Pedagogisch werkplan KMN Kind & Co Tussenschoolse Opvang (TSO)
MEI 2014
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.3
Missie en Visie KMN kind & Co Pedagogisch hoofddoel Visie: Visie op de ontwikkeling van kinderen Visie op de rol van de TSO-vrijwilliger en de TSO-coördinator Waarden, normen, grenzen en regels
blz. 2 blz. 2 blz. 2 blz. 3
2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.1.5 2.1.6
Voorwaarden voor een pedagogische omgeving
2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4
Fysieke veiligheid
Ziek kind op de TSO Medicijnverstrekking Ontruimingsplan Hygiëne
3 3.1 3.1.1 3.2 3.2.1 3.3 3.3.1
Hoe brengt het kind de TSO-tijd door? blz. 8 Eten en drinken blz. 8 Dieet/allergie blz. 8 Ontwikkelen van vaardigheden door (vrij) spel en georganiseerde activiteiten blz. 8-9 Meenemen van eigen speelgoed naar de TSO blz. 9 Binnen- en buitenspel blz. 9 TV kijken blz. 9
4. 4.1 4.2
Taakverdeling TSO-coördinator TSO-vrijwilliger
blz. 10 blz. 10 blz. 11
5. 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
Overlegmomenten TSO-vergaderingen Locatieoverleg Overleg tussen schooldirectie en TSO-coördinator Interview met kinderen Evaluatiemomenten
blz. blz. blz. blz. blz. blz.
6 6.1 6.2
Communicatie Tekstjes Nieuwsbrief
blz. 13 blz. 13 blz. 13
7
Evaluatie en bijstelling Bijlage: Evaluatie en bijstelling
blz. 14 blz. 15
Samenvatting pedagogisch werkplan TSO
blz. 16-17
Mentale veiligheid
Relatie TSO-vrijwilliger en het kind Positieve benadering Respect en aandacht voor ieder kind Inspraak van het kind Conflictoplossing Ik-boodschappen
Centraal project TSO/EM/pedagogisch werkplan TSO juni 2010
blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz.
4 4 4 4 4 5 5-6 6
blz. blz. blz. blz. blz.
7 7 7 7 7
12 12 12 12 12 12
Inleiding Voor u ligt het pedagogisch werkplan voor de Tussenschoolse Opvang (TSO) van KMN Kind & Co. Dit pedagogisch werkplan is bestemd als leidraad voor TSO-coördinatoren en TSO-vrijwilligers. In dit werkplan geven we de missie en visie van KMN Kind & Co weer en tevens staan onze uitgangspunten beschreven; u leest hoe we werken op de TSO en omgaan met schoolgaande kinderen in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar. Ook ouders kunnen kennis nemen van de inhoud van het pedagogisch werkplan. Zo kunnen zij bepalen of de werkwijze aansluit bij hun eigen ideeën en die van de school en of zij gebruik willen maken van de TSO. Het pedagogisch werkplan voor de TSO is in 2010 herschreven op initiatief van de centrale projectgroep TSO. Specifieke informatie zoals: afspraken en regels, (tussen de middag) ritme, groepsindelingen, huishoudelijke voorschriften verschillen per TSO. Per TSO wordt er aangesloten bij het beleid van de school, zoals dit verwoord wordt in de schoolgids. Hierbij kunt u bijvoorbeeld denken aan gedragsregels/omgangsregels, godsdienst, huisregels. Praktische informatie over de locaties zoals: aanmelden, kosten en wijze van betalen, de naam en bereikbaarheid van de TSO-coördinator etc. staat niet beschreven in dit pedagogisch werkplan. Ouders kunnen deze informatie lezen op de website www.kmnkindenco.nl Een pedagogisch werkplan is bedoeld als werkdocument, dat op basis van voortschrijdend inzicht regelmatig zal worden aangepast. In de TSO vergaderingen zal geëvalueerd worden of onze manier van werken overeenkomt met wat in het werkplan beschreven wordt.
