Pestprotocol ICBS de Tweemaster
Inhoud 1. Inleiding.......................................................................................................................... 4 2. Doelstelling .................................................................................................................... 4 3. Voorwaarden.................................................................................................................. 4 4. Signaleren ...................................................................................................................... 4 4.1 Signalen van de gepeste .................................................................................... 5 4.2 Signalen van de pester ....................................................................................... 5 5. Preventieve werkwijze ................................................................................................... 5 6. Regels............................................................................................................................. 6 7. Contract.......................................................................................................................... 6 8. Aanpak ........................................................................................................................... 7 8.1 Logboekformulier pestgedrag ........................................................................... 7 8.2 Begeleiding van de gepeste leerling .................................................................. 7 8.3 Begeleiding van de pester .................................................................................. 7 8.4 Aanspreken van de meelopers........................................................................... 8 9. Sanctiebeleid ................................................................................................................. 8 10. Vertrouwenspersoon ................................................................................................. 10 11. Tips aan ouders ter voorkoming van pesten en het vergroten van de weerbaarheid ................................................................................................................... 11 12.Tot slot ........................................................................................................................ 11
Daar waar we in dit protocol spreken/schrijven over ‘hij’, dan bedoelen we daar zowel jongens als meisjes mee. Daar we spreken/schrijven over ‘ouders’, bedoelen we ook eventueel andere verzorgers van de kinderen.
2
Voorwoord Beste lezer, Voor u, voor je ligt het pestprotocol van ICBS de Tweemaster. Het is helaas een gegeven dat… daar waar groepen kinderen of volwassenen met elkaar samen zijn (spelen en /of werken) er geplaagd en gepest wordt. Zolang het plagerijtjes zijn, zal iedereen het leuk vinden, maar wanneer de plagerijtjes pesterijtjes worden en er sprake is van structureel pesten, belanden we in een heel vervelende situatie. Dat willen we voorkomen door op school te werken volgens een bepaald stappenplan. Door middel van dit protocol kunt u kennisnemen van onze werkwijze. We leggen u uit dat ‘veiligheid, ‘geborgenheid’ en ’respect’ basisbehoeften zijn voor ieder mens en dat pesten niet in dat rijtje thuis hoort! Waaraan herkennen we een gepest kind? Waaraan herkennen we een kind dat gepest wordt? Hoe kunnen we hen helpen? Hoe kunnen we voorwaarden creëren om pestgedrag zoveel mogelijk te voorkomen? Hoe maken we inzichtelijk of een kind veel gepest wordt? Hoe maken we inzichtelijk dat een kind veel pest? Wat voor oplossingen kunnen we zoeken als er (toch) gepest wordt? In dit protocol krijgt u daarop een antwoord en dat antwoord is bepalend voor onze werkwijze. We willen als team met de kinderen en hun ouders werken aan een positieve sfeer op school. De Tweemaster, een school waar iedereen graag komt! Samen koersend op weg, voor een veilige veilige reis door het basisonderwijs! Karin Koets december 2010
3
