Kleine Muziekpodia in Beeld Cijfers en kengetallen 2007
Inhoud Kleine Muziekpodia in Beeld Samenvatting .............................................................................................................................4 1
De kleine podia..............................................................................................................5
2
Regionale spreiding ......................................................................................................6
3
De concerten .................................................................................................................7
4
Het bezoek ....................................................................................................................8
5
Financiën.......................................................................................................................9
5.1
Inkomsten......................................................................................................................9
5.2
Uitgaven ......................................................................................................................10
6
De mensen achter de podia ........................................................................................11
7
Vergelijking uitkomsten BeAM met poppodia, theaters, schouwburgen en concertzalen ..................................................................................12
7.1
De poppodia ................................................................................................................12
7.2
De theaters, schouwburgen en concertzalen..............................................................12
8
Wat is BeAM? Wat is benchmarken?..........................................................................13
9
De methode.................................................................................................................13
10
Wie is Muziek Centrum Nederland..............................................................................14
© Muziek Centrum Nederland 2009
3
Samenvatting Het circuit voor kleinschalige podia in Nederland is allesbehalve klein: ongeveer 360 organisaties organiseerden in 2007 meer dan 8000 concerten waar bijna 800.000 bezoekers op afkwamen. Ten opzichte van 2006 steeg het aantal concerten met ongeveer 10% en het aantal bezoekers met ongeveer 15%. De leeftijdsopbouw van het publiek is ongeveer gelijk gebleven. De totale inkomsten en uitgaven bleven nagenoeg gelijk; er gaat in de sector ongeveer €28 miljoen om. Nog enkele interessante resultaten: • Klassieke podia, en in iets mindere mate de jazzpodia, maken veel gebruik van vrijwilligers. • Jazzpodia en podia voor hedendaagse muziek hebben lagere entreeprijzen dan podia voor klassieke muziek. • Jazzpodia organiseren meer gratis toegankelijke concerten dan andere podia. • Klassieke podia verdienen relatief veel aan recette, jazzpodia relatief veel aan horeca.
© Muziek Centrum Nederland 2009
4
1 De kleine podia Er waren in Nederland in 2007 ongeveer 360 kleine podiumorganisaties die klassieke muziek, jazz, wereldmuziek, hedendaagse muziek of een mengvorm hiervan programmeren (poppodia zijn dus niet meegenomen). Dit gaat om organisaties die concertreeksen organiseren, maar ook om festivalorganisaties, of organisaties die beide doen (vanaf nu kortweg: podia). De grootte van deze podia, gemeten naar het aantal concerten dat zij per jaar organiseren, varieert sterk, van minder dan 5 tot meer dan 100 concerten per jaar. Slechts 17% van deze podia beschikt over een eigen zaal. 77% huurt concertlocaties van derden voor hun concerten (bijv. kerken, kasteeltjes etc.), terwijl 6% van de podia concerten in de open lucht organiseert. Verreweg de meeste podia hebben als programmeringsprofiel klassiek/romantisch of oude muziek (vanaf nu: klassiek) of beschouwen hun eigen profiel als gemengd. NB: het programmeringsprofiel is een globale inhoudelijke typering van een podium; een podium met als programmeringsprofiel Jazz zal overwegend jazzconcerten programmeren, maar kan ook concerten uit een ander genre programmeren.
Figuur 1 Programmeringsprofielen van de kleine muziekpodia incl. festivals
Gemengd 113 (31%)
Klassiek 195 (53%) Wereldmuziek 3 (1%) Jazz 36 (10%) Hedendaags 17 (5%)
© Muziek Centrum Nederland 2009
5
2 Regionale spreiding De meeste concerten worden in het westen van het land gegeven en ook de meeste concertbezoeken zijn in het westen. In het westen zijn er gemiddeld beduidend meer concerten en concertbezoeken per inwoner dan elders in het land.
