De presentatie: basisprincipes Een presentatie is eigenlijk een voordracht of spreekbeurt. De belangrijkste soorten: a Een uiteenzetting: je verklaart bv. hoe taal ontstaan is, behandelt het probleem van het toenemend geweld in de maatschappij of bespreekt een roman of film. b Een beschouwing: je belicht een onderwerp van verschillende kanten, bv. de goede en slechte kanten van de moderne techniek. c Een betoog: je verdedigt bv. de stelling dat we anders moeten gaan leven of dat de techniek een gevaar vormt voor de maatschappij. Bij langere voordrachten zijn er vaak verschillende sprekers die elkaar afwisselen. Bij deze opdracht moet je een uiteenzetting geven. 1
Wanneer is je presentatie goed?
Hoe je een spreektaak efficiënt voorbereidt, kun je lezen op de website van Focus 6. Wij beperken ons hier tot enkele eisen waaraan een goede presentatie moet voldoen. a
Correct Zorg ervoor dat de informatie betrouwbaar is en van een behoorlijk niveau. Raadpleeg voldoende degelijke bronnen.
b
Helder • Je uitleg moet duidelijk zijn. Feiten en standpunten moeten als dusdanig herkenbaar zijn. Als blijkt dat het publiek iets niet goed begrijpt of het met iets helemaal niet eens is, kun je bepaalde zaken wat meer toelichten of vragen wat het probleem precies is. • In een gesproken tekst kan het geen kwaad dat je een bepaalde gedachte in andere woorden herhaalt. Leg moeilijke zaken of termen voldoende uit. Vermijd te lange of ingewikkelde zinnen, gebruik zo veel mogelijk concrete woorden. Geef geen abstracte uitleg, zoek naar geschikte voorbeelden. Onderschat je publiek echter niet. Je voordracht mag moeilijk zijn zolang de toehoorders vlot kunnen volgen. • De opbouw ziet er normaal als volgt uit: 1 Inleiding - Begroeting. - Het thema meedelen en eventueel afgrenzen. - De structuur meedelen (vooral bij langere presentaties). 2 Midden De eigenlijke uiteenzetting. Kies voor de meest logische volgorde: bv. eerst een samenvatting van de film, daarna pas een bespreking van het thema en bepaalde technische aspecten. 3 Slot - Kernachtige samenvatting, eventueel gevolgd door een conclusie, suggestie, wens … - Het publiek bedanken voor de aandacht. • Gebruik voldoende signaalwoorden, zodat de lijn duidelijk is. Enkele voorbeelden: - Waarover gaat de tekst? - We gaan het nu hebben over … - Er zijn twee verklaringen. Volgens de eerste …, de tweede stelt echter dat … Ik leg dit even grondiger uit. - Hoe komt dit nu? - Dit was dan … Nu ga ik het hebben over … - Een voorbeeld hiervan is ... - Wat vonden we nu van deze film? - Ik vat alles nog even samen.
• •
•
Zeker bij gesproken teksten is het noodzakelijk de innerlijke structuur uiterlijk goed zichtbaar te maken. Als je twijfelt bij het lezen, kun je bepaalde passages nog altijd herlezen. Bij een voordracht is zoiets onmogelijk. Let wel, te veel signalen irriteren. Weid niet te veel uit, houd je hoofddoel goed voor ogen. Selecteer de gegevens goed en doseer de informatie. Hulpmateriaal is erg nuttig, tenminste als het zorgt voor meer duidelijkheid. Noteer bv. het schema van je voordracht op het bord. Je kunt ook werken met PowerPoint of sheets. Geef niets door tijdens je uitleg, want dan vermindert de aandacht en word je soms gestoord. Het beste is dat het publiek alleen vragen mag stellen na de uitleg, anders raakt alles misschien in de war. Toch kunnen heel korte opmerkingen niet altijd kwaad, want dan kun je bepaalde onduidelijkheden meteen uitleggen. Het hangt er ook van af welk type spreker je bent: wens je een direct contact, een soort dialoog, of vertel je liever een afgerond verhaal voor je op de reacties dieper ingaat?
c
Overtuigend Om geloofwaardig te zijn, moeten niet alleen de gegevens juist zijn, je moet ook achter je tekst staan en voldoende enthousiasme uitstralen. Selecteer bovendien feiten die herkenbaar zijn voor het publiek.
