Brancherapport Blootstelling DME-onderzoek bij FOCWA aangesloten bedrijven Nul-meting 2011/2012
M. Bakker Arbeidshygiënist 365/KeurCompany projectleider Paraaf:
[email protected] 0251 26 15 55 Bordesstraat 2 1951 MN Velsen-Noord Postbus 10.000 1970 CA IJmuiden 02/05/2012
Inhoudsopgave 1. Samenvatting....................................................................................................... 4 2 Inleiding ............................................................................................................... 6 3
4
Opzet onderzoeken............................................................................................ 7 3.1
Meetmethoden ............................................................................................... 7
3.2
Aantal meetpunten ......................................................................................... 7
3.3
In acht te nemen parameters ........................................................................... 8
3.4
Normen en toetsing ........................................................................................ 8
Uitvoering onderzoek ........................................................................................ 9 4.1
Deelnemende bedrijven................................................................................... 9
4.2
Aantal meetpunten ......................................................................................... 9
5
Resultaten ....................................................................................................... 10
6
Bespreking resultaten ..................................................................................... 11
7
6.1
Achtergrondmetingen (buitenmetingen) .......................................................... 11
6.2
Persoonsgebonden metingen.......................................................................... 11
Conclusie en aanbevelingen ............................................................................ 14
Rapport blootstelling KC-034247
Brancherapport DME meting 2011/2012 Pagina 2/14
Algemene gegevens uitgevoerd voor: bezoekadres:
FOCWA Warmonderweg 1 2171 AH Sassenheim
postadres:
Postbus 299 2120 AG Sassenheim
telefoon:
0252 265272
contactpersoon:
De heer J. Meinsma secretaris Sociale Commissie FOCWA
email
[email protected]
uitgevoerd bij:
2 autoschadeherstelbedrijven personenwagens 1 autoschadeherstelbedrijf vrachtwagens 1 autoruitherstelbedrijf 2 bedrijven voor carrosseriebouw
uitgevoerd door:
365/KeurCompany
adres:
Postbus 10.000 1970 CA IJmuiden
telefoon: consultants:
0251 26 15 55 De heer M. Bakker, arbeidshygiënist en projectleider De heer H. Geertse, arbeidshygiënist De heer P. Huijsmans, arbeidshygiënist Mevrouw E. Wauters, arbeidshygiënist
informatie uitvoering: datum bedrijfsbezoeken:
November/december 2011 Januari 2012
Rapport verzonden aan:
De heer J. Meinsma
Brancherapport DME meting 2011/2012 Rapport blootstelling
Pagina 3/14
1. Samenvatting Dieselmotoremissie (DME) staat in Nederland op de lijst van kankerverwekkende stoffen. Hierdoor is de werkgever verplicht om maatregelen te treffen om de kans op blootstelling aan DME tot nul te reduceren. In Nederland is er echter (nog) geen grenswaarde voor DME vastgesteld. Werkgevers zijn verplicht om dan een bedrijfsnorm op te stellen die zo laag mogelijk is. Verder dienen zij een plan van aanpak op te stellen die tot doel heeft om de kans op blootstelling verder te reduceren. Vandaar dat heer J. Meinsma, secretaris van de Sociale Commissie binnen de FOCWA, aan 365/KeurCompany verzocht heeft om na te gaan wat de DME-concentratie in de branche kan zijn, en of zij nog aanvullende maatregelen moeten treffen om aan de branchenorm te voldoen zoals die is afgesproken bij de andere mobiliteitsbranches BOVAG en Vereniging VACO. Dit onderzoek is uitgevoerd bij de verschillende secties binnen de FOCWA te weten: •
Autoschadeherstel -
Personenwagens
-
Vrachtwagens
•
Carrosseriebouw
•
Specialisten -
Bepalende vakgroep hierbinnen is Autoruitherstel
Het was de bedoeling om per deelbranche bij 2 bedrijven te meten gedurende 1 dag. Het lukte echter niet om voldoende deelnemers te vinden, waarna in overleg besloten is om het onderzoek bij de reeds aangemelde bedrijven te starten. Anders kwam de voortgang van het project wel erg in gevaar. Het meetonderzoek is uitgevoerd in de winter van 2011/2012. Reden om het in een koude periode uit te voeren is dat dan alle deuren de meeste tijd dicht zijn. Hierdoor is er sprake van een zogenaamde worst-case situatie. In de rest van het jaar zullen de resultaten lager liggen dan in deze periode. De concentratie DME wordt uitgedrukt als de concentratie Elementair Koolstof (EC) per m³, als tijdgewogen gemiddelde over 8 uur. Branchenorm: Op 2 mei 2012 is in de vergadering van de Werkgroep Arbocatalogus en RIE Carrosseriebranche de branchenorm vastgesteld op 7 µg EC/m³. Dit is ook de branchenorm voor de motorvoertuigen- en de banden- en wielenbranche. Tevens is daar afgesproken dat in de loop van 2012 DME opgenomen is in de arbocatalogus, dus inclusief oplossingen.