1. Inleiding Pesten is een veel voorkomend en hardnekkig probleem dat zich helaas op de meeste scholen voordoet. Met behulp van een pestprotocol willen wij pestgedrag op De Tweemaster voorkomen en aanpakken. Het protocol is een vastgelegde werkwijze, zodat iedereen, die met de leerlingen te maken heeft, dezelfde aanpak hanteert. Dit zorgt voor duidelijkheid en structuur voor alle betrokkenen. Onze school streeft naar een goed pedagogisch klimaat waar sprake is van een prettige, ontspannen en open sfeer. Als de kinderen zich veilig, geborgen en gerespecteerd voelen, zullen ze zich optimaal kunnen ontwikkelen. We willen graag dat al onze kinderen met plezier naar school gaan. 2. Doelstelling Doelstelling - Het voorkomen van pestgedrag - Het tijdig signaleren van pestgedrag - Het bestrijden van pestgedrag 3. Voorwaarden Een belangrijke voorwaarde om een school te zijn waar alle betrokkenen zich veilig, geborgen en gerespecteerd voelen is dat er niet gepest wordt. Maar overal waar mensen samen zijn, doen zich soms ongewenste situaties voor die kunnen leiden tot pestgedrag. Pesten is een probleem dat wij als op onze school serieus willen aanpakken. Noodzakelijk hiervoor is: - dat alle betrokkenen (leerlingen, ouders, leerkrachten, conciërge, mensen van het kinderdagverblijf, nso, en tso) pesten als een probleem zien (zie signaleren) - dat het onderwerp regelmatig aan de orde komt (zie preventieve aanpak); - dat er duidelijke afspraken en regels zijn; - dat, indien pesten zich voordoet, er volgens een plan van aanpak gewerkt wordt. - dat iedereen, die op welke wijze dan ook betrokken is bij de school, zich aan deze afspraken en regels houdt. 4. Signaleren Pesten moet op school onderkend worden door alle betrokken partijen: leerkrachten, gepeste kinderen, pesters, de (zwijgende) middengroep en de ouders. Uit de signalen die kinderen vertonen is vaak op te maken dat er iets aan de hand is. Kinderen die gepest worden willen ineens niet meer naar school, worden somber of trekken zich terug. Pesten is slecht voor de sociale emotionele ontwikkeling van de gepeste en kan het leven dusdanig ontwrichten dat hij de rest van zijn leven getraumatiseerd is.
4
4.1 Signalen van de gepeste Kinderen die gepest worden zijn vaak angstig en hebben weinig zelfvertrouwen. Ze zijn minder weerbaar dan hun leeftijdsgenoten, zijn gesloten, gevoelig en verlegen. Doordat ze moeilijk voor zichzelf op kunnen komen en bang zijn om nog meer gepest te worden, zijn ze de ultieme prooi voor de pester. Mogelijke andere kenmerken waaraan we een kind dat (mogelijk) gepest wordt kunnen herkennen zijn: - angst om naar school te gaan; - weinig of geen vriendjes hebben; - niet uitgenodigd worden op feestjes; - alleen staan in de pauze; - verwondingen; - nachtmerries; - bedplassen; - concentratiestoornis; - geen eetlust; - gauw prikkelbaar of boos; - regelmatig huilen om niets; - niet naar buiten willen; - buikpijn, hoofdpijn, misselijkheid. 4.2 Signalen van de pester De pester kan agressie vertonen naar kinderen en volwassenen. Hij is vaak extravert en het lijkt of hij voor niemand bang is. Pesters hebben slechts enkele vrienden en zijn niet erg populair bij de rest van de groep. Kenmerken waaraan we een (mogelijke) pester kunnen herkennen (iets andere woordvolgorde): - fysiek sterk; - overheerst in een groep; - probeert zijn/haar zin door te drukken; - kan moeilijk tegenwerking aanvaarden ; - is vaak tegendraads naar volwassenen; - wordt als stoer gezien; - heeft weinig inlevingsvermogen; - heeft een relatief positief zelfbeeld; - heel stil zijn, niet opvallend, maar wel aansturen tot pesten. 5. Preventieve werkwijze De school probeert pestgedrag (en de problemen die daarbij komen kijken) te voorkomen door het onderwerp regelmatig te bespreken. Op de Tweemaster maken we gebruik van de methode “Leefstijl”. Door middel van kringgesprekken, rollen spelen, groepsopdrachten, enz. leert het kind verschillende vaardigheden op het gebied van de sociaal emotionele ontwikkeling zoals: kennis maken, luisteren, communiceren, zelfvertrouwen opbouwen, gevoelens uiten, assertief en weerbaar worden, conflicten oplossen, omgaan met groepsdruk, risico’s inschatten en doelen stellen.
