zo effectief mogelijk te bereiken. Dat is vastgelegd in de richtlijnen
Daarom lossen wij binnen PICASSO al deze oorzaken gezamenlijk en gefaseerd op
voor (tijdige) diagnose, behandeling en nazorg. Deze richtlijnen zijn gebaseerd op
in een gecoördineerd systeem van activiteiten. Hieronder vallen o.a. de Kernprojecten,
resultaten uit wetenschappelijk onderzoek en na ruime ervaring in de praktijk.
PICASSO Support en verschillende communicatietools om kennis en informatie met elkaar uit te wisselen.
Het zorgproces is datgene wat daadwerkelijk in de praktijk gebeurt. Het gaat dan om de wijze waarop de zorg rondom de patiënt georganiseerd is. Dat zorgproces is
Wat is anders aan onze benadering?
erg afhankelijk van de zorgomgeving. Deze omgeving bepaalt of er voldoende aan-
Dit concept van disease management wordt zelden in zijn geheel geïmplementeerd.
dacht, kennis, organisatie en middelen aanwezig zijn voor een optimaal zorgproces.
Bovendien zijn zelden alle relevante partijen evenredig betrokken. Het zijn vaak gefragmenteerde investeringen en activiteiten, die bovendien de potentiële tegen-
De zorgomgeving bepaalt de manier waarop de zorgpartijen zich organiseren en de
gestelde belangen niet in acht nemen. Met als gevolg dat veranderingen vaak niet
manier waarop ze met elkaar samenwerken. Deze wordt met name bepaald door de
verder reiken dan de pilotgroep en –periode.
financieringsstructuur en de mate waarin de zorg gestimuleerd wordt. Waar zitten de aanknopingspunten voor optimalisatie bij COPD? Oorzaken voor suboptimale COPD zorg
Activiteiten om COPD zorg te optimaliseren
• Ontbreken van of gebrek aan parameters die correleren met de ziektelast
• Ontwikkelen en gebruiken van de juiste parameters om de ziektelast te meten
• Gebrek aan zinvolle zorginterventies of het ontbreken van wetenschappelijk
• Ontwikkelen van diagnostica en therapeutica en/of toegevoegde waarde ervan
bewijs daarvoor
wetenschappelijk bewijzen
• Niet implementeren van zinvolle interventies door nihilisme, gebrek aan kennis, vaardigheden, middelen en/of organisatieproblemen • Zorgomgeving die optimale zorg onvoldoende stimuleert of faciliteert
• Verandermanagement met als doel attitude, kennis, vaardigheden en organisatie van de zorg rondom de patiënt te optimaliseren • Scheppen van een stimulerende en faciliterende zorgomgeving
OM SUCCESVOL TE ZIJN MET ONZE DISEASE MANAGEMENT INITIATIEVEN, BEHELZEN ZE:
• Gecoördineerd ondersteunen van meerdere activiteiten variërend van wetenschappelijk onderzoek to implementatiebevordering • Gericht op de zorgorganisatie en -verlening rondom de patiënt om de behandeldoelen effectiever en efficiënter te bereiken • Met evenredige commitment en inspanning van alle belanghebbenden • Met communicatie, effectmeting en bewaken van kwaliteit en voortgang als kernactiviteiten
V I S I T T O S I T TA R D - M A A S L A N D H O S P I TA L H O M E C A R E S E R V I C E Door Christine Stewart respiratory nurse specialist-ARAS - Glasgow Royal Infirmary (GRI) Naast prof. dr. Wedzicha waren ook dr. Marc Cotton en mrs. Christine Stewart van de Glasgow Royal Infirmary als buitenlandse gasten aanwezig op het PICASSO Symposium. Christine Stewart bracht de dag na het symposium een bezoek aan het Maasland Ziekenhuis te Sittard. Vorig jaar waren de deelnemers van het Kernproject Sittard al te gast bij haar en de heer Cotton in Glasgow. Hierbij een kort verslag van Stewart´s bezoek aan ‘zusterproject’ Sittard.