d
Aantrekkelijk Als je uitleg boeiend is, luistert men aandachtiger en hebben je woorden meer effect. Hoe doe je dit? 1 Inleiding Om de aandacht te trekken kun je dezelfde middelen gebruiken als bij een geschreven tekst. Begin bv. met iets dat het publiek persoonlijk aanbelangt, een opvallende uitspraak, een of meer treffende vragen, een aardige vergelijking of een sprekende actuele gebeurtenis. Vermijd clichés als de volgende: - Iedereen vraagt zich wel eens af of ... - Ik ga/moet het hebben over een heel actueel probleem: ... - Vaak wordt gezegd dat ... 2 Midden De aandacht houd je o.m. gaande door materiaal te gebruiken dat de toeschouwers op de een of andere manier raakt of nieuwsgierig maakt: bepaalde gevaren of voordelen, voorbeelden uit hun leefwereld, pakkende details, een indringende beschrijving, nieuwe gegevens, een grapje, een kleine opdracht ... Blijf echter altijd ter zake. Een functioneel gebruik van audiovisueel materiaal kan je uitleg eveneens verlevendigen. Een grote rol speelt ook het taalgebruik (zie punt 2). 3 Slot Als uitsmijter kun je in principe dezelfde zaken gebruiken als in de inleiding. Leuk is als het einde bij de opening aansluit (cirkelstructuur).
Omdat voor een aantrekkelijke en overtuigende presentatie het taalgebruik en de lichaamstaal zo belangrijk zijn, nog enkele tips: • Spreek het publiek aan. Vragen activeren de toeschouwers, geven hen het gevoel dat je hun inbreng belangrijk vindt. Enkele voorbeelden: - Moeten er dan niet meer wegen aangelegd worden? Neen, want … - Zijn er dan helemaal geen oplossingen? Toch wel … - Spreek kordaat, sta of zit er niet levenloos bij. Zorg voor een dynamische presentatie. Waar je wel moet voor waken, is overdrijving. Het leidt de aandacht van je boodschap af of geeft de indruk dat je inhoudelijk niet zoveel te bieden hebt. • Vermijd formele of verouderde woorden als 'doch', 'geenszins', 'heden ten dage' en 'te dien einde' of stroeve constructies als 'de aandacht wordt erop gevestigd dat' en 'op het scherm kan vastgesteld worden dat'. Gebruik levendige woorden, sluit zo veel mogelijk aan bij de verzorgde spreektaal.
•
Een goedgekozen beeld verlevendigt niet alleen de uitleg, maar is vaak erg verhelderend. Enkele voorbeelden: - Op het internet zijn er steeds meer zakkenrollers en straatrovers. - Trainers zijn zoals vis volgens Trapattoni: "Vers zijn ze goed, maar na een tijd beginnen ze te stinken."
De verschillende eisen kunnen wel met elkaar botsen. Dit geldt in het bijzonder voor helderheid en aantrekkelijkheid. Een leuke anekdote of al te flitsend ondersteunend visueel materiaal kunnen er bv. voor zorgen dat het publiek de draad kwijtraakt. Uitkijken dus! Als je echt moet kiezen, kies dan voor duidelijkheid. 2
Een spreekschema gebruiken
Bij de meeste spreektaken is het niet goed een tekst uit te schrijven. Waarom? - Je praat in schrijftaal. - Je speelt onvoldoende in op je publiek. - Als je even je draad kwijt bent, raak je in de problemen. Het is veel beter een spreekschema te maken. Dit is een ruw plan van wat je wilt zeggen, waarrond je improviseert. Wat houdt dit in bij een presentatie? • Alle belangrijke punten op een duidelijke en overzichtelijke wijze. • Een aanduiding van de verbanden aan de hand van symbolen, bv.: - opsomming: nummers; - woorden: bv. oorzaak, gevolg, voorbeeld ...; - tekens: => (gevolg). Je kunt ook bepaalde belangrijke tekstverbanden uitschrijven, bv.: - Een eerste oorzaak is … - Dit heeft twee negatieve gevolgen. • Details die je gemakkelijk vergeet zoals cijfers of namen. • Bepaalde richtlijnen (eventueel in een andere kleur): bv. traag zeggen, even wachten, glimlachen, illustratie nr. 1 laten zien … • Markeer bepaalde woorden die een accent moeten krijgen. • De (zogoed als) volledige inleiding. Het is erg belangrijk dat je goed begint, ook voor je zelfvertrouwen. • Het (zogoed als) volledige slot. Ook dit is een erg belangrijk onderdeel waar je beter niet te veel improviseert. Kies bv. een goede uitsmijter. • Aanwijzingen i.v.m. het gebruik van ondersteunend materiaal en materieel. Zorg er ook voor dat dit direct inschakelbaar is.