5
Het programma van Leefstijl kent zes thema’s: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
De groep dat zijn wij (over sfeer in de groep); Praten en luisteren (over communicatie); Ken je dat gevoel? (over gevoelens); Ik vertrouw op mij (over zelfvertrouwen); Iedereen anders, allemaal gelijk (over diversiteit); Lekker gezond (over gezondheidsvaardigheden).
Verder komt dit onderwerp aan de orde op onze jaarlijks terugkerende zo geheten “pestdag”. Ook worden afspraken en regels duidelijk en regelmatig met de kinderen besproken. 6. Regels We hebben op school een gedragscode. Dit zijn vijf regels, die regelmatig onder de aandacht van de kinderen worden gebracht en die zichtbaar in de klas hangen. De vijf regels zijn: 1. Wij zijn aardig en beleefd; 2. Als ik zeg STOP, dan houd je op; 3. Kijk me aan dan kan ik je verstaan; 4. Ruzie maken mag, oplossen moet; 5. Wij zorgen allemáál, goed voor het materiaal. Verder hebben we nog algemene gedragsregels: 1. Wij zeggen elkaar gedag bij binnenkomst en bij weggaan en geven de leerkracht een hand. 2. Wij komen niet aan elkaar, en ook niet aan elkaars spullen. 3. Wij lopen (dus niet rennen of huppelen) door de gang en daardoor lopen we niemand omver. 4. Wij gaan met zorg om bij het lenen/gebruiken van andermans spullen. 5. Wij doen geen dingen bij een ander die we zelf ook niet prettig vinden. 6. Wij lossen conflicten (zelf) op door met elkaar te praten. 7. Wij luisteren naar elkaar als een ander praat. 8. Wij helpen elkaar, ook al is het niet je maatje. 9. Wij benaderen elkaar op een vriendelijke manier. 10. Wij hebben begrip voor elkaar en elkaars cultuur. 11. Wij waarschuwen de leerkracht bij pesten; dit is geen klikken. 7. Contract Om kinderen goed duidelijk te maken wat er niet geaccepteerd wordt, is het afspreken én naleven van regels met de kinderen van essentieel belang. Daarom wordt er aan het begin van elk nieuw schooljaar in elke groep een contract (zie bijlage) opgesteld dat door en met de kinderen is samengesteld. Deze wordt
6
zichtbaar in de klas naast de gedrag- en omgangsregels van de school gehangen. Alle leerlingen ondertekenen deze regels. In de onderbouw maken we de regels zichtbaar door pictogrammen. 8. Aanpak Als het pesten zich blijft voordoen, dan pakken we dit aan. Eerst proberen de kinderen er zelf uit te komen. Lukt dit echter niet, dan proberen ze samen met de leerkracht afspraken te maken. Blijft het pesten doorgaan, dan volgen er sancties. Aantekeningen en afspraken die worden gemaakt komen in de pestmap te staan. Dit is een map met logboekformulieren die worden ingevuld na een pestsituatie. 8.1 Logboekformulier pestgedrag Het logboekformulier pestgedrag wordt ingevuld na een pestsituatie. In het logboekformulier staan afspraken beschreven die met de pester en/of de gepeste zijn gemaakt. Dit formulier wordt bewaard in de algemene pestmap op een centrale plaats binnen de school (orthotheek). De formulieren bevinden zich op alfabetische volgorde (op naam van de leerling) in de pestmap, zodat we de gegevens van een leerling snel paraat hebben, bijvoorbeeld bij oudergesprekken. Zo ontstaat er een logboek als het pestprobleem bij een kind zich vaker voordoet. Bij drie meldingen in de pestmap worden de ouders op de hoogte gebracht. De pestmap werkt groepsoverschrijdend. d.w.z. bij één melding in groep 6 en twee meldingen in groep 7, zijn er 3 meldingen geconstateerd en zullen de ouders worden ingelicht. Belangrijk is dus om op het formulier te vermelden om de hoeveelste melding het gaat. De leerkracht biedt altijd hulp aan de gepeste en begeleidt de pester, indien nodig in overleg met de ouders en/of externe deskundigen. Daarom vult de leerkracht in een pestsituatie altijd de logboekformulieren in voor zowel de pester als de gepeste! 