Patiënten- en Consumentenbeweging in Beeld Brancherapport 2007 Zorgbelangorganisaties
Patiënten- en Consumentenbeweging in Beeld Brancherapport 2007 Zorgbelangorganisaties
Dit rapport is uitgegeven door de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie mede namens CSO en de CG-Raad Auteurs Dr. Helen Kamphuis Drs. Jeroen Homberg Dr. Dick Oudenampsen Drs. Marie Christine van Dongen Drs. Esmy Kromontono Januari 2008
2
Inhoud 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7
Inleiding Historie Zorgbelangorganisaties Zorgbelang – de organisatie Het Brancherapport en het doel van de Monitor Dataverzameling Stuurgroep Verdiepingsthema Leeswijzer
7 7 7 8 9 10 10 10
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9
Organisaties Deelnemende organisaties Bestuursvorm Taken Aangesloten organisaties Individuele leden/donateurs Doelgroep van de Zorgbelangorganisaties Aangesloten organisaties Verantwoording naar lidorganisaties en leden/donateurs Tevredenheidsmeting
11 11 12 12 13 15 16 17 18 18
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10
Informatie en voorlichting Inleiding Bereik doelgroep Werkdoelen van Zorgbelang Informeren van individuele burgers Informeren van leden, kaderleden, belangstellenden Communicatiemiddelen Informatievragen Boekjes, brochures, folders Voorlichting en informatiebijeenkomsten Persberichten
19 19 19 19 20 20 20 21 22 22 22
4 4.1 4.2 4.3
Individuele en collectieve belangenbehartiging Inleiding Het behartigen van individuele belangen Collectieve belangenbehartiging
23 23 25 26
5 Samenwerking 5.1 Internationale contacten
29 30
6 6.1 6.2 6.3
31 31 31 31
Klachtenopvang Waar gingen de klachten over Klachtenopvang De onderwerpen van de klachten
5
1 Inleiding 7 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6
Beschikbare menskracht Inleiding Informatie en voorlichting Belangenbehartiging Lotgenotencontact Verenigingsleven Per Saldo
33 33 34 34 36 36 36
8 8.1 8.2 8.3 8.4
Financiën van Zorgbelangorganisaties Herkomst financiële middelen Opbrengsten en uitgaven Financiële resultaten Gedifferentieerd uurtarief
39 39 40 40 42
9
Behaalde resultaten
43
10
Knelpunten
45
11
Good Practices
47
12
Samenvatting en conclusies
49
1 2
Bijlagen Resultaten Good Practices
51 61
Colofon
77
1.1
Historie Zorgbelangorganisaties De Zorgbelangorganisaties (voorheen Regionale Patiënten/Consumenten Platforms (RPCP’s) zijn eind jaren tachtig ontstaan uit initiatieven van lokale en regionale patiëntengroepen gericht op voorlichting, klachtenopvang en belangenbehartiging. Per 1 juli 1990 stelde de landelijke overheid subsidie beschikbaar om in alle WZV-regio’s (WZV=wet ziekenhuisvoorzieningen) dergelijke RPCP’s op te zetten. Deze Tijdelijke Stimulerings Regeling (TSR) gaf een duidelijk omschrijving van de organisatiestructuur en het takenpakket van de RPCP’s. Voor de uitvoering van de klachtenopvang stelde het ministerie einde jaren ’80 een aparte subsidie regeling in. Enkele jaren later namen de provincies deze taak en de daarbij horende gelden van het Rijk over. De RPCP’s ontwikkelden zich verder als samenwerkingsverbanden van regionale patiënten- en consumentenorganisatie en werden in de regio het aanspreekpunt van patiënten-/consumentenbelangen voor zorgaanbieders, zorgverzekeraars, de lokale en provinciale overheid. Het takenpakket van de RPCP’s werd in de midden jaren ’90 verzwaard door ontwikkelingen in de patiëntenwetgeving. De Klachtwet, de Kwaliteitswet, Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) en Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ) brachten extra werk en nieuwe taken voor de RPCP’s. De Meerjarenafspraken (MJAZ en VPR) die de veldpartijen in de care en de curatieve zorg in 1999 maakten met het rijk over de aanpak van de problemen in de zorg leidden tot nieuwe financiering voor de RPCP’s. Deze afspraken gaven een impuls aan de rol van de RPCP’s op het regionale en lokale niveau in de cure en de V&V. Nieuwe projecten werden opgezet gericht op het verbeteren van de kwaliteit vanuit patiëntenperspectief van de eerstelijn, huisartsenposten en ziekenhuizen, het beïnvloeden van zorgkantoren, het voorbereiden van cliëntenparticipatie in het kader van de Wmo etc. Deze meerjarenafspraken hebben ook een impuls gegeven aan de samenwerking van de RPCP’s onderling en de herkenbaarheid van de organisaties naar buiten. In 2004 besloten de RPCP’s in navolging van Zorgbelang Gelderland de naam te veranderen in Zorgbelang. RPCP’s hebben op landelijk niveau vanaf het begin samengewerkt, eerst in het Lorep en vanaf 15 september 2006 in Zorgbelang Nederland. Zorgbelang Nederland beschikt over een eigen bureau.
1.2
Zorgbelang – de organisatie Zorgbelang Nederland is de brancheorganisatie van de Zorgbelangorganisaties, die actief is binnen ‘zorg en welzijn’. In iedere provincie in Nederland zijn één of meer Zorgbelangorganisaties actief. Enkele zijn inmiddels gefuseerd, waardoor wij in dit brancherapport gegevens van 19 Zorgbelangorganisaties presenteren. Twee Zorgbelangorganisaties hebben niet meegedaan aan de Monitor. Met ingang van 1 januari 2008 is er per provincie een Zorgbelangorganisatie, behalve voor Amsterdam. In Noord-Holland zuller er twee Zorgbelangorganisaties zijn. Bij een Zorgbelangorganisatie zijn gemiddeld 80 tot 400 patiënten- en consumentenorganisaties aangesloten. De meeste lokale en regionale patiënten- en consumentenorganisaties, vaak afdelingen van landelijke organisaties, zijn per regio aangesloten
6
7
bij een Zorgbelangorganisatie. Om goed op de hoogte te zijn van de wensen, vragen en klachten van burgers onderhouden Zorgbelangorganisaties intensief contact met die lidorganisaties. Ook richten zij zich sinds enkele jaren rechtstreeks tot de regionale gebruikers van zorg en welzijn.
De monitor patiënten/consumentenbeweging is uitgevoerd om twee redenen: 1 Patiënten- en consumentenorganisaties kunnen laten zien welke resultaten zij boeken op de onderscheiden terreinen, welk bereik zij hebben en wat de effectiviteit is van de door de overheid ingezette (subsidie)middelen. (externe functie) 2 Patiënten- en consumentenorganisaties ontvangen een spiegelrapport zodat zij zichzelf kunnen vergelijken met andere soortgelijke organisaties. (interne functie)
Het takenpakket van een Zorgbelangorganisatie bestaat uit de volgende onderdelen: - belangenbehartiging en beïnvloeding van zorg- en welzijnsbeleid; - het geven van informatie en voorlichting aan burgers over de zorg en het zorgaanbod in de regio; - de opvang van klachten van gebruikers van zorg en welzijn, het geven van informatie over patientenrechten en signaleren van knelpunten in zorg en welzijn d.m.v. de registratie van klachten en het houden van meldacties; - bevordering van de kwaliteit van zorg vanuit patientenperspectief door het doen van onderzoek, het maken van verbeterafspraken en het participeren in verbetertrajecten. - het ondersteunen van lidorganisaties bij verschillende activiteiten, zoals bijvoorbeeld het organiseren van bijeenkomsten en cursussen, het ondersteunen van patientenorganisaties bij de participatie in zorginstellingen, bij zorgverzekeraars en lokale overheden, etc.. 1.3
De externe functie is maatschappelijke verantwoording. Door de jaarlijkse uitgave van een brancherapport, waarin de monitorgegevens zijn verwerkt, treedt de patiënten/consumentenbeweging als een krachtige beweging naar buiten met harde gegevens over het aanbod van activiteiten, het bereik van deze activiteiten en de vrijwillige inzet van burgers op het terrein van preventie en voorlichting, lotgenotencontact en belangenbehartiging. Doordat de patiënten- en consumentenorganisaties en Zorgbelangorganisaties over de eigen gegevens kunnen beschikken, zijn zij beter in staat zich te profileren naar andere partijen: zorgaanbieders, zorgverzekeraars, overheden en fondsen. De interne functie is instrumenteel en daarbij gericht op een betere functievervulling van organisaties. Resultaten van beleid en bedrijfsvoering van de organisaties worden vergeleken met soortgelijke organisaties. Dit biedt de mogelijkheid om de gegevens te benutten voor verdere professionalisering van (Zorgbelang) organisaties. Voor Zorgbelangorganisaties draagt dit bij aan het realiseren en optimaliseren van doelen, zoals ondersteuning en belangenbehartiging. In de toekomst zullen ook gegevens van eerdere jaren worden weergeven. Hierdoor is het mogelijk om over de jaren heen een trendanalyse weer te geven.
Het Brancherapport en het doel van de Monitor Maart 2007 werd het eerste officiële brancherapport patiënten- en consumentenbeweging gepubliceerd, nadat in 2005 een proefversie tot stand was gekomen. Aan dit eerste officiële brancherapport namen 106 categoriale organisaties deel, evenals de budgethoudersvereniging Per Saldo. Eind 2006 heeft de stuurgroep besloten om in 2007 Zorgbelangorganisaties te betrekken bij de monitor. Hiervoor is een aparte Monitor ontwikkeld die grote overeenkomsten heeft met de vragen uit de PGO-monitor. Ten behoeve van verdere professionalisering van patiënten- en consumentenorganisaties is door Prismant en het Verwey Jonker instituut, in opdracht van Fonds PGO en in nauwe samenwerking met vertegenwoordigers van patiëntenorganisaties (waaronder Zorgbelang Nederland), in 2007 (wederom) een monitor uitgevoerd naar de patiënten- en consumentenorganisaties in Nederland. In totaal zijn in 2007 drie brancherapporten vervaardigd over het jaar 2006, te weten: 1 het brancherapport patiënten/ consumentenbeweging (168 categoriale organisaties1) 2 het brancherapport Zorgbelangorganisaties (19 provinciale en regionale zorgbelangorganisaties) en 3 het brancherapport Per Saldo.
8
In dit rapport worden de resultaten van de monitor Zorgbelangorganisaties weergegeven. 1.4
Dataverzameling De gegevens die in dit brancherapport Zorgbelangorganisaties hebben betrekking op de resultaten van bestuursjaar 2006. Als peildatum is 31 december 2006 gehanteerd. Dit jaar zijn alle Zorgbelangorganisaties aangeschreven om deel te nemen aan de monitor. Negentien organisaties hebben de vragenlijst ingevuld. De nadruk van de monitor ligt op kwantitatieve gegevens. Dat maakt het mogelijk om organisaties met elkaar te vergelijken en ook de ontwikkeling in de loop van de jaren te volgen. Daarnaast wil de stuurgroep meer inzicht in resultaten. Daarom zijn in de vragenlijst enkele vragen opgenomen over thema’s als; voorlichting en informatie, individuele en collectieve belangen, financiën, samenwerking, klachtenregistratie en andere organisatiekenmerken. Sommige thema’s zijn lastig te kwantificeren; daarom is besloten enkele open vragen in de vragenlijst op te nemen.
9
2 Organisaties 1.5
Stuurgroep De monitor patiënten- en consumentenbeweging, uitgevoerd door Prismant en Verwey Jonker, wordt aangestuurd door een stuurgroep. In deze stuurgroep hebben de initiatiefnemer Fonds PGO en enkele afgevaardigden van PG2-organisaties, Zorgbelangorganisaties en Per Saldo zitting. De stuurgroep komt één á twee keer per jaar bijeen. De stuurgroep besluit wie aan de monitor deelneemt, op basis van welke indicatoren gegevens worden verzameld en wat het jaarlijkse verdiepingsthema is.
1.6
Verdiepingsthema De Monitor patiënten/consumentenbeweging 2007 schenkt dit jaar extra aandacht aan het thema ‘Voorlichting en informatie’. ‘Goede voorbeelden’ (Good Practices) betreffende dit thema worden in dit brancherapport (Zorgbelangorganisaties) extra belicht.
1.7
Leeswijzer In dit Brancherapport 2006 presenteren wij de gegevens van de deelnemende Zorgbelangorganisaties. In het tweede hoofdstuk wordt Zorgbelang als organisatie gepresenteerd. In de volgende hoofdstukken worden de kerntaken van Zorgbelang belicht: voorlichting en informatie (hoofdstuk 3), individuele en collectieve belangenbehartiging (hoofdstuk 4), samenwerking (hoofdstuk 5) en klachtenbehandeling (hoofdstuk 6). Hoofdstuk 7 is gewijd aan beschikbare menskracht. Respectievelijk worden in hoofdstuk 8 en 9 de financiën van de Zorgbelangorganisaties en de behaalde resultaten behandeld. In hoofdstuk 10 worden de knelpunten toegelicht en in hoofdstuk 11 worden de Good Practices beschreven. In het laatste hoofdstuk (12) volgt de samenvatting en conclusie. De brancherapporten van de PGO-organisaties en budgethoudersvereniging Per Saldo zijn in twee aparte publicaties ondergebracht.
