Pensioen: de basisprincipes Om uw specifieke situatie te kunnen beoordelen, moet u eerst de basisprincipes* kennen. We behandelen deze principes aan de hand van een aantal relevante vragen. Maar eerst schetsen we de grote lijnen van het Generatiepact. Het Generatiepact reikt veel verder dan alleen maar de eindeloopbaanproblematiek. Het wil meer jongeren en vijftigplussers aan het werk krijgen, de kansen van ouderen op de arbeidsmarkt verhogen, vervroegd stoppen met werken ontmoedigen, langer werken aanmoedigen, de sociale uitkeringen sneller aanpassen aan het welvaartspeil en de financiering van de sociale zekerheid versterken. Hoe dit concreet zal gebeuren en welke gevolgen dat voor u heeft, leest u in dit en het volgende hoofdstuk.
Wanneer kan ik met pensioen? Sinds 1 januari 2004 wordt het wettelijk pensioen voor werknemers en voor zelfstandigen automatisch toegekend zodra ze de pensioenleeftijd bereiken. Het rustpensioen gaat normaal in op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin u de normale pensioenleeftijd bereikt. Voor mannen is dat 65 jaar. Voor vrouwen was dat tot voor kort 60 jaar, maar de pensioenleeftijd wordt voor hen geleidelijk opgetrokken tot eveneens 65 jaar. Tot 1 januari 2009 is een overgangsregeling van kracht. * We beperken ons hier tot de regeling voor werknemers en zelfstandigen. De regeling voor ambtenaren verschilt op nogal wat punten en kent ook tal van uitzonderingen. Voor meer informatie kunt u terecht bij de Pensioendienst voor de overheidssector (zie pag.
Overgangsregeling normale pensioenleeftijd voor vrouwen Pensioen gaat in Vereiste leeftijd tussen 01-01-2006 en 31-12-2008 64 vanaf 01-01-2009 65 Vervroegd pensioen op 60 jaar is mogelijk, maar u moet dan wel kunnen aantonen dat u een minimaal aantal jaren van uw loopbaan (inclusief de gelijk- gestelde jaren, zie pag. 26 voor werknemers en pag. 28 voor zelfstandigen) achter de rug hebt. Sinds 2005 bedraagt de minimumloopbaan 35 jaar. Bij zelfstandigen die vervroegd met pensioen gaan, wordt voor elk jaar vervroeging een procentuele vermindering ingehouden op het pensioenbedrag, en dat zolang ze nog een pensioen krijgen. Deze ‘boete’ bestaat niet voor werknemers. De vermindering werd niet toegepast wanneer een zelfstandige tussen 2003 en 2005 met pensioen ging en een volledige beroepsloopbaan had van 45 jaar (43 voor vrouwen). Sinds 2006 volstaat een beroepsloopbaan van 44 jaar om aan de vermindering te ontsnappen. Vervroegde pensionering zelfstandigen: procentuele vermindering Leeftijd
Man
Vrouw
60 jaar 61 jaar 62 jaar 63 jaar 64 jaar
-25% -18% -12% -7% -3%
-18% -12% -7% -3%
23
Brugpensioen in één oogopslag Minimumleeftijd
Te bewijzen loopbaan in jaren
Algemene regel
60 jaar
Mannen 30 jaar (vanaf 2008) 35 jaar (vanaf 2012)
Vrouwen 26 jaar (vanaf 2008) 28 jaar (vanaf 2012) 30 jaar (vanaf 2016) 32 jaar (vanaf 2020) 34 jaar (vanaf 2024) 35 jaar (vanaf 2028)
Langere loopbaan
58 jaar
Mannen 35 jaar (vanaf 2008) 37 jaar (vanaf 2010) 38 jaar (vanaf 2012)
Vrouwen 30 jaar (vanaf 2008) 33 jaar (vanaf 2010) 35 jaar (vanaf 2012) 38 jaar (vanaf 2014)
Zwaar beroep
58 jaar
35 jaar + een zwaar beroep* gedurende minstens 5 jaar in de laatste 10 jaar of minstens 7 jaar in de laatste 15 jaar
Specifieke belastende beroepen
56 jaar
- arbeidsongeschikte bouwvakkers: 33 jaar, waarvan minstens 10 jaar in de bouw; - alle werknemers: 33 jaar, waarvan minstens 20 jaar in ploegen met nachtarbeid. Bijkomende voorwaarde: de regeling moet vastgelegd zijn in een cao die elke twee jaar verlengbaar is.