Juni 2010
Centraal project TSO/EM/pedagogisch werkplan TSO juni 2010
blz. 1
1
Missie en Visie KMN Kind & Co KMN Kind & Co is een stichting zonder winstoogmerk in de Regio Midden Nederland. Wij bieden alle vormen van kinderopvang en zien onszelf als pedagogisch partner. Samen met ouders, scholen en andere betrokkenen scheppen wij een veilige omgeving waarin kinderen kunnen groeien. Door creativiteit, aandacht en vernieuwend denken bieden wij mogelijkheden talenten te ontwikkelen. Wij zijn niet alleen bezig met vandaag maar ook met de toekomst van uw kind. Vandaar dat wij als motto hebben: “Wij denken in morgen” Bezig zijn met ‘morgen’ betekent voor ons continu werken aan: 1. Ontwikkelingsgerichtheid 2. Samenwerken 3. Betrokkenheid 4. Klantgerichtheid
1.1
1.2
Pedagogisch hoofddoel Op de TSO maken wij vaak gebruik van schoollokalen, onder voorbehoud vangen wij kinderen op in een sfeer van geborgenheid, veiligheid en vertrouwen. Deze sfeer willen onze medewerkers* en vrijwilligers* realiseren door het creëren van situaties die ervoor zorgen dat kinderen zich prettig voelen, vertrouwen hebben in eigen kunnen en voor zichzelf op kunnen komen. Zo dat kinderen* respect ontwikkelen voor zichzelf en anderen, positief in de maatschappij staan, zelfstandig zijn en sociaalvaardig. Wij doen dit met aandacht voor ieder kind en in goede relatie met de ouders. Visie Het pedagogisch hoofddoel is gebaseerd op: Visie op de ontwikkeling van kinderen. Visie op de rol van de TSO-vrijwilliger en de TSO-coördinator. Visie op de ontwikkeling van kinderen Kinderen willen net als volwassenen geaccepteerd, gerespecteerd en serieus genomen worden. Zij hebben van nature de behoefte om nieuwe dingen te leren, om uitdagingen aan te gaan. Ieder kind is zichzelf en ontwikkelt zich in zijn omgeving op zijn eigen manier, in zijn eigen tempo. Wij vinden het belangrijk dat kinderen de vrijheid en de ruimte krijgen om hun eigen mogelijkheden en onmogelijkheden te ontdekken. Visie op de rol van de TSO-coördinator en de TSO-vrijwilliger
(zie voor een verdere taakverdeling Hoofdstuk 4)
TSO-coördinatoren en TSO-vrijwilligers geven praktische invulling aan bovenstaande visie. Vanuit het gegeven dat we opvoedingsverantwoordelijkheid op ons nemen, komt voort dat we een ‘bewuste relatie’ met kinderen aangaan. Dit betekent dat wij regelmatig goed nadenken over onze rol als opvoeder, persoonlijk, met collega’s, in de teambegeleiding en tijdens functioneringsgesprekken, themabijeenkomsten etc. In onze omgang met kinderen staan respect en acceptatie in de opvoedingstaak centraal. Ieder kind heeft zijn eigen achtergrond en thuissituatie van waaruit het de wereld verkent. Daarom hebben wij een positieve houding m.b.t. culturele identiteit en religies en zien het belang in van respectvolle communicatie en interactie met ouders om (beter) begrip te krijgen voor de achtergrond van het kind en de wijze waarop het zich in de thuissituatie ontwikkelt. Wij kijken naar het individuele kind binnen groepsverband. Het aanleren van vaardigheden is in onze visie een uitkomst van onze werkwijze op de TSO; geen doel of uitgangspunt. * Als de term ‘medewerker’, ‘coördinator’ of ‘vrijwilliger’ wordt gebruikt, dan maken wij geen onderscheid tussen mannelijke en vrouwelijke collega’s. Ook het begrip ‘kind’ wordt m/v toegepast.
Centraal project TSO/EM/pedagogisch werkplan TSO juni 2010
blz. 2
1.3
Waarden, normen, grenzen en regels Grenzen en regels hebben vaak te maken met veiligheid, hygiëne en principes, waarden en normen. Ook op de TSO hebben we daarom een aantal regels, waaraan zowel TSO-vrijwilligers als kinderen zich moeten houden. Soms zijn de regels op de TSO anders dan thuis, daarom moet een kind bekend worden gemaakt met de regels op de TSO. Door eenvoudige regels wordt de vrijheid van het kind begrensd, maar daardoor worden de dagindeling en de omgeving inzichtelijker en beter herkenbaar voor het kind. Dit maakt bv. dat het kind zich veilig kan voelen op de TSO en dat het kind weet waar het aan toe is. Regels kunnen voor het kind ook een uitdaging vormen: regels kunnen worden overtreden en grenzen worden verlegd. Daarom is consequent handelen en hanteren van regels van groot belang voor het kind: wat vandaag niet mag, moet morgen ook niet mogen! Welke grenzen en regels er gelden is verschillend per TSO-locatie, hierbij wordt aangesloten bij het beleid van de school.
Afspraken en regels op deze TSO: Regels voor de kinderen: wij blijven in de klas, totdat we worden opgehaald door een TSO- Medewerker wij plassen en wassen onze handen voor het eten wij lopen rustig naar de hal wij zijn stil en eerbiedig tijdens het bidden en danken Wij zijn aardig voor elkaar (dus niet plagen, trappen onder tafel ed) wij hebben respect voor de andere kinderen en voor de TSO-medewerkers wij luisteren als een TSO-medewerker iets tegen ons zegt en zijn niet brutaal in de hal en gangen lopen we. Buiten mogen we rennen!! de groepen die in de hal eten, gaan na het eten via de hoofdingang naar buiten (dus niet via de ruimte waar de groepen 1 t/m 3 eten op het schoolplein spelen we mét elkaar! We sluiten geen kinderen buiten! wij spelen alleen op plaatsten waar we mógen spelen! (niet in de bosjes) wij ruimen met elkaar op, zowel buiten als binnen! wanneer je buiten bent, blijf je buiten! (mits er toestemming is gegeven, bv. bij slecht weer of wanneer je naar het toilet moet) wij gaan alleen naar het toilet als het nodig is en één kind tegelijk wanneer jouw klas direct na de lunch gym heeft, pak je rustig je spullen in school en wacht je op het schoolplein (bij de hoofdingang) op je juf of meester. KORTOM: WIJ GAAN GEZELLIG EN RESPECTVOL MET ELKAAR OM EN LUISTEREN NAAR ELKAAR!! Op de R. de Jagerschool is er een groepje kinderen, dat apart eet in het documentatiecentrum. Voor deze kinderen is het te druk om in de hal te eten. Zij hebben echt even rust nodig tussen de middag. Dit is gecommuniceerd met ouders, leerkracht en de RT-medewerker van de school. Aan deze tafel gelden de volgende regels (afgesproken met RT-medewerker): -
Aan Aan Aan Aan
deze deze deze deze
tafel tafel tafel tafel
ben je rustig zijn we aardig voor elkaar heeft iedereen een eigen plek blijft iedereen op zijn plek tijdens het eten.
