Pedagogisch beleidsplan
Ieder kind is uniek! Wij bieden de plek waar peuters zichzelf kunnen zijn en in alle rust en veiligheid kunnen ontwikkelen
© BLIK 2016
Voorwoord In het pedagogisch beleidsplan van SWS Peuters beschrijven wij volgens welke visie en doelen wij werken op de peuterspeelzalen. De inhoud en werkwijze voldoen aan de normen zoals die gesteld zijn in de kwaliteitsbeoordeling conform ISO 9001 (International Organization for Standardization). Ieder kind is een uniek mens en zoekt zijn weg in het leven ! Van groot belang is de wijze van stimuleren van deze ontwikkeling. De rol van opvoeders en pedagogisch medewerkers is hierin van cruciaal belang. Oftewel, het kind is voor een belangrijk deel afhankelijk van volwassenen. Dit zijn wij ons terdege bewust en daarom stellen wij hoge eisen aan de pedagogisch medewerkers, aan de inrichting van de peuterspeelzalen en aan de samenwerking. Binnen de peuterspeelzaal moet ieder kind zich veilig voelen, dan kan het kind zich positief ontwikkelen. Belangrijk aspect daarbij is het overdragen van waarden en normen aan kinderen. Een kind is kind in de SWS Peuters peuterspeelzalen en wordt serieus genomen door de pedagogisch medewerkers. Dat wil zeggen dat een kind de kans krijgt zich spelenderwijs te ontwikkelen. De pedagogisch medewerker biedt activiteiten aan die ontwikkelingsgericht zijn en passen bij het kind in een stimulerende omgeving. Peuterspeelzalen zijn als voorscholen belangrijk voor een goede start op de basisschool. SWS Peuters is van mening dat kinderen zich moeten kunnen ontwikkelen tot evenwichtige mensen die hun eigen talenten kennen en benutten. Onze werkwijze is pedagogisch verantwoord en van goede kwaliteit. Er wordt gewerkt met verschillende methodieken, waarmee alle ontwikkelingsgebieden gestimuleerd worden. De school en de ouders zijn hierin onze partners. SWS Peuters is een erkend leerbedrijf. Vrijwilligers, stagiaires en ouders zijn regelmatig ter ondersteuning van de pedagogisch medewerker op de groep werkzaam.
De Pedagogische visie van SWS Peuters Het pedagogisch beleid/visie van SWS Peuters heeft als uitgangspunt de vier wettelijke opvoedingsdoelen: A. B. C. D.
Emotionele veiligheid Ontwikkelen van persoonlijke competentie Ontwikkelen van sociale competentie Eigen maken van waarden en normen en cultuur
A. Emotionele veiligheid Binnen SWS Peuters werken we volgens de wettelijke PKR (Pedagogisch medewerker Kind Ratio) en met vaste medewerkers op de groep. Wij streven naar een vaste groepssamenstelling. Onze medewerkers zijn gediplomeerd en deskundig. We creëren een veilig klimaat voor de kinderen, door ons sensitief en responsief op te stellen. Wenbeleid: Als een kind voor het eerst komt, wordt gekeken wat het kind aankan. Sommige kinderen starten zonder enige moeite op de peuterspeelzaal en komen direct met plezier. Ouders mogen de eerste dag een uurtje op de groep blijven en daarna bellen om te vragen hoe het met hun kind gaat. Bij peuters die meer moeite hebben om te wennen, bouwen we stap voor stap op, in overleg met de ouders. De peuterspeelzaal sluit zoveel mogelijk aan bij de rituelen, taalgebruik en gebeurtenissen van thuis. We hebben aandacht en respect voor ieder kind en zijn gewoonten.