Figuur 2 Spreiding concertbezoek kleine podia per regio
Concerten/voorstellingen
Totaal bezoekers
Noord (Gr, Fr, Dr)
359
52.000
Verdeling bevolking over land 0,10
Oost (Ov, Fl, Gld)
560
89.500
0,19
West (Ut, NH, ZH, Zl)
5.622
520.800
0,47
Zuid (NB, Lb)
1.517
129.700
0,24
Totaal
8.058
792.000
1
© Muziek Centrum Nederland 2009
6
3 De concerten In 2007 werden op de kleine podia ongeveer 8000 concerten gegeven, t.o.v. 7200 in 2006. Onderstaande figuur laat zien welk genres er op de podia worden geprogrammeerd. Dat zijn niet per se concerten die beantwoorden aan het programmeringsprofiel van deze podia. Zo worden er ook kleine aantallen pop/rockconcerten, allerlei soorten muziektheater en dans, maar ook voorstellingen zonder muziek geprogrammeerd (“Overige” in figuur 3). De meeste concerten waren kamermuziek- of jazzconcerten. Kamermuziek omvat in dit geval klassieke, oude en hedendaagse muziek. Beide genres komen op de Nederlandse kleine kamermuziek- en jazzpodia in ongeveer gelijke mate voor, zo blijkt uit figuur 3. Figuur 3 Concerten en bezoekers per genre Totaal aantal bezoekers
Aantal concerten / voorstellingen
116.900
1.178
396.300
31.100
442 3.321
219.800 3.022 94
28.000
Aantal bezoekers per concert / voorstelling 99
Kamermuziek
119
Symfonisch / orkesten Jazz Wereldmuziek
70
Overige
72
297
© Muziek Centrum Nederland 2009
7
De gemiddelde toegangsprijs was in 2007, net als in 2006, €13. Overigens zijn concerten op podia voor jazz en hedendaagse muziek gemiddeld het goedkoopst (ong. €9,50) en concerten op podia voor klassieke en oude muziek het duurst (ong. €15). Er zijn nog enkele interessante resultaten: • • •
Op jazzpodia is 33% van de concerten gratis toegankelijk, bij de overige podia is dat gemiddeld 6%. Ongeveer 7% van de concerten op alle podia worden verzorgd door amateurmusici. Deze concerten worden over het algemeen zeer goed bezocht. Slechts enkele podia organiseren met regelmaat educatieve voorstellingen; de meerderheid (70%) van de podia organiseert geen educatieve voorstellingen.
4 Het bezoek De kleine podia trokken in 2007 ongeveer 790.000 bezoekers, een jaar eerder waren dat er nog 690.000. Verreweg de meeste bezoekers gingen naar klassieke of jazzmuziek (zie figuur 3). De figuur hieronder laat zien dat de leeftijdsopbouw van het publiek ongeveer gelijk is gebleven. Figuur 4 Verdeling leeftijdsgroepen – 2007 vgl. 2006 100%
80%
Ouder dan 60 jaar 31%
29%
40 tot 60 jaar 30 tot 40 jaar 20 tot 30 jaar
60%
Jeugd (tot 20 jaar) 36%
40%
17%
16%
10%
10%
7%
5%
2007
2006
40%
20%
0%
De leeftijdsverdeling van het bezoek verschilt wel per soort podium. Opvallende resultaten zijn: 1. Het publiek van klassieke en van hedendaagse podia bestaat vooral uit bezoekers boven de 40 jaar. 2. De leeftijd van het publiek van jazzpodia is zeer gelijkmatig verdeeld tussen 20 en 60 jaar. 3. Wereldmuziekpodia trekken relatief veel mensen tussen de 20 en 40 jaar oud: ongeveer 70% van hun totale publiek. Een relatief jong publiek dus. Belangrijk: de cijfers over leeftijd zijn op basis van een schatting van de podia zelf. De uitkomsten zijn dus indicatief. © Muziek Centrum Nederland 2009
8
5
Financiën
De totale omzet van de kleine podia in 2007 bedraagt, net als in 2006, ongeveer € 28 miljoen.
5.1 Inkomsten Inkomsten uit recette, horeca en verhuur vormen samen 32% van de totale inkomsten van de podia. Per programmeringsprofiel zijn er soms duidelijke verschillen ten opzichte van dit gemiddelde. Podia met het programmeringsprofiel Klassiek genereren alleen al uit recette 38% van hun inkomsten. Podia met het programmeringsprofiel Jazz verdienen relatief veel uit horeca: 19% (t.o.v. gemiddeld 9%). Overheidssubsidies (42%) en overige subsidies (10%) vormen de belangrijkste bron van inkomsten voor de podia. Ook hier bestaan er verschillen per programmeringsprofiel: podia met het programmeringsprofiel Klassiek betrekken 36% van hun inkomsten uit subsidies. Verder dient te worden opgemerkt dat het aandeel subsidie gemiddeld toeneemt met de grootte van het podium. Van de verschillende overheden dragen de gemeenten het meest bij, te weten 32%. De provincies en de rijksoverheid dragen respectievelijk 4% en 6% bij. Alweer bestaan er verschillen per programmeringsprofiel: voor de podia met het programmeringsprofiel Jazz of Hedendaags spelen subsidies van de centrale overheid een belangrijkere rol. De podia halen gemiddeld 9% van hun inkomsten uit sponsoring. Vooral de podia met het programmeringsprofiel Klassiek blijken succesvol in het werven van sponsors. Donaties en overige inkomsten dragen tenslotte 7% bij aan het budget van de podia. Figuur 5.1 Inkomsten 2007
2006
7%
11%
10% 32%
42%
30%
10%
8%
9% 41%
Recette, omzet horeca, commerciële verhuur Sponsorinkomsten Subsidies gemeente, provincie, rijk Overige subsidies Donaties, overige inkomsten
© Muziek Centrum Nederland 2009
9
5.2 Uitgaven Met gemiddeld 45% vormen de voorstellingskosten de belangrijkste kostenpost van de podia. Deze variëren echter per programmeringsprofiel: de voorstellingskosten van podia met het programmeringsprofiel Jazz of Gemengd liggen lager dan het gemiddelde. De personeelslasten van de podia bedragen gemiddeld 28%. Echter: de kleinere podia, waaronder de podia met het programmeringsprofiel Klassiek en veel podia met het programmeringsprofiel Jazz, hebben zeer bescheiden personeelslasten, omdat zij voornamelijk of geheel door vrijwilligers worden gerund. De uitgaven aan organisatie-/kantoorkosten, huur of lease, huisvestingskosten en overige posten bedragen 19%. De publiciteitskosten vormen tenslotte 9% van de totale uitgaven. Daarbij moet worden opgemerkt dat de publiciteitskosten per concert hoger zijn voor kleinere podia dan voor grotere podia.