2.1
Deelnemende organisaties Negentien Zorgbelangorganisaties hebben de vragenlijst ingevuld. De grotere provincies hebben op de peildatum van dit onderzoek (31 december 2006) nog meer dan één Zorgbelangorganisatie. Zo is Brabant opgedeeld in vier regio’s, Overijssel in twee, Zuid-Holland in vier. Op 1 januari 2008 is in elk van deze drie provincies een Zorgbelangorganisatie. In de provincie Noord-Holland zijn er twee Zorgorganisatie nl. een op provinciaal niveau en een voor Amsterdam. Deze situatie blijft ook na 1 januari 2008. Tabel 2.1 – Overzicht deelnemende Zorgbelangorganisaties aan de monitor Zorgbelang Groningen
Groningen
Groningen
Zorgbelang Fryslan
Leeuwarden
Friesland
Zorgbelang Drenthe
Assen
Drenthe
Patiënten Consumenten Platform Zwolle
Raalte
Overijssel
Zorgbelang Overijssel, regio Twente
Hengelo
Overijssel
Zorgbelang Noord-Holland
Zaandam
Noord-Holland
Consumenten Platform
Amsterdam
Noord-Holland
Zorgbelang Gelderland
Arnhem
Gelderland
Zorgbelang Flevoland
Lelystad
Flevoland
Clientenbelang Utrecht
Utrecht
Utrecht
RPCP Rijnmond
Rotterdam
Zuid-Holland
Zorgbelang Zuid Holland West
Den Haag
Zuid-Holland
Platform Delft Westland Oostland
Delft
Zuid-Holland
Zorgbelang Zuid-Holland Zuid Midden
Dordrecht
Zuid-Holland
Klaverblad Zeeland
Goes
Zeeland
Zorgbelang-Brabant, regio Noord Oost
Rosmalen
Brabant
Zorgbeland Brabant, regio West
Breda
Brabant
Zorgbeland Brabant, regio Midden
Tilburg
Brabant
Huis voor de Zorg
Sittard
Limburg
Amsterdams Patiënten /
Regionaal patiënten Consumenten
1 Twee PG-organisaties hebben de monitor onvolledig ingevuld en zijn niet in de analyses meegenomen.
10
11
Tabel 2.2 – Taken van Zorgbelangorganisaties
Twee Zorgbelangorganisaties hebben niet meegedaan aan de Monitor 2007. Dit betreft Zorgbelang Brabant regio Zuid oost (Eindhoven) en RPCP Zuid-Holland-noord (Leiderdorp) Het responspercentage is derhalve 90%. 2.2
Taken provinciaal/ regionaal niveau Welke bestuursvorm kent uw organisatie?
Bestuursvorm Van de 19 organisaties hebben acht organisaties een stichtingsvorm en acht organisaties een vereniging. Van de drie overgebleven organisaties heeft één organisatie aangegeven dat zij beide bestuursvormen hebben, een andere organisatie maakt deel uit van Zorgbelang Zuid-Holland Zuid-Midden en een derde organisatie geeft aan in een reorganisatie te zitten en haar bestuursvorm om te vormen tot een stichting. Alle acht verenigingen leggen verantwoording af via de algemene ledenvergadering. Drie van deze acht verenigingen hebben een schriftelijke raadpleging uitgevoerd onder lidorganisaties. Van de acht stichtingen hebben twee organisaties aangegeven verantwoording af te leggen via een algemene ledenvergadering. De overige zes stichtingen geven aan geen verantwoording te hoeven af te leggen aan hun leden en dat er geen schriftelijke raadpleging onder lidorganisaties plaatsvindt. Het is interessant te noemen dat Zorgbelangorganisaties een grote spreiding kennen in bestuursvorm. Een vereniging heeft leden en leden hebben invloed op het beleid van de vereniging via een algemene (leden)vergadering (ALV). In tegenstelling tot een vereniging heeft een stichting geen leden. Een stichting kan wel donateurs hebben; die hebben echter geen zeggenschap. Een stichting kan ook vrijwilligers hebben. Tevens kan een stichting werknemers in dienst nemen. De stichting is zelfstandig drager van rechten en plichten. De bestuurders zijn niet aansprakelijk voor schulden van de stichting. Een nadere verklaring voor deze spreiding in bestuursvorm (50% een vereniging en 50% een stichting) behoeft verdieping. In de Monitor 2008 wordt dit verder onderzocht.
2.3
Taken In de uitvoering van de taken maakt het niet uit of de Zorgbelangorganisatie een stichting of een vereniging is. Iedere Zorgbelangorganisatie voert nagenoeg dezelfde taken uit. De primaire hoofdtaken zijn: beleidsvoorbereiding op het gebied van zorg- en welzijnsbeleid, voorlichting en advies, belangenbehartiging, individuele dienstverlening en bevorderen van kwaliteit van zorg vanuit patiëntenperspectief binnen de regio.
2.4
12
Vereniging
Stichting
Anders
Aantal %
Aantal %
Aantal %
Totaal
Werkgeverstaken
7
37%
7
37%
3
16%
17
89%
Beleidvoorbereiding
8
42%
8
42%
2
11%
18
95%
Voorlichting en advies
8
42%
8
42%
2
11%
18
95%
Belangenbehartiging
8
42%
8
42%
2
11%
18
95%
Individuele dienstverlening (zoals klachtenopvang en advies pgb) 8
42%
8
42%
2
11%
18
95%
Bevorderen kwaliteit van zorg 8
42%
8
42%
2
11%
18
95%
Ondersteunen van lidorganisaties 7
37%
7
37%
2
11%
16
84%
Kwaliteistonderzoek
8
42%
7
37%
1
5%
16
84%
Anders
1
5%
2
11%
3
16%
6
32%
Totaal
8
42%
8
42%
3
16%
19
100%
%
Aangesloten organisaties Bij vier van de Zorgbelangorganisaties zijn minder dan 50 organisaties aangesloten. Het merendeel (10) van de Zorgbelangorganisaties heeft tussen de 50 en 100 lidorganisaties. Vijf Zorgbelangorganisaties hebben meer dan 100 lidorganisaties. Eén van deze organisaties heeft zelfs 374 lidorganisaties.
13
In 2006 zijn vele patiënten- en consumentenorganisaties lid geworden van een Zorgbelangorganisatie in hun regio. Vier Zorgbelangorganisaties hebben aangegeven geen nieuwe leden te hebben gekregen in 2006. Bij drie Zorgbelangorganisaties is een duidelijke groei te zien; twee van deze organisaties hebben elf en respectievelijk zeventien nieuwe lidorganisaties erbij gekregen. Bij één Zorgbelangorganisatie hebben zelfs 95 patiënten- en consumentenorganisaties zich aangesloten. Weinig patiënten- en consumentenorganisaties hebben hun lidmaatschap opgezegd. Negen Zorgbelangorganisaties gaven aan geen opzeggingen te hebben ontvangen. Zesentwintig lidorganisaties hebben hun lidmaatschap opgezegd verspreid over de overige tien Zorgbelangorganisaties. Gemiddeld genomen is er sprake van een groei van twaalf lidorganisaties per Zorgbelangorganisatie. Figuur 2.1 – Verdeling aangesloten lidorganisaties ���� ����
���� ��
������������������� ��
��
������������������������������ �������������
����
����
��
����
����
�� ��
����
2.5
Individuele leden/donateurs Drie Zorgbelangorganisaties hebben aangegeven dat zij donateurs hebben of dat individuele leden lid kunnen worden van hun organisatie. Eén organisatie heeft twee leden/donateurs, één organisatie heeft 30 leden/donateurs en er is zelfs één Zorgbelangorganisatie die 350 leden/donateurs heeft ingeschreven.
2.6
Doelgroep van de Zorgbelangorganisaties De Zorgbelangorganisaties richten zich op een brede doelgroep. Alle Zorgbelangorganisaties richten zich op patiënten, gehandicapten en zorgconsumenten, GGZcliënten en ouderen. Bijna alle Zorgbelangorganisaties (18) richten zich ook op de betrokkenen (de directe kring om patiënt/gehandicapten heen, zoals familie, vrienden en kennissen) en mantelzorgers. Een kleine meerderheid (60%) richt zich op jongeren, jeugdzorg en dak- en thuislozen. Opvallend is dat maar zes Zorgbelangorganisaties zich ook richten op uitkeringsgerechtigden (WWB cliënten).
��������������������� ������������������������� ����
����
In de figuur hiernaast is de verdeling weergegeven van verschillende organisaties die lid zijn van een Zorgbelangorganisatie. Driekwart van alle lidorganisaties zijn ouderenorganisaties, cliëntenorganisaties, gehandicaptenorganisaties, ouderverenigingen van gehandicapten en patiënten- en consumentenorganisaties.
������������������������������� �������������������������������� ������������������������ ����������������������������������� ����������������������������������������� ��������������������������������������� ��������������������� ����������������������� ������������������������ ��������������������������������������� ������������������������������ ����������������������������
������������������������������������
������������������������������� ���������������������������������������
������
14
15
Figuur 2.2 – Doelgroepen van Zorgbelangorganisaties
Figuur 2.3 – Percentuele verdeling doelgroepen ���� �� ����
������
��������� ����
������������� ���������������������������� ������������������������������������
���� ����
��������������������� ��������������
����
����
�������������
��������������������������� ������������������������������ ������������������������������������� ��������������
����
����
������� ����
����������� ���������������������
���� ����
����
��������� ���������������������� ������������ ������������������ ���������������������������������
������������������
������� ������������� �������������������������������������
������������
������
����������������������
In bovenstaande taartgrafiek is te lezen dat 9% van hun doelgroep uit patiënten bestaat en dat jongeren 5,4% van hun doelgroep bepalen.
���������
2.7
���������������� ����������������������������� ����������������������������� ������������������������� ���������� ���������������� ��������������������������� ������������������� �������������
���������
�
������
�
��
��
��
Aangesloten organisaties Zoals hiervoor al is aangegeven zijn vele organisaties aangesloten bij een Zorgbelangorganisatie. Alle Zorgbelangorganisaties hebben aangegeven dat de volgende organisaties bij hen aangesloten zijn: - ouderenorganisaties; - cliëntenorganisaties in de GGZ; - cliëntenraden; - lokale gehandicaptenorganisaties of platforms; - ouderverenigingen in de GGZ; - ouderverenigingen in de sector van lichamelijke en zintuiglijk gehandicapten; - (afdelingen van) categoriale verenigingen; - algemene patiënten- en consumentenorganisaties; - thematische organisaties; - organisaties van uitkeringsgerechtigden; - organisaties van mantelzorgers; - organisaties van allochtonen; - belangenorganisaties van de jeugdzorg en - organisaties van verslaafden/cliënten van de maatschappelijke opvang. Eén Zorgbelangorganisatie heeft aangegeven dat ook een vrouwenorganisatie aangesloten is bij hun organisatie.
16
17
3 Informatie en voorlichting 2.8
Verantwoording naar lidorganisaties en leden/donateurs Er wordt op verschillende wijzen verantwoording afgelegd. Dertien Zorgbelangorganisaties leggen verantwoording af onder andere via een algemene ledenvergadering. Zes Zorgbelangorganisaties gaven aan dat zij dit met een schriftelijke raadpleging doen. Andere vormen zijn: jaarverslagen, clusteroverleg en actieraden.
3.1
Tabel 2.3 – Kruistabel - verantwoording naar lidorganisaties en leden/donateurs Verantwoording via Algemene ledenvergadering Schriftelijke raadpleging onder lidorganisaties Anders
2.9
Totaal
Wat in de loop der jaren is veranderd is de manier waarop voorlichting en informatie wordt gegeven. Zo is de website een steeds belangrijker medium geworden om informatie te verstrekken.
13 6 11
Inleiding Het geven van voorlichting en informatie is één van de kerntaken van Zorgbelangorganisaties. Deze taak is bovendien niet los te zien van de andere kerntaak, belangenbehartiging. Telefonische hulpdiensten geven voorlichting en informatie. Ook de belangenbehartiging is niet los te zien van de signalen die binnenkomen dankzij informatie- en voorlichtingsbijeenkomsten. Het aantal mensen dat Zorgbelangorganisaties bereiken is vaak vele malen groter dan het aantal leden dat bij hen aangesloten is. Dankzij de kwaliteit en de uniciteit van het informatie- en voorlichtingsmateriaal worden veel mensen bereikt.
3.2
Bereik doelgroep Bijna driekwart (68%) van de Zorgbelangorganisaties geeft aan dat zij minder dan 25 procent van hun doelgroep bereiken. Figuur 3.1 – Percentage bereik doelgroep
Tevredenheidmeting Om te leren en te verbeteren wordt vaak een tevredenheidmeting als instrument ingezet om de waardering van de lidorganisaties en leden te meten. Eén Zorgbelangorganisatie heeft aangegeven dat zij een tevredenheidmeting heeft uitgevoerd onder haar leden. Daarnaast is het mogelijk om de tevredenheid van de leden en lidorganisaties te meten door middel van het houden van een algemene ledenvergadering. Zoals in 2.8 is aangegeven houden de meeste Zorgbelangorganisaties regelmatig een algemene ledenvergadering of vindt er een schriftelijk raadpleging plaats.
�� ���
������� ���� ��� ���
�������� �������� ���������
De overige Zorgbelangorganisaties (32%) bereiken naar eigen zeggen meer dan 25% van hun doelgroep. Uit deze weergave kan geconcludeerd worden dat het contact met de achterban nog beperkt is. 3.3
18
Werkdoelen van Zorgbelang Zoals in onderstaande grafiek is weergegeven ligt de nadruk van de Zorgbelangorganisatie op het verbeteren van de communicatie tussen patiënten en behandelaars, het geven van informatie over het zorgaanbod en zorgverzekeringen, het geven van informatie over patiëntenrechten, het versterken van de positie van mensen met een aandoening en het bevorderen/behouden van hun zelfstandigheid. De mate waarin de genoemde werkdoelen onderdeel uitmaken van het beleid van Zorgbelangorganisaties, is vrijwel gelijk verdeeld. De genoemde werkdoelen vormen gezamenlijk 77% van alle werkdoelen waar Zorgbelangorganisaties zich op richten.