Centraal project TSO/EM/pedagogisch werkplan TSO juni 2010
blz. 3
2
Voorwaarden voor een pedagogische omgeving De TSO wil kinderen een veilige plek bieden, dat wil zeggen: een plek, waar kinderen zich geborgen en vertrouwd voelen, waar kinderen zich kunnen ontspannen en zichzelf kunnen zijn. De TSO- vrijwilliger zorgt voor mentale en fysieke veiligheid van kinderen. De TSOcoördinator en TSO-vrijwilligers maken gebruik van de veiligheidsmaatregelen die in het schoolbeleid zijn opgenomen. Wij zijn ons ervan bewust dat mentale en fysieke veiligheid verband met elkaar houden.
2.1
Mentale veiligheid:
2.1.1
Relatie TSO-vrijwilliger en het kind
2.1.2
Positieve benadering
2.1.3
Respect en aandacht voor ieder kind
In het bieden van veiligheid en geborgenheid speelt de relatie tussen de TSO-vrijwilliger en het kind een belangrijke rol. Het is belangrijk om een gezonde relatie met het kind dat centraal staat op te bouwen, om zo het vertrouwen van een kind te winnen. De ‘positieve benadering’ en ‘respect en aandacht voor ieder kind’ zijn hier onderdeel van. De vrijwilliger verdeelt persoonlijke aandacht en kijkt naar de behoeften en wensen van alle kinderen. De TSO-vrijwilliger heeft ook een voorbeeldfunctie, d.w.z. dat zij zelf de regels en afspraken voorleven en anderen hierop wijzen. De TSO-vrijwilliger biedt het kind duidelijkheid door grenzen aan te geven. De TSO-vrijwilliger biedt gelijkwaardigheid in de relatie met het kind, door zichzelf onder de kinderen te mengen en samen met hen te spelen, een dolletje met hen maken, een (serieus) gesprek met hen voeren. Een kind dat ervaart eerlijk en respectvol te worden benaderd, leert om anderen eerlijk en respectvol te benaderen. Door een positieve houding en uitstraling worden kinderen bevestigd en gestimuleerd in hun gedrag: door bijvoorbeeld het kind te laten merken dat zijn aanwezigheid op prijs wordt gesteld, door vaker te benoemen wat de positieve eigenschappen zijn die het kind bezit en minder vaak de negatieve eigenschappen van het kind te benoemen. Daarbij is belangrijk om positief gedrag te belonen!
Binnen de pedagogische relatie die de TSO-vrijwilliger heeft met de groep, wordt door de TSO-vrijwilliger gekeken naar het individuele kind, als uniek persoon, binnen het groepsverband. Hierin vinden wij respectvolle communicatie en interactie belangrijk. Daarin heeft de TSO-vrijwilliger ook een stimulerende en ondersteunende rol. De TSO-vrijwilliger begroet bijvoorbeeld zoveel mogelijk ieder kind persoonlijk bij binnenkomst, geeft kinderen de ruimte om zichzelf te zijn, gaat respectvol om met de eigenheid van ieder kind: door de aandacht en zorg te verdelen over kinderen, door tijd te nemen om te luisteren en te laten merken dat je belangstelling toont voor wat het kind bezig houdt, door rekening te houden met de kinderen en hen gelegenheid geeft voor een gesprek. Op de TSO wordt het belangrijk gevonden om te weten of een kind zich prettig voelt of niet. Signaleert de TSO-vrijwilliger opvallend gedrag (in de breedste zin van het woord), dan koppelt de TSO-vrijwilliger dit terug naar de TSO-coördinator, die het opvallende gedrag bespreekt met de leerkracht van het kind. Indien nodig neemt de coördinator contact op met de ouders.
Centraal project TSO/EM/pedagogisch werkplan TSO juni 2010
blz. 4
2.1.4
Inspraak van het kind
De TSO-vrijwilliger stimuleert de zelfstandigheid van kinderen naar hun vermogen, door het kind ruimte te geven in het zelf bedenken van oplossingen en het uitvoeren ervan. Vooral voor de wat oudere kinderen is het belangrijk om hun mening te mogen delen. Door kinderen te betrekken in het plannen van activiteiten en dagelijkse gang van zaken, leren zij creatief na te denken over dingen, samenwerken, communiceren met elkaar en met volwassenen en hun verantwoordelijkheidsgevoel wordt vergroot.