De presentatie: basisprincipes Een presentatie is eigenlijk een voordracht of spreekbeurt. De belangrijkste soorten: a Een uiteenzetting: je verklaart bv. hoe taal ontstaan is, behandelt het probleem van het toenemend geweld in de maatschappij of bespreekt een roman of film. b Een beschouwing: je belicht een onderwerp van verschillende kanten, bv. de goede en slechte kanten van de moderne techniek. c Een betoog: je verdedigt bv. de stelling dat we anders moeten gaan leven of dat de techniek een gevaar vormt voor de maatschappij. Bij langere voordrachten zijn er vaak verschillende sprekers die elkaar afwisselen. Bij deze opdracht moet je een uiteenzetting geven. 1
Wanneer is je presentatie goed?
Hoe je een spreektaak efficiënt voorbereidt, kun je lezen op de website van Focus 6. Wij beperken ons hier tot enkele eisen waaraan een goede presentatie moet voldoen. a
Correct Zorg ervoor dat de informatie betrouwbaar is en van een behoorlijk niveau. Raadpleeg voldoende degelijke bronnen.
b
Helder • Je uitleg moet duidelijk zijn. Feiten en standpunten moeten als dusdanig herkenbaar zijn. Als blijkt dat het publiek iets niet goed begrijpt of het met iets helemaal niet eens is, kun je bepaalde zaken wat meer toelichten of vragen wat het probleem precies is. • In een gesproken tekst kan het geen kwaad dat je een bepaalde gedachte in andere woorden herhaalt. Leg moeilijke zaken of termen voldoende uit. Vermijd te lange of ingewikkelde zinnen, gebruik zo veel mogelijk concrete woorden. Geef geen abstracte uitleg, zoek naar geschikte voorbeelden. Onderschat je publiek echter niet. Je voordracht mag moeilijk zijn zolang de toehoorders vlot kunnen volgen. • De opbouw ziet er normaal als volgt uit: 1 Inleiding - Begroeting. - Het thema meedelen en eventueel afgrenzen. - De structuur meedelen (vooral bij langere presentaties). 2 Midden De eigenlijke uiteenzetting. Kies voor de meest logische volgorde: bv. eerst een samenvatting van de film, daarna pas een bespreking van het thema en bepaalde technische aspecten. 3 Slot - Kernachtige samenvatting, eventueel gevolgd door een conclusie, suggestie, wens … - Het publiek bedanken voor de aandacht. • Gebruik voldoende signaalwoorden, zodat de lijn duidelijk is. Enkele voorbeelden: - Waarover gaat de tekst? - We gaan het nu hebben over … - Er zijn twee verklaringen. Volgens de eerste …, de tweede stelt echter dat … Ik leg dit even grondiger uit. - Hoe komt dit nu? - Dit was dan … Nu ga ik het hebben over … - Een voorbeeld hiervan is ... - Wat vonden we nu van deze film? - Ik vat alles nog even samen.
• •
•
Zeker bij gesproken teksten is het noodzakelijk de innerlijke structuur uiterlijk goed zichtbaar te maken. Als je twijfelt bij het lezen, kun je bepaalde passages nog altijd herlezen. Bij een voordracht is zoiets onmogelijk. Let wel, te veel signalen irriteren. Weid niet te veel uit, houd je hoofddoel goed voor ogen. Selecteer de gegevens goed en doseer de informatie. Hulpmateriaal is erg nuttig, tenminste als het zorgt voor meer duidelijkheid. Noteer bv. het schema van je voordracht op het bord. Je kunt ook werken met PowerPoint of sheets. Geef niets door tijdens je uitleg, want dan vermindert de aandacht en word je soms gestoord. Het beste is dat het publiek alleen vragen mag stellen na de uitleg, anders raakt alles misschien in de war. Toch kunnen heel korte opmerkingen niet altijd kwaad, want dan kun je bepaalde onduidelijkheden meteen uitleggen. Het hangt er ook van af welk type spreker je bent: wens je een direct contact, een soort dialoog, of vertel je liever een afgerond verhaal voor je op de reacties dieper ingaat?
c
Overtuigend Om geloofwaardig te zijn, moeten niet alleen de gegevens juist zijn, je moet ook achter je tekst staan en voldoende enthousiasme uitstralen. Selecteer bovendien feiten die herkenbaar zijn voor het publiek.