19
Figuur 3.2 – werkdoelen �� ��
����������������������������� �������������������������������������������
��
���
De eigen websites worden veel bezocht. Zeventig procent registreert hoeveel mensen hun site bezoeken. Het aantal hits over 2006 was gemiddeld 63.833. Eén Zorgbelangorganisatie heeft ook een forum/chatroom op zijn website. Hiermee wordt duidelijk dat dit medium nog nauwelijks wordt ingezet voor lotgenotencontacten. Dit is anders voor de PGO-organisaties die regelmatig gebruik maken van dit medium.
������������������������������� ������������������������������������������ ��������������������������������� ��������������������������������
���
���
������������������������������� ��������������������������� �������������������������� �����������������
��� ��
���
���������������������������� ����������������������
������
Informeren van individuele burgers Zorgbelangorganisaties gebruiken de bekende communicatiemiddelen om de individuele burgers, de (toekomstige) zorgconsumenten te bereiken. Er is geen voorkeur voor één bepaald middel of medium. Alle middelen worden ingezet om de burgers te bereiken. De verdeling is redelijk gelijk verdeeld. De volgende informatiekanalen worden gebruikt: - folders/brochures - 21%; - website - 20%; - telefonische informatielijn - 19%; - informatiebijeenkomsten - 17% en - persberichten/lokale media - 19%.
3.5
Informeren van leden, kaderleden, belangstellenden Het is opvallend te constateren dat er veel persoonlijke contacten (19%) plaatsvinden, als ook informatiebijeenkomsten (20%) om leden, kaderleden en belangstellenden te informeren. In ruim 55% van de gevallen worden leden, kaderleden en belangstellenden geïnformeerd via andere informatiekanalen, zoals nieuwsbrief/ tijdschrift (19%), website (19%) en e-mail (17%). De verdeling over de verschillende communicatiemiddelen is ongeveer gelijk. Andere manieren om leden, kaderleden en belangstellenden te informeren zijn het organiseren van workshops, congressen en/of werkgroepbijeenkomst. Twee organisaties geven aan dat zij ook video’s en digitale nieuwsbrieven inzetten als middel om anderen te informeren.
3.6
Communicatiemiddelen Driekwart van de Zorgbelangorganisaties heeft een eigen blad. De oplage is gemiddeld 1.437 exemplaren. De minimale oplage is 450 exemplaren en de maximale
20
E-mailberichten worden ook gebruikt voor voorlichting en informatie. Tachtig procent van de Zorgbelangorganisaties gebruikt dit middel om leden, kaderleden en belangstellenden te informeren en/of voor te lichten. Gemiddeld genomen werden er 3.621 e-mails verzonden in 2006.
��������������������������������
����������������������������������� ��������������������������
3.4
oplage is 6.000. Hierbij is geen rekening gehouden met de oplage van het blad Zorgbelang dat het Huis voor de Zorg in Limburg huis aan huis laat verspreiden.
3.7
Informatievragen In 2006 hielden 14 Zorgbelangorganisaties bij hoeveel informatievragen hun organisatie bereikten. Gemiddeld genomen werden er 2.647 informatievragen beantwoord. Er zijn uitschieters: één organisatie gaf aan rond de 38.000 informatievragen te hebben beantwoord. In verhouding komen er meer vragen binnen buiten de informatielijn om. Gemiddeld genomen kwamen er 667 vragen binnen bij de telefonische informatielijn van 17 Zorgbelangorganisaties. Deze organisaties houden ook een registratie bij van de vragen die via de telefonische informatielijn binnenkomen. Twee organisaties gaven aan geen telefonische informatielijn te hebben ingericht. Gemiddeld genomen zijn er 1.651 vragen behandeld. Het maximale aantal behandelde vragen was 19.000. Het minimaal aantal behandelde vragen was 115. In onderstaande grafiek is te zien dat de meeste vragen betrekking hadden op ‘klachten’ en op ‘wet- en regelgeving’. Dit is niet verwonderlijk aangezien iedere Zorgbelangorganisatie een afdeling informatie en klachtenopvang heeft.
21
4 Individuele en collectieve belangenbehartiging Tabel 3.3 – Soort vragen ����� �����
�����
4.1 �����������������������
�����
�������������������������������� ������
������������������������������������� �������������������������������������������������
����� �����
������������������� �������������� �������� �����
������
����������������������������� ������
�������
�����
3.8
3.9
Boekjes, brochures, folders In 2006 zijn gemiddeld elf publicaties gepubliceerd per Zorgbelangorganisaties. Eén organisatie had geen enkele publicatie, vijf organisaties hadden tien publicaties, twee organisaties hadden 20 publicaties en één organisatie gaf aan 33 publicaties te hebben verzorgd. Voorlichting en informatiebijeenkomsten Gemiddeld werden er 35 voorlichting- en informatiebijeenkomsten georganiseerd in 2006 door de Zorgbelangorganisaties. Eén organisatie had maar vier bijeenkomsten georganiseerd en één organisatie had 180 bijeenkomsten georganiseerd.
3.10 Persberichten Er zijn gemiddeld zestien persberichten per Zorgbelangorganisatie de deur uitgegaan in 2006.
Inleiding De patiënten- en consumentenbeweging in 2006 De activiteiten van de patiënten- en consumentenbeweging in 2006 en (begin) 2007 stonden in het teken van het verder doorvoeren van de stelselwijziging met de in werking treding van Zorgverzekeringswet (per 1 januari 2006) en voorbereiding en in werking treding van Wet maatschappelijke Ondersteuning (per 1 januari 2007) en de voorbereiding van een wet voor het waarborgen van de rechtspositie van de patiënt in een steeds complexer zorgsysteem (Zorgconsumentenwet). In de aanloop naar deze wetten hebben de Zorgbelangorganisaties de nodige projecten uitgevoerd gericht op deze veranderende wetgeving. Deze werden m.n. gefinancierd vanuit het VPR-programma. VPR staat voor ‘’versterking van de positie van de patiënt in de regio’. Dit programma liep van 1 januari 2003 tot 31 december 2006 en werd via Fonds PGO gefinancierd door het minsterie van VWS. Met dit programma konden Zorgbelangorganisaties extra en nieuwe activiteiten financieren in de curatieve zorg en de verpleging en verzorging. In de Verpleging en verzorging werd nadrukkelijk samengewerkt met de ouderenbonden (Unie KBO, PCOB en ANBO) en LOC. Zekere zorg De veranderingen in de organisatie en financiering van de gezondheidszorg door het nieuwe zorgstelsel hebben tot gevolg dat de relatie tussen patiënten/verzekerden, verzekeraars en aanbieders is veranderd. De overheid die voorheen nog sturend en kaderstellend was, trekt zich terug en wil meer verantwoordelijkheden leggen bij de drie genoemde partijen. Van de drie partijen zijn de verzekeraars en de aanbieders goed georganiseerd. Zij beheren de budgetten en voeren eigen regie op volume en kwaliteit. De patiënten/consumenten (zorgconsumenten) zijn echter nog onvoldoende toegerust om voldoende tegenwicht te bieden tegen deze spelers, zowel individueel als collectief. Bij de invoering van het nieuwe zorgstelsel heeft Hannie van Leeuwen, op dat moment lid van de Eerste Kamer, geconstateerd dat de marktwerking vraagt om een sterke patiëntenbeweging. Om tot deze sterke beweging te komen is het nodig om te investeren in de huidige patiënten/consumentenbeweging, zodat deze kan uitgroeien tot een volwaardige marktpartij. Om de inkoop- en onderhandelingsmacht van de patiëntenbeweging te versterken heeft de minister van VWS voor de periode tot 1 juli 2008 � 7 miljoen uitgetrokken voor projecten die deze ontwikkeling steunen. Het programma ZekereZorg heeft tot doel om dit bedrag te verdelen en ervoor te zorgen dat de versterking van de patiënten/consumentenbeweging daadwerkelijk in gang wordt gezet. Het programma wordt uitgevoerd door het Fonds PGO met een sterke inhoudelijke inbreng van de NPCF. De belangrijkste doelstellingen van het programma zijn: - De invloed van individuele consumenten en PGO-organisaties op zorgaanbieders en zorgverzekeraars moet groter worden zodat de zorg en de zorgverzekeringen beter aansluiten op de wensen en behoeften van patiënten/consumenten.
22
23
- De PGO-organisaties moeten (beter) toegerust worden op hun nieuwe/veranderde
en regionale ggz-platforms samenwerking met bestaande lokale en regionale clienten- en gehandicaptenorganisaties. Tenslotte willen de cliëntenorganisaties de kennis over de doelgroep vergroten bij gemeenteraadsleden, wethouders, ambtenaren en organisaties die een rol hebben in de uitvoering van de WMO over burgers met een psychische handicap. Zo krijgen zij een realistischer beeld van deze groep.
rol.
De volgende programmalijnen zijn uitgewerkt: Kwaliteitszorg en –toetsing: Ontwikkeling van kwaliteitseisen vanuit patiëntenervaringen en –wensen
Zorgconsumentenwet Bij het aantreden van het vierde kabinet Balkenende wist de patiëntenbeweging een belangrijk succes te melden. In het regeerakkoord is een passage opgenomen over de wens om de rechten van de patiënt beter te verankeren. Minister Klink van Volksgezondheid wil de positie van patiënten en verzekerden versneld versterken. De minister wil het wetsontwerp voor een Zorgconsumentenwet al begin 2008 af hebben.
Inkoop- en onderhandelingsmacht Actieve bemoeienis met inkoop met als resultaat: inkoop die voldoet aan kwaliteitscriteria vanuit patiëntenperspectief. Inkoop door patiënten en consumenten zelf met als resultaat: versterking van eigen regie via het persoonsgebonden budget. Informatie en advies Advisering en ondersteuning bij keuzes van patiënten en consumenten, deskundigheidsbevordering. Resultaat: patiënten en consumenten beschikken over onderbouwing bij hun keuze voor zorgverzekering en zorgaanbieders. Systematisch kennis vergaren over wensen en behoeften van patiënten en consumenten met als resultaat: systematisch inzicht in de zorgvraag. Monitoren Het systematisch verzamelen van vragen, ervaringen en klachten over de invoering en gevolgen van de zorgverzekeringswet. Daardoor ontstaat er meer inzicht in effecten van en knelpunten bij de zorgverzekeringswet. Wet Maatschappelijke Ondersteuning Voor de stimulering van de lokale cliëntenparticipatie in het kader van de Wmo heeft het minsterie van VWS via het Fonds PGO 15 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de uitvoering van het programma Lokaal Centraal van Zorgbelang Nederland en het programma Lokale Versterking van het landelijk Platform GGZ. Het programma Lokaal Centraal loopt van 1 april 2006 t/m 31 december 2008 en wordt uitgevoerd door de Zorgbelangorganisaties en Zorgbelang Nederland. Het programma richt zich op het daadwerkelijk realiseren van de participatie op lokaal niveau, met name door het instellen van Wmo-raden en het betrekken van alle doelgroepen hierbij. Extra aandacht is in het programma voor het betrekken van allochtonen, jeugd en licht verstandelijk gehandicapten bij deze participatie. Het programma Lokale versterking heeft een langere doorlooptijd en wordt uitgevoerd door het landelijke Platform GGZ. Het Platform GGZ bestaat uit landelijke cliënten- en familie(belangen)organisaties. Ze bestrijken een groot deel van de ggz-Verslavingszorg-Maatschappelijk Opvanggroep, waar het Programma Lokale Versterking zich voor inzet. Het programma heeft tot doel dat ggz-cliënten zich beter organiseren en opkomen voor hun belangen bij de lokale overheid. Meer mensen met een psychische beperking moeten betrokken worden bij de uitvoering van de WMO en de totstandkoming van de WMO-voorzieningen. Daarnaast zoeken de lokale
24
4.2
Het behartigen van individuele belangen Belangenbehartiging is één van de kerntaken van Zorgbelangorganisaties. Individuele belangenbehartiging betreft de zichtbare en concrete hulp via producten en diensten die in een directe behoefte van de achterban voorzien. Aan welke onderdelen van individuele belangenbehartiging werken de Zorgbelangorganisaties? Dertien van de 19 Zorgbelangorganisaties bieden individuele belangenbehartiging aan. Gemiddeld genomen hielp elke Zorgbelangorganisatie 390 individuen. Zes organisaties hielpen minder dan 200 individuen en 12 organisaties hielpen 200 tot 1.200 individuen. Een meerderheid van de organisaties kent activiteiten op het gebied van individuele keuzeondersteuning. De individuele belangenbehartiging is voornamelijk gericht op het beantwoorden van vragen (48%). Daarnaast bieden de Zorgbelangorganisaties ondersteuning bij het maken van keuzen (41%). Het regelen en bijdragen aan sport en vakantieactiviteiten is een kleine taak (4%) die opgepakt wordt door de Zorgbelangorganisaties. In 2006 was de dienstverlening van de Zorgbelangorganisaties gericht op ondersteuning van de WMO-platforms, signalering, zorgvernieuwing en onderzoek. Wanneer we kijken naar het gemiddeld aantal vragen/contacten over een onderwerp dan scoort de dienstverlening gericht op informatie en advies GGZ en externe klachtenopvang goed. Uit onderstaande tabel blijkt dat drie Zorgbelangorganisaties gemiddeld genomen 351 juridisch georiënteerde vragen hebben afgehandeld. Vijf organisaties richten zich op bemiddeling (mediation). Deze vijf organisaties hebben 363 verzoeken om bemiddeling gekregen. In deze tabel is onze eerdere bevinding terug te vinden,
25
namelijk dat de dienstverlening van Zorgbelangorganisaties goed scoort voor ‘informatie en advies ggz’ en ‘externe klachtenopvang’. Tabel 4.1 – Overzicht vormen van dienstverlening
����������������� ����������������� ��������
Aantal zorg- Gemiddeld belangaantal organisaties vragen
Minimum
Maximum
Juridische dienstverlening
3
351
86
500
Mediation
5
78
3
363
Advies PGB
8
188
6
350
Informatie en advies GGZ
7
525
5
2900
GGZ vertrouwenspersoon
0
Vertrouwenspersoon Jeugdzorg
3
210
119
391
7
9
4
30
Ondersteuningsaanbod Cliëntenraden Ondersteuningsaanbod WMO platforms
12
37
2
150
Signaleringsacties
12
22
1
200
8
540
5
1293
Zorgvernieuwingsprojecten
10
8
2
18
Onderzoek
10
8
1
45
Cursussen
7
26
2
106
Aanbod uitvoering enquêterecht
1
50
50
50
Externe klachtenopvang
4.3
Tabel 4.2 – Doelgroepen
Collectieve belangenbehartiging Collectieve belangenbehartiging gaat over het beïnvloeden van relevante organisaties en instituties om de leefsituatie van zorggebruikers en verzekerden te verbeteren. In de onderstaande tabel zijn de doelgroepen weergegeven waarop collectieve belangenbehartiging is gericht.