Specifieke regelingen
55/56/57 jaar
38 jaar (tot 2010), daarna wordt de minimumleeftijd opgetrokken tot 56 jaar vanaf 2011; 57 jaar vanaf 2013; 58 jaar vanaf 2015. De regeling geldt onder andere in de sectoren metaal, chemie en glas. Bestaande regelingen zijn verlengbaar voor maximaal 3 jaar. Er mogen geen nieuwe regelingen worden gemaakt.
* In de Nationale Arbeidsraad wordt een lijst van zware beroepen opgemaakt. Werken in wisselende ploegen is alvast erkend als zwaar beroep.
Brugpensioen Vervroegd pensioen mag u niet verwarren met brugpensioen. Brugpensioen is een specifieke vorm van werkloosheid. U kunt met brugpensioen als u wordt ontslagen en beantwoordt aan bepaalde vereisten met betrekking tot leeftijd en loopbaan. Tevens bestaan er specifieke regelingen voor bepaalde sectoren en voor werknemers van bedrijven in moeilijkheden of herstructurering. Het Generatiepact brengt enkele belangrijke wijzigingen in het brugpensioen aan.
24
Brugpensioen is interessanter dan vervroegd pensioen omdat u een werkloosheidsuitkering krijgt die wordt berekend op het laatste loon. Bij vervroegd pensioen wordt het pensioenbedrag berekend over de hele loopbaan. Als er aan bepaalde voorwaarden is voldaan, wordt de werkloosheidsuitkering van ontslagen werknemers bovendien verhoogd met een aanvullende vergoeding, waarvoor in bepaalde gevallen zelfs een belastingvermindering wordt toegekend. Bruggepensioneerden kunnen níét vervroegd met pensioen, maar moeten tot de normale pensioenleeftijd (65 jaar) in brugpensioen blijven. Dat betekent wel dat de jaren in brugpensioen meetellen voor de berekening van de loopbaan.
1
• De algemene regel De belangrijkste wijzigingen van het Generatiepact hebben betrekking op de leeftijd en de loopbaanvereisten. Een werknemer die na zijn zestigste verjaardag werkloos wordt, kan met brugpensioen als hij een loopbaan van minstens 30 jaar (mannen) of 26 jaar (vrouwen) heeft. Deze loopbaanvereiste wordt in de toekomst opgetrokken tot 35 jaar. Brugpensioen op 58 jaar blijft mogelijk voor wie een langere loopbaan heeft gehad en voor wie een zwaar beroep heeft uitgeoefend. Vroeger met brugpensioen gaan, blijft ook mogelijk voor sommige belastende beroepen en in bepaalde sectoren. De details van al deze uitzonderingen vindt u in bijgaand overzicht. Voor de volledigheid vermelden we nog even dat er ook een regeling voor halftijds brugpensioen bestaat. Omdat die erg ingewikkeld is en zelden wordt gebruikt, gaan we daar niet verder op in.
• Onderneming in herstructurering of in moeilijkheden Ook voor werknemers van ondernemingen in her- structurering of in moeilijkheden, die getroffen worden door een collectieve opzegging, blijft een vervroegde brugpensionering op 50, 52 of 55 jaar mogelijk. Vereist is een loopbaan van 20 jaar als werknemer, of van 10 jaar in dezelfde sector. Bovendien moet de betrokkene minstens 1 jaar anciënniteit hebben in het bedrijf, de brugpensioenleeftijd bereikt hebben en zes maanden actief deelnemen aan een tewerkstellingscel. Ook moet hij als bruggepensioneerde tot zijn 58e beschikbaar blijven voor de arbeidsmarkt en mag hij een passend werk of passende opleiding niet weigeren op straffe van een tijdelijke of definitieve schorsing.
Ten slotte moet de werkgever de verlaging van de brugpensioenleeftijd expliciet aanvragen én moet hij met de vakbonden een sociaal plan opstellen.