Figuur 5.2 Uitgaven 2007
2006
19%
21%
46%
27%
47%
24%
8%
8%
Voorstellingskosten Publiciteitskosten Personeelslasten Organisatie-/kantoorkosten, huur of lease, huisvesting, overige uitgaven
© Muziek Centrum Nederland 2009
10
6 De mensen achter de podia Het aantal mensen achter de podia nam toe. In totaal maakten de podia in 2007 gebruik van de inspanningen van ongeveer 4100 mensen, die er aan tijd ongeveer 870 fte in staken (resp. 3600 en 700 in 2006). Ongeveer 2/3 van de personele inzet komt van vrijwilligers en 1/3 van werknemers in loondienst, zo blijkt uit onderstaande figuur. Die verhoudingen waren in 2006 ongeveer gelijk. Naarmate de podia groter zijn, werken zij meer met betaalde krachten. Bij de podia met profilering Wereldmuziek en Klassiek werken de meeste vrijwilligers, respectievelijk 85% en 83%, bij de jazzpodia is dat 66%.
Figuur 6 Betaald personeel en vrijwilligers, aantallen fte per programmeringsprofiel
1.000 900 800 700 600 500 400 609
300
260
200 100 0
224 263 55 Klassiek
3 17
Hedendaags
101 51 Jazz
134 17 3
Wereldmuziek
Gemengd
Betaald personeel
© Muziek Centrum Nederland 2009
Totaal
Vrijwilligers
11
7 Vergelijking uitkomsten BeAM met poppodia, theaters, schouwburgen en concertzalen Ook de Vereniging Nederlandse Poppodia en Festivals (VNPF) en de Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties (VSCD) brengen bedrijfsgegevens van podia in kaart, d.m.v. respectievelijk het Poppodium Analyse Systeem (PAS) en het Theater Analyse Systeem (TAS). Het betreft in beide gevallen meestal grotere podia dan de podia die aan BeAM deelnemen, zoals blijkt uit de tabel hieronder. Toch – of juist daarom – vormen de resultaten uit PAS en TAS interessant vergelijkingsmateriaal.
Figuur 7 Verhouding voorstellingen en bezoekers op VSCD-, VNPF- en BeAM-podia
VSCD-podia VNPF-podia BeAM-podia
% Totaal aantal podia 28 10 62
% Totaal aantal voorstellingen 71 15 14
% Totaal aantal % Gecombineerde bezoekers omzet 79 83 16 12 5 5
7.1 De poppodia De PAS-resultaten geven een beeld van de popconcerten en dansavonden op de 56 poppodia die lid zijn van de VNPF. Er werden in 2007 ongeveer 8400 activiteiten georganiseerd, waar iets meer dan 4 miljoen bezoekers op afkwamen. Hoewel beide aantallen lager zijn dan in 2006, steeg het gemiddelde aantal bezoekers per activiteit, naar 280 bezoekers per concert en 368 bezoekers per dansavond. De omzet van de poppodia in 2007 bedroeg €80 miljoen. Kaartverkoop (31%) en baropbrengst (31%) waren samen verantwoordelijk voor het grootste deel van de inkomsten; een verdere 26% was afkomstig uit subsidie, voornamelijk van de gemeente. De poppodia genereren dus veel meer eigen inkomsten en ontvangen minder subsidie dan de BeAM-podia. Subsidies zijn relatief belangrijker voor de kleinere poppodia. Bij de BeAM-podia is dat andersom: kleine podia zijn daar voor een relatief kleiner deel van hun inkomsten aangewezen op subsidie dan grote podia. De poppodia geven relatief meer uit aan personeel (37%) dan de BeAM-podia. Voor beide geldt dat kleinere podia meer met vrijwilligers werken en minder mensen in loondienst hebben. De huisvestingskosten van de poppodia (10%) waren ongeveer gelijk aan de kosten voor huisvesting en zaalhuur van de BeAM-podia.