��
����������������� ���������������
��
�����������������
���
���������������
���
����������� ��������
��
������������ ��������
���
���������������� ����������������
���
����������������
���
��������������
��� �
�
��
��
��
������
De meeste Zorgbelangorganisaties richten zich op de zorgaanbieders, zorgverzekeraars en lokale overheden. Daarnaast richten zij zich ook op de provinciale overheid (13), wooncorporaties (11) en vervoersbedrijven (11). 4.3.1 Gebruikte instrumenten om ervaringen te bundelen Alle Zorgbelangorganisaties gebruiken cliëntenpanels om ervaringen te bundelen. Daarnaast zijn telefonische meldacties en klachtensignalering andere instrumenten die zij veel gebruiken om ervaringen te bundelen. Zeventien organisaties maken gebruik van themagroepen om ervaringen te inventariseren en 15 organisaties maken gebruik van zorgvraagonderzoek. 4.3.2 Contact zorgverzekeraars Alle Zorgbelangorganisaties onderhouden contacten met meerdere zorgverzekeraars. De zorgverzekeraars waar de Zorgbelangorganisaties het meeste contact mee hebben zijn: OZ, CZ, Achmea, VGZ en Agis. Eén organisatie geeft aan contact te hebben met zorgverzekeraar IZA. Deze was niet opgenomen in de oorspronkelijke lijst van zorgverzekeraars. Geen een van de
26
27
5 Samenwerking Zorgbelangorganisatie geeft aan contact te hebben met Fortis, ONVZ en/of Zorg en Zekerheid. Deze laatste zorgverzekaar is actief in de regio Zuid-Holland-noord. De Zorgbelangorganisatie uit deze regio heeft echter niet meegedaan aan het onderzoek. Van de andere tweeverzekeraars is de reden niet bekend.
Het stimuleren van de samenwerking tussen Zorgbelangorganisaties is een permanent aandachtspunt van Zorgbelang Nederland als brancheorganisatie. Onder meer door de uitvoering van gezamenlijke programma’s (VPR-programma en het programma Lokaal centraal) wordt deze samenwerking verder verbeterd.
Tabel 4.3 – contact zorgverzekeraars
Alle Zorgbelangorganisaties geven aan dat zij met andere Zorgbelangorganisaties samenwerken. Daarnaast werken de Zorgbelangorganisaties samen met cliëntenraden. In onderstaand overzicht wordt getoond op welke terreinen de samenwerking plaatsvindt.
������
��
�����������������
���
�����
Alle 19 organisaties geven aan dat zij onderling informatie uitwisselen (22%). Zeventien (20%) organisaties geven aan dat zij samenwerken op het terrein van belangenbehartiging en zestien organisaties (17%) werken samen ten behoeve van vernieuwing/verbetering van de kwaliteit van zorg.
��
���
��
�������
��
������������
��
Tabel 5.1 – Samenwerkingsgebieden
��
���
����
���
�����������
�������������������� ���������������������� �������������������
��
��
���
������
���
�����
��
������
���
�������������������� �������������������� ������������������������
��
�������������������� ��������������������� ���������������������
��
��
������
������������������ �������������������� ����������
���
���
���
�����
���������������������� ����������������������
��
����
������
�
�
�
���
����������������� ������������ �������������������
��� �
���
���
� ����������������������� ������������������������ �����������������������
��
������������������ ������������������������ ��������������������������� ������������������
�
��� �
��
������ �������������������������������������������������������������������������������������� ������������������������������������������������������������������������������
28
29
��
��
6 Klachtenopvang 5.1
Internationale contacten Het merendeel (70 procent) van de Zorgbelangorganisaties geeft aan geen internationale kontakten te hebben. De internationale samenwerking van Zorgbelangorganisaties richt zich met name op grensoverschrijdende kontakten en/of activiteiten in de provincies die grenzen aan Duitsland en België. Door toenemende samenwerking tussen zorgaanbieders aan weerszijden van de grens wordt dit onderwerp belangrijker. Ook de toename van het aantal Nederlanders die vlak over de grens gaan wonen en in Nederland blijven werken en vallen onder de Zorgverzekeringswet zorgt voor een toenemend belang van dit onderwerp.
6.1
Waar gingen de klachten over De meeste klachten gingen over individuele zorgaanbieders (38%) en over instellingen (ziekenhuizen, verpleeghuizen, thuiszorg etc, 21%). Vijftien procent van de klachten gingen over de behandeling en tien procent over medicatie. Tabel 6.1 ��������������������������� ������������������������������������
���
�������������������������������������� �������������������������������� ��� ���
���������������� ������������������� ����������������� ������������
�� �� �� ��
��������� �����������
���
������������� ���
6.2
30
Klachtenopvang Zorgbelangorganisaties bieden individuele patiënten advies en ondersteuning bij klachten over de geboden zorg. Van alle klachten kan 63 procent met deze ondersteuning en advies van de Zorgbelangorganisaties door de patiënt en de betreffende zorgaanbieder afgehandeld worden. Van de resterende klachten wordt 32 procent behandeld door de klachtencommissie van de desbetreffende zorginstelling. Twee Zorgbelangorganisaties geven aan ook bemiddeling/ mediation te bieden.
31
7 Beschikbare menskracht De onderwerpen van de klachten In de onderstaande tabel is weergegeven wat de onderwerpen zijn van de binnengekomen en behandelde klachten. Hieruit is op te maken dat alle onderwerpen vrijwel in gelijke mate vertegenwoordigd zijn. ���������� �����
��������
�����
����������� �����
�����
���������� ����������������������������� ������
�����
�����
7.1
Betaalde krachten In totaal werken er 423 betaalde medewerkers bij de Zorgbelangorganisaties. Gemiddeld genomen betekent dat 22 medewerkers per bureau werkzaam zijn. Het totaal aantal FTE’s is 259, het gemiddeld aantal FTE’s is 13,6. Het maximale aantal medewerkers werkzaam bij een Zorgbelangorganisatie is 45; bij de kleinste organisatie zijn er vijf medewerkers in dienst. Zoals uit tabel 7.1 blijkt is de spreiding groot. Dit is deels te verklaren door de reeds gefuseerde organisaties. De meeste functies zijn parttime, dit is terug te zien in het aantal FTE’s. Tabel 7.1 – Aantal FTE’s per Zorgbelangorganisatie
���������� ����������������������� ������
�����
��
����� ����
��
��
������������������
6.3
��
� � � � � � � � � � �� �� �� �� �� �� �� �� �� ��
����������������������
32
33
7.2
Aantal beschikbare uren per taak In onderstaande tabel staan het aantal beschikbare uren weergegeven, gerangschikt per categorie. Vanwege de grote verschillen is behalve het gemiddelde ook de mediaan vermeld. De mediaan geeft weer waar de helft van de organisaties onder blijft (en de andere helft boven zit) met betrekking tot de bestede uren. Tabel 7.2 – Beschikbare uren van de Zorgbelangorganisaties Ondersteunende indirecte taken
Belangenbehartiging curatieve zorg
Belangenbehartiging GGZ
Belangenbehartiging Jeugdzorg
Infor matie en advies
Gemiddelde 4.369
4.049
Mediaan
4.500
Minimum
40
PR en communicatie
669
766
1.419
438
400
80
10
172
16
0
0
0
0
0
Tabel 7.4 – Ziekteverzuim exclusief langdurige zieken Ziekte verzuim (exclusief langdurige zieken)
Aantal Zorgbelangorganisaties
0% - 2,5% 2,5% - 5% 5% - 7,5% 7,5% - 10% Totaal
10 5 3 1 19
18.500
40.000
3.700
5.408
10.500
Figuur 7.5 – Percentage beschikbare uren per taak ���������������������� ������������������������������� �����������������������������������������
�����
2.444 ����� ������ �����
Ziekteverzuim Het is opvallend dat de meeste Zorgbelangorganisaties een hoog ziekteverzuim hebben, dat wordt veroorzaakt door een aantal langdurig zieken. Als wij alleen naar het ziekteverzuim kijken exclusief langdurige zieken, dan wordt er een positiever beeld geschetst.
������
Aantal Zorgbelangorganisaties
0% - 2,5% 2,5% - 5% 5% - 7,5% 7,5% - 10% Totaal
5 3 7 4 19
34
���������������������� ���������������������������� ���������������������� ���������������������� �������������������� ������������������������� ���������������
Tabel 7.3 – Ziekteverzuim inclusief langdurige zieken Ziekte verzuim (inclusief langdurige zieken)
���������������������� ���������������������������� ��������������������������� ���������������������� ���������������������������� ����������������
Uit de tabel blijkt dat de meeste aandacht uitgaat naar belangenbehartiging curatieve zorg. 7.3
53 26 16 5 100
De meeste Zorgbelangorganisaties hebben een ziekteverzuim onder de 2,5 %. Meer dan 70% van de Zorgbelangorganisaties heeft een ziekteverzuim lager dan 5%.
������
Maximum
%
%
26 16 37 21 100
35
7.4
CAO De Zorgbelangorganisaties volgen de CAO Welzijn en Maatschappelijke dienstverlening.
7.5
Vrijwilligers binnen Zorgbelang Zorgbelangorganisaties kennen veel actieve vrijwilligers. In totaal zijn er 3923 vrijwilligers die werkzaamheden voor de Zorgbelangorganisaties verrichten. Gemiddeld werken er 218 vrijwilligers bij een Zorgbelangorganisatie. Eén organisatie heeft 2000 vrijwilligers aan zich gebonden. De meeste organisaties hebben minder vrijwilligers zoals blijkt uit onderstaande tabel. Veertien Zorgbelangorganisaties hebben maximaal 200 vrijwilligers. Tabel 7.6 – Aantal vrijwilligers per organisatie
7.6
Aantal actieve vrijwilligers
Aantal Zorgbelangorganisaties
0 - 50 50 - 100 100 - 200 > 200 Totaal
5 4 5 5 19
% 26 21 26 26 100
Inzet vrijwilligers Uit tabel 7.6 blijkt dat weinig vrijwilligers ingezet worden voor informatie en voorlichting, terwijl zij wel een belangrijke rol hebben in het verlenen van lotgenotencontacten. Een andere opvallende uitkomst is dat veel vrijwilligers een bestuurlijke functie hebben. Daarentegen worden weinig vrijwilligers ingezet voor administratieve en organisatorische werkzaamheden binnen de organisatie. Tabel 7.7 – Aandachtsgebieden van vrijwilligers
Bijna 80 procent geeft aan dat er geen nieuwe vrijwilligers zich hebben gemeld in 2006. Zes organisaties geven aan dat zij niet slagen in het werven van nieuwe vrijwilligers. Zij hebben een tekort aan menskracht. Het merendeel (14) van de Zorgbelangorganisaties heeft een eigen vrijwilligersbeleid. Op de volgende wijze hebben de veertien organisaties vorm gegeven aan dit beleid: - negen van de veertien organisaties beschikt over een taakomschrijving; - zeven van de veertien organisaties gebruikt een (competentie-)profiel waarin de benodigde vaardigheden, kennis en ervaring voor de uitoefening van de taak in is beschreven; - alle veertien organisaties geven aan dat de vrijwilligers kunnen terugvallen op begeleiding van beroepskrachten (professionals); - bij tien van de veertien organisaties wordt scholing en training aangeboden; - alle veertien organisaties bieden een onkostenvergoeding aan en - dertien van de veertien organisaties kunnen gebruik maken van juridische regelingen (zoals verzekeringen). Bovenstaande wordt ook grafisch weergegeven in de volgende tabel. Tabel 7.8 – aandachtsgebieden van vrijwilligers
�����
���������������
��
����������������
�������������������� ���������������� ��������������������� ��������������
����
�����
�������������������
Informatievoorziening
Lotgenoten contact
Belangen- Organisa- Bestuurs- Dienstbeharti- tie en functies verlening ging administratie
Aantal ZO’s
16
15
18
17
19
16
Gemiddelde
11,81
21,00
59,56
4,59
119,42
19,13
Minimum
0
0
0
0
5
0
Maximum
40
160
180
17
2.000
200
���
�������������������
�����
���������������������
�
36
��
��
��
���������������������������������������
De meeste vrijwilligers worden ingezet bij de taak belangenbehartiging. Gemiddeld werken er 62 vrijwilligers per Zorgbelangorganisatie aan de taak belangenbehartiging.