I was recently given the opportunity to come and visit the Maasland Hospital in
More intensive homecare
Sittard, which is carrying out a homecare project, for patients experiencing exacer-
In the respiratory ward I was interested to see that the patients had access to por-
bations of COPD. The aim of this project is to enable them to be discharged from
table liquid oxygen, to enable them to mobilise while still using oxygen therapy. This
hospital earlier than would normally be possible, but for this patient group to still
is something we are unable to access in our Glasgow hospital. The actual homeca-
receive specialist nurse follow-up and continuing treatment for their exacerbation at
re follow-up is more intensive in the initial 24hrs post-discharge, than our service,
home. I had met some of the team involved in the project at the ERS meeting in
as patients in the Maasland Hospital receive intravenous antibiotics, and intrave-
Glasgow last year, and we had shared some experiences of how our two different
nous steroids, for a further 2-3 days post-discharge, and have 3 home visits from
services were structured and how they worked.
the respiratory nurse in the first 24hrs. In the GRI-service, our patients are treated with oral antibiotics and oral prednisolone, and receive only 1xdaily visit post-dis-
It was very interesting to hear how other services operate, and I was delighted to
charge, and then as required thereafter.
be invited to attend the PICASSO symposium in March, and to have the chance to
It was interesting to see what services are available for COPD patients, in other
meet up with the homecare team, and be shown around the Maasland Hospital.
countries with different health care systems, and to exchange ideas with other
My guide around the hospital was Pia Bronckhorst –nurse manager, who had
healthcare professionals in providing a good service for these patients.´
organised a programme of visits around the hospital, to various departments, involved in the provision of care for respiratory patients.
I would like to thank everyone involved in organising my trip , and making me feel so welcome, and looking after me during my stay in Sittard.
Meer over het ARAS-programma kunt u teruglezen in PICASSO Magazine nr. 1, via de PICASSO portal www.picassovoorcopd.nl onder ‘Communicatie”.
6
H E T G E B R U I K E N K O S T E N VA N Z O R G VOOR ASTMA E N COPD: N U E N I N D E TOE KOM ST Het Nederlandse Astmafonds heeft het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) gevraagd om een inventarisatie te maken van het gebruik en de kosten van zorg voor astma en COPD in Nederland te maken. In samenwerking met het ´Institute for Medical Technology Assessment, Erasmus Medisch Centrum´ is voldaan aan dit verzoek door E.J.I. Hoogendoorn, T.L. Feenstra en M.P.M.H. Rutten-van Mölken.
De inventarisatie is vastgelegd in het rapport ´Inventarisatie van het gebruik en de
opnames en medicatiekosten voor astma zijn geschat op respectievelijk -4,7% en
kosten van zorg voor astma en COPD in Nederland´. Het rapport presenteert de
+4,9%. Projecties van de totale kosten van astma inclusief trends resulteerden in
gegevens over het zorggebruik voor astma en COPD, de daarmee verbonden
een schatting tussen de 460 en 500 miljoen euro.
kosten, en projecties van de kosten naar de toekomst. Schattingen van het zorggebruik per patiënt zijn gebaseerd op gegevens uit landelijke representatieve
De kosten voor COPD
databestanden. Deze zijn gecombineerd met gegevens over de prevalentie in het
De totale kosten voor COPD in 2000 zijn geschat op 280 miljoen euro, 161 miljoen
basisjaar van de analyses (2000) om de totale kosten in Nederland te schatten.
voor mannen en 119 miljoen voor vrouwen. Ziekenhuisopnames, medicatie en
Daarna zijn projecties gemaakt van de kosten over de tijd op basis van twee typen
thuiszorg dragen, met respectievelijk 27%, 22% en 19%, het meeste bij aan de
projecties van de prevalentie, een simpele demografische projectie en een projectie
totale kosten. In 2000 waren voor COPD de kosten per patiënt ongeveer 915 euro.
met het Chronische Ziektenmodel. Tenslotte zijn de projecties uitgebreid met schat-
De geschatte kosten per ernstklasse bedragen in miljoenen euro´s: 23 voor mild
tingen van de trends in de kosten van diverse soorten zorg.
