VEERTIENDAAGS INFORMATIEBLAD VAN HET UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM ST RADBOUD JAARGANG 35 NUMMER 2 30 januari 2009
Patiënt ontvangt nier van levende donor met andere bloedgroep Foto: Jan van Teeffelen
Het UMC St Radboud sloot vorige week een bijzondere niertrans plantatie met succes af. Een patiënt met bloedgroep 0 kreeg een nier van zijn levende partner met bloedgroep A. Om afstoting van de nier te voorkomen richt de nieuwe behandeling zich met name op het verwijderen van natuurlijke bloedgroepantistoffen en het belemmeren van nieuwe aanmaak. Een intensieve behandeling dus, maar wel een die voor meerdere patiënten uitkomst biedt. De methode is niet voor iedereen geschikt. M i c h e l l e S t u i v er
Patiënten die op de wachtlijst staan voor een nier hoeven niet altijd meer te wachten op een donor met dezelfde bloedgroep. ‘Wij doen nu een behandeling waarbij we al ruim vóór de transplantatie en ook daarna antistoffen tegen de bloedgroep van de donor uit het bloed van de patiënt verwijderen. De patiënt krijgt ook ruimschoots vóór de transplantatie medicatie om de aanmaak van nieuwe antistoffen te onderdrukken en daarmee de kans op afstoting zo klein mogelijk te maken’, legt nefroloog Ine Dooper uit. De behandeling biedt uitkomst voor patiënten die lang moeten wachten op een passende donor.
Pagina 4 Patiënten weten straks nog beter hoe ze er na de operatie uitzien
Pagina 7 Boeddhist in het Radboud
In Nederland kunnen patiënten met een niet passende bloedgroep meedoen met het cross-over-project, ook wel ruiltransplantatie genoemd. Patiënten hebben dan wel iemand die een nier aan hen wil afstaan, maar de bloedgroep van de donor past niet. Deze patiënten en donoren worden via een speciaal programma uitgewisseld. ‘Desondanks vallen patiënten met bloedgroep 0 vaak buiten de boot, omdat donoren met bloedgroep 0 in principe aan mensen met elke andere bloedgroep kunnen doneren’, aldus Dooper. ‘Patiënten met bloedgroep A en B hebben 80 tot 90 procent kans op een donor uit dit uitwisselingsprogramma, patiënten met bloedgroep 0 slechts 20 procent.’
Veilig Het verwijderen van natuurlijke bloedgroepantistoffen gebeurt met een dialyseapparaat dat artsen en verpleegkundigen van het Radboud zelf vernuftig en veilig hebben omgebouwd. Bloed wordt via een plasmafilter gescheiden in bloedcellen en plasma (bloedvloeistof), waarna via een speciale gelkolom de bloedgroepantistoffen uit het plasma worden weggevangen, immunoadsorptie genoemd. Is het plasma vrij van antistoffen dan gaat het weer terug in de bloedbaan. ‘De behandeling is zowel voor de patiënt als voor verpleegkundigen zeer intensief’, zegt expert verpleegkundige Rien Jordens die samen met nefroloog Henk van Hamersvelt meedacht over de constructie van het apparaat. ‘Het heeft ons enkele maanden gekost voordat het apparaat precies deed wat het moest doen en wij het sein ‘veilig’ konden geven. Tijdens de behandeling is er veel plasma buiten het lichaam van de patiënt. Dat vereist precisie van het apparaat en constante aandacht en concentratie van de verpleegkundige.’ In totaal krijgt de patiënt vier van deze immuno-adsorptiebehandelingen voor de operatie en Lees verder op pagina 3 f
Pagina 10 Snel trainen na een beroerte voor een beter herstel
Pagina 13 Een winters dagje wetenschap voor (aanstaande) docenten van de basisschool
R AD B OD E 2 - 2 0 0 9
inhoud 3
Onderzoek Beleid Veiligheid Beveiliging komt naar de afdelingen toe om veiligheid en agressie aan te pakken.
4
Patiëntenzorg 3D-lab haalt forse subsidie binnen Acht promovendi gaan driedimensionale beeldvormende technieken verder ontwikkelen. Daardoor kunnen artsen straks nóg beter hun operaties plannen en weten patiënten beter hoe ze er na een ingreep uitzien.
7
agenda
10
Oecumenische vieringen
Cruciale periode voor herstel na beroerte Na een beroerte duurt het meestal enkele weken voordat de patiënt zijn (deels) verlamde arm intensief gaat trainen. Mogelijk is de meest cruciale periode voor herstel dan al voorbij.
P AOG - H e y e n d a e l
13
Voor alle cursussen en meer informatie: www.paogheyendael.nl
Onderwijs
‘Vaardigheidstrainingen voor professionals’ bestemd voor jeugdgezondheidsartsen.
‘Dat laagje smurrie, dat is DNA’ Leerkrachten van basisscholen hebben meestal geen bèta-achtergrond. De onderzoeksgeest van kinderen wordt daardoor te weinig gestimuleerd.
Cursus ‘De (dreigende) pathologische fractuur’, bestemd voor orthopeden (i.o.).
11 februari
Boeddhist in het Radboud ‘Als Jezus en Boeddha elkaar hadden gekend, hadden ze het prima met elkaar kunnen vinden.’
15
Reportage Samenvoeging kinder- en volwassenendialyse Door gebrek aan gespecialiseerde verpleegkundigen gingen nierpatiënten van Kindergeneeskunde naar de centrale dialyse-unit. Het blijkt een verrijking voor alle partijen.
13 februari
6 maart Cursus ‘CRPS-1’(nieuwe ontwikkelingen Pain Exposure Physical Therapy), bestemd voor chirurgen, anesthesiologen, orthopedisch chirurgen, revalidatieartsen, fysiotherapeuten en geïnteresseerde huisartsen.
Overlevingskansen Preventief antibiotica geven vergroot de overlevingskansen van IC-patiënten. Dat blijkt uit recent onderzoek, waaraan ook het UMC St Radboud een steentje bijdroeg.
En verder...
8
13 februari
Cursus ‘Klaarheid brengen in onvoldoende verklaarde chronische klachten’, bestemd voor bedrijfsartsen, huisartsen en verzekeringsartsen.
Actueel
Interview
1, 8 en 15 februari 10.00 uur personeelsrestaurant: zondag 1 februari, voorganger Wim Smeets, zondag 8 februari, voorganger Ries van de Sande en zondag 15 februari, voorganger Els Groeneveld.
Inhoud, Kunst, Agenda 2 Nieuwsladder 3 Meer aandacht nodig voor lokale gevolgen zorgvernieuwing, Gedicht Ignace Schretlen 5 Kwaliteitszorgsysteem gentherapie, Koffievoorziening, Burgerservicenummer, Handhygiëne, Maagklachten 6 Echtpaar promovendi, Prismabril, Prijzen en benoemingen 11 Mensen, In memoriam, Boodschap, Colofon 14 Oncologisch centrum Boxmeer 15 Luxdebat: De Ok is OK, Ethiek 16
kunst
9 april Symposium ‘peri-operatieve zorg: een grote zorg’ bestemd voor: verpleegkundigen snijdende specialismen (i.o.), OK-medewerkers (i.o.), nurse practitioners, physician assistants, diëtisten , verpleegkundigen poliklinieken snijdende specialismen.
U n i t 4 , ( b i j s c h o l i n g ) S VG Unit 4 (bijscholing) van SVG verzorgt bij- en nascholing voor medewerkers en voor externe klanten. Informatie scholingsaanbod: www.umcn.nl/svg, kies dan Bijscholing (unit 4) en daarna Scholingen.
19 februari en 12 maart Ziekenhuisbrede scholing voor verpleegkundige werkbegeleiders. Module 1: 19 februari en module 2: 12 maart, module 3: datum nog niet bekend.
2, 13 en 17 maart Scholing deskundigheidsbevordering, werkbegeleiding en coaching. Bestemd voor (aspirant) seniorverpleegkundigen en aandachtsvelders die zelfstandig taken uitvoeren op dit gebied. Sluitingsdatum: 2 februari.
30 maart en follow up 22 juni Scholing ambulante compressie therapie (compressief zwachtelen), bestemd voor verpleegkundigen.
Het hele jaar door BLS (Basic Life Support). Reanimatiecursus voor alle medewerkers van het ziekenhuis die patiëntencontact hebben. Er zijn verschillende soorten cursussen op verschillende data. Zie website onder reanimatieonderwijs.
3 april Cursus ‘Abdominale Catastrophes: een praktische benadering voor arts en verpleegkundige’, bestemd voor plastisch en algemeen chirurgen, klinisch genetici, medisch oncologen, pathologen, radiologen, radiotherapeuten, genetisch consulenten, huisartsen en allen die hiervoor in opleiding zijn.
Overig 5 februari
Jean Le Gac, Les grandes vacances ou le prisonnier, 1992, collectie UMC St Radboud, in collegezaal neurologie, Reinier Postlaan 4, vierde verdieping. Foto: Jan van Teeffelen Het tweeluik Les grandes vacances ou le prisonnier van Jean Le Gac heeft een passende bestemming gevonden: het collegezaaltje bij de afdeling neurologie. Het siert er de muur en straalt in de zaal of het trekt de aandacht van de aanwezigen. De linkerkant van het werk toont een reeks boeken, of eerder hun ruggen: keurig gerangschikt op een plank is duidelijk te zien dat ze grondig gelezen zijn. Het rechter deel van het kunstwerk bestaat uit een schilderij met een indiaan, twee keer getekend: eens van dichtbij en vervolgens naar de achtergrond. Het ziet er naar uit dat de boeken de indiaan en zijn belevenissen in zich sluiten, of juist omgekeerd, dat de boeken de figuur van de indiaan uitwasemen. Is het daarom dat de indiaan dichtbij nauwelijks is gekleed, en die meer naar de achtergrond is getooid – net als in de
boeken waar men de naakte ruggen ziet maar weet dat van alles in de boeken is opgenomen en vastgelegd? De foto laat vermoeden dat er nog meer boeken op de plank staan. In feite lijkt het alsof het schilderij – minder diep in het kader gelegen dan de foto – voor deze laatste kan schuiven. Of dat het doek zich gewoonweg ontplooit, dat het groeit en de volledige ruimte van het kunstwerk gaandeweg verder in beslag zal nemen. Een oprukken van het beeld ten koste van het woord? En zien we niet tussen de boeken, de titel: Le peintre à disparu, maar dat juist het schilderij op de voorgrond komt en prominent aanwezig is. Meteen heerst de spanning tussen woord en beeld in een heel eigentijds collegezaaltje! Daan Van Speybroeck
2
Scholing door Erik de Laat ‘Decubitus: stand van (wetenschappelijke) zaken’ in leslokaal fysiotherapie, route 645, van 14.00 – 16.00 uur. Aanmelden bij: w.verbeek@plchir. umcn.nl. Bij minder dan vijf aanmeldingen gaat de les niet door.
10 februari Symposium ‘Kwaliteit van de zorg. Wat is dat?’, georganiseerd door de Medische Afdeling Thijmgenootschap. Locatie: Lammerszaal (route 86). Inschrijving per e-mail:
[email protected].
12 februari Nijmegen Meeting Point for International Knowledge Workers organiseert een bijeenkomst in het Museumpark Oriëntalis in de Heilig Landstichting van 18.00 – 21.30 uur, met als thema: ‘World Religions’. Inschrijven via:
[email protected].
Tennisvereniging De tennisvereniging Rakubal (uitgaande van de Personeelsvereniging) heeft een nieuwe website: www.rakubal.nl. Hierop is alle informatie te vinden over de tennisvereniging en activiteiten.
leid be
R AD B OD E 2 - 2 0 0 9
nieuwsladder Stemmen UMC-Raad Tot en met 3 februari 12.00 uur kunnen kiesgerechtigden hun stem uitbrengen voor nieuwe leden van de UMC-Raad. Het gaat om drie kandidaten van kiesgroep B3 (junior-onderzoekers, onderzoekers in opleiding en postdocs). Het stemmen gebeurt digitaal, via een stemknop op de website van de UMC-Raad. Kiesgerechtigden zijn hierover geïnformeerd via mail. Meer informatie, zie intranet, afdelingen, UMC-Raad.
Vrouwen streepje voor in Radboud
De Beveiliging komt vaker in de gebouwen. ‘Mensen kunnen zo makkelijker een beroep op ons doen.’
Foto: Frank Muller
‘Het gevoel van veiligheid zal toenemen’ De Beveiliging komt meer naar de afdelingen toe om de veiligheid en agressie aan te pakken. Dit vloeit voort uit het nieuwe beveiligingsbeleid van het Radboud, waarin het project Veiligezorg toegevoegd is als een van de speerpunten. ‘De Beveiliging gaat meer preventief werken.’
G i js M u n n i c h s
Aanleiding voor het opnemen van het project Veiligezorg in het beveiligingsbeleid waren incidenten op een afdeling in het ziekenhuis. Verpleegkundigen kregen hier te maken met een familie die zich intimiderend gedroeg en zich verbaal agressief uitte. ‘Vanuit mijn rol als projectleider Veiligezorg heb ik met de afdeling gesproken’, zegt
Patiënt ontvangt nier van levende donor met andere bloedgroep Vervolg van pagina 1 f een drietal erna. ‘Niet iedereen komt in aanmerking voor deze behandeling’, zegt Dooper. ‘Sommige mensen hebben teveel antistoffen in hun lichaam, dat kan per patiënt variëren. Een zeer grote hoeveelheid antistoffen krijgen wij met deze adsorptiebehandelingen niet weg. Extra moeilijk aan deze behandeling is dat we nu niet alleen rekening houden met antistoffen tegen witte bloedcellen, maar ook met de natuurlijke bloedgroepantistoffen, omdat we een nier inbrengen van iemand met een andere bloedgroep.’