37
8 Financiën van Zorgbelangorganisaties 8.1
Herkomst financiële middelen In onderstaande tabel is inzichtelijk gemaakt waar het geld vandaan komt. De subsidies komen van meerdere instellingen/organisaties. Er is een redelijke spreiding, waardoor het lijkt dat Zorgbelangorganisaties hun afhankelijkheid proberen te minimaliseren. Daarnaast wordt in deze tabel de bedragen weergegeven die naar de Zorgbelangorganisaties zijn gegaan. Eén Zorgbelangorganisatie heeft deze vraag niet ingevuld. De grootste subsidiegever is de provincie. Een belangrijk deel is structureel. Tabel 8.1 – Ontvangen gelden Aantal ZO’s
38
Gemiddelde
Minimum
Maximum
Provinciale structurele subsidies
18
715.284,67
197.000,00
2.210.512,00
Provinciale projectsubsidies
18
196.396,56
0,00
805.328,00
Gemeentelijke subsidies
10
67.870,00
3.000,00
379.125,00
Subsidie Fonds PGO
18
169.905,83
44.000,00
401.071,00
Donaties, legaten en\of erfstellingen
2
2.500,00
0,00
5.000,00
Bijdragen vanuit zorgverzekeraars
15
81.251,93
500,00
290.847,00
Subsidies vanuit andere fondsen
12
114.379,08
1.500,00
443.630,00
Bijdragen vanuit zorgverleners
13
42.440,46
0,00
229.447,00
39
Opbrengsten en uitgaven De gemiddelde inkomsten voor een Zorgbelangorganisatie bedragen € 1.156.084,61. Het minimum bedraagt € 35.189,00 en het maximum € 2.833.254. De jaarlijkse uitgaven zijn ongeveer vergelijkbaar met de opbrengsten. De gemiddelde uitgaven bedragen € 1.038.400. Het minimum is € 35.189 en het maximum € 2.697.936. Alle Zorgbelangorganisaties geven aan geen BTW af te dragen over de inkomsten. Voor ongeveer twaalf organisaties ligt 50 tot 75 % van hun inkomsten vast. Uit bovenstaande tabel blijkt dat dit met name structurele provinciale subsidie is. Tabel 8.2 – Percentage vaste inkomen �����
����
�����
����������� ������������
Tabel 8.3 – Overall bedrijfsresultaten voor de Zorgbelangorganisaties
���
�������������������������������������
8.2
��
��
��
��
�
������� ���
��������
����
��������
����
����
����
����
��������� �����
Tabel 8.4 – Behaalde gemiddelde resultaten van 2006 tot 2006 Gemiddelde 8.3
Financiële resultaten Niet alle organisaties hebben gegevens aangereikt met betrekking tot hun financiele resultaten (bedrijfsresultaten). Voor 2002 hebben 9 Zorgbelangorganisaties de vragen hierover in de Monitor beantwoord. Voor 2003, 2004 en 2005 hebben tien Zorgbelangorganisaties informatie over hun financiële situatie aangereikt. Voor 2006 hebben 15 organisaties de vragen hierover beantwoord. Uit onderstaande tabellen blijkt dat de Zorgbelangorganisaties wisselende resultaten boeken. 2004 en 2005 waren financieel minder goede jaren. Gemiddeld genomen waren de financiële middelen voor tien zorgbelangorganisaties uitgeput. Er is een omkeer te zien in 2006, aan het eind van het jaar waren de bedrijfsresultaten gemiddeld genomen positief. Er was gemiddeld meer dan €80.000,- beschikbaar voor herinvestering verdeeld over vijftien Zorgbelangorganisaties.
40
2002 2003 2004 2005 2006
41
Euro's € 5.658,00 € 20.780,00 - € 10.739,00 - € 1.732,00 € 85.561,00
Aantal ZO’S 9 10 10 10 1
9 Behaalde resultaten 8.4
Gedifferentieerd uurtarief Acht van de negentien Zorgbelangorganisaties hanteren een gedifferentieerd uurtarief. In de volgende tabel zijn de verschillende tarieven weergegeven. Tabel 8.5 – Gehanteerde uurtarieven Tarief
Aantal ZO’s
€ 70 € 75 € 77 € 80 € 90
2 1 1 2 2
In de monitor werd gevraagd de behaalde resultaten in enkele zinnen weer te geven voor 2006 op de volgende gebieden: - curatieve zorg; - belangenbehartiging; - wonen, welzijn en zorg (AWBZ); - jeugdzorg; - mantelzorg en - GGZ. Op het gebied van curatieve zorg ligt de nadruk op het stimuleren van patiëntenparticipatie, contacten verstevigen binnen de eerstelijn en ondersteuning bieden bij het inrichten van zorgpaden. Verder begeeft één Zorgbelangorganisatie zich op preventieve zorg en een andere op palliatieve zorg. Veel Zorgbelangorganisaties hebben zich ingezet voor WMO-gerelateerde projecten. Zij hebben ondersteuning geboden bij het oprichten van WMO-raden en informatiebijeenkomsten voor gemeentes georganiseerd over WMO algemeen, cliëntenparticipatie en huishoudelijke hulp. Er is veel voorlichting gegeven over dit thema. Op het terrein van wonen, welzijn en zorg begeeft Zorgbelang zich ook. Zorgbelangorganisaties gebruiken hun invloed om beleidsvisies tot stand te laten komen over het aanbod en keuzevrijheid van zorg in de regio. Zij hebben ook inbreng in andere provinciale werkgroepen. De helft van de Zorgbelangorganisaties geeft aan dat zij zich richt op jeugdzorg. Enkele proberen de stem van jongeren onder de aandacht te brengen bij statenleden. Zorgbelangorganisaties proberen de positie van mantelzorgers binnen cliëntenraden te verstevigen, zodat mantelzorgers zelf een stem krijgen. Behaalde resultaten op het gebied van GGZ zijn voornamelijk op microniveau, bijvoorbeeld door de invoering van de crisiskaart. Verder liggen de resultaten met name op het terrein van beleidsaanbevelingen, onderzoeken en rapportages. Voor een toelichting kunt u bijlage 1 (Resultaten) raadplegen.
42
43
10 Knelpunten Zorgbelangorganisaties signaleren veel knelpunten via de monitor. Ze hebben voornamelijk te maken met projectfinanciering, afhankelijkheid van provinciale subsidies, identiteit en positionering van Zorgbelang zelf. Personeelsbeleid, arbeidsomstandigheden en verzuim zijn andere knelpunten die genoemd zijn. Wet- en regelgeving op dit vlak is belemmerend voor kleinschalige organisaties. Er is te weinig zekerheid over de continuïteit van de financiele middelen om problemen structureel aan te pakken. Voortdurende reorganisaties werken belemmerend bij de uitvoering van werkzaamheden. Onder invloed van de verschillende programma’s (MJAZ, VPR, Lokaal Centraal) zijn Zorgbelangorganisaties gedwongen om meer resultaatgericht te werken. De provincies nemen dit in hun eigen subsidiesystematiek over. Dit vereist meer ondernemerschap van de Zorgbelangorganisaties en staat in zekere zin haaks op de procesmatige kant van het werken, namelijk het voortdurende betrekken van je achterban bij je werk. Hoe te anticiperen op mogelijke nieuwe ontwikkelingen, probleemgebieden en trends zien zij als een uitdaging. Verschillende Zorgbelangorganisaties maken hier goede vorderingen in. Zorgbelangorganisaties geven aan deze competentie verder te willen ontwikkelen. Vanuit de programmatische aanpak wordt voortdurend gewerkt aan het verbeteren van de samenwerking tussen Zorgbelangorganisaties. Er zou meer gedaan kunnen worden door signalen te bundelen. Hiermee zou meer draagvlak verworven kunnen worden om significante veranderingen in de zorg te bewerkstelligen. Verschillende Zorgbelangorganisaties signaleren dat categorale (landelijke) patiëntenorganisaties nog onvoldoende inspelen op de decentralisatie in zorg en welzijn. Dit geeft een onbekendheid met regionale ontwikkelingen en verhoudingen. Zorgbelang ervaren dit als remmend op regionale initiatieven. Zij zetten zich actief in om hierin verbetering aan te brengen en de samenwerking met landelijke organisaties meer vanzelfsprekend te maken. Tot slot noemen de Zorgbelangorganisaties dat zij zoeken naar verdere professionalisering en verbetering van de kwaliteit van de geleverde producten/diensten.
44
45
11 Good Practices Drie Zorgbelangorganisaties hebben geen Good Practices gemeld. Zestien Zorgbelangorganisaties hebben twee voorbeelden gepresenteerd. Zeven organisaties hebben drie voorbeelden beschreven. De doelgroepen waarop deze Good Practices waren gericht zijn zeer gevarieerd. Van cliënten/patiënten tot 1e-lijns hulpverleners, allochtonen, arbeidsgehandicapten, ziekenhuizen, en gemeentes. De doelen van de genoemde projecten waren zeer verschillend, maar in het algemeen kan geconstateerd worden dat ze gericht zijn op empowerment, verbeteren van de zorg, inventarisatie van zorgbehoeften en inkoop van zorg. Voor een overzicht van Good Practices kunt u bijlage 2 ‘Good Practices’ raadplegen.
46
47
12 Samenvatting en conclusies Zorgbelang Nederland is de brancheorganisatie van 21 regionale Zorgbelang-organisaties. In iedere provincie in Nederland is één of meer Zorgbelangorganisaties actief. Enkele zijn aan het fuseren. Uiteindelijk zullen per 1 januari 2008 13 Zorgbelangorganisaties overblijven. Negentien organisaties hebben de Monitor 2007 ingevuld met hun gegevens over het jaar 2006. Wat betreft bestuursvorm is de helft een stichting en de andere helft heeft gekozen voor de verenigingsvorm. Iedere Zorgbelangorganisatie voert nagenoeg dezelfde taken uit. De primaire hoofdtaken zijn: beleidsvoorbereiding, voorlichting en advies en belangenbehartiging. In 2006 zijn vele patiënten- en consumentenorganisaties lid geworden van een Zorgbelangorganisatie in hun regio. Weinig patiënten- en consumentenorganisaties hebben hun lidmaatschap opgezegd. De focus van Zorgbelang is niet gericht op het aantrekken van individuele leden en/of donateurs. Zorgbelang richt zich op een brede doelgroep. Enkele Zorgbelangorganisaties richten zich minder op jongeren, jeugdzorg en dak- en thuislozen. De verantwoording vindt voornamelijk plaats via de algemene ledenvergadering. Enkele organisaties kiezen er voor om zich te verantwoorden via een schriftelijke raadpleging. Voorlichting en informatie is een van de kerntaken; echter driekwart van de Zorgbelangorganisaties geeft aan dat zij een bereik van hun doelgroepen van minder dan 25 procent heeft. De nadruk van alle activiteiten op dit terrein ligt op het verbeteren van de communicatie tussen patiënten en behandelaars, het geven van informatie over zorgverzekeringen en regelgeving ten aanzien van patiëntenrechten. Zorgbelangorganisaties richten zich ook op het informeren van individuele burgers, de toekomstige zorgconsument. Bijna alle organisaties brengt een eigen blad uit. Veel vragen die aan de Zorgbelangorganisaties worden gesteld hebben te maken met klachten en wet- en regelgeving. Individuele en collectieve belangenbehartiging is een andere kerntaak. Deze taak werd sterk beïnvloed door de invoering van de nieuwe zorgverzekeringswet, de WMO en de Zorgconsumentenwet. In 2006 was de dienstverlening van de Zorgbelangorganisaties gericht op ondersteuning van de WMO-platforms, signa-lering, zorgvernieuwing en onderzoek. De collectieve belangenbehartiging is gericht op zorgaanbieders, zorgverzekeraars en lokale overheden. Om ervaringen te bundelen worden cliëntenpanels gebruikt en vinden er telefonische meldacties plaats. Verder wordt het klachtenregistratiesysteem gebruikt om te signaleren. Alle Zorgbelangorganisaties hebben contact met verschillende zorgverzekeraars. Er zijn geen contacten met Fortis, ONVZ en Zorg en Zekerheid.
48
49
Bijlage 1 – Resultaten De samenwerking is voornamelijk met andere Zorgbelangorganisaties of met cliëntenraden. De samenwerking is gericht op belangenbehartiging en vernieuwing/verbetering van de kwaliteit van zorg. Er zijn geen enkele internationale contacten, maar deze beperken zich tot de grensstreken . Klachtopvang is ook een belangrijke kerntaak. De meeste klachten gingen over individuele zorgaanbieders en vervolgens over zorginstellingen. De meeste Zorgbelangorganisaties handelen zelf de klachten af. De meeste klachten worden afgehandeld door middel van het geven van advies. De Zorgbelangorganisaties richten zich maar beperkt op bemiddeling bij klachtenafhandeling. Bij een derde van de klachten worden de klagers verwezen naar de klachtencommissie van de instelling, waarbij de Zorgbelangorganisatie de klager adviseert over zijn rechten en mogelijkheden. Gemiddeld genomen werken er 22 betaalde krachten bij een Zorgbelangorganisatie. De meeste hebben een parttime aanstelling, het gemiddelde aantal FTE is 13,6. De meeste beschikbare uren worden ingezet om ondersteunende/indirecte taken uit te voeren (37%). Daarnaast wordt veel van de beschikbare uren in-gezet voor beleidsvorming rondom belangenbehartiging curatieve zorg. De Zorgbelangorganisaties hebben te maken met een laag ziekteverzuim als wij langdurige zieken niet mee tellen.