• Andere regelingen Bij de Canada Dry-regeling krijgt een ontslagen werknemer boven op zijn werkloosheidsuitkering een extra toeslag van zijn werkgever, zodat zijn inkomen op hetzelfde peil blijft als voor zijn ontslag. Tot eind 2005 werd deze aanvulling beschouwd als een werkloosheidsuitkering en werd er een belastingvermindering voor toegekend. Voor regelingen die zijn ingegaan sinds 1 januari 2006 wordt de aanvulling beschouwd als loon, wat fiscaal veel minder interessant is. Er zijn niet alleen maatregelen om vroegtijdig stoppen met werken tegen te gaan, 50-plussers worden ook aangespoord om langer aan het werk te blijven. Werknemers en zelfstandigen die van hun 62e (of na een loopbaan van 44 jaar) tot hun 65e blijven werken, krijgen een pensioenbonus, dat wil zeggen een blijvend hoger pensioen vanaf de pensionering. De verhoging bedraagt 52 euro per maand voor wie één jaar (zelfstandigen: vier kwartalen) langer werkt, 104 euro voor wie twee jaar (acht kwartalen) langer werkt en 156 euro voor wie drie jaar (twaalf kwartalen) langer werkt. Voor zelfstandigen worden deze verhogingen omgerekend naar het aantal kwartalen dat ze langer hebben gewerkt. Wie bijvoorbeeld maar aan twee kwartalen komt, zal een verhoging van 26 euro per maand krijgen. De pensioenbonus geldt voor rustpensioenen die van start gaan vanaf 1 januari 2007, en wordt berekend op basis van de langer gewerkte periode vanaf 1 januari 2006.
25
De 6 stappen voor de berekening van uw pensioen kort samengevat:
Berekening van het wettelijk pensioen voor werknemers Het bedrag van het wettelijk pensioen wordt berekend op basis van - de loopbaan, - het beroepsinkomen, - de gezinssituatie.
• Uw loopbaan U geniet pensioenrechten voor maximaal 45 loopbaanjaren. Voor vrouwen was dat vroeger 40 jaar, maar door de overgangsregeling voor de pensioenleeftijd bedraagt dat maximum momenteel 44 voor wie met pensioen gaat tussen 1 januari 2006 en 31 december 2008. Vanaf 2009 wordt het opgetrokken tot 45. Het jaar waarin uw pensioen ingaat, wordt níét meegerekend. De volgende periodes (de 'gelijkgestelde periodes') worden onder bepaalde voorwaarden wél meegeteld bij het berekenen van de beroepsloopbaan: - vakantiedagen, - onvrijwillige werkloosheid en beroepsopleiding, - brugpensioen, - loopbaanonderbreking, - militaire of burgerdienst, - ziekte of invaliditeit, - periodes van arbeidsongeschiktheid van minstens 66%, ten gevolge van een arbeidsongeval of een beroepsziekte, - geregulariseerde studieperiodes, - erkende stakingsperiodes. Als u in totaal meer dan 45 (voor mannen), respectievelijk 44 jaar (voor vrouwen) hebt gewerkt, worden de minst voordelige jaren (dat wil zeggen de jaren waarin
26
Stap 1 Tel uw aantal loopbaanjaren. Stap 2 Neem uw loon (reëel, fictief) voor elk loopbaanjaar, rekening houdend met een plafond. Stap 3 Indexeer en herwaardeer deze lonen; houd daarbij eventueel al rekening met het minimumrecht per loopbaanjaar. Stap 4 Deel deze lonen door 45 (mannen) of 44 (vrouwen – dit cijfer wordt opgetrokken tot 45 in 2009 – zie ook pag. 23). Stap 5 Neem van deze bedragen telkens 75% (gezinspensioen) of 60% (alleenstaandenpensioen). Stap 6 Tel deze bedragen samen en u hebt uw brutojaarpensioen. Dit kan eventueel worden verhoogd door toepassing van het minimumpensioen.
uw pensioenrechten het laagst waren) bij de berekening van uw pensioen geschrapt. Deze beperking op het maximale aantal loopbaanjaren dat bij de berekening van uw pensioen wordt meegerekend, geldt ook als u bijvoorbeeld als bediende en tegelijkertijd als zelfstandige hebt gewerkt. Peter (65) gaat dit jaar met pensioen en heeft een volledige loopbaan van 45 jaar als bediende achter de rug. Tijdens die periode werkte hij bovendien 5 jaar als zelfstandig boekhouder. Voor de berekening van zijn pensioen zal alleen rekening worden gehouden met zijn 45 beroepsloopbaanjaren als bediende, want die zijn het voordeligst. Dat betekent wel dat hij voor de bijdragen die hij als zelfstandige heeft betaald, geen extra pensioen krijgt uitgekeerd.