COPD, 104 voor matig COPD, 99 voor ernstig COPD en 55 voor zeer ernstig COPD. Bij gelijkblijvende zorg en prijzen worden de kosten voor COPD in 2025
De kosten voor astma
geschat op tussen de 440 en 495 miljoen. De jaarlijkse trends in kosten voor
In het jaar 2000 zijn de totale kosten voor astma geschat op 141 miljoen euro,
ziekenhuisopnames en medicatiekosten voor COPD zijn geschat op respectievelijk
67 miljoen voor mannen en 74 miljoen voor vrouwen. Van de totale kosten bestond
-4,1% en + 4,9%. Projecties van de totale kosten voor COPD in 2025 inclusief
ongeveer 53% uit kosten voor medicatie. De kosten per patiënt in 2000 waren
trends resulteerde in een schatting tussen de 1000 en 1100 miljoen euro.
ongeveer 313 euro. Projecties van deze kosten over de tijd lieten zien dat bij gelijkblijvende zorg en prijzen de kosten voor astma in 2025 gestegen zullen zijn
Dit artikel is een samenvatting van RIVM rapport 260604001|2004. Op de PICASSO
tot ongeveerd 170-180 miljoen euro. De jaarlijkse trends in kosten voor ziekenhuis-
Portal www.picassovoorcopd.nl vindt u een link naar de volledige tekst.
D i s c u s s i e f o r u m o p P I CA S S O Po r t a l ´ H E B I K T E V E E L C O P D - P AT I Ë N T E N ? ´
V RAAG & ANTWOORD
Op www.picassovoorcopd.nl is voor degenen met een inlogcode ook het FORUM bereikbaar, waar vragen gesteld kunnen worden aan andere Portal-leden, waaronder de COPD-experts uit het PICASSO Kernteam en leden van de PICASSO Kernprojecten. Afgelopen maand werd op het forum de volgende vraag gepost:
Geachte collegae, De laatste tijd ben ik actief bezig iedereen als het maar even kan een spirometrie te laten verrichten (net zoals je wel eens een bloeddrukje meet). Ik heb er nu 600 gedaan en kom tot een alarmerend getal uit van >20% afwijkende spirometrieën. Is dit gebruikelijk? Hoe zijn de meningen hierover? Mijn gevoel is zo'n beetje van wel erg veel, maar mogelijk toch terecht gezien het feit van onderdiagnostiek. Gaarne verneem ik iets van jullie´
Expert 1 Geachte collega,
falen, scoliose en allerhande spierziektes, na longoperaties, bij pleuravocht en der-
Het probleem bij de uitvoering van de spirometrie is dat als er niet goed geblazen
gelijke voordoen. In alle gevallen zou ik de spirometrie combineren met de bevindin-
wordt, er alleen te lage waarden uit kunnen komen. Deze kunnen dan abusievelijk
gen van het lichamelijk onderzoek (inspectie, percussie en auscultatie van de tho-
geïnterpreteerd worden als obstructief. Ik vermoed dus dat er waarschijnlijk een
rax). Op zich hoeft dus 20 % afwijkende uitslagen bij spirometrie nog niet zo veel
probleem zit in de uitvoering van de test.
te zeggen. Wie heeft de metingen uitgevoerd en hoe is die persoon geschoold en gecoached?
Expert 2 Geachte collega,
Expert 3
Er zijn een heleboel redenen voor een afwijkend spirogram. Laten we er maar even
Geachte collega,
van uitgaan dat er geen technisch probleem is en dat de longfunctiemetingen op
Meer dan 20% afwijkende spirometrieën is op zich niet onmogelijk. Belangrijk is dat
adequate wijze zijn uitgevoerd. Dan kan er sprake zijn van bronchusobstructie met
u eerst zeker weet dat de spirometrie adequaat wordt uitgevoerd. Als dat het geval
een verlaagde FEV1 en een verhoudingsgewijze minder verlaagde of normale Vitale
is dan is het belangrijk om na te gaan welke personen u screent op een longfunctie-
Capaciteit. Hiervan kan sprake zijn bij patiënten met astma (dan is de obstructie
afwijking. Als dat oudere personen zijn die bijvoorbeeld roken en hoesten, dan is de
ten minste voor een deel reversibel) en per definitie bij COPD. In verschillende
kans op een afwijkende spirometrie veel groter. Zo hebben we eerder vastgesteld
studies worden percentages tot 20 % voor het totaal van astma en COPD opge-
in Nederlandse huisartspraktijken dat patiënten die ouder zijn dan 60 jaar, roken en
geven dus uw uitkomsten behoeven nog niet eens zo uitzonderlijk te zijn. Naast
hoesten, de kans op obstructie ca 50% was (BMJ 2002;324:1370-4). Dit laat dus
obstructie kan ook sprake zijn van restrictie. Dan zijn FEV1 en VC beide verlaagd.