Zorgbelang 1
Gerealiseerde doelen
Curatieve zorgverlening
Informatie aan achterban (bijeenkomsten, rapportages, folders). Overzicht van stand van zaken acute zorg op dit moment, actieve werkgroepen Informatie (notities, bijeenkomsten, overleggen met gemeentes). Werkgroepen/ platforms voor afstemming met de achterban, afstemming met andere spelers op dit gebied, ondersteuning WMO raden voor gemeentes. In- en extern netwerk. Bijeenkomsten, werkgroepen, afstemming met zorgaanbieders Inventarisatie van hoe de belangenbehartiging van jeugd binnen de zorg geregeld is, contacten met relevante organisaties op dit gebied. Informatievoorziening aan achterban (flyers, bijeenkomsten), rapportage over respijtvoorziening, aanbevelingen naar instellingen/ aanbieders en gemeenten Rapportage behandelplannen, verbeterde infrastructuur, kwaliteitsonderzoek Dijk en Duin, prospecttraining familieleden, vrijwilligerswerk en dagbesteding, week van de psychiatrie, straatveeg en houtbewerkingproject
Belangenbehartiging (WMO)
Wonen/welzijn/zorg Jeugdzorg
Mantel zorg
GGZ
Er werken veel vrijwilligers bij Zorgbelangorganisaties. In totaal zijn er rond de 4.000 actieve vrijwilligers werkzaam in deze branche. Zij richten zich voornamelijk op het ondersteunen van medewerkers bij het uitvoeren van bureautaken. Daarnaast worden zij ingezet om ondersteuning te bieden bij belangenbehartiging in de curatieve zorg. De grootste subsidiegevers zijn de provincies. Verder is er een redelijke spreiding over verschillende organisaties qua herkomst van de financiële middelen. De inkomsten van Zorgbelangorganisaties zijn gemiddeld ruim een miljoen euro. De jaarlijkse uitgaven zijn bijna gelijk aan de inkomsten. Een belangrijk percentage is vast. De resultaten voor 2006 waren goed, er was gemiddeld genomen 80.000,- beschikbaar voor herinvestering eind 2006. 2005 was een minder jaar wat de bedrijfsresultaten betreft. Zorgbelang richt zich op veel terreinen. Voor een goed overzicht wordt u verwezen naar de bijlage. De knelpunten die gemeld zijn, zijn divers. Ze hebben voornamelijk te maken met projectfinanciering, afhankelijkheid van provinciale subsidies, identiteit en positionering van de eigen organisatie.
Zorgbelang 2
Gerealiseerde doelen
Curatieve zorgverlening
In opbouw zijn de contacten, vertrouwen is gelegd, serieuze partner voor eerste lijn in parkstad Grote voorlichting gegeven, in alle gemeenten contacten gelegd, platforms in opbouw, ter zake kundige tijdelijke projectorganisatie neergezet Permanente inbreng in de in Limburg actieve ROT (regionale overlegtafels) waarvan de gemeenten de trekkers zijn Geen verantwoordelijkheden op dit terrein Ondersteuning van regionale en provinciale platforms met een onafhankelijk ter zake deskundig voorzitter, niek hamers Europees festival in Venray, verslavingszorg en GGZ geïntegreerd
Belangenbehartiging (WMO)
Wonen/welzijn/zorg
Jeugdzorg Mantel zorg
GGZ
50
51
Zorgbelang 3
Gerealiseerde doelen
Zorgbelang 4
Gerealiseerde doelen
Curatieve zorgverlening
Het oppakken van verbetersuggesties door de eerstelijns zorg (huisartsen en HAP’s), ziekenhuis, tandartsen en curatieve zorginstellingen betrokken bij palliatieve zorg van aanbevelingen en verbetersuggesties. Opstart van lokale adviesorganen in alle gemeenten (nog niet overal geformaliseerd door B&W of Gemeenteraad), hen geadviseerd bij verordeningen en beleidsnota’s en bij de uitgangspunten voor de invulling van prestatievelden WMO (bijv. loket, pilotgemeente Wmo). Bewerkstelligd bij 3 gemeenten dat in de beleidsvisies het aanbod wordt aangesloten op de lokale vraag/behoefte; voorwaarden voor maatschappelijke participatie bewerkstelligd (bijv. fysieke toegankelijkheid, regierol gemeente bij aanpassing woningen etc.). Kwaliteit van de zorg in de AWBZ instellingen voor VG bij de aanbieders onder de aandacht gebracht door peiling (m.n. zelfstandigheid van cliënten en gebruik van klachtenregeling). Gezamenlijk met andere partijen een oplossing voor het te lage AWBZ plafond in de provincie bewerkstelligd bij VWS. Opstart van cliëntenraden in instellingen voor Jeugdzorg bewerkstelligd en invoering van klachtenreglementen en klachtencommissies. Beleidsaanbevelingen voor peiling van mening van zorggebruikers die niet bij verenigingen zijn aangesloten; inbedden van de opvattingen van ‘ niet-georganiseerde-zorggebruikers’ in belangenbehartiging.
Curatieve zorgverlening Belangenbehartiging (WMO)
inbreng bij de ontwikkeling van een diabetesketen cliëntenparticipatie op gemeentelijk beleidsniveau dmv training en ondersteuning, het houden van informatie avonden coördinatie van inbreng cliënten participatie op lokaal en regionaal niveau bijdrage aan ontwikkeling woonserviceszones Niks Niks invoering crisiskaart , cliëntenparticipatie GGZ t.a.v. WMO, start project kwartier-maken in gemeente Lansingerland
Belangenbehartiging (WMO)
Wonen/welzijn/zorg
Jeugdzorg
Mantel zorg
GGZ
Wonen/welzijn/zorg
Jeugdzorg Mantel zorg GGZ
Zorgbelang 5
Gerealiseerde doelen
Curatieve zorgverlening
Inbreng vanuit cliëntenperspectief m.b.t. de bouw van een gezondheidspark. Verbetering van de bewegwijzing van de centrale huisarstenpost. Apothekers door cliënten bekeken. Criteria ontwikkeld voor zorginkoop, verbeteren van de patiëntenparticipatie in het ziekenhuis. Ondersteuning bij het oprichten van Wmo-raden waar de cliëntenorganisaties goed bij betrokken zijn. Ondersteuning bij het schrijven van adviezen voor gemeenten. Informatievoorziening over de WMO in het algemeen, cliëntenparticipatie, huishoudelijke zorg. Zitting in de klachtencommissie van het CIZ, klanttevredenheidsonderzoek bij cliënten van nieuwe zorgaanbieders samen met het Zorgkantoor. Nauwe betrokkenheid bij het samenstellen en uitvoeren van de pacten (regionale prestatie-afspraken op het gebied van wonen, zorg en welzijn. Op dit terrein hebben wij geen activiteiten. Advies uitgebracht aan gemeenten m.b.t. de invulling van dit prestatieveld. Zorgen voor mantelzorgvertegenwoordigers in wmo-raden. Oprichten mantelzorgraad. mantelzorgers betrekken bij de collectieve belangenbehartiging. Op dit terrein hebben we geen activiteiten.
Belangenbehartiging (WMO)
Wonen/welzijn/zorg
Jeugdzorg Mantel zorg
GGZ
52
53
Zorgbelang 6
Gerealiseerde doelen
Curatieve zorgverlening
Verbetertrajecten gerealiseerd in ziekenhuizen actieve inbreng in vormgeving spoedeisende zorg en eerste lijnszorg. Twaalf WMO raden in alle Drentse gemeenten operationeel en getraind Inbreng in provinciale werkgroep Vertrouwenspersonen actief, ondersteuning cliëntenraden en cliëntenpanels, ondersteuning belangengroepen Ontwikkeling DVD Ondersteuning clientenraden. Onderzoek uitgevoerd naar verschraling in de zorg.
Belangenbehartiging (WMO) Wonen/welzijn/zorg Jeugdzorg
Mantel zorg GGZ
Zorgbelang 8 Curatieve zorgverlening
Belangenbehartiging (WMO)
Wonen/welzijn/zorg
Jeugdzorg Mantel zorg Zorgbelang 7
Gerealiseerde doelen
Curatieve zorgverlening
Een succesvol project voor cliëntenparticipatie in een vinexwijk. Goede informatie naar de achterban toe over de nieuwbouw van een ziekenhuis in de regio De uitgifte van de ‘workmate’ ondersteuningsprogramma lokaal sterk Aanzet inventarisatie uitvoering verstrekkingenbeleid AWBZ Opzet participatiewerkplaatsen jeugd Op dit terrein zijn we niet actief Ondersteuning café brein in Den Bosch
Belangenbehartiging (WMO) Wonen/welzijn/zorg Jeugdzorg Mantel zorg GGZ
GGZ
Zorgbelang 9
Gerealiseerde doelen
Curatieve zorgverlening
Versterking van de positie van de patiënt, en medezeggenschap Prestatiecriteria op diverse terreinen, beeldtaalbrochure VG, WMO-ooohh ? Vertrouwenspersonen laagdrempelig beschikbaar, stimulans cliëntenparticipatie in ondersteuning/ advisering instellingen, Stem van jongeren onder aandacht gebracht bij leden provinciale staten. Cursus ontwikkelt voor mantelzorgers die aan cliëntenparticipatie in gemeenten willen doen. Contacten gelegd met mantelzorgers die zelf inbreng gaan leveren aan positie mantelzorgers. Concrete aanbevelingen arbeidsparticipatie.
Belangenbehartiging (WMO) Wonen/welzijn/zorg Jeugdzorg
Mantel zorg
GGZ
54
Gerealiseerde doelen Aanbevelingen geformuleerd n.a.v. kwaliteitsonderzoeken onder gezondheidscentra en apotheken cliëntenraden opgericht. Voor panelgesprekken meer inzicht in ziekenhuiszorg vanuit cliëntenperspectief. Actieve deelname van de brede achterban in o.a. Wmo werkgroepen heeft ‘hits’ opgeleverd. Kwetsbare groepen (zoals GGz cliënten) worden bereikt Achterban is beleidsinhoudelijk ondersteund bij deelname aan stadsdeelgroepen die zich richten op wonen welzijn zorg en de 1-loketfunctie er is een Wmo handleiding vanuit cliëntenperspectief geschreven over de inrichting van de Wmo loketten. N.v.t. Voorwaarden (coördinatie, werkgevertaken) gerealiseerd t.b.v. ondersteuningsstuctuur (platform mantelzorg) intensieve samenwerking met het platform. Middels opdracht inzicht verkregen en kadervorming ontwikkeld t.b.v allochtone mantelzorgers. Een ‘sterke’ (breed samengestelde en representatieve) GGZ vertegenwoordiging neemt deel aan vele, diverse activiteiten zoals Wmo, wonen welzijn zorg.
55
Zorgbelang 10
Gerealiseerde doelen
Zorgbelang 12
Gerealiseerde doelen
Curatieve zorgverlening
Aandacht en verbetering van pijnbestrijding. Chemotherapie thuis. Bundeling van lokale zorgvragers. Verspreiden van kennis. Betrekken van kwetsbare groepen. Invloed op zorginkoop vergroot Geen Geen Geen
Curatieve zorgverlening
Kwaliteitsverbetering d.m.v. verschillende projecten (wachttijden,focusgroepen etc). Samen met cliëntenraden kwaliteitscriteria bepalen, invloed op zorginkoop ontwikkelen, ketenzorg bevorderen Bevorderen en toerusten van Wmo-cliëntenparticipatie, kennisontwikkeling hierover voor gemeenten, bijdragen aan onafhankelijke Wmoloketten, alert reageren op aanbesteding etc. Project woonvormen voor ouderen. Handreiking belangenbehartiging Wmo voor ouderen. Project Van monoloog naar dialoog om vraagsturing in de instellingen aan te jagen. Klachtondersteuning vertrouwenspersoon. Meldactie in de week van de Jeugdzorg met statenleden. Projectplan ontwikkelen voor cliëntenparticipatie Jeugdzorg. Project ‘mantelzorgondersteuning na diagnosestelling in het ziekenhuis’: ontwikkeling mantelzorgketen. Oprichting en ondersteuning St. Belangenbehartiging Mantelzorg. Meewerken aan project crisiskaart. Meewerken aan project ‘Aandacht gevraagd’ voor onverzekerde GGz-clienten. Contacten met GGz-cliëntenplatform. GGZ in de Wmo.
Belangenbehartiging (WMO) Wonen/welzijn/zorg Jeugdzorg Mantel zorg GGZ
Belangenbehartiging (WMO)
Wonen/welzijn/zorg Zorgbelang 11
Gerealiseerde doelen
Curatieve zorgverlening Belangenbehartiging (WMO) Wonen/welzijn/zorg Jeugdzorg Mantel zorg GGZ
Beleidskaders en ingang gekregen. Alle 18 gemeenten bereikt en info aan achterban. Woonkaart, symposia en zorgverzekeraarsoverleg. Contact opgestart. Contact geïntensiveerd, projectoverleg. Beleidsoverleg opgestart, producten samengesteld en voorlichting gegeven.