2.1.5
Conflictoplossing
Bij de TSO ligt de nadruk steeds meer op het oplossen van conflicten door middel van een gesprek met het kind. Alle kinderen vertonen wel eens ongewenst gedrag. In een conflict leren kinderen voor zichzelf op te komen en te onderhandelen. Belonen, waarschuwen en corrigeren, straffen zijn een logisch gevolg van bepaald gedrag. Voor gewenst gedrag wordt het kind beloond, voor ongewenst gedrag krijgt het kind een het paar waarschuwingen, waarmee het kind ook wordt gecorrigeerd. Als het kind ongewenst gedrag blijft vertonen krijgt het kind straf. Beloning Door gewenst gedrag van een kind te belonen, worden zowel de TSO-vrijwilliger als het kind gestimuleerd in het geven van positieve aandacht. Het geven ervan is eenvoudig en leuk om te doen. Je moet er alleen wel oog voor hebben of krijgen. Je kunt hierbij denken aan non-verbale communicatie: een knipoog, een schouderklopje, duim omhoog, een aai over de bol. Je kunt ook denken aan verbale communicatie waarbij je vertelt wat je ziet of denkt: ‘ik zie dat jij goed je best doet’, ‘wat kun jij goed…’, ‘ik waardeer jouw eerlijkheid’ o.i.d. Waarschuwen en corrigeren Een andere manier van een kind positief benaderen zijn waarschuwingen en correcties. Iedereen maakt fouten, iedereen kan te ver gaan in het opzoeken van grenzen en deze overschrijden. Het is belangrijk dat het kind TSO-vrijwilligers om zich heen heeft die waarschuwen en corrigeren, die aanspreken op gedrag en het kind niet zomaar laten rondploeteren. Grenzen verkennen is een leerproces en dat gaat met vallen en opstaan. Grenzen en regels Mochten waarschuwingen en correcties niet aanzetten tot gewenst gedrag, dan moet je als TSO-vrijwilliger soms grenzen stellen voor het kind. Door bijvoorbeeld het geven van een ‘time-out’ (door bv. het kind een paar minuten buiten de groep te laten), bied je het kind rust en tijd aan, om na te denken over het ongewenste gedrag. Daarnaast is het heel belangrijk om vervolgens in gesprek te gaan met het kind. Het kind krijgt op die manier oog voor de gevolgen van zijn gedrag en wordt gestimuleerd in het bedenken van een oplossing. Je kunt hierbij het kind helpen met reflecteren: wat is er gebeurd, wat heb je gedaan, wat vind je er eigenlijk zelf van, met welke motieven deed je iets. Het is belangrijk dat de TSO-vrijwilliger goed naar het kind “luistert” en “kijkt” waar het gedrag van het kind vandaan komt. Probeer de gevoelens van het kind te begrijpen, probeer om de echte beweegredenen/motieven van het kind te achterhalen en de gevoelens van het kind te verwoorden. Daarbij is het ook belangrijk dat je als TSO-vrijwilliger het kind kent, zodat het kind wordt aangesproken op zijn eigen niveau en het kind niet wordt overschat of onderschat. Als TSO-vrijwilliger heb je motieven waarom je ervoor kiest om het kind over zijn gedrag na te laten denken, leg aan het kind uit waarom: wat vond je van de gebeurtenis en het gedrag, welk gedrag zou volgens jou beter passen in zo’n situatie? Hierbij kun je gebruik maken van “ik-boodschappen”. (zie 2.1.6)
Centraal project TSO/EM/pedagogisch werkplan TSO juni 2010
blz. 5
Afspraken rond grenzen en regels op deze TSO. Welke maatregelen wij hanteren: -
Een kind wordt in eerste instantie gewaarschuwd. Na nog een waarschuwing, kan het kind apart worden gezet ( afhankelijk van de aard van de overtreding). Ook volgt er dan een gesprekje met het kind en de TSO-medewerker. Wanneer een TSO-medewerker een kind diverse malen moet corrigeren, wordt dit besproken met de TSO-coördinator. Vaak gaat zij dan in gesprek met het desbetreffende kind. Soms is dat voldoende. Wanneer het gedrag vaker voorkomt en het kind niet luistert, neemt de TSOcoördinator contact op met de ouders (Vaak is er daarna wel sprake van verbetering) Wanneer het gedrag structureel is en er geen verbetering zichtbaar is, kan er een schorsing volgen (al of niet tijdelijk). Wanneer er een conflict is, tussen meerdere kinderen of een kind en een TSOmedewerker, gaat de TSO-coördinator hierover in gesprek. Zij luistert naar beide kanten van het verhaal en probeert, zo mogelijk, tot een oplossing te komen, die voor alle partijen bevredigend is.
Afspraken met directie/school over eventuele schorsing van het kind op de TSO: Wanneer een kind dusdanig negatief gedrag vertoont, dat na herhaaldelijk waarschuwen, gesprekken en contact met ouders er geen verbetering zichtbaar is, kan een kind uiteindelijk worden geschorst. Dit zal uiteraard in overleg gaan met de directeur. Er zal worden gekeken of het kind tijdelijk zal worden geschorst of permanent.
2.1.6
Ik-boodschappen De TSO-vrijwilliger doet er goed aan de ‘ik-boodschap’ te gebruiken. Hiermee geeft de TSOvrijwilliger aan dat zij de persoon is, die last heeft van een bepaald gedrag van een kind. Dit betekent geen beschuldiging of veroordeling van het kind zelf. Voorbeelden van ik-boodschappen zijn: “Ik wil graag dat je de knutselspullen gaat opruimen zodat je weer naar je eigen klas kunt gaan”. Het gevolg kan zijn dat een kind boos wordt omdat zijn knutselwerk nog niet klaar is. “Ik zie dat je boos bent omdat je graag je knutselwerk wilt afmaken, maar de school gaat weer beginnen. Als je morgen weer bij de TSO bent, mag je verder gaan. Ik bewaar het zolang op de kast ”. “Ik wil graag dat je het spelletje gelijk opruimt, omdat er anders onderdelen kwijt kunnen raken en ik vind het belangrijk dat het spelletje compleet blijft”. Hiermee geef je als TSO-vrijwilliger een signaal dat je oog hebt voor wat het kind doet en bezighoudt, ook al is dat dan niet altijd gewenst.