zien dat het zeker niet onmogelijk is om meer dan 20% afwijkingen te hebben, maar
Dat kan zich bij een groot aantal longaandoeningen voordoen maar ook bij hart-
dat is sterk gerelateerd aan het al dan niet aanwezig zijn van risicofactoren.
7
Gezamenlijk ondersteuningsaanbod van D o o r b r a a k C O P D e n P I CA S S O S u p p o r t ´WIJ WI LLE N E E N VOOR B E E LD Z IJ N VOOR SAMENWERKEN IN DE ZORG´ Vanaf april 2005 worden de onderdelen van PICASSO Support en Doorbraak COPD op elkaar afgestemd om optimale ondersteuning te kunnen bieden aan regionale initiatieven in Nederland die zich richten op COPD-optimalisatie. Doorbraak COPD wordt financieel mogelijk gemaakt door de Stichting Ketenkwaliteit COPD en uitgevoerd door het Een ´Doorbraak´ is een aanpak
Kwaliteitsinstituut CBO. Projectleider van Doorbraak COPD is Linda Musters. Zij wordt bijgestaan door CBO-adviseur
waarbij multidisciplinaire teams
Lucielle van den Broek. Aan hen vragen we toelichting op Doorbraak COPD en de reden van deze afstemming met
van zorgverleners, in een (tijde-
PICASSO.
lijk) samenwerkingsverband, concrete verbeteringen in de zorg
Wat houdt Doorbraak COPD in?
realiseren door implementatie
Het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO startte in 2003 met Doorbraak Ketenkwaliteit COPD (Doorbraak COPD).
van bestaande kennis (bijvoor-
Doel is primair het bereiken van een substantiële verbetering in de COPD-zorg, door zorgverleners die betrokken zijn bij de zorg
beeld uit richtlijnen), goede
voor mensen met COPD te ondersteunen bij het optimaliseren van de kwaliteit van zorg. De landelijke multidisciplinaire richtlijn
voorbeelden en eigen ideeën.
Ketenkwaliteit COPD en de ervaringen van huidige ‘goede voorbeelden’ zijn hierbij belangrijke uitgangspunten. Hoe is Doorbraak COPD in contact gekomen met PICASSO? Beide initiatieven hebben zich de afgelopen jaren geprofileerd in ‘COPD-land’. Dit betekent dat je elkaar op symposia en congressen tegenkomt en op basis van de inhoudelijke discussie met elkaar in gesprek raakt. Uit deze gesprekken is het idee naar voren gekomen om te bespreken in welke mate de COPD-patiënt en de professionals door een gezamenlijk ondersteuningsaanbod optimaal gefaciliteerd kunnen worden. Het huidige ondersteuningsaanbod is hiervan het resultaat en de toekomst zal uitwijzen of wij hiermee de regionale initiatieven inderdaad optimaal hebben kunnen ondersteunen. Waarom is besloten tot dit gezamenlijk ondersteuningsaanbod? De initiatieven hebben een overlap in doelstellingen en bevatten aanvullende competenties en activiteiten om deze doelstellingen te bereiken, zoals knelpuntenanalyse, kennismanagementsysteem (PICASSO), implementatie kennis en programmatische ondersteuning (Doorbraak COPD). Daarnaast hebben we ontdekt dat een afstemming zoals deze in de vorm van het gezamenlijk ondersteuningsaanbod meerwaarde biedt en is er bij beide partijen voldoende vertrouwen om de activiteiten te bundelen. Welke doelstellingen hebben Doorbraak COPD en PICASSO Support dan gemeenschappelijk?