3
• Uw loon en uw gezinssituatie Voor elk jaar van uw loopbaan wordt een bepaald bedrag genomen. Voor werknemers is dit bedrag het brutoloon of, voor de gelijkgestelde periodes, een fictief loon. Het loon waarmee rekening zal worden gehouden in de pensioenberekening wordt beperkt tot een bepaald maximumbedrag. Per 1 januari 2007 bedroeg dat bijvoorbeeld 44 081,27 euro. Is uw loon hoger dan dit bedrag, dan wordt met het gedeelte boven dit plafond geen rekening gehouden bij de berekening van uw pensioen. Deze jaarbedragen worden aangepast aan het indexcijfer dat geldt op de ingangsdatum van uw pensioen. Voor de jaren 1955 tot en met 1974 wordt het bedrag bovendien vermenigvuldigd met een welvaartscoëfficiënt. Op die manier worden de – toen lagere – lonen aangepast aan het huidige welvaartspeil. Deze welvaartscoëfficiënt wordt echter geleidelijk afgebouwd en zal geen effect meer hebben voor wie vanaf 2005 met pensioen ging. Al deze jaarbedragen worden telkens gedeeld door 45 (voor mannen) of 44 (voor vrouwen – zie de overgangsregeling voor de pensioenleeftijd op pag. 23). Van deze bedragen krijgt u een bepaald percentage toegekend, afhankelijk van uw gezinssituatie. Als u in aanmerking komt voor een gezinspensioen, wordt 75% van elk jaarbedrag genomen. Een gezinspensioen krijgt u wanneer u gehuwd bent en u uw partner ten laste hebt (zie kaderstuk pag. 31). In andere gevallen krijgt u een alleenstaanden- pensioen, waarvoor het percentage 60% bedraagt. Het is goed mogelijk dat twee gehuwde partners elk een alleenstaandenpensioen krijgen.
De tot deze percentages herleide jaarbedragen worden samengeteld en die som vormt uw jaarpensioen.
• Minima en vakantiegeld Voor een volledige loopbaan mag het rustpensioen niet onder een bepaald bedrag zakken. Dat bedrag wordt regelmatig aangepast en bedraagt sinds 1 oktober 2006 883,64 euro per maand voor een alleenstaanden- pensioen en 1 104,20 euro per maand voor een gezinspensioen. U komt in aanmerking voor dit minimum bij minimaal twee derde van een volledige loopbaan. Bij een niet-volledige loopbaan wordt het bedrag wel omgerekend naar het aantal loopbaanjaren. Jaarlijks hebt u recht op vakantiegeld, maar niet tijdens het eerste jaar van uw pensionering en slechts gedeeltelijk tijdens het tweede jaar, namelijk pro rata van het aantal maanden dat u het eerste jaar met pensioen was. Het vakantiegeld wordt jaarlijks uitbetaald in mei en bedraagt maximaal 656,88 euro als u een gezinspensioen krijgt, en 525,50 euro* als u een alleenstaandenpensioen geniet. Deze bedragen mogen bovendien niet hoger liggen dan het pensioen dat u uitbetaald krijgt in de maand mei, anders worden ze herleid tot dat bedrag. Het gaat om brutobedragen, waarop u wellicht nog belastingen moet betalen. Als u op het ogenblik van uw pensionering een brugpensioen of een uitkering wegens werkloosheid of ziekte geniet, krijgt u vanaf het eerste jaar uw volledige vakantiegeld.
* Bedragen op 01-05-2006
27
Marc heeft 30 loopbaanjaren als werknemer en krijgt een alleenstaandenpensioen. Zijn pensioen komt bij de gewone berekening uit op bruto 452,41 euro per maand. Hij kan daardoor aanspraak maken op het wettelijk minimum. Omdat hij geen volledige loopbaan heeft, wordt het minimumbedrag omgerekend naar zijn specifieke loopbaan van 30 jaar. In zijn geval levert dat het volgende resultaat op: 883,64 x 30/45 = 589,09 euro per maand.
Berekening van het wettelijk pensioen voor zelfstandigen Ook voor zelfstandigen wordt het bedrag van het wettelijk pensioen berekend op basis van - de loopbaan, - het beroepsinkomen, - de gezinssituatie.