Centraal project TSO/EM/pedagogisch werkplan TSO juni 2010
blz. 6
2.2
Fysieke veiligheid:
2.2.1
Ziek kind op de TSO
Als een kind op de TSO ziek is of wordt, beoordeelt de TSO-vrijwilliger in eerste instantie de situatie. Wanneer de TSO-vrijwilliger zich zorgen maakt over de gezondheidstoestand van een kind, dan houdt zij het kind goed in de gaten en meldt het aan de TSO-coördinator en/of leerkracht. In geval van ziekte en/of koorts zal de TSO-coördinator, na overleg met de leerkracht van het kind, de leerkracht vragen contact op te nemen met de ouders. Hierbij wordt het beleid van de school gevolgd. De TSO-vrijwilliger is zich er van bewust, dat niet elke ouder direct in staat zal zijn om het kind op te halen. De TSO-vrijwilliger draagt zorg voor het kind tot de les weer begint. De TSO-coördinator kan zonodig bijspringen om het kind te observeren en de TSOvrijwilliger te ondersteunen.
2.2.2
Medicijnverstrekking
De TSO-vrijwilligers mogen geen medicijnen verstrekken. Als een kind tussen de middag medicijnen moet innemen, stemmen de ouders dit af met de leerkracht. De leerkracht is verantwoordelijk voor de medicijnverstrekking. 2.2.3
Ontruimingsplan
Op de TSO-locatie is een ontruimingsplan aanwezig; in overleg met de school wordt deelname aan ontruimingsoefeningen afgestemd. Een ontruiming valt onder verantwoordelijkheid van de school. Het is de bedoeling dat elke TSO-coördinator in het bezit is van een (kinder)EHBO-diploma. 2.2.4
Hygiëne
Een schone omgeving is belangrijk voor zowel de kinderen als de TSO-vrijwilligers. De TSO-coördinator zorgt ervoor dat de benodigde middelen aanwezig zijn voor een schone omgeving. KMN Kind & Co vindt het wenselijk dat de TSO-vrijwilliger de kinderen attendeert op hygiëneregels die op school gelden en zal deze regels ook zelf naleven. Dit kunnen regels zijn zoals: handen wassen voor het eten, na toiletbezoek en na hoesten en/of niezen.
Opmerking: School is verantwoordelijk voor de veiligheid m.b.t. speeltoestellen.
Centraal project TSO/EM/pedagogisch werkplan TSO juni 2010
blz. 7
3
Hoe brengt het kind de TSO-tijd door? De TSO-vrijwilliger houdt rekening met het feit dat kinderen een deel van hun vrije tijd, die zij anders thuis zijn, nu doorbrengen op de TSO. Het gaat om tijd die zij tussen de middag vrij zijn van school. Als TSO-vrijwilliger draag je zorg voor de primaire behoeften van kinderen: eten, drinken en momenten van rust. Verder kan vrije tijd bestaan uit deelname aan georganiseerde activiteiten en vrij spel. Het is belangrijk dat er een goed evenwicht is in het aanbod. Te veel nadruk op georganiseerde activiteiten betekent dat een kind niet meer leert om zichzelf te vermaken. Daar staat tegenover dat alleen vrij spel niet genoeg uitdaging biedt aan kinderen die graag iets nieuws leren of hun sportieve vaardigheden oefenen.
3.1
Eten en drinken Het is belangrijk dat de TSO-vrijwilliger de kinderen de rust en de tijd geeft om meegebracht voedsel en drinken te nuttigen. De maaltijd is een sociaal moment en wordt gebruikt om het onderlinge contact tussen kinderen te verstevigen. De kinderen leren om aandacht voor elkaar te hebben en rekening te houden met elkaar. (ze moeten regelmatig op elkaar wachten) Tijdens de maaltijd zitten de kinderen aan tafel en ze leren te blijven zitten tot ze van tafel af mogen. Eten moet te allen tijde leuk zijn, daarom vinden wij een ontspannen sfeer en gezelligheid belangrijk aan tafel. ‘Zien eten, doet eten’ De TSO-vrijwilliger stimuleert de kinderen in het opmaken van meegebracht voedsel en drinken. Verder wordt in het maken van afspraken rondom eten, drinken en snoepen rekening gehouden met het beleid van de school. Afspraken rondom eten en drinken op deze TSO: -
Aan het begin van elk nieuwe schooljaar, gaat er een brief naar de ouders van de kinderen van de R. de Jagerschool. In deze brief wordt iets verteld over de gang van zaken tijdens de TSO en wordt gevraagd of de ouders een eventuele allergie van hun kind(eren) willen doorgeven aan de TSO-coördinator.
-
Op het bord in de (kleine) TSO-ruimte hangt een overzicht met hierop de namen van de kinderen die last hebben van een allergie en waarvoor zij allergisch zijn!! Wanneer een kind in extreme mate allergisch is, meldt de TSO-coördinator dit apart aan alle TSO-medewerkers. Er wordt dan ook gekeken welke werkwijze er gehanteerd moet worden, om problemen te voorkomen.
-
Het is niet toegestaan om snoep mee te geven tijdens de lunch. Een plak ontbijtkoek of sultana is bv. wel toegestaan. Voorkeur gaat uit naar brood met gezond beleg. Dus zo min mogelijk zoetigheid.