Doorbraak COPD wordt door
Beide initiatieven hebben als doel de zorg voor mensen met COPD te verbeteren, waarbij PICASSO Support en Doorbraak
het Kwaliteitsinstituut voor de
COPD zich bovendien richten op dezelfde doelgroepen, namelijk regioteams die actief aan verbetering van de COPD-zorg
Gezondheidszorg CBO uitgevoerd
werken. Uitgangspunt hierbij is optimaal gebruik maken van bestaande kennis, ervaring en vaardigheden. Daarnaast streven we
en dit wordt door de Stichting
allebei naar maximaal resultaat door het doorbreken van barrières voor multidisciplinaire samenwerking en duurzame borging van
Ketenkwaliteit COPD financieel
resultaten.
mogelijk gemaakt. De stichting is een samenwerkingsverband
Wat is de winst van dit gezamenlijk ondersteuningsaanbod?
tussen partners in de zorg op
Door het bundelen van de krachten kan beter resultaat worden bereikt. Dit gebeurt door:
landelijk niveau, waarin de voor
• Samenbrengen van expertise over optimaliseren van COPD-zorg en aanvullende competenties.
COPD relevante organisaties en
• Samenbrengen van ondersteunende instrumenten ter optimalisatie van COPD-zorg, zoals de knelpuntanalyse en Doorbraak
verenigingen participeren. De Stichting Ketenkwaliteit COPD heeft zich als doel gesteld om de keten van zorg aan mensen
COPD. • Het creëren van kritische massa in de vorm van regioteams die (inter)actief bezig zijn met het verbeteren van de zorg voor mensen met COPD • Meer efficiency door het voorkomen van overlap en dubbele inzet van activiteiten.
met COPD te verbeteren. Het stimuleren van een dergelijke
Welk resultaat verwachten jullie dat het gaat opleveren?
zorgbenadering vraagt om een
Minimaal 12 regionale initiatieven waarin gericht gewerkt wordt aan de implementatie van optimale op de COPD-patiënt afge-
gezamenlijke inspanning van
stemde zorg. Uiteraard zal ook de patiënt hierdoor verbetering gaan merken. Bovendien moet het leiden tot duurzame interactie
partijen in de zorg.
tussen regionale initiatieven door o.a. Werkconferentie, Portal, symposia. En in het algemeen: meer aandacht voor de behandel-
Het optimaliseren van de orga-
baarheid van COPD.
nisatie en de resultaten van de COPD- en astmazorg heeft baat bij een systematische en op elkaar afgestemde benadering. Activiteiten van de stichting zijn onder andere het opstellen en
Meer weten over dit gezamenlijk ondersteuningsaanbod? Kijk dan op www.cbo.nl of www.picassovoorcopd.nl.
implementeren van multidiscipli-
Op de PICASSO Portal vind u ook een link naar het artikel ‘Landelijk project Ketenkwaliteit COPD: Een kwestie
naire richtlijnen en het realiseren
van lange adem’ van L. Musters, N. de Graaf en M. Verhoeven.
van een kaderopleiding astma/ COPD voor huisartsen. Het Astma Fonds is initiatiefnemer en voorziet in de basisfinanciering.
8
KERNTEAMLEDEN
Ir. J.
Mw. drs. E.
van der Burgh van den Akker
Drs. F.M.J.
Dr. B.
Prof.dr. O.
Dr. G.J.
Prof.dr. C.
Drs. P.
Prof.dr R.
Prof.dr. G.
Mw. dr. M.P.M.H.
Prof.dr. T.
Dr. A.P.E.
Toben
Groeneweg
van Schayck
Wesseling
Spreeuwenberg
Kievit
Dekhuijzen
Koëter
Rutten-van Mölken
Verheij
Sachs
In dit overzicht ontbreekt een foto van Prof.dr. P.J.E. Bindels
KE R NTEAM LI D
Dr. Frank Smeenk ´Als longarts ben ik nauw betrokken bij COPD-
ACHTE RG RON D
zorg. Dagelijks zie ik zowel poliklinisch als klinisch veel patiënten met deze aandoening.