• Uw loopbaan U geniet pensioenrechten voor maximaal 45 loopbaanjaren. Voor vrouwen was dat vroeger 40 jaar, maar door de overgangsregeling voor de pensioenleeftijd (zie pag. 23) bedraagt dat maximum momenteel 44 voor wie met pensioen gaat tussen 1 januari 2006 en 31 december 2008. Daarna wordt het opgetrokken tot 45. Het jaar waarin uw pensioen ingaat, wordt níét meegerekend. Onder bepaalde voorwaarden worden de volgende periodes (de 'gelijkgestelde periodes') wél meegeteld bij het berekenen van de beroepsloopbaan:
28
- militaire dienst of burgerdienst, - ziekte of invaliditeit, - periodes van arbeidsongeschiktheid van minstens 66%, ten gevolge van een arbeidsongeval of een beroepsziekte, - geregulariseerde studieperiodes. Als u meer dan 45, respectievelijk 44 jaar hebt gewerkt, worden de minst voordelige jaren bij de berekening van uw pensioen geschrapt. Deze beperking op het maximale aantal loopbaanjaren dat bij de berekening van uw pensioen wordt meegerekend, geldt ook als u bijvoorbeeld als ambtenaar en tegelijkertijd als zelfstandige hebt gewerkt. Jozef (65) gaat dit jaar met pensioen en heeft een volledige loopbaan van 45 jaar als ambtenaar achter de rug. Tijdens die periode werkte hij bovendien 20 jaar als zelfstandig landmeterexpert. Voor de berekening van zijn pensioen zal alleen rekening worden gehouden met zijn 45 beroepsloopbaanjaren als ambtenaar, want die zijn het voordeligst. Dat betekent wel dat hij voor de bijdragen die hij als zelfstandige heeft betaald, geen enkele return krijgt. Zelfstandigen met minstens twee derden van een volledige loopbaan in hoofdberoep hebben recht op een pensioenbijslag. Wie een kortere loopbaan heeft, kan eventueel extra loopbaanjaren krijgen.
3
• Uw bedrijfsinkomsten en uw gezinssituatie
• Minima en vakantiegeld
Voor elk jaar van uw loopbaan wordt een bepaald bedrag genomen. Voor zelfstandigen wordt voor de jaren vóór 1984 een forfaitair bedrag per jaar genomen dat voor iedereen hetzelfde is. Voor de jaren daarna worden de reële inkomsten genomen. Voor de gelijkgestelde periodes is dit een fictief inkomen.
Voor een volledige loopbaan mag het rustpensioen niet onder een bepaald bedrag zakken. Dat bedrag wordt regelmatig gewijzigd en bedraagt sinds 1 december 2006 754,29 euro per maand voor een alleenstaandenpensioen en 996,05 euro per maand voor een gezinspensioen. U komt in aanmerking voor dit minimum bij minimaal twee derde van een volledige loopbaan - het bedrag wordt dan wel omgerekend naar het aantal loopbaanjaren.
Het inkomen waarmee rekening zal worden gehouden in de pensioenberekening wordt beperkt tot een bepaald maximumbedrag. Voor 2006 bedroeg dat bijvoorbeeld 47 203,12 euro. Is uw inkomen hoger dan dit bedrag, dan wordt met het gedeelte boven dit plafond geen rekening gehouden bij de berekening van uw pensioen. Al deze jaarbedragen worden telkens gedeeld door 45 (voor mannen) of 44 (voor vrouwen). Van al deze bedragen krijgt u een bepaald percentage toegekend, afhankelijk van uw gezinssituatie. Als u in aanmerking komt voor een gezinspensioen, wordt 75% van elk jaarbedrag genomen. Een gezinspensioen krijgt u wanneer u gehuwd bent en u uw partner ten laste hebt (zie kaderstuk pag. 31). In andere gevallen krijgt u een alleenstaanden- pensioen, waarvoor het percentage 60% bedraagt. Het is goed mogelijk dat twee gehuwde partners elk een alleenstaandenpensioen krijgen. De tot deze percentages herleide jaarbedragen worden samengeteld en die som vormt uw jaarpensioen.