d
Aantrekkelijk Als je uitleg boeiend is, luistert men aandachtiger en hebben je woorden meer effect. Hoe doe je dit? 1 Inleiding Om de aandacht te trekken kun je dezelfde middelen gebruiken als bij een geschreven tekst. Begin bv. met iets dat het publiek persoonlijk aanbelangt, een opvallende uitspraak, een of meer treffende vragen, een aardige vergelijking of een sprekende actuele gebeurtenis. Vermijd clichés als de volgende: - Iedereen vraagt zich wel eens af of ... - Ik ga/moet het hebben over een heel actueel probleem: ... - Vaak wordt gezegd dat ... 2 Midden De aandacht houd je o.m. gaande door materiaal te gebruiken dat de toeschouwers op de een of andere manier raakt of nieuwsgierig maakt: bepaalde gevaren of voordelen, voorbeelden uit hun leefwereld, pakkende details, een indringende beschrijving, nieuwe gegevens, een grapje, een kleine opdracht ... Blijf echter altijd ter zake. Een functioneel gebruik van audiovisueel materiaal kan je uitleg eveneens verlevendigen. Een grote rol speelt ook het taalgebruik (zie punt 2). 3 Slot Als uitsmijter kun je in principe dezelfde zaken gebruiken als in de inleiding. Leuk is als het einde bij de opening aansluit (cirkelstructuur).
Omdat voor een aantrekkelijke en overtuigende presentatie het taalgebruik en de lichaamstaal zo belangrijk zijn, nog enkele tips: • Spreek het publiek aan. Vragen activeren de toeschouwers, geven hen het gevoel dat je hun inbreng belangrijk vindt. Enkele voorbeelden: - Moeten er dan niet meer wegen aangelegd worden? Neen, want … - Zijn er dan helemaal geen oplossingen? Toch wel … - Spreek kordaat, sta of zit er niet levenloos bij. Zorg voor een dynamische presentatie. Waar je wel moet voor waken, is overdrijving. Het leidt de aandacht van je boodschap af of geeft de indruk dat je inhoudelijk niet zoveel te bieden hebt. • Vermijd formele of verouderde woorden als 'doch', 'geenszins', 'heden ten dage' en 'te dien einde' of stroeve constructies als 'de aandacht wordt erop gevestigd dat' en 'op het scherm kan vastgesteld worden dat'. Gebruik levendige woorden, sluit zo veel mogelijk aan bij de verzorgde spreektaal.
•
Een goedgekozen beeld verlevendigt niet alleen de uitleg, maar is vaak erg verhelderend. Enkele voorbeelden: - Op het internet zijn er steeds meer zakkenrollers en straatrovers. - Trainers zijn zoals vis volgens Trapattoni: "Vers zijn ze goed, maar na een tijd beginnen ze te stinken."
De verschillende eisen kunnen wel met elkaar botsen. Dit geldt in het bijzonder voor helderheid en aantrekkelijkheid. Een leuke anekdote of al te flitsend ondersteunend visueel materiaal kunnen er bv. voor zorgen dat het publiek de draad kwijtraakt. Uitkijken dus! Als je echt moet kiezen, kies dan voor duidelijkheid. 2
Een spreekschema gebruiken
Bij de meeste spreektaken is het niet goed een tekst uit te schrijven. Waarom? - Je praat in schrijftaal. - Je speelt onvoldoende in op je publiek. - Als je even je draad kwijt bent, raak je in de problemen. Het is veel beter een spreekschema te maken. Dit is een ruw plan van wat je wilt zeggen, waarrond je improviseert. Wat houdt dit in bij een presentatie? • Alle belangrijke punten op een duidelijke en overzichtelijke wijze. • Een aanduiding van de verbanden aan de hand van symbolen, bv.: - opsomming: nummers; - woorden: bv. oorzaak, gevolg, voorbeeld ...; - tekens: => (gevolg). Je kunt ook bepaalde belangrijke tekstverbanden uitschrijven, bv.: - Een eerste oorzaak is … - Dit heeft twee negatieve gevolgen. • Details die je gemakkelijk vergeet zoals cijfers of namen. • Bepaalde richtlijnen (eventueel in een andere kleur): bv. traag zeggen, even wachten, glimlachen, illustratie nr. 1 laten zien … • Markeer bepaalde woorden die een accent moeten krijgen. • De (zogoed als) volledige inleiding. Het is erg belangrijk dat je goed begint, ook voor je zelfvertrouwen. • Het (zogoed als) volledige slot. Ook dit is een erg belangrijk onderdeel waar je beter niet te veel improviseert. Kies bv. een goede uitsmijter. • Aanwijzingen i.v.m. het gebruik van ondersteunend materiaal en materieel. Zorg er ook voor dat dit direct inschakelbaar is.