Keerzijde Patiënten krijgen met deze methode meer afweeronderdrukkende medicatie. Dat heeft zijn keerzijde. Dooper: ‘Sowieso hebben patiënten die een niertransplantatie ondergaan kans op infecties of een kleine kans op kwaadaardige ziektes, maar bij deze patiënten is die kans mogelijk wat groter door de extra medicatie.’ De nieuwe behandeling wordt in een beperkt aantal academische ziekenhuizen toegepast. Dooper denkt niet dat deze nieuwe behandeling de wachtlijst sterk zal verkorten. ‘Door de vergrijzing neemt het aantal nierpatiënten dat wacht op transplantatie toe en daarmee ook de behoefte aan donoren. Het aantal levende donaties stijgt, maar het aantal nierdonaties van overledenen blijft achter.’ De meerkosten van de behandeling zijn 30.000 euro. Voorlopig komen alleen patiënten in aanmerking die in het cross-over-programma geen geschikte donor kunnen vinden. De afdeling Nierziekten bereidt de volgende niertransplantatie al voor. ms/nd
Joop Henkelman. ‘Medewerkers voelden zich absoluut niet veilig. Samen met de Beveiliging is er direct actie ondernomen om het onveilige gevoel weg te nemen. Zo zijn er bijvoorbeeld spiegels opgehangen zodat er meer toezicht is op de afdeling. Er zijn afspraken gemaakt met de familie. Maar er is ook gezorgd dat er vaak overleg is tussen het afdelingshoofd en de Beveiliging. Daarbij is er extra toezicht op deze afdeling.’ Na dit incident is besloten om het project Veiligezorg toe te voegen als speerpunt in het beleid van Beveiliging. Sinds vorig jaar wordt dit project UMC-breed uitgerold. Het doel hiervan is dat de afdelingen de veiligheid in het ziekenhuis verbeteren. De Beveiliging gaat hier in toenemende mate een rol bij spelen. ‘Vroeger richtte de Beveiliging zich vooral op de terreinen rond de gebouwen van de universiteit en het UMC’, zegt Will Graven, stafmedewerker Beveiliging. ‘De Beveiliging wist toen echter onvoldoende wat er ín het ziekenhuis speelde. Een nieuw punt in ons beleid is dat we meer in de gebouwen en op de afdelingen komen.’
Snellere maatregelen Als vroeger de Beveiliging op een afdeling kwam, was de situatie vaak al geëscaleerd. Het project Veiligezorg is erop gericht om agressie en onveilige situaties zoveel mogelijk te voorkomen. ‘De Beveiliging gaat daarom meer preventief en adviserend werken’, zegt Graven. ‘Er komt bijvoorbeeld structureel overleg tussen de Beveiliging en de leidinggevenden van afdelingen. Er zijn vaste surveillancerondes in de gebouwen en op de afdelingen. Ook adviseren wij leidinggevenden hoe zij hun afdeling veiliger kunnen maken.’ ‘We hebben sinds de integratie van Beveiliging en Meldkamer in maart 2008 onze preventieve surveillance uitgebreid naar meer afdelingen’, zegt René van der Heijden, samen met Mario Elbersen teamleider van de Beveiliging. ‘Dit vergroot het veiligheidsgevoel bij medewerkers en bezoekers. Bovendien kunnen ze zo makkelijker een beroep op ons doen. Daarnaast bezoeken we enkele afdelingen in hun werkoverleggen en vernemen we zo ook de verwachtingen van de medewerkers.’ Elbersen vult aan: ‘We horen van de medewerkers dat, nu zij ons vaker zien, de rust op die afdelingen toegenomen is.’ Henkelman: ‘Door meer in het ziekenhuis te zijn, krijgt de Beveiliging meer zicht op wat er speelt. Ze weten zo beter waardoor agressie kan ontstaan. Daardoor zijn sneller maatregelen te treffen om deze incidenten in het vervolg te voorkomen.’ n
3
Vrouwen die wetenschappelijk onderzoek doen in UMC St Radboud krijgen een streepje voor. De Raad van Bestuur maakt voor hen extra geld vrij, zodat ze meer tijd aan onderzoek kunnen besteden. Het is tevens aantrekkelijker gemaakt voor afdelingen om onderzoeksters van naam aan te trekken. Het Radboud hoopt dat met de maatregel vrouwen sneller doorstromen naar de top. Dit stond op 20 januari in De Gelderlander. Het volledige artikel is te lezen op intranet bij ‘Vandaag in de media’.
Nieuwe tv-serie over traumatologie Het UMC St Radboud, Omroep Gelderland en Noordkaap TV Producties maken een tiendelige serie over traumatologie (Trauma.nl), in navolging op de succesvolle serie in 2007/2008. Omroep Gelderland zendt de serie vanaf april uit, waarschijnlijk onder de naam Radboud Acuut. Ook wordt er een compilatie gemaakt voor uitzendingen bij SBS 6. In de serie komen onder andere de ambulancedienst, traumaheli en natuurlijk de Spoedeisende hulp aan bod. Daarnaast wordt er dit jaar meer gefilmd tijdens OK’s en de verdere behandeling en revalidatie van traumapatiënten. De opnamen starten in de week van 9 februari en duren naar verwachting zes tot acht weken. Uiteraard zijn goede afspraken gemaakt over toestemming van patiënten/familie, medewerkers en het ongestoord verloop van de patiëntenzorg.
Benefietacties voor kinderen met stofwisselingsziekten Twee echtparen gaan voor de Stichting Energy4All een sponsortocht van 2500 kilometer fietsen langs universiteitsziekenhuizen en mitochondriële onderzoekcentra in Europa. Energy4All zamelt geld in voor wetenschappelijk onderzoek naar de achtergrond van energiestofwisselingsziekten om zo nieuwe geneeswijzen te kunnen ontwikkelen. Daarnaast neemt op 18 april een team van het UMC St Radboud deel aan een grote spinningactie in het Gelredome. Hiermee wordt onder andere geld opgehaald voor Metakids, een stichting die geld inzamelt voor onderzoek naar stofwisselingsziekten bij kinderen. De afdeling Kindergeneeskunde van het Radboud is een van de centra die onderzoeksgelden van Metakids ontvangt. Meer informatie, zie www.metakids.nl en www.energy4all.eu.
p a t i ë n t e n z o r g
3D-lab haalt forse subsidie binnen
De 3D-techniek kan straks ook gebruikt worden voor andere medische gebieden dan de mond-, kaak- en aangezichtschirurgie en de orthodontie.
Maar liefst 1,68 miljoen euro aan subsidiegeld sleepte het 3D-lab van het UMC St Radboud onlangs in de wacht. Met dit bedrag gaan acht promovendi drie dimensionale beeldvormende technieken verder ontwikkelen. Daardoor kunnen artsen straks nóg beter hun operaties plannen en weten patiënten beter hoe ze er na een ingreep uitzien. F em k e v a n d e n B er g
Het menselijk aangezicht bestaat uit verschillende structuren: weke delen (huid en spieren), bot (schedel) en tanden. In alle drie de structuren kunnen zich problemen voordoen die mensen in het ziekenhuis doen belanden. Om de problemen in kaart te brengen, waren hun behandelaars voorheen aangewezen op klinisch onderzoek en analyses van gelaatsfoto’s, röntgenbeelden, gipsmodel-
len van tanden, spiraal CT-scans en/of stereolithografische modellen van de schedel. ‘Deze diagnostische middelen zijn veelal tijdrovend en de meeste technieken zijn gebaseerd op tweedimensionale beeldvorming’, vertelt onderzoekscoördinator dr. Anke Ettema. ‘Maar dat kan een nadeel zijn als je driedimensionale structuren wilt analyseren.’
Zorgvuldiger En dat willen de afdelingen Mond-, Kaak- en Aangezichts chirurgie (MKA) en Orthodontie. Prof.dr. Anne Marie Kuijpers-Jagtman (Orthodontie) experimenteerde al met driedimensionale digitale gebitsmodellen toen nog maar weinig mensen in deze nieuwe techniek geloofden. En hoogleraar MKA Stefaan Bergé beijverde zich vanaf zijn aantreden in 2005 voor de komst van een 3D-lab. De aanschaf van een 3D-stereofotogrammetrieapparaat (een apparaat voor het maken van digitale foto’s van de weke delen) was een stap in de goede richting. Net zoals de komst van de Cone Beam CT voor driedimensionale foto’s van botstructuren. Bergé: ‘Toen we eenmaal 3D-opnamen konden maken van gebit, weke delen en
bot, besloten wij de drie afbeeldingen te integreren tot één plaatje. Zo konden we nog beter zien met welke problemen onze patiënten kampen. En hoe wij die kunnen oplossen. Een digitaal model geeft de mogelijkheid om vooraf op de computer ingrepen te plannen. Tevens staan we stil bij de vraag: hoe ziet het gezicht van de patiënt eruit na de behandeling? Zo kun je de operatie zorgvuldiger voorbereiden en esthetiek en functionaliteit beter op elkaar afstemmen. Na de ingreep zie je bovendien direct of de resultaten zijn zoals vooraf gepland.’
Fusiemodel Het 3D-lab kwam er in 2006. Op zichzelf voldoende reden voor een feestje, want in de hele wereld zijn er slechts vier van dergelijke laboratoria: in Hong Kong, Cardiff, Houston en Nijmegen. Toch was de komst van het 3D-lab voor de aanjagers ervan geen reden om op hun lauweren te gaan rusten. Integendeel: er werden alweer nieuwe plannen gesmeed. Kuijpers-Jagtman: ‘We wilden de 3D-modellen graag verder uitwerken en onderling beter verbinden. Om dergelijke “fusiemodellen” te kunnen ontwikkelen – en te onderzoeken wat hun klinische implicaties zijn – was extra geld nodig.’ Dus diende de Facial Imaging Research Group Nijmegen–Bruges (FIRG; het team achter het 3D-lab) een subsidievoorstel in bij Technologiestichting STW. Met succes: het voorstel werd gehonoreerd en het lab was in één klap 1,68 miljoen euro rijker. Met dat geld zijn acht promovendi aangesteld zowel medici als ingenieurs. De eerste reeks van publicaties van promovendi is inmiddels verschenen in vakbladen; de eerste promotie wordt begin 2010 verwacht. Ettema (die de subsidieaanvraag verzorgde): ‘De onderzoekers gaan veel klinische data verzamelen om
4
softwarepakketten te ontwikkelen voor een automatisch fusiemodel van de drie structuren van het hoofd. Ook werken ze aan modellen voor de evaluatie van chirurgische uitkomsten. Het verder ontwikkelen van statistische modellen is erg belangrijk om dit te bewerkstelligen.’
In trek De statistische modellen, die de samengevoegde data van medische beeldvorming en karakteristieke punten van een groot aantal patiënten bevatten, kunnen straks beslist ook worden gebruikt voor andere medische gebieden dan de mond-, kaak- en aangezichtschirurgie en de orthodontie, stelt Bergé. Overigens weten vele disciplines het 3D-lab nú al te vinden. Want behalve MKA-chirurgen, kno-artsen, orthodontisten, het schisisteam en het centrum voor bijzondere tandheelkunde, maken ook plastisch chirurgen, neurologen, dermatologen en de forensische geneeskunde er gebruik van. Daarnaast participeren studenten van de technische universiteiten uit Twente en Delft in deelonderzoeken van de promovendi. Bergé: ‘We blijken tegenwoordig grote aantrekkingskracht uit te oefenen op studenten en professionals. Mensen willen hier graag studeren en werken. Misschien geen wonder, want qua menskracht en infrastructuur zijn wij tegenwoordig waarschijnlijk het best geoutilleerde 3D-lab ter wereld. Zo hebben we onlangs bijvoorbeeld nog nieuwere 3D-röntgen apparatuur aangeschaft én een nieuwe 4D-camera. Met deze camera kunnen we de dimensie “tijd” ook in onze analyses meenemen. Je kunt dan de bewegingen van bijvoorbeeld een kaak of lip driedimensionaal bekijken voor en na een behandeling.’ Ook bij patiënten is het 3D-lab in trek. Kuijpers-Jagtman: ‘Alle patiënten krijgen de 3D-gelaatsfoto’s te zien. Dat vinden ze fantastisch!’ Bergé: ‘Daarnaast zie je in het land een ander verwijspatroon ontstaan. Steeds vaker komen “moeilijke gevallen” bij ons terecht, wat uiteindelijk in een 3D-aangezichtsspreekuur heeft geresulteerd. Dat is natuurlijk zeer te begroeten.’ n
• In 2010 organiseert de FIRG een internationaal congres over de nieuwe 3D-technieken in Eindhoven. • Vorig jaar kreeg promovendus Tong Xi bijna twee ton NWO-subsidie (Mozaiëkbeurs) om met behulp van 3D-technieken te onderzoeken hoe twee gangbare onderkaakcorrigerende operaties het aangezicht en zijn functie beïnvloeden. • 3D-FIRG medewerkers wonnen op het laatste congres van de Nederlandse Vereniging voor Mond-, Kaak- en Aangezichtschirurgie met diverse voordrachten over 3D-gelaatsonderzoek alle prijzen die er te winnen vielen.
r a d b o d e 2 - 2 0 0 9 Vernieuwingen in de zorg dienen vandaag de dag kosten effectief en liefst kostenbesparend te zijn. Daarbij kijken gezondheidseconomen meestal naar de balans tussen kosten en baten voor de totale samenleving. Als de baten van de vernieuwing vooral buiten de zorginstelling val len, zal een zorginstelling echter niet staan te trappelen om de vernieuwing in te voeren. Het is de hoogste tijd dat er aandacht komt voor dit probleem, stelt gezond heidseconoom dr. Eddy Adang van de afdeling Epidemi ologie, Biostatistiek en HTA.
Meer aandacht nodig voor lokale gevolgen zorgvernieuwing
M a r t e n D o o per
“Zinnig en zuinig”, was de voorwaarde die oud-minister Els Borst aan de zorg stelde. Tegenwoordig vallen doorgaans termen als “doelmatige zorg”, “betaalbare zorg” en “kosteneffectieve zorg”. ‘Hoe je het ook noemt, het komt er op neer dat de overheid met het oog op de betaalbaarheid en continuïteit van de zorg streeft naar een zo gunstig mogelijke verhouding tussen kwaliteit en prijs’, stelt Adang. Maar wat is dat nu precies, kosteneffectieve zorg? ‘Dat is zorg waarbij de kosten en baten in een redelijke verhouding tot elkaar staan. Daarbij is die redelijke verhouding zelfs vrij precies gedefinieerd. Een recent rapport van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg stelt dat de kosten in principe maximaal 80.000 euro per QALY mogen bedragen. Die QALY is een maat voor de opbrengst van de behandeling, in termen van levensverlenging en/of een hogere kwaliteit van leven. Bedragen de kosten meer dan die 80.000 euro per QALY, dan vinden we dat in principe geen kosteneffectieve zorg. Dat wil niet zeggen dat die vorm van zorg dan helemaal niet mag worden toegepast. De behandeling van sommige zeldzame ziekten is bijvoorbeeld erg duur aangezien er medicijnen moeten worden ontwikkeld voor een kleine doelgroep. De overheid vindt het uit ethische overwegingen daarbij vaak goed dat die kosten hoger liggen.’ De kosten per QALY van een bepaalde vorm van zorg rollen meestal uit onderzoek dat gekoppeld is aan wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van een (nieuwe) vorm van zorg. ‘Dan kijken de onderzoekers niet alleen of de nieuwe vorm klinische voordelen oplevert, maar ook wat de nieuwe zorg kost en of er ook besparingen uit voortvloeien. Zo zijn vormen van minimaal invasieve chirurgie vaak wat duurder, maar de patiënt herstelt sneller, kan eerder aan het werk en is dus eerder productief voor de maatschappij.’