-
Er wordt geadviseerd om de brooddozen en bekers/pakjes in de TSO-koelkast te leggen. Zeker bij warm weer en ’s winters (verwarming in school) is dit erg belangrijk.
3.1.1
Dieet/allergie
3.2
Ontwikkelen van vaardigheden door (vrij) spel en georganiseerde activiteiten Kinderen leren al spelenderwijs op elkaar te wachten, dingen te delen, zijn elkaar tot voorbeeld en leren van elkaars gedrag.
Wij houden op de TSO zoveel mogelijk rekening met dieetwensen. Indien het kind allergisch is of een dieet volgt, dan vinden wij het wenselijk dat ouders de TSO-vrijwilligers hiervan op de hoogte brengen en dat school de dieetlijsten naar de TSO doorstuurt.
Centraal project TSO/EM/pedagogisch werkplan TSO juni 2010
blz. 8
Vrij spel kan worden gedefinieerd als niet-doelgerichte activiteiten waaraan het kind plezier beleeft en het vaardigheden zoals creativiteit en fantasie kan ontwikkelen. Vrij spel komt sneller tot uiting in een omgeving waar het kind zich veilig, geborgen en vertrouwd voelt en dus zichzelf kan zijn. Deze manier van spelen is belangrijk voor elk kind. Een spel spelen met speelgoed of met gebruik van spelmateriaal op de wijze zoals het eigenlijk bedoeld is, is net zo belangrijk voor kinderen. Hierbij kunnen kinderen alleen of gezamenlijk hun talenten en vaardigheden ontwikkelen op verschillende gebieden. Bijvoorbeeld: trainen van behendigheid, creativiteit (in het bedenken van oplossingen), samenwerken, het nut van spelregels. Het is belangrijk dat er voldoende en kwalitatief goed speelgoed en spelmateriaal van de school beschikbaar is, dat aansluit qua grootte en moeilijkheidsgraad, bij de verschillende leeftijden, ontwikkelingsfasen, interesses en belevingswereld van de kinderen. Variatie in het aanbod van speelgoed en spelmateriaal is belangrijk, zodat het zijn uitdagende waarde blijft houden.
Centraal project TSO/EM/pedagogisch werkplan TSO juni 2010
blz. 9
Naast de aanwezigheid van gevarieerd en kwalitatief goed speelgoed en/of spelmateriaal, worden er op de TSO ook eenvoudige activiteiten georganiseerd en aangeboden, waarbij rekening wordt gehouden met behoeften en (on)mogelijkheden van de doelgroep. (Bv. kinderen zijn maar kort op de TSO en willen liever met hun vriendjes en vriendinnetjes (vrij) spelen) Een gezamenlijke activiteit zorgt voor groepssfeer. Voor kinderen die een activiteit willen ondernemen, organiseren we o.a. leuke knutsel- of spelactiviteiten. Op de TSO is een activiteitenmap aanwezig met allerlei leuke knutselvoorbeelden, binnen- en buitenspelletjes. Ook kan er worden gewerkt met thema’s. 3.2.1
Meenemen van eigen speelgoed naar de TSO
Wat betreft het meenemen van speelgoed is het beleid van de school bepalend. In principe raden wij het ouders af om speelgoed van thuis mee te laten nemen naar de TSO. Er is een risico dat het kwijt raakt of stuk gaat. De TSO-vrijwilligers noch KMN Kind & Co zijn hiervoor verantwoordelijk of aansprakelijk te stellen. 3.3
Binnen- en buitenspel TSO-vrijwilligers stimuleren de kinderen om buiten te spelen en een frisse neus te halen. Dit is belangrijk voor zowel de gezondheid als het ontdekken van de omgeving en de grenzen ervan. Bij barre weersomstandigheden zoals harde regenval spelen de kinderen binnen. Bij vrieskou of hitte mogen kinderen 15 min. buiten spelen en vervolgens de warmte of koelte van binnen opzoeken. De kinderen spelen op het schoolplein onder toezicht van een TSO-vrijwilliger.
3.3.1
TV kijken
Bij een speciale gelegenheid (bv. Sinterklaasperiode), mogen de kinderen wel eens televisie kijken. Er wordt gekeken naar verantwoorde programma’s/films, aangepast aan de leeftijd van de kinderen, zonder grof geweld of gebruik van grove taal (Kijkwijzer).