7.2 De theaters, schouwburgen en concertzalen Aan het TAS namen 155 schouwburgen, theaters en concertzalen deel. Deze registreerden in 2007 in totaal bijna 40.000 voorstellingen, een stijging van 8% t.o.v. 2006. Het grootste deel daarvan bestond uit voorstellingen op het gebied van toneel, cabaret en kleinkunst.
© Muziek Centrum Nederland 2009
12
Er kwamen in totaal 13,2 miljoen bezoekers, een stijging van 4% t.o.v. 2006. Deze stijging gold niet voor de concerten klassieke muziek en musical en operette, die juist een lichte daling lieten zien. Er werden ongeveer 3.700 klassieke concerten gegeven, ongeveer 5.500 concerten populaire muziek (incl. wereldmuziek) en ongeveer 3.000 voorstellingen met muziektheater (incl. opera en musical). Dit voor resp. 1,7 miljoen, 2 miljoen en 3,2 miljoen bezoekers. De omzet van deze podia was in 2007 €563 miljoen; ook dat was een lichte stijging t.o.v. 2006. Recette, bar-opbrengst en verhuur waren samen goed voor 55% van de inkomsten, terwijl het aandeel van gemeentelijke subsidie in de totale inkomsten 38% bedroeg. De VSCD-podia genereren dus meer eigen inkomsten dan de BeAM-podia, maar ontvangen ook meer gemeentelijke subsidie. Van de uitgaven wordt ongeveer 30% besteed aan programmeringskosten, beduidend minder dan bij de BeAM-podia. Nog eens zo’n 30% van de uitgaven gaat naar huisvesting, veel meer dan bij de BeAM-podia. Ook de personeelslasten bedragen circa 30%, hetgeen vergelijkbaar is met de BeAMpodia. Bronnen: VNPF: ‘VNPF in-sight poppodia 2007’, Amsterdam, 2008 VSCD: ‘Podia 2007, cijfers en kengetallen van de leden van Vereniging van Schouwburgen Concertgebouwdirecties (VSCD)’, Amsterdam, september 2008
8 Wat is BeAM? Wat is benchmarken? Elk jaar vraagt Muziek Centrum Nederland kleine podia in de klassieke- en jazzmuziek om gegevens over hun organisatie en bedrijfsvoering (concerten, bezoek, personeel, financiën). Dat gebeurt, geheel anoniem en met geheimhouding van individuele gegevens, op een online-systeem dat ontwikkeld is door ABF Research uit Delft, een bedrijf dat informatie verzamelt en bewerkt. BeAM staat voor Benchmark Analysesysteem Muziekpodia en is een voortzetting van het Kamermuziek Analyse Systeem dat door Stichting De Kamervraag, een van de fusiepartners van Muziek Centrum Nederland, werd gemaakt. De verkregen gegevens levert MCN aan de deelnemende podia, die ermee kunnen benchmarken: hun eigen gegevens vergelijken met die van andere podia. Individuele podia kunnen zo vragen beantwoord krijgen als: is onze entreeprijs hoger of lager dan bij vergelijkbare podia? Hoeveel besteden andere podia aan publiciteit of programmering? Welk gedeelte van de inkomsten bestaat uit recette?
9 De methode In de herfst van 2008 kregen 367 podia de uitnodiging om mee te werken aan BeAM 2007. Zij konden met een speciale code inloggen op een website waarop zich een vragenlijst bevond. In totaal 98 podia vulden de enquête op dat onlinesysteem volledig in. De data werden door ABF Research samengevoegd en daarna gewogen. Deze weging was nodig om tot cijfers te komen die een uitspraak doen over de gehele populatie, ofwel: alle kleine klassieke muziek- en jazzpodia van Nederland.
© Muziek Centrum Nederland 2009
13
10 Wat is Muziek Centrum Nederland Muziek Centrum Nederland (MCN) is sinds 2008 het kennis- en promotiecentrum voor de volle breedte van de professionele Nederlandse muziekwereld. MCN ontstond na een fusie tussen Donemus, Gaudeamus, De Kamervraag, de Jazzorganisatie en het Nationaal Pop Instituut. Missie van het nieuwe sectorinstituut is het versterken van de positie van de Nederlandse muziek(cultuur) in binnen- en buitenland.
Muziek Centrum Nederland Rokin 111 1012 KN Amsterdam T 020 344 60 00 F 020 673 35 88
[email protected] www.mcn.nl
© Muziek Centrum Nederland 2009
14