Gezondheidseconoom dr. Eddy Adang: ‘Blijken de kosten en baten nogal scheef verdeeld te zijn, dan moet er gezocht worden naar manieren om dat recht te trekken.’ Foto: Frank Muller
Scheve verhouding Daarmee snijdt Adang meteen een heikel punt aan. ‘Bij het beoordelen van de kosteneffectiviteit kijkt de overheid vooral naar het totale plaatje, het zogeheten maatschappelijk perspectief. Wat kost het de maatschappij en wat levert het de maatschappij op? Valt die balans gunstig uit, dan zal de minister adviseren de betreffende vorm van zorg landelijk in te voeren. Hierbij zit echter een forse adder onder het gras. Op lokaal niveau, het niveau van de afzonderlijke zorginstellingen, kunnen die berekeningen over kosten en baten namelijk heel anders uitvallen dan op het niveau van de maatschappij. Nieuwe behandelvormen betekenen voor de zorginstelling meestal extra kosten, in ieder geval op de korte termijn. Denk aan de aanschaf van nieuwe apparatuur, scholing van personeel of zelfs aantrekken van extra personeel. Daarnaast grijpt de zorginstelling zelf soms naast de baten van de zorgvernieuwing. Zo berekenden wij dat een liesbreukoperatie met minimaal invasieve chirurgie per patiënt 279 euro duurder is dan een conventionele, open operatie. Wel kan de patiënt door de minimaal invasieve operatie gemiddeld 13 dagen eerder aan het werk. Dat betekent in de praktijk dat, afgezien van de voordelen voor de patiënt, de winst
voor de werkgever van de patiënt is, terwijl de meerkosten op het bordje van het ziekenhuis liggen. Maatschappelijk gezien is er dus sprake van een kosteneffectieve vernieuwing, maar voor het ziekenhuis betekent het een extra kostenpost. Ik vind dat deze problematiek tot nu toe onderbelicht blijft in de discussies over de invoering van kosteneffectieve zorgvernieuwingen. Dit lokale perspectief is namelijk van groot belang om een zorgvernieuwing daadwerkelijk ingevoerd te krijgen. Immers, als het een zorginstelling alleen maar extra geld kost zullen directies of afdelingshoofden niet meteen staan te trappelen van ongeduld om die vernieuwing in te voeren. Onderzoek naar de kosteneffectiviteit van nieuwe zorgvormen moet wat mij betreft daarom meer gevolgd worden door een berekening van de kosten en baten op lokaal niveau. En blijken de kosten en baten nogal scheef verdeeld te zijn, dan zal er gezocht moeten worden naar manieren om die scheve verhouding op de een of andere manier recht te trekken. Je kunt dan denken regelingen die het mogelijk maken dat er geld gaat stromen van de partij die profiteert van de vernieuwing naar de partij die moet investeren. Dat zou het invoeren van zorgvernieuwingen wel eens een stuk vlotter kunnen laten verlopen.’ n
Herinnering aan de campus Ignace Schretlen was student geneeskunde, co-assi stent, huisarts-in-opleiding, gastdocent en zorgconsu ment van het Radboud en als kind struinde hij rond in de bossen van Heyendael. Schretlen - schrijver, dichter en arts – kreeg in de jaren zeventig bekendheid met zijn geruchtmakende publicaties ‘Dagboek van een coassistent’ in Medisch Contact. Binnenkort verschijnt van zijn hand de gedichtenbundel ‘Een onvermoede bocht’. Een aantal gedichten gaan over zijn herinneringen aan het Radboud, waaronder ‘Heyendaal’ (zie bijgaand gedicht). Schretlen legt uit: ‘Heyendael was voor mij een spannend woud. Maar diep in dat bos lag ‘grootvaders berg’, een veilige plek met hierop een eeuwenoude eik, die beschutting bood. Het heuveltje bevond zich niet ver van het huidige Han Fortmann Centrum, dat door mijn moeder en een vriendin van haar is opgericht.’ Als gymnasiast maakte hij elke zondagochtend zijn huiswerk op de Radboud in een kamertje naast het grote studeervertrek van zijn vader, die hoogleraar kindergeneeskunde was. ‘Ik hoor nog steeds zijn voetstappen door de gang wanneer hij om elf uur warme chocomelk ging halen. Over de huidige ‘campus’ lag toen nog de rust van een dorpsgezicht uit 1919. Helaas is die vertrouwde plek gesloopt. Waar is die veilige plek van ‘grootvaders berg’? Waar is die eeuwenoude eik gebleven? De boom is omgehakt en ik voel mij ontworteld.’ Meer informatie: www.IgnaceSchretlen.nl n
HEYENDAAL De strakgetrokken welpjestrui, te vaak gewassen, te snel gegroeid, om het hijgend hart, in spurt ‘t pad grootvaders berg op naar die eeuwenoude eik, die met zijn brede rug beschutting bood na jaren haas, hert en wolf te zijn geweest, keer ik terug naar dit versteende woud, dat troost aan zieken biedt; nu schuilt die oude eik in mij en knelt er iets van binnenuit. Ignace Schretlen Foto: Jan van Teeffelen
5
i n be d r i jf
Foto: Flip Franssen
Invoering burgerservicenummer
‘De patiëntenadministratie wordt overzichtelijker’ Ziekenhuizen, huisartsen en overige zorgverleners moeten verplicht per 1 juni voor al hun patiënten het burgerservicenummer (BSN) hebben ingevoerd. Ook het UMC St Radboud moet deze klus klaren. Een grote operatie, want de poli’s zien jaarlijks zo’n 200.000 patiënten. De poli Kinderen en Jeugdigen is al bezig met de invoering. De overige poliklinieken starten op 1 maart. Het BSN-nummer is hetzelfde als het oude Sofinummer en staat voor iedereen voor het leven vast. Nu gebruiken bijvoorbeeld ziekenhuizen, huisartsen en zorgverzekeraars nog verschillende nummers voor een patiënt. ‘Met het BSN-nummer wordt de patiëntenadministratie overzichtelijker’, aldus projectleider Nienke Verhagen. ‘Gegevens zijn zo betrouwbaarder en eenvoudiger tussen instanties uit te wisselen.’ De poliklinieken worden erop voorbereid om op 1 maart te starten met het invoeren. Zo zijn er vanaf de week van 9 februari speciale instructiebijeenkomsten voor polimedewerkers. ‘Het invoeren houdt in dat je bij elke patiënt vraagt naar het identiteitsbewijs, je controleert het BSNnummer in een landelijk register en vervolgens verwerk je het in de administratie’, vertelt Verhagen. ‘Niet moeilijk, maar het kost wel extra tijd. Patiënten krijgen hierover een folder bij de uitnodiging voor een afspraak. De invoering kan betekenen dat de wachttijden iets langer duren.’ Na 1 juni houdt het invoeren van het BSN-nummer niet op. ‘We blijven dit doen voor onze nieuwe patiënten’, zegt Verhagen. ‘Ook gaan we de BSN’s invoeren bij de ontslagbrieven, labuitslagen, verwijzingen enzovoorts. Eerst moeten we onze communicatiesystemen daarvoor aanpassen. Daar zijn we al mee bezig en daar gaan we na 1 juni mee door. Nu is het vooral een flinke kluif om voor 1 juni de BSN’s voor alle huidige patiënten in de administratie in te voeren.’ Op intranet is er, onder de button UMC-brede projecten, een pagina met alle praktische informatie hierover. Hier vind je onder andere een checklist voor het invoeren, en wanneer de instructiebijeenkomsten zijn. Vragen over de invoering van het BSN-nummer kunnen gemaild worden via Postbus ‘projectgroep invoering BSN’ in Outlook. Meer info is ook te vinden op www.infobsnzorg.nl. GM
Verplichte vergunningen
‘Gentherapie vereist alle zorgvuldigheid’ Gentherapie staat nog in de kinderschoenen. De toepassing hiervan vraagt om alle zorgvuldigheid. Daarom zijn in Nederland hiervoor vergunningen verplicht, waarvoor de aanvraag maanden kan duren. Ook zijn er interne procedures geldig voor het UMC St Radboud. Sinds vorig jaar is het kwaliteitszorgsysteem rond gentherapie te vinden op KWINT. Bij gentherapie wordt genetisch materiaal in lichaamscellen van een patiënt ingebracht. Deze vorm van therapie biedt in de toekomst mogelijk een oplossing voor sommige, nu nog ongeneeslijke, erfelijke ziektebeelden. Het transport van het genetisch materiaal naar de cellen kan bijvoorbeeld gebeuren via virussen. ‘In Nederland zijn er nog maar enkele studies waarbij patiënten gentherapie krijgen, bijvoorbeeld bij prostaatkanker en melanoma’, vertelt Carola Driessen, milieuveiligheidsfunctionaris bij de Arbo- & Milieudienst. ‘De kans dat in het Radboud de komende jaren gentherapie wordt toegepast, is klein. Toch is het belangrijk artsen te attenderen op de procedures. Een collega-arts uit het buitenland kan vragen om Nederlandse patiënten deel te laten nemen aan een studie. In het buitenland gelden andere regels. Zo past
men in China veel sneller gentherapie toe, ook in ZuidEuropa is men soepeler. Voor gentherapie bij mensen in Nederland zijn bepaalde toestemmingen verplicht van de overheid.’ Het gaat hier om een of meerdere van de volgende toestemmingen: een positief oordeel van de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO), een verklaring van geen bezwaar van het Ministerie van VWS en een vergunning van het Ministerie van VROM. De aanvraag van deze toestemmingen duurt minimaal drie maanden tot ongeveer een half jaar. Ook gelden er voor het Radboud interne veiligheidseisen. ‘Je moet alle zorgvuldigheid betrachten om zo de veiligheid van de patiënt te garanderen’, aldus Driessen. ‘Bij bijvoorbeeld het gebruik van virussen moet ook worden voorkomen dat andere mensen of dieren er schade van ondervinden. Daarnaast is onzorgvuldigheid ook schadelijk voor de naam van je ziekenhuis.’ Op KWINT staat het kwaliteitszorgsysteem voor gentherapie, te vinden onder het trefwoord ‘gentherapie’. Voor vragen over de procedures, neem contact op met Carola Driessen via
[email protected] of tel. 19660. GM
Desinfectie
Ingenieus apparaat voor handendesinfectie
Foto: Michelle Stuiver
Handhygiëne is een groot probleem binnen ziekenhuizen. Maar binnen afzienbare tijd zal er een apparaat op de markt zijn waarmee OK-personeel binnen enkele seconden handen en onderarmen grondig kan desinfecteren. Via het programma Pieken in de Delta, ontvangen onderzoekers subsidie van Economische Zaken en de provincie Gelderland voor de ontwikkeling van dit apparaat. Van de afdeling Medische Microbiologie vervullen prof.dr. Paul Verweij en prof.dr. Andreas Voss een belangrijke rol in dit onderzoek, dat wordt uitgevoerd door TNO, UMC St Radboud en twee commerciële bedrijven. Verweij: ‘Bij operatieve ingrepen besteden chirurgen en ander OKpersoneel veel tijd aan het desinfecteren van handen en onderarmen. Dat moet sneller en efficiënter kunnen. Onze afdeling heeft veel expertise op het gebied van ziekenhuisinfecties en desinfectie. Wij zullen gaan werken met niet-thermisch plasma, een reactief gas, dat een zeer effectief middel is tegen micro-organismen en niet schadelijk is voor de huid.’ Als het mee zit zou het apparaat over drie jaar op de markt kunnen zijn en wellicht is de techniek ook bruikbaar bij de voedingsmiddelen- en de farmaceutische industrie. ND
Elektronische trapbekrachtiging
Extra duwtje Op de afdeling Longrevalidatie van het Universitair Longcentrum Dekkerswald worden mensen behandeld met klachten die het gevolg zijn van allerlei longziekten en ademhalingsstoornissen. Doel van de revalidatie is de fysiologische stoornissen te beperken en daarmee de kwaliteit van leven te verbeteren. De Groesbeekse fietsspecialist Sjef van Bergen viert dit jaar zijn 100 jarig jubileum en deed Dekkerswald twee fietsen met elektronische trapbekrachtiging cadeau. ‘Voor revalidanten is het fietsen op een gewone fiets meestal te belastend, zeker in een heuvelachtige omgeving als bij ons’, zegt Walther Croonen, bewegings- en psychomotorisch therapeut van Dekkerswald. ‘De fietsen met elektronische trapbekrachtiging zijn voor onze patiënten echt een uitkomst.’
6
Onderzoek
Medicijnkosten maagklachten kunnen omlaag De kosten voor de behandeling van maagklachten kunnen omlaag, als patiënten die voor de eerste keer maagklachten hebben, starten met lichte middelen en pas bij aanhoudende klachten overgaan op sterkere medicijnen. Dit blijkt uit onderzoek van onder andere de afdeling Maag-, darm-, en Leverziekten, recent gepubliceerd in The Lancet. Ongeveer veertig procent van de Nederlandse bevolking heeft regelmatig last van z’n maag. Het Centraal Beleids Orgaan (CBO) heeft een richtlijn opgesteld voor de behandeling van deze klachten. De richtlijn adviseert huisartsen om bij patiënten die voor de eerste keer maagklachten hebben, te starten met lichte medicijnen (eenvoudige zuurbinders en zuurremmers) en als dit geen resultaat oplevert, over te gaan op de sterkere protonpompremmers. Dit wordt de step-up behandeling genoemd. Toch blijkt, dat in de praktijk de huisarts vaak meteen de sterkste medicijnen voorschrijft. Tot dusver was het nog onduidelijk, welke behandelmethode het beste is, in termen van kosteneffectiviteit. Enkele jaren geleden zijn het UMC St Radboud, het UMC Utrecht en de Universiteit Maastricht gestart met een onderzoek, waarin de step-up behandeling vergeleken werd met de step-down behandeling: van sterk naar licht. Aan dit onderzoek hebben meer dan 300 huisartsen en 664 patiënten meegedaan. Uit de resultaten blijkt dat de patiënten, die begonnen met het sterkste medicijn eerder klachtenvrij waren dan de patiënten, die begonnen met het lichtste medicijn. Echter, na een half jaar waren de verschillen tussen beide groepen nagenoeg verdwenen. Ook in de kwaliteit van leven was na zes maanden geen verschil. Patiënten die begonnen met het lichtste medicijn hadden echter minder behandelkosten gemaakt, vooral voor medicijnen. Dit resultaat geeft aan dat het, gezien de kosten, maatschappelijk wenselijk is dat huisartsen bij patiënten die voor het eerst maagklachten hebben, starten met de lichte medicijnen. Dit komt overeen met de CBO-richtlijn. In het onderzoek is pantoprazol gebruikt, een relatief dure variant van de sterke protonpompremmer. Die wordt ook in de praktijk veel voorgeschreven. Als in de berekening de kosten van pantoprazol worden vervangen door die van goedkopere protonpompremmers, dan is het verschil in behandelkosten bijna verdwenen. Het is echter niet bekend of deze goedkopere protonpomp remmers even effectief zijn als pantoprazol. JG
Test koffievoorzieningen
Toe aan een lekker bakkie op uw werkplek?