B. Ontwikkelen van persoonlijke competentie Ieder kind ontwikkelt zijn cognitieve (verstandelijke), lichamelijke en sociaal-emotionele mogelijkheden in eigen tempo. Per kind kijkt de pedagogisch medewerker wat het kind al begrijpt en wat nog niet. Wat het kind wel kan en wat nog niet. Maar ook, wat het kind wil en wat niet. Kinderen worden op hun eigen mogelijkheden aangesproken. Zo laat de pedagogisch medewerker merken dat zij vertrouwen heeft in het kind. Ontwikkelingsgebieden: -
-
-
Motorische ontwikkeling: de motorische ontwikkeling verdelen we in twee aspecten, grove en fijne motoriek. Bij grove motoriek gaat het over grote bewegingen, zoals rennen, fietsen, klimmen. Bij fijne motoriek gaat het over kleine bewegingen, zoals knutselen, de pop aan en uitkleden of insteekmozaïek. Cognitieve ontwikkeling: onder cognitieve ontwikkeling verstaan we: denken, praten, waarnemen en zintuigen gebruiken. De pedagogisch medewerker biedt activiteiten aan zoals puzzelen, bouwen, een boekje voorlezen en navragen wat het kind hiervan heeft begrepen. Hierbij wordt het kind gestimuleerd in de cognitieve ontwikkeling. Tijdens alle activiteiten gebruikt de pedagogisch medewerker taal om de cognitieve ontwikkeling nog meer te prikkelen. Taalontwikkeling: met taalontwikkeling bedoelen wij begrijpen wat er gezegd wordt en kunnen praten. Peuters moeten veelal nog leren praten of moeten de Nederlandse taal nog leren. Op alle SWS peuterspeelzalen wordt met taal- en ontwikkelingsmethodieken gewerkt en deze sluiten aan bij de methodieken van de basisschool, zodat er een doorgaande lijn is. De voertaal is Nederlands. Echter wanneer een kind de Nederlandse taal nog niet beheerst mag, indien noodzakelijk
-
naar oordeel van de pedagogisch medewerker, in de thuistaal worden gesproken. De pedagogisch medewerker stimuleert de taalontwikkeling door samen met de kinderen te spelen en de handelingen te benoemen. Specifieke taalactiviteiten: voorlezen, gespreksactiviteiten in de kring, kringspelletjes, liedjes zingen en dergelijke. Er wordt op alle peuterspeelzalen met groepsplannen gewerkt, zodat ieder kind datgene krijgt aangeboden waarmee het zich het beste kan ontwikkelen. Creatieve ontwikkeling: onder creatieve ontwikkeling verstaan wij het uiten van ideeën en gedachten. Dit doen kinderen op allerlei manieren, zoals: praten, spelen, fantaseren, dansen, knutselen, zingen, muziek maken, verkleden en dergelijke. De Pedagogisch medewerker biedt activiteiten en materialen aan waarmee het kind de eigen fantasie kan gebruiken en ontwikkelen.
C. Ontwikkelen van sociale competentie Onder sociaal emotionele ontwikkeling verstaan we het leren kennen van de eigen gevoelens (blijheid, boosheid en verdriet) ermee omgaan en ze aan anderen duidelijk te maken. In de omgang met andere kinderen en volwassenen leert het kind te ontdekken dat anderen ook emoties hebben. Kinderen krijgen interesse in andere mensen en leren spelenderwijs met de ander om te gaan. De pedagogisch medewerker begeleidt deze ontwikkeling door het kind waar nodig te ondersteunen.