Voor de berekening van de tweederdeloopbaan tellen vanaf 1 januari 1990 bij een gemengde loopbaan (bv. als zelfstandige en als werknemer) ook de jaren als werknemer mee. Wel wordt het pensioen slechts aangevuld tot het bedrag van de inkomensgarantie voor ouderen (zie pag. 33). Martin heeft 30 loopbaanjaren als zelfstandige en krijgt een alleenstaandenpensioen. Zijn pensioen komt bij de gewone berekening op 328,46 euro. Hij kan daardoor aanspraak maken op het wettelijk minimum, in dit geval: 754,29 x 30/45 = 502,86 euro. Om de kloof tussen de werknemers- en de zelfstandigen- pensioenen wat kleiner te maken, wordt het wettelijk minimumpensioen voor zelfstandigen sinds 2004 jaarlijks gemiddeld met 30 euro per maand verhoogd. Dat zal in december 2007 voor de laatste keer gebeuren. Verder was het de bedoeling om al in 2006 een ‘eerste pensioenpijler bis’ in te voeren voor zelfstandigen. Dat is tot nu toe niet gebeurd. Voor deze eerste pijler bis zouden alle zelfstandigen verplicht een bepaald percentage van hun inkomen moeten afstaan.
29
De 5 stappen voor de berekening van uw pensioen kort samengevat:
Wat gebeurt er bij een scheiding? • Echtscheiding
Stap 1 Stap 2
Tel uw aantal loopbaanjaren. Neem uw forfaits en uw bedrijfsinkomsten voor elk loopbaanjaar en het fictieve inkomen voor de gelijkgestelde periodes. Stap 3 Deel deze inkomens door 45 (mannen) of 44 (vrouwen – dit cijfer wordt opgetrokken tot 45 in 2009 – zie ook overgangsregeling op pag. 23). Stap 4 Neem van deze bedragen telkens 75% (gezinspensioen) of 60% (alleenstaandenpensioen). Stap 5 Tel deze bedragen samen en u hebt uw brutojaarpensioen. Dit kan eventueel worden verhoogd door toepassing van het minimumpensioen.
Onder bepaalde voorwaarden kunnen ex-echtgenoten (zowel zelfstandigen als werknemers) aanspraak maken op een eigen rustpensioen als gescheidene. Dit pensioen wordt berekend op basis van de bezoldigingen van de ex-partner tijdens de huwelijksjaren. Van elk jaarloon wordt 62,50% bij de berekening meegeteld. De berekening gebeurt verder zoals beschreven op pag. 26 (werknemers) en pag. 28 (zelfstandigen). Het pensioen wordt berekend als een alleenstaandenpensioen, dus voor 60%. Het rustpensioen voor gescheidenen gaat in principe pas in op de normale pensioenleeftijd (65 voor mannen, momenteel 64 voor vrouwen). Het kan alleen vervroegd ingaan als de rechthebbende op hetzelfde moment zelf met pensioen gaat en dus naast het rustpensioen voor gescheidenen ook een rustpensioen op basis van zijn/haar eigen beroepsactiviteiten krijgt.
Deze bijdragen zouden worden gekapitaliseerd en de opgebouwde reserve zou bij pensionering worden uitgekeerd als aanvullend pensioen. Of de eerste pijler bis er vooralsnog zal komen, is niet duidelijk.
Het recht op een rustpensioen als gescheidene vervalt als u hertrouwt. U hebt er opnieuw recht op als dit nieuwe huwelijk wordt ontbonden door overlijden of echtscheiding.
Slechts een kleine groep zelfstandigen heeft recht op vakantiegeld. Dat wordt uitbetaald in juli en kan hoogstens 20% van het pensioen van die maand bedragen, met een maximum van 112,70 euro voor een gezinspensioen en 90,17 euro voor een alleenstaandenpensioen*. Wie recht heeft op een minimumpensioen, krijgt geen vakantiegeld. Het gaat om brutobedragen, waarop u wellicht nog belastingen moet betalen.
• Feitelijke scheiding of scheiding van tafel en bed
* Bedragen op 01-12-2006
30
Bij de berekening van de pensioenen voor beide partners wordt uitgegaan van de situatie waarin ze nog samenwoonden. Een van de echtgenoten kan eventueel aanspraak maken op de helft van het gezinspensioen dat aan de andere echtgenoot wordt toegekend zodra die recht heeft op een rustpensioen. Hiervoor moet u wel een aparte aanvraag indienen.
3
Wat als ik in het buitenland heb gewerkt? De regeling verschilt naargelang van het land waar u hebt gewerkt. Voor grensarbeiders is er bovendien een aparte regeling. Meer informatie hierover kunt u krijgen bij uw gemeentebestuur of bij de Rijksdienst voor Pensioenen (zie pag. 86).