Foto: Michelle Stuiver
Test de koffievoorzieningen en maak uw voorkeur bekend, want uw mening geeft de doorslag bij de keuze voor de nieuwe koffieautomaten op uw afdeling. Wanneer? 9 t/m 13 februari 2009. Waar? Vergaderzaal A-gebouw, route 634 (naast de kapsalon). Grote hal begane grond Q-gebouw Vrouw & Kind. Hoe laat? Maandag 9.00 – 17.30 uur. Dinsdag t/m vrijdag 7.30 – 17.30 uur. Het is de bedoeling dat zoveel mogelijk medewerkers van de drie mogelijke nieuwe koffievoorzieningen een kopje koffie, cappuccino of espresso proeven en hierbij letten op de smaak, maar ook zaken als de uitstraling, het bedieningsgemak en de snelheid van het apparaat en de toebehoren (zoals suiker en melk). De koffievoorziening die u het meeste bevalt kunt u ter plekke bij de proeflocaties kenbaar maken via een papieren formulier of een digitaal formulier. In het voorjaar worden de huidige koffiemachines vervangen voor de nieuwe. Uw voorkeur voor de nieuwe koffievoorziening kunt u eenmalig aangeven (elk z-nummer kan 1 keer meedoen). JvdL
I n t er v i e w
R AD B OD E 2 - 2 0 0 9
Boeddhist in het Radboud
Verpleegkundige Margreet Centen: ‘In mijn werk heb ik veel aan het boeddhisme.’
Foto: Flip Franssen
Verpleegkundige Margreet Centen werkt op de afdeling Verloskunde, is lid van de OR én boeddhist. Radbode sprak haar over haar geloof, de betekenis van het boeddhisme voor haar werk, maar ook over het christendom. ‘Als Jezus en Boeddha elkaar hadden gekend, hadden ze het prima met elkaar kunnen vinden.’ G i js M u n n i c h s
‘Boeddhist zijn, betekent voor mij: het beste voorhebben met je medemens’, vertelt Margreet Centen. ‘Dat is een basishouding die elke verpleegkundige zal hebben, maar die ook heel duidelijk door het boeddhisme wordt uitgedragen. Ik ben aanhanger van het zenboeddhisme, waarin meditatie een grote rol speelt. De essentie van het zenboeddhisme is dat je meer gaat leven in harmonie met je innerlijk en met je omgeving. In mijn dagelijkse werk stel ik mezelf steeds die vraag: hoe kan ik iets betekenen voor mijn medemens?’ ‘Bij Verloskunde zie je veel geluk, maar krijg je ook te maken met immens verdriet’, vertelt ze verder, ‘Baby’s overlijden of blijken gehandicapt te zijn. Zwangerschappen moeten afgebroken worden. Dit leed kan ik niet wegnemen, maar ik kan er wel voor zorgen dat het verblijf in het ziekenhuis zo goed mogelijk is. Als mensen daar goed op terugkijken, kunnen ze het verdriet beter een plek geven. In mijn werk heb ik veel aan het boeddhisme. Een belangrijke waarde is dat ik me altijd onbevooroordeeld wil opstellen naar anderen.’ Wat ze hiermee bedoelt, illustreert Centen met wat de meest vreemde avond in haar loopbaan is geweest. ‘Tijdens één avonddienst kreeg ik te maken met vier overleden kinderen.’ Centen is nog aangedaan als ze erover vertelt. ‘Een vrouw beviel van drie kinderen die het allemaal niet hebben gered. De kindjes lagen op een aankleedkussen, maar de vader en moeder konden er niet naar kijken. Ze wilden ook geen gipsafdrukken van handjes of voetjes, of iets anders ter herinnering. Daar zouden ze problemen mee krijgen, ging er door me heen. Tegelijk dacht ik: hoe ik het zie, is volstrekt onbelangrijk.’ In de kamer ernaast was een vrouw bevallen van een doodgeboren kind, terwijl ze niet eens wist dat ze zwanger was. ‘Haar man en twee andere kinderen waren er ook. Ze hebben rond de baby gezeten, samen gehuild,
de baby vastgehouden en geknuffeld, een naam gegeven. Daar ging het zo anders dan de kamer waar de drieling lag. Het is niet aan mij om te oordelen wat goed of slecht is. Ieder mens verwerkt verdriet op zijn eigen manier. Ik wilde voor beide ouderparen de zorg geven waar zij behoefte aan hadden.’
‘Onbevooroordeeld zijn, is een belangrijke boeddhistische waarde’
Ingewikkeld borduurwerkje Margreet Centen raakte twaalf jaar geleden geïnteresseerd in het zenboeddhisme. Sinds 2000 mag ze zich officieel boeddhist noemen. ‘Om boeddhist te worden, moet je aan jezelf en je leraar je overtuiging laten blijken. Dit doe je door een eigen “raksu” te maken. Dit is een soort lapje, een heel ingewikkeld borduurwerkje. Ik heb soms gevloekt op dat ding, ben er vier maanden mee bezig geweest. Het symboliseert dat je een proces hebt doorgemaakt. Als het klaar is, zet je leraar je boeddhistische naam erop. Ik heb de naam “flower of emptiness” gekregen, bloem van leegte.’ Klinkt “leegte” niet negatief? ‘In het boeddhisme is dit juist
7
iets groots’, verduidelijkt Centen. ‘Leegte is ruimte. Soms zit je hoofd zo vol, dat je niet meer ziet waar het eigenlijk om gaat. De kunst is om de ruimte, de “leegte” te blijven zien. Dan kun je met afstand blijven kijken en oplossingen zien als er problemen zijn. Zo wil ik, hoe druk het ook is op het werk, altijd tijd en aandacht vinden voor mijn patiënten.’
Reorganisatie Centen zit sinds kort in de commissie Identiteit. Hierin zijn medewerkers uit allerlei geledingen van het Radboud vertegenwoordigd: artsen, verpleegkundigen, maar ook mensen uit adviserende en ondersteunende diensten. ‘We bespreken hoe we vanuit “menslievendheid” de zorg kunnen verbeteren in ons UMC. Dat heeft te maken met je houding naar de patiënt, maar ook met hoe mensen onderling met elkaar omgaan, als collega’s, in teamverband.’ Voor Centen is het klaarstaan voor de ander een belangrijke levensinvulling. In haar spirituele beleving, als verpleegkundige en als OR-lid. Ze zit in de OR onder meer in de regiewerkgroep over de reorganisatie. ‘Wij behandelen alle stukken die met de reorganisatie te maken hebben. Het zijn roerige tijden. Er zijn mensen in onzekerheid over hun functie of baan. Mijn tip is: ga niet in je eentje tobben, maar praat erover met collega’s, met je leidinggevende. Als dat laatste niet kan, neem dan contact op met de OR.’ Via de OR leert Centen medewerkers uit alle professies van het ziekenhuis kennen. ‘Het is heel verrijkend om buiten de grenzen van het verpleegkundige beroep te kijken. Het maakt mijn werk breder en interessanter. Daarnaast is de OR heel duidelijk gericht op “de ander”. Medewerkers moeten goed gehoord worden. De OR neemt beslissingen in hun belang. Me daarvoor inzetten, geeft mij veel positieve energie.’
Jezus en Boeddha Centen draagt het boeddhisme niet uit in kleding, sieraden of uiterlijk. ‘Mediteren doe ik in mijn eigen tijd.’ Hoe is het om als boeddhist in een katholieke organisatie als het Radboud te werken? ‘Het boeddhisme en christendom bijten elkaar absoluut niet’, antwoordt ze. ‘Sterker: ik ben niet alleen boeddhist, maar ook christen. In een oude Nieuwjaarsspeech haalde Emile Lohman de Bergrede aan. Hierin roept Christus de mensen op om naar binnen te kijken: wat doe jij zelf voor de ander? Die vraag stelt Boeddha ook. Voor mij is Boeddha een wijze heer, maar Jezus evengoed. Als Jezus en Boeddha elkaar hadden gekend, hadden ze het waarschijnlijk prima met elkaar kunnen vinden.’ n
rep o r t a g e
Samenvoeging kinder- en volwassenendialyse
‘Continuïteit en kwaliteit blijven nu gewaarborgd’ Door gebrek aan gespecialiseerde verpleegkundigen moesten nierpatiëntjes anderhalf jaar geleden van het gebouw Vrouw en Kind verkassen naar de centrale dialyse-unit. Dat was niet altijd makkelijk.... ‘Maar uiteindelijk is het voor alle partijen een verrijking gebleken.’ M a r l i es M i e l e k a mp
Gebroederlijk zitten de driejarige Yasser Bouhchouch en Shpat Kaljisi van tweeëneenhalf naast elkaar. In aparte bedjes weliswaar en gekoppeld aan een dialyseapparaat. Dat laatste schijnt beide jongetjes niet te deren: Yasser eet lekker zijn boterhammetje met vruchtenhagel terwijl mama toekijkt en Shpat kijkt een tekenfilmpje met de koptelefoon op. Drie uur stil in een bedje zitten, dat moet voor zulke jonge kinderen moeilijk zijn… Toch valt dat erg mee, volgens de moeder van Yasser en de vader van Shpat. ‘Het is een onderdeel van hun leven’, vertelt Linda Koster, kindernefroloog en lid van het werkplekmanagement. ‘En ze krijgen hier drie uur lang één op één aandacht, want er is altijd wel een verpleegkundige, leerkracht, ouder of speltherapeut met de kinderen bezig. We hebben zelfs
een jongetje gehad dat voorbereid moest worden op weer naar huis gaan: hij had hier zoveel speelgoed en dat miste hij thuis!’
Concessies doen De kamer waarin de kinderen liggen is met open deuren verbonden met twee andere kamers waarin volwassenen gedialyseerd worden. Nee, niet in het gebouw Vrouw en Kind, maar net onder de hoofdingang van het UMC St Radboud. ‘We waren tot augustus 2007 een kleine zelfstandige unit in het Q-gebouw, maar er was door reorganisaties en uitstroom van specialistische verpleegkundigen een te kleine verpleegkundige formatie ontstaan waardoor we de dienstlijst niet meer rond kregen’, legt Koster uit. Nadat het besluit was genomen dat de kinderen voorlopig naar de centrale dialyse-unit zouden gaan, was dat binnen twee weken daadwerkelijk het geval. Dat vroeg
Shpat kijkt een tekenfilmpje met de koptelefoon op.
concessies aan beide kanten. ‘Zo hebben wij onze capaciteitsuitbreiding tijdelijk op een laag pitje gezet om prioriteit te geven aan het voortbestaan van de kinderdialyse’, vertelt Henk van Hamersvelt, nefroloog en lid van het werkplekmanagement. Niet iedereen was even blij met de verhuizing. Vooral het verlies van de speciaal op kinderen ingerichte dialysezaal in het gebouw Vrouw en Kind was moeilijk voor het personeel en de ouders. Omgekeerd moest het verpleegkundig personeel op de centrale dialyse-unit wennen aan het idee om met kinderen te gaan werken. ‘Deze dialyseverpleegkundigen hebben daar immers nooit expliciet voor gekozen’, zegt senior verpleegkundige Ruud Nelissen. ‘Maar nu het op hun pad kwam hebben ze de uitdaging aangenomen. Het team van de centrale dialyse-unit voelde de verantwoordelijkheid om de kinderdialyse te redden. Na enige tijd was iedereen enthousiast en is er weer sprake van een volwaardig kinderteam dat alle behandelingen bij de kinderen kan uitvoeren.’ Naast de kinderdialyseverpleegkundigen, moesten ook verpleegkundigen uit de centrale pool geschoold worden, protocollen bijgesteld en zaken gesynchroniseerd worden. Dat was moeilijk voor de afdeling en daarom vindt Nelissen het jammer dat in het begin vaak gezegd werd dat de centrale dialyse-unit niet kindvriendelijk was. ‘We Foto's: Jan van Teeffelen
8
R AD B OD E 2 - 2 0 0 9
Een mijnheer ligt te fietsen, dan werkt de dialyse beter. hebben zo ons best gedaan het goed te doen. Op Koninginnedag hebben we hier bijvoorbeeld – ondanks de krapte – een vrijmarkt voor de kinderen gehouden.’ ‘Maar het is toch ook verklaarbaar, Ruud’, relativeert Koster. ‘In het Q-gebouw is alles ruim en licht opgezet, hier werden de kinderen op een verhoudingsgewijs kleine zaal gezet waar we nauwelijks het speelgoed kwijt konden en mensen rond het bed erg weinig ruimte hadden. Alleen fysiek al was het een achteruitgang...’