De presentatie: basisprincipes Een presentatie is eigenlijk een voordracht of spreekbeurt. De belangrijkste soorten: a Een uiteenzetting: je verklaart bv. hoe taal ontstaan is, behandelt het probleem van het toenemend geweld in de maatschappij of bespreekt een roman of film. b Een beschouwing: je belicht een onderwerp van verschillende kanten, bv. de goede en slechte kanten van de moderne techniek. c Een betoog: je verdedigt bv. de stelling dat we anders moeten gaan leven of dat de techniek een gevaar vormt voor de maatschappij. Bij langere voordrachten zijn er vaak verschillende sprekers die elkaar afwisselen. Bij deze opdracht moet je een uiteenzetting geven. 1
Wanneer is je presentatie goed?
Hoe je een spreektaak efficiënt voorbereidt, kun je lezen op de website van Focus 6. Wij beperken ons hier tot enkele eisen waaraan een goede presentatie moet voldoen. a
Correct Zorg ervoor dat de informatie betrouwbaar is en van een behoorlijk niveau. Raadpleeg voldoende degelijke bronnen.
b
Helder • Je uitleg moet duidelijk zijn. Feiten en standpunten moeten als dusdanig herkenbaar zijn. Als blijkt dat het publiek iets niet goed begrijpt of het met iets helemaal niet eens is, kun je bepaalde zaken wat meer toelichten of vragen wat het probleem precies is. • In een gesproken tekst kan het geen kwaad dat je een bepaalde gedachte in andere woorden herhaalt. Leg moeilijke zaken of termen voldoende uit. Vermijd te lange of ingewikkelde zinnen, gebruik zo veel mogelijk concrete woorden. Geef geen abstracte uitleg, zoek naar geschikte voorbeelden. Onderschat je publiek echter niet. Je voordracht mag moeilijk zijn zolang de toehoorders vlot kunnen volgen. • De opbouw ziet er normaal als volgt uit: 1 Inleiding - Begroeting. - Het thema meedelen en eventueel afgrenzen. - De structuur meedelen (vooral bij langere presentaties). 2 Midden De eigenlijke uiteenzetting. Kies voor de meest logische volgorde: bv. eerst een samenvatting van de film, daarna pas een bespreking van het thema en bepaalde technische aspecten. 3 Slot - Kernachtige samenvatting, eventueel gevolgd door een conclusie, suggestie, wens … - Het publiek bedanken voor de aandacht. • Gebruik voldoende signaalwoorden, zodat de lijn duidelijk is. Enkele voorbeelden: - Waarover gaat de tekst? - We gaan het nu hebben over … - Er zijn twee verklaringen. Volgens de eerste …, de tweede stelt echter dat … Ik leg dit even grondiger uit. - Hoe komt dit nu? - Dit was dan … Nu ga ik het hebben over … - Een voorbeeld hiervan is ... - Wat vonden we nu van deze film? - Ik vat alles nog even samen.
• •
•
Zeker bij gesproken teksten is het noodzakelijk de innerlijke structuur uiterlijk goed zichtbaar te maken. Als je twijfelt bij het lezen, kun je bepaalde passages nog altijd herlezen. Bij een voordracht is zoiets onmogelijk. Let wel, te veel signalen irriteren. Weid niet te veel uit, houd je hoofddoel goed voor ogen. Selecteer de gegevens goed en doseer de informatie. Hulpmateriaal is erg nuttig, tenminste als het zorgt voor meer duidelijkheid. Noteer bv. het schema van je voordracht op het bord. Je kunt ook werken met PowerPoint of sheets. Geef niets door tijdens je uitleg, want dan vermindert de aandacht en word je soms gestoord. Het beste is dat het publiek alleen vragen mag stellen na de uitleg, anders raakt alles misschien in de war. Toch kunnen heel korte opmerkingen niet altijd kwaad, want dan kun je bepaalde onduidelijkheden meteen uitleggen. Het hangt er ook van af welk type spreker je bent: wens je een direct contact, een soort dialoog, of vertel je liever een afgerond verhaal voor je op de reacties dieper ingaat?
c
Overtuigend Om geloofwaardig te zijn, moeten niet alleen de gegevens juist zijn, je moet ook achter je tekst staan en voldoende enthousiasme uitstralen. Selecteer bovendien feiten die herkenbaar zijn voor het publiek.