Frank Smeenk studeerde van 1976 tot 1983 Geneeskunde aan de
Dat zij een kwalitatief goede zorg krijgen is voor
Universiteit Groningen
mij belangrijk. Verder ben ik betrokken bij allerlei
Van 1983 tot 1986 volgt hij de vooropleiding Interne Geneeskunde in
(na)scholingscursussen voor huisartsen en long-
ziekenhuis ´De Weezenlanden´te Zwolle. Daarna is hij van 1986 - 1989
artsen in opleiding. Als zorgverlener ben ik
in opleiding tot Longarts op de afdeling Longziekten van het Catharina-
voorts betrokken bij stoppen met roken pro-
ziekenhuis te Eindhoven
gramma’s en revalidatieprogramma’s. Daarbij
In 1998 promoveert hij aan de Universiteit Maastricht op het onderwerp
wordt al snel het belang van een goede samen-
´Transmural care of terminal cancer patients’
werking tussen de verschillende disciplines die
Na een tussenstap als Longarts in het Academisch Ziekenthuis te
betrokken zijn bij de COPD zorg zichtbaar.´
Groningen, is Smeenk sinds 1 mei 1990 weer als longarts verbonden aan in het Catharina-ziekenhuis te Eindhoven
´Goede samenwerking is een conditio sine qua non voor een goede COPD-zorg in
Sinds 2001 is Smeenk voorzitter van het Concilium van de NVALT
de regio. Daarom spreekt PICASSO mij erg aan en wil ik mij inzetten voor het slagen
Tevens is hij binnen de NVALT lid is van de commissie Allergologie
ervan. Immers PICASSO staat voor:
Smeenk is o.a. ook lid van de MSRC, de commissie van opleiders Zuid-oost Nederland, en zit hij in de hoofdredactie van Pulmomotief Smeenk is sinds 2002 lid van het PICASSO Kernteam
Partner voor optimale COPD-zorg Implementatie na zorgvuldige analyse Continu verbeteren van het zorgproces
´Mijn toekomstdroom met betrekking tot de COPD-zorg is dat over 10 jaar er een
Actieve samenwerking tussen belanghebbenden
goed gestroomlijnd en geolied ketenzorgproces bestaat, waarbij de patiënt behan-
Stimuleren van kennisdeling
deld wordt door diegene die op dat moment het beste de zorg kan bieden. Dat
Serieuze aandacht voor COPD
schotten tussen de eerste en tweede lijn en de verschillende zorgverleners verdwe-
Onderbouwde inzet voor zorginterventies
nen zijn. Dit alles leidende tot een optimale diagnostiek en behandeling van COPDpatiënten zodat patiënten ook eerder kunnen worden opgespoord en worden
De rol van de Kernprojecten is van groot belang omdat hierdoor innovaties in de
behandeld. Hopelijk dat er tegen die tijd ook behandelingsvormen bestaan waar-
zorg mogelijk gemaakt worden. Bovendien wordt bij de afweging van het toeken-
mee we het beloop van de ziekte kunnen beïnvloeden. Dat er voorts een uitsteken-
nen van projecten ook sterk gekeken naar het maatschappelijk belang dat een pro-
de en succesvolle vorm van primaire preventie bestaat: het ontmoedigingsbeleid
ject zou kunnen hebben voor de COPD-zorg in de regio en of dit project eventueel
(voor vooral jeugdigen) om te gaan roken, en goede stoppen-met-roken programma’s.
later ook kan worden neergezet in andere regio’s. Dit geeft tevens aan waardoor
Door het ondersteunen van de Kernprojecten en door middel van PICASSO
PICASSO zich onderscheidt van de andere projecten.´
Support kan PICASSO hier hopelijk een steen(tje) aan bijdragen.´
L A G E R H U I S D E B AT O V E R ´ L O N G T R A M M E L A N T ´ Op 27 april vond in de Rode Hoed te Amsterdam een pittig debat plaats tussen 1e en 2e lijns COPD-zorgverleners. Aan de hand van verschillende stellingen werd onder leiding van Paul Witteman gediscussiëerd over de aanpak van en hiaten in de COPD-zorg. Marcel van Dam zorgde voor de nodige kolen op het vuur. Het verbaasde hem niks dat een ziekte met de naam COPD niet goed bekend is en herkend wordt. De term ´longtrammelant´ leek hem een stuk duidelijker… Bent u geïnteresseerd in het verslag van dit debat, mail dan naar
[email protected]
AAN BEVOLE N DOOR…
D r s . D a n i e l Ko t z , g e z o n d h e i d s w e t e n s ch a p p e r
Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO. (2004) Richtlijn Behandeling van Tabaksverslaving
schaal contacten met individuele rokers voor. In deze richtlijn worden die momenten
[Guideline Treating Tobacco Dependence]
als aanleiding beschouwd om stoppen met roken aan de orde te stellen. Voor de medische praktijk en de daarbij betrokken hulpverleners biedt deze richt-
Met jaarlijks meer dan 20.000 vroegtijdige doden door tabaksgebruik, is roken in
lijn mogelijkheden om tabaksverslaving effectief te behandelen. Hoewel primaire
Nederland een volksgezondheidsprobleem van de eerste orde. Bijna dertig pro-
preventie met name voor jongeren van groot belang is, komt in deze richtlijn alleen
cent van de bevolking rookt nog. De winst van stoppen met roken is niet alleen
de behandeling van tabaksverslaving in de zorg aan de orde.