Gesynchroniseerde protocollen Uiteindelijk heeft iedereen besloten er de schouders onder te zetten en is er de afgelopen anderhalf jaar heel wat bereikt. Zo is onmiddellijk begonnen om een deel van de veertig dialyseverpleegkundigen voor volwassenen bij te scholen om ook kinderen te kunnen behandelen. Koster: ‘Technisch konden ze dat natuurlijk wel, maar volwassenen en kinderen verschillen toch. In de leersituatie werden vaak twee verpleegkundigen met relatief weinig ervaring met kinderdialyse bij de kinderen ingezet terwijl op de achtergrond altijd minstens één ervaren kracht toezicht hield.’ Heel veel zaken tussen beide afdelingen zijn inmiddels gesynchroniseerd. ‘Zo waren de instellingen van de machines anders’, vertelt Van Hamersvelt. ‘Het is nu allemaal gelijk en dat geldt bijvoorbeeld ook voor de dialyseapparaten op de Intensive Care. Dat is voor de verpleegkundigen veel handiger, maar ook voor onze technici die altijd al op meerdere locaties werkten.’ Ook protocollen werden naast elkaar gelegd en vergeleken. ‘Een groot voordeel daarvan was dat we allemaal weer moesten nadenken over waarom we iets op een bepaalde manier doen,’ stelt Koster. ‘Die input van beide kanten is een verrijking voor alle partijen gebleken.’ Een ander voordeel is dat er op de centrale dialyse-unit ruimere mogelijkheden zijn voor dialysetijden. Nelissen: ‘In het gebouw Vrouw en Kind kon door de geringe personele bezetting maar één shift gedraaid worden. Hier kunnen kinderen 6 dagen per week tussen 8 uur ’s ochtends en 8 uur ’s avonds terecht, waardoor ze de mogelijkheid hebben om in de ochtend naar school te gaan.’ Een ander winstpunt is dat er nu ook voor de kinderen verpleegkundigen beschikbaar zijn met een speciaal aandachtsgebied. Van Hamersvelt: ‘Binnen een klein team is dat nauwelijks mogelijk, maar nu zijn er ook voor kinderen verpleegkundigen met bijvoorbeeld shuntzorg als aandachtsveld.’ ‘De samenwerking tussen verpleegkundigen is ook veel beter geworden’, stelt Nelissen. ‘Die is verder gegaan dan in het verleden voordat het Q-gebouw er stond. Het is nu echt een geïntegreerd geheel geworden.’ En er wordt veel van elkaar geleerd. ‘Zo werd bij volwassenen altijd plasmaferese op de afdeling hematologie toegepast en bij kinderen plasmafiltratie op de dialyseafdeling. Er is nu een nieuwe behandeling waarvoor we antistoffen in het bloed moeten wegvangen en daarvoor passen we nu ook bij volwassenen plasmafiltratie toe. Kijk, dat leerden we dus van de kinderdialyseverpleegkundigen’, zegt Van Hamersvelt.
Continuïteit en kwaliteit De kroon op anderhalf jaar hard werken was de certificering afgelopen december door de Stichting Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector (HKZ), vertelt hoofdverpleegkundige Suus van Neerven die tevens lid is van het werkplekmanagement. ‘In 2006 was de dialyse voor volwassenen al gecertificeerd, maar dat moest in maart 2009 vernieuwd worden en we hebben besloten meteen de kinderdialyse mee te nemen. Als je nagaat dat er 50 mensen in multidisciplinair verband over 32 onderwerpen werden bevraagd, zal iedereen begrijpen dat dit een enorme klus was. We zijn met Amsterdam
‘Een groot voordeel was dat we allemaal weer moesten nadenken over waarom we iets op een bepaalde manier doen’
nu het enige centrum dat zowel voor de kinder- als de volwassenendialyse gecertificeerd is!’ Als we samen naar het Q-gebouw lopen om nog even naar de dialysezaal daar te kijken, vertelt Van Neerven dat de kinderen vanaf maart weer naar hun oude plek zullen gaan. ‘Uiteindelijk hebben we in de eerste maanden maar één kind naar Utrecht moeten sturen, omdat behandeling hier echt niet kon.’ Als het zover is zullen de kinderen maandag, woensdag en vrijdag van 8 tot 8 in het kinderziekenhuis terecht kunnen. Om het zo efficiënt mogelijk te maken worden daar dinsdag, donderdag en zaterdag volwassenen gedialyseerd. En als een kind met spoed naar de dialyse moet, bijvoorbeeld omdat het net getransplanteerd is, dan kan het altijd tussendoor geholpen worden op de centrale dialyse-unit. Als we de dialysezaal in het gebouw Vrouw en Kind binnenkomen, valt onmiddellijk op hoe licht en ruim het daar is. Door de grote speelgoedkasten, een apart hoekje voor de ouders en het speeltuintje buiten is het op en top geschikt voor kinderen. Het is dan ook vreemd om er vijf volwassen patiënten te zien liggen. Een mijnheer ligt te fietsen terwijl hij gedialyseerd wordt. Een grappig gezicht, maar het blijkt bepaald niet voor de grap te zijn. ‘Zo werkt de dialyse beter’, legt Van Neerven uit. Mijnheer Buijssen vertelt dat hij al zeven jaar gedialyseerd wordt en dat hij ontzettend blij is met de goede behandeling in het UMC St Radboud. ‘Ik ben even naar een ander ziekenhuis vlakbij geweest voor behandeling maar snel weer teruggekomen, want het bevalt me hier veel beter’, vertelt hij. Maar hij zal ook blij zijn als hij weer op de centrale dialyse-unit behandeld kan worden, ‘daar vind ik het wat gezelliger’. Voor Yasser en Shpat, hun ouders en al het ondersteunende personeel zal het ook weer fijn zijn om in het kinderziekenhuis behandeld te kunnen worden of te werken. ‘Dit keer met tien gespecialiseerde verpleegkundigen uit de pool van veertig die in meer of mindere mate bij kinderen kunnen worden ingezet. Daardoor blijven continuïteit en kwaliteit gewaarborgd’, besluit Van Hamersvelt. n
Het lijkt de kinderen niet te deren dat ze drie uur in hun bedje moeten zitten.
9
o n d er z o e k
Snel trainen na een beroerte voor een beter herstel Na een beroerte duurt het meestal enkele weken voordat de patiënt zijn (deels) verlamde arm intensief gaat trainen. Mogelijk is de meest cruciale periode voor herstel dan al voorbij. Een gezamenlijke studie van vier UMC’s en enkele revalidatiecentra moet uitwijzen of snelle training een beter herstel oplevert. M a r t e n D o o per
Het is me wat. Je bent als patiënt nog niet bekomen van de schrik dat je een beroerte hebt gehad, of je krijgt al een intensieve training van je (zo goed als) verlamde arm en hand voor je kiezen. Tenminste, als je proefpersoon bent in het EXPLICIT-stroke project. EXPLICIT is een anagram voor EXPLaining PlastICITy. Hierbij draait het allemaal om de term plasticiteit, ofwel het vermogen van de hersenen zich aan te passen aan een nieuwe situatie. ‘De nieuwe situatie is in dit geval het feit dat een deel van hersencellen die betrokken zijn bij het besturen van de spieren in de hand en arm definitief zijn uitgeschakeld door de beroerte’, legt Chantal Bakker, revalidatiearts in opleiding uit. ‘De afgelopen decennia is meer en meer duidelijk geworden dat de hersenen in staat zijn zich aan te passen aan die nieuwe situatie. Onder invloed van intensieve training nemen hersencellen die niet door de beroerte zijn getroffen de taak over van de verdwenen hersencellen waardoor de arm en hand weer te gebruiken zijn. Hierbij vormen zich nieuwe uitlopers van hersencellen en nieuwe verbindingen tussen hersen cellen. Sinds kort zijn er aanwijzingen dat dit aanpassingsvermogen, die plasticiteit, het sterkst is direct na het optreden van de beroerte. Vandaar dat wij in het kader van de EXPLICIT-studie de patiënten binnen een week na de beroerte in samenwerking met de regionale revalidatiecentra drie weken lang een intensief
‘Sinds kor t zijn er aanwijzingen dat dit aanpassings vermogen van de hersencellen, het sterkst is direct na het optreden van de beroer te’ trainingsprogramma aanbieden. Hierbij proberen de patiënten met hun aan gedane hand allerlei taken uit te voeren, terwijl ze hun goede hand niet kunnen gebruiken doordat hier een soort van ovenwant overheen zit’, vertelt Bakker die het onderzoek uitvoert onder leiding van prof. Sander Geurts en dr. Annette van Kuijk. ‘Bij patiënten die hun hand helemaal niet meer kunnen gebruiken, stimuleren we het samentrekken van de spieren met lichte elektrische prikkels.’
Brede opzet Het is niet alleen de bedoeling dat het onderzoek uiteindelijk uitwijst of deze snelle en intensieve training de patiënt inderdaad een beter herstel oplevert, maar dat het ook inzicht geeft in de manier waarop dit herstel tot stand komt en in de factoren die van belang zijn voor het eventuele succes. Deze brede opzet maakt dat vier UMC’s nauw samenwerken in de studie. Naast het Radboud zijn ook het UMC Utrecht, het VU Medisch Centrum en het UMC Leiden betrokken bij het project. Bakker: ‘Elk UMC voert naast de trainingen eigen metingen uit aan de patiënt. Wij brengen met Transcraniële Magneet Stimulatie in kaart in hoeverre de zenuwbanen naar de arm en hand toe nog intact zijn en hoe deze zich tijdens de training ontwikkelen. Onze Utrechtse collega’s leggen zich vooral toe op de structurele veranderingen in de hersenen zelf. Zij brengen de activiteit van hersengebieden in kaart met fMRI. De Leidse onderzoekers meten met een in Delft ontwikkelde robot wat er precies in de spieren en zenuwbanen die de arm en hand aansturen verandert en de mensen uit Amsterdam meten de precieze ruimtelijke bewegingen van arm en hand tijdens de training. Combineren van al deze gegevens geeft ons hopelijk meer inzicht in hoe het proces van plasticiteit precies verloopt en of vooraf al te voorspellen is hoeveel kans er is dat een patiënt zijn hand en arm weer kan gebruiken.’ n
Onder invloed van intensieve training nemen hersencellen die niet door de beroerte zijn getroffen de taak over van de verdwenen hersencellen, waardoor de arm en hand weer te gebruiken zijn. Foto: Flip Franssen
10
R AD B OD E 2 - 2 0 0 9
prijzen en benoemingen
Met prismabril mensen weer recht in de ogen kijken ‘Ik wil geen valse verwachtingen scheppen. Met een prismabril ga je niet scherper zien. Wél kun je mensen weer recht in de ogen kijken’, vertelt optometrist Anton Verezen, die hier 28 januari op is gepromoveerd. Bij het eindstadium van de oogaandoening Maculade generatie wordt de gele vlek in het netvlies een blinde vlek. Circa 20.000 mensen in Nederland kampen met dit ouderdomsprobleem, en hebben nog een gezichts vermogen van 5 procent. Door de vergrijzing zal dit aantal toenemen.‘Deze mensen herken je omdat ze je niet recht aankijken. Ze focussen hun blik naast het litteken achterin het netvlies, dán zien ze het scherpst,’ vertelt Verezen. Hij begeleidt hier al twintig jaar slechtzienden in het gebruik van hulpmiddelen. In 1996 heeft hij de prismabril geïntroduceerd en bij 500 patiënten aan gemeten. Hij promoveert nu op vervolgonderzoek. Zo’n
Onderwijsprijs voor d r . P. C . M . d e W i l d e
50 procent draagt de bril na tien jaar nog steeds. De helft is dus afgehaakt? ‘Jammer, want het is een kwestie van doorzetten,’ volgens Verezen. ‘Met het prisma verschuif je het beeld een fractie en daar moeten de hersenen aan wennen. In het begin grijp je naast voorwerpen, stoot je je schouder aan de deurpost, ben je duizelig en heb je de neiging de bril af te zetten. Dat moet je juist niet doen, dan verdwijnen deze klachten binnen veertien dagen.’ Wie geen problemen ondervindt van het scheef kijken, wil hij geen bril aanpraten. ‘Maar vind je het lastig dat je mensen niet recht kunt aankijken, dan is de bril een uitkomst. Uit mijn onderzoek blijkt bovendien dat mensen die de bril gebruiken beter en sneller objecten kunnen herkennen, omdat de blinde vlek niet meer hinderlijk in de kijkrichting zit. Het herstel van oogcontact en het verminderen van de scheve hoofdhouding is ook een belangrijk voordeel van de bril.’ JM
Aan de Universiteit Twente wordt binnen de faculteit Technische Natuurwetenschappen (TNW) jaarlijks een onderwijsprijs toegekend. Iedere opleiding binnen TNW mag een docent voordragen. Dit jaar is de prijs toegekend aan dr. P.C.M. de Wilde, docent pathologie (afd. Pathologie UMCN). Dr. de Wilde krijgt deze prijs niet alleen voor de uitstekende manier waarop hij binnen de opleiding Technische Geneeskunde (TG) het onderwijsblok “Pathofysiologische kernbegrippen” heeft opgezet en verzorgt, maar ook voor zijn onuitputtelijke inzet voor het TG-onderwijs en de onderwijsontwikkeling. Met name de waardering van studenten speelde een belangrijke rol bij de uitverkiezing
De Anna Prijs voor d r. W i m S c h r e u r s Orthopedisch chirurg dr. Wim Schreurs heeft de Anna Prijs 2009 ontvangen van de Stichting Anna Fonds. Hij kreeg de prijs, 10.000 euro, voor zijn uitstekende en langlopende onderzoek naar botvervanging bij jongere patiënten met problematische kunstheupen. De prijs werd uitgereikt in het Lips Autotron in Drunen.
Promoties, oraties, afscheidsredes* Promotie drs. F. Aarts, vrijdag 30 januari om 13.30 uur. Titel: Cytoreductive surgery and radioimmunotherapy to treat peritoneal carcinomatosis of colorectal cancer. Investigations towards improvement of outcome and morbidity Promotie drs. T. Sprong, woensdag 4 februari om 15.30 uur. Titel: Meningococcal disease Herstel van oogcontact en het verminderen van de scheve hoofdhouding is een belangrijk voordeel van de bril.
Foto: Harald Pieper
‘We geven één groot feest’ Tom Sprong en Esther Bodde zijn een stel en hebben twee kinderen: Kas van bijna 3 en Siem van 7 maanden. Beiden zijn arts, specialiseren zich momenteel in het Radboud en promoveren twee dagen na elkaar op 4 en 6 februari. Voor hobby’s en sport was er de afgelopen jaren nauwelijks tijd. Waar ze wel tijd voor vrijmaakten was voor hun sociale leven en om leuke dingen met de kinderen te doen.
Tom Sprong en Esther Bodde promoveren twee dagen na elkaar.
Foto: Frank Muller
Vaker zaten Esther en Tom het laatste jaar ’s avonds naast elkaar aan de eettafel achter hun laptop. ‘Wel fijn, want dan kun je af en toe elkaar om raad vragen,’ vertelt Esther. Dat ze zo vlak na elkaar konden promoveren werd eigenlijk het laatste jaar pas duidelijk. Esther: ‘Tom was al verder, maar ik heb gebruikt gemaakt van mijn laatste zwangerschapsverlof om het inleidende en afsluitende hoofdstuk te schrijven.’ Wel druk maar niet stressvol, vinden ze. ‘Stress krijg je niet door hard werken aan iets wat je leuk vindt’, stelt Tom. ‘Toen ik me een tijdje geleden zorgen maakte of ik een baan kon krijgen, veroorzaakte dát bij mij stress.’ Maar ook dat kan Tom loslaten, want hij kan na zijn specialisatie als internist-infectioloog beginnen in het Canisius Wilhelminaziekenhuis. Hij krijgt ook nog de mogelijkheid om een dag per week onderzoek te doen bij de afdeling interne geneeskunde van het Radboud. Met als voordeel dat Esther haar specialisatie plastische chirurgie kan afmaken zonder dat ze hoeven te verhuizen. Het voordeel dat ze zo vlak na elkaar promoveren is dat ze één groot feest kunnen geven. ‘O ja, en we hebben een stelling die hetzelfde is’, vertelt Esther: ‘Promoveren doe je niet alleen, maar bijvoorbeeld samen met je echtgenoot.’ MM Tom Sprong promoveert op 4 februari met het proefschrift ‘Meningococcal disease’. Esther Bodde promoveert op 6 februari met het proefschrift ‘Calcium phosphate based bone substitutes: effect of material and biological factors’.