d
Aantrekkelijk Als je uitleg boeiend is, luistert men aandachtiger en hebben je woorden meer effect. Hoe doe je dit? 1 Inleiding Om de aandacht te trekken kun je dezelfde middelen gebruiken als bij een geschreven tekst. Begin bv. met iets dat het publiek persoonlijk aanbelangt, een opvallende uitspraak, een of meer treffende vragen, een aardige vergelijking of een sprekende actuele gebeurtenis. Vermijd clichés als de volgende: - Iedereen vraagt zich wel eens af of ... - Ik ga/moet het hebben over een heel actueel probleem: ... - Vaak wordt gezegd dat ... 2 Midden De aandacht houd je o.m. gaande door materiaal te gebruiken dat de toeschouwers op de een of andere manier raakt of nieuwsgierig maakt: bepaalde gevaren of voordelen, voorbeelden uit hun leefwereld, pakkende details, een indringende beschrijving, nieuwe gegevens, een grapje, een kleine opdracht ... Blijf echter altijd ter zake. Een functioneel gebruik van audiovisueel materiaal kan je uitleg eveneens verlevendigen. Een grote rol speelt ook het taalgebruik (zie punt 2). 3 Slot Als uitsmijter kun je in principe dezelfde zaken gebruiken als in de inleiding. Leuk is als het einde bij de opening aansluit (cirkelstructuur).
Omdat voor een aantrekkelijke en overtuigende presentatie het taalgebruik en de lichaamstaal zo belangrijk zijn, nog enkele tips: • Spreek het publiek aan. Vragen activeren de toeschouwers, geven hen het gevoel dat je hun inbreng belangrijk vindt. Enkele voorbeelden: - Moeten er dan niet meer wegen aangelegd worden? Neen, want … - Zijn er dan helemaal geen oplossingen? Toch wel … - Spreek kordaat, sta of zit er niet levenloos bij. Zorg voor een dynamische presentatie. Waar je wel moet voor waken, is overdrijving. Het leidt de aandacht van je boodschap af of geeft de indruk dat je inhoudelijk niet zoveel te bieden hebt. • Vermijd formele of verouderde woorden als 'doch', 'geenszins', 'heden ten dage' en 'te dien einde' of stroeve constructies als 'de aandacht wordt erop gevestigd dat' en 'op het scherm kan vastgesteld worden dat'. Gebruik levendige woorden, sluit zo veel mogelijk aan bij de verzorgde spreektaal.
•
Een goedgekozen beeld verlevendigt niet alleen de uitleg, maar is vaak erg verhelderend. Enkele voorbeelden: - Op het internet zijn er steeds meer zakkenrollers en straatrovers. - Trainers zijn zoals vis volgens Trapattoni: "Vers zijn ze goed, maar na een tijd beginnen ze te stinken."
De verschillende eisen kunnen wel met elkaar botsen. Dit geldt in het bijzonder voor helderheid en aantrekkelijkheid. Een leuke anekdote of al te flitsend ondersteunend visueel materiaal kunnen er bv. voor zorgen dat het publiek de draad kwijtraakt. Uitkijken dus! Als je echt moet kiezen, kies dan voor duidelijkheid. 2
Een spreekschema gebruiken
Bij de meeste spreektaken is het niet goed een tekst uit te schrijven. Waarom? - Je praat in schrijftaal. - Je speelt onvoldoende in op je publiek. - Als je even je draad kwijt bent, raak je in de problemen. Het is veel beter een spreekschema te maken. Dit is een ruw plan van wat je wilt zeggen, waarrond je improviseert. Wat houdt dit in bij een presentatie? • Alle belangrijke punten op een duidelijke en overzichtelijke wijze. • Een aanduiding van de verbanden aan de hand van symbolen, bv.: - opsomming: nummers; - woorden: bv. oorzaak, gevolg, voorbeeld ...; - tekens: => (gevolg). Je kunt ook bepaalde belangrijke tekstverbanden uitschrijven, bv.: - Een eerste oorzaak is … - Dit heeft twee negatieve gevolgen. • Details die je gemakkelijk vergeet zoals cijfers of namen. • Bepaalde richtlijnen (eventueel in een andere kleur): bv. traag zeggen, even wachten, glimlachen, illustratie nr. 1 laten zien … • Markeer bepaalde woorden die een accent moeten krijgen. • De (zogoed als) volledige inleiding. Het is erg belangrijk dat je goed begint, ook voor je zelfvertrouwen. • Het (zogoed als) volledige slot. Ook dit is een erg belangrijk onderdeel waar je beter niet te veel improviseert. Kies bv. een goede uitsmijter. • Aanwijzingen i.v.m. het gebruik van ondersteunend materiaal en materieel. Zorg er ook voor dat dit direct inschakelbaar is.