voor de maatschappij als geheel, maar ook voor elke individuele roker, aanzienlijk. De meeste rokers blijken graag te willen stoppen. Velen hechten daarbij grote
Op PICASSO Portal vindt u de link naar de volledige tekst van deze richtlijn.
waarde aan advies van een medicus. In de gezondheidszorg doen zich op grote
Ga naar www.picassovoorcopd.nl
9
D E K U N S T VA N S A M E N W E R K E N De Kunst van Samenwerken, het credo van PICASSO voor COPD, werd tijdens het symposium gevisualiseerd onder leiding van een echte kunstenaar. Alle deelnemers leverden een eigen creatieve bijdrage aan een gezamenlijk kunstwerk. Hier en daar zat er een echte ‘Picasso’ tussen. Zie hieronder het resultaat!
COLOFON
ABONNEMENTSBON
Verzending Het PICASSO Magazine wordt 4x per jaar verstuurd naar de leden van de Kernprojecten, het Kernteam en overige geïnteresseerden om
Het PICASSO Magazine wordt 4x per jaar verstuurd naar de leden van de Kernprojecten, het
deze doelgroep te informeren over ontwikkelingen binnen en rondom
Kernteam en overige direct betrokkenen om deze doelgroep te informeren over ontwikkelingen binnen
PICASSO voor COPD.
en rondom PICASSO voor COPD. Maar ook overige geïnteresseerden kunnen het Magazine toegestuurd krijgen. Kent u / bent u iemand die middels het PICASSO Magazine en de elektronische PIC@SSO Nieuwsbrief op de hoogte gehouden wilt worden, vul dan onderstaande abonnementsbon in. Het abonnement is gratis.
Redactie Redactie Therese Noorlander en Mascha Damen (De Communicatiewinkel) Vormgeving Marty Schoutsen (Opera ontwerpers) Redactieadvies Javier Asin, Onno van Schayck, Guus Asijee, Daniel Kotz (Kernprojectlid) en Edmée van den Akker (Kernteamlid)
JA, ik ontvang graag de eerstvolgende editie van het PICASSO Magazine
en de elektronische PIC@SSO Nieuwsbrief
Reacties Voor vragen, input en/of ideeën kunt u contact opnemen met PICASSO projectmanager Therese Noorlander via 010- 40 64 269 of email naar
[email protected].
C O N TA C T G E G E V E N S © Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen en/of verveelvou-
NAAM
digd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van PICASSO.
NAAM I N STE LLI NG
Aan de artikelen en rubrieken in dit magazine wordt veel zorg en
NAAM AFDE LI NG ADRES P O S T C O D E + P L A AT S
aandacht besteed. Fouten zijn echter niet altijd te voorkomen, doordat veel teksten door derden worden aangeleverd. Daarom kan geen verantwoordelijkheid worden aanvaard voor eventuele onvoorziene gevolgen door fouten in de artikelen of rubrieken.
EMAIL
Correspondentieadres PICASSO voor COPD
Stuur de bon naar: PICASSO voor COPD, t.a.v. mevr. T. Noorlander, Postbus 37, 2900 AA Capelle a/d IJssel
10
t.a.v. mevr. T. Noorlander Postbus 37 2900 AA Capelle aan den IJssel