11
Promotie mw. F.A.G. Meyer-Wentrup, donderdag 5 februari om 13.30 uur. Titel: Immune modulation by C-type lectins - the role of DCIR and dectin-1 Promotie C. Popa, donderdag 5 februari om 15.30 uur. Titel: Anti-TNF treatments in Rheumatoid arthritis – effects on inflammation and metabolism Promotie mw. drs. E.W.H. Bodde, vrijdag 6 februari om 13.30 uur. Titel: Calcium phosphate based bone substitutes, effects of material and biological factors * Locatie: Radboud Universiteit, Academiezaal Aula, Comeniuslaan 2 Voor een volledig overzicht en korte inhoud van alle promoties, oraties en afscheidsredes, zie www.umcn.nl, ingang ‘scientist’, doorklikken op ‘science agenda’.
De unieke lokatie uit de 16e eeuw voor uw kerstborrel, afdelingfeest of unieke thema feesten.
Breaking language barriers! Cursusaanbod Cursusaanbod voorjaar voorjaar 2009 2009
www.oldcave.nl
KAAIJ ADVOCATEN 1E CONSULT (20 MIN.) GRATIS
Vreemde Vreemde talen talen •• Engels: Engels: Engels Engels voor voor beginners beginners en en (half)gevorderden (half)gevorderden English English at at work work University University of of Cambridge Cambridge Certificates Certificates English English for for IELTS IELTS English English writing writing for for students students •• Chinees Chinees -- Duits Duits -- Frans Frans -- Italiaans Italiaans -- Russisch Russisch -- Spaans: Spaans: diverse diverse niveaus niveaus
Voor de persoonlijke aanpak FRANSESTRAAT 12 6524 JA NIJMEGEN
Mr. Michaëla B.M. Kaaij, gecertificeerd NMI mediator Mr. Drs. H.A.M. Schouten TEL : (024) 324 59 37
Nederlands Nederlands voor voor anderstaligen anderstaligen •• DagDag- en en avondcursussen: avondcursussen: alle alle niveaus niveaus Communicatietrainingen Communicatietrainingen •• Mondelinge, Mondelinge, schriftelijke schriftelijke en en managementvaardigheden managementvaardigheden
Strafrecht, mediation, echtscheiding, alimentatie, omgangsregeling en andere familiezaken, huur, arbeid en ontslag, uitkering, consument en incasso.
Schrijf Schrijf nu nu in in via via www.ru.nl/utn www.ru.nl/utn
De Gamert 2136, Wijchen
vraagprijs: ` 850.000,- k.k. radbode-driessen 081209.indd 1
In de meest fraaie villawijk van Wijchen gelegen stijlvolle VRIJSTAANDE villa prachtig aangelegde royale tuin met tuinhuis. De wijk Kerkeveld is een jonge wijk waarin het heerlijk wonen is en toch alle voorzieningen nabij. Bouwjaar: 1999. Inhoud: 915 m³. Perceeloppervlakte: 989 m². Deze villa heeft een hoog afwerkingsniveau en diverse extra voorzieningen als elektrische roldeuren garage, centraal stofzuigsysteem, alarminstallatie, tuin sproei-installatie, buitenberging en tuinhuisje. Deze woning is gelegen op een schitterend perceel met royale parkeermogelijkheden. Met recht mag deze woning zich een VILLA in Wijchen noemen. Driessen Makelaardij Kasteellaan 23-25, 6602 DB Wijchen Tel.nr: 024 - 649 01 00
Voor Voor medewerkers medewerkers van van het het UMC UMC St. St. Radboud Radboud gelden gelden speciale speciale tarieven. tarieven.
23-01-2009 14:30:12
Nijmegen – Oude Graafseweg 49 € 374.500,- k.k.
Grand Buffet & andere mogelijkheden
Op centrale locatie nabij centrum Nijmegen, ziekenhuizen, universiteit en div. andere voorz. 3-kamer appartement op de 3e woonlaag gelegen. Bj. 2004. Inh.:
www.de-schans.nl
375 m³ Opp.: 121 m². Ind.: Onderverd.: Berging en parkeerkelder. Bg.: Alg. entree met brievenbussen, toegang tot liften en trappenhuis. App: Hal met garderobe, mk en toilet. Royale woonkamer met video-install., v.v. open keuken met Siematic keukeneiland incl. Siemens inbouwapp. De woonkamer is v.v. een doorloop naar slaap/werkkamer I. Slaapkamer II met inloopkast en open verbinding naar
Rijksweg 95 Mook 024-6962125
[email protected]
moderne royale badkamer met vloerverwarming, ligbad, toilet, design wastafel en inloopdouche. Bijkeuken met wa, bergmogelijkheden en c.v.
Voor meer info zie www.hestia.nl of 024-3604555 radbode-hestia 090121.indd 1
23-01-2009 14:28:57
12
Aanbieding voor personeel van UMC St Radboud: bij minimaal 10 personen € 3,00 korting p.p., doordeweeks t/m vrijdag
n d er w i js o
R AD B OD E 2 - 2 0 0 9
Een dagje wetenschap voor meester en juf
Op de Radboud-winterschool werden (aanstaande) leerkrachten een dag lang ondergedompeld in de wereld van de natuur-en levenswetenschappen.
Leerkrachten van basisscholen hebben meestal geen bèta-achtergrond. De onderzoeksgeest van kinderen wordt daardoor te weinig gestimuleerd. Wat zich later wreekt in de toeloop naar exacte studies. Het programma VTB biedt tegenwicht. UMC-immunoloog prof. dr. Carl Figdor haakt daarbij aan en organiseerde een winters dagje wetenschap voor (aanstaande) docenten van de basisschool. ‘Dat laagje smurrie, dat is DNA.’ P a u l v a n L a ere
Vanaf de hoge achterwand van de collegezaal kijken de beroemde tenoren José Carreras, Placido Domingo en Luciano Pavarotti de ruimte in. Het openingsbeeld van de lezing van prof. dr. Peter Hagoort is een knipoog naar de drie Radboud-toppers die deze ochtend acte de présence geven. Zowel Hagoort zelf, als zijn twee kompanen, fysicus prof. dr. Theo Rasing en immunoloog prof. dr. Carl Figdor, zijn immers winnaar van de Spinozaprijs, de hoogste wetenschappelijke
‘Onderzoekers willen dingen ontdekken, begrijpen. D at is ook de houding van jonge kinderen’
onderscheiding in Nederland. Een Nijmeegs supertrio zogezegd, dat voor het eerst gezamenlijk optreedt. In de zaal een al even ongewoon gezelschap. Het gehoor van de Radboud-coryfeeën bestaat niet uit collega-wetenschappers of studenten, maar uit zo’n honderd (aanstaande) leerkrachten van een basisschool of Pabo. Ze
zijn allen afgekomen op de Radboud-winterschool, die hen een dag lang onderdompelt in de wereld van de natuur-en levenswetenschappen. Bedoeling is dat uiteindelijk ook de kinderen van de basisschool hier een vleugje van meekrijgen. Initiatiefnemer Figdor: ‘Onderzoekers willen dingen ontdekken, begrijpen. Dat is ook de houding van jonge kinderen. Die vragen voortdurend: waarom dit, waarom dat? Maar docenten op de basisschool zijn meestal geen bèta’s. Ons doel is die docenten een steun in de rug te geven, zodat ze de onderzoekende houding van kinderen kunnen stimuleren en laten zien hoe leuk wetenschap is. En uiteindelijk hoop je dat dat instroom bij de exacte studies vergroot.’ Figdor haakte aan bij het landelijke VTB-programma, dat techniek en wetenschap in het basisonderwijs propageert en onder andere ‘summerschools’ organiseert. ‘Maar een zomerschool in januari klinkt nogal raar, dus hebben we het winterschool gedoopt.’
Koekjesfabriek De drie wetenschappelijke tenoren verstaan de kunst hun vakgebied smakelijk op te dienen. Rasing verluchtigt zijn lezing over de toepassing van magnetisme bij informatieopslag, met vermakelijke uitstapjes. Zoals de obscure behandeling van Mesmer die zijn patiënten in een ton zette en met magneten bestookte. Commentaar van Rasing: ‘Als je dat overleefde, voelde je je waarschijnlijk een stuk beter.’ Ook Hagoort buigt zich over informatie-opslag, nu in de hersenen. ‘Daar bent u op school voortdurend mee bezig. U hoopt steeds dat wat u vertelt, bij de leerlingen wordt opgeslagen in het geheugen.’ Waarna hij het publiek onderhoudt over de fascinerende eigenschappen van het brein dat nooit stil staat. ‘The only resting brain is a dead brain.’ ’s Middags kunnen de leerkrachten zelf aan de slag. In vier groepen rouleren ze langs demonstraties van lespakketten die ze later zelf in hun eigen klas kunnen gebruiken. De
13
Foto: Paul van Laere
demonstraties worden verzorgd door veertien promovendi, die hier onder begeleiding van dr. Annemiek Nelis, algemeen directeur van het ‘Centre for Society and Genomics’, hard aan hebben gewerkt. Opvallend: alle veertien zijn vrouw. De mannen blijken hier lastiger voor te porren. Inez Meijer, Irene Chesini en Anne Teirlinck hebben de cel als thema. Ze staan nog wat onwennig voor het volle leslokaal. ‘Didactisch doen we waarschijnlijk een boel fout,’ excuseert Anne zich bij voorbaat. Maar de leerkrachten vinden het allemaal best en antwoorden geduldig op de vraag welke organen het lichaam bevat. De cel wordt vergeleken met een koekjesfabriek en even later zit iedereen driftig te knippen en te plakken om zowel cel als fabriek te reconstrueren. ‘Hoe weet een cel welk type hij moet worden?’, luidt een slimme vraag. ‘Ja, zo’n vraag zou je in de klas ook krijgen,’ verzucht een collega. De promovendi hebben niet meteen een pasklaar antwoord. Een van de leerkrachten wel: ‘Dan zeg je gewoon: zoek maar op’.
Dubbel gevouwen tong Kim Brand en Merei Huigsloot hebben een les over erfelijkheid en identiteit in elkaar gezet. De groep leerkrachten ondergaat een selectie: mannen worden van vrouwen gescheiden, dan blond van donker, vervolgens brildragers van niet-brildragers. Kim Brand demonstreert met verve de eigenschap ‘tong dubbel vouwen’, die wederom voor een splitsing zorgt. Uiteindelijk is iedereen uniek, zo luidt de boodschap. Een proefje met vingerafdrukken volgt en ook leert het lespakket hoe je DNA uit bananen isoleert. Met speeksel kan het ook. Beetje spuug oplossen in water, afwasmiddel erbij, schudden, klaar. ‘Dat laagje smurrie, dat is DNA.’ De promovendi hebben er lol in. Merei: ‘Dit is een van de leukere plichten. Je probeert wat terug te doen voor de maatschappij, mensen enthousiast te maken voor wetenschap.’ Dat lijkt bij het overgrote deel van de leerkrachten gelukt. ‘De afspraak voor een nieuwe editie is al gemaakt’, zegt Figdor gedreven. Hij heeft nog meer plannen om de relatie tussen universiteit en scholen te versterken. Zoals de oprichting van een soort wetenschapsknooppunt. ‘Daar presenteer je bijvoorbeeld de tien beste Radboud-vondsten van dat jaar. Dat doe je dan op verschillende niveau’s, met een website en lesmateriaal. Scholen zitten daar om te springen. Nu hebben we geen organisatie om aan die behoefte te voldoen. We proberen fondsen te vinden om zo’n forum in te richten en een brug naar het publiek te slaan. Ook dat is een taak van de wetenschap.’ n
R AD B OD E 2 - 2 0 0 9
mensen Anneke Leemreize Anneke Leemreize gaat per 1 maart genieten van haar welverdiende FPU. In 1976 is Anneke gestart als apo thekersassistente op de afdeling Dermatologie, in 1979 is zij de verpleegkundige inservice-opleiding binnen het Radboud gaan volgen. Van 1983-1989 heeft ze gewerkt als gediplomeerd verpleegkundige op verpleegafdeling oogheelkunde. Vanaf januari 1989 is zij wederom gaan werken op de poli Dermatologie, op de allergieafdeling. Binnen deze 32 dynamische jaren waar veel veranderingen in plaatsvonden, bleef Anneke bijna elke dag met veel plezier naar de Radboud fietsen. Anneke is de spil van de allergieafdeling. Ze is een lopende encyclopedie op het terrein van de allergie: ze heeft alle kennis, deskundigheid en kwaliteiten in huis. Ze heeft al heel wat kennis overgedragen aan arts-assistenten, coassistenten en verpleegkundigen. Ze heeft vele patiënten getest, adviezen en allergiepassen verstrekt. Ook leverde zij jaarlijks een actieve bijdrage aan de practica van de geneeskunde studenten. Wij hebben haar leren kennen als een hartelijke hardwerkende collega, die met veel enthousiasme, passie en professionaliteit een geweldige allergieafdeling heeft neergezet. Wij willen haar hartelijk danken voor alle inzet en wensen haar heel veel mooie en gezonde jaren toe. Anneke kiest ervoor om haar afscheid, in kleine kring met de afdeling te vieren. Marieke Hoefnagel-Meuwissen, hoofdverpleegkundige polikliniek Dermatologie
Tjandra Ong-Oentoro Met ingang van 1 februari gaat Tjandra Ong-Oentoro met FPU. Tjandra is op 1 november 1967 in het ziekenhuis begonnen met de opleiding tot verpleegkundige. Sinds 1975 werkt Tjandra op de afdeling Urologie. We hebben Tjandra leren kennen als een verpleegkundige die met zeer veel toewijding haar vak uitoefent. Haar specifieke humor en werkwijze zijn alom gewaardeerd. Voor het afscheid zal Tjandra ons verrassen door wederom een heerlijk Indonesisch buffet te maken. Ze neemt in besloten kring afscheid. Charles Wiellersen, hoofdverpleegkundige A20 en Q10 a.i.
kleine boodschap Gratis, niet commerciële, advertenties van medewer kers, vrijwilligers en studenten. Opgave bij het Voor lichtingscentrum in de hal van het ziekenhuis. Postadres: 528 Staf Concerncommunicatie, voorlichtingscentrum. E-mail:
[email protected]. Hieronder een klein gedeelte, op intranet (www.umcn.nl) vindt u alle adver tenties. Opgave van (UMC)werkadres of (RU) student nummer is vereist. Maximale lengte twintig woorden, goederen mogen niet duurder zijn dan g 700, -.