De presentatie: basisprincipes Een presentatie is eigenlijk een voordracht of spreekbeurt. De belangrijkste soorten: a Een uiteenzetting: je verklaart bv. hoe taal ontstaan is, behandelt het probleem van het toenemend geweld in de maatschappij of bespreekt een roman of film. b Een beschouwing: je belicht een onderwerp van verschillende kanten, bv. de goede en slechte kanten van de moderne techniek. c Een betoog: je verdedigt bv. de stelling dat we anders moeten gaan leven of dat de techniek een gevaar vormt voor de maatschappij. Bij langere voordrachten zijn er vaak verschillende sprekers die elkaar afwisselen. Bij deze opdracht moet je een uiteenzetting geven. 1
Wanneer is je presentatie goed?
Hoe je een spreektaak efficiënt voorbereidt, kun je lezen op de website van Focus 6. Wij beperken ons hier tot enkele eisen waaraan een goede presentatie moet voldoen. a
Correct Zorg ervoor dat de informatie betrouwbaar is en van een behoorlijk niveau. Raadpleeg voldoende degelijke bronnen.
b
Helder • Je uitleg moet duidelijk zijn. Feiten en standpunten moeten als dusdanig herkenbaar zijn. Als blijkt dat het publiek iets niet goed begrijpt of het met iets helemaal niet eens is, kun je bepaalde zaken wat meer toelichten of vragen wat het probleem precies is. • In een gesproken tekst kan het geen kwaad dat je een bepaalde gedachte in andere woorden herhaalt. Leg moeilijke zaken of termen voldoende uit. Vermijd te lange of ingewikkelde zinnen, gebruik zo veel mogelijk concrete woorden. Geef geen abstracte uitleg, zoek naar geschikte voorbeelden. Onderschat je publiek echter niet. Je voordracht mag moeilijk zijn zolang de toehoorders vlot kunnen volgen. • De opbouw ziet er normaal als volgt uit: 1 Inleiding - Begroeting. - Het thema meedelen en eventueel afgrenzen. - De structuur meedelen (vooral bij langere presentaties). 2 Midden De eigenlijke uiteenzetting. Kies voor de meest logische volgorde: bv. eerst een samenvatting van de film, daarna pas een bespreking van het thema en bepaalde technische aspecten. 3 Slot - Kernachtige samenvatting, eventueel gevolgd door een conclusie, suggestie, wens … - Het publiek bedanken voor de aandacht. • Gebruik voldoende signaalwoorden, zodat de lijn duidelijk is. Enkele voorbeelden: - Waarover gaat de tekst? - We gaan het nu hebben over … - Er zijn twee verklaringen. Volgens de eerste …, de tweede stelt echter dat … Ik leg dit even grondiger uit. - Hoe komt dit nu? - Dit was dan … Nu ga ik het hebben over … - Een voorbeeld hiervan is ... - Wat vonden we nu van deze film? - Ik vat alles nog even samen.
• •
•
Zeker bij gesproken teksten is het noodzakelijk de innerlijke structuur uiterlijk goed zichtbaar te maken. Als je twijfelt bij het lezen, kun je bepaalde passages nog altijd herlezen. Bij een voordracht is zoiets onmogelijk. Let wel, te veel signalen irriteren. Weid niet te veel uit, houd je hoofddoel goed voor ogen. Selecteer de gegevens goed en doseer de informatie. Hulpmateriaal is erg nuttig, tenminste als het zorgt voor meer duidelijkheid. Noteer bv. het schema van je voordracht op het bord. Je kunt ook werken met PowerPoint of sheets. Geef niets door tijdens je uitleg, want dan vermindert de aandacht en word je soms gestoord. Het beste is dat het publiek alleen vragen mag stellen na de uitleg, anders raakt alles misschien in de war. Toch kunnen heel korte opmerkingen niet altijd kwaad, want dan kun je bepaalde onduidelijkheden meteen uitleggen. Het hangt er ook van af welk type spreker je bent: wens je een direct contact, een soort dialoog, of vertel je liever een afgerond verhaal voor je op de reacties dieper ingaat?
c
Overtuigend Om geloofwaardig te zijn, moeten niet alleen de gegevens juist zijn, je moet ook achter je tekst staan en voldoende enthousiasme uitstralen. Selecteer bovendien feiten die herkenbaar zijn voor het publiek.