Jeugdzorg
Mantel zorg
GGZ
Zorgbelang 13
Gerealiseerde doelen
Curatieve zorgverlening
Verbetering van dienstverlening huisartsenzorg. Advisering op beleid raad v bestuur ziekenhuizen Activiteiten rond ontwikkeling geformaliseerde medezeggenschap. Enquete en vervolgens rapport over keuzevrijheid in de zorg. Spreekbuis voor cliënten van jeugdzorg. Belangen behartigd op individueel niveau door cvp. Knelpunten benoemd en oplossingsrichting. Informatieactie gehouden met ansichtkaartenserie. kwaliteitstoetsing - debat over openhouden dagopvang
Belangenbehartiging (WMO) Wonen/welzijn/zorg Jeugdzorg Mantel zorg GGZ
56
57
Zorgbelang 14
Gerealiseerde doelen
Zorgbelang 15
Gerealiseerde doelen
Curatieve zorgverlening
Verbeteringen in de keten. Grotere patiëntveiligheid in ziekenhuizen. Sterke Wmo-raden in alle gemeenten. Meer inspraak voor cliënten. Meer kwaliteit in instellingen. N.v.t. Doet een collega organisatie Verbeteringen in de samenwerking tussen instellingen.
Curatieve zorgverlening
Samenwerking verzekeraars: inkoopteam, huisartsen, apotheken, fysio. Prestatiecriteria acute medische zorg en ziekenhuizen zijn opgenomen in inkoopeisen. Betrokkenheid herinrichting ondersteuningsstructuur eerste lijn. Panels bij apotheken uitgevoerd, betrokkenheid continuïteit en modernisering huisartsenzorg Contacten met gemeenten i.h.k. van WMO, Workmate voor een sterke burger ingezet, samenwerking programma’s WMO, voorlichtingsbijeenkomsten over WMO voor elke gemeente en belangenorganisaties, inventarisatie stand van zaken participatie van belangenorganisaties in gemeenten,advies en ondersteuning bij instellen van participatieraden, middelen verkregen om te zorgen dat participatie gestalte krijgt. Regelmatig overleg met CIZ op directieniveau, betrokken bij zorginkoop AWBZ Zorgkantoor, samenwerking met LOC, Keuzeondersteunende informatie over verpleeg- en verzorgingshuizen (www.Kies met Zorg), Participatie Werkplaats Jeugd staat in de steigers, wordt gefacilteerd door de provincie, Film/video ‘Ziek’ gemaakt, evaluatie via monitor, jeugdigen betrokken, aantal goede bijeenkomsten met jeugd, ouders, instellingen, provincie gerealiseerd. Samenwerking met belangenbehartiging Mantelzorg Regionaal Service Centrum: een tiental consumenten projecten. Veertig vrijwilligers werken aan deze projecten. Kwartiermakersfestival voor de vierde keer georganiseerd in diverse gemeenten in Midden-Brabant
Belangenbehartiging (WMO) Wonen/welzijn/zorg Jeugdzorg Mantel zorg GGZ
Belangenbehartiging (WMO)
Wonen/welzijn/zorg
Jeugdzorg
Mantel zorg GGZ
58
59
Bijlage 2 – Good practices Zorgbelang 17
Gerealiseerde doelen
Zorgbelang 1
Voorbeeld 1
Curatieve zorgverlening
Visiedocument ziekenhuiszorg. Convenanten, samenwerkingsafspraken met ziekenhuizen. Visie eerstelijnszorg. Ondersteuning cliëntenraden. Oprichting van adviesraden in de gemeenten en deskundigheidsbevordering lokale belangenbehartigers. Ondersteuning van de cliëntenraden verpleging en verzorging bij diverse projecten en activiteiten. Vertrouwenspersonen jeugdzorg hebben 126 klachten ondersteund en 101 vragen beantwoord. Beleidsmedewerker collectieve belangenbehartiging is aangesteld, eerste stappen op weg naar ophalen van signalen zijn gezet. Het platform mantelzorg is ondersteund en diverse projecten zijn uitgevoerd. Kwaliteitstoetsing, 64 thema-avonden verzorgd. 7 informatiebijeenkomsten aan gemeenten gegeven. Ondersteuning bij diverse projecten en activiteiten van het GGz cliëntenplatform
Soort activiteit Op wie gericht
Cliëntenpanel Cliënten/patiënten in de zorg, zorgverleners, zorgaanbieders Verbeteren van de zorg Cliëntenpanel Actief Er zijn een aantal rapportages uitgebracht waarin de ondervindingen van het panel worden verteld. Deze worden verspreid onder de achterban, zorgverleners en zorgaanbieders, om zo tot een verbetering van de zorg te komen.
Belangenbehartiging (WMO)
Wonen/welzijn/zorg Jeugdzorg
Mantel zorg GGZ
Zorgbelang 18
Gerealiseerde doelen
Curatieve zorgverlening
Organiseren van cliëntenpanels voor huisartsenzorg. Meegewerkt aan project Sneller Beter. Ondersteunen van wmo-adviesraden d.m.v. scholing, dienstverlening. Wmo wisseltrofee: aanmoedigingsprijs voor gemeenten voor beste wmo-beleid. Project Informed Consent, checklist cliënten beïnvloeden bouwproces. Belangbehartiging bij zorgkantoor, CIZ, zorgaanbieders. Als doelgroep erkenning bij gemeenten t.a.v. WMO. Mantelzorghotel: onderzoeken van mogelijkheden t.b.v. respijtzorg. Samenwerking met diverse GGZ belangenbehartigers.
Belangenbehartiging (WMO)
Wonen/welzijn/zorg
Jeugdzorg Mantel zorg GGZ
60
Doel Samenwerking met Status van activiteit Resultaat
Zorgbelang 1
Voorbeeld 2
Soort activiteit Op wie gericht Doel Samenwerking met Status van activiteit Resultaat
Cliëntervaringen in de kwaliteitscyclus Agis en patiënten/consumenten van zorg Door een inventarisatie van ervaringen van de klant de zorg te verbeteren Agis Actief Er is onderzoek gedaan naar de ervaringen van de klant van Agis, die ondersteund worden door Zorgbelang. Op die manier wordt het aanbod van Agis beter op de vraag van de consument aangepast.
Zorgbelang 1
Voorbeeld 3
Soort activiteit Op wie gericht Doel
Afdeling informatie en klachten gezondheidszorg Individuele zorgvragers Verstrekken van informatie/ondersteuning aan zorgvragers Andere zorgbelangen, juridisch adviseur Actief Individuele zorgvragers kunnen met vragen en klachten terecht bij de afdeling. In 2006 zijn er 1212 mensen geholpen.
Samenwerking met Status van activiteit Resultaat
61
Zorgbelang 2
Voorbeeld 1
Zorgbelang 3
Voorbeeld 2
Soort activiteit Op wie gericht Doel
Diabetes dbc in parkstad Mensen met diabetes In de thuis situatie door de huisartsen gecoördineerd integraal zorgaanbod Ziekenhuis, eerste lijn, Robuust Loopt zeer goed Alle diabetici in kaart gebracht, 17.000, ketenzorg effectief aangeboden.
Soort activiteit
Toetsingslijsten Scheiden Wonen en zorg ontwikkeld voor 2 gemeenten. Primair ouderen, evt. andere AWBZ zorggebruikers Zelfscore instrument, waarmee mensen zelf inzicht krijgen in wat voor hen van belang is en in welke mate de voorzieningen aanwezig zijn. LOC Afgerond Handig instrument; wordt gebruikt door cliënten, maar ook grote zorginstelling verwerkt de eisen/ wensen in woonzorgzone concept.
Samenwerking met Status van activiteit Resultaat
Zorgbelang 2
Voorbeeld 2
Soort activiteit Op wie gericht Doel
Informatie Alle inwoners van Limburg Onafhankelijke klanteninformatie over de zorg en gezondheid Zelfstandig, wel aannemers In 2007 gerealiseerd 4x maal per jaar 500.000 exemplaren bij alle inwoners thuis
Samenwerking met Status van activiteit Resultaat
Zorgbelang 3
Voorbeeld 1
Soort activiteit
Evaluatieonderzoek Gezondheidszorgbeleid in een gemeente Gebruikers huisartsen-/ tandartsen-/ poliklinische-/ klinische zorg Verbeteren van zorg en evaluatie van beleid Gemeente, stuurgroep lokale zorginstellingen en
Op wie gericht Doel Samenwerking met zorg-verzekeraar Status van activiteit Resultaat
62
Op wie gericht Doel
Samenwerking met Status van activiteit Resultaat
Zorgbelang 3
Voorbeeld 3
Soort activiteit
Individuele belangenbehartiging voor patiënten na verlies van specialisme in regionaal ziekenhuis. Patiënten Eenduidige informatie over urgentie, verwijzing, dossierbehandeling en spoedige afhandeling zorg Samenwerking met IJsselmeerziekenhuis, Inspectie, Flevoziekenhuis, zorgverzekeraar Groene Land Achmea Afgewikkeld Zonder al te veel commotie geslaagd in die zin dat patiëntenzorg voortgang kon vinden zonder veel hindernissen.
Op wie gericht Doel
Status van activiteit Resultaat
Afgerond Adviezen aan huisartsengroep, tandartsen en ziekenhuis, worden geïmplementeerd (veel laaghangend fruit) adviezen aan de gemeente worden verwerkt in de beleidsnota 2007 - 2011
63
Zorgbelang 4 Soort activiteit
Op wie gericht
Doel
Samenwerking met Status van activiteit Resultaat
64
Voorbeeld 1 Dit voorbeeld laat zien hoe een individuele klacht, mits goed ondersteund, al veel structurele tekorten in de zorg boven tafel kan brengen en verbeteringen kan bewerkstelligen. Cliënt dient klacht in na overlijden van echtgenoot (parkisonpatiënt, vrouw was zijn woordvoeder, zij had man voor zijn opname belooft dat zij zijn belangen goed zou behartigen. Cl. heeft ook ernstige klachten over de verzorging: het ontstaan van decubitus, het laten slingeren van de zorgkaart met privacygevoelige gegevens, sterke vermagering en te laat aanbieden van de juiste voeding en bijvoeding bijvoorbeeld de week voor zijn overlijden krijgt hij vast voedsel, na al drie versliklongontstekingen te hebben gehad. Cliënt is getuige van een ernstige verslikking, waarin de verzorgende niet weet wat te doen, er is geen directe medische hulp beschikbaar, man dreigt te stikken. Hierna verslechterd zijn gezondheid waarna hij na enkele dagen overlijdt zonder op tijd afscheid te hebben kunnen nemen van zijn kinderen. Afgehandeld Cliënt heeft het gevoel dat man langer had kunnen leven als er deskundig en professioneel was gehandeld. Is zo verschrikkelijk boos dat zij een officiële klacht wil indienen. Dit resulteert in twee klachtbrieven. In het verweerschrift van de aangeklaagden worden al fouten toegegeven en excuses aangeboden, op onderdelen zijn al interne maatregelen genomen. Tijdens de hoorzittingen bleek opnieuw dat er protocollen ontbraken of onduidelijk waren. Vastgesteld werd dat veel gebeurtenissen te herleiden waren tot gebrekkig communiceren zowel tussen verzorgend personeel en arts als naar cliënt. Op de meeste onderdelen is de klacht gegrond verklaard. Het IKG heeft cliënt tijdens het hele klachttraject ondersteuning (opvang, informatie en opstellen van de twee klachtbrieven) en begeleiding(naar hoorzittingen)geboden. Cliënt heeft na de uitspraak afstand kunnen nemen van deze nare periode.
Zorgbelang 4
Voorbeeld 2
Soort activiteit Op wie gericht
Crisiskaart Mensen met een psychische beperking die wel eens een psychische crisis hebben meegemaakt. De autonomie, zelfbeschikking van mensen met een psychische beperking vergroten. Crisissituaties voorkomen, doordat mensen meer inzicht krijgen in hun psychische crisissituatie GGZ Delfland (behandelcircuits en crisisdienst), huisartsen, landelijke werkgroep crisiskaart LPR In uitvoering, bezig met inbedding, structurele financiering door zorgverzekeraars Goede samenwerkingsafspraken voor effectiviteit crisiskaart, samenwerkingsovereenkomst GGZ Delfland, 10 crisiskaarten en 26 aanvragen crisiskaart, één soort crisiskaart voor de regio Delft Westland Oostland.
Doel
Samenwerking met Status van activiteit Resultaat
Zorgbelang 4
Voorbeeld 3
Soort activiteit Op wie gericht Doel ring in de Wmo Samenwerking met Status van activiteit Resultaat
Vergelijking regionale gemeenten m.b.t. Wmo Gemeenten en gemeentelijke participatieraden Stimuleren van cliëntenparticipatie en vraagstu-
65
Gemeentelijke participatieraden Eerste vergelijking uitgevoerd Uitgebreide (landelijke) aandacht voor resultaten en werkwijze; bevordering goed praktijkvoorbeelden.
Zorgbelang 5
Voorbeeld 1
Zorgbelang 7
Voorbeeld 1
Soort activiteit Op wie gericht Doel
Voorlichting bevolkingsonderzoek borstkanker Allochtone vrouwen Allochtone vrouwen motiveren om mee te het bevolkingsonderzoek GGD Wordt nu uitgevoerd Nog onbekend
Soort activiteit
Methodiek outreachend werken als samenhangende activiteit (diversiteit en interculturalisatie zijn uitgangspunt en rode draad) Op alle moeilijk bereikbare doelgroepen Participatie vergroten van deze doelgroepen Organisaties van deze doelgroepen en/of sleutelpersonen, collega organisaties Methodiek die door alle APCP secties en medewerkers gehanteerd wordt. Groter bereik en participatie van de achterban; erkenning van en samenwerking met zorgverzekeraars, zorgaanbieders, collega organisaties.