Hoe zit het met bijverdiensten? Het gezinspensioen U krijgt een gezinspensioen als u gehuwd bent en uw partner: - geen vervangingsinkomen heeft; - geen wettelijk pensioen heeft; - een heel klein wettelijk pensioen heeft. Het pensioen van de partner moet met name kleiner zijn dan het verschil tussen het gezinspensioen dat u zou krijgen en het alleenstaandenpensioen dat u zou krijgen. Als het pensioen van uw partner een werknemerspensioen is, wordt dat automatisch geschrapt. Als het om een pensioen uit een andere regeling (bv. zelfstandigen) gaat, wordt het bedrag afgetrokken van het gezinspensioen. In ieder geval geldt voor u beiden altijd de meest voordelige oplossing: ofwel twee alleenstaanden- pensioenen als die samen hoger liggen dan het gezinspensioen, ofwel een gezinspensioen als dat hoger is dan de som van uw twee alleenstaandenpensioenen; - geen of slechts beperkte beroepsinkomsten heeft. De beroepsinkomsten mogen niet boven de jaargrens van de toegestane arbeid voor gepensioneerden uitkomen (zie pag. 32).
Gepensioneerden mogen bijverdienen, hetzij als werknemer, hetzij als zelfstandige. U moet dat in principe wel altijd van tevoren aangeven bij de pensioendiensten. U vult dan een speciaal formulier in dat verkrijgbaar is bij de gemeente. Ook moet u uw werkgever er via een aangetekend schrijven van op de hoogte brengen dat u pensioengerechtigd bent. De aangifteplicht geldt niet als u al 65 jaar bent, minstens één keer pensioen kreeg uitbetaald, en nog een activiteit als werknemer aanvat. Voor een beroepsactiviteit als zelfstandige na pensionering blijft de aangifteplicht voorlopig wel van kracht. Verder zijn er grenzen aan wat u mag verdienen. Als die grenzen worden overschreden met 15% of meer, wordt het rustpensioen dat jaar niet uitbetaald. Als de grenzen met een lager percentage worden overschreden, wordt dat percentage afgetrokken van het pensioenbedrag voor dat jaar. Houd er rekening mee dat een bijverdienste fiscaal sterk wordt afgeroomd. Om te beginnen betaalt u er belasting op tegen het gewone progressieve tarief van de personenbelasting. Daarnaast valt (een deel van) de belastingvermindering voor vervangingsinkomens (waartoe ook het pensioen behoort) weg. In de praktijk zal iemand met een pensioen hoger dan 10 000 euro (alleenstaandenpensioen) of 13 750 euro (gezins- pensioen) na belastingen slechts 20 tot 30% van zijn bijverdienste overhouden.
31
• Bijverdienen als werknemer
De grenzen voor bijverdiensten van een werknemer hebben betrekking op het brutojaarinkomen. Onder werknemer wordt verstaan: arbeider of bediende met een arbeidsovereenkomst, of personen in een overheidsdienst of in een ander ambt.
• U behoudt uw pensioen als uw bijverdiensten niet hoger zijn dan de volgende bedragen*: Bij rustpensioen op de normale leeftijd - Met kinderlast 20 860,00 euro - Zonder kinderlast 17 149,20 euro Bij vervroegd rustpensioen - Met kinderlast 11 132,37 euro - Zonder kinderlast 7 421,57 euro • Uw pensioen wordt opgeschort vanaf de volgende bedragen: Bij rustpensioen op de normale leeftijd - Met kinderlast 23 989,00 euro - Zonder kinderlast 19 721,58 euro Bij vervroegd rustpensioen - Met kinderlast 12 802,23 euro - Zonder kinderlast 8 534,81 euro • Uw pensioen wordt verminderd met een bepaald percentage Als uw inkomsten tussen de bedragen in bovenstaande tabellen liggen, wordt berekend met welk percentage de benedengrens (eerste tabel) is overschreden. Uw pensioen wordt met datzelfde percentage verminderd voor het desbetreffende jaar.
* Bedragen geldig op 01-01-2007.
32
• Bijverdienen als zelfstandige De grenzen voor bijverdiensten van een zelfstandige hebben betrekking op het netto belastbaar beroepsinkomen. Dat is het bruto belastbaar beroepsinkomen verminderd met de beroepskosten en met eventuele beroepsverliezen en rekening houdend met een mogelijke verliescompensatie tussen echtgenoten en met eventuele vervangingsinkomsten (die worden erbij geteld). Als u gelijktijdig of achtereenvolgens bijverdient als werknemer en als zelfstandige, gelden de grenzen hieronder.