Centraal project TSO/EM/pedagogisch werkplan TSO juni 2010
blz. 10
4
Taakverdeling
De TSO wil kinderen een stimulerende omgeving bieden, die tegemoet komt aan zijn behoefte om ervaringen op te doen en die uitnodigt tot activiteit. Om dit te kunnen realiseren hebben de TSOcoördinator en TSO-vrijwiligers hun eigen taken. 4.1 TSO-coördinator Interne en externe contacten Draagt zorg voor een goed verloop op de TSO, d.w.z. dat zij aanwezig is tijdens de TSO, het team TSO-vrijwilligers aanstuurt en de grote lijnen m.b.t. het verloop van de TSO in de gaten houdt. Is het aanspreekpunt voor vrijwilligers en adviseert en ondersteunt hen in probleemsituaties. Is eindverantwoordelijk voor het pedagogisch handelen van de vrijwilligers. Houdt daartoe toezicht op, signaleert en geeft feedback op de uitvoering van werkzaamheden van de TSO-vrijwilligers. Houdt/stelt TSO-vrijwilligers op de hoogte van (nieuwe) regels, werkwijzen, rooster, adressen-/telefoonlijsten, bijzonderheden van kinderen en afspraken met ouders/leerkrachten én bewaakt de uitvoering daarvan. Werft en selecteert nieuwe TSO-vrijwilligers en werkt deze in. Houdt reservelijst TSO-vrijwilligers actueel en regelt inval bij afwezigheid TSO-vrijwilliger. Registreert op afgesproken wijze aan-/afwezigheid van zowel kinderen als TSO-vrijwilligers. Zorgt voor de benodigde materialen en speelgoed zoals afgesproken met de directie van school. Organiseert activiteiten (variërend van eenvoudige crea-activiteiten tot themaweken) en bereidt deze voor. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de TSO-vrijwilligers of externe aanbieders. Zorgt voor een hygiënische omgeving voor de overblijfkinderen en spreekt zo nodig vrijwilligers c.q. school hierop aan. Levert een bijdrage aan optimaal ruimtegebruik en ziet toe op voldoende ruimte om groepen kinderen conform de ratio te huisvesten. Stemt dit waar nodig af met school / leerkrachten. Pakt accuraat evt. knelpunten/problemen binnen de TSO op, zo nodig in overleg met de clustermanager. Is aanspreekpunt TSO-zaken voor ouders, directie, medewerkers van school en informeert hen bij bijzonderheden. Overlegt met brandweer en clustermanager over jaarlijkse ontruimingsoefening. Kennis In het bezit van een van de opleidingsniveaus zoals vermeld bij de functie van pedagogisch medewerker in de CAO-Kinderopvang en heeft enige jaren werkervaring in een pedagogische setting. Pedagogische kennis en kennis van de ontwikkelingsfases van een kind. Kennis van en inzicht in groepsdynamische processen. Kennis van de geldende hygiëne- en veiligheidseisen.
Centraal project TSO/EM/pedagogisch werkplan TSO juni 2010
blz. 11
4.2
TSO-vrijwilliger Draagt zorg voor de kinderen tijdens de TSO Zorgt voor mentale en fysieke veiligheid van kinderen. Heeft een rol in de vrijetijdsbesteding van kinderen. Zorgt voor de uitvoering van activiteiten. Overlegt met/raadpleegt de TSO-coördinator over bijzonderheden, onduidelijkheden. Beschikt over vaardigheden om de wisselwerking tussen kinderen in goede banen te leiden. Heeft een voorbeeldfunctie en gaat hier bewust mee om. Is aanwezig bij TSO-vergaderingen. Vraagt feedback van collega’s.
Centraal project TSO/EM/pedagogisch werkplan TSO juni 2010
blz. 12
5
Overlegmomenten
5.1
TSO-vergaderingen Hiermee worden de besprekingen bedoeld, die de TSO-coördinator 1x per 2 maanden heeft met de TSO-vrijwilligers. De TSO-coördinator zit deze vergadering voor. Hierin komen zowel beleidsmatige als praktische punten op de agenda. Voorbeelden zijn: de samenwerking, het pedagogisch handelen van de TSO-vrijwilligers en de ervaringen op de TSO van de kinderen aan de orde, waarbij je kunt denken aan de afstemming van de benadering van kinderen. Uiteraard kunnen er ook andere zaken aan bod komen, zoals de aanschaf van materialen o.i.d. Er worden van deze vergaderingen notulen gemaakt. De directie van de school ontvangt hiervan ook een exemplaar.
5.2
Locatieoverleg De TSO-coördinator heeft met de clustermanager vanuit KMN Kind en Co één keer per zes weken een werkoverleg. Hierin bespreken zij het verloop van de TSO en de diverse actiepunten die hieruit voortkomen. Daarnaast is er regelmatig telefonisch contact.
5.3
Overleg tussen schooldirectie en TSO-coördinator Eens per kwartaal is er een overleg tussen de directie/locatiemanager van de school en de TSO-coördinator om diverse praktische zaken door te nemen en af te stemmen.
5.4
Interview met kinderen De TSO-coördinator houdt elk jaar een interview met een aantal kinderen met verschillende leeftijden. Hierin komt ter sprake hoe zij het vinden op de TSO, wat zij zouden willen veranderen en waarom, wat zij juist leuk vinden, etc. De TSO-coördinator en de TSOvrijwilligers bespreken met elkaar de antwoorden van de interviews en bekijken welke wensen en opmerkingen gerealiseerd kunnen worden in de praktijk. Hierbij wordt rekening gehouden met de visie, normen en waarden en randvoorwaarden van veiligheid. De resultaten worden teruggekoppeld naar en besproken met de kinderen.
5.5
Evaluatiemomenten Twee keer per jaar vinden er gesprekken plaats met de directie van de school, de TSOcoördinator en de clustermanager. Het verloop van de TSO wordt hierin geëvalueerd en het functioneren van de TSO-coördinator wordt besproken.
Centraal project TSO/EM/pedagogisch werkplan TSO juni 2010
blz. 13
6
Communicatie
6.1
Tekstjes KMN Kind & Co heeft standaard teksten met invulvelden voor locatiespecifieke informatie, die gebruikt worden voor de websites van de scholen en de schoolgidsen. De teksten zijn op te vragen bij TSO- Administratie. De Clustermanager is verantwoordelijk voor het updaten van de informatie bij personeelswijzigingen etc.