8.2 Begeleiding van de gepeste gepeste leerling - Luisteren en meeleven. Hoe en door wie wordt de leerling gepest? - Het is belangrijk dat het kind weet dat er nooit een goede reden is om te worden gepest. - Erover praten hoe leerling zelf reageert als hij/zij wordt gepest. Wat doet het kind voor, tijdens en na het pesten ? - Het kind uitleggen op welke manier hij/zij kan reageren. - Nagaan welke oplossing(en) het kind zelf ziet. - Praten met de ouders van het gepeste kind. - Hulp inschakelen van de intern begeleider en/of vertrouwenspersoon. - Het gepeste kind niet overbeschermen. - Het gepeste kind weerbaar maken. 8.3 Begeleiding van de pester - Samen zoeken naar de reden van het ruzie maken, bv. de baas spelen, jaloezie, verveling, buitengesloten voelen, enz. - Laten inzien wat het effect kan zijn voor de gepeste leerling. - Excuses laten aanbieden aan het kind dat gepest is; 7
-
Duidelijk maken dat pesten is verboden op onze school. (zo nodig) Straffen in het vooruitzicht stellen. Oefenen om niet meteen kwaad te worden, maar leren je te beheersen. Contact met de ouders opnemen en samen zoeken naar wat de oorzaak van het pesten zou kunnen zijn. Samen naar oplossingen zoeken. Zoeken naar bv. een club waar het kind kan ervaren dat contact met kinderen heel leuk kan zijn. Hulp inschakelen van de intern begeleider en/of vertrouwenspersoon. Eventueel hulp inschakelen, bv. via een sociale vaardigheidstraining, advies van de jeugdgezondheidszorg of de huisarts.
8.4 Aanspreken van de meelopers De meeloper(s) zien wij als een passieve pester. Hij is medeplichtig, blijft op afstand en doet niets om het pesten te stoppen. Hij neemt het niet op voor het slachtoffer. Hij lacht mee met de pester omdat hij bang is zelf gepest te worden. De leerkracht maakt dit gedrag en deze houding bespreekbaar in de groep. Vertellen over pestgedrag valt niet onder 'klikken'. De groep moet dit duidelijk ervaren. Wijs de groep nog eens op de gedrag- en omgangsregels. Pas op voor “bondjes” / partij kiezen, zodat het probleem niet vergroot wordt naar de gehele groep! 9. Sanctiebeleid Bij een pestprotocol hoort ook een sanctiebeleid. Het moet voor iedereen duidelijk zijn welke maatregel er bij welk gedrag wordt genomen en wie in welke situatie een sanctie op kan leggen. wanneer gedrag sanctie door wie 1e keer geconstateerd - gesprek over gedrag- en omgangsregels leerkracht pestgedrag
– bespreken van eventuele sancties
8
2e en 3e toch nog
- binnenblijven in de pauze met opdracht leerkracht eerkracht
keer
- passend strafwerk maken
pestgedrag
- nablijven na schooltijd - aantekening in de pestmap - afspraken maken over gedragsverandering - kort gesprek aan het einde van de week
4e keer
pestgedrag blijft Naast hulp bieden aan de pester, ook doorgaan
leerkracht leerkracht
straf geven omdat hij/zij geen veiligheid heeft geboden: -binnenblijven in de pauze met opdracht -nablijven na schooltijd met opdrachten (de opdrachten kunnen bestaan uit: bijv. een boek(en) lezen over pesten, een opstel schrijven over pesten) -ouders worden ingelicht -aantekening in pestmap - ouders worden ingelicht - aantekening in de pestmap