Brancherapport DME meting 2011/2012 Rapport blootstelling
Pagina 4/14
Toetsing De verwachting vooraf was dat de concentratie EC laag zou zijn omdat in deze branche de meeste auto’s langdurig stil staan in de werkplaats omdat ze schade hebben. Het aantal voertuigbewegingen, en dan met name van dieselvoertuigen die niet aan de huidige stand der techniek voldoen, en de tijdsduur dat de motoren aan staan is gering. Tevens werd ingeschat dat er wel enig verschil in meetresultaten gevonden zou worden bij de verschillende deelbranches. Echter de resultaten zijn voor de deelbranches nagenoeg gelijk en verrassend hoog. Dat wil zeggen dat de gemiddelde waarde van alle metingen, maar ook de gemiddelde waarde per deelbranche, boven de 7 µg EC/m³ ligt. Er zijn een aantal mogelijke verklaringen: 1-vanwege het zeer slechte weer bleven de deuren zoveel mogelijk gesloten. Hierdoor is er onvoldoende ventilatie om de concentratie DME tot op achtergrondniveau te houden. 2- net als bij de DME-onderzoeken die zijn uitgevoerd bij de BOVAG-bedrijven en de bij de Vereniging VACO aangesloten bedrijven, lijkt ook hier dat er EC in de omgevingslucht aanwezig is die niet afkomstig is van de uitlaatgassen, maar een andere, vooralsnog onbekende herkomst heeft. FOCWA, maar misschien nog beter de gezamenlijke mobiliteitsbranches, zouden nader onderzoek kunnen laten uitvoeren naar de mogelijke verstoringen op de meetresultaten, omdat de nu gevonden hoeveelheid EC een overschatting geeft van het risico van blootstelling aan diesel uitlaatgassen. Het lijkt er op dat EC geen goede tracer is voor de meting naar dieseluitlaatgassen in de mobiliteitsbranches.
Brancherapport DME meting 2011/2012 Rapport blootstelling
Pagina 5/14
2 Inleiding Dieselmotoremissie (DME) staat in Nederland op de lijst van kankerverwekkende stoffen. Hierdoor is de werkgever verplicht om maatregelen te treffen om de kans op blootstelling aan DME tot nul te reduceren. In Nederland is er echter (nog) geen grenswaarde voor DME vastgesteld. Werkgevers zijn verplicht om dan een bedrijfsnorm op te stellen die zo laag mogelijk is. Verder dienen zij een plan van aanpak op te stellen die tot doel heeft om de kans op blootstelling verder te reduceren. Vandaar dat heer J. Meinsma, secretaris van de Sociale Commissie binnen de FOCWA, aan 365/KeurCompany verzocht heeft om na te gaan wat de DME-concentratie in de branche kan zijn, en of zij nog aanvullende maatregelen moeten treffen om aan de branchenorm te voldoen zoals die is afgesproken bij de andere mobiliteitsbranches BOVAG en Vereniging VACO. Dit onderzoek is uitgevoerd bij de verschillende secties binnen de FOCWA te weten: •
Autoschadeherstel -
Personenwagens
-
Vrachtwagens
•
Carrosseriebouw
•
Specialisten -
Bepalende vakgroep hierbinnen is Autoruitherstel
Er is voor de volgende opzet gekozen: •
per deelbranche wordt er bij 2 bedrijven gemeten;
•
er worden alleen persoonsgebonden metingen uitgevoerd;
•
er wordt per bedrijf 1 dag gemeten;
•
er wordt bij elke meting ook een achtergrondmeting (buiten) verricht;
•
er wordt speciaal gelet op gedrag, het gebruik van alle hulpmiddelen en andere DMEreducerende maatregelen, met als doel te achterhalen waar nog verbeterpunten zijn;
•
de meetmethode en de analysemethode zijn identiek aan de onderzoeken die bij de andere mobiliteitsbranches zijn uitgevoerd.
