De ecologische keuze van bouwmaterialen Thermische en akoestische isolatie en luchtdichtheid
Basisprincipes Liesbet Temmerman – CERAA vzw 12 mei 2009
Opleidingsvoormiddag 4: Thermische en akoestische isolatie en luchtdichtheid - Inleiding
ECOLOGISCHE THERMISCHE ISOLATIE •
warmtebehoeften verminderen =
warmteverlies vermijden
•
koelbehoeften verminderen
oververhitting vermijden
→
ontwerp + gepaste en gegronde keuze van bouwtechnieken en materialen
•
juiste keuze van materialen op basis van hun milieuscore
•
juiste keuze van materialen op basis van de benodigde eigenschappen
=
Opleidingsvoormiddag 4: Thermische en akoestische isolatie en luchtdichtheid - Inleiding
Thermische geleidbaarhheid λ [W/m.K] = karakteriseerd, voor een bepaald materiaal, de warmtegeleiding door conductie Meet de warmtestroom doorheen 1m2 materiaal bij een temperatuurverschil van 1°C en voor een materiaaldikte van 1m Hoe hoger de λ-waarde, hoe beter het materiaal de warmte geleidt en hoe slechter het isoleert (bij een dikte van 1m!)
Warmteweerstand R [m2.K/W] = capaciteit van een materiaal om te weerstaan aan de doorstroom van = e/λ Hoe hoger de R-waarde, hoe beter het materiaal isoleert. Wanneer men de R-waarden van de verschillende componenten optelt, bekomt men de Rtot van de samengestelde wand.
Opleidingsvoormiddag 4: Thermische en akoestische isolatie en luchtdichtheid - Inleiding
Thermische geleidingscoefficient U [W/m².K] →
karaksteriseert het warmteverlies van een materiaal of complex
Geeft aan welke warmtestroom doorheen de muur drint bij een ΔT van 1° en over een oppervlakte van 1 m2 Wordt berekend op basis van de λ-waarden van de verschillende componenten + warmteoverdracht lucht-muur (buiten en binnen)
= 1 / Rtot
Thermische inertiecoefficient W =
hoeveelheid warmte die 1 m2 van een complex kan absorberen bij temperatuurverschil van 1°C tussen de binnen- en de buitenomgeving
Opleidingsvoormiddag 4: Thermische en akoestische isolatie en luchtdichtheid - Inleiding
Warmtecapaciteit S [kJ/m3.C] = capaciteit van een materiaal om warmte te stockeren ten overstaan van een volume Meet de hoeveelheid warmte die nodig is om de temperatuur van 1m3 materiaal met 1°C te doen stijgen, en waarbij deze warmte in het materiaal wordt opgeslagen De warmtecapaciteit van een materiaal wordt bepaald door 3 parameters: -
de thermische geleidbaarheid van het materiaal
-
de specifieke warmte van het materiaal (capaciteit van een materiaal om warmte op te slaan ten overstaan van zijn gewicht)
-
de dichtheid van het materiaal
(hoger = grotere inertie)
De thermische inertie van een wand, bepaald door de warmtecapaciteit van de componenten, is een van de basisprincipes van de bioclimatische architectuur en laat toe zonnewinsten en warmtebronnen in evenwicht te brengen. Een hoge thermische inerite laat toe temperatuurschommelingen op te vangen. Aandachtspunt: op onregelmatige tijdstippen verwarmde en gebruikte lokalen
Opleidingsvoormiddag 4: Thermische en akoestische isolatie en luchtdichtheid - Inleiding
Dichtheid ρ [kg/m3] =
meet het gewicht van een materiaal voor een bepaald volume
Hoge dichtheid:
groter gewicht (voor eenzelfde volume), goede akoestische isolatie, goede thermische isolatie, goede wartmegeleiding
Waterdampdiffusieweerstandscoefficiënt μ =
bepaalt de dampdoorlatendheid van een materiaal
Hoe hoger μ, hoe groter de dampdiffusieweerstand. Een μ-waarde < 10 komt overeen met een goede waterdampdiffusie (‘ademend’).
Opleidingsvoormiddag 4: Thermische en akoestische isolatie en luchtdichtheid - Inleiding
Thermische effusiviteit Ef
[kJ/m2.s1/2.C]
(“subjectieve warmte”)
= karakteriseert de manier waarop een materiaal warmtestromen geleid Materiaaleigenschap waarmee geen rekening wordt gehouden bij thermische berekeningen, maar die wel bepalend is voor het thermisch comfort. Meet de snelheid waarmee de oppervlaktetemperatuur van een materiaal stijgt. Hoge Ef-waarde = materiaal absorbeert snel energie zonder noemenswaardig op te warmen Lage Ef-waarde = materiaal warmt sneller op. Snelle opwarming = snelle afkoeling
0,33 < Ef < 0,67:
‘warme’ materialen (snel in evenwicht met hun omgeving)
0,67 < Ef < 1,25:
neutrale tot frisse indruk
Ef > 1,25:
als ‘koud’ geziene en aangevoelde materialen
Opleidingsvoormiddag 4: Thermische en akoestische isolatie en luchtdichtheid - Inleiding
Materialen: MAT05: Thermische isolatie: Gezonde en ecologische materialen kiezen MAT11: Akoestische isolatie: kies gezonde materialen met een gunstige milieubalans Energie: ENE 04: Een goed geïsoleerd gebouw bouwen ENE 08: Zorgen voor thermische inertie ENE 10: Een goede luchtdichtheid van de gebouwschil verzekeren Gezondheid en comfort: CSS 05: Akoestisch comfort CSS 13: Een nieuwe definitie van warmtecomfort