9
5e keer
blijvend
Probleemoplossend gesprek:
leerkracht in
pestgedrag
- de reden van het pestgedrag
overleg met
achterhalen
IBIB-er
- pester gevoelig maken voor wat hij doet en/of - gesprek met ouders/verzorgers
directeur
- afspraken over ‘hoe nu verder?’ (schriftelijk vastgelegd en ondertekend) - straf gaat door (zie boven) - aantekening in de pestmap - advies geven over deskundige hulp
meerdere gedrag blijft
Nu treedt het stappenplan van het
de leerkracht
keren
gehandhaafd;
protocol grensoverschrijdend gedrag in
overlegt overlegt met
geen
werking (zie bijlage)
de
verbetering
- time-out (van een dag of plaatsing in een directeur over
merkbaar
andere groep)
het
- schorsing (van een week met huiswerk
stappenplan
of plaatsing in een andere groep) - verwijdering (mits er een andere school de directeur is)
licht het schoolbestuur in
De leerkracht van de pester en de gepeste vult het logboekformulier in. Wanneer een andere leerkracht het pesten signaleert, wordt de leerkracht van het kind daarvan op de hoogte gesteld. 10. Vertrouwenspersoon De stichting heeft een vertrouwenspersoon. Op school hebben we een contactpersoon. De naam van de contactpersoon staat in de schoolgids vermeld. Zowel leerkrachten als leerlingen en ouders mogen de contactpersoon of de vertrouwenspersoon inschakelen. De vertrouwenspersoon (of vertrouwenspersonen) kan hulp bieden aan leerlingen op drie probleemgebieden, te weten: - problemen waar leerlingen mee zitten en niet met hun leerkracht over willen praten; - machtsmisbruik op school;
10
-
machtsmisbruik of onmacht in het gezin.
Deze probleemgebieden kunnen mogelijk een oorzaak van pesten of gepest worden zijn. Voor de verdere taakbeschrijving van de vertrouwenspersoon verwijzen wij naar het Personeelsvademecum Stichting Confessioneel Onderwijs de la Salle. 11. Tips aan ouders ter ter voorkoming van pesten en het vergroten van de weerbaarheid - Leer uw kinderen om voor zichzelf en anderen op te komen. Het is goed wanneer kinderen al op jonge leeftijd overwogen NEE durven te zeggen. Laat uw kinderen in de thuissituatie oefenen. Moedig uw dochter en/of zoon aan om tegen u en tegen elkaar te zeggen wat ze wel of niet willen. Leer hen om te onderhandelen over oplossingen. - Leer uw kinderen om hulp te vragen. Neem hun vragen serieus. Los hun problemen niet op, maar steun ze in het vinden van oplossingen. Stimuleer uw kinderen om ook de leerkracht om hulp te vragen. - Los conflicten met uw kinderen op door te praten. Kinderen leren het meest van voorbeelden die ze krijgen. - Geef uw kinderen aandacht. Laat ze ervaren dat ze belangrijk zijn. Toon interesse in waar ze spelen en heen gaan, met wie ze omgaan, met wie ze MSN-en e.d. Geef uw kinderen echter niet het gevoel dat ze steeds gecontroleerd worden. - Geef uw kinderen meer complimenten dan kritiek. - Laat uw kinderen kennis maken met verschillende mensen, zoals met andere culturen. Als u respect toont, leren kinderen dat anderen niet raar, vreemd of eng zijn. - Grijp in, als u merkt dat uw kind agressief is of gepest of buitengesloten wordt.
12.Tot 12.Tot slot De directie, het team en de medezeggenschapsraad onderschrijven gezamenlijk het pestbeleid en het pestprotocol. Alle betrokkenen binnen school handelen naar dit beleid en protocol. Deze worden elke twee jaar geëvalueerd en indien nodig bijgesteld.
11