D. Eigen maken van waarden en normen en cultuur Elk kind benaderen we als een unieke persoonlijkheid en wordt geaccepteerd als mens met verschillende emoties, achtergronden en lichamelijke en verstandelijke mogelijkheden. Kinderen nemen we als kinderen serieus in hun emoties, zoals lachen, geluk, plezier, verdriet, pijn, angst, boosheid, tevredenheid, enz. Emotionele ondersteuning is één van de basisvoorwaarden om een evenwichtig mens te worden. De pedagogisch medewerker en ook de ouders spelen een belangrijke rol in het zichtbaar maken hiervan. Dat kan alleen wanneer er over en weer respect is voor elkaars gedachten, achtergrond, standpunten, cultuur en werkwijze. De manier waarop de pedagogisch medewerker en ouders respect naar elkaar tonen, is van essentieel belang voor de manier waarop kinderen dit overnemen. We leren het kind respect en waardering voor de diversiteit en de verschillen in de groep. Dat doen we ook door aandacht te hebben voor rituelen en feesten die horen bij een religie of cultuur en bieden ruimte voor individuele ervaringen voor vieringen en rituelen die thuis gebeuren. We maken afspraken over hoe om te gaan met kinderen in de groep die ‘anders’ zijn door gedrag, karakter, beperkingen of problemen.
De ‘drie pedagogen’ We zetten de ‘drie pedagogen’ in om de opvoedingsdoelen te bereiken. A. De pedagogisch medewerker B. De groep C. De omgeving
A. De pedagogisch medewerker De pedagogisch medewerker gaat een persoonlijke relatie aan met alle kinderen. We bieden veiligheid, structuur en uitdaging en ruimte voor de autonomie van kinderen. De pedagogisch medewerker legt dingen uit, praat en werkt met de kinderen op zo’n manier dat de kinderen gestimuleerd worden om zelf te denken en te doen. De 6 interactievaardigheden: emotionele ondersteuning bieden, structuur bieden, autonomie van kinderen respecteren, informatie en uitleg geven, ontwikkelingsstimulering en interacties tussen kinderen bevorderen, worden hierbij ingezet. De pedagogisch medewerker is het rolmodel voor de kinderen. Dat betekent dat ook wij het leuk vinden om te ontdekken, leren en te ontwikkelen. Wij kennen onze talenten en zetten die in op onze groep en voor SWS Peuters als geheel. SWS Peuters investeert in de ontwikkeling van de medewerkers door training, scholing en coaching. De pedagogisch medewerker wordt regelmatig bijgestaan door een stagiaire, soms door een vrijwilliger of ouder. Deze zijn altijd als boventallige op de groepnorm aanwezig. Wanneer er 1 beroepskracht op de groep aanwezig is (halve groep 7 kinderen), wordt de rol van de achterwacht ingevuld door een leerkracht van de basisschool. Er is altijd minimaal nog een beroepskracht binnen het gebouw aanwezig. Mocht dit niet het geval zijn, zal de teamleider deze rol op zich nemen en in het gebouw aanwezig zijn.
B. De groep De pedagogisch medewerker hanteert een voor de kinderen bekende dagindeling en dagelijks terugkerende rituelen. Kinderen leren met en van elkaar binnen de groep. De kinderen leren om te gaan met emotie en gedrag van zichzelf en anderen. Begrippen als delen, wachten, aanpassen, accepteren en kleinste/grootste of jongste/oudste zijn, spelen hierbij een grote rol. We observeren hoe kinderen samenspelen en geven ze waar mogelijk vertrouwen om zelf problemen en probleempjes op te lossen. We vormen kleine groepjes rond activiteiten waardoor kinderen ook elkaar stimuleren. Door mee te spelen helpen we kinderen om hun plek in de groep te vinden. We bieden ruimte aan initiatieven van het kind.
C. De omgeving De groepsruimte is voor kinderen ingericht, rekening houdend met de ontwikkelingsfase van de kinderen in de groep. Ze kunnen veilig en ongestoord spelen in aparte themahoeken. De emotionele veiligheid binnen de groepsruimte versterken we door de kleur en materiaalkeuze. Materialen voor de kinderen hangen we op ooghoogte. Nieuwe materialen worden geïntroduceerd en we leggen uit hoe en waar dit materiaal gebruikt kan worden.