Samenwerking met Status van activiteit Resultaat
Op wie gericht Doel Samenwerking met Status van activiteit
Zorgbelang 5 Soort activiteit Op wie gericht Doel Samenwerking met Status van activiteit Resultaat
Voorbeeld 2 Mentorschap MEE en zorginstellingen in de regio convenant mentorschap ondertekenen MEE en een paar zorginstellingen Wordt nu uitgevoerd Wanneer het convenant eenmaal is ondertekend, gaat het eigenlijke project pas van start, namelijk het werven en trainen van mentoren
Resultaat
Zorgbelang 7
Voorbeeld 2
Soort activiteit
Ontwikkelen participatie model in stadsdeel Bos en Lommer (Amsterdam) Allochtone mantelzorgers Inventarisatie behoeften en knelpunten; kaderontwikkeling Allochtone organisatie, mantelzorgorganisaties, sleutelpersonen Onderzoek (-smethodiek) vanuit cliënten- en allochtonenperspectief Kadervorming, netwerkontwikkeling, inzicht in knelpunten; bijdrage aan beleid van het stadsdeel (ook in het licht van de Wmo)
Op wie gericht Doel
Zorgbelang 6
Voorbeeld 1
Soort activiteit Op wie gericht Doel
Samenwerking met
Status van activiteit Resultaat
Project Ruim Baan voor ongekend talent Arbeidsgehandicapten Beeldvorming werkgevers beïnvloeden om kansen van mensen met een lichamelijke beperking. Fondsen, provincies, gemeenten, CWI, UWV, bedrijven. Project Loopt nog
Zorgbelang 6
Voorbeeld 2
Zorgbelang 8
Voorbeeld 1
Soort activiteit Op wie gericht Doel Samenwerking met Status van activiteit Resultaat
Toetsen bewegwijzering ziekenhuis Ziekenhuis in Emmen Verbeteren bewegwijzering Achterban en ziekenhuis Project Verbeteringen gerealiseerd
Soort activiteit
Regionale bijeenkomst belangenbehartiging Twello Alle belangenbehartigers die te maken hebben met de WMO
Samenwerking met
66
Status van activiteit Resultaat
Op wie gericht Doel Samenwerking met Status van activiteit Resultaat
67
LOC/SBOG Afgerond
Zorgbelang 8
Voorbeeld 2
Zorgbelang 10
Voorbeeld 1
Soort activiteit Op wie gericht Doel Samenwerking met Status van activiteit Resultaat
VG café Mensen met een lichte verstandelijke beperking Beleidsbeïnvloeding gemeenten
Soort activiteit Op wie gericht
Project: Van monoloog naar dialoog Bewoners,zorgverleners en management Friese verzorgingshuizen Bevorderen van bewustwording vraagsturing en vraaggerichtheid bij alle betrokkenen Zorgschap Friesland (koepel V&V instellingen in Friesland) In uitvoering Nulmeting vraagsturing, theatermonologen op basis van de uitkomsten. Programma met bewoners,zorgverleners en management om de dialoog te starten over vraagsturing. Vindt plaats in 20 verzorgings- en verpleeghuizen.
Doel Aanbevelingen gemeenten rondom vrije tijdsbesteding
Samenwerking met Status van activiteit Resultaat
Zorgbelang 8
Voorbeeld 3
Soort activiteit
Beeldtaalverklaring mensen met verstandelijke beperking VG, gemeenten, belangenbehartigers Beleidsbeïnvloeding
Op wie gericht Doel Samenwerking met Status van activiteit Resultaat
Concrete aanbevelingen voor gemeentelijk beleid in beeldtaalbrochure
Zorgbelang 9
Voorbeeld 1
Soort activiteit Op wie gericht Doel Samenwerking met Status van activiteit Resultaat
Memopas Dementerende thuiswonende Eenvoudige oplossing weg naar huis vinden Software leveranciers + hulpmiddelen Gereed Op de markt gezet
Zorgbelang 9 Soort activiteit Op wie gericht Doel Samenwerking met Status van activiteit Resultaat
68
Zorgbelang 10 Soort activiteit Op wie gericht Doel
Samenwerking met Status van activiteit Resultaat
Voorbeeld 2 Project: Sterrensysteem Wmo-loketten Wmo-adviesraden en gemeenten Ontwikkeling basis- en keuzenormen voor gebruik bij inspraak over Wmo-loketten en kwaliteitstoetsing Wmo-loketten. Inzetten van mysteryclients om de keuzenormen te toetsen en het vaststellen van het aantal sterren. Publicatie van de sterren en verbeterpunten per gemeente. Stichting Foar Elkoar Basis en keuzenormen zijn vastgesteld en kunnen gebruikt worden bij inspraak op Wmo-beleid. Onafhankelijke Wmo-loketten van goede kwaliteit vanuit cliëntenperspectief.
Zorgbelang 11
Voorbeeld 1
Soort activiteit Op wie gericht Doel
Spoedkaart Zeeuwse burgers Info waar patiënten naar toe kunnen bij gezondheidsproblemen. CZ/OZ Afgerond Spoedkaart verdeeld door heel zeeland
Voorbeeld 2 Crisiskaart- protocol GGZ info aan hulpverleners GGZ instellingen Gereed promotie is nu gestart
Samenwerking met Status van activiteit Resultaat
69
Zorgbelang 11
Voorbeeld 2
Zorgbelang 13
Voorbeeld 1
Soort activiteit Op wie gericht Doel Samenwerking met Status van activiteit Resultaat
Eindjes aan elkaar Zeeuwse burgers met kleine beurs Inzicht geven waar men recht op heeft Splinter Afgerond Brochure
Soort activiteit Op wie gericht
Participatiewerkplaats Jeugd Jeugdigen en ouders van alle cliëntgroepen in de Jeugdzorg (Jeugdhulpverlening,GGZ-jeugd en LVG-Jeugd) Participatie en sterke positie van cliënten in de Jeugdzorg, beleidsbeïnvloeding. Jeugdigen, Cliëntenraad/Jongerenraad, ouders, instellingen, scholen, gemeenten, provincie. In vier regio’s in Midden-Brabant opgericht en actief. Jongerenpanel, ervaringen zijn vastgelegd op dvd ‘Ziek’De film is ook landelijk gepresenteerd bij de dag van de Raad voor de Kinderbescherming op 12 oktober.
Doel Samenwerking met Status van activiteit
Zorgbelang 11
Voorbeeld 3
Soort activiteit Op wie gericht Doel Samenwerking met Status van activiteit Resultaat
Kwaliteitstoetsing HAP Gebruikers HAP Cliëntervaringen verzamelen Hap Afgerond Rapport is gebruikt om kwalitatieve verbeteringen door te voeren.
Zorgbelang 13
Voorbeeld 2
Zorgbelang 12
Voorbeeld 1
Soort activiteit Op wie gericht Doel
Kwartiermakersfestival Buitenwereld Begrip kweken voor (ex) cliënten in de psychiatrie, kwetsbare groepen
Soort activiteit Op wie gericht Doel Samenwerking met Status van activiteit Resultaat
Meebeslissen in zorgbeleid Ziekenhuizen Patiëntveiligheid Curatieve instellingen Structureel Voortdurende invloed op patiëntveiligheid
Resultaat
Samenwerking met Status van activiteit Resultaat
Zorgbelang 14
Voorbeeld 1
Soort activiteit Op wie gericht Doel
Cursus ervaringsdeskundigheid Mensen uit de achterban van onze organisatie Uitbreiding van ervaringsdeskundige mensen uit de achterban die toegerust zijn om werkzaamheden te verrichten op diverse terreinen waarin Zorgbelang, koepels en haar achterban ervaringsdeskundigen inschakelt Hanze Hoge school lopend project 2 cursussen gegeven
Samenwerking met Status van activiteit Resultaat
70
71
Zorgbelang 14
Voorbeeld 2
Zorgbelang 15
Voorbeeld 1
Soort activiteit
Kwaliteitsverbetering, verbetering bereikbaarheid/toegankelijkheid Cliënten huisartsen Het aanbieden van spreekuren buiten kantoortijden in huisartspraktijken tot een volstrekt normaal onderdeel van de praktijkvoering te maken. District huisartsenvereniging, Menzis, Lopend project Negen praktijken doen mee in deze proef
Soort activiteit Op wie gericht Doel Samenwerking met Status van activiteit Resultaat
Diabetes voorlichting Allochtonen Voorlichting over diabetes Zorgverzekeraars, zelforganisaties Door succes, wordt steeds uitgevoerd Succesvol, wordt nog steeds uitgevoerd
Op wie gericht Doel
Samenwerking met Status van activiteit Resultaat
Zorgbelang 15
Zorgbelang 14
Voorbeeld 3
Soort activiteit Op wie gericht Doel
Meldactie zorgverzekering Verzekerden Verbetering dienstverlening en kwaliteit verzekeraar Menzis en andere Zorgbelangorganisaties (Twente en Overijssel) Afgesloten Naar aanleiding van de aanbeveling vanuit meldacties dat Menzis moet voorzien in een ombudsfunctie is een bijdrage geleverd aan visieontwikkeling rondom het instellen van deze ombudsfunctie. Ook aan de implementatie van deze functie zal Zorgbelang een bijdrage leveren.
Samenwerking met Status van activiteit Resultaat
72
Voorbeeld 2
Soort activiteit Op wie gericht Doel Samenwerking met Status van activiteit Resultaat
CZ inkoop team adviseren inkoopteam van CZ zorgverzekeraar zorginkoop beter afstemmen behoefte patiënten zorgverzekeraars, andere Zorgbelang organisaties Loopt Loopt
Zorgbelang 15
Voorbeeld 3
Soort activiteit Op wie gericht Doel Samenwerking met Status van activiteit Resultaat
Goede voorzieningen, gelijke kansen Gemeenten Cliëntenperspectief in wmobeleid waarborgen Alle belangenbehartigers in de regio Rijnmond Succesvol afgerond Concrete richtlijnen op de kaart bij gemeenten
73
Zorgbelang Nederland Zorgbelang Nederland is de brancheorganisatie van de 13 regionale Zorgbelangorganisaties die elk actief zijn in hun eigen regio. Zij werken aan optimale zorg- en welzijnsvoorzieningen. Ze laten de stem van burgers in de regio horen. Zorgbelang Nederland zorgt dat haar leden optimaal invulling kunnen geven aan hun belangenbehartiging en dienstverle-ning, stimuleert innovatie en bevordert de samenwerking en samenhang. Daarnaast onder-steunt Zorgbelang Nederland haar leden door belangenbehartiging richting bijvoorbeeld het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), koepels van zorgaanbieders, verzekeraars en patiënten- en consumentenorganisaties op landelijk niveau. Zorgbelang Nederland Postbus 2250 3500 GG Utrecht Telefoon 030 299 19 70 Fax 030 293 71 93 E-mail
[email protected] www.zorgbelang-nederland.nl
74
75
Colofon Deze publikatie is tot stand gekomen met steun van het Fonds PGO
Het Fonds PGO is een zelfstandig bestuursorgaan. In opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport levert het fonds een bijdrage aan de emancipatie van consumenten van zorg en maatschappelijke ondersteuning. Daartoe worden subsidies gegeven aan landelijke belangenorganisaties van patiënten, gehandicapten en ouderen. Jaarlijks doen circa 200 organisaties een beroep op het Fonds PGO. Het budget bedraagt circa 40 miljoen euro. Voor meer informatie: www.fondspgo.nl Stichting Fonds PGO Postbus 5318 2000 GH Haarlem Telefoon 023 512 01 20 Fax 023 512 01 23 E-mail:
[email protected] Uitgave (mede namens CSO en CG-Raad) Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie Postbus 1539 3500 BM Utrecht Telefoon 030 297 03 30 Fax 030 297 06 06 E-mail
[email protected] www.npcf Bestelnummer 50 B ISBN 978-90-71401-83-1 Vormgeving ka ontwerpers Grafieken Rob van Hoesel Druk Avant GPC Auteur Prismant Helen Kamphuis
76
77
Verwey-Jonker Instituut Het Verwey-Jonker Instituut is een onafhankelijke, landelijk werkende instelling te Utrecht en speelt een toonaangevende rol met onderzoek, advies en innovatie op sociaal-maatschappelijk terrein. Het Verwey-Jonker Instituut doet zowel adviserend als evaluatief onderzoek en heeft daarbij oog voor dilemma’s in beleid en uitvoering. Onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut geeft bruikbare en wetenschappelijk onderbouwde antwoorden op sociaal-maatschappelijke vragen. Met het onderzoek wil het instituut bijdragen aan de participatie van burgers en het vinden van duurzame oplossingen voor actuele kwesties. Prismant Prismant is dé zakelijke dienstverlener voor de Nederlandse gezondheidszorg. Prismant beschouwt het als haar opdracht om haar klanten te ondersteunen bij het formuleren, implementeren en evalueren van hun beleid, gericht op verbetering van doeltreffendheid, doelmatigheid en kwaliteit van de zorg. Vanuit haar betrokkenheid bij de Nederlandse gezondheidszorg wil Prismant toonaangevend zijn in de markt, betrouwbaar zijn als partner en excelleren op het gebied van advies, onderzoek, informatievoorziening
78
NPCF Postbus 1539 3500 BM Utrecht Tel. 030 297 03 03 Fax 030 297 06 06
[email protected] www.npcf.nl