Voor dit onderzoek was het de bedoeling om per deelbranche te meten bij 2 bedrijven. Helaas lukte het niet om op tijd voldoende bedrijven te vinden die wilde meewerken. Daarom is er maar 1 bedrijf bemeten in de secties autoruitherstel en autoschadeherstel vrachtwagens. De resultaten worden getoetst aan de branchenorm die vastgesteld is op basis van dit onderzoek.
Brancherapport DME meting 2011/2012 Rapport blootstelling
Pagina 6/14
3 Opzet onderzoeken 3.1 Meetmethoden Op basis van NEN-EN 689 “Leidraad voor de beoordeling van de blootstelling bij inademing van chemische stoffen voor de vergelijking met de grenswaarden en de meetstrategie” dient voor een goede beoordeling gemeten te worden op drie representatieve dagen gedurende de gehele werkdag. In de praktijk betekent dit dat er tussen de 6 en 8 uur gemeten wordt. De metingen worden uitgevoerd door het aanzuigen van lucht met een pompje, afgesteld op een constant debiet van 2,2 liter/min, door een monsternemer (cycloon) met filter (prefired kwartsfilter van 25 mm in diameter) gedurende een werkdag. Op deze manier wordt de respirabele fractie van het inadembare stof afgevangen. Respirabel wil zeggen dat het stof tot in de longblaasjes terecht kan komen. De monsters worden door een erkend laboratorium (TNO) geanalyseerd op elementair koolstof in respirabel stof conform ASTM E1019.
3.2 Aantal meetpunten Het vaststellen van de blootstelling aan DME bij een monteur gebeurt door een persoonsgebonden meting. Hierbij draagt de monteur tijdens de werkdag de meetapparatuur bij zich. Deze persoonsgebonden meting is zoveel mogelijk bij 3 monteurs uitgevoerd om een goed representatief beeld te kunnen krijgen van de persoonsgebonden blootstelling. Buiten, bovenwinds, is bij elke meting een stationaire meting uitgevoerd. Deze laatste is noodzakelijk om vast te kunnen stellen wat het achtergrondniveau is in de omgeving van de bedrijven.
Brancherapport DME meting 2011/2012 Rapport blootstelling
Pagina 7/14
3.3 In acht te nemen parameters Om de resultaten achteraf goed te kunnen interpreteren is het van belang om alle relevante zaken bij te houden. Dit zijn: •
het aantal voertuigen dat per dag in het bedrijf is geweest;
•
de tijd dat de motor aanstaat zonder afzuigvoorziening, zoals bij in- en uitrijden;
•
type motor;
•
aanwezigheid roetfilter;
•
soort werkzaamheden.
Dit zijn gegevens die iets zeggen over de uitstoot van DME. Tijdens het vorige onderzoek bleek dat het onmogelijk was om dit tot in detail bij te kunnen houden. Er is daarom zo volledig mogelijk globaal bijgehouden wat de bepalende factoren waren tijdens het onderzoek. Daarnaast zijn de volgende omgevingsparameters van belang: •
aanwezigheid natuurlijke en mechanische ventilatie en functioneren daarvan;
•
de grootte van de werkplaats;
•
aanwezigheid en gebruik van voorzieningen, zoals plaatselijke afzuiging en/of afzuigslangen;
•
klimatologische gegevens: windrichting, windsnelheid, droog weer, regen, mist.