We richten de groepsruimten en de buitenruimten zodanig in dat kinderen alleen en samen ongestoord kunnen spelen. De inrichting maakt het mogelijk om te kiezen voor activiteiten en om zelf de materialen te pakken. We hebben vaste hoeken voor vaste activiteiten en een hoek waar het kind zich terug kan trekken. Rustig en druk spel zijn duidelijk gescheiden, waardoor het kind uitgedaagd wordt en de veiligheid ervaart om zelf te spelen. We zorgen voor zoveel mogelijk ‘echt materiaal’. Er is geen overdaad aan spelmaterialen aanwezig. We passen het materiaal aan bij het thema van het moment. We leren het kind om materiaal zelfstandig te gebruiken en ook om het daarna weer op te ruimen. Spelmateriaal wordt zo opgeruimd dat het kind hier ook zelf bij kan. Materialen die wat kwetsbaar zijn, zoals een vaas met bloemen, worden op zodanige manier geïntroduceerd dat kinderen, net als thuis, weten hoe zij met het materiaal om moeten gaan.
Observeren en registreren Observeren is nodig om de ontwikkeling vast te stellen en gericht te stimuleren. Gestructureerd observeert de pedagogisch medewerker het kind door te kijken, mee te spelen en te praten om het kind verder te helpen in de ontwikkeling. Het kind volgsysteem KIJK en CITO wordt gebruikt om de ontwikkelingen van het kind te volgen en te registreren. Dit gebeurt na de wenperiode (4-6 weken), op de leeftijd van 3 jaar en 3 jaar en 9 maanden. Na iedere observatie volgt een gesprek met de ouders. De peuterspeelzaal en de basisschool gebruiken meestal hetzelfde kind volgsysteem. De basisschool is dus goed op de hoogte van de ontwikkelingen van het kind, wanneer het daar met 4 jaar start en kan verdergaan waar de peuterspeelzaal is gestopt.
Extra zorg Wanneer gesignaleerd is, door ouders of de pedagogisch medewerker, dat het kind extra ondersteuning nodig heeft, wordt dit besproken tijdens de kind bespreking met de Intern Begeleider van de peuterspeelzaal. Vervolgens wordt een plan van aanpak gemaakt door de pedagogisch medewerker in samenwerking met de ouders voor een periode van 6 weken. Tussentijds kan dit zo nodig bijgesteld worden. Na deze 6 weken wordt dit plan geëvalueerd en besproken met ouders. Zo nodig is er overleg met de Intern Begeleider peuterspeelzaal en de basisschool of verdere/andere hulp nodig is. Hierbij worden de gezinsspecialist van de school en/of andere ingezet. De Intern Begeleider peuterspeelzaal neemt deel aan het Ondersteunings Team van de basisschool, zodat zorg omtrent een peuter besproken en afgestemd kan worden. De betreffende ouders worden altijd voor het ondersteuningsteam uitgenodigd.
Vier ogen beleid We werken volgens het vier ogen principe, wat betekent dat pedagogisch medewerkers altijd kunnen kijken, luisteren of opmerkzaam kunnen zijn op het handelen en de omgang van naaste collega’s met kinderen. Het uitgangspunt is dat er altijd met twee pedagogisch medewerkers gewerkt wordt. Binnen SWS Peuters zijn een aantal uitgangspunten die in acht genomen moeten worden om het 4 ogen principe te kunnen hanteren: SWS Peuters hanteert een professioneel werkklimaat waar een lage drempel is om elkaar op gedrag en handelingen aan te spreken. Dit wordt in het team geborgd tijdens de overleggen en individuele gesprekken. Bij de inrichting van de locaties en groepen is rekening gehouden met goede zichtbaarheid van alle ruimtes. Tijdens werving en selectie worden nieuwe medewerkers gescreend door o.a. navraag bij referenties en een recente verklaring omtrent gedrag (VOG). Bij een halve bezetting van de peutergroep (7 kinderen) werkt er maar één pedagogisch medewerker op de groep. Op deze momenten is er altijd een stagiaire/vrijwilliger aanwezig om aan het vierogen beleid te voldoen. Is er geen stagiaire/vrijwilliger aanwezig, dan neemt een leerkracht deze taak over. Deze leerkracht is op de hoogte van de meldcode en zal hiernaar handelen.