d
Aantrekkelijk Als je uitleg boeiend is, luistert men aandachtiger en hebben je woorden meer effect. Hoe doe je dit? 1 Inleiding Om de aandacht te trekken kun je dezelfde middelen gebruiken als bij een geschreven tekst. Begin bv. met iets dat het publiek persoonlijk aanbelangt, een opvallende uitspraak, een of meer treffende vragen, een aardige vergelijking of een sprekende actuele gebeurtenis. Vermijd clichés als de volgende: - Iedereen vraagt zich wel eens af of ... - Ik ga/moet het hebben over een heel actueel probleem: ... - Vaak wordt gezegd dat ... 2 Midden De aandacht houd je o.m. gaande door materiaal te gebruiken dat de toeschouwers op de een of andere manier raakt of nieuwsgierig maakt: bepaalde gevaren of voordelen, voorbeelden uit hun leefwereld, pakkende details, een indringende beschrijving, nieuwe gegevens, een grapje, een kleine opdracht ... Blijf echter altijd ter zake. Een functioneel gebruik van audiovisueel materiaal kan je uitleg eveneens verlevendigen. Een grote rol speelt ook het taalgebruik (zie punt 2). 3 Slot Als uitsmijter kun je in principe dezelfde zaken gebruiken als in de inleiding. Leuk is als het einde bij de opening aansluit (cirkelstructuur).
Omdat voor een aantrekkelijke en overtuigende presentatie het taalgebruik en de lichaamstaal zo belangrijk zijn, nog enkele tips: • Spreek het publiek aan. Vragen activeren de toeschouwers, geven hen het gevoel dat je hun inbreng belangrijk vindt. Enkele voorbeelden: - Moeten er dan niet meer wegen aangelegd worden? Neen, want … - Zijn er dan helemaal geen oplossingen? Toch wel … - Spreek kordaat, sta of zit er niet levenloos bij. Zorg voor een dynamische presentatie. Waar je wel moet voor waken, is overdrijving. Het leidt de aandacht van je boodschap af of geeft de indruk dat je inhoudelijk niet zoveel te bieden hebt. • Vermijd formele of verouderde woorden als 'doch', 'geenszins', 'heden ten dage' en 'te dien einde' of stroeve constructies als 'de aandacht wordt erop gevestigd dat' en 'op het scherm kan vastgesteld worden dat'. Gebruik levendige woorden, sluit zo veel mogelijk aan bij de verzorgde spreektaal.
•
Een goedgekozen beeld verlevendigt niet alleen de uitleg, maar is vaak erg verhelderend. Enkele voorbeelden: - Op het internet zijn er steeds meer zakkenrollers en straatrovers. - Trainers zijn zoals vis volgens Trapattoni: "Vers zijn ze goed, maar na een tijd beginnen ze te stinken."
De verschillende eisen kunnen wel met elkaar botsen. Dit geldt in het bijzonder voor helderheid en aantrekkelijkheid. Een leuke anekdote of al te flitsend ondersteunend visueel materiaal kunnen er bv. voor zorgen dat het publiek de draad kwijtraakt. Uitkijken dus! Als je echt moet kiezen, kies dan voor duidelijkheid. 2
Een spreekschema gebruiken
Bij de meeste spreektaken is het niet goed een tekst uit te schrijven. Waarom? - Je praat in schrijftaal. - Je speelt onvoldoende in op je publiek. - Als je even je draad kwijt bent, raak je in de problemen. Het is veel beter een spreekschema te maken. Dit is een ruw plan van wat je wilt zeggen, waarrond je improviseert. Wat houdt dit in bij een presentatie? • Alle belangrijke punten op een duidelijke en overzichtelijke wijze. • Een aanduiding van de verbanden aan de hand van symbolen, bv.: - opsomming: nummers; - woorden: bv. oorzaak, gevolg, voorbeeld ...; - tekens: => (gevolg). Je kunt ook bepaalde belangrijke tekstverbanden uitschrijven, bv.: - Een eerste oorzaak is … - Dit heeft twee negatieve gevolgen. • Details die je gemakkelijk vergeet zoals cijfers of namen. • Bepaalde richtlijnen (eventueel in een andere kleur): bv. traag zeggen, even wachten, glimlachen, illustratie nr. 1 laten zien … • Markeer bepaalde woorden die een accent moeten krijgen. • De (zogoed als) volledige inleiding. Het is erg belangrijk dat je goed begint, ook voor je zelfvertrouwen. • Het (zogoed als) volledige slot. Ook dit is een erg belangrijk onderdeel waar je beter niet te veel improviseert. Kies bv. een goede uitsmijter. • Aanwijzingen i.v.m. het gebruik van ondersteunend materiaal en materieel. Zorg er ook voor dat dit direct inschakelbaar is.