• U behoudt uw pensioen als uw bijverdiensten niet hoger zijn dan de volgende bedragen*: Bij rustpensioen op de normale leeftijd - Met kinderlast 16 687,98 euro - Zonder kinderlast 13 719,35 euro Bij vervroegd rustpensioen - Met kinderlast 8 905,89 euro - Zonder kinderlast 5 937,26 euro • Uw pensioen wordt opgeschort vanaf de volgende bedragen: Bij rustpensioen op de normale leeftijd - Met kinderlast 19 191,18 euro - Zonder kinderlast 15 777,25 euro Bij vervroegd rustpensioen - Met kinderlast 10 241,77 euro - Zonder kinderlast 6 827,85 euro • Uw pensioen wordt verminderd met een bepaald percentage Als uw inkomsten tussen de bedragen in bovenstaande tabellen liggen, wordt berekend met welk percentage de benedengrens (eerste tabel) is overschreden. Uw pensioen wordt met datzelfde percentage verminderd voor het desbetreffende jaar. * Bedragen geldig op 01-01-2007.
3
Kan ik twee pensioenen cumuleren? Als u als werknemer én als zelfstandige hebt gewerkt, kunt u voor beide activiteiten een rustpensioen genieten. Desondanks zult u in totaal nooit voor meer dan een volledige loopbaan pensioenrechten krijgen. Er wordt geen rekening gehouden met de jaren die u eventueel meer hebt gewerkt. Als er jaren wegvallen, zijn dat altijd de voor u minst voordelige. Voor de cumulatie van een rustpensioen met een overlevingspensioen (zie pag. 62) of met een pensioen als gescheidene gelden telkens specifieke beperkingen.
Wat als ik geen recht op pensioen heb? Als u geen of een te laag pensioen hebt, kunt u aanspraak maken op de 'inkomensgarantie voor ouderen' (IGO). Deze IGO vervangt sinds 1 januari 2001 het gewaarborgd inkomen voor bejaarden. Het verschil is dat het om een geïndividualiseerd recht gaat waarop iedereen vanaf een bepaalde leeftijd aanspraak kan maken, dat er minder strenge normen worden gehanteerd bij het onderzoek naar de bestaansmiddelen, dat de basisbedragen hoger liggen en dat de inkomensgarantie zowel voor mannen als voor vrouwen vanaf 62 jaar wordt toegekend. Deze leeftijdsgrens wordt wel geleidelijk opgetrokken en zal vanaf 2009 op 65 jaar liggen.
Door de belastinghervorming zijn er sinds het inkomstenjaar 2004 fiscaal geen verschillen meer tussen gehuwden en samenwonenden. Soms kan een huwelijk interessanter zijn dan samenwonen, bijvoorbeeld als een van de twee een heel klein pensioen heeft dat, samengeteld met het alleenstaandenpensioen van de partner, minder oplevert dan één gezinspensioen.
Wat bij deeltijdse arbeid? De algemene regel is dat uw pensioen altijd in verhouding staat tot uw arbeidsprestaties. Met andere woorden: uw pensioen wordt berekend over het loon dat u als parttimer tijdens uw loopbaanjaren hebt verdiend. Als u als parttimer een aantal jaren werkloos was, krijgt u voor die periode een fictief loon toegekend pro rata van uw deeltijdse activiteiten voordien. In een aantal gevallen is er een voordeligere regeling, namelijk als u deeltijds bent gaan werken om niet werkloos te worden of in het kader van arbeidsherverdelende maatregelen.
Wat gaat er van mijn pensioen af? Van pensioenen boven een bepaald inkomensplafond worden automatisch de bedrijfsvoorheffing (belastingen), de bijdrage voor de verplichte ziekteverzekering en de zogenaamde solidariteitsbijdrage afgehouden.
Hoe zit het met samenwonenden? Enerzijds heeft samenwonen geen invloed op de hoogte van het pensioen. Voor samenwonenden bestaat er namelijk geen regeling van een gezinspensioen, zij krijgen altijd een alleenstaandenpensioen. Anderzijds zal een pensioenuitkering ook niet worden verlaagd omdat u samenwoont.
33