3.4 Normen en toetsing Op basis van dit onderzoek is op 2 mei 2012 in de vergadering van de Werkgroep Arbocatalogus en RI&E Carrosseriebranche de branchenorm vastgesteld op 7 µg EC/m³. Dit is ook de branchenorm voor de motorvoertuigen- en de banden- en wielenbranche. Tevens is daar afgesproken dat in de loop van 2012 DME opgenomen is in de arbocatalogus, dus inclusief oplossingen. Aan deze norm zijn de resultaten daarom getoetst. De buitenwaarde (achtergrondwaarde) in Nederland ligt op ongeveer 3,0 µg EC/m³.
Brancherapport DME meting 2011/2012 Rapport blootstelling
Pagina 8/14
4 Uitvoering onderzoek 4.1 Deelnemende bedrijven Voor de autoschadeherstel, of dat nu voor een personenwagen of een vrachtwagen is, geldt dat er natuurlijk een grote overeenkomst is in de werkwijze. Er is een voorbewerkingfase, een spuitfase en een montagefase. De auto’s staan in het algemeen lange tijd stil tijdens deze fasen, waardoor er nauwelijks voertuigbewegingen zijn. Een van de grootste stofbronnen is schuren. Hiervoor gebruikt men overal een schuurmachine met afzuiging, waardoor de stofbelasting gering is. Maar na het schuren wordt er met perslucht “schoon geblazen”. Hierbij komt echt heel veel fijn stof vrij. Bij de carrosseriebouw wordt zeer regelmatig gelast. Het spreekt voor zich dat lasrook hier de grootste stofbron is. Relatief het schoonste zijn de werkzaamheden in de autoruitherstel. Bij reparatie van een sterretje komt nagenoeg geen stof vrij, en bij het vervangen van een kapotte ruit is dat ook minimaal. In géén van de werkplaatsen was mechanische ruimteventilatie aanwezig. Alle werkplaatsen waren voorzien van één of meerdere roldeuren die zoveel mogelijk dicht hebben gestaan. Voor de gedetailleerde verslaglegging per bedrijf wordt verwezen naar de afzonderlijke deelrapporten die per bedrijf zijn opgesteld.
4.2 Aantal meetpunten Bij het onderzoek is er bij elk bedrijf bij 3 monteurs een persoonsgebonden meting uitgevoerd. Gezien de inrichting van de werkplaats, en het relatief rustige geplande werkaanbod is er bij het autoruitherstel bedrijf bij maar 2 man gemeten. Naast de persoonsgebonden metingen zijn er ook achtergrondmetingen buiten verricht. Dit is een bovenwindse meting buiten in de directe nabijheid van de werkplaats voor het vaststellen van de achtergrondconcentratie. Voor het doel van deze nul-meting zijn dat voldoende meetpunten.
Brancherapport DME meting 2011/2012 Rapport blootstelling
Pagina 9/14
5 Resultaten Alle meetresultaten worden uitgedrukt in microgram (µg) Elementair Koolstof (EC) per kubieke meter omgevingslucht. Eén µg is 0,001 mg. Hieronder staan in tabelvorm de resultaten weergegeven van alle metingen uitgevoerd bij de 6 bij de FOCWA aangesloten bedrijven. Tabel: Persoonsgebonden metingen Bedrijf
Minimum
Maximum
Gemiddelde
FOCWA branchenorm
Respirabel EC (µg/m³)
Autoschade personenwagen B1
9,4
13,4
11,0
B2
4,6
14,4
8,6
6,8
9,5
8,1
B4
7,2
8,2
7,7
B5
6,6
9,1
8,0
B6
7,7
14,0
10,8
Autoschade vrachtwagens B3
7
Carrosseriebouw
Autoruitherstel
Gemiddelde bemeten bedrijven
Buiten metingen
8,9
2,6
6,8
3,9
Brancherapport DME meting 2011/2012 Rapport blootstelling
Pagina 10/14
6 Bespreking resultaten 6.1 Achtergrondmetingen (buitenmetingen) De achtergrondconcentratie bij de 6 bemeten bedrijven lag op 1 bedrijf na allemaal zo rond de 3 µg EC/m³. Bij 1 bedrijf lag de concentratie op ruim het dubbele. Het verkeer in de omgeving was hier zo goed als zeker debet aan.