Aangeboden: Nieuwe eenpersoons, verstelbare Auping spiraal, e 80,-. Indien wenselijk met (zo goed als nieuw) kwalitatief hoogwaardig matras, e 20,-. T (0485) 35 11 52 (na 19.00 uur). Tweezitsbank IKEA met paarse en okergele hoes. In prima staat. Vraagprijs e 90,- (nieuwprijs totaal e229,-). R.engbers@owi. umcn.nl. T 06 - 24 21 78 61. Loewe Nemos (beste) CRT televisie, 32 inch, ongeveer 80 cm, e 250,-. Nieuwwaarde (januari 2004) e 1.900,- (Bon en handleiding). T 06 - 48 08 05 70 of (024) 361 01 82. Nordic skischoenen maat 47, goed onderhouden, e 50,-. Viking Noren, bijna nieuw, maat 46/47 e 50,-. T (024) 360 97 27.
Gevraagd: Carpool buddies die elke dag van omgeving Helden naar Nijmegen rijden (per 1 april 2009). T 06 - 42 12 40 22. Nette huishoudelijke hulp voor 3 uur per 4 à 5 weken in wijk de Hazenkamp. T (024) 354 10 07. Huishoudelijke hulp voor 2 uur per week in Lent, ’s ochtends, niet op woensdag. T 06 - 48 08 05 70.
Trudy Tielen Op 1 februari neemt onze collega Trudy Tielen, na een dienstverband van ruim 27 jaar, afscheid van de kinderkliniek. Ze gaat gebruik maken van de FPU-regeling. Trudy heeft na de opleiding Kinderverpleegkunde en de opleiding Neonatologie in verschillende functies op de verpleegafdeling Kinderchirurgie B22 gewerkt. In de beginjaren heeft zij een belangrijke bijdrage geleverd aan het specialisme de Neonatale Kinderchirurgie, die toen nog in ontwikkeling was. Zij is een verpleegkundige met een groot verantwoordelijkheidsgevoel en een hoge mate van perfectionisme, die de kwaliteit van zorg hoog in het vaandel heeft. Het inwerken van nieuwe collega’s en het overdragen van haar verpleegkundige expertise deed zij op een voortreffelijke manier. Lief, vriendelijk, zorgzaam en heel geduldig zijn daarbij eigenschappen die Trudy sieren. Daarnaast bezocht zij trouw de afdelingsvergaderingen, had hier een goede bijdrage in en was goed op de hoogte van de veranderingen in het verpleegkundige vak. Begin januari hebben we dit afscheid met Trudy, haar gezin en collega’s tijdens het jaarfeest gevierd. Wij wensen Trudy samen met haar gezin, een hele mooie tijd toe. Els van Zwieten, hoofdverpleegkundige Q3V
IN MEMORIAM Helma Dennissen Bedroefd hebben wij kennis genomen van het overlijden van onze collega Helma Dennissen. Helma is zondag 18 januari 2009, op 52-jarige leeftijd, onverwacht overleden. Vanaf 1 september 2002 is Helma als vrijwilliger werkzaam bij de Dienst Geestelijke Verzorging en Pastoraat. Wij hebben Helma leren kennen als een sympathieke, warme en betrokken medewerkster. Zij deed haar werk als vrijwilliger met veel inzet en toewijding. Wij zijn Helma dankbaar voor haar jarenlange trouwe inzet voor het vrijwilligerswerk en danken haar voor de vele goede dingen die zij voor ons en de patiënten heeft gedaan. Wij zullen haar missen. Onze steun en medeleven gaat uit naar haar familie. Mede namens alle medewerkers van de Dienst Geestelijke Verzorging en Pastoraat. Joke Hoop, coördinator vrijwilligers Rob Groot Antink, Dienst Geestelijke Verzorging en Pastoraat Frans Rienstra, Servicebedrijf, manager Logistiek en Services
Erna Franssen-Kokke Op 3 februari a.s. viert Erna FranssenKokke haar 25 jarig jubileum bij het stafsecretariaat van de afdeling nierziekten. In 1976 begon zij haar loopbaan op onze afdeling, toen nog bestaande uit een kleine staf met twee secretaresses. In 1986 koos ze in verband met een aanstaande gezinsuitbreiding voor de fulltime zorg voor haar gezin. Na een periode van ruim 8 jaar keerde zij weer terug op haar oude stek. Inmiddels was zowel de staf als ook het secretariaat flink uitgebreid en hadden er nogal wat vernieuwingen in de manier van werken plaatsgevonden. Erna beschouwde dit als een uitdaging en had zich binnen de kortste keren weer helemaal ingewerkt. Een van de meest kenmerkende eigenschappen van Erna is haar opgewekte humeur; dit uit zich in haar omgang met zowel patiënten als medewerkers. Een andere zeer gewaardeerde eigenschap is haar collegialiteit: ze is een echte ‘teamplayer’ en heeft een geheel eigen inbreng in het secretariaat, niet in het laatst door haar gevoel voor humor. Erna, we hopen dat je nog lang deel zult uitmaken van ons secretariaat. Ilse Hilgers, hoofd secretariaat nierziekten Prof.dr. Jo Berden, hoofd afdeling nierziekten
Nieuw: energielabel! BOUWKEURMEESTER KEURT UW WONING
Een pand kopen of verkopen? Schakel bouwkeurmeester Toon Peters in voor:
UÊ>«ÊiÕÀ}i UÊ6iÀ«ÊiÕÀ}i UÊii«ÊiÕÀ}i UÊ ÊiÕÀ}i Meer informatie of een oriënterend gesprek? Bel Toon Peters!
UÊ"«iÛiÀ}i UÊëiVÌià UÊÊ iÀ}iÊ*ÀiÃÌ>ÌiÊ `Ûià Met kwaliteitsgarantie ISO 9001:9002 certificering TUV!
Sprokkelveld 52 6596 DM Milsbeek T (0485) 516 775 I www.petersbouwadvies.nl E
[email protected]
Waterincident Het ‘waterincident’ op 12 januari heeft geen ernstige gevolgen gehad voor de patiëntenzorg in het UMC St Radboud. Door de vrieskou was er een breuk in de waterleiding ontstaan en kwam het Radboud rond vier uur ’s nachts even zonder water te staan. ‘De productgroep Vastgoed & Infrastructuur (Servicebedrijf) had het incident snel onder controle. De samenwerking met de calamiteitenorganisatie verliep prima. Enkele uren later beschikte het hele ziekenhuis weer over water’, vertelt Fons van Gompel, BHV-coördinator. ‘In het ziekenhuis is de continuïteit van vitale processen niet in gevaar geweest. Patiënten hebben er geen letsel door opgelopen. Wel heeft er hinder plaatsgevonden. Zo moest de Dialyseafdeling de nachtdialyses afbreken. Maar dit vormde geen bedreiging voor de patiënten.’ Het waterincident benadrukt nog eens hoe belangrijk het is dat er goede noodvoorzieningen zijn als ‘basisbehoeftes’ wegvallen. ‘In dit geval was er geen water, maar er had ook uitval kunnen zijn van bijvoorbeeld stroom, zuurstof of ICTvoorzieningen. De kans hierop is klein, maar het kán gebeuren’, aldus Monique Peters, beheerder Calamiteitenplan. ‘Het is de verantwoordelijkheid van de calamiteitenorganisatie en de productgroep V&I om snel en adequaat op te treden. Maar de afdelingen hebben zelf ook hun verantwoordelijkheid hierin. Zij moeten hun continuïteitsplan op orde hebben. Het waterincident is een extra aanleiding om dit plan te actualiseren. Of om nog eens na te gaan of er zorgprocessen zijn die nooit in gevaar mogen komen.’ In hoofdstuk vier van het Calamiteitenplan UMC St Radboud staan voorbeelden en tips hoe dit continuïteitsplan is op te stellen. Voor vragen:
[email protected], tel. 19516. GM
Melden is cruciaal Het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb vraagt de komende tijd aandacht voor het belang van melden van bijwerkingen van geneesmiddelen. Dit gebeurt door middel van de landelijke campagne “Melden moet!”. Lareb richt zich bij deze campagne vooral op medisch specialisten. Tijdens opname in ziekenhuizen kunnen immers ernstige bijwerkingen aan het licht komen, die buiten het zicht blijven van eerstelijns hulpverleners. Het delen van deze ervaringen is van belang om nieuwe kennis over geneesmiddelen te krijgen. Om het belang van melden te onderstrepen is in 2007 in de Geneesmiddelenwet opgenomen dat artsen en apothekers verplicht zijn om ernstige bijwerkingen te melden bij Lareb. Bijwerkingen kunnen van oudsher bij Lareb worden gemeld via www.lareb.nl of door middel van het gele meldformulier. Tijdens de campagne wordt er gewezen op twee nieuwe mogelijkheden die het melden gemakkelijker en minder tijdrovend maken. De eerste is een meldmodule, die in elk automatiseringssysteem ingebouwd kan worden. Hiermee kunnen gegevens die al in uw systeem zitten automatisch in de melding worden ingelezen. Specialisten hoeven alleen nog maar het verdachte geneesmiddel aan te kruisen en de bijwerking te beschrijven. De andere mogelijkheid is het melden door het opsturen van een ontslagbrief. Medisch specialisten die gewend zijn om uitvoerige ontslagbrieven te schrijven, kunnen een geanonimiseerde kopie naar het gratis antwoordnummer van Lareb sturen (Antwoordnummer 10670, 5200 WB ’s Hertogenbosch). Meer informatie is te vinden op www.lareb.nl. n
C o l o f o n Radbode is een tweewekelijks personeelsblad van het UMC St Radboud. Oplage: 13.000 Redactie: Nelleke Dinnissen, Jannie Meussen (eindredactie), Gijs Munnichs Aan dit nummer werkten mee: Femke van den Berg, Marten Dooper, Flip Franssen, Joke Groeneveld, Paul van Laere, Janneke van der Linden, Marlies Mielekamp, Frank Muller, Pieter Lomans, Daan van Speybroeck, Michelle Stuiver, Jan van Teeffelen E-mail: radbode@ sb.umcn.nl, telefoon: 024-3613538 Correspondentie: UMC St Radboud, 528 Productgroep Communicatie, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen Redactieraad: prof.dr. Rob Bleichrodt, Peter van Dijk, Henk Gerrits, mr. æmiel Kerckhoffs. prof.dr. Louis Kollee, dr. Erik de Laat Vormgeving en lay-out: Puntkomma Nijmegen Druk: Wegener Nieuwsdrukkerij Gelderland Advertenties: Bureau van Vliet, 023-5714745, e-mail: zandvoort@bureauvanvliet. com Abonnement: 13,60 euro, informatie Sylvia van Brück-Engelen 024-3615442. De volgende Radbode verschijnt vrijdag 13 februari. 14
c t u ee l a
PIPnieuws PersoneelsInformatiePunt Ma: 10.00 - 14.00 uur en 15.00 - 17.00 uur Di: 11.30 - 14.00 uur en 15.00 - 17.00 uur Wo: 10.00 - 14.00 uur en 15.00 - 17.00 uur Do: 11.30 - 14.00 uur en 15.00 - 17.00 uur Vrij: 10.00 - 14.00 uur. T (024) 361 91 66, route en interne post 536
[email protected] : medewerker ➔ pip on line
Actueel
R AD B OD E 2 - 2 0 0 9
IC-patiënten krijgen selectieve decontaminatie Als patiënten op de intensive care preventief antibiotica krijgen in de vorm van selectieve decontaminatie, vergroot dat hun overlevingskansen. Dat blijkt uit recent onderzoek, waaraan ook het UMC St Radboud een steentje heeft bijgedragen. Het is de nachtmerrie van elke IC-patiënt: besmetting met een ziekenhuisbacterie. Dit kan leiden tot allerlei infecties die ernstige schade kunnen toebrengen aan
TC&O Mobydesk verzorgt vanaf 1 maart de administratie van vervoersabonnementen in plaats van VCC-Oost. Als UMC medewerker kunt u korting krijgen op zowel bus- als treinabonnementen. De betaling vindt plaats via het salaris, in termijnen.
vitale organen. Met in het slechtste geval de dood tot gevolg. ‘Met selectieve decontaminatie worden selectief de ziekmakende bacteriën uit de darm uitgeroeid met behoud van de goede, beschermende flora’, vertelt prof. dr. Bart-Jan Kullberg, internist-infectioloog. ‘Maar nooit eerder was op deugdelijke wijze onderzocht of dit eigenlijk wel werkt. Het antwoord daarop is nu gevonden door een team van onderzoekers van diverse ziekenhuizen, waaronder prof. Hans van der Hoeven en dr. Peter Pickkers uit Nijmegen.’
Drie groepen De onderzoekers vergeleken het effect van twee soorten selectieve decontaminatie met de gewone zorg op de intensive care. Bijna zesduizend IC-patiënten uit dertien ziekenhuizen, waaronder het UMC St Radboud, werden verdeeld over drie groepen. De eerste groep kreeg vier maal per dag een mondpasta met antibiotica. De tweede groep kreeg de antibiotica vier keer per dag in de mond en de darmen, samen met een breedspectrumantibioticum (gedurende de eerste vier dagen). De derde groep ontving alleen standaardzorg. Na vier weken waren in beide antibioticagroepen minder mensen overleden dan in de controlegroep. In de eerste groep nam de sterfte af met 2,9 procent; in de tweede met 3,5 procent. Kullberg: ‘Het verschil daartussen is niet significant. Daarom worden beide methoden in een vervolgstudie opnieuw vergeleken. Voorlopig kiezen we in dit ziekenhuis echter voor selectieve darmdecontaminatie - methode 2. Toen gaandeweg het onderzoek duidelijk werd dat deze behandeling werkt, zijn we er meteen mee begonnen. Dat was in de zomer van 2006.’
Salaris Bij de salarisstrook van januari zit een bijsluiter met actuele informatie over premies en inhoudingen 2009. De keuzemogelijkheid van het Extra Persoonlijk Budget voor ABP Extra Pensioen of deelname levensloop is nog niet te zien op de salarisstrook januari.