Samenwerken met ouders Partnerschap met ouders is wederzijdse opvoedondersteuning waarin je samenwerkt. De ouder als deskundige en verantwoordelijke van hun kind en wij als professional. Als klantvriendelijke opvoedondersteuner denken we mee met de ouder en dragen we zorg voor een samenwerkrelatie met de ouders waarin de aanpak wordt afgestemd op elkaar en samen zoekt naar oplossingen in het belang van kind, ouder en groep. Aansluiting met thuis vinden we belangrijk. Kinderen brengen vanuit thuis hun eigen waarden, normen en cultuur mee. Ook daarover zoeken we afstemming. Ouders en medewerkers kunnen daardoor samen zorgen voor een doorgaande lijn voor het kind tussen thuis en peuterspeelzaal. Daarom vragen we bij het plaatsingsgesprek naar de ideeën, gebruiken en verwachtingen van de ouders en besteden we in de wenperiode niet alleen aan het kind maar ook aan de ouders aandacht. Ouders die zich thuis voelen, stralen dat af op de kinderen. Wij zorgen dat ouders zich welkom voelen in de peuterspeelzaal. Ouders zijn altijd welkom om even te blijven en te kijken. Ouders die dit leuk vinden mogen een dagdeel blijven op de groep van hun kind. We informeren de ouders over de activiteiten en de belevenissen in de groep en we vragen ouders hoe het thuis gaat, hoe zij thuis met hun kinderen omgaan en hoe zij denken over opvoeding en ontwikkeling. Daarvoor gebruiken we de haal- en brengmomenten. We voeren oudergesprekken na een observatie en naar aanleiding op initiatief van de pedagogisch medewerker of ouder(s) Er worden minimaal 3 oudergesprekken gevoerd tijdens de periode (1 ½ jaar) dat een kind op de peuterspeelzaal zit. We vragen ouders hun kind op tijd te brengen en te halen. Doen zij dit niet, volgt er een gesprek. Wanneer ouders hier geen gehoor aan geven, sluiten we zoveel mogelijk aan bij de regels hieromtrent van de basisschool waar de peuterspeelzaal aan verbonden is.
Samenwerken met school In de ontwikkeling van de peuterspeelzalen en (de onderbouw van) de basisschool is een intensieve samenwerking. Elke peuterspeelzaal ‘hoort’ bij een basisschool. En gaat een samenwerkingstraject aan met deze school. Vanuit SWS Peuters zorgen we voor een doorgaande lijn met de school. SWS Peuters heeft met de basisscholen vastgelegd in een samenwerking overeenkomst. We zijn wederzijds op de hoogte van het pedagogisch/educatief handelen en stemmen dit af. Ook is er afstemming over programma’s, methoden en thema’s en in gebruik van ruimten, materialen en ouderactiviteiten. Er is dagelijks contact met de school en we zorgen dat school en de peuterspeelzaal wederzijds op de hoogte zijn van de activiteiten en belangrijke ontwikkelingen en stemmen deze af. In overleg met ouders dragen we informatie over de ontwikkeling van de kinderen over aan de school waar het kind naar toe gaat, zodat de leerkrachten kunnen voortgaan waar wij zijn gebleven. De peuterspeelzaal en de school werken met een gezamenlijk geschreven ouderbeleid. Ouders kunnen hun kind tegelijkertijd inschrijven voor de peuterspeelzaal en de basisschool. Ouders van de peuterspeelzaal worden gevraagd deel te nemen aan de oudercommissie van de basisschool als afvaardiging van de peuterspeelzaal, zodat ook hier samenwerking plaatsvindt. De peuterspeelzaal sluit aan bij de informatieverstrekking van school naar de ouders, zoals Facebook, website, Twitter of andere “social media”.