6.2 Persoonsgebonden metingen De verwachting vooraf was dat de concentratie EC laag zou zijn omdat in deze branche de meeste auto’s langdurig stil staan in de werkplaats omdat ze schade hebben. Het aantal voertuigbewegingen, en dan met name van dieselvoertuigen die niet aan de huidige stand der techniek voldoen, en de tijdsduur dat de motoren aan staan is gering. Tevens werd ingeschat dat er wel enig verschil in meetresultaten gevonden zou worden bij de verschillende deelbranches. Echter de resultaten zijn voor de deelbranches nagenoeg gelijk en verrassend hoog. Dat wil zeggen dat de gemiddelde waarde van alle metingen, maar ook die per deelbranche, boven de 7 µg EC/m³ ligt. Op de volgende pagina staan een aantal foto’s van stofbronnen en mogelijk is een of meerdere daarvan verantwoordelijk voor de gevonden EC op de filtertjes (zie pagina 13). Dat de nu gevonden EC enkel en alleen afkomstig is uit de uitlaatgassen is namelijk onwaarschijnlijk.
Brancherapport DME meting 2011/2012 Rapport blootstelling
Pagina 11/14
Stofbronnen
Schuren
met perslucht “schoon blazen”
Zagen/houtbewerking
Lassen
Opvallend was dat een aantal bedrijven wel een veegmachine had. Bij het autoruit herstelbedrijf werd deze na elke ruitvervanging gebruikt. Ook bij het schadeherstelbedrijf voor vrachtwagens was een veegmachine sinds kort in gebruik.
Brancherapport DME meting 2011/2012 Rapport blootstelling
Pagina 12/14
Foto’s van de stoffilters, ter indicatie
Schadeherstel personenwagens (B1)
Schadeherstel vrachtwagens (B3)
Autoruitherstel (B6)
Carrosseriebouw (B4)
Carrosseriebouw (B5)
Schadeherstel personenwagens (B2)
Brancherapport DME meting 2011/2012 Rapport blootstelling
Pagina 13/14
7 Conclusie en aanbevelingen Voor alle 6 de bij FOCWA aangesloten deelnemende bedrijven geldt dat de gemiddelde ECblootstelling boven de branchenorm lag. Dat is een onverwacht resultaat gezien het aantal voertuigbewegingen binnen alle secties in deze branche. Er zijn een aantal mogelijke verklaringen: 1. Vanwege het zeer slechte weer bleven de deuren zoveel mogelijk gesloten. Hierdoor is er onvoldoende ventilatie om de concentratie DME tot op achtergrondniveau te houden. 2. Net als bij de DME-onderzoeken die zijn uitgevoerd bij de BOVAG-bedrijven en de bij de Vereniging VACO aangesloten bedrijven, lijkt ook hier dat er EC in de omgevingslucht aanwezig is die niet afkomstig is van de uitlaatgassen, maar een andere, vooralsnog onbekende herkomst heeft. Ondanks de twijfel over de juistheid van EC als tracer voor DME is op 2 mei 2012 in de vergadering van de Werkgroep Arbocatalogus en RIE Carrosseriebranche de branchenorm vastgesteld op 7 µg EC/m³. Dit is ook de branchenorm voor de motorvoertuigen- en de banden- en wielenbranche. Tevens is daar afgesproken dat in de loop van 2012 DME opgenomen is in de arbocatalogus, waarin ook mogelijke oplossingen staan. FOCWA, maar misschien nog beter de gezamenlijke mobiliteitsbranches, zouden nader onderzoek kunnen laten uitvoeren naar de mogelijke verstoringen op de meetresultaten, omdat de nu gevonden hoeveelheid EC een overschatting geeft van het risico van blootstelling aan diesel uitlaatgassen. Het lijkt er op dat EC geen goede tracer is voor de meting naar dieseluitlaatgassen in de mobiliteitsbranches.
Brancherapport DME meting 2011/2012 Rapport blootstelling
Pagina 14/14