Vacatures Elke dag staan de nieuwe vacatures op internet en hangt de vacatureladder bij PIP. Gebruik onze klantencomputer om vacatures te bekijken en vraag desgewenst een uitdraai. : werken bij het UMC ➔ vacatures
FLEX U bent een ervaren secretaresse, met recente werkervaring bij voorkeur in een ziekenhuis? Dan kan werken via FLEX, het interne uitzendbureau, interessant voor u zijn. Kijk voor meer informatie op onze site. Bel of mail ons voor meer uitleg. : www.umcn.nl ➔ werken bij het UMC ➔ tijdelijk werk T (024) 361 03 03,
[email protected] route 534, interne post 536 ma t/m vrij 07.30-16.30 uur
Handhygiëne
Na vier weken waren in beide antibioticagroepen minder mensen overleden dan in de controlegroep met standaardzorg. Foto: Frank Muller
Kullberg benadrukt dat het preventief toedienen van antibiotica geen panacee is. ‘Ook een goede handhygiëne, een multidisciplinaire samenwerking met infectiologen en microbiologen op de IC en een rationeel antibioticabeleid zijn noodzakelijk. Bovendien: uit het onderzoek blijkt weliswaar dat decontaminatie nú niet leidt tot meer resistente bacteriën, het is zeer de vraag of dat zo blijft. In landen waar men altijd al minder terughoudend was met het verstrekken van antibiotica, neemt de resistentie sterk toe. Als dit in Nederland op termijn ook gebeurt, werkt selectieve decontaminatie niet meer.’ FvdB
Vrijwilligers Wilt u 1 dagdeel per week gastvrouw of gastheer zijn, eens per maand op zondag bij de kerkdienst actief zijn of iets anders doen? Wij zijn blij met uw aanmelding. Voor meer informatie: Coördinator vrijwilligerswerk, Joke Hoop. T (024) 361 53 28,
[email protected]. : werken bij het UMC ➔ vrijwilligerswerk
Cursussen en trainingen Het UMC St Radboud heeft een breed pakket aan cursussen en trainingen, gericht op ontwikkeling, professionalisering en deskundigheidsbevordering voor medewerkers. Er zijn nog plaatsen beschikbaar voor de volgende trainingen: Collegiale Traumaopvang - 4 maart Timemanagement - 10 maart BASS HRM / e-MF / RADAR - 19 maart Persoonlijke Communicatiestijlen - 23 maart Onderhandelen - 25 maart Projectmatig werken - 31 maart ICT opleidingen (Word, Excel, Outlook, Powerpoint, Access, KWINT) Een compleet overzicht vindt u op intranet. : Medewerker ➔ Leren in het Radboud ➔ Opleidingsaanbod ➔ Functiegericht
PIPnieuws is van Servicebedrijf, productgroep HRM
Komst Oncologisch Centrum Boxmeer prikkel voor Radboud Vorige maand werd bekend dat er in Boxmeer een particu lier oncologisch centrum komt. Naar verwachting opent dit centrum in 2012 zijn deuren. ‘De komst van deze concurrent op een steenworp afstand moet voor ons een prikkel zijn om nog beter uit te dragen wat wij de patiënt op oncolo gisch gebied te bieden hebben’, reageert prof. dr. Melvin Samsom, lid van de Raad van Bestuur. Verbaasd was Samsom niet over de aankondiging vorige maand. ‘Dit past in de tijdgeest. De komst van private ziekenhuizen die zich toeleggen op één type patiënten. Eerst zagen we ze komen op het gebied van laag complexe, planbare zorg, bijvoorbeeld oogheelkunde. Nu is de tijd blijkbaar rijp om ook hoogcomplexe zorg, zoals oncologische zorg, aan te bieden via een privaat ziekenhuis.’ Bang dat het nieuwe ziekenhuis ten koste zal gaan van het Oncologisch Centrum van het UMC St Radboud is Samsom niet. ‘Oncologie is een van de speerpunten van ons UMC. We leveren goede patiëntenzorg en staan aan de top wat betreft wetenschappelijk onderzoek, bijvoorbeeld ten aanzien van de tumorimmunologie, prostaatkanker en dikkedarmkanker. Ook hebben we een goed georganiseerde mammacarezorg. Vrouwen met een knobbeltje in de borst weten binnen een dag wat er aan de hand is. De komst van het centrum in Boxmeer, dat
15
zijn status eerst maar eens moet bewijzen, moet voor ons wel een prikkel zijn om de kwaliteit van onze zorg en ons onderzoek waar mogelijk verder te verhogen. En het moet een prikkel zijn om nog duidelijker uit te dragen welke kwaliteiten het UMC op oncologisch gebied in huis heeft. Zowel kwaliteiten op het gebied van zorg als op het gebied van de service aan de patiënt. Academische ziekenhuizen zijn van oudsher niet gewend reclame voor zichzelf te maken. De academische status moest genoeg zeggen. Die tijd is voorbij. Patiënten worden niet meer automatisch naar ons verwezen. We zullen de buitenwereld goed moeten laten weten wat we in huis hebben en we moeten luisteren naar de behoeften van de patiënt. Dat geldt natuurlijk niet alleen voor de oncologie. Ook op andere gebieden zal er in de toekomst concurrentie komen van klinieken die zich op één type patiënt richten. Een belangrijk punt waarmee het UMC zich kan onderscheiden van dergelijke klinieken is overigens dat de patiënt ook met andere aandoeningen bij ons terecht kan. Dankzij de vorderingen in de oncologie overleven steeds meer mensen kanker. Zij krijgen later wel andere aandoeningen, waarbij het eerder doorgemaakt hebben van kanker een rol kan spelen. Het brede karakter van het UMC, waar de diverse disciplines gemakkelijk bij elkaar kunnen aankloppen, kan dan een voordeel zijn.’ MD
c t u ee l a
R AD B OD E 2 - 2 0 0 9
Is alles OK op de OK ? Slordig omspringen met hygiëne en infectiepreventie. Onveilig gebruik van apparatuur. Slechte communicatie over de patiënt. De conclusies van de Inspectie over het gedrag in de operatiekamers logen er niet om. Daalt de kwaliteit werkelijk? En wat moet er gebeuren? Verslag van een UMC-debat in Lux.
P a u l v a n L a ere
‘Wie is werkzaam op een OK?’, vraagt inleider Gijs van de Sande aan een volle debatzaal in Lux. Tientallen handen gaan de lucht in. En wie doet zijn trouwring dan af? ‘Ik ben niet getrouwd,’ merkt iemand lachend op. Maar alle handen blijven omhoog, iedereen doet blijkbaar zijn sieraden af. ‘Voorbeeldig personeel,’ moet Van de Zande concluderen. ‘Ja, Radboud hè’, klinkt het. Het begin van het debat is luchtig, de aanleiding minder. Eind vorig jaar publiceerde de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) haar rapport over het gedrag op OK’s rond de operatie. De bevindingen waren pijnlijk. Slordig met kledingvoorschriften, onnodige deurbewegingen, weinig gebruik van checklists en stopmomenten om te controleren of alles in orde is. Ook de onderlinge communicatie schoot tekort, net als de apparatuurcontrole. Wat is er toch aan de hand?’, vraagt gespreksleider Rob Verhofstad aan Jan Vesseur, hoofdinspecteur patiëntveiligheid van de IGZ. ‘Er worden ontzettend goede dingen gedaan op OK’s’, begint deze met het goede nieuws. ‘Maar met die handelingen loop je risico’s. Daar moet iedereen op een operatiekamer zich bewust van zijn. Dat besef is er onvoldoende. Neem het vele open- en dichtgaan van een OK-deur. Daardoor heeft de patiënt een duidelijk verhoogde kans op infecties. Toch wordt daar heel gemakkelijk mee omgegaan.’
ethiek Tussen hoop en hype Van een alledaags product als de koortsthermometer kunnen we ons nauwelijks meer voorstellen dat zij er ooit niet was. Toch was ook deze ‘technologie’ ooit nieuw en revolutionair, en had aanzienlijke gevolgen voor de manier waarop een arts te werk ging. De huidige wetenschap werkt aan technologieën die op een veel groter schaal veranderingen teweeg kunnen brengen. Gentherapie, robotica, tissue engineering, stamceltherapie, nanotechnologie: als ze waarmaken wat ze beloven, hebben ze de potentie om de medische praktijk en ons dagelijks leven op ongekende wijze te beïnvloeden. Hoewel de daadwerkelijke klinische toepassingen tot nu toe bescheiden zijn, berichten de media om de haverklap over een nieuwe ‘grote doorbraak’ en creëren daarmee een ware hype. Deze hype wordt vaak gevoed door de onderzoekers zelf. Wetenschappelijk onderzoek kost immers geld.
Paradox Radboud-onderzoeker Richard Grol, hoofd van IQ Healthcare, is niet verrast door de resultaten. ‘Wat de Inspectie vindt, wordt ondersteund door eerder onderzoek. Er komen steeds meer cijfers, ook in andere landen. We zien bijvoorbeeld dat 7 procent van de patiënten met infecties het ziekenhuis verlaat. 6 procent van de patiënten overkomt een ongewenst incident, waarvan de helft te vermijden was. Altijd correct de handen wassen doet slechts 30 procent.’ Is het zó beroerd gesteld met de zorg op de OK’s? Een relativering is op zijn plaats. ‘Vergeleken met andere landen doen we het niet slecht,’ weet Grol. ‘Een vergelijkende studie in acht landen geeft voor Nederland een infectiepercentage van 5 procent; Engeland en de VS zitten op het dubbele.’ Ook is de situatie vergeleken met vroeger zeker niet verslechterd. Vesseur: ‘Het is niet onveiliger geworden, maar we zien nu meer. Dat is de wrange paradox van de openheid die we tegenwoordig betrachten.’ De nuanceringen zijn Gita Gallé, directeur van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen uit het hart gegrepen. ‘Het rapport had kunnen benadrukken dat het niveau over het algemeen goed is. Dat doet de Inspectie ook wel, alleen haalt dat niet de media. Maar op zich vinden we het prima dat de Inspectie knelpunten benoemt. Dat geeft een ‘sense of urgency’.
Is dat nou nodig? Het kan en moet beter, daar is iedereen het over eens. Maar hoe? Het rapport presenteert een uitgebreide lijst maatregelen. Vesseur: ‘We hebben ook checklist-achtige aanbevelingen. Dat vinden sommigen wat kinderachtig. Mensen denken al gauw, is dat nou nodig? Maar het blijkt toch noodzakelijk.’ In de zaal verwoordt Ruud Bekkers, gynaecoloog in het UMC St Radboud, de reserve. ‘Van hoeveel van die handreikingen is bewezen dat ze effect sorteren?’, vraagt hij. Vesseur: ‘De aanbevelingen hebben we niet zelf verzonnen. Een stopprocedure bijvoorbeeld is
Heel veel geld. Het is voor wetenschappers dan ook belangrijk om hun onderzoek op de maatschappelijke agenda te krijgen, om zo geld te generen en hun werk voort te kunnen zetten. Als wetenschapper word je – letterlijk en figuurlijk – afgerekend op wat je publiceert. Ben je niet voldoende zichtbaar of wordt er weinig van je onderzoek verwacht, dan gaat die zak met geld tijdens de volgende ronde aan je neus voorbij.
Een hype kan op den duur echter flink tegen je gaan werken. Mensen zijn nu eenmaal ongeduldig en willen snel resultaat zien, maar als de verwachtingen hoog zijn, is teleurstelling bijna onvermijdelijk. Zeker als een nieuwe interventie door druk van bui-
16
bewezen effectief. Over andere maatregelen bestaat een soort common sense.’ Maar eigenlijk gaat het Vesseur niet om het naleven van regeltjes, maar om het bewustzijn dat dingen mis kunnen gaan. ‘Het gaat om een andere cultuur. Veiligheid moet in ieders haarvaten zitten.’ Het veranderen van de cultuur doet Grol denken aan een strip van Fokke en Sukke: “Zegt de een: wanneer zullen we de cultuuromslag maken? Zegt de ander: Morgen om vier uur? Dan zijn de meesten naar huis.” ‘Ik vind het altijd onduidelijk hoe dat moet, zo’n andere cultuur creëren. Maar recent onderzoek laat wel zien dat het gebruik van een checklist het aantal complicaties kan halveren.’ En wat vindt de zaal over de veiligheid in de ziekenhuizen, werpt Verhofstad op. Het blijft lang stil. Dan merkt iemand op dat ziekenhuizen vergeleken met de industrie tien, twintig jaar achterlopen. Het vierde panellid, oudvoorzitter van de KNMG Peter Holland beaamt het: ‘De gezondheidszorg kan veel kan leren van de industrie. Maar die piloot die op de Hudson landde, is tegen alle regels ingegaan. Ook in de zorg zijn situaties niet erg uniform. Je moet kunnen afwijken van het protocol.’
Schuiven met geld De laatste deelnemer aan het panel is directeur Strategie van zorgverzekeraar Agis, Jeroen Crasborn. ‘Vijf jaar geleden was ik zeker niet uitgenodigd,’ weet hij. ‘Tot dan waren we slechts een doorgeefluik van geld. Nu heeft het marktdenken een rol voor ons weggelegd.’ Die rol bestaat uit het aangaan van contracten met ziekenhuizen. ‘En natuurlijk willen we het geld schuiven naar degene die de beste zorg levert. Je hoopt dat dat meehelpt om de kwaliteit te verhogen.’ ‘Komt het goed?’, luidt de slotvraag. Vesseur ‘Ik zie het met veel vertrouwen tegemoet. Veel partijen hebben de ambitie uitgesproken om het aantal fouten met 50 procent te verminderen. Ik streef naar 100 procent minder, ook al weet ik dat we dat nooit halen.’ n
tenaf geïntroduceerd wordt voor de ‘kinderziektes’ eruit zijn, kunnen slechte ervaringen in het begin ervoor zorgen dat grootschalig gebruik van de technologie (met alle mogelijke positieve gevolgen van dien) jarenlange vertraging oploopt. Het blijft dan ook een uitdaging voor wetenschappers een balans te vinden tussen het wekken van hoge verwachtingen enerzijds, en anderzijds realistisch te blijven over mogelijke resultaten. Het is natuurlijk bijzonder pijnlijk voor – bijvoorbeeld – Parkinson-patiënten om keer op keer in de krant te lezen dat genezing nu écht dichtbij is, zonder dat deze belofte wordt ingelost. Wetenschappers bewegen zich in een ingewikkeld spel van media, financiers en publieke belangstelling. Hype en teleurstelling zijn deels onvermijdelijk; ze zijn onderdeel van de dynamiek van technologische ontwikkeling. Het is echter belangrijk om de hype en de grote verwondering over technologische vooruitgang te scheiden van hard wetenschappelijk bewijs over de effectiviteit van een technologie. Bij valse hoop is immers niemand gebaat. Anke Oerlemans