6.2
Nieuwsbrief Per kwartaal komt er nieuws van de TSO in een informatiebrief van school. Hierin staan tips, leuke wetenswaardigheden, artikelen over wisselende onderwerpen, verhaaltjes en stukjes van en over de kinderen bij de TSO. De coördinator schrijft de stukjes onder verantwoordelijkheid van de clustermanager en zorgt ervoor dat deze stukjes worden geplaatst. De bedoeling is dat ouders op een leuke manier geïnformeerd worden over diverse zaken rondom de TSO.
Centraal project TSO/EM/pedagogisch werkplan TSO juni 2010
blz. 14
7
Evaluatie en bijstelling De inhoud van dit werkplan zal jaarlijks worden besproken in het teamoverleg van de TSOcoördinatoren van KMN Kind & Co en tijdens vergaderingen van de TSO-coördinator met de TSO-vrijwilligers. In bijlage 1 kunnen tussentijdse aantekeningen worden gemaakt. Bij de actualisatie van het pedagogisch werkplan kunnen deze veranderingen en aanvullingen in het team besproken worden en zonodig worden ingepast. 1x per jaar worden de schoolafspraken geëvalueerd. Eén keer per twee jaar wordt het pedagogisch werkplan geactualiseerd, volgens onderstaand schema: Schema: September September September September September
2012 2014 2016 2018 2020
Centraal project TSO/EM/pedagogisch werkplan TSO juni 2010
blz. 15
Evaluatie en bijstelling Dit blad is bedoeld om aantekeningen te maken zodat bij evaluatie van het pedagogisch werkplan veranderingen en aanvullingen ingepast kunnen worden. Datum
Opmerking / Verbetersuggestie
Centraal project TSO/EM/pedagogisch werkplan TSO juni 2010
Naam
blz. 16
Samenvatting pedagogisch werkplan TSO Uitgangspunten in visie op TSO Ieder kind is uniek! Benader de ander positief en respectvol. Wees je ervan bewust dat je een voorbeeld bent voor de kinderen. Bouw een vertrouwensband op met kinderen. Geef een kind ruimte en vrijheid om eigen (on)mogelijkheden te ontdekken vanuit zijn omgeving. Sluit aan bij de verschillende leeftijden, ontwikkelingsfasen, interesses en belevingswereld van de kinderen en zorg zonodig voor uitdaging. Uitgangspunten in onze benadering van kinderen Creëer situaties waarin een kind de sfeer van geborgenheid, veiligheid en vertrouwen kan ervaren. Verdeel de aandacht over alle kinderen. Bied kinderen structuur, grenzen en regels en gebruik het gezag dat je hebt in je vertrouwensband met kinderen, misbruik dit niet door er een machtspelletje van te maken. Luister niet alleen naar de woorden die gezegd worden, maar luister vooral ook naar de bedoeling. Ga in gesprek met kinderen: gebruik ik-boodschappen, betrek hen in het bedenken en uitvoeren van ideeën activiteiten/oplossingen. Zorg ervoor dat je als medewerker een kind vaker beloont dan straft. In het geval dat visie en benadering te kort schieten Maak gebruik van bestaande kennis, je hoeft niet telkens opnieuw zelf het wiel uit te vinden. Zie beknopte beschrijving ontwikkelingsfasen, expertise van collega’s: TSO-coördinatoren en andere TSO-vrijwilligers. Bespreek bijzonderheden m.b.t. gezondheid van kinderen, praktische zaken etc. met de TSOcoördinator.
Centraal project TSO/EM/pedagogisch werkplan TSO juni 2010
blz. 17
Ontwikkelingsfasen: kleuter (4-6 jaar)
Typerend voor deze fase: Hoe ik denk: Ik denk nog prelogisch d.w.z. ik zie nog niet dat de ene toestand het gevolg is van een andere toestand. Ik ben egocentrisch. (ik-gericht) Ik imiteer graag om voorbeelden van de ander mij eigen te maken. Sociaal-emotioneel: Ik kan eenvoudige spelregels hanteren. Ik kan mij richten op behoeftes van anderen. Ik kan een compromisvoorstel aanvaarden. Zintuigen en motoriek: Ik zit midden in een groeispurt en wordt steeds preciezer. Met 6 jaar kan ik met mijn handen uitvoeren, wat mijn oog ziet. Creatieve expressie: Ik doe dit vanuit mijn verstand of met een vooropgezet idee, ik teken of knutsel dingen die ik weet en niet wat ik zie.
Schoolkind (6-12 jaar)
Hoe ik denk: Ik kan logisch denken, maar ik moet het ook kunnen zien. Ik ben geïnteresseerd in feiten en vraag daarom ook vaak naar oorzaken: waarom??? Sociaal-emotioneel: Ik kan delen en overleggen. Ik houd van wedstrijdjes. Verliezen vindt ik moeilijk. Ik zoek verbanden zoals clubs. Zintuigen en motoriek: Vooral mijn grove motoriek: lichaamsbeheersing en spierkracht wil ik nu trainen. Creatieve expressie: Ik ga dingen tekenen of knutselen die ik zie i.p.v. wat ik weet. Het liefst moet het in 1 keer lukken of ergens op lijken, anders verlies ik mijn geduld en mijn interesse.
Centraal project TSO/EM/pedagogisch werkplan TSO juni 2010
blz. 18